25.01.2015 Views

Rondom bestand van 2003 20-3 dd 17-8-10 - Atlantis

Rondom bestand van 2003 20-3 dd 17-8-10 - Atlantis

Rondom bestand van 2003 20-3 dd 17-8-10 - Atlantis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong><strong>20</strong>03</strong> <strong>20</strong>/3 RONDOM DEN HERDENBERGH<br />

Tijdschrift <strong>van</strong> de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving<br />

Lidmaatschap € 14,00 per kalenderjaar<br />

Ledenadministratie en contributie: G. Wolbink, Alb. Risaeustraat 8c, 7772 AV Hardenberg,<br />

tel.: 0523-267036<br />

Secretariaat:<br />

Verenigingscentrum, bezoek- en informatieadres:<br />

Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg, tel.: 0523-265624<br />

Internet: www.historiekamer.nl E-mail:<br />

info@historiekamer.nl<br />

Bestuur:<br />

H. Hoving, voorzitter, Boslaan 34, Hardenberg, tel.: 0523-26<strong>20</strong>48<br />

E. Wolbink, secretaris/penningmeester, Hofweg 31, Hardenberg, tel.: 0523-268400<br />

Mevr. H. Reinders, A. Risaeusstraat 16, Hardenberg, tel.: 0523-266515<br />

Mevr. A. v.d. Kamp-Wildeboer, Polberg 59, Hardenberg, tel.: 0523-260093<br />

J.G.E. Sierink, Dennenkamp 8, Hardenberg, tel.: 0523-260443<br />

A. Pullen, Paasberg 46, 7772 DJ Hardenberg, tel.: 0523-263901<br />

Mevr. EG. Mulder-Scholtens, Van Raesfeltallee 14, 7773 AB Hardenberg, tel.: 0523-27<strong>10</strong>50<br />

Mevr. G. Bakker-Altena, Berlinerstrasse 61, 49824 Emlichheim, tel.: 0049-5943984544<br />

Mevr. D. Reefman, Hoornblad 15, 7772 MG Hardenberg, tel.: 0523-266241<br />

Redactiecommissie:<br />

Redactieadres:<br />

Mevr. D. Hesselink-Zweers Mevr. J. Luisman-de<br />

Jonge K. Oosterkamp, eindredacteur, tel.: 0523-<br />

263<strong>10</strong>4 A.de Roo<br />

Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg<br />

Bankrelatie:<br />

Rek.nr. 3849.47.824 bij Rabobank Hardenberg (Postrek.nr.v.d.Bank: 812263)<br />

POSTBANK rekeningnr. 2985515<br />

ISSN: 1380-3921<br />

INHOUD<br />

Van de redactie<br />

Groeten uit Hardenberg<br />

Plat Ni-js<br />

De kleermaker en het magere varken<br />

De Hessenkamp<br />

Niets nieuws onder de zon<br />

De pastorie <strong>van</strong> de Herv. Gemeente<br />

Salland's Volksblad derde kwartaal<br />

Mijn school- en kerkepad<br />

pag.<br />

1<br />

K. Oosterkamp 2<br />

J. Luisman-de Jonge 7<br />

J. Bosch 11<br />

K.Oosterkamp 15<br />

E. Wolbink en A.C.A. Pullen <strong>17</strong><br />

A. de Roo 23<br />

D. Hesselink-Zweers en E. Wolbink 26<br />

G. Jonkhans-Kampman 28<br />

Bijdragen voor het volgende nummer uiterlijk op 5 november <strong><strong>20</strong>03</strong> inleveren.<br />

Het overnemen <strong>van</strong> artikelen of gedeelten daar<strong>van</strong> uit dit tijdschrift mag alleen na daartoe verkregen<br />

toestemming <strong>van</strong> de redactie.


Van de redactie<br />

Allereerst moet u de Groeten uit Hardenberg hebben, een schets <strong>van</strong> de muurschildering en haar<br />

maker. De personen dragen op de oude foto en op de muur zo te zien schoenen: ze waren dan ook<br />

op netjes, door de week werden meestal klompen gedragen. In de rubriek Plat Ni-js kunt u lezen<br />

hoezeer dit "schoeisel" sporen heeft nagelaten in onze streektaal.<br />

De heer Bosch kijkt in zijn bijdrage over kleermakers terug op drie generaties voorgeslacht die dit<br />

inmi<strong>dd</strong>els verdwenen beroep of ambacht in Hardenberg uitoefenden.<br />

In het artikel "Niets nieuws onder de zon" belichten de auteurs enkele historische nieuwsfeiten die<br />

opdoken uit de archieven, waarmee we dan even over de oude gemeentegrens in Gramsbergen<br />

gaan buurten.<br />

De heer De Roo voegt in zijn bijdrage over de Herv. Pastorie een vervolg toe aan zijn kerkelijke<br />

geschiedschrijving <strong>van</strong> Heemse.<br />

Het huis De Hessenkamp komt aan de orde in de serie Huizen <strong>van</strong> naam en ook treft u weer een<br />

collage aan <strong>van</strong> krantenartikelen <strong>van</strong> een eeuw geleden.<br />

Tenslotte maakt mevrouw Jonkhans-Kampman ons uitvoerig deelgenoot <strong>van</strong> haar herinneringen<br />

uit de jaren '30 <strong>van</strong> de vorige eeuw. In een volgende aflevering <strong>van</strong> ons tijdschrift zal het tweede<br />

deel gepubliceerd worden.<br />

Christelijke Muloschool met onderwijzerswoning aan de Gramsbergerweg te Hardenberg.<br />

1


Groeten uit Hardenberg, een<br />

muurschildering <strong>van</strong> Ab Bout<br />

(beelden <strong>van</strong> ons 4)<br />

De bevolking <strong>van</strong> Hardenberg kreeg op 28 juli 1982 een mooie prentbriefkaart toegezonden <strong>van</strong><br />

de beeldende kunstenaars A. Bout (Slagharen) en W Wiegerinck (Goor) en burgemeester Van<br />

Splunder die zich voor deze gelegenheid <strong>van</strong> zijn dichterlijke kant liet zien. De ansichtkaart werd<br />

afgeleverd op de achtermuur <strong>van</strong> de Historiekamer aan het Wilhelminaplein.<br />

K. Oosterkamp<br />

Groeten uit Hardenberg<br />

De muurschildering<br />

Tijdens de kunstweek in juli 1982, een initiatief<br />

<strong>van</strong> de Culturele Raad en Hardenberg<br />

Klepperstad, vonden er in Hardenberg diverse<br />

kunstzinnige activiteiten plaats, waaronder het<br />

maken <strong>van</strong> een grote wandschildering aan de<br />

buitenkant <strong>van</strong> de toenmalige Oudheidkamer.<br />

Het ontwerp was <strong>van</strong> de heer A. Bout uit<br />

Slagharen en bij de realisatie werd hij bijgestaan<br />

door de heer W. Wiegerinck uit Goor.<br />

Daartoe werd de muur eerst behandeld met<br />

een laag muurverf waarop de tekening door<br />

mi<strong>dd</strong>el <strong>van</strong> een raster werd overgebracht. De<br />

voorstelling werd verder met acrylverf ingeschilderd<br />

en met een coating beschermd tegen<br />

weersinvloeden.<br />

Het ontwerp was geïnspireerd op een oude<br />

foto uit de jaren '<strong>20</strong> waarop de kerkgangers in<br />

Heemse in een grote groep geposeerd staan<br />

voor de Hervormde Kerk. Vooraan links staat<br />

ds. Van Elden in toga met witte bef, terwijl de<br />

mannen en vrouwen er keurig bij staan in hun<br />

zondagse dracht. Voor het ontwerp voor de<br />

2


muurschildering selecteerde Ab Bout een elftal<br />

uit de grote groep: we tellen vier vrouwen, zes<br />

mannen en een jongen. De vrouwen allemaal<br />

met een nette schort voor en de "kneepiesmusse"<br />

op het hoofd, de mannen met<br />

stropdas keurig in het pak en met de pet op, de<br />

jongen trouwens ook. De dominee is herkenbaar<br />

aan toga en bef. Ze staan een beetje stijfjes<br />

op een rij en kijken ons aan <strong>van</strong>uit het verleden,<br />

maar de snit <strong>van</strong> de kleding is toch wel<br />

wat gemoderniseerd vergeleken bij de oude<br />

foto.<br />

dat zo in de smaak viel dat het op de adreszijde<br />

werd opgenomen.<br />

Toen kunst nog Kunst was kwam ik er echt niet<br />

aan te pas nu kunst gewoon kunst is ontdek ik<br />

het vernis Vroeger kwamen gewone mensen<br />

niet toe aan het bekijken <strong>van</strong> kunst: die lag<br />

verstopt achter een vernislaag <strong>van</strong> artistieke en<br />

elitaire dik-doenerij, nu kan iedereen, ook<br />

gewoon op straat, naar kunst kijken en is kunst<br />

democratisch geworden, althans volgens de<br />

toenmalige<br />

Een oude foto als inspiratiebron<br />

Wil de kunstenaar soms zeggen dat de geportretteerde<br />

groep toch ook representatief is voor<br />

nu: nog steeds wat stijf in het optreden, wat<br />

weinig spontaan, wat strak in de leer - zeker<br />

onder het toeziend oog <strong>van</strong> de dominee Niet<br />

alleen toen, maar nog steeds doordrongen <strong>van</strong><br />

de ernst <strong>van</strong> het bestaan! In dat geval geeft de<br />

muurschildering niet alleen een historisch<br />

beeld <strong>van</strong> de bevolking, maar ironiseert dan<br />

ook de tegenwoordige mentaliteit, die <strong>van</strong>wege<br />

het oplichten <strong>van</strong> de linkerbenedenhoek een<br />

beetje op de tocht komt te staan. Ook de<br />

adreszijde is afgebeeld: Aan De Bevolking <strong>van</strong><br />

Hardenberg. De heer L. A. <strong>van</strong> Splunder,<br />

burgemeester <strong>van</strong> Hardenberg, raakte zo<br />

enthousiast voor deze manifestatie dat hij een<br />

door hem gemaakt gedicht aanbood<br />

hoogste ambtsdrager <strong>van</strong> de gemeente<br />

Hardenberg.<br />

Ab Bout, beeldend kunstenaar<br />

Ab werd in 1940 in Hilversum geboren. Zijn<br />

vader had een functie bij de gemeente en had<br />

weinig of geen gevoel voor kunst. Hij had het<br />

dan ook meer meegekregen <strong>van</strong> moederskant<br />

dat hij op de lagere school al opviel <strong>van</strong>wege<br />

zijn mooie tekeningen. Een toets voorspelde<br />

dan ook een aardige toekomst voor hem via<br />

het mi<strong>dd</strong>elbaar onderwijs en de kunstacademie.<br />

De tijdsomstandigheden waren er echter<br />

niet naar en naar vaders oordeel bood een vak<br />

als huisschilder meer zekerheid voor de toekomst.<br />

Het werd dus ambachtsschool en<br />

nadien werken bij een baas. Zo werkend leer-<br />

3


de hij wel ambachtelijk met verf omgaan, maar<br />

het artistieke bloed probeerde toch een adertje<br />

te vinden: Ab wist het voor elkaar te krijgen<br />

om een aantal jaren achtereen avondlessen te<br />

volgen op de Vrije Academie in Laren. Vier<br />

keer per week volgde hij gretig de lessen en<br />

ademde op de academie vooral de<br />

impressionistische stijl in. De onvrede met het<br />

huisschildersvak bereikte een hoogtepunt toen<br />

hij aan het werk op een la<strong>dd</strong>er tijdens vrieskou<br />

<strong>van</strong> een bewoonster <strong>van</strong> het pand een kop koffie<br />

