De Zwinkrant

36
> Historisch
Damme tijdens Wereldoorlog II
De 75-jarige publicist Jos Rondas werkt aan een
boek over Damme in WO II. Hij viseert hierbij vooral
een verzetsbeweging die bekend stond als de Bende
van Damme. In een vorige editie bracht De Zwinkrant
een interview met Rondas. Nu leest u zijn relaas over
een historische oorlogsdag: 14 februari 1944.
Het winterde die avond van 14 februari 1944. Over het
door dijken omgeven land van de polders lag er een
dik sneeuwtapijt. Een ijskoude oostenwind striemde
het witte bevroren landschap.
André Vanbeveren liep als een winterzanger langsheen
de vele hoge hagen naar Damme toe. Goed ingepakt,
de kraag van zijn jas opgetrokken vertrokken
hij grimmig zijn aangezicht. Het enige geluid dat hij
hoorde in deze winterse stilte was het geknars van
zijn stappen in de bevroren sneeuw. Alleen zijn voetsporen
waren zichtbaar.
De donkerte van de avond stak schril af tegen de
witte achtergrond van de besneeuwde landerijen. Hij
wist zich gevolgd door zijn bewakers, gevaarlijke en
gewapende lui. Iedere beweging van hem werd met
argusogen bekeken, en geen weg terug.
Zij waren met hun twee, leden van de gevreesde
Geheime Feldpolizei (GFP), Oberfeldwebel Paul
Lensing, en één van zijn helpers, Unterfeldwebel
Wilhem Jersynski. Later zouden er met een burgervrachtwagen
versterkingen gestuurd worden. De
geplande razzia te Damme zou dus niet lang op zich
laten wachten.
André Vanbeveren uit Brugge, bajesklant, was erin
geslaagd te infiltreren in het Damse milieu, die er
een was van smokkel, woeker, diefstal en hoereren.
Alles gebeurde natuurlijk onder valse voorwendselen
ten bate van verzetsactiviteiten onder de vlag van
de Gewapende Partizanen (P.A). Een echt schrikbewind
voor de plaatselijke bevolking.
| de Zwinkrant |
Onder sterke druk van de GFP en met een constante
dreiging van deportatie naar een Duits concentratiekamp
verrrichte hij dit beuls- en verraderswerk. Ook
de drang naar wraak ten overstaan van zijn ouders
en jongere broer, lid van de P.A. van Brugge, die hem
de toegang tot het ouderlijke huis hadden ontzegd,
verried hij daardoor trouweloos.
André Vanbeveren zijn opdracht was in café ’t Hemeltje
te Damme, waar er door de “Bende van
Damme” verzamelen was geblazen, te wachten
op de aankomst van de bendeleden. Zij hadden de
dag voordien een rooftocht gepland op een boerderij.
Diefstallen van geld en gerookte hespen, was de
opdracht. In Damme, waar de zwarte markt hoogtij
vierde, konden zij via het gekende circuit van zwarthandel
deze waren kwijt.
Het gestolen geld zouden zij verbrassen aan drank
en vrouwen, of er zich later mee verrijken. Gans “le
beau monde” uit Brugge kwam zich te Damme bevoorraden.
Eens de groep voltallig, moest er alleen gewacht
worden op een seintje. De Duitse GFP, versterkt met
Duitse militairen uit Damme, en Vlaamse collaborateurs,
zouden dan een inval doen in ’t Hemeltje en
de bende er verzameld oppakken. Later zouden zij
hem vrijlaten en kon hij zijn Judaswerk blijven verder
zetten.
Het sein tot de inval was een lichtsignaal die moest
gegeven worden op de koer van café ’t Hemeltje. De
climax laat zich raden.
Wie extra informatie heeft over deze historie kan
rondas contacteren:
Jos Rondas,
P. Benoitstraat 14 b 205, 8370 Blankenberge
050 41 51 19 – jotis@skynet.be