Rondom den Herdenbergh - Atlantis
Rondom den Herdenbergh - Atlantis
Rondom den Herdenbergh - Atlantis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Rondom</strong><br />
<strong>den</strong> Her<strong>den</strong>bergh<br />
Van Leering en Nijhoving tot Hema<br />
Plat Ni-js<br />
Onderwijs in Har<strong>den</strong>berg<br />
Kamp Heemse<br />
1<br />
2009<br />
26/3
Colofon<br />
<strong>Rondom</strong> <strong>den</strong> Her<strong>den</strong>bergh<br />
Kwartaaltijdschrift van de Historische Vereniging<br />
Har<strong>den</strong>berg en Omgeving<br />
ISSN: 1380-3921<br />
Lidmaatschap:<br />
€ 15,00 per kalenderjaar.<br />
Le<strong>den</strong>administratie en -contributie:<br />
Dhr. G. Wolbink, Alb. Risaeusstraat 8c,<br />
7772 AV Har<strong>den</strong>berg, 0523-267036,<br />
E-mail: gerrit.dina@hetnet.nl<br />
Bankrelatie:<br />
Rabobank: rek.nr. 3849.47.824<br />
Druk en vormgeving:<br />
Olbo Thuis in Alle Media, Har<strong>den</strong>berg<br />
Secretariaat:<br />
Verenigingscentrum, bezoek- en informatieadres:<br />
Voorstraat 34, 7772 AD Har<strong>den</strong>berg, tel. 0523-265624<br />
(openingstij<strong>den</strong>: ma-di-do-vr: 09.00-12.00 uur).<br />
Website: www.historiekamer.nl<br />
E-mail: historiekamer@solcon.nl<br />
Algemeen Bestuur:<br />
Dhr. H. Hindriks (voorzitter),<br />
Parallelweg 18, 7691 AA Bergentheim, 0523-231700<br />
Dhr. F. Hamhuis (secretaris),<br />
Esweg 32a, 7771 CR Har<strong>den</strong>berg, 0523-261433<br />
Dhr. A.J. Barnard (alg. adjunct),<br />
Oosteinde 13, 7772 CA Har<strong>den</strong>berg, 0523-261786<br />
Mevr. D. Reefman (penningmeester),<br />
Hoornblad 15, 7772 MG Har<strong>den</strong>berg, 0523-266241<br />
Dhr. H.H. Bulthuis,<br />
Eikenlaan 15, 7771 DW Har<strong>den</strong>berg, 0523-263608<br />
Dhr. L. Odink,<br />
Zwartedijk 29a, 7775 PA Lutten, 0523-681850<br />
Redactiecommissie:<br />
Dhr. K. Oosterkamp (eindredacteur),<br />
Baalder-Esch 6, 7772 JV Har<strong>den</strong>berg, 0523-263104<br />
Mevr. D. Hesselink-Zweers (secretaris),<br />
Pinksterbloem 7, 7772 NK Har<strong>den</strong>berg, 0523-272484<br />
Mevr. J. Luisman-de Jonge,<br />
Adm. Helfrichstraat 43, 7772 BV Har<strong>den</strong>berg, 0523-260620<br />
Dhr. A.C.A. Pullen,<br />
Kalmoes 11, 7772 MD Har<strong>den</strong>berg, 0523-263901<br />
Dhr. A. de Roo,<br />
Mercuriuslaan 10, 7771 EH Har<strong>den</strong>berg, 0523-262212<br />
Dhr. E. Wolbink,<br />
Parkweg 1-105, 7772 XP Har<strong>den</strong>berg, 06-15128514<br />
Inhoud<br />
Van Leering en Nijhoving tot Hema<br />
E. Wolbink<br />
In de historische kroegentocht door Har<strong>den</strong>berg wordt een bezoek<br />
gebracht aan café-hotel-restaurant Leering / Nijhoving. De Hema<br />
werd naderhand op deze plaats gevestigd.<br />
Het onderwijs in Har<strong>den</strong>berg (2)<br />
Het huwelijk van Alfred van Werven<br />
K. Oosterkamp<br />
12<br />
A. de Roo<br />
Dit tweede artikel vormt het begin van een reeks artikelen over het<br />
onderwijs in Har<strong>den</strong>berg.<br />
Plat Ni-js<br />
J. Luisman-de Jonge<br />
20<br />
In de trouwzaal van het gemeentehuis, inmiddels al gesloopt, hing<br />
een schilderij van de kunstenaar Alfred van Werven. Een portret<br />
van dit schilderij en de kunstenaar.<br />
In een volgend nummer<br />
- Het gemeentehuis te Har<strong>den</strong>berg<br />
- De Maria Magdalena Bewaarschool<br />
- De Wheeme<br />
- Tunnelvisie<br />
3<br />
16<br />
De dialectwerkgroep is nogal aan het zwerven geweest met de vroegere<br />
negotieventers. Er wordt, in streektaal, uitgebreid verslag<br />
gedaan van deze zwerftocht.<br />
Kamp Heemse<br />
E. Wolbink<br />
23<br />
In het huidige Gemeentebos aan de Ommerweg ston<strong>den</strong> eens de<br />
gebouwen van de Nederlandsche Arbeids Dienst. In dit artikel wordt<br />
uitgebreid ingegaan op de geschie<strong>den</strong>is van dit kamp.
Van Leering en Nijhoving tot Hema<br />
Een historische kroegentocht door Har<strong>den</strong>berg (2)<br />
E. Wolbink<br />
De geschie<strong>den</strong>is van dit horecaperceel voert terug<br />
tot het begin van de twintigste eeuw. Op de hoek<br />
van de Voorstraat en de Markt ston<strong>den</strong> rond<br />
1900 twee kleine vroegnegentiende-eeuwse<br />
pan<strong>den</strong>. Beide had<strong>den</strong> een woonbestemming<br />
en waren eigendom van timmerman Rutger<br />
Koeslag. Zijn zoon Bernard Christiaan zwaaide in<br />
die tijd al de scepter over het café de Rustenbergh<br />
in Heemse en zijn oudste dochter Zwaantje<br />
Aleida was getrouwd met huisschilder Gerrit<br />
Frijling. Rutgers jongste dochter, Christina<br />
In het eerste deel van deze serie ston<strong>den</strong> we even stil bij de geschie<strong>den</strong>is van ‘<strong>den</strong> Her<strong>den</strong>bergher’<br />
aan het Oosteinde. De stad Har<strong>den</strong>berg heeft in het verle<strong>den</strong> nogal wat horeca-etablissementen<br />
gekend, hoewel het aantal streng werd gereguleerd door de gemeente. Veel pan<strong>den</strong> huisvesten al<br />
decennia achtereen een café, een hotel, een restaurant of een combinatie ervan. Dit keer staan<br />
we stil bij het cafébedrijf dat jarenlang gevestigd was op de plek waar nu alweer bijna 35 jaar<br />
lang de Hema gevestigd is.<br />
Johanna, was in 1892 in het huwelijk<br />
getre<strong>den</strong> met stationschef<br />
Anske Leering uit Leeuwar<strong>den</strong>.<br />
Christien was onderwijzeres in<br />
nuttige handwerken en haar man,<br />
eenmaal in Har<strong>den</strong>berg woonachtig,<br />
had werk gevon<strong>den</strong> als melkonderzoeker<br />
bij de zuivelfabriek<br />
Salland aan de Stationsstraat. Dat<br />
nam niet weg dat hij tijd vond om<br />
kleinschalig voor zichzelf te beginnen;<br />
Anske bottelde bierflesjes.<br />
De grote fusten bier wer<strong>den</strong> aan<br />
huis geleverd en vervolgens tapte<br />
hij zogenaamde kogelflesjes vol en<br />
verkocht die in kratjes aan particulieren.<br />
Dat bottelen ging zo goed<br />
en de klandizie<br />
werd blijkbaar zo<br />
groot, dat het<br />
Salland’s Volksblad<br />
in maart<br />
1905 meldde dat<br />
Anske tegen half april ontslag<br />
had gevraagd bij de zuivelfabriek<br />
vanwege de toenemende drukte<br />
in zijn bierbottelarij.<br />
De voortreffelijke locatie nabij<br />
de weekmarkt deed het echtpaar<br />
Leering-Koeslag besluiten om<br />
een schenkvergunning aan te<br />
vragen. Ze kon<strong>den</strong> dan vooral<br />
op marktdagen de vele boeren,<br />
3<br />
Deze oude foto toont<br />
de driesprong<br />
Fortuinstraat-<br />
Voorstraat. Aan de<br />
overkant staan de<br />
twee oude woningen<br />
van de familie Koeslag<br />
en een oude<br />
stadspomp, ca. 1910.<br />
Portret van de<br />
echtelie<strong>den</strong> Anske<br />
Leering en Christina<br />
Johanna Koeslag,<br />
ca. 1900.
urgers en buitenlui ontvangen in hun kleine<br />
taveerne. Veel ruimte bood het etablissement<br />
niet, maar toch verwierf Leering snel goede<br />
bekendheid. Zij waren niet de enigen die een vergunning<br />
van de gemeente had<strong>den</strong>. Zo moesten ze<br />
concurreren met het veel grotere café annex hotel<br />
Oosthout, het voormalige gerenommeerde hotel<br />
Van Munster in de Voorstraat, maar ook met de<br />
kleine tapperijen die her en der rond de markt<br />
verspreid lagen en vaak alleen op marktdagen de<br />
deuren voor hun gasten open<strong>den</strong>.<br />
Anske kampte van jongs af aan met een broze<br />
gezondheid en het vele en harde werken zorgde<br />
er waarschijnlijk voor dat hij al in 1909 overleed,<br />
op slechts 43-jarige leeftijd. Zijn nog jonge weduwe<br />
bleef achter met hun 17-jarige zoon Sjoerd en<br />
hun 15-jarige dochter Jennigje. Vrien<strong>den</strong> en<br />
familie adviseer<strong>den</strong> Christien om door te gaan<br />
met het cafébedrijf en de bottelarij. In de volksmond,<br />
maar ook in de kranten, werd voortaan<br />
gesproken over het café van mej. de weduwe<br />
Leering aan de Markt. Toch was het café eigenlijk<br />
niet alleen van haar. De boedel van Christiens<br />
ouders was namelijk nog altijd niet verdeeld.<br />
Dat betekende dat ook haar broer Bernard<br />
Christiaan Koeslag en zijn vrouw Derkje Otten,<br />
maar ook haar zus Zwaantje Aleida Koeslag en<br />
haar zwager Gerrit Frijling mede-eigenaren<br />
waren. Dat veranderde in juni 1912 toen notarieel<br />
werd vastgelegd dat de bezittingen waren<br />
verdeeld. Caféhoudster Christien Leering-<br />
Koeslag werd, tegen betaling van 5000 gul<strong>den</strong>,<br />
eigenaresse van zowel het café als het naastge-<br />
legen woonhuis. Het was hard werken. Niet<br />
alleen de kroeg moest bestierd wor<strong>den</strong>, maar ook<br />
was er nog altijd volop werk in de bierbottelarij<br />
waar de flesjes wer<strong>den</strong> gevuld uit de fusten van<br />
de Hengelosche Bierbrouwerij. Toch wer<strong>den</strong> de<br />
activiteiten uitgebreid. Christien besloot er een<br />
‘limonadefabriek’ bij te nemen. Daar maakten<br />
haar werknemers onder andere merkloze<br />
gazeuses als frambozen- en citroenlimonade,<br />
maar ook champagnepils.<br />
Zoon Sjoerd trad in de voetsporen van opa<br />
Rutger Koeslag en werd timmerman. Hij ging<br />
aan het werk bij<br />
de houthandel<br />
van de firma<br />
Wijlhuizen &<br />
Co., die uitsluitend<br />
in Rusland<br />
werkte en die<br />
onder andere<br />
een kantoor had<br />
in Sint Petersburg.<br />
Sjoerd vertrok<br />
in 1914, op<br />
22-jarige leeftijd,<br />
samen met enkele<br />
andere jongemannen uit Har<strong>den</strong>berg naar<br />
Rusland. Zij waren daarvoor gevraagd door de<br />
cargadoorsfamilie Vinke uit Rotterdam. Dat<br />
bedrijf had ook een vertegenwoordiging in Sint<br />
Petersburg. De firma verscheepte hout naar<br />
Nederland. Regelmatig schreef Sjoerd naar huis.<br />
Enkele van zijn brieven wor<strong>den</strong> nog bewaard<br />
door nazaten. De jonge Har<strong>den</strong>bergers waren<br />
belast met het toezicht hou<strong>den</strong> op de houtkap en<br />
op het vlotten van de boomstammen.<br />
Sjoerd bracht veel tijd door in het binnenland<br />
waar de bossen wer<strong>den</strong> gekapt. Enkele keren per<br />
jaar reisde hij terug naar Nederland, tot in 1917<br />
de revolutie in Rusland uitbrak en men er<br />
halsoverkop weg moest. Via Zwe<strong>den</strong>, een hele<br />
omreis, kon Sjoerd terug naar Nederland. Hij<br />
had net als zijn vader een slechte gezondheid.<br />
Hij was geregeld ziek tot men er achter kwam dat<br />
hij last had van nierstenen. Regelmatig moest er<br />
wor<strong>den</strong> geopereerd. Gekscherend noem<strong>den</strong> ze<br />
hem wel ‘de steenfabrikant’, vanwege de regelmatig<br />
terugkerende gal- en nierstenen. Bij een<br />
van die operaties in het Sophiaziekenhuis in<br />
Zwolle leerde hij de gediplomeerd verpleegster<br />
Jantje (Jo) Nottrot kennen en op 20 mei 1920<br />
tra<strong>den</strong> ze in het stadhuis in Har<strong>den</strong>berg in het<br />
huwelijk.<br />
Vanaf dat moment hielp het jonge echtpaar mee<br />
in het cafébedrijf. Op 63-jarige leeftijd besloot<br />
Christien Leering-Koeslag de leiding ervan over<br />
te dragen aan haar zoon en schoondochter.<br />
4<br />
Carte-de-visite van<br />
Sjoerd Leering,<br />
gemaakt door een<br />
Russische fotograaf,<br />
ca. 1916.
Dat was in 1927 en meteen waaide een nieuwe<br />
wind door het bedrijf. Bij het café werd een<br />
exclusief depot gevestigd door de Amsterdamse<br />
wijnkopers Ferwerda & Tieman, een firma die<br />
wijn importeerde, bottelde en op de markt bracht<br />
via een stuk of dertig verkooppunten door het<br />
hele land. Leering had voortaan een geregelde<br />
voorraad en een ruime sortering bekende<br />
merkwijnen in de aanbieding.<br />
Nieuwbouw<br />
In 1929 wer<strong>den</strong> het café, de bier- en frisdrankbottelarij<br />
en het naastgelegen woonhuis door<br />
Christien overgedragen aan de volgende gene-<br />
ratie. Meteen maakten Sjoerd en Jo toekomstplannen.<br />
Ze besloten tot nieuwbouw. De twee<br />
oude pan<strong>den</strong>, links het café en rechts het woonhuis,<br />
wer<strong>den</strong> afgebroken om plaats te maken<br />
voor een nieuw woonhuis met café en toneelzaal.<br />
Helaas zijn in het archief de tekeningen, het<br />
bestek en de bouwvergunning niet bewaard<br />
gebleven. Toch weten we dat het nieuwe complex<br />
gebouwd werd onder architectuur van het<br />
Reclame van de<br />
wijnhandelaren<br />
Ferwerda & Tieman uit<br />
Amsterdam, anno<br />
1928.<br />
Deze beschadigde<br />
foto uit 1929 toont<br />
wegwerkzaamhe<strong>den</strong><br />
ter hoogte van café<br />
Leering. Het woonhuis<br />
van Sjoerd en<br />
Christien heeft hier al<br />
plaatsgemaakt voor<br />
nieuwbouw. Links is<br />
het oude café nog te<br />
zien, met de naam ‘S.<br />
Leering’ in het venster<br />
boven de ingang.<br />
5<br />
bureau Krabshuis uit Almelo. Dat meldde De<br />
Vechtstreek op 18 januari 1930. In die krant<br />
werd ruime aandacht besteed aan de geplande<br />
feestelijke opening van het nieuwe café Leering.<br />
De bouw had lang geduurd, maar het resultaat<br />
mocht er zijn: Er is daar op <strong>den</strong> hoek van Voorstraat<br />
en Markt, met het uitzicht op <strong>den</strong> Fortuinstraat<br />
een gebouw verrezen, dat gezien mag<br />
wor<strong>den</strong> en dat strekt tot verfraaiing van het<br />
stadsbeeld. Aan de voorzijde lokt de veranda reeds<br />
tot een zitje uit. Gaan we verder, dan betre<strong>den</strong> we<br />
een ruime lichte zaal, met een mooie en doel-<br />
matige tegellambrisering, een schitterend plafond,<br />
een prachtige kunstverlichting en ook weer aardige<br />
zitjes. Aan de achterzijde zien we het ruime<br />
tooneel met bijbehoorende kleedkamer. De groote<br />
zaal kan door zware schuifdeuren met kunstige<br />
harmonicasluiting in tweeën wor<strong>den</strong> verdeeld.<br />
Een ventilator zorgt voor rookverdrijving, zoodat<br />
de dames het rooken der heeren voortaan niet<br />
meer zoo bezwaarlijk behoeven te vin<strong>den</strong>. De<br />
hygiënische inrichting der ‘toiletten’ - alles met<br />
waterspoeling - valt verder te loven. De bouw is<br />
uitgevoerd door de heeren A. en H. Hamhuis te<br />
Heemse, het schilderwerk door de heeren Frijling<br />
en Scheffer, het loodgieterswerk door de heeren<br />
Sierink en zoon, terwijl de heeren H.J. Otten en<br />
zoon het elektrisch gedeelte behartig<strong>den</strong>. Har<strong>den</strong>berg<br />
is nu in ‘t bezit van een café dat wat ruimte<br />
en installatie betreft, aan hooge eischen voldoet.<br />
Ook in dat opzicht gaan we met <strong>den</strong> tijd mee!<br />
De heer Leering heeft zich belangrijke offers getroost.<br />
Moge het hem gegeven zijn, hiervan in<br />
ruime mate de vruchten te plukken!