kreeg aangereikt. Zijn verkleumde handen<br />

pasten nauwelijks om de kom, maar vorstverlet<br />

zat er niet in naar de mening <strong>van</strong> de baas. Ab<br />

kapte ermee en ging naar huis om niet terug te<br />

komen. Na eenjaar assistent geweest te zijn bij<br />

de cineast Louis <strong>van</strong> Gasteren, kreeg hij werk<br />

bij de toenmalige NTS als decorbouwer en -<br />

schilder. Het was in het begin <strong>van</strong> de jaren '60:<br />

de televisie stond nog in de kinderschoenen en<br />

de meeste zaken moesten nog worden bedacht,<br />

ontwikkeld en improviserend uitgevoerd. Het<br />

was een hectische periode, spannend en<br />

uitdagend: Ab was betrokken bij de decors <strong>van</strong><br />

producties die ook nu nog bij menigeen<br />

plezierige herinneringen oproepen: Pipo de<br />

clown, Swiebertje, de Rudi Carellshow, ..<br />

Opnieuw, of nog steeds, probeerde hij op de<br />

Academie zijn teken- en schilderstalent verder<br />

te ontwikkelen.<br />

Ab Bout<br />

Toen de rommelige begintijd bij de televisie<br />

plaatsmaakte voor een wat strakker en professioneler<br />

aanpak, kreeg Ab het een beetje<br />

benauwd en zocht en vond in 1968 wat anders:<br />

de firma Bemboom in Slagharen bouwde aan<br />

het Ponypark en daar moest <strong>van</strong> alles<br />

gebeuren, ook decorschilderen. Inmi<strong>dd</strong>els was<br />

hij ook getrouwd en het jonge paar vestigde<br />

zich op een landelijke locatie in de schaduw<br />

<strong>van</strong> het Ponypark. Tot 1983 werkte Ab Bout<br />

bij de firma Bemboom. Toen in die laatste<br />

jaren nieuwe attracties steeds meer kant-enklaar<br />

werden aangekocht en geplaatst, werd<br />

Ab voor steeds meer uiteenlopende<br />

werkzaamheden ingezet, waardoor mede zijn<br />

verlangen groeide om eindelijk toe te geven<br />

aan een oude, steeds aanwezige, wens om<br />

"voor zichzelf te beginnen", om zich te vestigen<br />

als vrije kunstbeoefenaar. In 1983 waagde<br />

hij het erop en om voor zichzelf de stap nog<br />

beter te kunnen motiveren volgde hij op de<br />

zaterdagen teken- en schilderlessen aan de<br />

kunstacademie Minerva te Groningen. Hij<br />

kreeg daar o. a. les <strong>van</strong> de heer Anton F. J.<br />

Buytendijk die zijn artistieke leven ook begonnen<br />

was in 't Gooi. Ook Buytendijk was<br />

impressionistisch begonnen, maar in de jaren<br />

'50 en '60 was zijn vorm- en kleurgebruik<br />

steeds expressionistischer geworden. Deze<br />

ontwikkeling maakte het mogelijk dat<br />

Buytendijk in 1941 werd toegelaten tot de<br />

Groninger kunstgroep De Ploeg. Ab Bout<br />

maakte Buytendijk mee als docent aan<br />

Minerva, waar hij uiterst strenge eisen stelde<br />

aan het academisch en realistisch schilderen.<br />

De schilder diende allereerst zijn ambacht te<br />

beheersen en de dingen natuurgetrouw te kunnen<br />

schilderen alvorens hij er stilistisch wat<br />

mee ging doen: eerst vormen voordat er gedeformeerd<br />

mocht worden. Bout erkende in<br />

Buytendijk zijn grote leermeester en herkende<br />

in hem zijn eigen artistiek concept. Ab Bout is<br />

eigenlijk altijd de figuratie trouw gebleven,<br />

abstract werk kon hij beslist wel waarderen,<br />

maar hij voelde weinig drang om zelf dat pad<br />

op te gaan. Toch kopieerde hij de<br />

werkelijkheid niet, er moest wel het een en<br />

ander mee gebeuren aan vervreemding, vervorming<br />

en stilering, intensivering <strong>van</strong> kleur.<br />

4


Er moest een zekere spanning ontstaan tussen<br />

afbeelding en interpretatie. Het schilderij moest niet<br />

alleen schilderij zijn, het moest boven die realiteit<br />

uitstijgen en uitnodigen tot een andere en nieuwe<br />

interpretatie <strong>van</strong> de werkelijkheid. Om het<br />

schilderkunstig te formuleren: het landschap of<br />

portret moest niet alleen figuurlijk, maar ook<br />

letterlijk uit de verf komen. In 1976 had hij zich<br />

aangesloten bij de Hoogeveense Schilderskring, een<br />

vijftal schilders die zich vooral lieten inspireren<br />

door het landschap en samen naar<br />

expositiemogelijkhe-den zochten. In 1981<br />

exposeerde de groep met een lustrumtentoonstelling<br />

in De Tamboer in Hoogeveen onder het thema<br />

"Drenthe in beeld". De argeloze bezoeker die<br />

misschien sfeervolle, impressionistische<br />

landschappen had verwacht, werd opgeschrikt door<br />

het palet <strong>van</strong> Ab Bout: Zijn aquarellen zijn zo<br />

afschrikwekkend <strong>van</strong> kleur dat de meeuwen die erop<br />

afgebeeld zijn de indruk geven haastig veiliger<br />

oorden te willen opzoeken, een citaat uit een<br />

recensie dat duidelijk zijn expressionistische<br />

kleurkeuze markeert. Dit schokt waarschijnlijk des<br />

te meer in aquarellen, een techniek die zich immers<br />

bij uitstek leent voor het sfeervolle,<br />

impressionistische plaatje. Vanaf het begin <strong>van</strong> de<br />

jaren '90 ging Ab Bout verder door op het concept<br />

<strong>van</strong> de transparantie. Een aquarel is transparant<br />

<strong>van</strong>wege de toegepaste techniek, maar beeldt toch<br />

vaak " slechts" de oppervlakte uit. Transparantie kan<br />

echter ook inhouden dat je door de oppervlakte heen<br />

kijkt naar een onderliggende of achterliggende<br />

realiteit. Het schilderij kan dan a.h.w, de functie<br />

krijgen <strong>van</strong> een icoon: een vensterluik met een<br />

doorkijk naar een andere wereld. De wereld die zich<br />

aan Bout opdrong, bestond uit beelden, fragmenten,<br />

ideeën uit de Egyptische Oudheid, Mi<strong>dd</strong>eleeuwen,<br />

Renaissance, maar ook uit flarden <strong>van</strong> de lokale<br />

historie. Van deze kennismaking met de<br />

(kunst)geschiedenis en delen <strong>van</strong> ons collectieve<br />

geheugen probeerde hij, als postmoderne<br />

kunstenaar, op zijn persoonlijke en originele manier<br />

beeldverslag te doen. Zijn schilderijen kregen<br />

daardoor een bijna magisch-realistisch karakter: het<br />

verleden dringt zich door in onze werkelijkheid,<br />

zonder dat altijd precies duidelijk is hoe we<br />

het moeten duiden. Daardoor blijft ruimte over voor<br />

fantasie, verbeelding en het geheim. In zijn eigen<br />

woorden: "Als schilder krijg je het onvoorspelbare<br />

aangereikt en je wordt zo een toeschouwer, die zich<br />

verwondert" Zo heeft hij opnieuw landschappen<br />

gemaakt, in lagen opgezet, zodat je de<br />

ontstaansgeschiedenis kunt lezen en de eerste<br />

penseelstreek nog zichtbaar is, soms geassembleerd<br />

met materiaal aangetast door de tijd en opgenomen<br />

in een nieuw geheel.<br />

Zo maakt hij ook zijn portretten: niet strevend naar<br />

een oppervlakkige gelijkenis, maar zoals<br />

Vrouwenportret door A. Bout<br />

Frans Lavell, vriend en dichter, het treffend<br />

formuleerde<br />

Je hebt gezichten waar je langs kijkt<br />

Dat zijn de meeste gezichten.<br />

Tijdens een wandeling door een stad<br />

zie je honderden gezichten.<br />

Je kijkt erlangs,<br />

Maar niet erin.<br />

Ab Bout wil met ons in een gezicht kijken.<br />

Onder de huid. En nog dieper.<br />

5


Alsof hij met zijn penseel gedachten wil lezen. Zou<br />

dat kunnen Gedachten schilderen zodat het<br />

gezichten worden Ab Bout kan dat. Want kijkend<br />

naar zo 'n portret word je geconfronteerd met je<br />

eigen gedachten.<br />

Alsof het een spiegel is. "Wie ben ik"<br />

vraag je die spiegel. "Kijk maar goed", is<br />

het antwoord.<br />

Het artistieke credo <strong>van</strong> Ab Bout is: "Schilderen is<br />

een schilderij laten ontstaan, niet maken". Het<br />

schilderij volgt zijn eigen kunstzinnige weg, de<br />

kunstenaar is "slechts" de ambachtsman die door de<br />

kunst geleid en bestuurd wordt. In vele<br />

kunstkritieken wordt inderdaad in Bout de<br />

ambachtsman herkend: daarvoor had zijn opleiding<br />

het eerste fundament gelegd, de academielessen<br />

ha<strong>dd</strong>en het uitgebouwd en Bout had het zelf door<br />

zijn veelzijdige en veelsoortige ervaring voltooid.<br />

Tegelijk is vrijheid zeer essentieel voor zijn<br />

kunstenaarschap: hij bereikte voor een groot deel<br />

zijn ideaal: het vrije, ongebonden kunste-<br />

naarschap en belichaamde daarmee een typische<br />

kunstenaarsparadox: vrij zijn om de kunst<br />

dienstbaar te zijn.<br />

Tenslotte<br />

De muurschildering aan het Wilhelminaplein<br />

geeft nog steeds een beeld <strong>van</strong> ons, misschien<br />

wel met enige ironie, maar toch! Het is echter<br />

wel bijzonder dat we haar nog kunnen bewonderen:<br />

in eerste instantie was ze bedoeld als<br />

een tijdelijke, ludieke "stunt". Het craquelé<br />

waarmee de gehele voorstelling langzamerhand<br />

doortrokken raakte, was dan ook niet<br />

bedoeld om een antieke uitstraling te bewerkstelligen,<br />

maar was een teken dat de muur<br />

onder de schildering verder erodeerde. De<br />

recente poging om haar te restaureren heeft<br />

helaas niet geleid tot een bevredigend resultaat:<br />

zowel de kleuren als de vormen wijken af<br />

<strong>van</strong> het origineel en dit is in strijd met wat men<br />

met een restauratie dient te beogen. Een<br />

nieuwe en meer verantwoorde poging lijkt<br />

daarom aan te bevelen.<br />

Met dank aan de heer A. Bout<br />

6


"Plat ni-js"<br />

Wie vrogger zölf klompen edragen hef mut er maar is rustig bi-j goan zitten en lezen wat wi-j as warkgroep<br />

bi-j mekare harkt hebt over klompen. "Wat ku'j doar nou over vertellen" zu'j oe ofvroagen. Ja, een klomp is<br />

maar een klomp en d'r is gien gewoner veurwarp dan een klomp maar een klomp is in 't verleden zo<br />

verweven ewest met oons dagelijks bestoan ( en nog) dat wi-j besleuten een dialect-ode an de klomp te<br />

wijden!<br />

J. Luisman - de Jonge<br />

Gezegdes<br />

Dat ku 'j op de klompen wel anvulen Schrief 't maar<br />

onder de klompen (dat ku'j wel vergeten)<br />

Klompen uut dezölfde wilge (dezölfde karakters;<br />

breurs en zussen)<br />

Klompen alvaste noar 't bejoardenhuus sturen (oe<br />

op tied in loaten schrieven ) Doar wi 'k nog gien<br />

paar olde klompe hebben stoan ( argens niet willen<br />

wonen ) Nou brek mi-j de klomp! Din mut wat met<br />

de klomp veur 't gat hebben Alle holt is gien<br />

klompenhok Gien olde klompe weggooien veurda 'j<br />

ni-jen hebt<br />

As 't bord kepot is mu 'j uut 'n klomp etten<br />

(waarschuwing: veurzichtig met "potgoed") Hi-j hef<br />

'n vel veur de kop as 'n klomp dikke Din hef<br />

hazenhoar in de klompe (die kan hard lopen)<br />

Dan kom ik in de klompe (-klemtoon op ik-dan<br />

neem ik moatregels) Hi-j stiet op zien recht as 'n<br />

boer op ziene klompe<br />

Klompenkarkie (name veur karkies woar de mensen<br />

vrogger op klompen hen gungen) Kom, ik goa mien<br />

klompen is wegbrengen (ik goa op huus an)<br />

's oamds, veurdat ze noar be<strong>dd</strong>e gung, eerst nog<br />

even de klumpies <strong>van</strong> heur kroost um te kieken of<br />

ze d'r allemoal waren. De klumpies stunden<br />

allemoale netties op de riege in de ziedegaank. "Ien<br />

paar klumpies, twie paar klumpies, drie paar<br />

klumpies, veer paar klumpies" klunk het dan, totdat<br />

ze ze alle zeum eteld had. Maar op een kwoade<br />

oamd telden zi-j maar zes paar klumpies. O, grote<br />

schrik, de klumpies <strong>van</strong> heur kleinste stunden d'r<br />

niet! Woar kun dat kearltien toch ween! Allemoale<br />

holpen ze met zuken totdat Sientie, de oldste,<br />

opiens reup: "Mu'j now is kommen kieken, oes<br />

klein Johannegie lig met de klumpies an in be<strong>dd</strong>e!"<br />

Oeze Johannegie lig met de klompies aan in be<strong>dd</strong>e<br />

Anekdote<br />

Zeuven paar klumpies<br />

Henny Reinders herinnert zich een toneelstuk-kie<br />

uut heur schoeljoaren: In Boalder worden de kinder<br />

het toneelspöllen met de papleppel in egötten. 't Zal<br />

ongeveer net noa 'n oorlog ewest hebben dat de<br />

kinder <strong>van</strong> de hoogste klasse een stukkie opvoerden<br />

met Sunterkloas en dat hietten: "Zeum paar<br />

klumpies" Het gung over een gezin woar de kinder<br />

zo trapsgewieze opgruiden. Moe telden<br />

Toen in 1905 de spoorlijn d'r lag, gung een olde<br />

veekoper veur 't eerste met de trein noar<br />

7


de Zwolse markt. Hi-j begaf zich noar 't station<br />

in Maai'nbarg, kochten een kaartie en wachtten<br />

op de trein. Thuus deud e altied de klompen<br />

uut veurdat e de kokken in gunk dus uut macht<br />

der gewoonte leut e zien klompen op 't perron<br />

stoan en stapten in de trein. Bi-j 't uutstappen in<br />

Zwolle keek e verwonderd um zich hen en<br />

reup: "Woar bint miene klompen "<br />

Klompendaans<br />

In Gerrit <strong>van</strong> Faassen zien geheugen daanst<br />

nog <strong>van</strong> alles rond over klompen: Het gebeurden<br />

in 't leste <strong>van</strong> de oorlog. Alles was betuun<br />

ewörden en 't volt ok barre tegen um an goeie<br />

klompen te komen. Sommigen leuten ze<br />

maken <strong>van</strong> elzenholt. Dat waren slechte klompen,<br />

't Holt was lange niet toai genog. In<br />

Lutten was een man, Jakob, die nog een paar<br />

ni-je klompen <strong>van</strong> elzenholt op reserve had<br />

stoan. Die had e bi-j Tromp in Oane loaten<br />

maken. In de zomer <strong>van</strong> '45 was e ze kwiet. Ze<br />

waren nargens te vinden. En umda'j d'r dan<br />

heilig <strong>van</strong> overtuugd bint da'j ze zölf niet weg<br />

emaakt hebt, kreg doar vake een aander de<br />

schuld <strong>van</strong>. D'r waren 's winters nogal wat<br />

trekkers an de deure ewest uut 't westen <strong>van</strong> 't<br />

laand (etenhaalders) en die kregen 't op de<br />

schuld. Ja, want doar zat <strong>van</strong> allerlei volk<br />

onder. De oorlog was verbi-j en de zomer ok.<br />

De eerappels waren ekrabd en mussen in de<br />

koele emaakt worden of ze kwamen terechte in<br />

't eerappelkeldertie onder de be<strong>dd</strong>estee. Oonze<br />

Jacob zal wel heel beteuterd ekeken hebben<br />

toen e doar in een hoekie zien elzen-holten<br />

klompen zag stoan! A'j de roef <strong>van</strong> de klompe<br />

ha<strong>dd</strong>en of een barste d'r in, kwamp er een<br />

baandtie umme. Die zatten op 'n kartonnen<br />

kaartie. Iezeren baand-ties met stikkels. Die<br />

worden eerst an iene kaante <strong>van</strong> de klompe<br />

met een Spiekertie vaste ezet en dan strak over<br />

de roef met die stikkels in 't holt vaste<br />

etimmerd en ie kunnen weer een hele poze<br />

vedan. Ie kunnen netuurlijk ok gewoon een<br />

stukkie dun iezerd-road gebruken. Dan mos ie<br />

eerst met een fien zagie (een toffelzagie of een<br />

kapzagie) een ondiep speurtie in de roef zagen<br />

woar dat iezerdroadtie net half in kun liggen.<br />

Ie kunnen<br />

het droadtie ok nog strak spannen met de leste<br />

schuun ingeslagen spieker. As een old boasie<br />

bi-j de winterdag wat um handen wol hebben,<br />

gung e doken maken veur onder de dakpannen,<br />

(bossies stro) Teglieke vlocht e dan ok wat<br />

strooien matties veur in de klompen. ( zgn<br />

strogies) Lekker warm an de voeten. (Ik doe d'r<br />

trouwens altied een stukkie vloerbedekking in.<br />

Even mit de kousevoeten op zo'n overgebleven<br />

stukkie tapijt en dan mit een viltstifte rondum<br />

de voete de moate ofteken. Dat giet gauwer<br />

dan zo'n stromattie en 't löp nog lekkerder.) As<br />

er veur een gezin meerdere paren klompen<br />

ekocht mussen worden in een aandere plase en<br />

de kinder zölf niet mee kunnen goan um te<br />

passen, dan worden d'r een meetlattie emaakt<br />

<strong>van</strong> een holtie of <strong>van</strong> een takkie uut de boom.<br />

