15.09.2013 Views

Benson Owili | Professie voor het leven | Jubilerende fraters

Benson Owili | Professie voor het leven | Jubilerende fraters

Benson Owili | Professie voor het leven | Jubilerende fraters

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

FRATERS CMM<br />

4/12<br />

| Twee nieuwe geassocieerden | ‘Een dak<br />

boven mijn ziel’ | <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong> | <strong>Professie</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> | <strong>Jubilerende</strong> <strong>fraters</strong> |<br />

Sigaren en rotan stoelen


Inhoud<br />

Mission statement<br />

Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.<br />

Barmhartigheid staat centraal in alle<br />

wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme,<br />

jodendom, christendom en islam.<br />

De beweging van barmhartigheid heeft een<br />

spoor getrokken in de geschiedenis.<br />

De verschillende vormen waarin zij verschijnt,<br />

zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij<br />

ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt.<br />

De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve<br />

Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld<br />

in de christelijke barmhartigheid.<br />

2<br />

Verloren zoon, Rembrandt<br />

column van de<br />

rond frater<br />

andreas<br />

algemene overste 4 5<br />

Colofon<br />

Fraters CMM (<strong>voor</strong>heen Ontmoetingen) is <strong>het</strong> driemaandelijks<br />

contactblad van de Congregatie van de<br />

Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid<br />

(‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’).<br />

Een abonnement is gratis (aanvragen via adres<br />

hieronder). ISSN 1574­9193<br />

Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater<br />

Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater<br />

Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater<br />

Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur)<br />

Ontwerp<br />

en opmaak: Heldergroen<br />

www.heldergroen.nl<br />

Druk: DekoVerdivas, Tilburg<br />

Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54<br />

5041 DT Tilburg<br />

tel.: 013 5432777 (Rien Vissers)<br />

fax: 013 5441405<br />

e-mail: magazine@cmmbrothers.nl<br />

website: www.cmmbrothers.org<br />

Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming<br />

in de kosten is welkom op ING-bankrekening<br />

106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg<br />

Foto omslag <strong>voor</strong>: <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong> in zijn hut<br />

(zie pagina 11­12).<br />

Foto omslag achter: Kunstig gestapeld hout in <strong>het</strong><br />

Italiaanse dorpje Pina. (foto: frater Ad de Kok).


Twee nieuwe<br />

geassocieerden<br />

‘Een dak boven<br />

6 mijn ziel’ 8 <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong><br />

11<br />

Van de redactie<br />

Delen in <strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

van de <strong>fraters</strong> cmm<br />

Een enkel beeld zegt soms meer dan duizend<br />

woorden. Dat blijkt ook weer in dit nummer van<br />

Fraters CMM. <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong> is één van de eerste<br />

cliënten van een project dat de congregatie in<br />

1996 in de Keniaanse plaats Oyugis begon om<br />

besmetting met hiv/aids te <strong>voor</strong>komen en<br />

mensen te ondersteunen die gebukt gaan onder<br />

de gevolgen ervan. De zwaar zieke seropositieve<br />

<strong>Benson</strong> is in deze editie te zien, gefotografeerd<br />

in zijn schamele hutje, naakt, half bedekt door<br />

een deken. Maar kijk naar zijn ogen. Ze stralen.<br />

En dan die glimlach ... Dankzij <strong>het</strong> werk van de<br />

<strong>fraters</strong> in Kenia worden mensen als <strong>Benson</strong> niet<br />

langer als ‘outcasts’ gestigmatiseerd, maar<br />

opgevangen en geaccepteerd. Daardoor krijgen<br />

ze hun zelfrespect dat ze vrijwel verloren hadden<br />

weer terug. Daardoor ook krijgen ze weer kracht<br />

om met hun ziekte om te gaan. De foto van<br />

<strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong> laat op treffende wijze de effectiviteit<br />