Uit het huwelijk van Sjoerd en Jo wer<strong>den</strong> vier<br />
dochters geboren, Tiny, Corry, Jenny en Coby.<br />
Toch was hun eerstgeborene een zoontje, genaamd<br />
Cornelus Adrianus naar opa van<br />
moeders zijde. Het jongetje werd echter slechts<br />
twee weken oud. Het cafébedrijf bloeide aan het<br />
begin van de jaren ’30 als nooit tevoren, maar<br />
het limonadefabriekje ging ter ziele. Dat was te<br />
wijten aan Hero die in 1933 limonades op de<br />
markt bracht die veel goedkoper en - volgens<br />
kenners - veel en veel lekkerder waren. Een stuk<br />
beter ging het met de activiteiten in de grote<br />
nieuwe toneelzaal. Leering groeide uit tot het<br />
belangrijkste horecapand van Har<strong>den</strong>berg. Vele<br />
vergaderingen wer<strong>den</strong> er gehou<strong>den</strong> in de zaal die<br />
door middel van een schuifwand van het café<br />
kon wor<strong>den</strong> afgeschei<strong>den</strong>. Maar werd er een<br />
toneelvoorstelling door Thalia opgevoerd, dan<br />
werd die wand weggehaald, zodat het café en de<br />
toneelzaal vol met stoelen kon wor<strong>den</strong> gezet<br />
om aan alle gasten een plaats te kunnen bie<strong>den</strong>.<br />
In de zomer van 1934 werd op initiatief van<br />
Willem Christiaan Theodoor baron van Ittersum,<br />
als consul van de A.N.W.B., bij Leering een<br />
vergadering georganiseerd om te komen tot de<br />
oprichting van een plaatselijke V.V.V. voor<br />
Har<strong>den</strong>berg en Heemse. De burgemeesters<br />
van Ambt en Stad Har<strong>den</strong>berg waren aanwezig<br />
en wer<strong>den</strong> benoemd tot erele<strong>den</strong>. Ook in de<br />
Prentbriefkaart van<br />
de Voorstraat en het<br />
Oosteinde, nabij caférestaurant<br />
Leering.<br />
Voor het pand staat<br />
een Esso benzinepomp,<br />
ca. 1932.<br />
Briefhoofd van het<br />
café-restaurant<br />
Leering. Men was in<br />
1934 al telefonisch<br />
bereikbaar onder<br />
nummer 51.<br />
6<br />
notariële archieven treffen<br />
we café Leering geregeld<br />
aan, maar dan als locatie<br />
waar de veilingen bij<br />
opbod en afslag gehou<strong>den</strong><br />
wer<strong>den</strong>.<br />
De grote toneelzaal werd<br />
vanaf 1937 ingezet voor<br />
dansavon<strong>den</strong> en danslessen.<br />
In de plaatselijke krant<br />
liet men weten dat Dansstudio<br />
Leviet et Fils uit<br />
Zwolle voor het eerst in<br />
Har<strong>den</strong>berg acte de présence<br />
zou geven in Bondshotel<br />
Leering. Dit is meteen<br />
de eerste keer dat we iets<br />
lezen over een hotelfunctie. Sjoerd Leering heeft<br />
na de oplevering van zijn nieuwe complex<br />
geregeld kleine verbouwingen laten uitvoeren.<br />
Zijn kinderen had<strong>den</strong> aanvankelijk allemaal een<br />
eigen slaapkamer op de bovenverdieping van het<br />
woongedeelte, maar gaandeweg wer<strong>den</strong> die in<br />
gebruik genomen als hotelkamers. Uiteindelijk<br />
waren dat er zeven. De slaapkamers van de<br />
kinderen en van het echtpaar Leering zelf<br />
verhuis<strong>den</strong> naar de verdieping en de vliering<br />
boven het café. Vanaf januari 1938 werd zaal<br />
Leering gebruikt als bioscoop, de eerste in<br />
Har<strong>den</strong>berg. De firma Miedema uit Friesland<br />
kwam geregeld om films te vertonen in Bioscoopzaal<br />
Leering. Niet alleen Har<strong>den</strong>bergers maar<br />
ook veel jongeren uit de verre omgeving kwamen<br />
kijken. De eerste film die er draaide was ‘Op<br />
Hoop van Zegen’, een verfilming van het meesterwerk<br />
van Heijermans.
Hoog bezoek<br />
In april 1939 werd Hotel Leering vereerd met<br />
hoog bezoek. Prins Bernhard verscheen in Har<strong>den</strong>berg.<br />
Het stond die dag zwart van de mensen.<br />
Rond één uur ’s middags arriveerde de prins,<br />
gekleed in ritmeesteruniform, in zijn door hemzelf<br />
bestuurde Ford V-8, begeleid door een<br />
kolonel en een kapitein. Met groot gejuich werd<br />
hij begroet. De prins verbleef enige tijd in de<br />
woning van Sjoerd Leering, vergezeld door<br />
burgemeester Bramer. De Vechtstreek schreef:<br />
Met belangstelling zag de prins daar een bij de<br />
Oranjefeesten genomen kiekje, voorstellende<br />
‘prinses Juliana en prins Bernhard’, in een auto<br />
gezeten, deelnemende aan <strong>den</strong> optocht. Die foto<br />
was gemaakt in 1937. In een door Sjoerd Leering<br />
zelf gefabriceerd autootje kon<strong>den</strong> zijn kinderen<br />
aan de versierde optocht deelnemen. In de auto<br />
zat Corry Leering verkleed als prins Bernhard en<br />
haar zusje Jenny bestuurde de auto. Vriendinnetje<br />
Clelietje Hoek, een dochter van de Har<strong>den</strong>berger<br />
dominee, was verkleed als prinses<br />
Juliana…<br />
De kleine en grote<br />
schuur van de familie<br />
Leering aan de markt.<br />
Geheel links staat het<br />
woonhuis annex<br />
cafeetje van de familie<br />
Veurink, anno 1938.<br />
Enkele Har<strong>den</strong>bergers<br />
voor de veranda van<br />
hotel Leering. Op het<br />
A.N.W.B.-verwijsbord is<br />
een bordje met ‘zur<br />
Wehrmachtstankstelle’<br />
bevestigd.<br />
Dit kiekje zag Prins<br />
Bernhard staan op de<br />
piano in huize Leering,<br />
gemaakt op het<br />
Oranjefeest op 31<br />
augustus 1937.<br />
7<br />
Een half jaar later, op 25 november, kwam de<br />
prins opnieuw naar Har<strong>den</strong>berg. Hij bracht een<br />
bezoek aan de alhier gelegerde troepen. Honder<strong>den</strong><br />
waren weer op de been om het schouwspel<br />
op de markt te kunnen volgen. De prins inspecteerde<br />
de troepen en nam een kijkje in de<br />
keuken van de soldaten. Ook dit keer verbleef hij<br />
geruime tijd in Hotel Leering, waar hij zich met<br />
de officieren onderhield.<br />
Toen in Nederland de algemene mobilisatie werd<br />
afgekondigd, werd Hotel Leering ingezet voor de<br />
inkwartiering van Nederlandse officieren. Zij<br />
verbleven er veelal samen met hun vrouwen.<br />
In een grote schuur, aan de achterzijde van het<br />
pand en gelegen aan de markt, was de militaire<br />
keuken met grote kookpotten ingericht. Daar<br />
vandaan werd het eten gedistribueerd. Meteen<br />
nadat Nederland door Duitsland was ingenomen,<br />
werd de achterste zaal van Leering gevorderd<br />
door de bezetters. Ze hiel<strong>den</strong> daar hun<br />
kantoor. De hotelkamers wer<strong>den</strong> gebruikt voor<br />
de inkwartiering van Duitse militairen. Tij<strong>den</strong>s<br />
de oorlogsjaren verbleef ook de Har<strong>den</strong>berger<br />
N.S.B.-burgemeester Overbeek een tijdje in een<br />
van die kamers tot hij een eigen woning kon<br />
betrekken. Meteen na de bevrijding kreeg Leering<br />
opnieuw militaire inkwartiering, dit keer het<br />
Nederlandse derde regiment infanterie.
Deze foto is gemaakt<br />
op de trouwdag van<br />
Corry Leering en Wim<br />
Resink, anno 1951.<br />
Deze foto van café<br />
Nijhoving is gemaakt<br />
door wijlen ds. E.J.<br />
Loor en dateert uit<br />
1959. Voor de<br />
veranda, rechts, staat<br />
Albertus Kremer.<br />
Lagcher<br />
Toen kort na de oorlog bleek dat geen van de<br />
dochters en schoonzoons (in spé) geïnteresseerd<br />
was om het horecabedrijf over te nemen en Jo<br />
klachten had als gevolg van een te hoge bloeddruk,<br />
werd op doktersadvies besloten de zaak van<br />
de hand te doen. Oudste dochter Tiny was toen<br />
al getrouwd met Ulrich de Haan. Toen Corry in<br />
8<br />
1951 trouwde met Wim<br />
Resink, de zoon van de<br />
gemeentesecretaris van<br />
Har<strong>den</strong>berg, was het<br />
bedrijf van haar ouders<br />
kort daarvoor verhuurd<br />
aan Jan Hendrik Lagcher<br />
uit Denekamp. Het echtpaar<br />
Leering verhuisde<br />
naar Ede, samen met hun<br />
twee nog ongehuwde<br />
dochters Jenny en Coby.<br />
Ze kozen voor Ede, omdat<br />
men zich in die tijd<br />
niet zomaar ergens ves-<br />
tigen kon. Je moest namelijk<br />
economisch gebon<strong>den</strong><br />
zijn. Ede was echter<br />
één van de plaatsen in Nederland waar dat niet<br />
gold en waar voldoende nieuwbouw was om<br />
te kunnen gaan wonen. Het complex in<br />
Har<strong>den</strong>berg bleef eigendom van de familie<br />
Leering, maar toen het vijfjarige huurcontract<br />
was afgelopen, werd besloten om het toch te<br />
verkopen. De familie Lagcher verhuisde naar<br />
de Wier<strong>den</strong>sestraat in Almelo, waar ze een hotel<br />
begonnen.<br />
Nijhoving<br />
Het Salland’s Volksblad van 27 januari 1956<br />
meldde: Lagcher wordt Nijhoving. Het hotel<br />
met café-restaurant, automatiek én slijterij<br />
werd vanaf 1 februari gerund door Jan Nijhoving<br />
en zijn echtgenote Geesje Seubers. Jan was<br />
opgegroeid in het dorpscafé van zijn ouders in<br />
het rustieke Drentse Meppen. Na zijn huwelijk<br />
hielpen hij en zijn vrouw mee in het bedrijf,<br />
maar na vijf jaar wilde men dat niet langer. Ze<br />
besloten om voor zichzelf te beginnen. Vader<br />
Nijhoving was een handelaar en hem kwam op<br />
die manier geregeld nieuws ter ore. Zo vernam<br />
hij op een zekere dag dat het hotel in Har<strong>den</strong>berg<br />
te koop stond. Toen Jan en Geesje, vergezeld<br />
van Nijhoving senior, polshoogte gingen nemen,<br />
was het de eerste keer dat ze in Har<strong>den</strong>berg<br />
waren. Ze zagen hun kans schoon en snel werd
de koop bekrachtigd. Jan was slechts dertig jaar<br />
oud en zijn vrouw nog vier jaar jonger toen ze in<br />
Har<strong>den</strong>berg hun dromen werkelijkheid kon<strong>den</strong><br />
laten wor<strong>den</strong>. Het organiseren van grote feesten,<br />
zoals muziekfestivals, was Jans grote liefhebberij.<br />
Daar leefde hij voor. Natuurlijk vond hij het ook<br />
prima om in zijn eigen café pilsjes te tappen,<br />
maar het liefst was hij bezig met organi-<br />
seren en zorgen dat alles geregeld was voor de<br />
grotere festiviteiten. Dat zat gewoon in hem en<br />
zal er mede voor gezorgd hebben dat hij meer<br />
wilde en vooral groter.<br />
Begin 1964 vroeg het echtpaar bouwvergunning<br />
aan voor de uitbreiding van hun hotel-café-<br />
restaurant. Het complex werd volledig gemoderniseerd<br />
door aannemersbedrijf Vosjan, onder<br />
architectuur van Theo Verlaan. De verbouw werd<br />
in drie fasen uitgevoerd, zodat het horecapand<br />
voortdurend geopend kon blijven. Eerst werd<br />
het achterste gedeelte aan de markt aangepakt,<br />
vervolgens het mid<strong>den</strong>gedeelte en als laatste<br />
werd de hoogbouw, op de hoek van de Voorstraat<br />
en het huidige Klepperplein, gerealiseerd.<br />
Het hotel werd ondermeer met een verdieping<br />
verhoogd en telde vervolgens drie lagen met<br />
daarboven nog een zolder. De totale hoogte van<br />
het pand bedroeg uiteindelijk twaalf meter.<br />
Op de begane grond bleven het café en de slijte-<br />
Materieel van<br />
Eggengoor uit<br />
Radewijk en Sierink<br />
uit Har<strong>den</strong>berg werd<br />
ingezet bij de sloop<br />
van de ‘oude’ pan<strong>den</strong><br />
van Nijhoving, 8 mei<br />
1964.<br />
Het gezin Nijhoving.<br />
9<br />
rij en de lobby van het hotel.<br />
Toen alles – na een bouwperiode<br />
van drie jaar – was opgeleverd,<br />
telde het hotel dertien<br />
kamers. In totaal kon men aan<br />
dertig personen een slaapplaats<br />
bie<strong>den</strong>. Een aantal kamers beschikte<br />
over een douche, maar<br />
ook waren er zelfs kamers met<br />
een ligbad. De gasten die in de<br />
goedkoopste kamers verbleven,<br />
kon<strong>den</strong> zich opfrissen in een<br />
douche op de gang. In de laagbouw<br />
werd de grote zaal gehandhaafd,<br />
geschikt voor het<br />
geven van bruiloften en partijen.<br />
’s Zaterdagsavonds wer<strong>den</strong> in de zaal vaak dansavon<strong>den</strong><br />
en muziekavon<strong>den</strong> gehou<strong>den</strong>. Indertijd<br />
werd het echtpaar Nijhoving geholpen door twee<br />
vaste medewerksters. Het schoonmaken van de<br />
hotelkamers en de overige ruimten was een<br />
voortdurende bezigheid. Bij feesten – met soms<br />
wel tweehonderd man in de grote zaal – werd<br />
extra personeel ingeschakeld. In het café wer<strong>den</strong><br />
de gasten keurig bediend door een ober en vanaf<br />
1972 nam een heuse chef-kok de leiding in de<br />
keuken op zich. Het was aanvankelijk de bedoeling<br />
om ook nog een vierde fase van de verbouw<br />
te realiseren, waarbij dan ook boven de laagbouw<br />
aan de marktzijde hotelkamers gerealiseerd<br />
zou<strong>den</strong> wor<strong>den</strong>. Dat kwam er echter niet van.<br />
Wel begon Jan Nijhoving in 1970 in een gedeelte<br />
van zijn pand, gelegen aan de markt, met een<br />
dancing voor het volwassen publiek waar live<br />
muziek werd gespeeld, de H 3 bar.