Dan kocht ie in ieder geval klompen in de<br />

goeie moate.<br />

Luuksie<br />

Tegenwoordig he'j allerlei wapentuug maar<br />

vrogger worden ruzies vake met de klomp uut<br />

evöchten. Luuksie was zo'n vechtersbaas. As<br />

stille getugen lagen d'r dan noa schoeltied een<br />

bultie spoanders bi-j d'achterdeure. As zien va<br />

thuus kwaamp wus die wel weer hoe late of 't<br />

was.<br />

Marie vertelt<br />

In Banthem waren vrogger twee klompenmakers,<br />

Schuurman en Meijerink (en Lammers in<br />

Bruchte). Uut pöppels en wilgen worden de<br />

beste klompen emaakt.<br />

D'r was verschil in vrouwluuklompen en manluuklompen.<br />

Vrouwen ha<strong>dd</strong>en lege klompen<br />

met 'n leertie d'r over, ok wel tripklompen<br />

enuumd. Ie ha<strong>dd</strong>en klompen met puntige of<br />

stompe neuzen, ('t verschil worden ie gewaar<br />

a'j er een schup met onder 't gat kregen) In<br />

kinderklompies zaten opzied kleine gaties<br />

woar een blauw lintie of een veter deur kon die<br />

um de enkelties vaste emaakt worden. Zodra<br />

een kind kun lopen kreeg 't een paar klompies<br />

an.<br />

A'j een klompe kepot ha<strong>dd</strong>en dan gung ie noar<br />

de buren um te vroagen of zi-j nog een passende<br />

klomp veur oe ha<strong>dd</strong>en want iederiene<br />

8


ewaren olde klompen. D'r worden niet gauw<br />

wat weg egooid. Een klomp zonder roef was<br />

ok nog geschikt as voerbakkie veur de katte of<br />

de hond. En as een klomp helemoale noar de<br />

knoppen was, ko'j er altied nog de kachel met<br />

anmaken! Ze worden ok ebald. Dat is stukkies<br />

leer d'r onder zetten met pinnegies of<br />

spiekerties. Dan sleten ze niet zo gauw. As 't<br />

gezin binnen de poste was, stunden de<br />

klompen op de deile of buten bi-j de achterdeure<br />

netties noast mekare of schuun op<br />

mekare en as 't regende lagen ze op de kop.<br />

Klompen worden ok eschoerd. Met een heideboender,<br />

water en fien wit zaand. Doarnoa<br />

insmeren met kleizaand, krietwit of vim.<br />

Sommigen streken d'r zovölle op da'j bi-j het<br />

dragen de onderste raand <strong>van</strong> de bokse nog wit<br />

ha<strong>dd</strong>en. De klompen stunden te dreugen op 't<br />

melkrikke of op het tuunhekke. (Noast de<br />

pispot) A'j in de mo<strong>dd</strong>er of de mest elopen<br />

ha<strong>dd</strong>en, dan schraapten ie de blubber d'rof op<br />

de schuppe zonder de klompen uut te doen. Bij<br />

het dragen <strong>van</strong> dik bestopte sokken waren de<br />

klompen oe vake te klein, (en a'j lange nagels<br />

op de tienen ha<strong>dd</strong>en ok!) Een klomp<br />

was ok ideaal um eerappels te stampen ......<br />

rauwe ni-je eerappels, zo <strong>van</strong> 't laand, in 'n<br />

emmer met water en dan rossen met de klomp.<br />

(Olderwetse schrapmethode!) Veur schoeltied<br />

zetten moe de klompies in de oaven <strong>van</strong> 't<br />

fenuus. Dan gung ie met warme voeten <strong>van</strong><br />

huus. Op 't schoelplein ko'j met de hakke <strong>van</strong><br />

de klomp een mooi koeltie in 't zaand dreien<br />

um in te knikkern. 's Winters op 't ies de iene<br />

klomp onder 't gat, de biene over mekare en zo<br />

trokken ze oe over 't ies. Ie konden oe ok<br />

akelig bezeren a'j met de klompe de enkels<br />

raakten. Dat heette de klitse sloan. Bi-j de<br />

brugge in Banthem zag ie de brugwachter met<br />

een klompie an 'n hengel de tol innen.<br />

Mekare te grazen nemen deur de klompen vol<br />

water te gieten of er een dooie moes veurin te<br />

stoppen of ze onzichtbaar an mekaar te spiekern.<br />

As een vrouw daags allene in huus was, zetten<br />

ze wel is een paar hele grote klompen bi-j de<br />

deure (moat 31) Dat schruk of! ....A'j zo'n<br />

grote moate ha<strong>dd</strong>en zeden de luu: Doar ku'j<br />

wel met over de Zuderzee varen! Zukke klompen<br />

worden ok wel kustvaarders, zeekastelen of<br />

schuten enuumd.<br />

Hi-j stiet op zien recht as een boer op zien klompen.<br />

Mop<br />

Iemand kocht een paar klompen in de winkel en<br />

zoas dat eerder gebrukelijk was, worden ze niet<br />

contant betaald : hi-j leut ze opschrieven. Een<br />

paar dagen later zag de winkelier de klaante<br />

weer en zee: "Ie hebt hier nog een paar<br />

klompen stoan". Het antwoord was: "Verbraand<br />

ze maar"<br />

Jeugdlectuur<br />

Hannes löp op klompen, zimpe zampe zompen,<br />

deur de plassen dat het spat, broek en kousen<br />

worden nat, moeder zegt Hans loat het heur,<br />

Hannes stapt maar dapper deur, hij löt zich niet<br />

lompen<br />

Ik kenne een heel mooi liedtie, <strong>van</strong> Appie en<br />

<strong>van</strong> Grietie, Appie zat veur 't hoendergat en<br />

Grietie slot 'm met de klomp veur 't gat. Onder<br />

moeders paraplu, liepen eens twee<br />

9


kindjes, Anneke en Janneke, dat waren dikke<br />

vrindjes, de klompjes gingen <strong>van</strong> klik klak klik<br />

en de regen die ging <strong>van</strong> tik tak tik, op<br />

moeders paraplu.<br />

De bekende Schriever W.G. <strong>van</strong> der Hulst nam<br />

in zien onvergetelijke kinderboekies ok vake<br />

de klomp as onderwarp. Hoe kon 't ok aanders:<br />

de meeste kinderties dreugen klompies.<br />

Wie kent nog de boekies "Het klompje dat op<br />

't water dreef' en "Bob en Bep en Brammetje",<br />

woarin drie ondeugende kinder stiekem de<br />

klompies uut doet en goat potie baaien. Er<br />

komp een olijke bakkersknecht langs die de<br />

zes klompies met een stok hoge in de boom<br />

hangt.<br />

Handel<br />

Jan Sierink wet nog dat er zo'n 50 joar elene<br />

nog volop klompen verkocht worden. Zi-j<br />

betrokken ze <strong>van</strong> klompenmaker Huussies in<br />

Gramsbargen. Per moate mus ie dan 5 paar<br />

ofnemmen en zölf ophalen met de bakfietse.<br />

Later worden ze ekocht bi-j gebroeders <strong>van</strong><br />

Vilsteren uut Zwollerkerspel. (Gevavi) De<br />

beste klompen waren <strong>van</strong> pöppelholt, die gungen<br />

het langste met. Ze waren niet zwoar en<br />

het holt was toai. Ok verkochten Sierink<br />

zwartleren klompsokkies. Die worden in de<br />

klomp edragen, dan bleven de kousen langer<br />

heel. De schoelkinder mochten de klompen in<br />

't klaslokaal niet anholden maar de klompsokkies<br />

wel.<br />

In Boalderveld woonde umstreeks 1915<br />

Marten Reinders die as bi-j verdienste het<br />

klompenmaken beoefende. Hi-j leverde op<br />

bestelling haandgemaakte blaanke klompen an<br />

Vasse en aandere neringdoenden. Het schilderen<br />

<strong>van</strong> klompen kwam ok in de moede. Jan<br />

Westerman , klompenmaker in Oanervene<br />

kwam bi-j Reinders demonstreren. De<br />

gekleurde stippen worden er met de vingers op<br />

emaakt.<br />

In Lutten stund de klompenmakeri-je <strong>van</strong><br />

Arend <strong>van</strong> Faassen, die wel vief man an 't<br />

wark had en in Gramsbargen ha'j nog Johan<br />

Evers, (de grootvader <strong>van</strong> Edwin) D'r waren<br />

vaste nog wel meer klompenmakers in oonze<br />

contreien.<br />

Vrogger waren er ok reizende vakluu die dan<br />

een hele weke bi-j mensen in kost waren um<br />

veur alle gezinsleden klompen te maken. Ze<br />

sjouwden al heur geriedschop met op de rugge<br />

en de pöppel of de wilge lag al te wachten<br />

onder een ofdakkie.<br />

Een bezunder exemplaar was de smokkelklompe.<br />

Die had een umgekeerd profiel an de<br />

onderkaante. Bi-j het dragen <strong>van</strong> zukke klompen<br />

worden de commiezen op een dwaalspoor<br />

ezet!<br />

Roadsels<br />

Daags giet 't <strong>van</strong> klepperdeklap en 's nachts<br />

stiet e veur 't be<strong>dd</strong>e en gap (gaapt) (de<br />

klomp)<br />

Holderdebolder gunk over 'n zolder met 'n<br />

bek vol mensenvleis (Persoon op klompen)<br />

Gien olde klompen weggooien veur da'j ni-jen hebt.<br />

Sier en souvenier<br />

De klompen hebt nog lange niet<br />

of edoane. Ze bint nog overal te<br />

koop. Ok as souveniers in allerlei<br />

materiaal en vorm. Ze hangt<br />

bi-j rekkenvol an oonze butenmuren<br />

met rooie en witte geraniums<br />

en een paar grote exemplaren<br />

bi-j de baanderdeure schrikt<br />

gieniene meer of! Tot slot: In<br />

Oene is nog een klompenmakerije.<br />

Er is een een museum en een<br />

demonstratie klompenmaken.<br />

Mooi veur een excursie.<br />

<strong>10</strong>


De kleermaker en het magere varken<br />

In de vroege morgen <strong>van</strong> 8 januari 1849 verlaten twee mannen te voet hun woonplaats Hardenberg.<br />

Het is guur en koud, ze huiveren en zetten, om wat warm te blijven, er stevig de pas in. Na enige tijd<br />

bereiken ze hun doel, de boerderij <strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> de Velde aan de Radewijker beek. Het vuur in de<br />

keuken brandt lekker en ze komen dan ook gauw weer op verhaal. Daarna pakken ze hun<br />

meegebrachte spullen uit en beginnen te werken aan de stapel die de boerin ondertussen heeft<br />

klaargelegd.<br />

De twee mannen zijn kleermaker Berend Bakhuis en zijn knecht. Ze doen, wat in de tijd toen er<br />

nog geen naaimachines waren, heel gewoon was: ter plaatse herstelwerk verrichten aan de kleren<br />

<strong>van</strong> een boerengezin. Er wordt flink doorgewerkt, maar als er op de boerderij wordt gegeten<br />

kunnen ze mee aanschuiven. Tegen de avond gaan ze weer naar huis en na zich opnieuw te hebben<br />

gewarmd haalt Bakhuis een schrift, een potje inkt en een pen te voorschijn en schrijft: ' Jan<br />

<strong>van</strong> de Velde, op de beeke, 8 januari 1849, gewerkt met ons beiden, 45 (cent).<br />

J. Bosch<br />

Frederikus Bosch tijdens zijn diensttijd in Breda.<br />

Bovenstaand verhaal ontleen ik aan een oud,<br />

vlekkerig en beschadigd schrift (er zijn bladzijden<br />

of gedeelten daar<strong>van</strong> weggeknipt;<br />

omdat de schuld inmi<strong>dd</strong>els betaald was) <strong>van</strong><br />

mijn overgrootvader. Hij werd geboren op 29<br />

augustus 1824 in Uelsen, koninkrijk Pruisen,<br />

overleed in Stad-Hardenberg op 9 februari<br />

1901 en was getrouwd met Geertruida <strong>van</strong> der<br />

Haar. We waren dan ook nog verre familie <strong>van</strong><br />

het bekende Hardenbergse bakkersgeslacht en<br />

ik herinner me dat één keer per week Jan <strong>van</strong><br />

der Haar bij ons thuis in de Wilhelmina-<br />

(Achter)straat een brood bezorgde. Zoals wel<br />

bekend zal zijn gingen de kleine mi<strong>dd</strong>enstanders<br />

en handwerkslieden destijds angstvallig<br />

nauwkeurig om met de keuze <strong>van</strong> hun leveranciers,<br />

meestal eigen klanten. Ook de rest <strong>van</strong><br />

1849 was Berend <strong>van</strong> tijd tot tijd, al dan niet<br />

met de knecht, bij Van der Velde aan het werk.<br />

Zelf rekende hij 30 cent en voor de knecht 25<br />

cent per dag. Garen en zijde (7 cent) werden<br />

soms apart in rekening gebracht. Soms is er<br />

kennelijk 'meewerk' : een jak herstelt staat<br />

genoteerd voor <strong>10</strong> cent. Je zou uit deze<br />

'boekhouding' op kunnen maken dat er maar<br />

één keer in de zoveel tijd werd afgerekend. Als<br />

de oogst was verkocht In ieder geval staat er<br />

over de hele bladzijde een kruis.<br />

Overgrootvader zal zijn geld dus wel hebben<br />

gekregen.<br />

Er komen nog heel wat meer namen voor in<br />

het schrift zoals die <strong>van</strong> Harm Hans te<br />

11


Baalder, J.H. Zweers Derkzoon: een kruis in de<br />

lakense broek gezet, <strong>10</strong> cent, Hendrik Snijders (te<br />

broegt) 1848, Jan Klienge te Baalder (1850),<br />

Garriet Jan Gories te Hardenberg en vele anderen.<br />

In 1852 had hij er aan de beek nog een klant bij:<br />

Garriet Jan Welwet (Welleweerd). Op 21 januari<br />

<strong>van</strong> dat jaar staat: een pette <strong>van</strong> mij gekogt 60 cent.<br />

In het schrift vond ik, op een apart blad papier, een<br />

rekening die in een prachtig handschrift is<br />

geschreven, kennelijk in opdracht <strong>van</strong> Berend en<br />

bestemd voor De Weledel Zeer Gel. Heer G. W. <strong>van</strong><br />

Riemsdijk, med. dokter te Hardenbergh, debet aan<br />

B. Bakhuis, Mr. kleermaker. De rekening betreft de<br />

periode 29.6.1853 tot 29.3.1860, bevat alle<br />

mogelijke werkzaamheden (o.a. het maken <strong>van</strong><br />

borstrokken en onderbroeken) en komt uit op een<br />

totaal <strong>van</strong> f 18,38. Een raadsel waarom de rekening<br />

weer bij de kleermaker terug kwam en waarom er<br />

pas na bijna zeven jaar werd afgerekend. Betreft het<br />

hier misschien een betaling "in natura" doordat de<br />

dokter medische hulp verleende aan het gezin<br />

Bakhuis Later was er overigens nog een andere<br />

'dwarsverbinding' tussen de familie Bakhuis en de<br />

medische wetenschap in Hardenberg: Trui Bakhuis,<br />

een nicht <strong>van</strong> mijn vader (Trui <strong>van</strong> tante'), was de<br />

huishoudelijke hulp <strong>van</strong> het gezin <strong>van</strong> dr. Boom en<br />

vervolgens in dat <strong>van</strong> dr. Kuijvenhoven. Oudere<br />

Hardenbergers zullen zich haar zeker nog<br />

herinneren.<br />

Een dochter <strong>van</strong> Berend en Geertruida Bakhuis,<br />

Hendrika, geboren op 7.4.1856, trouwde met<br />

Frederikus Bosch, een andere Hardenbergse<br />

kleermaker, die eveneens een schrifje heeft<br />

nagelaten, in een even slechte staat als dat <strong>van</strong> zijn<br />

schoonvader. Ook hierin is geknipt en zitten veel<br />

vocht- en enkele kof-fie() vlekken. Het loopt <strong>van</strong><br />

1886 tot 1893. Wat opvalt is de andere opzet: geen<br />

dagloon meer voor werk bij de mensen thuis, maar<br />

een opsomming <strong>van</strong> verrichte werkzaamheden en<br />

gebruikt materiaal, met de daarmee verbonden<br />

prijzen. Practisch alles werd dus kennelijk in de<br />

werkplaats gedaan. Hoewel er ook wel eens een<br />

klusje buitenshuis was. In 1889 werden bij C. Schot<br />

2 kleeden gelegd met 2 man, samen 28 uur, 2,80;<br />

aan touw en spijkers 0,45; 1 gordijn met ringjes<br />

0,98. Firma's die zich op woninginrichting toelegden<br />

waren er toen wellicht nog niet in Hardenberg.<br />

In onze ogen waren lonen en prijzen wel heel erg<br />

laag. Inderdaad sopte het bij de meeste mensen niet<br />

al te dik, maar men kon er kennelijk (bescheiden)<br />

<strong>van</strong> leven. In 1887, zo lees ik, werd voor Den Heer<br />

Tevelde een pak gemaakt. Kosten <strong>van</strong> materiaal:<br />

4,65; arbeidsloon 4,75. Je had natuurlijk klanten en<br />

klanten. Een heel goeie was, in 1891, Den Heer<br />

Hehmof (lemhoff) te Wielen: schuld 8,40 Ont<strong>van</strong>gen<br />

12 Gulden. Hehmof heeft noch te goed 3,60.<br />

Een naam die meerdere keren terugkomt is die <strong>van</strong><br />

de heer Van Dijck, burgemeester <strong>van</strong> Ambt<br />

Hardenberg <strong>van</strong> 1885 tot 1890. Raadselachtig is<br />

opa's aantekening in een apart hoekje <strong>van</strong> het<br />

schrift: Burgemeester Van Dijck, adres: Dominé G.<br />

Heeres te Zuidhorn. Was de burgemeester<br />

inmi<strong>dd</strong>els overleden en was dit het adres <strong>van</strong> de<br />

weduwe En dan nog een complete rekening uit<br />

1893 voor Koeslag: Polleto, broek en vest 3,90; 14<br />

Hendrikus Bosch, geb. 1895 overl. 1979<br />

12


knoopen 0,<strong>20</strong>; 1 1/4 el Sanela 1,25; 2 el lighte<br />

voering 0,60; 2 1/4 el zwarte keper 0,56; 1<br />

tuschenvoering 0,23. Totaal 6,74. Omdat ik<br />

niet wist wat een polleto is heb ik gezocht in de<br />

Van Dale. Het blijkt een verbastering te zijn<br />

<strong>van</strong> paletot (Fr.), korte overjas, korte mantel.<br />

Heet zoiets tegenwoordig niet een jekker<br />

niet uit roeping. Hij had veel belangstelling<br />

voor andere dingen en had graag door willen<br />

leren. Maar dat kon niet, omdat zijn vader in<br />

1898 op 40-jarige leeftijd was gestorven.<br />

Hendrikus was toen drie jaar en had een oudere<br />

broer, Berend, die samen met een ongetrouwde<br />

oom (Derk-ome) de kleermakerij probeerde<br />

voort te zetten. Daarbij moest mijn<br />

vader tijdens de eerste wereldoorlog ook nog<br />

in militaire dienst (Alkmaar en Venlo), zodat<br />

zijn moeder, Hendrika Bakhuis, die ook nog<br />

twee dochters had (Dina en Trui) een verre <strong>van</strong><br />

zorgeloos leven lei<strong>dd</strong>e. Zelf overleed ze in in<br />

1916; haar zoon Berend stierf een paar jaar<br />

later tijdens de epidemie <strong>van</strong> de Spaanse griep.<br />

Vader had, voor zover ik weet, geen 'boekhouding',<br />

zoals opa met zijn schrift. Ik herinner me<br />

dat in een hoek <strong>van</strong> de werkplaats de af te<br />

leveren kledingstukken hingen, met daaraan<br />

een kaartje waarop de naam <strong>van</strong> de klant en de<br />

prijs stond. Er waren misschien wel enkele<br />

'dubieuze debiteuren', maar de meeste klanten<br />

moeten betrouwbare lieden zijn geweest. Als je<br />

de twee maatboekjes doorbladert kom je ook<br />

de bijzondere wensen <strong>van</strong> de klanten tegen:<br />

aanduiding <strong>van</strong> de stof (bijv. drap<br />

24457522315823<strong>17</strong>5251<br />

33<br />

32 E.J. Ensink<br />

48 Brink<br />

Wat betekenen al die cijfers bij de naam Ik<br />

vond ze in een <strong>van</strong> de 'maatboekjes' <strong>van</strong> mijn<br />