Hema<br />
De familie Nijhoving had het goed voor elkaar.<br />
Het was hard werken, maar ze de<strong>den</strong> het met veel<br />
plezier. Het gezelligst von<strong>den</strong> ze de zaterdagmiddagen,<br />
wanneer het café door ou<strong>den</strong> van dagen<br />
werd bezocht en de verhalen over ‘vroeger… toen<br />
alles veel beter was’ geregeld de ruimte vul<strong>den</strong>.<br />
Natuurlijk wer<strong>den</strong> die verhalen steeds mooier<br />
naar mate er meer borreltjes wer<strong>den</strong> gedronken.<br />
Een van de vaste gasten in die tijd was de nog zeer<br />
jonge Henk Wiechers. Hij was in 1969 in<br />
Har<strong>den</strong>berg komen wonen. Aan de Hessenweg<br />
in Heemse had hij, samen met zijn broers Joop<br />
en Jan, de winkel van de familie A.E. Mulder<br />
overgenomen. Ze verkochten er meubels, gecombineerd<br />
met dames- en herenkleding. Henk werd<br />
zaakwaarnemer in Heemse en moest woonruimte<br />
hebben. Die vond hij op de bovenverdieping<br />
van het pand van de familie Makkinga aan de<br />
Voorstraat. Daar woonde hij een tijd als vrijgezel.<br />
Voor het nuttigen van zijn warme maaltijd had<br />
hij een deal gesloten met het echtpaar Nijhoving.<br />
Hij kon daar tegen een geringe vergoeding<br />
mee-eten, maar moest dan wel eten wat de pot<br />
schafte. Toen Henk ter ore kwam dat het warenhuisconcern<br />
Hema in Raalte een vestiging opende<br />
en ook een franchisenemer zocht voor een<br />
winkel in Har<strong>den</strong>berg, zag hij zijn kans schoon.<br />
Hij wilde het Hema-concept toepassen op het<br />
winkelpand waar vroeger meubelzaak Goosselink<br />
(nu Da Vinci) gevestigd was, maar dat leek<br />
de franchiseorganisatie geen goede locatie.<br />
Vervolgens liet hij zijn oog vallen op het hotelcafé-restaurant<br />
van de familie Nijhoving en de<br />
naastgelegen winkelpan<strong>den</strong> van de familie<br />
Makkinga. Het horecabedrijf liep goed, maar<br />
vooral de combinatie van hotel en café zorgde<br />
voor lange werkdagen voor het echtpaar<br />
Nijhoving. Hun zoon Henk was in die tijd nog<br />
maar vijftien en het was dus nog helemaal niet<br />
zeker of hij de zaak later over zou willen nemen.<br />
Nijhoving had al eens aangegeven dat ze wel<br />
bereid waren tot verkoop. Door zijn contacten<br />
met de familie Nijhoving en de band met de<br />
familie Makkinga werd Henk in staat gesteld<br />
om beide pan<strong>den</strong> tegelijkertijd aan te kopen.<br />
Op 28 februari 1975 kreeg hij ze in optie en op<br />
30 oktober van datzelfde jaar werd het nieuwe<br />
warenhuis, onder overweldigende belangstelling,<br />
officieel geopend door de echtgenote van<br />
burgemeester Van Splunder. Tussentijds waren<br />
de pan<strong>den</strong> verbouwd om ze geschikt te maken<br />
voor hun nieuwe functie.<br />
De gemeente stelde het op prijs dat er hotel-<br />
kamers in het centrum bleven. Wiechers verhuurde<br />
daarop de bovenverdieping aan mevrouw<br />
Greven. Aan de zijde van de markt was een speciale<br />
trapopgang gemaakt, bedoeld voor de gasten<br />
van haar Hotel Garni. De hotelfunctie kon zo<br />
nog enkele jaren behou<strong>den</strong> wor<strong>den</strong>, maar rond<br />
de komst van het uitgaanscentrum De Bonte<br />
10<br />
Dit suikerzakje<br />
bevatte geraffineerde<br />
kristalsuiker van de<br />
firma W. van Oordt te<br />
Rotterdam.<br />
Mevrouw Greven staat<br />
achter de balie van<br />
‘Hotel Garni’. Aan de<br />
wand hangen de<br />
diverse sleutels van<br />
de hotelkamers, ca.<br />
1976.
Wever in Slagharen werd het hotelbedrijf be-<br />
ëindigd. Daarna heeft de familie Wiechers de<br />
voormalige hotelkamers nog enkele jaren verhuurd<br />
en later wer<strong>den</strong> ze in gebruik genomen<br />
als kantoorruimte.<br />
De ijskoude zondag van 20 februari 1994 werd<br />
letterlijk een zwarte dag in de geschie<strong>den</strong>is van<br />
deze locatie in Har<strong>den</strong>berg. ’s Ochtends brak er<br />
brand uit bij cafetaria Marktzicht. De felle wind<br />
wakkerde de brand aan en zorgde ervoor dat<br />
het vuur oversloeg op de pan<strong>den</strong> van de familie<br />
Wiechers. De enorme zwarte rookpluim kon van<br />
verre wor<strong>den</strong> gezien. De brand was desastreus en<br />
de pan<strong>den</strong> brand<strong>den</strong> volledig uit. De brandweer<br />
bleek niet bij machte om het vuur snel te<br />
blussen. Wiechers was in die tijd bezig met het<br />
bouwen van een snookercentrum boven de voormalige<br />
pan<strong>den</strong> van Makkinga. De gevel was net<br />
De Hema-brand;<br />
de enorme zwarte<br />
rookwolk boven<br />
de skyline van<br />
Har<strong>den</strong>berg kon<br />
van verre wor<strong>den</strong><br />
waargenomen.<br />
11<br />
gebouwd, maar stond nog in de steigers. Alles<br />
moest later wor<strong>den</strong> afgebroken en helemaal<br />
opnieuw wor<strong>den</strong> opgebouwd. In die bouwperiode<br />
werd de Hema geëxploiteerd in grote gele<br />
noodunits die op de kleine markt waren neer-<br />
gezet. Ruim een half jaar later, op 15 november,<br />
kon het volledig nieuwe complex al in gebruik<br />
genomen wor<strong>den</strong>. Burgemeester Smit verrichtte<br />
de openingshandeling.<br />
Na een periode van zo’n vijftien jaren waarin er<br />
geen horeca-activiteiten op de locatie van het<br />
voormalige café Leering waren ontplooid, werd<br />
op 1 april 1996 de luxe coffeeshop van de Hema<br />
geopend in het bijzijn van het echtpaar<br />
Nijhoving. De opening werd verricht door oudbloemist<br />
Breukelman, als een van de bekende<br />
Kienkeerls. Wiechers vond dat deze heren de<br />
bouw vanaf hun vaste ‘hangplek’ prima had<strong>den</strong><br />
begeleid. Sinds twee jaar zwaait Henks oudste<br />
zoon, Bernd Wiechers, de scepter over de Hema<br />
in Har<strong>den</strong>berg. Met het nieuwe en vergrote terras<br />
op het Klepperplein is het een toplocatie voor<br />
horeca gewor<strong>den</strong>.<br />
Bronnen:<br />
- Gemeentearchief Har<strong>den</strong>berg: toegangen<br />
8 en 12 en bouwvergunningenarchief<br />
- Historisch Centrum Overijssel: kadastraal<br />
archief Stad Har<strong>den</strong>berg en archief Kamer<br />
van Koophandel Zwolle<br />
- Dissertatie: ‘Van assimilatie tot segregatie’,<br />
dr. J.S. van Wijngaar<strong>den</strong>-Xiounina, 2007<br />
- HistorieKamer Har<strong>den</strong>berg: krantenarchief<br />
De Vechtstreek en Salland’s Volksblad<br />
Met dank aan:<br />
- mevr. Resink-Leering te Zwolle<br />
- dhr. en mevr. Nijhoving te Har<strong>den</strong>berg<br />
- dhr. en mevr. Wiechers te Rheeze
Het onderwijs in Har<strong>den</strong>berg (2)<br />
A. de Roo<br />
In de vorige aflevering zagen we hoe het onderwijs zich in Nederland ontwikkelde. We zullen in<br />
de komende afleveringen nagaan hoe dat in Har<strong>den</strong>berg gebeurde. Allerlei vormen van onderwijs<br />
komen aan de orde. Allereerst beperken we ons tot het onderwijs tot in de eerste helft van de<br />
19e eeuw.<br />
Inleiding<br />
In deze aflevering zal het vooral gaan over het<br />
onderwijs in Har<strong>den</strong>berg en Heemse in vroeger<br />
tijd. Met name over het lager onderwijs. Wilde<br />
men hogerop dan kon men terecht op de<br />
Latijnse scholen die te vin<strong>den</strong> waren in Zwolle,<br />
Deventer, Almelo en Ol<strong>den</strong>zaal.<br />
Over de zeer vroege tijd is vrijwel niets bekend.<br />
Als wij iets met zekerheid willen weten dan<br />
kunnen wij niet verder terug dan tot ongeveer<br />
1700 om in de archieven iets te lezen over onderwijs<br />
in Har<strong>den</strong>berg. Oudere archiefstukken<br />
spreken nauwelijks hierover. Zoals overal in <strong>den</strong><br />
lande was het onderwijs in han<strong>den</strong> van de kerk.<br />
Het collatierecht, het recht om de schoolmeesters<br />
te benoemen, was in Har<strong>den</strong>berg in han<strong>den</strong> van<br />
het klooster Zwarte Water, dat eigenaar was van<br />
de kerk, zowel in Har<strong>den</strong>berg als in Heemse.<br />
Omdat het klooster eigenaar was van de kerken<br />
benoemde het ook de koster. Zo zien we dat de<br />
schoolmeesters vaak tevens koster waren. Of<br />
waren de kosters tevens schoolmeester? Ik <strong>den</strong>k<br />
het wel. In de praktijk was het zo dat de proost<br />
van het klooster de pastoor benoemde en die de<br />
koster. Met betrekking tot de schoolmeester-<br />
benoeming werd wel afgeweken van de regel dat<br />
alleen de kerk de schoolmeester aanstelde. In een<br />
fundatiebrief van 4 juli 1511, verklaar<strong>den</strong> de Heer<br />
Johan van Greethuysen, proost te Zwartewater en<br />
Arnoldus Johannis, pastoor te Har<strong>den</strong>berge,<br />
monachus professus te Zwartewater, dat zij in de<br />
kerk te Har<strong>den</strong>berg op suncte Steffens en suncte<br />
Anthonysaltaar een officium stichtten waarvan<br />
de proost van Zwartewater, de pastoor, schepenen<br />
en raad en kerkmeesters van Har<strong>den</strong>berg<br />
12<br />
collatoren zou<strong>den</strong> zijn. Dese collatie hebben ende<br />
hol<strong>den</strong> sol<strong>den</strong>: die Praest indertyd toe Zwarte<br />
Water, die pastoer ende Schepenen en Ra<strong>den</strong><br />
mitten kerkmeisteren van Har<strong>den</strong>berge, gezemptlyken<br />
en niemand <strong>den</strong> anderen overstemmet noch<br />
onderstemmet en sall.<br />
Achtereenvolgens verloren de kerkmeesters, de<br />
pastoor en later de predikant hun rechten, waardoor<br />
de macht van de wereldlijke overheid<br />
vergroot werd. In Heemse zullen het vooral de<br />
Goedsheren en Erfgenamen zijn geweest die de<br />
benoeming in han<strong>den</strong> kregen.<br />
De maatschappelijke status van de benoem<strong>den</strong><br />
was niet hoog. Het salaris was navenant. De<br />
koster-schoolmeesters had<strong>den</strong> dan ook diverse<br />
bijbaantjes, als het eigenlijke werk er maar niet<br />
onder leed. Onder schooltijd mocht hij schoenen<br />
maken of naaiwerk verrichten. Daarnaast kon<br />
hij notaris zijn of barbier, doodkistenmaker of<br />
schilder.<br />
Het onderwijs in Stad-Har<strong>den</strong>berg<br />
Er moest onderwijs gegeven wor<strong>den</strong> en daarvoor<br />
was ruimte nodig. Waar de eerste gebouwen<br />
gestaan hebben is niet meer na te gaan. In ieder<br />
geval kunnen we er van uitgaan dat ze nogal<br />
primitief waren. Ook werd er wel bij de meesters<br />
zelf aan huis les gegeven. In 1653 lezen we voor<br />
het eerst van een schoolgebouw dat gebouwd zou<br />
zijn van de stenen van het kerkje van Nijenstede.<br />
Het heeft minstens tot 1760 dienst gedaan als<br />
school, waarna het werd ingericht als brand-<br />
spuitenhuisje. Later werd er een school gesticht<br />
aan de achterkant van de kerk. In 1849 lezen we<br />
in het raadsverslag dat de school voor lager
onderwijs in een zeer gebrekkige toestand<br />
verkeerde en bovendien veel te klein was. Re<strong>den</strong><br />
om een nieuwe school te bouwen en tevens te<br />
verplaatsen, want de grond waarop het gebouw<br />
stond, was nodig voor de uitbreiding van de kerk.<br />
In de gevel van de nieuwe school in de Achterstraat<br />
wer<strong>den</strong> twee stenen gemetseld. Op de ene<br />
ston<strong>den</strong> namen van burgemeester Van Del<strong>den</strong><br />
die de eerste steen gelegd had en van de aan-<br />
nemer, Venebrugge, die de school gebouwd had.<br />
Op de andere steen stond een gedicht over hoe<br />
men dacht over het onderwijs in die dagen: een<br />
uiting van de Verlichte <strong>den</strong>kwijze uit die tijd.<br />
Van de schoolmeesters die dienst gedaan<br />
hebben, is er een groot aantal bekend. In zijn<br />
boekje Van Onderwijs en Schoolmeesters gaat<br />
K. Jongsma hier uitgebreid op in. De rij wordt<br />
aangevoerd door Andreas Roelofs die ongeveer<br />
in 1550 werd aangesteld. Hij was o.a. secretaris<br />
van de stad. Het schoolmeestersambt zal dus wel<br />
een bijbaantje geweest zijn. Omstreeks 1600<br />
werd hij opgevolgd door Laurentius Hollander<br />
die tot 1654 dienst deed. Achtereenvolgens<br />
komen we tot 1851 de namen tegen van Hermannes<br />
Tolnerus, Lukas Asjes, Gerrit Mensen<br />
Bloemers, Lucas Lucassen Marriënberg, Jan<br />
Huising, Willem Lemnes Boerrigter en Martinus<br />
Pruim. De rij werd gesloten door Gerrit Jan<br />
Pruim, een neef van zijn voorganger.<br />
Het onderwijs in Ambt-Har<strong>den</strong>berg<br />
In de buurtschappen was het vaak zo dat er bij de<br />
boeren in de keuken onderwijs gegeven werd en<br />
Gevelstenen van de<br />
school, 1850.<br />
13<br />
wel om beurten bij die boeren die<br />
kinderen op school had<strong>den</strong>. Waren<br />
er al ruimten die als school in<br />
gebruik waren, dan was het meestal<br />
zo dat het kale, ongezellige en bedompte<br />
vertrekken waren. Aan het<br />
meubilair werd weinig aandacht<br />
besteed.<br />
Een lange lijst van schoolmeesters<br />
zoals in Har<strong>den</strong>berg komen wij in<br />
de buurtschappen niet tegen. Een<br />
aantal namen van schoolmeesters<br />
zien we wel in de lijsten die op-<br />
gemaakt zijn voor de volkstelling van 1795. Zij<br />
had<strong>den</strong> ook meegewerkt aan het opmaken van<br />
de lijsten. In Ambt-Har<strong>den</strong>berg werd al sinds<br />
1700 onderwijs gegeven. Niet in elke buurtschap.<br />
In de loop van de 18e eeuw wer<strong>den</strong> regelmatig<br />
verzoeken gericht aan de Ridderschap en Ste<strong>den</strong><br />
van Overijssel om een school te mogen oprichten.
In 1807 ston<strong>den</strong> op de lijst door de schout van<br />
Har<strong>den</strong>berg naar de Landdrost gestuurd vijftien<br />
plaatsen waar onderwijs gegeven werd. In 1811<br />
waren het er nog maar tien. Dat kwam omdat<br />
Ane, Ennevelde, Holthone, Holtheme en ten<br />
Velde gevoegd waren bij Gramsbergen. In het<br />
kort zullen ze de revue passeren.<br />
- In Baalder was in 1807 Gerrit Sipelkamp die<br />
in 1808 overleed. Zijn post werd waargenomen<br />
door Hendrik Bouwhuis met voorkennis<br />
van de schoolopziener. Later zien we daar<br />
Frederik Brink.<br />
- Brucht. In het gemeentearchief van Har<strong>den</strong>berg<br />
bevindt zich een brief van Theunis<br />
Waterink waarin hij aan de Landdrost in het<br />
Departement Overijssel schreef dat hij de post<br />
van schoolonderwijzer in Brucht aanvaardde.<br />
In keurig handschrift!<br />
- Bergentheim. In 1774 werd Derk Jan Meijerink<br />
genoemd als schoolmeester in een<br />
verkoopacte. Hij werd opgevolgd door Jan<br />
Winkelman. Na hem kwam Gerrit Jan Everts<br />
die opgevolgd werd door Jacobus van Engelen<br />
die tij<strong>den</strong>s zijn ambtsvervulling krankzinnig<br />
werd.<br />
- In Collendoorn was Jan van <strong>den</strong> Pol schoolmeester.<br />
- In Diffelen de<strong>den</strong> erfgenamen, boermannen<br />
en ingezetenen in 1782 een verzoek aan het<br />
Bestuur van Overijssel om een jaarlijks tractement<br />
voor een onderwijzer wat zij vier jaar<br />
daarvoor ook al gedaan had<strong>den</strong>. Het argument:<br />
onze buurtschap ligt ver van Heemse,<br />
terwijl anderen die minder ver liggen ook al<br />
een school hebben. Bovendien was het in<br />
sommige perio<strong>den</strong> zo dat de weg onbegaanbaar<br />
en gevaarlijk was vanwege het water. Het<br />
verzoek werd ondersteund door ds. W. Stolte.<br />
G. Dorgelo voegde er aan toe dat het geen<br />
nadeel voor zijn school was. De kinderen uit<br />
Diffelen kwamen door deze omstandighe<strong>den</strong><br />
toch al niet. In 1795 was Albert Hilverdink<br />
daar onderwijzer in Diffelen, gevolgd door<br />
Jan Roelofs Jansz.<br />
- In Heemse komen we als eerste schoolmeester-koster<br />
Egbert van ‘t Luggers tegen. Hij<br />
oefende zijn beroep(en) uit halverwege de<br />
Sijfferboek door<br />
G. Dorgelo.<br />
14<br />
17e eeuw. Na hem kwamen<br />
achtereenvolgens<br />
koster Hendrik, Evert<br />
Hendriks, zijn zoon,<br />
en zijn kleinzoon Hendrik<br />
Everts Schutte.<br />
Daarna kwam Albert<br />
Warmelink. In een periode<br />
van 130 jaar die<br />
daarop volgde, waren<br />
drie geslachten Dorgelo<br />
koster en schoolmeester<br />
(1771-1903).<br />
De eerste, Gerrit Dorgelo,<br />
was van hen de<br />
meest bekende. In het<br />
gemeente-archief van<br />
Har<strong>den</strong>berg bevindt<br />
zich een aantal archivalia<br />
die het familie-<br />
archief Dorgelo omvatten,<br />
waarin een aantal stukken zijn onder-<br />
gebracht die van belang waren voor het onderwijs<br />
in Heemse. Een van de stukken die het<br />
meest in het oog valt, is het Sijfferboek van Wm<br />
Bartjens beschreven door G. Dorgelo, waarmee<br />
hij de kinderen het rekenen leerde. Het is een<br />
uitgebreid boek waarin hij allerlei sommen<br />
beschrijft. Zijn zoon en kleinzoon hebben daar<br />
ook mee gewerkt.<br />
In het archief zijn ook lijstjes aanwezig waarop<br />
het schoolgeld voor de kinderen uit Rheeze en<br />
Diffelen is opgeschreven.<br />
- Lutten. De bevolking van Lutten vroeg in 1792<br />
om een jaartractement van f. 25,-- om de<br />
onderwijzer te betalen die zij reeds lang zelf<br />
onderhiel<strong>den</strong>. Albert Roelofs was op dat<br />
moment schoolmeester. Hij vroeg in 1834 om<br />
met pensioen te mogen gaan. In het late najaar<br />
van 1836 werd Hendrik Lenters benoemd in<br />
Oud-Lutten.<br />
- Radewijk heeft in de 18e eeuw een school<br />
gekregen. In 1737 verzocht de bevolking<br />
ondersteund door ds. J.J. ter Poorten hierom.<br />
In 1744 herhaalde men het verzoek. De oudst<br />
bekende schoolmeester in de buurtschap is
Jan Klinge, gevolgd door Berend Meuleman,<br />
Hendrik van Faassen, Hendrik Stenferink,<br />
Herman Lenters, weer Hendrik van Faassen<br />
en Gerrit Jan Broekroelofs.<br />
- Rheeze. In 1799 was Jan Croese als schoolmeester<br />
aanwezig. Over zijn kwaliteiten als<br />
onderwijzer is niets bekend. Hij werd echter<br />
aangeklaagd vanwege zijn burgerlijk en zedelijk<br />
gedrag. In het dossier dat over hem is aangelegd<br />
wordt in een brief van ds. C.N. Lamping<br />
over deze zaken geschreven. Hij zou geen<br />
pacht betalen en goederen vervreem<strong>den</strong>. Na<br />
hem kwam Herm Jan Dorgelo. Deze ging in<br />
1816 naar Heemse en werd opgevolgd door<br />
Egbert Dunnewind. Dunnewind was niet zozeer<br />
bekend als onderwijzer als wel door het<br />
feit dat hij een van de voormannen was van de<br />
Afscheiding in Heemse. Omdat hij zich daar<br />
voor inzette, kreeg hij ontslag. Zijn plaats werd<br />
in november 1838 ingenomen door Hendrik<br />
van Faassen.<br />
- Sibculo In 1748 was Gerrit Mensen schoolmeester.<br />
De buurtschap heeft dan ook al een<br />
schoolgebouwtje. In 1768 was het dak (van<br />
stro) verrot. Het lekte als een mandje. Daarom<br />
verzocht men om het gebouwtje, evenals de<br />
woning van de schoolmeester met pannen te<br />
mogen bedekken. In 1783 kwam er een<br />
verzoek bij het bestuur van Overijssel binnen<br />
van Hendrik Mensen om hem in de plaats<br />
van zijn vader te benoemen als onderwijzer.<br />
Dit verzoek werd ondersteund door de gravin<br />
van Rechteren.<br />
De leeftij<strong>den</strong> van de diverse personen liepen<br />
nogal uiteen. Was Theunis Waterink pas 24,<br />
Hendrik Mensen was met 73 jaar nog onderwijzer.<br />
De traktementen van de onderwijzers eerst<br />
f.025,- varieer<strong>den</strong> later van f.052,50 tot f.0105,-.<br />
Deze traktementen moesten op last van het<br />
Departementaal Bestuur van Overijssel uitbetaald<br />
wor<strong>den</strong> door de stadsbesturen, met name<br />
in die plaatsen waar de schoolmeesters tot die<br />
tijd wer<strong>den</strong> ondersteund door kerkelijke of<br />
andere instanties. In de vergadering van de<br />
Goedsheren en Erfgenamen van het kerspel<br />
Har<strong>den</strong>berg c.a. werd deze brief behandeld.<br />
In de brief werdt ook nog gesproken over het ver-<br />
Ds. G.J. Sijpkens.<br />
15<br />
zorgen van vrije inwoning. In het Ambt Har<strong>den</strong>berg<br />
werd alleen in Heemse het gehele jaar<br />
onderwijs gegeven. De kinderen uit de andere<br />
buurtschappen van Martinij tot Paaschen daaraanvolgende.<br />
De situatie tot 1850<br />
Voor de Franse revolutie waren kerk en school<br />
nauw met elkaar verbon<strong>den</strong>. In de periode van<br />
1801 tot 1806 wer<strong>den</strong> een aantal onderwijs-<br />
wetten uitgevaardigd die naast bekwaamheid van<br />
de onderwijsgeven<strong>den</strong> ook een scheiding van<br />
kerk en onderwijs teweegbrachten. Dat betekende<br />
dat leerstellig onderwijs verbo<strong>den</strong> was. De wet<br />
had ook ten doel de kinderen op te voe<strong>den</strong> tot<br />
deugdzame, christelijke en vaderlandslievende<br />
burgers. Zolang het christelijke maar door de<br />
schoolmeesters in Stad en Ambt Har<strong>den</strong>berg<br />
werd voorgeleefd, had<strong>den</strong> de ouders geen bezwaar<br />
tegen hun onderwijs. Dat werd anders na<br />
1850.<br />
In de Grondwet van 1848 werd de vrijheid van<br />
onderwijs neergelegd die uitmondde in de wet<br />
van 1857 waarin die vrijheid tot stand kwam die<br />
iedereen de gelegenheid bood om onderwijs te<br />
geven als hij of zij maar gekwalificeerd was.<br />
De onderwijzers wer<strong>den</strong> daarbij verplicht<br />
om neutraal onderwijs te geven Hiermee<br />
werd de kiem gelegd voor de oprichting<br />
van bijzonder onderwijs. De wet<br />
had tot gevolg dat er in 1860 een<br />
Vereniging van Christelijk Nationaal<br />
Schoolonderwijs werd<br />
opgericht. In diverse plaatsen<br />
werd een zogenaamde<br />
hulpvereniging opgericht.<br />
Zo ook in Har<strong>den</strong>berg. Zes<br />
jaar na de oprichting van<br />
de vereniging was het zover.<br />
Onder leiding van ds. G.J. Sijpkens werd op 24<br />
oktober 1866 een bidstond gehou<strong>den</strong> waarna de<br />
vereniging werd opgericht. De aanloop tot<br />
bijzonder onderwijs in Har<strong>den</strong>berg was een feit.<br />
Wordt vervolgd.
Plat ni-js<br />
J. Luismande<br />
Jonge<br />
Algemeen<br />
Wi-j hebt nog met emaakt dat bakkers, slagers,<br />
gruunteboeren, melkboeren, kru<strong>den</strong>iers en manufacturiers<br />
met heur producten op gezette<br />
tie<strong>den</strong> langs de deuren kwamen. Van een heel<br />
aander slag was de groep handelaars die vake te<br />
heuren kregen dat er ‘an de deure niet ekocht<br />
wör<strong>den</strong>’. Dat waren dan de negotieventers,<br />
meestal woonwagenbewoners die met heur<br />
handel de boer op gungen, en van dörp tot dörp<br />
trökken. Ze kochten ok lompen op en knienen,<br />
kippen en old iezer. Arme schippersvrouwen,<br />
met een koppeltie kinder in heur kielzog, probeer<strong>den</strong><br />
op die meniere ok wat bi-j te verdienen<br />
en had<strong>den</strong> de koopwaar in een karbies. Stoelenmatters<br />
en scherensliepers waren vaklui die een<br />
vaste klaantenkring had<strong>den</strong>. De echte umlopers,<br />
laandlopers en zwarvers, die gien vaste woon- of<br />
verbliefplase had<strong>den</strong>, schooi<strong>den</strong> um allerlei<br />
levensbehoeften. Ze vreugen um gruunte, vettigheid,<br />
een moaltie eerappels, een boterham,<br />
braandstof, zölfs noar de darmen van ’t schoap<br />
(doar kwam de knakworst in, ze<strong>den</strong> ze) en noar<br />
de milt van ‘t varken a’j eslacht had<strong>den</strong>. Sommigen<br />
waren lastig a’j niet wat kochten, maar a’j<br />
ze<strong>den</strong>: ik heb gien geld, dan waren ze rap vertrökken.<br />
A’j ze wat in natura gaven, bedankten ze met<br />
“God zal ’t u lonen!’ Er wördt verteld, dat ze<br />
onderling codes gebruukten, geheime tekens op<br />
een hekke of een poal, um an te geven of de<br />
mensen al dan niet goedgeefs waren.<br />
Woonwagens mochten maximaal 24 uur op<br />
dezölfde plekke stoan. De bewoners stoor<strong>den</strong><br />
Wie herinnert zich nog de personages die vrogger met een negotiekissie langs de huzen trökken?<br />
De zogeheten angosiekeerls, kissieskeerls of umlopers? Negotie ku’j umschrieven as kleine<br />
koopwaar, handel, of ventwaar. In de streektaal angosie of agosie.<br />
De le<strong>den</strong> van de dialectgroep, ondersteund deur een grote schare ‘veuroorlogse’ leeftiedgenoten<br />
hebt zich verdiept in dit fenomeen. Een heleboel herinneringen an dergelijke venters kwamen<br />
boven water en roept ok zeker bi-j oonze lezers beel<strong>den</strong> op uut een ver verle<strong>den</strong>.<br />
zich d’r vake niet an en had<strong>den</strong><br />
genog trukies: ’t Peerd<br />
mos ni-je iezers hebben, ’t<br />
rad was van de wagen elopen<br />
of ’t wachten was op de<br />
baas, die nog niet terugge<br />
was van ’t lompen oflevern.<br />
Ze waren arg gehecht an<br />
heur huus op wielen en van<br />
een ‘vast’ huus mossen ze<br />
niks hebben.<br />
Koopwaar<br />
Bi-j welke grossier wör<strong>den</strong> de negotie in ekocht?<br />
Men zegt bi-j de firma Bemboom in Slagharen,<br />
maar die bestund nog niet in 1900 en toen waren<br />
er wel al kissieskeerls. De inhold van zo’n<br />
negotiekissie, maande of karbies was heel divers:<br />
kamfer-ballen, schoenveters, luzekammen, hoarspel<strong>den</strong>,<br />
elastiek, drukknopen, kachelpotlood,<br />
kouseban<strong>den</strong>, sokopholders, hölpzellen, stopnoal<strong>den</strong>,<br />
schoerpapier (tante Blanc), schelmessies,<br />
jachtwater, laampekoussies, vliegenvangers, haken<br />
en ogen, zalf, lodderein, moezevallen, brons,<br />
klossies goaren, ’t hele Coevern neit ervan’,<br />
schoensmeer, ’t hele Coevern smeert ervan!<br />
(gevleugelde woor<strong>den</strong> van koopman Wolter<br />
Wassen).<br />
Uut oons gezamenlijke geheugen<br />
D’r kwam een schat an herinneringen boven<br />
water bi-j de ondervroagde personen!<br />
16<br />
‘n Negotiekissie,<br />
lös en dichte.