vader, Hendrikus Bosch. Hoe ze precies geduid<br />

moeten worden weet ik niet, maar ze bevatten<br />

de maten voor een nieuw pak, bestemd voor<br />

Evert Jan Ensink <strong>van</strong> de Achterbrink, destijds<br />

werkzaam bij de meubelzaak <strong>van</strong> Grooters in de<br />

Voorstraat, tegenover de Hervormde Kerk.<br />

Ensink was nog een ver familielid <strong>van</strong> ons. We<br />

zijn inmi<strong>dd</strong>els aangekomen bij de derde<br />

generatie kleermakers. Mijn vader deed het<br />

13


cords, en kleur), steekzakken, duimstok(zakje)<br />

links of rechts, enz. Verschillende keren vond<br />

ik de aanduiding 'klettervest' en ik weet echt<br />

niet (meer) wat dat was. J.H. Peltjes wilde een<br />

bedjas. Wat moeten we ons daarbij<br />

voorstellen Een enkele keer wordt vermeld:<br />

'klapbroek'. Waarschijnlijk oudere klanten die<br />

nog niets <strong>van</strong> een gulp moesten hebben.<br />

Enkele namen die ik tegenkwam: uit<br />

Hardenberg bijv. (Broer) Bakker <strong>van</strong> de<br />

Sportlaan, Steunenberg (Jumbo) en W. ten<br />

Brinke (Stroatwolter) <strong>van</strong> de Sallandsestraat.<br />

Uit de 'buitengebieden' o.a. Dieters uit Brucht,<br />

G.J. Holtvluwer uit Bruchterveld, B en A. <strong>van</strong><br />

Eije <strong>van</strong> Stobbenhaar, A. Nieuwenhuis uit<br />

Bergentheim, J.H. Bril uit Lutten en diverse<br />

Ramakers uit Baalderveld. Bijzondere<br />

herinneringen heb ik zelf aan de Ottens uit<br />

Collendoorn: OttenMans en OttenGait. Daar<br />

konden we in de oorlog een paar keer per week<br />

melk halen. Vader kwam op een avond bij<br />

OttenGait die in de zorgen zat <strong>van</strong>wege een<br />

biggetje met een breuk. De gewaarschuwde<br />

dierenarts kwam maar niet opdagen en als de<br />

big dood zou gaan, betekende dat, vooral in de<br />

oorlogsjaren, een behoorlijke schade.<br />

Otten zei tegen mijn vader dat een kleermaker,<br />

die toch goed met naald en draad om kan<br />

gaan, best het klusje op kon knappen. Vader,<br />

die wel <strong>van</strong> bijzondere dingen hield, stemde<br />

toe. Aan de binnenkant <strong>van</strong> zijn vestje had hij<br />

altijd naald en draad. Het biggetje werd op de<br />

keukentafel gelegd en door een stel sterke<br />

handen stevig vastgehouden, terwijl de kleermaker<br />

als chirurg optrad. Uiteraard zonder<br />

verdoving, zodat het arme dier inderdaad<br />

schreeuwde als een mager varken. Toen vader<br />

enige tijd later weer op de boerderij kwam en<br />

zorgelijk vroeg naar het werk <strong>van</strong> zijn handen<br />

nam Otten hem mee naar de varkensstal. 'Kiek,<br />

doar löppe, ie is weer net zo vlugge as<br />

d'aandern'.<br />

Het beroep <strong>van</strong> maatkleermaker is, met de zich<br />

steeds verbeterende confectie, in de meeste<br />

gevallen een stille dood gestorven. De<br />

overheid heeft er zich niet druk om gemaakt.<br />

Mijn vader overleed in 1979 op 84-jarige leeftijd.<br />

Afgezien <strong>van</strong> het verdriet <strong>van</strong>wege het<br />

vroegtijdig overlijden <strong>van</strong> mijn broer<br />

Frederikus heeft hij, samen met moeder,<br />

Jennigje Tekkelenburg, die hem twee jaar<br />

overleefde, mede door de AOW nog een aantal<br />

goede jaren gehad.<br />

Reacties op bovenstaand artikel zijn meer dan<br />

welkom. Adres: Stationsweg <strong>20</strong>, 8011 CZ<br />

Zwolle; tel. 038-42<strong>20</strong>129 (soms 0321-<br />

332345); e-mail: janboschzwolle@hetnet.nl<br />

14


De Hessenkamp (huizen <strong>van</strong> naam 22)<br />

Aan de Scholtensdijk 12 te Heemse staat een statig herenhuis met de naam "de Hessenkamp". In dit artikel<br />

willen we niet alleen ingaan op bewoningsgeschiedenis en de functie <strong>van</strong> dit huis, maar ook enige aandacht<br />

besteden aan de historische associaties die de naam oproept.<br />

K. Oosterkamp<br />

De heer G. Oprel uit Zwartsluis was in 1936 tot<br />

burgemeester benoemd <strong>van</strong> de gemeente Ambt-<br />

Hardenberg. Blijkbaar was er geen ambtswoning<br />

beschikbaar, want hij kocht een stukje (hooi)land<br />

<strong>van</strong> Hendrik Vinke aan de Scholtensdijk en vroeg<br />

een bouwvergunning voor een woning aan. Deze<br />

werd op 5 januari 1937 afgegeven, waarna het huis<br />

kon worden gebouwd. In 1955 verkocht de heer<br />

uitbreiding <strong>van</strong> Heemse met de nieuwbouwwijken<br />

zou zijn dokterspraktijk laten uitgroeien <strong>van</strong> een<br />

bescheiden plattelandspraktijk tot een grote<br />

gemengde praktijk <strong>van</strong> platteland en<br />

nieuwbouwwijk. Aan<strong>van</strong>kelijk kon wonen en<br />

werken nog onder hetzelfde dak, maar in 1964 werd<br />

aan de achterkant <strong>van</strong> het huis een nieuwe<br />

praktijkruimte gerealiseerd. Jarenlang was<br />

De Hessenkamp, Scholtensdijk 12<br />

Oprel de woning aan mevrouw Y. <strong>van</strong> Straten,<br />

pensionhoudster te Heemse. Zij bezat het huis<br />

slechts enkele jaren, want in 1957 werd de familie<br />

J. P. Nauta eigenaar. De heer Nauta had zich in<br />

1955 als huisarts in Heemse gevestigd en had<br />

daarvoor een gedeelte <strong>van</strong> de Heemser patiënten<br />

overgenomen <strong>van</strong> zijn Hardenbergse collega's. Hij<br />

begon met een kleine praktijk en had woonruimte<br />

ingehuurd waar hij met het nodige provisorisch<br />

talent <strong>van</strong> zijn vrouw en hemzelf met jeugdig<br />

enthousiasme zijn aandeel in de Heemser<br />

gezondheidszorg leverde. De kwalificatie "klein"<br />

sloeg eerder op het aantal patiënten dan op de<br />

om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het gebied dat hij bediende: Heemse,<br />

Collendoorn, Heemserveen, Rheeze, Rheezerveen<br />

en Diffelen. De<br />

het huis getuige <strong>van</strong> het wel en waarschijnlijk wel<br />

meer het wee <strong>van</strong> menig Heemsenaar die een<br />

bezoek moest brengen aan dokter Nauta, na eerst<br />

een afspraak gemaakt te hebben bij mevrouw Nauta<br />

die als partner en assistente waakte over de<br />

dagelijkse gang <strong>van</strong> zaken. Toen in 1992 de<br />

dokterspraktijk en ook de woning werd<br />

overgenomen door dr. A. Nijland, bleef daarmee de<br />

functie <strong>van</strong> de woning gehandhaafd. Intern werden<br />

de ruimtes gerenoveerd, de buitenkant bleef<br />

hetzelfde uiterlijk behouden.<br />

15


De naam de Hessenkamp werd aan het huis<br />

gegeven door de familie Nauta, nadat het hun<br />

eigendom was geworden in 1957. Toen was het<br />

grootste deel <strong>van</strong> de Scholtensdijk nog<br />

onbebouwd, zodat links en<br />

rechts, maar ook voor en<br />

achter er vrij uitzicht was over<br />

weilanden, een situatie die<br />

eigenlijk<br />

als door een wonder nog<br />

steeds aan de voorkant bestaat.<br />

Eigenlijk stond het huis temi<strong>dd</strong>en<br />

<strong>van</strong> velden of kampen,<br />

waarmee het tweede deel <strong>van</strong><br />

de naam gerechtvaardigd lijkt.<br />

Het element<br />

Hessen ver-<br />

Een<br />

Hessenwagen als<br />

geveldecoratie<br />

wijst uiteraard<br />

naar de zeer nabij gelegen Hessenweg, die <strong>van</strong>af<br />

begin 18de eeuw tot halverwege de 19de eeuw<br />

een belangrijke handelsroute was voor de<br />

kooplieden uit Duitsland, vooral uit de staat<br />

Hessen, die met hun wagens volgeladen met<br />

textiel, het Hessische laken, over Venebrugge,<br />

Hardenberg, Ommen en Zwolle naar het rijke<br />

Holland trokken om hun handelswaar af te zetten.<br />

Ter wille <strong>van</strong> de begaanbaarheid <strong>van</strong> deze<br />

doorgaande verbindingen had het gewest Holland<br />

voorgesteld om de aslengte <strong>van</strong> de wagens te<br />

standaardiseren op 128 em.: dan zouden de<br />

wagens zich zonder problemen in eikaars spoor<br />

kunnen verplaatsen. Schoorvoetend volgden<br />

andere gewesten dit voorstel, maar "onze"<br />

Hessenweg werd nooit aangepast aan deze<br />

standaard. Misschien dat de aanwonenden er<br />

weinig voor voelden daarvoor de nodige<br />

werkzaamheden te verrichten (<strong>van</strong>wege het<br />

geringe eigen belang), maar waarschijnlijker is dat<br />

de gebruikte Hessenwagens dusdanig belast waren<br />

dat het beter was om de aslengte langer te laten,<br />

dus<br />

de wagens breder. Op die manier kon meer<br />

vracht worden meegenomen, en hoe breder de<br />

wagen, hoe kleiner het kantelgevaar. De<br />

wagens werden getrokken door vier tot zes<br />

paarden. De fraaie gevelsteen aan een pand in<br />

de Thomas a Kempis straat te Zwolle illustreert<br />

dus een historische werkelijkheid.<br />

Ook Clara Feyoena heeft in haar hofdicht<br />

Heemse enige aandacht besteed aan deze handelsroute.<br />

In de derde zang bezingt ze deze<br />

landweg:<br />

Wat Nederiandsche weg zou dezen evenaren,<br />

In menigvuldigheid <strong>van</strong> zaamgevloeide scharen<br />

Die jaarlijks, om hun zweet te venten, langs<br />

dit pad<br />

Zig spoên naar 't Hollands goud, ofkeeren<br />

met hun schat, (r 591-594)<br />

Het was dan ook een gelukkige gedachte om<br />

de herinnering aan deze kooplieden, die op hun<br />

wijze een bijdrage geleverd hebben aan de<br />

welvaart <strong>van</strong> de lage landen vast te leggen in<br />

deze huizennaam.<br />

Geraadpleegde literatuur: J. Bos e.a.:<br />

Onderweg in Overijssel. Jaarboek Overijssel,<br />

1989, Zwolle<br />

Met dank aan de familie Nauta.<br />

16


Stephanoten<br />

Mededelingen <strong>van</strong> het bestuur en werkgroepen<br />

Bijlage <strong>Rondom</strong> den Herdenbergh<br />

3e kwartaal <strong><strong>20</strong>03</strong><br />

Nieuwe leden<br />

GJ. Blom, Munsterhof 1, 7462 KN RIJSSEN<br />

J. Bosman, Mandenmakerslaan 60, 3454 DE<br />

DE MEERN<br />

A. Bril, Fliersdijk 11, 7691 BD<br />

BERGENTHEIM<br />

M.G. Bruins, Jachthuisweg 1, 7798 CM<br />

COLLENDOORN<br />

HJ. Hannink, Van Dokkumstraat 30, 8271 TZ<br />

IJSSELMUIDEN<br />

J. Hendriks, Baron Mackaystraat <strong>10</strong>, 7691 DA<br />

BERGENTHEIM<br />

GJ. Meijerink, Verlengde Broekdijk 39 a,<br />

7694 TE KLOOSTERHAAR<br />

A.H.M. Struik-Verhoef, Suze Groenewegstraat<br />

181, 1442 NG PURMEREND<br />

G. Vieth, Meteoorlaan 9, 7771 EA<br />

HARDENBERG<br />

A. Wiltink, Weidebuurt 4, 7771 CZ<br />

HARDENBERG<br />

E. Zwijnenberg, Marktstraat 84, <strong>17</strong>41 AT<br />

SCHAGEN<br />

Nieuwe aanwinsten<br />

boek: 'De Hottinger-atlas <strong>van</strong> Noord- en Oost-<br />

Nederland'; aanschaf<br />

boek: 'Een wereld <strong>van</strong> turf', de Overijsselse<br />

turfindustrie en de veenondernemingen in de hoge<br />

venen <strong>van</strong> Overijssel; geschreven door Wim<br />

Visscher; schenking notulenboek)e <strong>van</strong> de oudleerlingen<br />

der christelijke<br />

landbouwhuishoudschool en Christelijke<br />

Bond <strong>van</strong> Plattelandsvrouwen en Boerendochters,<br />

periode 1946-1956; geschonken door mw.<br />

Heuver-Peltjes te Den Ham (schenking mi<strong>dd</strong>els<br />

mw. Buitenhuis-Weitkamp) ca 30 knipselboeken<br />

met krantenartikelen en foto's <strong>van</strong> Hardenberg en<br />

omgeving; geschonken door dhr. Seinen,<br />

Gramsbergerweg, Hardenberg<br />

Kalender<br />

2 tot 18 oktober <strong><strong>20</strong>03</strong><br />

ma 6 oktober <strong><strong>20</strong>03</strong> wo<br />

8 oktober <strong><strong>20</strong>03</strong> ma <strong>17</strong><br />

november <strong><strong>20</strong>03</strong> ma 23<br />

februari <strong>20</strong>04 za 3 april<br />

<strong>20</strong>04<br />

Expositie over het Klooster Sibculo in Museum Oudheidkamer Hardenberg<br />

(di t/m za, <strong>van</strong> 14.00 tot <strong>17</strong>.00 uur)<br />

rondleiding HistorieKamer (expositie en studiezaal), <strong>20</strong>.00 uur<br />

rondleiding HistorieKamer (expositie en studiezaal), <strong>20</strong>.00 uur<br />

dia-avond over Kasteel Twickel, in De Schakel, <strong>20</strong>.00 uur<br />

dia-avond over monumentale bomen in De Schakel, <strong>20</strong>.00 uur<br />

Cultuurhistorische Jubileumdag in Zaal Mulder te Baalder, <strong>van</strong> <strong>10</strong>.00 tot 16.00<br />

uur<br />

1


Rectificatie<br />

In het vierde nummer <strong>van</strong> de jaargang <strong>20</strong>02 <strong>van</strong><br />

<strong>Rondom</strong> den Herdenbergh staat abusievelijk op<br />

pagina 49 vermeld: 'B. v.d. weide', dit moet zijn 'H.<br />

v.d. Weide'.<br />

Jubileumdag Historische Vereniging<br />

Op zaterdag 3 april <strong>20</strong>04 zal in zaal Mulder te<br />

Baalder een groots opgezette cultuurhistorische dag<br />

georganiseerd worden in het teken <strong>van</strong> het<br />

twintigjarig bestaan <strong>van</strong> onze vereniging. Die dag<br />

zullen onze verschillende werkgroepen laten zien<br />

waar ze mee bezig zijn. U kunt bijvoorbeeld<br />

genieten <strong>van</strong> optredens <strong>van</strong> de werkgroep dialect of<br />

proeven <strong>van</strong> oude streekgerechten die ter plekke<br />

zullen worden bereid. Of wat dacht u <strong>van</strong> een<br />

prachtige beamerpresentatie met oude foto's uit Stad<br />

en Ambt Hardenberg. De werkgroep genealogie<br />

organiseert tegelijkertijd een voorouderdag. Dus<br />

stamboomonderzoekers kunnen hun hart ophalen...<br />

Met medewerking <strong>van</strong> zusterverenigingen als<br />

Ommen, Den Ham, Vriezenveen, Coevorden maar<br />

ook het grensgebied zal ook deze genealogische dag<br />

weer interessant zijn voor iedereen die haar<br />

voorouders in onze regio heeft.<br />

Kwartierstatenboek<br />

De werkgroep genealogie is momenteel druk bezig<br />

met het voorbereiden <strong>van</strong> ons eerste kwartierstatenboek.<br />

Een verzameling kwartierstaten <strong>van</strong> oude en<br />

jonge ingezetenen <strong>van</strong> de gemeente Hardenberg. Zo<br />

zullen de voorouders <strong>van</strong> enkele werkgroepleden een<br />

plaatsje in het boek krijgen, maar ook proberen we<br />

toestemming te krijgen voor het plaatsen <strong>van</strong> de<br />

kwartieren <strong>van</strong> 'bekende Hardenbergers' als Edwin<br />

Evers, Erik Hulzebosch e.d.<br />

Heeft u reeds uw kwartierstaat uitgezocht en heeft u<br />

een groot deel <strong>van</strong> uw voorouders op Hardenbergs<br />

grondgebied gevonden Neem dan contact met ons<br />

op zodat wellicht ook uw resultaten gepubliceerd<br />

kunnen worden. Het is de bedoeling om het eerste<br />

exemplaar officieel aan te bieden tijdens onze<br />

cultuurhistorische dag op zaterdag 3 april <strong>20</strong>04 in<br />

zalencentrum Mulder te Baalder.<br />

Klepperavondtoer <strong><strong>20</strong>03</strong><br />

Traditiegetrouw was beleefde de toer ook dit jaar<br />

weer een succesvol zomerseizoen. De vele deelnemers<br />

(40 bussen) hebben genoten <strong>van</strong> de fraaie<br />

tochten langs valmöllekes, donderbezems en<br />

(gelukkig niet altijd zichtbare) witte wieven door<br />

Noord-Twente. Wij willen graag het gidsenteam en<br />

de chauffeurs <strong>van</strong> busondernemer Sickman hartelijk<br />

danken voor hun (zeer arbeidsintensieve) inzet.<br />

Inmi<strong>dd</strong>els zijn de voorbereidingen voor de zesde<br />

editie in <strong>20</strong>04 <strong>van</strong> start gegaan.<br />

Kasteel Twickel<br />

Begin juni <strong>20</strong>04 wordt een mi<strong>dd</strong>agexcursie (50-<br />

personen-bus) georganiseerd naar kasteel Twickel<br />

in Delden. Slechts een beperkt aantal dagen per jaar<br />

is het kasteel toegankelijk voor het publiek.<br />

2


Ter voorbereiding op dit bezoek verzorgt de heer<br />

HJ. Saaltink uit Doetinchem (excursieleider en<br />

voorheen leraar biologie aan de Jan <strong>van</strong> Arkelschool<br />

te Hardenberg) voor ons een dialezing op maandag<br />

<strong>17</strong> november in De Schakel. Vanaf die datum is<br />

opgave voor de bustocht mogelijk. Nadere<br />

informatie volgt. Twickel is één <strong>van</strong> de grootste<br />

landgoederen <strong>van</strong> ons land. Bij het kasteel ligt 4000<br />

hectare waar<strong>van</strong> de helft cultuurgrond en de andere<br />

helft natuurgebied. Elders behoort nog eens <strong>20</strong>00<br />

hectare tot het bezit <strong>van</strong> Twickel. Landgoed Twickel<br />

is ontstaan in 1347 en tot 1975<br />

door vier geslachten bewoond. Het bezit een huisarchief,<br />

dat, na dat <strong>van</strong> de Oranjes, het grootste is<br />

<strong>van</strong> ons land. De tuinen <strong>van</strong> het kasteel bestaan uit<br />