Wat een verhalen kwamen d’r lös over umlopers,<br />
laandlopers en anverwante figuren:<br />
* Uut overlevering wete wi-j iets van Lubbelinkhof,<br />
alias Lubbekop. Oonze generatie hef hum<br />
niet persoonlijk ekend, want disse man overleed<br />
al in 1935. Een zwarvende legende die<br />
veurnamelijk in Roke, Rheeze en Diffeln al<br />
bedelend an de kost kwam. Zien hond Jezus<br />
vergezel<strong>den</strong> hum trouw en verwarm<strong>den</strong><br />
’s nachts zien voeten as ze samen in een<br />
heuischure sleupen. Lubbekop overleed in ’t<br />
Röpcke Zweers ziekenhuus.<br />
* Een man, de keizer genaamd, verkocht heideboenders.<br />
Die vervoer<strong>den</strong> hi-j in een kore,<br />
woarin ok zien gehandicapte vrouw Hanneke<br />
zat. Ze kon niet lopen. As ze zich beweug, zee<br />
de keizer: ”Hanneke zit stille, aanders kiep ik<br />
oe umme...” Ze sleupen in heuibargen.<br />
* Kinder vun<strong>den</strong> het heel boeiend as d’r een<br />
kissieskeerl langs kwam, want in dat kissie<br />
zaten ok zakmessen, krallen, armbaandties en<br />
mooie ringies met een lieveheersbeessie as<br />
stientie. Zo’n stientie völ d’r nog wel gauw uut,<br />
maar kinder wussen wel road: ze leuten d’r<br />
gewoon een beettie rood keersevet in druppen!<br />
* Een vrouwgie an de deure met kinderjurkies in<br />
de koffer die ze heel vakbekwaam anprees:<br />
“Mooi voor uw kleine meisje, raas met een strik<br />
op de kont”.<br />
* Chinees met een tas vol sjaals, kussenovertrekkies,<br />
kleedties en rozen van papier. Kolleedje<br />
kaupe? vreug e heel vriendelijk.<br />
* ’t Schösstienkleedtieswieffie, deur kinder zo<br />
enuumd, omdat ze kwoad waren dat moeder<br />
heur een ofgedankt schösstienkleedtie gaf. (Had<strong>den</strong><br />
ze zölf willen hebben veur ’t spölhuussie)<br />
* Een joggie dat met een marmottie langs de<br />
schoele kwam en zung: Wil je mijn marmotje<br />
zien, ’t is zo’n aardig beestje, Geef mij dan een<br />
cent of tien, ‘k Ben een heel arm weesje. De bo-<br />
venmeester gooi<strong>den</strong> een dubbeltje in ’t grind<br />
en zee: Als je de volgende keer weer in de buurt<br />
komt, kom dan naar binnen, anders blijf je dom.<br />
* Lompen Sare, een jodin, kwam met een wagentie<br />
met ‘n kidde d’r veur en verkocht olderwetse<br />
bedovertrekken, lakens en slopen. Best spul<br />
wat joaren metgung. ’t Wör<strong>den</strong> verrekend met<br />
Een kissieskeerl anno<br />
2009.<br />
17<br />
lompen. Sare bleef altied op ‘t wagentie zitten,<br />
want ze kon niet goed lopen.<br />
* Lange Victor kwam uut Coevern en kocht<br />
lompen op. Weug ze met een unster. Kleine<br />
Henkie stund erbi-j en zag wat de groten niet<br />
zagen: de voete van de koopman die de zak een<br />
beettie oplichtten... gewoon een oplichter dus.<br />
* Over en weer bestund ’r vake wantrouwen.<br />
Stoelenmatters bi-jveurbeeld gaven de stoel niet<br />
eerder of dan dat ze ’t geld in de haan<strong>den</strong><br />
had<strong>den</strong>, maar ’t verhaal giet dat sommige<br />
matters d’r ok wel is een visgroat bi-j in vlöchten.<br />
Katten roekt dat en die krabt dan de<br />
matten kepot!<br />
* Noa de oorlog kwam op Rheezervenne een<br />
zwarver. Hij scharreln zien kossie onderweg bi-j<br />
mekare en sleup bi-j boeren in de schure. Op<br />
‘de halve moane’ is e ziek ewör<strong>den</strong>. Hi-j vreug<br />
an de bewoners of zien zwoager in Beilen ebeld<br />
kon wör<strong>den</strong>. Die kwam met een mooie auto<br />
opdagen en zee dat de zwarver wel een kamer<br />
had in Beilen, maar liever bleef zwarven.<br />
* Wolter Wassen was bi-j iederiene bekend. Hi-j<br />
ventte met zien angosie in de hele streek rondum<br />
Hardnbarg. Hi-j was een Drent van geboorte,<br />
maar had zien domicilie bi-j Koezenjaan in<br />
Oane. Hij verkocht o.a. stopnoal<strong>den</strong>, stop-<br />
goaren en klossies goaren, en zee as e in Hiemservenne<br />
was: ‘n Helen Haardiek neit ervan”.<br />
(Behalve Dorman... kreeg e as antwoord). Hij<br />
vreug ok altied um een paar cent. Overal kreeg<br />
e wel een börd warm eten. Hi-j overleed in<br />
Gramsbargen.Toen e dood was ze<strong>den</strong> ze dat e<br />
völle geld bezat.<br />
* Noa de oorlog kwam er een gehandicapte man<br />
uut ‘t woonwagenkamp met kammen, koffiezeeffies,<br />
veiligheidsspel<strong>den</strong>, schilmessies, enz.<br />
Hi-j reed in een wagentie dat e met de haan<strong>den</strong><br />
voortbeweug. Kwam vake tegen de middag in<br />
Rheezervenne en vreug um een börd warm<br />
etten en brood veur onderweg en dat wör<strong>den</strong><br />
hum zel<strong>den</strong> eweigerd.<br />
* Wi-j kriegt nog völle meer slecht weer, want de<br />
woonwagens blieft maar trekken. Dat was ok<br />
zo’n gezegde. Met slecht weer waren de boeren<br />
bi-j huus en dan kwamen ze niet veur de dichte<br />
deure.
* Bie-ke (lange ie), een vriendelijke olde vrouw<br />
woonachtig in Collendoorn, die achter een<br />
olde kinderwagen met negotie leup.<br />
* Rooze Mine kwam nog tot in de joaren 60 in<br />
Diffeln. Ze verkocht kleding en was altied op de<br />
fietse.<br />
* Roelf van Buren was waarschijnlijk een inwoner<br />
van Old Lutten. Hi-j zat hele dagen heideboenders<br />
te maken in Collendoorn as de heide<br />
lang was. Met gespleten brummeltakken wör<strong>den</strong><br />
die umwikkeld. Het materiaal had e veur<br />
’t oprapen dus de winst was 100 % !<br />
* Jenne Buust was een klein vrouwgie dat lompen<br />
opkocht en argens onder ‘t Hoogevenne<br />
vandoan kwam.<br />
* Een pindachinees die in Schunesloot ventten<br />
en deur jonges noa eroepen wör<strong>den</strong>: pinda<br />
pinda, lekka lekka, kon heel hard lopen....en<br />
de jonges ok. Later had e een restaurant in<br />
Zwolle. Ok kwam in oonze umstreken soms<br />
een man met een aap langs.<br />
* Bi-j Schriever in Lutten wör<strong>den</strong> altied extra<br />
eten ekookt veur de zwarvers. Dit gebruuk was<br />
van moeder op dochter over egoane. Vrogger<br />
stund op disse driesprong een harbarg, en misschien<br />
was dit de re<strong>den</strong> dat zwarvers die in<br />
kleine handel de<strong>den</strong>, gratis onderdak kregen in<br />
de schure. In de oorlog is er een ende an<br />
ekommen.<br />
* Wie was het Zwolse wieffien dat met een koffer<br />
uut de bus van Zwolle kwam? Wie was Jan Blèr<br />
en wie was Slompie? Bint er nog herinnering<br />
an disse personen en wie haalt ze uut de<br />
vergetelheid?<br />
De olde schure, woarin<br />
de zwarvers onderdak<br />
vun<strong>den</strong>.<br />
18<br />
Gezegdes<br />
•Ie bint net as een schooier, ’t eten op en weg<br />
(direct noa ’t eten opstappen)<br />
•Ie hebt een schooiersfiguur (Oe past alles)<br />
•Een lopende hond valt altied wat in de mond<br />
(bi-j de weg he’j wel is een metvaller)<br />
•Weit ‘r niet wat uut, dan weit ‘r wel wat in!<br />
(reactie van ‘n schooier met een jutezak)<br />
•An de deure wördt niet ekocht<br />
•Leven van giften en goaven<br />
Poëzie<br />
Ok dichters leuten zich inspireren deur negotiekerels.<br />
In ‘drie turven hoog’ leze wi-j ’t volgende:<br />
Gehurkt stalt hi-j zijn koopwaar uit, met moeder<br />
en kinderen in het rond. Als koopman prijst hij<br />
zijn negosie aan, voor en naast zich op de grond.<br />
Heus, moedertje, aan dit koffiezeefje, verdien ik<br />
zogezegd geen halve cent, ik weet, het kan niet<br />
voor dit prijsje. ’t Is alleen maar omdat u het<br />
bent.<br />
En in ‘Pennevruchten’:<br />
Is oen moe bi-j huus soms kienders? Ik zeg goeiendag<br />
vrouw Bienders, ’t is mi-j ’t weertien wel, of<br />
niet dan .’s Kieken wa’k vandaag nog kwiet kan”.<br />
Ik heb hoak- en breipennen, boordekneupen,<br />
smeerselties veur stieve heupen, piepen groot en<br />
piepen klein, potlo<strong>den</strong> en lodderein, brillantine,<br />
luzekammen, heidebössels, varkenskrammen, potgerei<br />
en schötteldoeken, almenakken, knupseldoeken,<br />
laampepoetsers en ok nog, kruderi-jen veur<br />
het zog! Spalkies veur de jubeltienen, zalve veur de<br />
lösse bienen, kamferballen, elastiek, Pillen veur de<br />
rimmetiek. Laampeglazen, stienen poppen, middelties<br />
veur kale koppen, spiegelties en veterbaand,<br />
goaren, lapgerei, verbaand. Spul veur een verstoppingskwoale,<br />
Kissies Bram hef ’t allemoale... Ok<br />
een zieke vrouw en kienders...’t Valt niet met vandaag,<br />
vrouw Bienders...<br />
Een old nummer:<br />
Een Chinees met lange haren, op z’n rug een linnenzak,<br />
ventte met machinegaren, olienootjes en<br />
tabak.
Echt peerdehoar.<br />
Laatste zwerver<br />
begraven. Aan de<br />
groeve sprak de heer<br />
Schrijver, een familielid<br />
dankte voor de<br />
eerbewijzen en<br />
ds. Gerbrandy sprak<br />
een slotwoord.<br />
(Uit: Het Noord-Oosten<br />
8 juli 1966)<br />
Peerdehoar<br />
Bi-j landbouwers die een peerd bezaten, had<strong>den</strong><br />
ze, noast een lompenzak, ok een zak woar ’t peerdehoar<br />
in bewaard wör<strong>den</strong>. Opkopers van lompen,<br />
kochten ok ’t peerdehoar. Bi-j sommige boeren<br />
was ’t gewoonte dat de knecht de centen van<br />
’t peerdehoar kreeg en de meid ’t lompengeld.<br />
Peerdehoar wör<strong>den</strong> gebruukt veur o.a. vulling in<br />
stoelkussens, veur voering in revers, en vrogger<br />
veur een ‘stootraand’ an de zeum van lange rokken.<br />
De lompenzak en de zak met peerdehoar<br />
höngen op de delle meestal noast mekare. A’j um<br />
een poetsdoek verlegen zaten, mos ie niet per ongeluk<br />
met de blote haan<strong>den</strong> in de zak met peerdehoar<br />
griepen! Schrikken was dat! Helemoale dol<br />
kon een pasgetrouwd stel wör<strong>den</strong> dat as ‘bruidsschat’<br />
körtgeknipt peerdehoar tussen de lakens<br />
vund!<br />
Gerrit over Lutten<br />
Vake was de drank de oorzaak dat mensen ofzakten<br />
noar een armoedig bestoan. In Lutten hebt<br />
een boel mensen Arie Breedveld nog ekend. Volgens<br />
sommigen had e een huus in Apeldoorn<br />
woar e ’s winters verbleef. ’s Zomers bivakkeer<strong>den</strong><br />
hi-j bi-j Schriever in de schure. Jan van<br />
Elp, die vrogger in de eerste bochte<br />
van de huidige Stobbenplasweg woonde,<br />
zöt hum zo nog stoan met een<br />
pongeltien op de nekke bi-j de bushalte<br />
noast de watertoren. Dan probeer<strong>den</strong><br />
e wat negosie te slieten an de<br />
reizigers. Hi-j wör<strong>den</strong> ziek en is deur<br />
de vrouw van Schriever verzörgd. In<br />
1966 in ’t ziekenhuus in Hardnbarg<br />
overle<strong>den</strong> en in Lutten begraven.<br />
Bi-j Van Elp had<strong>den</strong> ze goed zicht op zwarversvolk<br />
dat zich opheuld an ’t jaagpad langs de Krimvoart<br />
(Lutterhoofdwijk). Doar gungen zwarvers en<br />
negotiekeerls zich soms wassen, ok heur kleren.<br />
Die leuten ze dan in de bossies dreugen. Er stund<br />
doar ok een holten w.c.gie, een ‘huussie’. Misschien<br />
had de Provincie ’t doar eplaatst? Want in<br />
de bochte lagen tot in de vief-tiger joaren grote<br />
19<br />
grindbulten van de Provincie, woar ok wel is volk<br />
an ’t wark was. Bi-j Van Elp zagen ze een keer op<br />
een stormachtige dag dat Jan Assing, ok zo’n umloper,<br />
gebruuk maakten van ‘t huussie. Hi-j leut al<br />
lopend de hölpzelen zakken en mus vaste neudig<br />
‘uut de broek’. Hi-j zat nog maar goed en wel toen<br />
een geweldige rukwind het hele holten geval met<br />
Jan Assing en al onderste boven bleus. ’t Is goed<br />
of elopen.<br />
Spiritus<br />
‘t Is algemeen bekend dat er bi-j Schriever in de<br />
schure ok zwarvers lagen die spiritus drunken.<br />
Dat spul mus ekookt wör<strong>den</strong> en dat mocht<br />
natuurlijk niet in die olde schure. Ok dat gebeur<strong>den</strong><br />
an ’t jaagpad. Gien geld veur jenever, dan<br />
maar spiritus. Meer mensen zagen disse personen<br />
langs de weg scharreln en in de barm een vuurtie<br />
stoken. Bekende personages waren Jan Duut en<br />
Harm de bösselbinder, die heideboenders en<br />
bössels verkocht langs de huzen.<br />
Twee zwarvers<br />
Uut gedichtenbundeltie<br />
Van ’t ien op ’t aander:<br />
Jan Duut en zien moat Jodevitus<br />
Die zeupen gekookte spiritus<br />
’t Gung slecht mit de nering<br />
er was armoe en tering<br />
Dat löp niet goed of, sodemieters.<br />
Bi-j Schrieversbrugge (uut: Tiedverdrief)<br />
Gastvri-jheid stund hoog an eschreven<br />
Gien laandloper wör<strong>den</strong> eweerd<br />
In de schure bi-j de brugge van Schriever<br />
Wör<strong>den</strong> zwarvers altied respecteerd.<br />
Met dank aan:<br />
- de le<strong>den</strong> van de warkgroep dialect: Gerrit van Faassen,<br />
Geertje Meijerink, Marie Pouwels, Henny<br />
Reinders, Henny Renkema, Mina Rieks, Jan Sierink<br />
en Diny Zweers.<br />
- Ok alle aandere ‘angevers’ heel arg bedankt, want<br />
zonder jullie anekdotes was dit artikel niet half zo<br />
lang ewör<strong>den</strong>.
Het huwelijk van Alfred van Werven<br />
(beel<strong>den</strong> van ons 18)<br />
K. Oosterkamp<br />
Het Huwelijk,<br />
een schilderij...<br />
Met de afmetingen 3.67 bij 1.25<br />
meter, waarbij de hoogte bijna drie<br />
keer de breedte is, krijgt de wand<br />
waartegen het schilderij is geplaatst<br />
een sterk vertikaal accent. De verf is<br />
met krachtige en brede streken<br />
aangebracht met reliëfdiktes van<br />
soms meer dan een centimeter. Van<br />
dichtbij is de indruk van een<br />
gestolde verfmassa heel sterk, op<br />
enige afstand komt de voorstelling<br />
duidelijk uit de verf naar voren. De<br />
hoofdkleuren zijn blauw, zwart en<br />
grijs, terwijl aan de linkerkant een<br />
beige strook met horizontale, zwarte<br />
lijnen contact zoekt met de gemetselde<br />
achterwand, waardoor de illusie<br />
van een wandreliëf in plaats<br />
van een hangend schilderij wordt<br />
gewekt.<br />
De voorstelling van het schilderij<br />
wordt bepaald door twee figuren die<br />
ongeveer de helft van de geschilderde<br />
ruimte innemen. Het zijn sterk gestileerde<br />
figuren die echter onmiskenbaar<br />
bedoeld zijn als man en vrouw.<br />
Slechts enkele lijnen suggereren de<br />
lichamelijke volumes waardoor de<br />
figuren iets ijls en transparants krijgen.<br />
De vrouw, de kleinste figuur met<br />
rok, staat frontaal uitgebeeld en<br />
spreidt de armen open en nodigend, terwijl de<br />
man, de grootste figuur met broek, naar haar<br />
In de trouwzaal van het gemeentehuis te Har<strong>den</strong>berg hing tot mid<strong>den</strong> 2009 een groot schilderij<br />
van de kunstenaar Alfred van Werven. Vanaf 1963 heeft het schilderij voor de bruidsparen die<br />
elkaar in deze zaal het ja-woord gaven, het huwelijk verbeeld. Het schilderij zal na de sloop en<br />
de herbouw van het gemeentehuis wor<strong>den</strong> herplaatst.<br />
Het huwelijk van<br />
Alfred van Werven.<br />
20<br />
toegewend staat met zijn armen naderend<br />
en beschermend. Ongeveer<br />
op een vierde van de hoogte verbeeldt<br />
een horizontale belijning de plaats<br />
van handeling waarbij we binnen de<br />
context van trouwzaal en huwelijk<br />
mogen <strong>den</strong>ken aan tafel en bed.<br />
Het lijkt duidelijk dat de schilder<br />
met zijn ‘huwelijk’ op moderne wijze<br />
een traditionele voorstelling heeft<br />
weten te verbeel<strong>den</strong>. Als we de wisseling<br />
van links en rechts even voor lief<br />
nemen, lijkt Het Huwelijk van Van<br />
Werven een moderne associatie op<br />
het Joodse Bruidje van Rembrandt<br />
uit circa 1665.<br />
Ook de kleuren zijn een bevestiging<br />
van de huwelijkssymboliek: blauw is<br />
immers traditioneel de kleur van<br />
trouw, terwijl deze kleur van de<br />
hemel doorgaans het geestelijk<br />
domein suggereert. Binnen de volkssymboliek<br />
geldt echter ook de omkering<br />
van deze verwijzingen: blauw<br />
kan daar ook wijzen op ontrouw en<br />
schone schijn - moge dit contrast een<br />
waarschuwend teken zijn!<br />
Opvallend zijn de zware contouren<br />
van de kleurvlakken en zwart en grijs,<br />
waarbij opgemerkt kan wor<strong>den</strong> dat<br />
de combinatie zwart en blauw traditioneel<br />
de vredelievendheid verzinnebeeldt.
...van de kunstenaar<br />
Alfred August van Werven<br />
De opdracht voor dit schilderij werd gegeven<br />
door architect en aannemers van het gemeentehuis.<br />
Toen het gebouw na de opening op 13 juni<br />
1963 door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins<br />
Bernhard in gebruik werd genomen, had<strong>den</strong> de<br />
bouwers Het huwelijk geschonken aan de<br />
gemeente Har<strong>den</strong>berg als blijvend teken van<br />
erkentelijkheid voor de verleende opdracht en de<br />
goede samenwerking. Dat zij daarvoor contact<br />
had<strong>den</strong> gezocht met de kunstenaar Van Werven,<br />
was niet zo verwonderlijk. Deze kunstenaar had<br />
naam gemaakt met monumentaal werk in en aan<br />
openbare gebouwen, en hij woonde in de onmiddellijke<br />
omgeving van Har<strong>den</strong>berg.<br />
Alfred August van Werven werd op 13 oktober<br />
1920 in Nijmegen geboren als zoon van Johan<br />
van Werven en Amalie Luise Meijer. Nadat hij<br />
zijn opleiding aan de Rotterdamse Rietveld<br />
Academie had voltooid, trad hij op 16 januari<br />
1945 in het Oostenrijkse Graz in het huwelijk<br />
met Edith Hofer, maar dat huwelijk werd op<br />
29 april 1949 ontbon<strong>den</strong>. Op 8 november 1951<br />
hertrouwde Alfred van Werven in Zuidwolde met<br />
Christina Berendina Hamer. Uit deze verbintenis<br />
wer<strong>den</strong> vier kinderen geboren: drie zonen en een<br />
dochter. Vanaf 1950 had Van Werven Rotterdam<br />
als woonplaats verlaten voor het Drentse Zuidwolde<br />
en in 1964 vestigde de familie zich in<br />
Lutten aan de Dedemsvaart, waar zij haar intrek<br />
nam in villa Eikenoord. Na een viertal jaren<br />
vertrok Van Werven naar Duitsland, naar Kirchlinteln,<br />
om deel te nemen aan een project voor<br />
een kunstenaarscentrum. Nadat dit niet tot een<br />
goed einde kwam, keerde Van Werven terug naar<br />
Nederland en vestigde zich in het nieuwe land,<br />
in Lelystad, waar hij op 14 november 1979<br />
overleed. Hij werd begraven in Lelystad naast het<br />
crematorium waarvoor hij zelf de muren had<br />
ontworpen.<br />
Van Werven was een zeer veelzijdig kunstenaar:<br />
hij schilderde, tekende, beeldhouwde, etste, lithografeerde,<br />
emailleerde en maakte hout- en koper-<br />
gravures. Hij maakte vooral naam als monumentaal<br />
kunstenaar en binnenhuisarchitect. Veel van<br />
zijn werk sierde en begeleidde openbare gebouwen,<br />
scholen en kerken, vaak uitgevoerd in<br />
de techniek van graffito of sgraffito, waarbij de<br />
tekening gekrast en uitgespaard wordt in gelaagd<br />
en meerkleurig pleisterwerk. Het kunstwerk<br />
wordt daardoor een geheel met de architectuur.<br />
In Assen zijn enkele scholen, onder andere de Jan<br />
Fabriciusschool, op deze wijze door Van Werven<br />
van een wandversiering voorzien. Voor de<br />
gereformeerde kerk te Dronten ontwierp hij<br />
de inrichting van het liturgisch centrum met<br />
preekstoel, doopvont, lampen en een grote raamschildering.<br />
Daarnaast was hij enige tijd kleurenadviseur<br />
bij Sikkens, waar zijn zo karakteristieke<br />
sik hem de ludieke bijnaam ‘de sik van Sikkens’<br />
opleverde.<br />
21<br />
Handtekening Alfred<br />
van Werven.<br />
Beel<strong>den</strong>d kunstenaar<br />
Alfred van Werven.
Van Werven had veel en graag contacten met<br />
andere, gelijkgestemde kunstenaars. Ondanks<br />
zijn nogal grillig karakter, zijn duidelijke voorkeuren<br />
en ideeën waarbij diplomatie en compromis<br />
niet zijn sterkste punten waren, verzamelde<br />
hij toch in de Luttense jaren een groep kunstenaars<br />
om zich heen, onder de naam Internationale<br />
Werkgemeenschap Eikenoord, die hij in<br />
artistiek opzicht wist te inspireren en met wie<br />
hij over nieuwe ontwikkelingen kon filosoferen.<br />
Ook zijn docentschap aan de Technische<br />
Hogeschool te Stuttgart stelde hem in staat om<br />
zijn ideeën op inspirerende wijze over te dragen<br />
op anderen. Zoals Van Werven zich op zijn beurt<br />
had laten inspireren door grote kunstbroeders<br />
als Zadkine, Gauguin en Rietveld.<br />
Tenslotte<br />
Het monumentale schilderij van Van Werven in<br />
Har<strong>den</strong>berg draagt onmiskenbaar het karakter<br />
van een reliëf, de gelaagdheid wordt nu echter<br />
Details van het<br />
schilderij.<br />
22<br />
bepaald door de verfdikte. Bovendien is het geen<br />
weergave van de zichtbare werkelijkheid, want<br />
Van Werven heeft verder willen kijken dan hij<br />
kon zien en registreerde een visioen van de<br />
‘echte’ liefde en geestelijke verbon<strong>den</strong>heid.<br />
Ruim 45 jaar heeft het de trouwzaal gesierd en<br />
gediend als bron van inspiratie voor bruid en<br />
bruidegom. Het is een aardige gedachte dat, met<br />
een variatie op het klassieke Ars longa, vita<br />
brevis, waar het leven van de gebouwen in<br />
Har<strong>den</strong>berg soms van relatief korte duur is,<br />
dit kunstwerk een langer bestaan zal wor<strong>den</strong><br />
gegund.<br />
Met dank aan:<br />
- de heer F. Hamer voor zijn informatie over<br />
zijn vader Alfred van Werven<br />
- mevrouw M.R. Hilbrandie-Meijer voor haar beschrijvingen<br />
van enkele kunstwerken van Van<br />
Werven in Assen.
Kamp Heemse<br />
Een van de 64 kampen van de Nederlandsche Arbeids Dienst<br />
E. Wolbink<br />
In het kort<br />
De Arbeidsdienst<br />
is ontstaan uit de<br />
Opbouwdienst.<br />
Die dienst was op<br />
15 juni 1940 opgericht<br />
door Rijkscommissaris<br />
Seyss-Inquart. Soldaten die uit<br />
krijgsgevangenschap terugkeer<strong>den</strong>, wer<strong>den</strong> door<br />
de bezettende macht verplicht om bij de opbouwdienst<br />
te gaan. Op die manier kon<strong>den</strong> ze wor<strong>den</strong><br />
ingezet bij de wederopbouw van het voor een<br />
deel kapotgeschoten Nederland. Zij wer<strong>den</strong> bijvoorbeeld<br />
aan het werk gezet bij het opruimen<br />
van de puinhopen van het zwaar gebombardeerde<br />
Rotterdam of bij het herstel van vernielde<br />
viaducten en vliegvel<strong>den</strong>. Dat werk kon vanzelfsprekend<br />
rekenen op sympathie van de Nederlandse<br />
bevolking. Binnen het jaar echter werd de<br />
Opbouwdienst vervangen door de Nederlandsche<br />
Arbeidsdienst, waarbij al snel duidelijk werd<br />
dat het een onderdeel was van een geraffineerd<br />
plan van de Duitsers om de jongens voor te<br />
berei<strong>den</strong> op de verplichte militaire dienst. Alle<br />
jongemannen die bijna achttien jaar wer<strong>den</strong>,<br />
kregen een oproep voor een keuring. Meestal<br />
wer<strong>den</strong> ze goedgekeurd en vervolgens werd hun<br />
opgedragen om in een bepaald kamp te verschijnen.<br />
Ze maakten vanaf dat moment deel uit van<br />
een vrijwillig leger zonder wapens. Hun dag<br />
begon al om half zes ’s ochtends. Na het sporten<br />
en het ontbijt werd geëxerceerd en er wer<strong>den</strong><br />
‘Ick Dien’ eigen land en volk. Met dit devies wer<strong>den</strong> jonge mannen gedurende de bezettingsjaren<br />
1940-1945 verplicht een halfjaar deel uit te maken van de Nederlandsche Arbeidsdienst<br />
(NAD). Velen van hen waren oud-militairen en ze wer<strong>den</strong> tewerkgesteld in Nederland.<br />
Ze werkten in tegenstelling tot de Arbeitseinsatz niet in de Duitse (oorlogs)industrie. De Duitsers<br />
probeer<strong>den</strong> wel binnen de NAD medestrijders voor hun leger te rekruteren. De voormalige<br />
gemeente Har<strong>den</strong>berg telde twee NAD-kampen, in Bergentheim en in Heemse. Over de laatste<br />
gaat deze bijdrage.<br />
Een van de symbolen<br />
van de Nederlandsche<br />
Arbeidsdienst: met een<br />
opkomende zon, een<br />
schop en een korenaar.<br />
Uit een brochure van<br />
de N.A.D., anno 1942:<br />
‘Na het wekken, de<br />
ochtendsport. Lichaam<br />
en geest wor<strong>den</strong><br />
wakker, de dienst<br />
kan beginnen.’<br />
23<br />
vlaggenparades gehou<strong>den</strong>. Daarna ging men<br />
naar het werkobject, waar de jonge arbeidskrachten<br />
wer<strong>den</strong> ingezet bij het ontginnen van heidevel<strong>den</strong><br />
of het rooien van aardappelen. Er werd<br />
flink propaganda bedreven, waardoor werkloze<br />
jongemannen zich vrijwillig aanmeld<strong>den</strong> zodat<br />
ze verzekerd waren van hun eerste levensbehoeften.<br />
Zodra een jongeman zijn halfjaar durende<br />
dienst erop had zitten, moest hij er uit of hij kon<br />
bijtekenen. In dat laatste geval kreeg hij er een<br />
rang bij en behoorde voortaan tot het zogenaamde<br />
kader. Aanvankelijk bestond de NAD uit<br />
vrijwilligers, maar op 1 april 1942 werd de dienst<br />
verplicht gesteld voor alle jonge mannen van<br />
18 tot 23 jaar. Vanaf die datum wer<strong>den</strong> bepaalde<br />
categorieën verplicht opgeroepen. In 1943 moest<br />
zelfs een gehele jaarlichting (1925) eraan geloven.<br />
Er zijn in totaal circa 50.000 arbeidsmannen in<br />
dienst geweest.
De Har<strong>den</strong>bergse situatie<br />
Gerrit Oprel, de burgemeester van Ambt<br />
Har<strong>den</strong>berg, rapporteerde in september 1940 –<br />
enkele maan<strong>den</strong> na de Duitse inval – dat er in<br />
zijn gemeente nog geen detachement van de<br />
Opbouwdienst gelegerd was. Wel gaf hij aan<br />
vernomen te hebben dat het in de bedoeling lag<br />
om met ingang van 24 september circa vijftig<br />
personen, behorende tot de Opbouwdienst, onder<br />
te brengen in de jeugdherberg het Weidehuis<br />
in Heemse. Het was nog niet bekend welke werkzaamhe<strong>den</strong><br />
er dan verricht zou<strong>den</strong> wor<strong>den</strong>. Het<br />
bureau van de leiding van de Opbouwdienst<br />
werd gevestigd bij bakker Otten in Heemse.<br />
Op 2 december 1940 ontvingen alle burgemeesters<br />
van Nederland, dus ook die van Ambt en<br />
Stad Har<strong>den</strong>berg, een circulaire van de commandant<br />
van de Opbouwdienst, J.N. Breunese,<br />
waarin hij aankondigde dat er onder zijn leiding<br />
begonnen was met de voorbereidingen om te<br />
komen tot de oprichting van een Arbeidsdienst.<br />
Daarin zou<strong>den</strong> alle jongemannen van Nederlandse<br />
komaf en van een goed zedelijk gedrag een<br />
verplichte diensttijd van een half jaar moeten<br />
volbrengen. Dat gold voor alle mannelijke ingezetenen<br />
die in het dienstjaar negentien jaar<br />
wer<strong>den</strong>. Het doel was om deze jongemannen<br />
onder te brengen in zogenaamde legeringscentra,<br />
kampen dus waarin ze onder Nederlandse leiding<br />
moesten samenleven. Met eenvoudige arbeid aan<br />
civiel- en cultuurtechnische werken in het land<br />
zou<strong>den</strong> ze wor<strong>den</strong> gevormd tot mannen die<br />
begrip had<strong>den</strong> voor de noodzaak van orde,<br />
regelmaat en tucht, van saamhorigheid en<br />
gemeenschapszin, als pijlers van een eensgezind<br />
en krachtig Nederland. Een belangrijke passage<br />
in de circulaire luidde: Zij zullen voor korten tijd,<br />
alvorens weder in het maatschappelijk leven hun<br />
intrede te doen, zelf een kleine volksgroep vormen<br />
en daarin de een-voudige, doch onaantastbare<br />
beginselen beleven, die ten grondslag moeten<br />
liggen aan ons volksbestaan, waarin geen plaats<br />
mag zijn voor die tegenstellingen en splitsingen,<br />
voortkomende uit verschillen in afkomst, geloof en<br />
geestesrichting, welke de eendracht van ons volk<br />
zou<strong>den</strong> kunnen scha<strong>den</strong>. Verder werd hun de<br />
kennis van de ‘waarachtige waar<strong>den</strong>’ van ons<br />
eigen land bijgebracht, maar ook de schoonheid<br />
van het Nederlandse lied en de zegen van het<br />
werken op het eigen land. Lessen, arbeid, sport,<br />
zang, exercities en een nuttig gebruik van eigen<br />
tijd zou<strong>den</strong> elkaar harmonisch afwisselen, om de<br />
jongemannen te maken tot ‘ware Nederlanders’<br />
die mee kon<strong>den</strong> bouwen aan de toekomst van<br />
het ‘dierbaar vaderland’. Maar omdat het nog<br />
24<br />
Dit affiche, op groot<br />
formaat, is bewaard<br />
gebleven in het<br />
archief van de<br />
gemeente Ambt<br />
Har<strong>den</strong>berg<br />
1914-1941,<br />
toegang 027,<br />
inv.nr. 381.