een formele tuin, een rotstuin en een park. De laatste<br />

eigenaresse, baronesse Van Heeckeren <strong>van</strong><br />

Wassenaar experimenteerde veel met bijzondere<br />

planten waardoor een prachtige Victoriaanse tuin is<br />

ontstaan. Het park ademt nog de sfeer <strong>van</strong> de<br />

landschapstuin uit het einde <strong>van</strong> de achttiende eeuw.<br />

Al met al een mooie gelegenheid om -zowel binnen<br />

als buiten het kasteel - kennis te maken met de rijke<br />

historie <strong>van</strong> dit prachtige landgoed.<br />

Rondleidingen in de HistorieKamer<br />

Ledenavonden vinden meestal plaats in een grote<br />

zaal (als de Schakel). Laten we het eens op een<br />

kleinere schaal proberen. In de HistorieKamer<br />

worden verdeeld over twee data (maandag 6 en<br />

woensdag 8 oktober) voor kleine groepen per avond<br />

(voor en na de pauze) twee rondleidingen (2 x ca 45<br />

minuten) verzorgd. Aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de beide avonden<br />

om <strong>20</strong>.00 uur. In de beneden-zalen wordt de<br />

expositie over de geschiedenis en de grote betekenis<br />

<strong>van</strong> het klooster Sibculo voor onze omgeving nader<br />

toegelicht. In de studiezaal (bovenverdieping) willen<br />

we belangstellenden graag informeren over de<br />

aanwezige faciliteiten<br />

voor het publiek (inclusief digitale film en/of diapresentatie<br />

met behulp <strong>van</strong> een beamer) en uitleg<br />

over de zeer om<strong>van</strong>grijke website <strong>van</strong> de<br />

Historische Vereniging.<br />

Voor een evenwichtige verdeling <strong>van</strong> belangstellenden<br />

over beide avonden willen we u vragen om<br />

vooraf uw deelname aan ons door te geven. Dit kunt<br />

u doen door te bellen met telefoonnummer 0523-<br />

265624 alwaar onze studiezaalhoofden op maandag-<br />

, dinsdag-, donderdag- en vrijdagochtend <strong>van</strong> 09.00<br />

tot 12.00 uur aanwezig zijn om uw deelname te<br />

registreren. Vanzelfsprekend is deelname gratis...<br />

Expositie Klooster Sibculo<br />

Onder grote belangstelling is op vrijdag 5 september<br />

in 't Refter (gereformeerde kerk Sibculo) een<br />

expositie over het klooster (aangevuld met fossielen<br />

uit de directe omgeving) geopend. Met name de<br />

unieke positie (en kansen) <strong>van</strong> Sibculo werden door<br />

de sprekers benadrukt. Niet alleen geologisch is het<br />

gebied tussen Wilsum en Sibculo een paradijs, maar<br />

ook de invloed <strong>van</strong> het klooster was relatief groot.<br />

In de vijftiende eeuw<br />

waren bijna twintig kloosters aangesloten bij de<br />

Congregatie <strong>van</strong> Sibculo. Wetenschappers willen<br />

proberen in de komende jaren het klooster (funderingen<br />

nog grotendeels in de grond verborgen)<br />

verder 'bloot te leggen'. De expositie-werkgroep<br />

onder leiding <strong>van</strong> Tinus Jasper, Jan Bakker en<br />

Fre<strong>dd</strong>y Ekkel verdient alle lof! Van 2 tot en met 18<br />

oktober is de expositie te zien in de HistorieKamer<br />

te Hardenberg.<br />

3


Expositie Van Riemsdijk<br />

Ons museum zal volgend jaar (seizoen <strong>20</strong>04) een<br />

zeer bijzondere deelexpositie organiseren, geheel<br />

gewijd aan het geslacht Van Riemsdijk. In de<br />

voorbije eeuwen leverde dit notabelengeslacht<br />

burgemeesters, secretarissen, doktoren en notarissen,<br />

die grote invloed uitoefenden op de<br />

Hardenberger maatschappij in het algemeen en die<br />

<strong>van</strong> de geschreven geschiedenis in het bijzonder.<br />

Inmi<strong>dd</strong>els heeft de stichting museum Oudheidkamer<br />

toezeggingen gekregen <strong>van</strong> een drietal afzonderlijke<br />

nazaten <strong>van</strong> de Van Riemsdijks, voor het aanleveren<br />

<strong>van</strong> zeer bijzondere relikwieën. Zo zullen<br />

authentieke manuscripten getoond worden, naast 18 e<br />

eeuwse portretten, 19 e eeuws huisraad, bijzonder<br />

fotomateriaal en andere opmerkelijke stukken. In<br />

april <strong><strong>20</strong>03</strong><br />

kreeg het gemeentearchief Hardenberg - uit volkomen<br />

onverwachte hoek - een zeer bijzondere<br />

schenking. Bij een nazaat <strong>van</strong> 'onze' stadssecretaris<br />

Jacobus <strong>van</strong> Riemsdijk, bevond zich een manuscript<br />

<strong>van</strong> diens hand, gedateerd <strong>17</strong>81-<strong>17</strong>90, geheel gewijd<br />

aan jachtaangelegenheden inzake de Stad<br />

Hardenberg. Mw. Riccioni-<strong>van</strong> der Made,<br />

achterkleindochter <strong>van</strong> oud-burgemeester Johannes<br />

Hendrikus <strong>van</strong> Barneveld (die gehuwd was met<br />

Anna Charlotte <strong>van</strong> Riemsdijk), woonachtig in<br />

Frankrijk, vond dat het cultuurhistorisch<br />

waardevolle manuscript thuishoorde in het<br />

gemeentearchief <strong>van</strong> de Stad Hardenberg. Ook dit<br />

bijzondere stuk zal in <strong>20</strong>04 onderdeel uitmaken <strong>van</strong><br />

de te houden expositie.<br />

Expositie Geschiedenis Rijksgrens<br />

Deze reizende tentoonstelling <strong>van</strong> Heemnoabers '99,<br />

met een belangrijke bijdrage <strong>van</strong> enkele leden <strong>van</strong><br />

onze vereniging (met name grensste-nen-project) is<br />

op 19 april gestart in Hardenberg en reist inmi<strong>dd</strong>els<br />

verder aan weerszijden <strong>van</strong> de<br />

rijksgrens. Bij de opening in Neuenhaus op 6 september<br />

bedroeg het aantal bezoekers ca 1<strong>10</strong>0. Vanaf<br />

27 september is het Arsenaal in Coevorden de<br />

volgende 'standplaats'.<br />

Een wereld <strong>van</strong> turf<br />

Van Wim Visscher uit Nieuw-Amsterdam, kenner<br />

<strong>van</strong> streekhistorie in Drente en Overijssel, is een<br />

nieuw boek verschenen onder de titel 'Een wereld<br />

<strong>van</strong> turf'. Dit boek geeft als eerste een zo compleet<br />

mogelijk beeld <strong>van</strong> de vervening en ontginning <strong>van</strong><br />

Overijsselse hoogveengebieden tussen 1400 en<br />

1980. Het betreft vooral gebieden langs<br />

de Dedemsvaart en het Overijssels Kanaal. Hierbij<br />

staan het doen en laten <strong>van</strong> de veenonder-nemers en<br />

hun veen-industriële activiteiten centraal. Specifiek<br />

voor Overijssel waren de vele turfcokes- en<br />

turfbriketfabrieken, maar daarnaast speelde ook de<br />

productie <strong>van</strong> turfstrooisel een belangrijke rol.<br />

(ISBN: 907687705X)<br />

4


Niets nieuws onder de zon<br />

E. Wolbink en A.C.A. Pullen<br />

In het gemeentearchief wordt sinds een half<br />

jaar een klus verricht wat misschien wel het<br />

beste als monnikenwerk omschreven kan worden.<br />

Door de gemeentelijke herindeling kwamen<br />

de archieven <strong>van</strong> de voormalige gemeenten<br />

Avereest en Gramsbergen naar de archiefbewaarplaatsen<br />

<strong>van</strong> het Hardenbergs gemeentehuis.<br />

Vrij snel bleek dat het archief <strong>van</strong> de<br />

gemeente Gramsbergen niet aan de bij de wet<br />

gestelde eisen voldeed. Met name het oudere<br />

gedeelte was in zo'n slechte staat dat snelheid<br />

geboden was om dit cultuurhistorisch erfgoed<br />

voor het nageslacht te bewaren. Ook de<br />

gemeenteraad was overtuigd <strong>van</strong> het belang en<br />

stelde het gewenste bedrag beschikbaar voor<br />

het kunnen ontsluiten, zuurvrij behandelen en<br />

eventueel restaureren <strong>van</strong> de stukken. Enkele<br />

medewerkers <strong>van</strong> het archief hebben het oudste<br />

gedeelte (<strong>17</strong>95-1825) nu geïnventariseerd en<br />

opnieuw gearchiveerd. Er resteert nog 'slechts'<br />

<strong>17</strong>5 jaar archief wat verwerkt dient te worden.<br />

Bij het inventariseren <strong>van</strong> de stukken kwam<br />

een aantal - voor de geschiedenis <strong>van</strong><br />

de plaats Gramsbergen - belangrijke, maar ook<br />

zeer opmerkelijke documenten aan het licht.<br />

Het archief <strong>van</strong> Gramsbergen <strong>van</strong>gt aan in het<br />

begin <strong>van</strong> <strong>17</strong>95, het eerste jaar <strong>van</strong> de Bataafse<br />

Vrijheid. Vanaf dat moment heeft het stadje<br />

Gramsbergen haar eigen 'regering' <strong>van</strong><br />

volksvertegenwoordigers, de zogenaamde<br />

Municipaliteit. Pas bij de instelling <strong>van</strong> de<br />

gemeenten in 1811 worden de voorheen onder<br />

het Schoutambt Hardenberg ressorterende<br />

buurtschappen Den Velde, Loozen, Ane,<br />

Anevelde, Holtheme, Holthone en Anerveen<br />

bij Gramsbergen gevoegd. Kroegbaas Evert<br />

<strong>van</strong> der Scheer werd benoemd tot eerste burger<br />

<strong>van</strong> de nieuwe gemeente Gramsbergen. De<br />

eerste jaren blijft de nieuwe gemeente behoren<br />

tot het kanton Hardenberg. Bij algemene aangelegenheden<br />

- de gezamenlijke gemeenten<br />

Gramsbergen, Ambt Hardenberg en Stad<br />

Hardenberg betreffend - worden zogenaamde<br />

kantonale vergaderingen gehouden onder leiding<br />

<strong>van</strong> jonkheer Jacob <strong>van</strong> Foreest <strong>van</strong><br />

Heemse.<br />

Een blik op de Voorstraat te Gramsbergen, met links café Kamphuis en rechts het tegenwoordig museum<br />

Gramsbergen<br />

<strong>17</strong>


Dat het oude archief ook vele stukken bevat<br />

aangaande persoonlijke aangelegenheden blijkt<br />

eens te meer uit de navolgende waar gebeurde<br />

verhalen...<br />

Menslievend hulpbetoon<br />

Zwemmen was ook in het begin <strong>van</strong> de negentiende<br />

eeuw een geliefde bezigheid bij zomerse<br />

temperaturen. Maar op de tweede juni 1822<br />

liep het bijna verkeerd af. De drie vrienden<br />

Roelof Reinders, Jan Marsch en Gerrit<br />

Vlierman waren die dag vrij en besloten verkoeling<br />

te zoeken in het frisse water <strong>van</strong><br />

Overijsselse Vecht. Aangekomen aan de waterkant,<br />

sprongen zij <strong>van</strong> een steile oever in een<br />

diepte <strong>van</strong> meer dan twintig voet water met de<br />

bedoeling om naar de ondiepe overzijde te<br />

zwemmen. Reinders zwom vlot naar de overkant,<br />

maar Vlierman kon slecht zwemmen en<br />

haalde het maar net. De onfortuinlijke Jan<br />

Marsch zonk echter na enkele slagen weg in de<br />

duistere diepte. Reinders zag het en begaf zich<br />

zonder te bedenken naar de zinkende en<br />

worstelende drenkeling met de bedoeling om<br />

hem te re<strong>dd</strong>en. Maar een kat in nood maakt<br />

rare sprongen en de in doodsangst verkerende<br />

jongen greep zijn vriend om de hals waarna<br />

beiden in de diepte verdwenen. De achtergebleven<br />

Vlierman kon slecht zwemmen en<br />

schreeuwde om hulp. Gelukkig was Gerrit<br />

Veurink in de nabijheid aan het baden. Hij<br />

kwam snel toelopen en sprong onmi<strong>dd</strong>ellijk<br />

<strong>van</strong> de steile oever in de diepte. Jan Marsch<br />

greep vervolgens echter ook hem om de hals,<br />

waarop zij eveneens gezamenlijk op de grond<br />

zonken. Maar het lukte Veurink, met medewerking<br />

<strong>van</strong> Roelof Reinders, om Jan Marsch<br />

<strong>van</strong> een gewisse dood te re<strong>dd</strong>en. Ze brachten<br />

hem bewusteloos aan wal alwaar hij na verloop<br />

<strong>van</strong> korte tijd weer tekenen <strong>van</strong> leven gaf<br />

en spoedig herstelde. Zonder ondersteuning<br />

kon de drenkeling naar huis lopen.<br />

De burgemeester vond dat de re<strong>dd</strong>ing door<br />

Gerrit Veurink bekend moest worden gemaakt<br />

aan de Koning en schreef daartoe een brief<br />

met een kort relaas <strong>van</strong> de gevaarvolle en<br />

menslievende daden aan de Gouverneur <strong>van</strong><br />

de Provincie. Hij stelde een beloning voor tot<br />

aanmoediging <strong>van</strong> anderen. Een klein halfjaar<br />

later wordt een bewijs <strong>van</strong> 's Konings goedkeuring<br />

en tevredenheid naar de burgemeester<br />

gezonden met het verzoek om het bewijs en de<br />

daarbij behorende zilveren medaille op de<br />

meest plechtige wijze aan de bekroonde Gerrit<br />

Veurink uit te reiken.<br />

In de gemeenteraadsvergadering <strong>van</strong> twee april<br />

1823 werd in het bijzijn <strong>van</strong> de gere<strong>dd</strong>e Jan<br />

Marsch op gepaste wijze en met veel eerbetoon<br />

aan Gerrit Veurink het bewijs <strong>van</strong> 's Konings<br />

goedkeuring en tevredenheid met de Zilveren<br />

Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon<br />

door de burgemeester uitgereikt. De in 1822<br />

ingestelde Erepenning voor<br />

Menslievend Hulpbetoon is,<br />

na de Militaire Wil-lems-<br />

Orde uit 1815, de oudste<br />

Nederlandse dapperheidsonder-scheiding.<br />

De<br />

Erepenning is <strong>van</strong> een<br />

bijzondere aard. Het gaat bij<br />

de Erepenning namelijk om<br />

een vrijwillige moedige<br />

daad, die is gericht op<br />

menslievendheid.<br />

Uitvoering: een Koninklijke<br />

kroon, waaraan een ovalen<br />

penning is bevestigd.<br />

Op de voorzijde is<br />

het 'beeld der<br />

De Erepenning voor<br />

Menslievend Hulpbetoon in<br />

zilver<br />

Naastenliefde' afgebeeld met langs de rand de<br />

tekst 'Voor menslievend hulpbetoon'. Aan de<br />

achterkant staan de woorden 'de Koning aan',<br />

met daaronder de naam <strong>van</strong> de gedecoreerde.<br />

De penning hangt aan een oranje lint <strong>van</strong> drie<br />

cm breed met in het mi<strong>dd</strong>en een rode bies <strong>van</strong><br />