niet mogelijk was om aan alle jongemannen<br />
onderdak te bie<strong>den</strong> – de kampen waren namelijk<br />
nog niet opgeleverd – werd de arbeidsdienst<br />
voorlopig op basis van vrijwilligheid ingesteld.<br />
De animo om zich vrijwillig voor de dienst te<br />
mel<strong>den</strong> was nergens heel groot, maar in Har<strong>den</strong>berg<br />
was die minimaal. Eind januari 1941 meldde<br />
de waarnemend burgemeester namelijk dat<br />
hij nog altijd geen vervoerbewijzen had kunnen<br />
verstrekken aan vrijwilligers voor de arbeidsdienst<br />
en dat er slechts één jongeman zich had<br />
aangemeld. Commandant Breunese klom vervolgens<br />
weer in de pen en schreef een brief aan<br />
alle mogelijke vrijwilligers, de jongemannen van<br />
de lichting 1941. Vanwege het wervende karakter<br />
en om de tijdgeest te kunnen weergeven, volgt<br />
hierna de verkorte inhoud van die brief:<br />
‘Gij zult verbaasd zijn, dat ik mij met dezen aanhef<br />
tot u wend. Er is immers geen Nederlandsche<br />
weermacht en dus geen lichting meer, waarin gij<br />
uw dienstplicht moet gaan vervullen. Ik kom<br />
echter op een geheel ander gebied een beroep op<br />
uw medewerking doen. Een gebied, waarin gij<br />
enerzijds veel zult kunnen leren ten nutte voor<br />
uw verder leven, anderzijds reeds aanstonds<br />
actief zult kunnen werken ten bate van uw vaderland.<br />
Sinds 15 mei 1940 zijn vele maan<strong>den</strong><br />
verlopen. Maan<strong>den</strong>, waarin ons landje verder is<br />
meegesleurd in <strong>den</strong> groten maalstroom der<br />
beroeringen. Hoe zwaar de omstandighe<strong>den</strong> ook<br />
zijn, ons dierbaar vaderland mag en kan niet<br />
verloren gaan, indien een ieder zijn plicht blijft<br />
vervullen en alle Nederlanders er naar streven<br />
om eensgezind de moeilijkhe<strong>den</strong> het hoofd te<br />
bie<strong>den</strong>. Veel zal in komende tij<strong>den</strong> van u gevergd<br />
wor<strong>den</strong>, want gij behoort tot de jeugd op wier<br />
schouders de toekomst van Nederland voor een<br />
deel zal rusten. Gij zult daarom niet slechts<br />
moeten werken, gij zult moeten samenwerken,<br />
eendrachtig met vreugde en trots. Wilt gij leeren,<br />
welk een kameraadschap deze samenwerking kan<br />
geven, hoeveel kracht daarvan kan uitgaan,<br />
hoeveel vreugde ook het eenvoudigste werk,<br />
gezamenlijk en ten nutte van uw land en volk<br />
verricht, u zal schenken? Wilt gij een gezamenlijk<br />
Het roodomlijnde<br />
gedeelte op dit kaartje<br />
betreft het terrein ten<br />
noor<strong>den</strong> van de<br />
Ommerweg waarop de<br />
barakken van de<br />
Nederlandsche<br />
Arbeidsdienst wer<strong>den</strong><br />
gebouwd, anno 1941.<br />
25<br />
NAD Kamp Heemse<br />
geestelijk en lichamelijk<br />
versterkend kampleven<br />
medemaken, waarin gij<br />
zult wor<strong>den</strong> gevormd tot<br />
een Nederlander, die zijn<br />
plaats in de maatschappij<br />
waard zal zijn? Natuurlijk<br />
wilt gij dat! Welnu, lees<br />
nog eens de ingesloten<br />
folder, vult het aanmeldingsformulier<br />
in en ver-<br />
zend dit in de bijgaande<br />
enveloppe. Voeg u op<br />
deze wijze bij de vrijwillige<br />
lichting 1941 van <strong>den</strong><br />
Nederlandschen Arbeidsdienst.<br />
Gij zult er uw<br />
vaderland en uzelf een<br />
dienst mede bewijzen.’<br />
Het college van Ambt Har<strong>den</strong>berg werd in een<br />
brief van 21 januari 1941 verzocht om mede-<br />
werking te verlenen aan de bouw van een barakkenkamp<br />
voor legering van de Arbeidsdienst.<br />
De Rijksgebouwendienst had het oog laten<br />
vallen op een perceel grond ten noor<strong>den</strong> van<br />
de Ommerweg, gelegen in het aan te leggen<br />
recreatieoord tussen de huidige Bosweg en De<br />
Riet. Vanwege de grote spoed die er was om de<br />
Arbeidsdienst te kunnen installeren, werd verzocht<br />
om zo snel mogelijk aan te geven of de<br />
gemeente bereid was een gedeelte ervan voor een<br />
periode van vijf jaren te verhuren. De gemeenteraad<br />
besloot tien dagen later om het bewuste<br />
perceel, ter grootte van circa twee hectare, met<br />
ingang van 1 april onderhands te verhuren tegen<br />
een prijs van 50 gul<strong>den</strong> per hectare per jaar.<br />
Begin april werd gemeld dat de barakken,<br />
bestemd voor de kampen bij Heemse en Bergentheim,<br />
per binnenvaartschip waren verscheept en<br />
afgeleverd. De mannen kon<strong>den</strong> vervolgens aan<br />
de slag door de uit Duitsland afkomstige bouwpakketten<br />
in elkaar te zetten. Alle NAD-kampen<br />
ken<strong>den</strong> dezelfde inrichting. Ook in Heemse<br />
wer<strong>den</strong> tien werkersbarakken – twee keer vijf
stuks onder één dak – en twee kaderbarakken<br />
gebouwd en verder een barak voor de toiletten<br />
en wasplaats en een vrijstaande garage.<br />
In de keuken- en kantinebarak wer<strong>den</strong><br />
grote ketels geplaatst, waarin het eten<br />
voor de manschappen kon wor<strong>den</strong> bereid:<br />
twee ketels van 100 liter, een ketel<br />
van 80 liter en een ketel van 150 liter<br />
inhoud. De arbeiders kon<strong>den</strong> slapen<br />
in kribben op strozakken of stromatrassen<br />
en een deel van het hogere kader<br />
kon gebruik maken van de luxere<br />
spiraalbed<strong>den</strong> en kapokmatrassen.<br />
Vanzelfsprekend moest het kamp ook<br />
van stroom wor<strong>den</strong> voorzien. De kosten<br />
van de aanleg van het netwerk, het bouwen<br />
van een transformatorhuisje en de aansluiting op<br />
het bestaande elektriciteitsnet wer<strong>den</strong> geraamd<br />
op ruim tienduizend gul<strong>den</strong>. Het is aardig om te<br />
lezen wat men in die tijd rekende voor de<br />
levering van stroom. Aan vast recht betaalde men<br />
30 gul<strong>den</strong> per maand en voor het huren van de<br />
meter werd nog eens f. 2,50 berekend. De eerste<br />
3000 kilowattuur werd gerekend tegen acht cent<br />
per eenheid en alles wat men meer gebruikte,<br />
zou vijf cent per kilowattuur kosten. Er werd een<br />
bovengrondse aluminiumleiding aangelegd vanaf<br />
de sectiekast, staande bij de hervormde school in<br />
Heemse, naar het kamp. Het transformatorhuisje<br />
werd zo goedkoop mogelijk gebouwd, omdat<br />
het toch geen lange levensduur zou kennen.<br />
Door het huisje niet van steen maar van hout te<br />
bouwen en door het op te richten aan het einde<br />
van een hoogspanningskabel – waardoor men<br />
met de helft van de ruimte kon volstaan – werd<br />
flink bezuinigd. De IJsselcentrale moest verschillende<br />
kampen in de provincie aansluiten en<br />
daarom besloot de Rijksgebouwendienst om het<br />
huisje zelf te bouwen. Omtrent de juiste situatie<br />
van het barakkenkamp, de aanvang van de bouw<br />
en verdere bijzonderhe<strong>den</strong>; zou het gemeente-<br />
bestuur wor<strong>den</strong> geïnformeerd door ir. J.L. Witte<br />
van de Rijksgebouwendienst. Op kosten van het<br />
rijk werd een driehonderd meter lange, uit<br />
veldkeien bestaande, weg aangelegd vanaf de<br />
Ommerweg naar het kamp.<br />
De standaardindeling<br />
van een kamp.<br />
Aan de hand van dit<br />
soort folders<br />
probeerde<br />
commandant Breunese<br />
jongelie<strong>den</strong> te<br />
enthousiasmeren om<br />
zich vrijwillig te<br />
mel<strong>den</strong> voor de<br />
Arbeidsdienst.<br />
26<br />
Op 1 juli 1941 bleek nog niet alles gereed te zijn,<br />
maar het kamp was wel al in gebruik genomen.<br />
Op die datum verzocht E.M.F. Blom, onderhopman<br />
en waarnemend afdelingscommandant van<br />
Kamp Heemse, of men het zogenaamde plantsoenterreintje,<br />
gelegen tegenover het kamp,<br />
mocht gebruiken voor gymnastiek in de open<br />
lucht, omdat de daarvoor bedoelde barak nog<br />
niet klaar was. Het plantsoen maakte deel uit van<br />
het recreatieoord en werd gebruikt voor de<br />
gemeentelijke kwekerij. De opbrengst was echter<br />
zo gering geweest dat de gemeente het in voorgaande<br />
jaren al gratis had afgestaan aan om-<br />
wonen<strong>den</strong> om er een geit op te laten grazen. De<br />
gemeente besloot het terreintje voor een rijksdaalder<br />
per half jaar te verhuren aan de NAD.<br />
Zoals gezegd werd het tot dan toe vrijwillige<br />
karakter van de Arbeidsdienst in april 1942<br />
gewijzigd in een verplichte dienst, te vervullen<br />
door alle jonge Nederlanders. De kampen in<br />
Bergentheim en Heemse waren beide ingedeeld<br />
bij het dertiende korps in het vierde district.<br />
De jongemannen verrichtten ontginningswerkzaamhe<strong>den</strong>,<br />
maar ook wer<strong>den</strong> ze vanaf het<br />
moment dat de aardappeloogsttijd was aange-<br />
broken ingezet bij het ‘aardappelkrabben’. In een<br />
oud donkergroen legeruniform,<br />
met een schop over de schouder,<br />
marcheer<strong>den</strong> de jongemannen<br />
’s ochtends vroeg in ganzenpas<br />
van het kamp naar de werkterreinen<br />
en ’s avonds keer<strong>den</strong> ze vermoeid<br />
weer terug in hun barakken.<br />
Eind 1942 ontving het<br />
gemeentebestuur van Har<strong>den</strong>berg<br />
een lijst van personen die<br />
wer<strong>den</strong> opgeroepen om zich te<br />
mel<strong>den</strong> voor de verplichte arbeidsdienst.<br />
Uit de achttienjarige<br />
inwoners wer<strong>den</strong> de volgende<br />
jongemannen uitgeloot. Zij moesten<br />
zich begin 1943 mel<strong>den</strong> in de<br />
verschillende kampen:
Derk Bos, geb. 22-10-1924,<br />
Brucht, oproep voor kamp Gasselte<br />
Albert de Bruijn, geb. 02-10-1924,<br />
Bergentheim, oproep voor kamp Gaasterland<br />
Johannes Eikendal, geb. 28-11-1924,<br />
Har<strong>den</strong>berg, oproep voor kamp Zweeloo<br />
Dirk Fraterman, geb. 19-10-1924<br />
Slagharen, oproep voor kamp Gasselte<br />
Hermannus Hudepohl, geb. 19-11-1924,<br />
Slagharen, oproep voor kamp Westerbork<br />
Jan Huisman, geb. 25-10-1924,<br />
Mariënberg, oproep voor kamp Gasselte<br />
Hendrik Kampherbeek, geb. 15-11-1924,<br />
Heemse, oproep voor kamp Gasselte<br />
Johannes Hendrikus Kloppenburg, geb. 13-10-1924,<br />
Slagharen, oproep voor kamp Gasselte<br />
Jan Roelof Kosse, geb. 01-10-1924,<br />
Slagharen, oproep voor kamp Gasselte<br />
Derk Lassche, geb. 10-10-1924,<br />
Bergentheim, oproep voor kamp Westerbork<br />
Willem Lennips, geb. 04-10-1924,<br />
Venebrugge, oproep voor kamp Gasselte<br />
Hendrik Mulder, geb. 05-10-1924,<br />
Bergentheim, oproep voor kamp Gasselte<br />
Albertus Nieuwenhuis, geb. 26-10-1924,<br />
Bergentheim, oproep voor kamp Gaasterland<br />
Johannes Gerhardus Otten, geb. 20-11-1924,<br />
Brucht, oproep voor kamp Westerbork<br />
Wicher Pullen, geb. 24-11-1924,<br />
Brucht, oproep voor kamp Westerbork<br />
Hendrik Jan Schonewille, geb. 11-10-1924,<br />
Bergentheim, oproep voor kamp Gasselte<br />
Egbert Smit, geb. 16-11-1924,<br />
Slagharen, oproep voor kamp Westerbork<br />
Gerrit Jan Spijker, geb. 12-12-1924,<br />
Bergentheim, oproep voor kamp Ommen<br />
Albert Jan Westenberg, geb. 16-10-1924,<br />
Brucht, oproep voor kamp Gasselte<br />
Roelof ter Wijlen, geb. 09-10-1924,<br />
Brucht, oproep voor kamp Gasselte<br />
In 1943 verzocht hopman commandant J.H.C.<br />
Valckenier Kips, namens de Nederlandsche<br />
Arbeidsdienst, om toestemming voor het aanleggen<br />
van twee schuilloopgraven in een perceel<br />
gemeentegrond, gelegen ten oosten van het<br />
NAD-kamp. Dat stukje grond leende zich prima<br />
voor loopgraven, omdat het hoger lag dan het<br />
kampterrein en omdat het begroeid was met<br />
struikgewas en opgaand hout. De loopgraven<br />
zou<strong>den</strong> twee keer vijftig meter lang en ruim een<br />
halve meter breed wor<strong>den</strong>.<br />
Half maart 1943, min of meer op het hoogtepunt<br />
van de NAD, publiceerde de staf een volledige<br />
lijst van alle kampen met de kampnaam en de<br />
zogenaamde erenaam. Vooral die laatste toevoeging<br />
is interessant, omdat die erenaam bepaald<br />
werd door de kampleiding zelf. In de meeste<br />
gevallen wer<strong>den</strong> namen van beroemde Nederlanders<br />
gebruikt, van staatslie<strong>den</strong>, schilders,<br />
schrijvers et cetera. Het geven van erenamen aan<br />
de kampen was overgenomen van de Reichs<br />
Arbeitsdienst. In onze gemeente wer<strong>den</strong> de kampen<br />
‘geëerd’ met de namen Generaal van Heutz<br />
– voor het kamp op de Boomhof in Grams-<br />
bergen –, Joost van de Vondel – voor het kamp op<br />
de Ossenbroek in Bergentheim – en Johan<br />
Maurits graaf van Nassau-Siegen – voor het kamp<br />
in het Heemserveld bij Heemse.<br />
Ontspanning<br />
De mannen van de Arbeidsdienst die in de<br />
kampen Heemse, Bergentheim en Gramsbergen<br />
verbleven, kon<strong>den</strong> wekelijks in groepsverband<br />
gebruik maken van de Bad- en Zweminrichting<br />
‘de Marsch’ in Har<strong>den</strong>berg. De NAD had een<br />
contract met het bestuur van het zwembad afgesloten<br />
waaruit blijkt dat de jongemannen iedere<br />
zaterdag een paar uurtjes, van acht tot elf uur<br />
’s ochtends, gebruik mochten maken van de<br />
ba<strong>den</strong> van de Marsch. De kosten bedroegen<br />
twaalf en een halve cent per manschap per keer.<br />
Tij<strong>den</strong>s genoemde uren was het bad gereserveerd<br />
voor de NAD en kon er verder niemand gebruik<br />
van maken. Saillant detail: het zwemba<strong>den</strong>complex<br />
met het fraaie paviljoen was in 1934 aangelegd<br />
als werkverschaffingsproject.<br />
27<br />
Het NAD-kamp bij<br />
Heemse droeg de<br />
erenaam Johan<br />
Maurits graaf van<br />
Nassau-Siegen.
De Overval<br />
De Har<strong>den</strong>bergse NSB-burgemeester Overbeek<br />
rapporteerde op 30 juni 1944 aan de Commissaris<br />
van de provincie Overijssel dat daags ervoor<br />
een overval had plaats gevon<strong>den</strong> op het NADkamp<br />
in Heemse. Het kamp zou al wor<strong>den</strong><br />
opgeheven en in verband daarmee had het nog<br />
maar een bezetting van tien personen. De ‘bewoners’<br />
van het kamp waren al overgeplaatst naar<br />
de Noordoostpolder, tegelijk met die van de<br />
kampen te Overloon-Smakt, Staphorst, Ten<br />
Arlo, Gaasterland en Odoorn. Daar kon<strong>den</strong> ze<br />
aan het werk in de zware klei van de polder,<br />
terwijl ze gelegerd waren bij Lemmer en bij Urk.<br />
Maar liefst acht, met pistolen gewapende,<br />
overvallers had<strong>den</strong> de twee wachten overvallen,<br />
Op deze luchtfoto is<br />
het voormalig NADterrein<br />
rood omlijnd<br />
aangegeven.<br />
Het is nog altijd een<br />
open gebied in het<br />
huidige Gemeentebos.<br />
Anton Mussert, leider<br />
van de N.S.B., bevindt<br />
zich in de Voorstraat<br />
ter hoogte van café<br />
Leering. Hij inspecteert<br />
de ‘wacht’.<br />
De mannen die een<br />
schop presenteren,<br />
maken deel uit van<br />
de Nederlandsche<br />
Arbeids Dienst.<br />
28<br />
gekneveld en opgesloten. Vervolgens had<strong>den</strong> ze<br />
de commandant van het kamp, onderhopman<br />
en oud-Oostfrontstrijder Zuidersma, in zijn bed<br />
overvallen en gekneveld. De overigen kregen er<br />
niets van mee en waren ‘gewoon’ blijven slapen.<br />
De overvallers gelukte het om uit de zogenaamde<br />
rustkamer een grote hoeveelheid textiel te stelen,<br />
waaronder burgerkleding, ondergoed en uniformstukken,<br />
al met al een kleine vrachtwagen<br />
vol. De drie overvallers die de onderhopman<br />
bewaakten, had<strong>den</strong> gedurende ongeveer twintig<br />
minuten een politiek gesprek met de man<br />
gevoerd. Aan het einde van de brief aan de<br />
commissaris voegde Overbeek nog toe: Ich möchte<br />
bemerken, dass dieses Lager ungefähr drei kilometer<br />
vom Zentrum entfernt liegt, mitten im<br />
Wald und das im ganzen Umkreis kein Haus<br />
steht.<br />
Na de NAD<br />
De leegstaande barakken van het in 1944 door<br />
de NAD ontruimde Kamp Heemse wer<strong>den</strong> meteen<br />
na de bevrijding weer in gebruik genomen.<br />
Van 6 mei tot 24 juni 1945 wer<strong>den</strong> ze namelijk<br />
ingezet als verblijfplaats voor uit Duitsland<br />
gerepatrieerde personen, onder leiding van de<br />
afdeling Har<strong>den</strong>berg van het Rode Kruis. Dankzij<br />
bewaard gebleven correspon<strong>den</strong>tie uit die tijd
Deze fraai vormgegeven<br />
stoel is<br />
afkomstig uit het<br />
NAD-kamp in Heemse<br />
en maakt nu deel uit<br />
van de collectie van de<br />
Oudheidkamer. In de<br />
houten rugleuning is<br />
het symbool van de<br />
NAD afgebeeld: een<br />
schop, geflankeerd<br />
door twee gestileerde<br />
korenaren en het<br />
motto ‘Ick Dien’.<br />
– onder andere dagelijkse ‘staten van vertrek’ –<br />
weten we dat er honder<strong>den</strong> D.P.’s (displaced persons)<br />
kwamen en vertrokken. De geallieer<strong>den</strong><br />
had<strong>den</strong> in de verschillende concentratiekampen<br />
nog vele gevangenen kunnen bevrij<strong>den</strong> en die<br />
zochten hun huis en families weer op, zo goed en<br />
zo kwaad als dat ging. De repatriëringdienst,<br />
onder leiding van de heer B.J. Witpeerd uit<br />
Har<strong>den</strong>berg, hielp hen daarbij. Er waren dagen<br />
bij dat er niemand vertrok, maar op 15 mei<br />
bijvoorbeeld waren het maar liefst 82 personen.<br />
Zodra zich nieuwe D.P.’s meld<strong>den</strong>, wer<strong>den</strong> ze<br />
eerst geïnspecteerd op luizen en andere ongerechtighe<strong>den</strong>.<br />
Ze moesten namelijk ‘schoon’ de<br />
barakken in en schoon het kamp weer kunnen<br />
verlaten. Eind juni 1945 werd de repatriëringdienst<br />
opgeheven, omdat er zich nauwelijks nog<br />
mensen meld<strong>den</strong> die hulp nodig had<strong>den</strong>. Vervolgens<br />
werd Kamp Heemse overgenomen door de<br />
Grenswacht ‘Ol<strong>den</strong>zaal’. Op 27 juni werd een<br />
inventarisstaat opgemaakt van alle in het kamp<br />
aanwezige goederen, geregistreerd per barak. Zo<br />
weten we dat zowel de NAD als de repatriëringdienst<br />
van alles had<strong>den</strong> achter gelaten: 58 houten<br />
kasten, 2 brancards, 126 lege benzineblikken,<br />
28 bezemstelen, 1 mandfles vloeibare zeep, 3 zakken<br />
ongebluste kalk, 5 bussen en 1 mandfles ont-<br />
29<br />
smettingsmiddel, 1 zak ontluizingpoeder, 10 defecte<br />
accu’s, 4 defecte radio’s, 5 lege brandblusapparaten,<br />
12 kolenkitten, diverse schoppen,<br />
bezems en kruiwagens, 9 kachels, 1 bad, honder<strong>den</strong><br />
strozakken, tientallen kribben en spiraal-<br />
matrassen, tafels, krukjes en banken, 1 paard en<br />
1 vlaggenstok.<br />
Het Salland’s Volksblad meldde op 12 oktober<br />
1945 dat de Grenswachtdivisie was afgelost. De<br />
nieuwe bewoners van het kamp aan de Ommerweg,<br />
onder leiding van luitenant Van Baren, had<strong>den</strong><br />
de krant laten weten dat de vorige bewoners<br />
nogal wat spullen had<strong>den</strong> meegenomen. Dat<br />
waren met name dingen die men niet graag miste<br />
nu de winter eraan kwam, zoals gezelschaps-<br />
spelen. De krant plaatste daarop deze oproep:<br />
Wie van de bevolking nog iets heeft om de jongens<br />
bezig te kunnen hou<strong>den</strong> in de lange avon<strong>den</strong>,<br />
brenge dit naar het kamp. het zal dankbaar<br />
wor<strong>den</strong> aanvaard.<br />
In 1948 en 1949 wer<strong>den</strong> de barakken van het<br />
voormalige NAD-kamp afgebroken. De keukenbarak,<br />
de paar<strong>den</strong>stal en de kolenbergplaats<br />
kon<strong>den</strong> aan de gemeente wor<strong>den</strong> verkocht voor<br />
11.600 gul<strong>den</strong>. Op 8 juli 1949 meldde het<br />
Salland’s Volksblad dat een van de barakken uit<br />
het Kamp Heemse was aangekocht door de<br />
hervormde gemeente, om te dienen als eerste<br />
houten kerkgebouwtje in Radewijk. Daar heeft<br />
het dienst gedaan totdat het huidige gebouw, De<br />
Opgang, in gebruik genomen werd. De houten<br />
barak werd niet gesloopt, maar verkocht aan de<br />
familie Van der Veen. Zodoende staat tot op de<br />
dag van vandaag nog een bijna zeventig jaar oude<br />
barak van het vroegere Kamp Heemse aan de<br />
Noordoosterweg in Radewijk.<br />
Bronnen:<br />
- De Nederlandsche Arbeidsdienst 1940-1945,<br />
Willem F. van Breen, Walburg Pers, 2004<br />
- Gemeentearchief Har<strong>den</strong>berg: toegang 013 archief<br />
Ambt Har<strong>den</strong>berg, toegang 027 archief Rode Kruis<br />
afd. Har<strong>den</strong>berg, toegang 041 Zwem- en badinrichting<br />
De Marsch<br />
- Salland’s Volksblad: jaargangen 1945 en 1946.
STEPHANOTEN<br />
Nieuwe le<strong>den</strong><br />
Amsink, F., Grashof 44, 2403 VH Alpen aan <strong>den</strong> Rijn<br />
Bolks, G., Dr. H.J. Postlaan 14, 7691 BB Bergentheim<br />
Evers, J.H., Pieter Zeemanlaan 15, 8024 CG Zwolle<br />
Doorn-Nieuwenhuis, H.J.W., Boslaan 7, 7771 DP Har<strong>den</strong>berg<br />
Fransen, L., Hesselinkstraat 6, 7771 WE Har<strong>den</strong>berg<br />
Haar-Nijhoving, H. van der, Mariëndaal 65, 7544 NG Enschede<br />
Hakkers, G., Collendoornerdijk 1a, 7798 CJ Collendoorn<br />
Hamberg, H., J.C.J. van Speijkstraat 26, 7772 ZC Har<strong>den</strong>berg<br />
Hultink, J.H., Bruchterweg 83, 7772 BK Har<strong>den</strong>berg<br />
Lambers-Kuipers, F.B., Jac van Riemsdijkstraat 8, 7772 AS Har<strong>den</strong>berg<br />
Lenters, A., Jan van Arkelstraat 32, 7772 AP Har<strong>den</strong>berg<br />
Meinen, A., Rheezerweg 91, 7797 RJ Rheeze<br />
Nijenhuis-Bons, C., Salland 37, 7772 CX Har<strong>den</strong>berg<br />
Nijs, J.J.C. de, Meerwater 1, 7773 AZ Har<strong>den</strong>berg<br />
Reinders, J.H., Berkte Rondweg 6, 7784 DH Ane<br />
Resink-Leering, J.W., Ravelstraat 15, 8043 DC Zwolle<br />
Runhaar, J.H., Brinkberg 1, 7772 EL Har<strong>den</strong>berg<br />
Sierink, B.J., De Mulderij 111, 7772 HJ Har<strong>den</strong>berg<br />
Slot, H., Kanaalweg-Oost 53, 7691 CD Bergentheim<br />
Swankhuizen, J., Rozenheim 43, 7701 NC Dedemsvaart<br />
Trip, A., Kerkweg 6, 7691 AL Bergentheim<br />
Veurink, H.J., Maatdijk 1, 7696 BE Brucht<br />
Vroegindeweij-Takman, H.J., Gerard Doustraat 10, 7731 MX Ommen<br />
Nieuwe aanwinsten (boeken)<br />
- Inventaris Archief Cisterciënzer mannenklooster Klaarkamp bij Rinsumageest<br />
(1314-1576)<br />
- Verwijzingen naar Klooster Sibculo, van G. Zomer<br />
- 150 jaar openbaar onderwijs in Lutten (1858-2008)<br />
- Het pauperparadijs, van G. Bakker-Altena<br />
- 1 Bos wereldatlas (1969) en een Amstleven kaartenboek (1947),<br />
van fam. Merjenburg<br />
- Het boek van Rheeze en Diffelen (incl. CD-rom)<br />
- Wat nog niet in Dijkhuis staat, deel 1 en 2 (aanvullingen op het Twents<br />
Woor<strong>den</strong>boek)<br />
- Groot handwerkboek uit grootmoeders jeugd, van mevr. Schutte<br />
- De Scheppingsdagen, houtgravures van Dirk van Gelder, december 1950<br />
- 16 jaargangen Spiegel Historiael, van mw. Van der Lin<strong>den</strong><br />
Nieuwe aanwinsten (museum)<br />
- damestasje (rond 1900) met 1 portemonnee, een flesje mentha pastilles en een<br />
flesje geurolie<br />
- van fam. Kampman: 2 damesklapbroeken<br />
- van fam. G. Lenters: 2 kurkentrekkers en 1 wasbord<br />
- van fam. J. Woertel: 2 etalagebustes op standaard<br />
- van mw. Bril: 1 zeis, 1 typemachine en diverse kledingstukken<br />
- van fam. Olthof: 1 kinderledikantje uit 1930<br />
- van fam. Merjenburg :1 Voigtlander camera<br />
- van mw. T. Bakker: 6 bakblikken voor beschuitbollen<br />
- van mw. Van der Lin<strong>den</strong>: 1 Westerwald Steinzeug schenkkan met oor<br />
en poppenkleertjes<br />
- afd. Har<strong>den</strong>berg C.J.M.V: Vlag J.C. Samuel<br />
- 1 UNI boardsnijder voor zachtboard<br />
- een 7-tal boeken vermeld in 2008-3 wer<strong>den</strong> geschonken door mevr. W. Veldsink te Delft.<br />
Nieuwe aanwinsten (overig)<br />
- van mevr. Ekelmans: 2 groepsfoto’s landbouwwinterschool<br />
(bij afscheid J. Wind 1939 en klassenfoto 1934)<br />
- diverse anderen honder<strong>den</strong> foto’s, waarvan het niet mogelijk is om<br />
ze hier op te noemen en te beschrijven, maar blijft u a.u.b.<br />
komen met uw oude foto’s<br />
ACTIVITEITEN 2009<br />
Tweede kwartaal<br />
* De kleppertoer bustochten 2009 door het Vechtdal lopen weer ‘als een trein’. Op 12 augustus kon de<br />
3000ste deelnemer wor<strong>den</strong> verwelkomd. Halen we de 4000ste in dit jubileumjaar?<br />
* Op 12 juni namen 60 personen deel aan onze jaarlijkse dagexcursie, die dit jaar georganiseerd werd<br />
in samenwerking met de Heimatverein Uelsen. De deelnemers genoten van een interessante tocht naar<br />
het Stift in Wietmarschen en ‘kaffee mit kuchen’ bij de plaatselijke Heimatverein. In Lingen werd het<br />
fraaie Emsland Museum bezocht, een rondleiding door de oude binnenstad gevolgd en genoten van een<br />
speciale ‘Kivelingen’ lunch, herinnerend aan de historische stadswacht. Op de terugweg werd gestopt<br />
voor verfrissingen bij de Molen van Bels in Mander.<br />
* De werkgroep fotoherkenning krijgt veel reacties op de in ons blad, in De Toren en op RTV Har<strong>den</strong>berg<br />
gepubliceerde oude foto’s. Op deze manier wordt veel informatie voor het nageslacht vastgelegd.<br />
De werkgroep ontvangt graag uw oude foto’s. Ook kunt u ze door ons laten digitaliseren, waarna u het<br />
origineel vanzelfsprekend terug ontvangt.<br />
Tweede halfjaar<br />
* 5 september Kunstmarkt op het Wilhelminaplein; museum is geopend aan pleinzijde; vrijwilligster<br />
Annie Zijlstra geeft een demonstratie op het weefgetouw.<br />
* 12 september Open Monumentendag, gecombineerd met de viering van ons 25-jarig jubileum, met<br />
de gehele dag activiteiten in het centrum van Har<strong>den</strong>berg. De officiële opening op de nieuwe markt door<br />
burgemeester mr. W. Meulman. Het thema van de Open Monumentendag is ‘kaarten’ en in ons museum zal<br />
daarom een expositie van historische landkaarten wor<strong>den</strong> ingericht.<br />
* De Begrafenisvereniging Har<strong>den</strong>berg her<strong>den</strong>kt dit jaar haar 50-jarig jubileum. Samen organiseren we<br />
een aantal activiteiten: Op 24 september had<strong>den</strong> we gezamenlijk een lezing gepland in het LOC door Thea<br />
Kroeze over ‘begrafenisrituelen van vroeger’. Helaas heeft zij moeten afzeggen vanwege verplichtingen voor<br />
RTV-Oost. We proberen de lezing alsnog op een andere datum te laten doorgaan. Op 1, 2 en 3 oktober is er<br />
een gezamenlijke expositie in het LOC-gebouw.<br />
* 31 oktober De werkgroep Genealogie organiseert een genealogische dag in Zaal Mulder in Baalder.<br />
* 11 November De werkgroep Museum en tentoonstellingen organiseert een modeshow van kleding<br />
uit de ‘Collectie Nijenstede’, lokale klederdracht en he<strong>den</strong>daagse kleding in het LOC in samenwerking met<br />
het Alfa College.<br />
* 28 en 29 december de werkgroep Fotografie ontvangt u graag tij<strong>den</strong>s de fotoherkenningsdagen in<br />
onze studiezaal.<br />
Wisseltentoonstelling 2010<br />
De Werkgroep Tentoonstellingen heeft het plan om in 2010 een wisseltentoonstelling<br />
in te richten met als thema Verzamelingen.<br />
De werkgroep zou graag in contact komen met privé-verzamelaars van bijvoorbeeld poppen, postzegels,<br />
lucifermerken, kleding, porselein enz. die bereid zijn om hun verzameling gedurende het museumseizoen<br />
2010 tentoon te stellen in ons museum.<br />
Heel 30graag<br />
uw reactie per e-mail aan historiekamer@solcon.nl of telefonisch bij de contactpersoon van<br />
de Werkgroep tentoonstellingen Gerrie Stoel-Sierink, telefoonnummer 0523 262470.
Vechtstede Notarissen<br />
Postbus 62<br />
7770 AB Har<strong>den</strong>berg<br />
Scholtensdijk 20<br />
7771 CV Har<strong>den</strong>berg<br />
T 0523 261 941<br />
F 0523 262 786<br />
E info@vechtstede.info<br />
I www.vechtstede.com<br />
Beter Wonen<br />
MET<br />
GEVOEL<br />
VOOR HET<br />
VERLEDEN<br />
Stelling 7<br />
7773 ND Har<strong>den</strong>berg<br />
T 0523 - 285 285<br />
F 0523 - 285 200<br />
E info@beterwonenvechtdal.nl<br />
I www.beterwonenvechtdal.nl<br />
Olbo<br />
&<br />
MET<br />
FOCUS<br />
OP DE<br />
TOEKOMST<br />
Handelsstraat 60d-i<br />
7772 TR Har<strong>den</strong>berg<br />
Postbus 115<br />
7770 AC Har<strong>den</strong>berg<br />
T 0523 - 266 181<br />
F 0523 - 271 516<br />
E info@olbo.nl<br />
I www.olbo.nl olbo | thuis in alle media | S<br />
P O N S O R E N R O N D O M D E N H E R D E N B E R G H
<strong>Rondom</strong><br />
<strong>den</strong> Her<strong>den</strong>bergh<br />
Herkent u deze nog?<br />
Elk kwartaal publiceert de werkgroep fotografie op deze pagina een groepsfoto<br />
uit ons werkgebied, waarvan de namen van de personen (deels) niet bekend<br />
zijn. Wanneer u personen op deze foto herkent, wilt u de namen dan s.v.p.<br />
mailen naar: fotoherkenning.historiekamer@solcon.nl. U kunt natuurlijk ook<br />
even binnenlopen in de studiezaal of telefonisch contact opnemen met de<br />
vereniging, Voorstraat 34, in Har<strong>den</strong>berg, 0523-265624.<br />
32