0,7 cm, en is er in goud en zilver. De<br />

oorspronkelijk penning heeft niet lang bestaan,<br />

want bij Koninklijk Besluit no. 72 <strong>van</strong> 18<br />

januari 1825 is zij weer afgeschaft. Het is<br />

bekend dat zowel de gouden als de zilveren<br />

penning werden verleend in diverse<br />

afmetingen, afhangend <strong>van</strong> de graad <strong>van</strong><br />

menslievendheid: 50, 41 of 35 millimeter.<br />

18


En toen werd het nacht...<br />

Het was alsof <strong>van</strong>daag de wereld verging...;<br />

met deze woorden zou je de angst <strong>van</strong> de<br />

Gramsbergenaren in een paar woorden kunnen<br />

samenvatten. Ontsteld zagen zij toe hoe op een<br />

zonnige herfstmi<strong>dd</strong>ag, de achtste september<br />

<strong>van</strong> het jaar 1824, de dag in ijltempo veranderde<br />

in een ijzingwekkende duisternis. Vanuit<br />

het zuiden naderden met onvoorstelbare snelheid<br />

dik opeengepakte wolken. De luchtgesteldheid<br />

nam een vreselijke gedaante aan. Met<br />

geweldig gedruis werd een enorme ron<strong>dd</strong>raaiende<br />

windhoos geformeerd. Slechts kort<br />

voor de windhoos het centrum <strong>van</strong> het plaatsje<br />

bereikte boog deze af over de Oldenhof alwaar<br />

ze grote verwoestingen aanrichtte. De mensen<br />

vluchtten - voor zover ze konden - de huizen<br />

binnen en bleven verschrikt op de grond liggen.<br />

Het lawaai wat men hoorde was <strong>van</strong> het<br />

inslaan <strong>van</strong> ramen, het verbrijzelen <strong>van</strong> de ruiten<br />

en het wegwaaien <strong>van</strong> dakpannen.<br />

Complete daken vlogen de lucht in. De zwaarste<br />

en oudste bomen werden met wortel en al<br />

uit de grond gerukt. Zware koppen en takken<br />

<strong>van</strong> bomen werden in de lucht opgenomen en<br />

op enige afstand weer neergeworpen. De hekken<br />

en roeden (wieken) <strong>van</strong> de daar staande<br />

korenmolen <strong>van</strong> mulder Bosch werden afgeslagen.<br />

Eén wiek werd met zeil en al door de<br />

storm meegevoerd en op meer dan een uur<br />

afstand (lopen) nog boven in de lucht gezien.<br />

Het was onbekend waar de wiek was neergekomen.<br />

De bij de molen staande schuur werd<br />

omver geworpen en geheel verbrijzeld. Vier<br />

paarden werden onder het puin bedolven. Even<br />

later konden ze, zonder te hebben geleden,<br />

daaronder <strong>van</strong>daan worden gehaald. Op de<br />

molen zelf bevonden zich ten tijde <strong>van</strong> de<br />

windhoos vijf personen. Zij zagen niets anders<br />

dan hun dood voor ogen. Wonderwel werden<br />

allen gespaard. De molen werd in zijn geheel<br />

iets opgelicht en ongeveer een palm (oude<br />

lengtemaat) verderop neergezet. Zo snel als de<br />

windhoos kwam, vertrok ze ook. Al slingerende<br />

baande ze zich een weg in de richting <strong>van</strong><br />

Holthone alwaar nog een groot aantal bomen<br />

werd beschadigd. Het zeer levendige verslag<br />

<strong>van</strong> deze 'zwarte dag' in de geschiedenis <strong>van</strong><br />

Gramsbergen is geschreven door burgemeester<br />

Willem Swam en werd ongewijzigd overgenomen<br />

door de redacteuren <strong>van</strong> de Provinciale<br />

en Overijsselsche Courant.<br />

De sierlijke handtekening <strong>van</strong> burgemeester en<br />

gemeentesecretaris Willem Swam (<strong>17</strong>88-1875)<br />

Nicolaas Dijk, kon als predikant de (vrijheidsboom<br />

in...<br />

Velen <strong>van</strong> ons zijn de mening toegedaan dat er<br />

vroeger veel meer respect voor gezag heerste<br />

dan tegenwoordig. De notabelen, zoals de burgemeester,<br />

de dokter, de notaris en de predikant,<br />

ha<strong>dd</strong>en het veelal voor het zeggen en<br />

werden met eerbied en respect behandeld.<br />

Bovendien konden de notabelen het onderling<br />

vaak goed met elkaar vinden. Dat dit niet altijd<br />

zo was en dat men ook toen respect moest<br />

verdienen voordat men het kreeg, blijkt wel uit<br />

het navolgende.<br />

Dominee Nicolaas Dijk is in 1803, op 41-jarige<br />

leeftijd, beroepen als predikant <strong>van</strong><br />

Gramsbergen. Al snel wordt er over hem<br />

geklaagd. Ook na oprichting <strong>van</strong> de gemeente<br />

Gramsbergen, in 1811, houdt het klagen niet<br />

op. Zo schrijft de burgemeester in dat jaar een<br />

brief naar de onderprefect (te vergelijken met<br />

de commissaris <strong>van</strong> de koningin) waarin hij<br />

zijn verontwaardiging uitspreekt over het feit<br />

dat de predikant zowel arme als gegoede burgers<br />

twaalf stuivers vraagt voor het lichten <strong>van</strong><br />

hun doopceel en zes stuivers voor alleen al het<br />

opslaan (raadplegen) <strong>van</strong> het doopregister.<br />

Veel mannen hebben in deze tijd een doopceel<br />

nodig ten behoeve <strong>van</strong> de verplichte inschrijving<br />

voor de militaire dienst, de zogenaamde<br />

conscriptie. Predikanten in de buurt doen dit<br />

veelal gratis. De burgemeester beticht ds. Dijk<br />

dan ook <strong>van</strong> baatzucht. Iets meer dan een jaar<br />

later ont<strong>van</strong>gt de predikant <strong>van</strong> de volgende<br />

burgemeester een stevige berisping. Ds. Dijk<br />

had een kerkenspraak <strong>van</strong> de preekstoel afge-<br />

19


lezen, die niet door het gemeentebestuur was<br />

verstrekt. De burgemeester schrijft hem dat als<br />

hij dit ooit weer doet, hij als een 'weerspannige<br />

gestraft zal worden'. Na een aantal jaren <strong>van</strong><br />

rust is het in 1818 weer raak. Ditmaal weigert<br />

de predikant een boete te betalen voor het niet<br />

geveegd hebben <strong>van</strong> zijn schoorsteen, ondanks<br />

het feit dat hij hiervoor gewaarschuwd was<br />

door de vuurheren. Maar het klapstuk rond de<br />

persoon <strong>van</strong> dominee Dijk volgt in 1821. Op<br />

30 juli <strong>van</strong> dat jaar wordt hij 's avonds om een<br />

uur of half elf uit zijne woning opgelicht,<br />

gearresteerd en naar de ge<strong>van</strong>genis te Deventer<br />

vervoerd. Burgemeester Swam (weer een<br />

volgende burgemeester) wordt door de<br />

gouverneur ter verantwoording geroepen.<br />

Swam verklaart dat bijna twintig leden <strong>van</strong> de<br />

kerkgemeente de predikant beschuldigd<br />

hebben <strong>van</strong> het verhogen <strong>van</strong> een kwitantie<br />

met twee gulden, die hij vervolgens ten laste<br />

<strong>van</strong> de diaconiekas in zijn eigen zak zou<br />

hebben gestoken, en dat ze daarom, buiten<br />

hem om, de officier <strong>van</strong> de rechtbank<br />

ingeschakeld hebben. Een diepgaand<br />

onderzoek wordt ingesteld.... Uiteraard ging<br />

dit nieuws niet aan de Gramsbergenaren<br />

voorbij. Hun predikant ge<strong>van</strong>gen afgevoerd!<br />

Toch leken enkelen er niet erg rouwig om. Een<br />

dikke maand later ont<strong>van</strong>gt de burgemeester<br />

namelijk een brief <strong>van</strong> de gouverneur waarin<br />

deze zich hoogst verontwaardigd uitlaat over<br />

een schand- of spotbeeld <strong>van</strong> de predikant, dat<br />

op een plein in Gramsbergen geplaatst is, en<br />

wel in zo'n houding dat de eerbaarheid het<br />

meest gekwetst wordt. De gouverneur roept op<br />

om niets onbeproefd te laten om de dader of<br />

daders te pakken.<br />

Hij krijgt als antwoord dat er op het plein in<br />

de straat <strong>van</strong> Gramsbergen, op een dode boom<br />

die voorheen gediend heeft als vrijheidsboom,<br />

een schuw (schuw/schieuw = vogelverschrikker)<br />

geplaatst is. Dit was mogelijk gedaan<br />

door één of andere baldadige weversknecht...<br />

De schuw was afkomstig <strong>van</strong> het land <strong>van</strong><br />

Hendrikus Martens, waar deze de erwten<br />

tegen de vogels moest beschermen. De schuw,<br />

gemaakt <strong>van</strong> een oude Stukkerigen Zoutzak<br />

gevuld met oude Stroo Zakken, gebonden aan<br />

een stok en voorzien <strong>van</strong> een hoed, was door<br />

de politiedienaar uit de boom verwijderd.<br />

Swam had echter niet vernomen dat met de<br />

schuw de predikant afgebeeld werd of dat er<br />

sprake was <strong>van</strong> een kwetsende houding. Hij<br />

dacht dat het een actie was, gericht tegen het<br />

idee <strong>van</strong> een vrijheidsboom. Daarom had hij<br />

de boom door de stratenmakers laten uitgraven.<br />

Hoe het idee ontstaan is dat de schuw de<br />

predikant voor diende te stellen, weet Swam<br />

niet. Hij oppert dat misschien enkele <strong>van</strong> de<br />

nog weinige aanhangers <strong>van</strong> de predikant dit<br />

verzonnen hebben om zo de gemeente in een<br />

verkeerd daglicht te stellen. Ondertussen<br />

vordert het onderzoek naar de vermeende<br />

fraude met de kwitantie. Geleidelijk aan wordt<br />

duidelijk dat het goed mogelijk zou kunnen<br />

zijn dat de predikant de bedoeling heeft gehad<br />

om, door de kwitantie<br />

De Hervormde Kerk te Gramsbergen, gebouwd in 1878. De toren stamt uit <strong>17</strong>76.<br />

<strong>20</strong>


te verhogen, geld uit de kerkelijke kas te verkrijgen<br />

ter compensatie <strong>van</strong> door hem betaalde<br />

drukkosten voor <strong>10</strong>0 lidmaatsattestatiën.<br />

Bovendien verklaren de kerkenraad en de diaconie<br />

dat er met de predikant nooit verschil<br />

<strong>van</strong> mening geweest is over financiële uitbetalingen.<br />

Op <strong>20</strong> september wordt ds. Nicolaas<br />

Dijk door het Hooggerechtshof te 's<br />

Gravenhage vrijgesproken... Maar hiermee is<br />

het verhaal nog niet afgelopen. Nog geen twee<br />

maanden later schrijft burgemeester Swam aan<br />

de officier <strong>van</strong> de rechtbank: Bij de in<br />

vrijheidstelling en de terugkomst <strong>van</strong> den<br />

Predikant N. Dijk alhier, had ik gedagt dat zijn<br />

Eerw. hier door tot inkeer zoude zijn gebragt<br />

en zich zoude gedraagen als een Predikant<br />

betaamt, dan helas! Het tegendeel heeft men<br />

moeten ondervinden.<br />

Wat was het geval Het was burgemeester<br />

Swam reeds lange tijd bekend dat de predikant<br />

zich in het openbaar nogal eens beledigend kon<br />

uitlaten over bepaalde gemeenteleden, zelfs<br />

over menschen die reeds ten grave waren<br />

gedaald! En soms sprak hij zelfs <strong>van</strong>af de<br />

preekstoel onterende en lasterlijke taal. De<br />

burgemeester had vernomen dat ook hij vaak<br />

onderwerp <strong>van</strong> gesprek was, maar tot nu toe<br />

wilde niemand daarover een verklaring afleggen.<br />

Maar nu was hem ter ore gekomen dat de<br />

predikant zich heel erg tot zijn oneer had uitgelaten<br />

tegen Jan Boerink Merjenburgh.<br />

Waarop hij deze bij hem ontboden had om<br />

hem uit te horen. Wat hij toen te horen kreeg,<br />

heeft hem aangezet tot het schrijven <strong>van</strong> brief<br />

aan zowel de officier <strong>van</strong> de rechtbank, als aan<br />

de vrederechter. De predikant had in het<br />

gesprek met Jan Boerink Merjenburgh<br />

geklaagd over de hoge belastingen en had toen<br />

gezegd: daar heb je die Burgemeester ook, dat<br />

is de laagste Schelm en een Beurzelapper, ook<br />

heeft hij mij twee keren voorgelogen en mijn<br />

vrouw één keer. De burgemeester voelt zich<br />

hierdoor behoorlijk in zijn eer aangetast. Hij<br />

schrijft dat hij in zijn kwaliteit als burgemeester<br />

ten hoogste beledigd is en dat zijn eer op<br />

een infame wijze aangerand is. Hij verzoekt de<br />

vrederechter dan ook om over te gaan tot het<br />

dagvaarden <strong>van</strong> ds. Dijk. Of het zover<br />

gekomen is blijkt niet uit het vervolg <strong>van</strong> het<br />

archief. Wel moet burgemeester Swam nog<br />

heel veel moeite doen om de kosten, gemaakt<br />

voor het vervoer <strong>van</strong> de predikant naar de<br />

ge<strong>van</strong>genis te Deventer, in totaal 12 gulden,<br />

gedeclareerd te krijgen...<br />

De burgemeester staat zijn mannetje...<br />

Dat genoemde burgemeester Swam niet voor<br />

een kleintje vervaard was, blijkt wel uit zijn<br />

brief <strong>van</strong> zeventien september 1824 aan de<br />

houtvester <strong>van</strong> het tweede district in<br />

Overijssel. Hij maakt daarin gewag <strong>van</strong> het feit<br />

dat hij ten tijde <strong>van</strong> werkzaamheden in de<br />

Scheerse venen toevalligerwijs twee jonge<br />

mannen tegen het lijf liep die met hun geweren<br />

schoten losten op een koppel patrijzen. Het<br />

bleken de notoire stropers Joachim Adolph<br />

Dijk, timmermansknecht en domineeszoon, en<br />

kleermaker Jan Kuiper uit Gramsbergen te<br />

zijn.<br />

Al gauw bereikte de burgemeester de jongens<br />

en vroeg hen cynisch hoe het met de jacht<br />

ging. De knapen waren hier niet <strong>van</strong> gediend<br />

en gaven een zeer brutaal antwoord terug. De<br />

burgemeester was <strong>van</strong> mening dat wanneer hij<br />

de jongens nog meer vragen zou stellen, zij<br />

hem wel eens terdege zouden kunnen afrossen.<br />

Hij was tenslotte alleen en in de verste verte<br />

was niemand anders te bekennen. Toch besloot<br />

de burgemeester aan Jan Kuiper te vragen of<br />

hij wel een jachtakte bij zich had. Deze<br />

antwoor<strong>dd</strong>e, tegelijkertijd op zijn geweer<br />

slaand: dit is mijne acte en gij moet niet nader<br />

komen!<br />

Bang voor een ongeluk waarschuwde de burgemeester<br />

dat zij niet onbedachtzaam met het<br />

geweer zouden moeten omspringen. Op datzelfde<br />

moment sprong hij op Joachim Adolph<br />

Dijk toe, greep diens geweer vast, legde de<br />

vinger om de trekker en schoot het in de lucht.<br />

Tegelijkertijd rukte hij hem het geweer uit<br />

handen. Vreselijk geschrokken zetten de beide<br />

jongens het op een rennen en maakten ze dat<br />

ze uit de voeten kwamen. Wellicht ook omdat<br />

ze in de verte enkele mensen zagen naderen.<br />

Als commissaris <strong>van</strong> politie der gemeente<br />

voelde de burgemeester zich bedreigd en beledigd.<br />

Het geweer nam hij mee naar huis. Thuis<br />

21


kwam hij enigszins tot bedaren en zijn aan<strong>van</strong>kelijke<br />

bedoeling om de jongemannen voor de<br />

rechter te slepen, werd bijgesteld. De gevolgen<br />

zouden voor de twee wellicht al te zwaar zijn, maar<br />

hun jeugdige roekeloosheid moest wel worden<br />

bestraft. Hij verzoekt de houtvester daarom de<br />

jongens een boete op te leggen voor het stropen en<br />

daarmee is de zaak wat hem betreft afgedaan.<br />

Houwen of bouwen<br />

Bij de nieuwbouw <strong>van</strong> de nog altijd bestaande<br />

boerderij <strong>van</strong> Warsse Leemgraven in Holtheme<br />

(ook genaamd 'de Wasse'), ontstond in mei 1826<br />

een fikse ruzie. De strijd op 'bijna leven en dood'<br />

werd geleverd tussen dagloner Stoffer Klaasen en<br />

meestermetselaar Roelof Weertman uit Coevorden.<br />

Eerstgenoemde was door Weertman als opperman<br />

aangenomen voor het metselwerk <strong>van</strong> de nieuwe<br />

boerderij in Holtheme. De oorzaak <strong>van</strong> de<br />

onenigheid is niet volkomen duidelijk, maar had te<br />

maken met de aankoop <strong>van</strong> jenever. Van beiden<br />

was bekend dat ze graag sterke drank lustten. Hoe<br />

het ook zij, burgemeester Willem Swam krijgt op<br />

26 mei een zwaar verwonde Klaasen in zijn<br />

ambtswoning. De man geeft klaaglijk te kennen dat<br />

hij door zijn baas vreselijk is mishandeld.<br />

Weertman had<br />

In 1826 werd gevochten bij de bouw <strong>van</strong> deze<br />

prachtige boerderij; thans wordt Vilsterborg nr. 6<br />

in Holtheme bewoond door de fam. Vasse.<br />

hem op de bouw met een troffel vele verwondingen<br />

toegebracht. Hij was geslagen op het voorhoofd,<br />

boven de neus, op de neus, boven het rechteroog en<br />

op de rechterschouder. De verwonding aan het<br />

hoofd was hem met zoveel geweld toegebracht dat<br />

wanneer hij zijn petjen niet had opgehad hij hem<br />

mogelijk door de harssenpan zoude gehakt hebben.<br />

Gelukkig voor Klaasen droeg hij dus een petje. De<br />

leren klep daar<strong>van</strong> had grotere verwondingen<br />

voorkomen. Door de achtergebleven kalk op het<br />

hoof<strong>dd</strong>eksel werd de klap met de troffel getoond<br />

aan de burgemeester. Hevig bloedend was Klaasen<br />

naar het huis <strong>van</strong> J.H. Leemgraven in Holtheme<br />

gegaan, alwaar de vrouw <strong>van</strong> Warsse Leemgraven<br />

hem verpleegd had. Zijn wonden waren met<br />

pleisters belegd en zijn hoofd grotendeels<br />

ingezwachteld. Metselaar Weertman was ook naar<br />

het huis gekomen maar was achter de heg gaan<br />

liggen om Klaasen op te wachten; J.H. Leemgraven<br />

en zwager P. Deurink uit Coevorden waren naar<br />

buiten gegaan en ha<strong>dd</strong>en Weertman daar met de<br />

troffel in de hand aangetroffen. Ze ha<strong>dd</strong>en de<br />

beschonken man meegenomen naar zijn woning in<br />

Coevorden. Uit een getuigenverklaring blijkt dat de<br />

meestermetselaar 's avonds te voren had verklaard,<br />

dat wanneer Klaasen nog meer praatjes maakte, hij<br />

hem zou doodsteken. Verder had hij gezegd dat<br />

wanneer het huis klaar was, hij hetzelve zoude in<br />

brand steeken. Dit bleek gelukkig een loos<br />

dreigement, want bijna 180 jaar na dato ligt de<br />

boerderij uit 1826 nog statig in een meander <strong>van</strong> de<br />

Vecht, te Holtheme.<br />

Bronnen:<br />

• Oud Archief Gramsbergen <strong>17</strong>95-18<strong>20</strong>, archiefbewaarplaats:<br />

Gemeentearchief Hardenberg: eremedaille:<br />

dossiernrs. 260, 266, 267, 271 en 278;<br />

windhoos: dossiernr: 295; predikant Dijk: dossiernrs:<br />

29, 50, 66, 189, 246-248, 253, 254, 256,<br />

259, 264, 265; jonge stropers: dossiernr: 295;<br />

bouwperikelen: dossiernr. 3<strong>17</strong><br />

• Kanselarij der Nederlandse Orden, Kapittel voor I<br />

de Civiele Orden, Kapittel der Militaire Willemsorde,<br />

adres: Nassaulaan 18,<br />

's-Gravenhage<br />

• Illustraties afkomstig <strong>van</strong> Jan Woertel en Janny<br />

Woertel-<strong>van</strong> der Veen, Radewijk<br />

22


De Pastorie <strong>van</strong> de Hervormde Gemeente te Heemse.<br />

Waar mensen leven, wonen en werken, vinden we woningen, fabrieken, winkels, kantoren en allerlei andere<br />

gebouwen. Voor elk beroep is er een plek. Voor de pastor of predikant de pastorie. Zo ook in Heemse.<br />

A. de Roo<br />

Achter de kerk <strong>van</strong> de Hervormde gemeente te<br />

Heemse ligt, <strong>van</strong>af de Scholtensdijk bijna niet<br />

zichtbaar, en zeker niet als het hoog zomer is en de<br />

bomen volop in blad staan, de pastorie. Als wij dan<br />

tussen de Oude Kosterij en de kerk doorlopen<br />

komen wij aan het Kerkpad. Daar zien we de<br />

pastorie in al haar glorie lig-gen.<br />

moment niet te achterhalen. Misschien dat een<br />

diepgaande studie hiernaar in de toekomst<br />

zekerheid kan verschaffen. Van de katholieke<br />

pastoors zijn er ongeveer veertien bekend. In het<br />

boekje, dat gaat over de inkomsten en uitgaven <strong>van</strong><br />

de kerk tussen 1516 en 1603 wordt een aantal <strong>van</strong><br />

hen genoemd. De oudst bekende wordt in het jaar<br />

1129 al genoemd.<br />

Pastorie <strong>van</strong> de Herv. Gemeente te Heemse<br />

Heel wat predikanten - zeventien in totaal -hebben<br />

hier hun intrek genomen in de loop der tijd. De<br />

eerste predikant die er zijn intrek nam, was ds. A<br />

Piper. De laatste die er tot op heden gewoond heeft,<br />

was ds. H. <strong>van</strong> Meerveld, die helaas wegens<br />

gezondheidsredenen afscheid moest nemen <strong>van</strong><br />

ambt en gemeente.<br />

De dertien predikanten die voor die tijd in Heemse<br />

woonden, namen hun intrek in de oude pastorie die<br />

op de plaats stond, waar tegenwoordig de<br />

'Aerninckhoff' staat. Ook de pastoors uit de<br />

katholieke periode <strong>van</strong> Heemse zullen daar wel<br />

gewoond hebben, maar dat kan niet met zekerheid<br />

gezegd worden. Of de pastorie altijd op die plaats<br />

gestaan heeft en wanneer deze gebouwd is, is op dit<br />

De eerste protestantse predikant die hier woonde,<br />

was ds. J. Vocking, die in 1633 naar Hardenberg<br />

beroepen werd, omdat <strong>van</strong>uit de Synode erop<br />

aangedrongen werd om Heemse en Hardenberg<br />

samen te voegen <strong>van</strong>wege het geringe aantal<br />

gemeenteleden. In 1662 kreeg Heemse weer een<br />

eigen predikant in de persoon <strong>van</strong> ds. J. Bossier.<br />

Intussen moest de pastorie kennelijk wat<br />

opgeknapt worden, want in het oude doopboek<br />

lezen we over reparatie. We lezen daar het<br />

volgende over in het handschrift <strong>van</strong> ds. Bossier:<br />

"Costen an der weeme gedaen <strong>van</strong> 1663. een<br />

sloet an de Hof gegraven heeft gekost twaalf<br />

guldens, een tuin gemaakt rontom den Hof<br />

23


voor negen guldens en drie gulden aan arbeid.<br />

een plankette laten maken en daer in<br />

soo spijkers, buiten de planken, en ander<br />

iserwerk acht guldens<br />

binnen s 'huis een schoetelbank en<br />

ander gereedschap voor seven guldens<br />

een duiven solder voor 25 guldens<br />

een duiven stock buiten t huis<br />

voor vijfthien guldens<br />

messelers gehad en an kalck voor ses guldens<br />

deckers vescheiden maal t saams<br />

voor drie guldens."<br />

Op deze manier werd de pastorie weer meer<br />

bewoonbaar gemaakt na dertig jaar leegstand. Of<br />

zouden er in die tussentijd anderen gewoond<br />

hebben In de loop <strong>van</strong> de 19e eeuw was de oude<br />

pastorie zo bouwvallig geworden, dat men besloot<br />

om een nieuwe te bouwen. Er moest te veel<br />

onderhoud gepleegd worden. In de notulen <strong>van</strong> de<br />

Goedsheren en Erfgenamen lezen we regelmatig<br />

over reparatie en verbeteringen aan de pastorie. In<br />

die <strong>van</strong> de vergadering <strong>van</strong> 12 oktober <strong>17</strong>74 staat<br />

een door ds. Stolte "versogte verbetering aan de<br />

Pastorie, tot verkrijging <strong>van</strong> meer gemak en<br />

slaapplaatsen in deselve, waartoe de<br />

tegenswoordige deele geëmplojeerd konde worden<br />

en de schuure zodanig vergroot en geapproprieerd,<br />

dat daar wederom een deele gevonden konde<br />

worden ". Op verzoek <strong>van</strong> de goedsheren en<br />

erfgenamen werd naar aanleiding <strong>van</strong> het verzoek<br />

<strong>van</strong> ds. Stolte een rapport hierover opgesteld. De<br />

ondergetekenden -B. <strong>van</strong> Borne en J. <strong>van</strong> Riemsdijk<br />

- die verslag uitbrachten in de vergadering,<br />

constateerden, dat een en ander op zijn kosten<br />

gedaan zou kunnen worden, als ds. Stolte daarvoor<br />

een toelage kreeg <strong>van</strong> f. 500,—. Als het meer zou<br />

kosten, zou hij de kosten dragen en als er iets<br />

overbleef na de reparatie, wil hij dat in de kas <strong>van</strong><br />

de kerk storten. De brand die de pastorie in 1805<br />

teisterde, heeft de bewoonbaarheid natuurlijk ook<br />

niet bevorderd. Een vraag om de pastorie meer<br />

bewoonbaar te maken door een bovenkamertje te<br />

vergroten, werd indertijd niet gehonoreerd. In Van<br />

der Aa's Aardrijkskundig Woordenboek der<br />

Nederlanden lezen we, dat<br />

24<br />

er aan de kerk, pastorie en kosterswoning<br />

behoorlijke werkzaamheden verricht zijn. De<br />

situatie wordt in de loop <strong>van</strong> de eeuw er niet<br />

beter op, zodat er langzamerhand stemmen<br />

opgaan om een nieuwe pastorie te bouwen. Dit<br />

plan neemt in de tweede helft <strong>van</strong> de zestiger<br />

jaren <strong>van</strong> de 19e eeuw vaste vormen aan. Aan<br />

de Synode werd gevraagd om een nieuwe<br />

pastorie te mogen bouwen <strong>van</strong>wege de<br />

bouwvalligheid <strong>van</strong> de oude, waarna in september<br />

1868 door het college <strong>van</strong><br />

Kerkvoogden <strong>van</strong> de Hervormde gemeente te<br />

Heemse met H. Hamhuis, mr. timmerman, een<br />

overeenkomst wordt gesloten voor de bouw<br />

<strong>van</strong> de nieuwe pastorie voor de prijs <strong>van</strong> f.<br />

6<strong>20</strong>0— .<br />

Om gelden bij elkaar te krijgen voor de bouw<br />

<strong>van</strong> de nieuwe pastorie werd aan de Synode<br />

om subsidie gevraagd. Deze werd in 1868 verleend.<br />

Ook werd een rondgang door de<br />

gemeente gemaakt. In 1869 deed het College<br />

<strong>van</strong> Kerkvoogden en Notabelen het verzoek<br />

om een gift te geven voor de bouw <strong>van</strong> de<br />

nieuwe pastorie. In 1870 kan de predikant zijn<br />

nieuwe behuizing betrekken. Hoewel het<br />

boekje meer gaat over Heemse en de<br />

Heemsenaren, mag het verhaal <strong>van</strong> de predikantenzoon,<br />

dr. P.J. <strong>van</strong> Herwerden, in dit<br />

stuk niet ontbreken. Aan het eind er<strong>van</strong> komen<br />

wij de pastorie tegen zoals hij er in zijn herinnering<br />

eruit gezien moet hebben. Maar ook<br />

deze pastorie had haar onderhoud<br />

Bestek en voorwaarden.


nodig en moest regelmatig aangepast worden aan de<br />

eisen <strong>van</strong> de tijd. In het Salland's Volksblad <strong>van</strong> 12<br />

mei 1950 lezen we over de inzameling voor de<br />

restauratie <strong>van</strong> de pastorie. In het voorjaar <strong>van</strong> 1962<br />

richt het college <strong>van</strong> kerkvoogden en notabelen zich<br />

tot de gemeente om een financiële bijdrage voor de<br />

bouw <strong>van</strong> een nieuwe pastorie. Zij vinden de pastorie<br />

"zeer ondoelmatig ingericht, terwijl het<br />

uitgesloten moet worden geacht in verband met<br />

constructie, afmetingen, bezonning e.d. door mi<strong>dd</strong>el<br />

<strong>van</strong> restauratie, welk niet anders dan zeer kostbaar<br />

zal zijn, terwijl men een oud gebouw houdt, een<br />

bevredigende oplossing te verkrijgen."<br />

De nieuwbouwplannen vonden bij de toenmalige<br />

predikant, ds. Loor, geen genade. Hij stelt in zijn<br />

correspondentie met de kerkvoogdij, dat bij zijn<br />

komst in Heemse er al veel ten goede veranderd is<br />

aan de woning. Het is een historisch huis, waar<strong>van</strong><br />

het zonde zou zijn als dit verdween uit Heemse. In<br />

het aanhangsel gevoegd bij het kerkblad in<br />

december 1962 schrijft hij:<br />

"l.Dat een nieuwe, echte pastorie, die voor ons gezin<br />

en meubilair geschikt is, veel te duur zou worden.<br />

Het huis, dat door een architect is geprojecteerd,<br />

blijkt meer dan de helft kleiner dan dat, welke wij nu<br />

bewonen, en is begroot op bijna f. 70.000,-, wat<br />

ongetwijfeld wel duurder zal zijn.<br />

2.Dat de huidige pastorie, waar we graag wonen en<br />

welks ligging algemeen wordt geroemd door<br />

deskundigen, nog zo deugdelijk is bevonden, dat<br />

enige verbetering er<strong>van</strong> zeker verantwoord is.<br />

3.Dat bij de huidige ontwikkeling <strong>van</strong> ons dorp onze<br />

gemeente niet al te zeer belast moet worden; meer<br />

dan f. 50.000,- zal moeten worden geleend, wat<br />

jaarlijks een extra verzwaring geeft <strong>van</strong> de lasten,<br />

die er al zijn.<br />

4.Dat het mogelijk is deze pastorie, door enkele<br />

verbeteringen en een goede beurt <strong>van</strong> binnen, die<br />

de f. <strong>10</strong>,000,- niet behoeven te boven te gaan, voor<br />

elk predikantsgezin ideaal te maken."<br />

Het college <strong>van</strong> Kerkvoogden en Notabelen heeft<br />

daarop besloten de nieuwbouwplannen voorlopig te<br />

laten rusten en een fonds in te<br />

stellen voor de bouw <strong>van</strong> een nieuwe kerk en<br />

pastorie gezien de uitbreiding <strong>van</strong> Heemse. Verder<br />

heeft het college een bedrag <strong>van</strong> f. <strong>10</strong>.000,—<br />

uitgetrokken voor extra onderhoud <strong>van</strong> de "oude"<br />

pastorie. In volgende jaren heeft het binnenste <strong>van</strong><br />

de pastorie meerdere wijzigingen ondergaan om de<br />

bewoonbaarheid te vergroten. Om de kosten <strong>van</strong><br />

onderhoud te drukken heeft de Kerkvoogdij in 1999<br />

pogingen in het werk gesteld om de pastorie op de<br />

lijst <strong>van</strong> rijksmonumenten te krijgen. Helaas is dat<br />

mislukt, zodat de kerkvoogdij geen rijkssubsidie<br />

krijgt om de pastorie te onderhouden. Volgens de<br />

Monumentencommissie <strong>van</strong> de burgerlijke<br />

gemeente die de gemeenteraad moet adviseren in<br />

dezen is de pastorie wat betreft de u architectuurhistorische<br />

waarde niet heel erg groot; het is<br />

ook geen zeldzaam gebouw en de fysieke relatie met<br />

de kerk die wel op de monumentenlijst staat is<br />

onvoldoende." In de hoorzitting betoogde de<br />

kerkvoogdij, dat de pastorie in hun ogen <strong>van</strong><br />

bovenregionaal belang is. De gemeente Hardenberg<br />

volgde echter het advies <strong>van</strong> de commissie en<br />

plaatste de pastorie niet op de lijst. Zij kan de<br />

pastorie wel op een gemeentelijke lijst plaatsen,<br />

zoals de commissie voorstelt.<br />

Inmi<strong>dd</strong>els is de pastorie op de gemeentelijke<br />

monumentenlijst geplaatst.<br />

Bronnen:<br />

Doop- en Trouwboek 1663-<strong>17</strong>06. <strong>Rondom</strong> den<br />

Herdenbergh, <strong>20</strong>02, nr. 2. Register <strong>van</strong> inkomsten<br />

en uitgaven <strong>van</strong> de kerk St. Lambertus te Heemse<br />

A. J. <strong>van</strong> der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der<br />

Nederlanden, dl. 5, blz. 258. Boek der Resolutien<br />

<strong>van</strong> de Heren Erfgenamen <strong>van</strong> Heemse,<br />

Collendoorn, Reze en Diffelen, te zamen gehorende<br />

onder de Kerke <strong>van</strong> Heemse.<br />

Inventaris <strong>van</strong> de archieven der Hervormde<br />

gemeente te Heemse( 1662-1950), nrs. 82 - 84.<br />

Herinneringen uit een dorpspastorie, dr. RJ. <strong>van</strong><br />

Herwerden, 1972. Kerkblad <strong>van</strong> de Hervormde<br />

Gemeente te Heemse, 1962. Sallands Volksblad.


Salland's Volksblad, derde kwartaal 1903<br />

Hierbij weer een collage <strong>van</strong> plaatselijke berichten en advertenties zoals deze in het derde kwartaal <strong>van</strong><br />

1903 werden gepubliceerd. De kranten zijn te raadplegen in de studiezaal <strong>van</strong> de HistorieKamer.<br />

D. Hesselink-Zweers en E. Wolbink<br />

Veel landerijen werden nog aangeduid met aloude veldnamen als Baalderhag, Pastoorsweide, Telgte<br />

en Koppel, er werd tiendkoren verkocht (rechten op het tiende deel <strong>van</strong> de opbrengst) als<br />

Warminkstiend, Lamberstiend, Jenniger-, Hanniger- en Nijbrechtstiend, Bergentheimertiend,<br />

Pastorietiend en Uilenbergertiend. De algemene politieverordeningen voor Stad Hardenberg,<br />

bestaand uit 81 artikelen, werd in delen afgedrukt. Verder werd onder andere geschreven over het<br />

hoge water, de hondenkar, een op hol geslagen paard en de nieuw aan te leggen spoorlijn Neuenhaus-<br />

Hardenberg.<br />

26


Mijn school- en kerkepad - is er niet meer<br />

Herinneringen uit de dertiger jaren <strong>van</strong> de vorige eeuw<br />

Tegenover het toenmalige<br />

gemeentehuis <strong>van</strong> Ambt<br />

Hardenberg stond en staat nog<br />

steeds mijn geboortehuis aan de<br />

Hessenweg in Heemse. Het huis,<br />

gebouwd in 1887 in opdracht <strong>van</strong><br />

mijn grootouders Gerrit<br />

Kampman (geb. 1848 te Heemse)<br />

en Grietje Broekroelofs (geb.<br />

1854 in Radewijk) was destijds<br />

ruim opgezet met een café, een<br />

boerderij en een waag voor de<br />

veehandel. Na een vrij recente<br />

verbouwing is het huis op de<br />

gemeentelijke monumentenlijst<br />

geplaatst. Mijn schoonzus Siny<br />

Kampman-Veldsink, weduwe <strong>van</strong><br />

mijn broer Piet en het gezin <strong>van</strong><br />

dochter Bernardien en haar man Bert<br />

Hamhuis, wonen er met veel genoegen.<br />

Ofschoon mijn vader Gerrit Kampman (geb.<br />

1898) de jongste zoon uit het gezin <strong>van</strong> mijn<br />

grootouders was, werd hij de opvolger. Zijn<br />

oudste broer Hendrik (geb. 1874) betrok met<br />

zijn vrouw bij hun huwelijk een nieuwe boerderij<br />

naast het ouderlijk huis. Oom Hendrik en<br />

vader verschilden 24 jaar in leeftijd! Zijn zoon<br />

G. Jonkhans-Kampman<br />

Het voormalig stationskoffiehuis Kampman is thans in gebruik als<br />

woonhuis.<br />

28<br />

Egbert en diens zoon Henk werden timmerman/aannemer.<br />

Gerrit Jan Kampman (geb.<br />

1877) ook een oudere broer <strong>van</strong> vader, bleef<br />

ongetrouwd en bleef bij ons wonen. Velen zullen<br />

zich hem nog herinneren als Eumpie<br />

(oompje). Hij beheerde het café, was de kastelein.<br />

Vader voelde meer voor de agrarische tak<br />

<strong>van</strong> het bedrijf.<br />

Onze ouders trouwden in 1926. Moeder was<br />

geboren in Slagharen (1900), als<br />

oudste dochter <strong>van</strong> bakker/molenaar<br />

Pieter Wildeboer en zijn<br />

vrouw Jantien Fransen. Er wer-len<br />

vier kinderen geboren: Grietje<br />

(1929), Pieter (1930), Jantien<br />

(1932) en Gerrit (1934). Wij<br />

hebben onze grootouders niet<br />

persoonlijk gekend, wel veel over<br />

hen horen vertellen, onder andere<br />

dat opa Gerrit een paardenliefhebber<br />

was en een goed<br />

koetsier. Het café heette in de<br />

begintijd dan ook Het Zwarte<br />

Paard. De liefde voor het paard is<br />

terug te vinden in zijn kleinen<br />

achterkleinkinderen. Oma


De tramremise <strong>van</strong> de D.SM. te Heemse (ca 1925)<br />

Grietje was vaardig met de pen, ze hield de<br />

administratie bij. Van haar mooie handschrift<br />

hebben we nog enkele exemplaren. Haar vader,<br />

Gerrit Jan Broekroelofs was boer en tevens<br />

hoofdonderwijzer in Radewijk.<br />

De Hessenweg was in de dertiger jaren <strong>van</strong> de<br />

vorige eeuw al een druk bereden weg. Het verkeer<br />

uit de richting Ommen en Lutten dat naar<br />

Stad Hardenberg en verder op weg was, passeerde<br />

hier en omgekeerd. Bovendien lagen er<br />

de rails <strong>van</strong> de Dedemsvaartse Stoomtram<br />

Maatschappij, die sinds 1886 verbindingen<br />

onderhield met Lutten, Slagharen, Coevorden,<br />

Dedemsvaart, Hoogeveen en Zwolle. De remise,<br />

twee grote hallen, was het eindstation,<br />

gelegen tegenover café Koeslag. Ook de alom<br />

bekende Van Gend en Loos had er een vesti-<br />

ging-<br />

Als kinderen beleefden we op positieve manier<br />

de gezellige drukte rond in- en uitstappende<br />

burgers en buitenlui bij gemeentehuis en<br />

tramstation. Er was altijd wat te doen! Voor<br />

onze ouders echter een voortdurende zorg, de<br />

kinderen veilig over de weg te helpen. Stonden<br />

we op het plein vóór het gemeentehuis, met<br />

toen nog grote kastanjebomen en zelfs nog een<br />

put, dan konden we rustig aan ons school- en<br />

kerkepad beginnen. Het gemeentehuis,<br />

gebouwd in 1889, was het bestuurscentrum<br />

<strong>van</strong> de gemeente Ambt Hardenberg. Tot 1962<br />

heeft het als zodanig gefunctioneerd en in<br />

1963 is het afgebroken.<br />

De laatste 21 jaar heeft het dienst gedaan als<br />

bestuurscentrum <strong>van</strong> de gefuseerde<br />

gemeenten Stad en Ambt<br />

Hardenberg, in 1941 onder Duits<br />

bewind tot stand gekomen. In 1962<br />

is er weer een nieuw gemeentehuis<br />

verrezen aan de Bruchterweg in<br />

Hardenberg. De nieuw aangelegde<br />

Europaweg met de nieuwe brug<br />

over de Vecht, de Prins<br />

Bernhardbrug, werd de toegang tot<br />

het centrum <strong>van</strong> Hardenberg. Heel<br />

veel Hardenbergers (in de ruimste<br />

zin) hebben nog dierbare<br />

herinneringen aan het oude<br />

gemeentehuis in Heemse. Talloze huwelijken<br />

werden er gesloten, waarbij velen zich nog de<br />

legendarische ambtenaar <strong>van</strong> de burgerlijke<br />

stand zullen herinneren: de<br />

Mw. Sina Veldsink-Overweg, overl. 5 mei <strong><strong>20</strong>03</strong>; zij<br />

woonde op de boerderij die het plein <strong>van</strong> het<br />

gemeentehuis aan de zuidkant afsloot<br />

zéér betrokken heer Johan George<br />

Boekhoven... Naast het gemeentehuis was de<br />

woning <strong>van</strong> de gemeentearchitect gebouwd.<br />

Later werd hierin de afdeling <strong>van</strong> sociale<br />

zaken gehuisvest, 's Morgens vóór schooltijd<br />

kwamen we vaak burgemeester H.H.<br />

29


Op achtergrond de N-34, mi<strong>dd</strong>en: boerderij en café Kampman met lindebomen<br />

ervoor; voorgrond links het woonhuis <strong>van</strong> R. Meijer en G<br />

Hakkers, en rechts: boerderij <strong>van</strong> G. Veldsink<br />

Weitkamp tegen. Hij kwam lopend met wandelstok<br />

<strong>van</strong>uit zijn boerderij, het Hesselink, naar het<br />

gemeentehuis. Een rijzige gestalte, met baard,<br />

donkergrijze overjas en hoed, voor klein en. groot<br />

een vriendelijk, toegankelijk man. Het erve<br />

Hesselink met zijn karakteristieke bruine beuken is<br />

gelukkig gespaard gebleven in die Sturm und<br />

Drang-periode tijdens de zestiger jaren in Heemse!<br />

Er woont nog steeds een Weitkamp op het huis, een<br />

achterkleinzoon <strong>van</strong> de toenmalige burgemeester.<br />

De boerderij <strong>van</strong> de familie Veldsink (voorheen<br />

Otten) sloot het plein voor het gemeentehuis af aan<br />

de zuidzijde. Een typische Saksische boerderij met<br />

baanderdeuren aan het plein. Hier woonden de oude<br />

vrijgezelle broers Derk en Johannes Otten. Hun<br />

oomzegger Gerrit Veldsink en zijn vrouw Sina<br />

Veldsink-Overweg waren bij hen ingetrouwd. Het<br />

echtpaar kreeg twee dochters, Miny en Rieky. Door<br />

iedereen werden de oude broers Derk-oom en Jansoom<br />

genoemd. Ze droegen donkere Manchester<br />

broeken, een katoenen blauwe werkkiel, een<br />

zogenaamde stormkiel, met een sluiting <strong>van</strong> knopen<br />

(vaak witte benen knopen) op de schouders. De<br />

hoge zwarte pet gaf hen een zekere status. Voor 's<br />

zondags naar de kerk kwam het zwartlakense pak<br />

uit de kast, de hoge zijden pet en de hoge blinkend<br />

gepoetste schoenen voltooiden het geheel. Tussen<br />

de zojuist beschreven boerderij en het<br />

30<br />

gemeentehuis kon men een iets naar<br />

achteren gebouwd langgerekt huis<br />

zien. Hierin woonden aan de zuidkant<br />

Roelof en Riek Meijer met hun drie<br />

kinderen Gerard, Roelie en Herman.<br />

Roelof Meijer was werkzaam op de<br />

zuivelfabriek Salland in Hardenberg.<br />

Aan de noordkant woonden Janna en<br />

Gerrit Hakkers, waar nu Jan Hofsink<br />

en zijn vrouw Diny wonen in hun<br />

prachtig gerestaureerde Saksische<br />

woning. Janna en Gait Hakkers<br />

waren wat we nu zouden noemen, de<br />

huismeesters <strong>van</strong> het gemeentehuis.<br />

Ze maakten de vele kachels 's morgens<br />

aan en hielden de inventaris schoon,<br />

bijgestaan door hun trouwe hulp Ypke<br />

Woelders, die als een dochter voor hen was. Ze<br />

werden, doordat ze beiden klein <strong>van</strong> stuk waren,<br />

wel de poppen <strong>van</strong> het gemeentehuis genoemd.<br />

Overdag was de gemeentebode, de heer Stad,<br />

aanwezig.<br />

Jan Otten (geb. 1888) en buurman Johannes Otten<br />

ofwel Jans-oom (geb. 1876)


Tussen de boerderij <strong>van</strong> Veldsink en een grote<br />

hooischuur begon het Otterpaadje, een donkergrijs<br />

sintelpad. Links daar<strong>van</strong> een boerderij,<br />

bewoon door de familie Otten. Jan Otten (geb.<br />

1888) en zijn vrouw Hermina (1881) en hun<br />

zonen woonden samen met hun oudste zoon<br />

Jans (1907) en zijn vrouw Aaltje (1905) en hun<br />

kinderen in hetzelfde huis. Het was een gezellig<br />

groot gezin, waar altijd iedereen welkom was.<br />

Jans werkte als nachtwaker op de EItem, later<br />

(overdag) in de productie. Hij was een fervent<br />

jager, met een indrukwekkende Duitse herder,<br />

Ceasar! Muzikaal waren de heren Otten ook.<br />

Ze waren lid <strong>van</strong> de plaatselijke fanfare De<br />

Eendracht, onder de bezielende leiding <strong>van</strong><br />

meester E. Smit, destijds hoofd<br />

De bakkerij en kruidenierszaak <strong>van</strong> de familie Otter<br />

gemaakt voor nieuwbouw<br />

<strong>van</strong> de gereformeerde school in Heemse, 's<br />

Avonds was er tijd om te oefenen en daar<br />

genoot de hele buurt <strong>van</strong> mee op mooie<br />

zomeravonden. Even verderop, rechts, stond en<br />

staat nog steeds het woonhuis Het Seinen<br />

genaamd. Het was lang in het bezit <strong>van</strong> de<br />

familie Vinke, een bekende naam in Heemse en<br />

Hardenberg. Ds. Vinke was de bouwheer en nog<br />

velen hebben na hem op Het Seinen gewoond,<br />

onder andere in mijn jeugd de familie <strong>van</strong><br />

Halsema. Twee oudere dames, de dames<br />

Beuling, woonden er tijdens de mobilisatie<br />

1939/1940. Ze hebben veel betekend voor de<br />

jonge militairen, voornamelijk Friezen, die hier<br />

in de grensstreek rond Hardenberg waren<br />

ingekwartierd ter bewaking<br />

<strong>van</strong> de grenzen met Duitsland. De dames breiden<br />

bivakmutsen en handschoenen voor de<br />

soldaten, die zeer gewaardeerd werden in deze<br />

koude winters. Ook nodigden ze 'de jongens'<br />

uit bij hen thuis aan tafel. Een kleindochter<br />

heeft nog steeds contacten met de Friese militairen<br />

<strong>van</strong> toen (Henny Spaanderman-Borgers,<br />

zij woonde in haar jeugd aan de Gramsbergerweg<br />

in Hardenberg).<br />

We komen nu , links, bij het grote complex <strong>van</strong><br />

de familie Otter, voorheen Vinke. Otter was<br />

bakker en kruidenier en dat leverde de nodige<br />

bedrijvigheid op. Men ventte toen nog met paard<br />

en wagen tot helemaal in Rheeze en Diffelen! Een<br />

klein gedeelte <strong>van</strong> het langgerekte huis werd<br />

bewoond door het gezin Waanders. Waanders was<br />

werkzaam bij Van Gend en<br />

Loos. Hij was een welbespraakt<br />

man, ging een politiek<br />

debat niet uit de weg en was<br />

een trouw volgeling <strong>van</strong> de<br />

bekende socialist Domela<br />

Nieuwenhuis, zijn grote<br />

voorbeeld. Men keek <strong>van</strong> uit<br />

zijn huis het nu nog bestaande<br />

kastanjelaantje in, de verbinding<br />

met de Scholtensdijk.<br />

Zo af en toe herken ik nu nog<br />

mijn school- en kerkepad aan<br />

de heeft helaas plaats- nog<br />

aanwezige oude bomen. Door<br />

de nieuwbouw wordt het soms moeilijk het pad te<br />

traceren... Tegenover de zaak <strong>van</strong> Otter (die later<br />

zijn bedrijf verplaatste naar waar thans installatiebedrijf<br />

Welink is gevestigd), stond een boerderij<br />

die bewoond werd door de familie Schuldink.<br />

Vader Schuldink werkte bij de firma Vinke. Lang<br />

heeft er nog een kunstmest-opslag gestaan aan het<br />

begin <strong>van</strong> het kastanjelaantje. Ook buurman Jan<br />

Breukelman, met vrouw Sofie Cremer, was<br />

werkzaam bij Vinke. Deze zaak heeft zich later<br />

aan de Stationsstraat te Hardenberg gevestigd.<br />

Naast Breukelman stond een klein herenhuis met<br />

een grote tuin, waar vroeger meester Dorgelo<br />

woonde. Zijn enige dochter Riek was gehandicapt.<br />

Zij woonde later met haar huishoudster,<br />

31


Het Weidehuis<br />

mw. Witteveen, op het nu nog bestaande huis<br />

het Zunneke aan de Scholtensdijk, naast<br />

Bouwhuis. Het huis <strong>van</strong> meester Dorgelo werd<br />

later bewoond door J.W. Bakker, leraar aan de<br />

Christelijke Landbouwwinterschool op de<br />

Brink. Hij was getrouwd met Mien Bruins uit<br />

Hardenberg. Haar vader was kassier <strong>van</strong> de<br />

Boerenleenbank in Hardenberg. Na de oorlog<br />

emigreerde het gezin naar Canada, zoals velen<br />

in die tijd.<br />

Ongeveer honderd meter verder in een bocht<br />

<strong>van</strong> ons school- en kerkepad stond het in onze<br />

kinderogen indrukwekkende Weidehuis.<br />

Omringd door prachtige, voor ons niet alledaagse<br />

bomen, zoals platanen en acacia's. Ook<br />

bijzonder grote kastanjebomen stonden er. Ons<br />

toenmalig hoofd <strong>van</strong> de Hervormde School (hij<br />

fietste ook dagelijks deze route) vertelde ons<br />

daarover. Hij nam bladeren, bloemen en<br />

vruchten voor ons mee naar school. Meester<br />

Jan Meilink was een statig man, altijd donker<br />

gekleed met hoed, een leerkracht nog <strong>van</strong> de<br />

oude stempel. Hij was altijd erg bezorgd voor<br />

'zijn' schoolkinderen. Schooien speelplaats<br />

waren rondom <strong>van</strong> een hek voorzien. Het<br />

Weidehuis, genoemd naar de<br />

32<br />

grote weide ten oosten <strong>van</strong> de Scholtensdijk.<br />

Er stond toen aan deze kant <strong>van</strong> de weg nog<br />

geen enkel huis. Later werd hier het huis <strong>van</strong><br />

de nieuwe burgemeester gebouwd, de opvolger<br />

<strong>van</strong> burgemeester H.H. Weitkamp. De 'nieuwe'<br />

heette G. Oprel, wij als kinderen noemden hem<br />

oneerbiedig Gait <strong>van</strong> de Peerdeweide. Het<br />

betreffende huis wordt nu bewoond door<br />

dokter A. Nijland, huisarts. Daarvoor door<br />

dokter Nauta. Het Weidehuis, <strong>van</strong> oorsprong<br />

een boerderij <strong>van</strong> de familie Bruins uit<br />

Hardenberg, werd later ingericht als<br />

jeugdherberg. Een eerste aanzet tot het aantrekken<br />

<strong>van</strong> toerisme naar dit deel <strong>van</strong><br />

Nederland Het heeft zich niet doorgezet toen.<br />

Het Weidehuis heeft later talloze bewoners<br />

geherbergd, meest gezinnen. De woningnood<br />

na de oorlog bleek groot, de wederopbouw<br />

kwam wel op gang maar kon niet direct aan de<br />

grote vraag voldoen. De naam Weidehuisstraat<br />

herinnert ons nog aan het afgebroken<br />

Weidehuis, gelegen destijds tussen de<br />

Scholtensdijk en de Rheezerweg in Heemse.<br />

(Wordt vervolgd)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!