zien van barmhartigheid. Deze kernwaarde<br />

van de congregatie van de Fraters CMM zet<br />

mensen er toe aan de nood van naasten onder<br />

ogen te zien, er door bewogen te worden en in<br />

beweging te komen om de helpende hand te<br />

bieden. Dankzij de ‘beweging van barmhartigheid’<br />

waar de <strong>fraters</strong> deel van uitmaken, worden over<br />

de hele wereld mensen als <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong> opgetild<br />

uit hun ellendige bestaan. Een krachtig beeld<br />

illustreert dit zoveel meer dan prachtige woorden.<br />

Het geassocieerd lidmaatschap<br />

Bij <strong>het</strong> ter perse gaan van deze editie van Fraters CMM<br />

kwam <strong>het</strong> bericht uit Kenia dat <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong> op 12<br />

december is overleden. De redactie heeft in overleg met<br />

de betrokkenen besloten de bijdrage over hem en zijn<br />

foto op de cover te handhaven als eerbetoon aan<br />

<strong>Benson</strong> en <strong>het</strong> project van de Fraters CMM.<br />

armhartigheid en broederschap<br />

<strong>Professie</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

<strong>Jubilerende</strong><br />

<strong>fraters</strong><br />

Kort nieuws<br />

In Memoriam<br />

13<br />

Sigaren en<br />

rotan stoelen<br />

14 16<br />

21<br />

bronnen<br />

20<br />

23<br />

3


Een schaduwkant van allerlei verhalen over seksueel<br />

misbruik die de afgelopen jaren naar boven zijn<br />

gekomen, is dat we onze spontaneïteit naar kinderen<br />

toe verliezen. Het verhaal deed mij denken aan een<br />

eigen ervaring in mei van dit jaar, toen ik in Rome<br />

was <strong>voor</strong> de halfjaarlijkse vergadering van algemene<br />

oversten. Van mijn logeeradres naar de bus loopt de<br />

kortste route door een speeltuin. Die nam ik bij een<br />

vorige gelegenheid regelmatig. Deze keer aarzelde ik,<br />

en liep ik er niet doorheen. Later deed ik dat overigens<br />

bewust wél, maar ik realiseerde me tegelijkertijd hoe<br />

de persoonlijke confrontatie met misbruikzaken ook<br />

bij mij doorwerkt. Uit verhalen van slachtoffers die ik<br />

hoor, blijkt dat lichamelijk contact met hun kinderen<br />

hen moeite kost en dat ze daar veel verdriet van<br />

hebben. Ik kan me dat goed <strong>voor</strong>stellen en <strong>het</strong> bezorgt<br />

je ook een gevoel van machteloosheid. Je zou willen<br />

dat <strong>het</strong> anders was.<br />

Het stukje in de krant geeft aan dat de balans naar<br />

de andere kant door kan slaan. Kinderen dreigen<br />

daardoor affectieve aandacht tekort te komen. Er<br />

moet een goed evenwicht bestaan tussen afstand<br />

Column<br />

VAn de algemene overste<br />

Dinsdag 20 november 2012 kwam ik terug uit Brazilië. In ‘nrc.next’ viel mijn oog op een stukje, getiteld:<br />

‘Kinderen’. Een columniste schreef over haar vriend die in <strong>het</strong> vliegtuig naast een jongetje had gezeten<br />

dat ’s nachts tegen hem aan in slaap was gevallen. “Hij was zo lief en klein”, vertelde hij vrienden.<br />

Die reageerden echter met de opmerking dat hij dit niet zomaar tegen iedereen moest zeggen, omdat<br />

mensen hier vreemd van op zouden kunnen kijken.<br />

4<br />

en nabijheid. Maar laten we kinderen toch <strong>voor</strong>al<br />

spontaan en zonder reserve tegemoet treden.<br />

Een week na terugkomst uit Brazilië, vertrok ik<br />

naar Nairobi in verband met de professie <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>leven</strong> van één van onze Keniaanse medebroeders.<br />

De eerste ochtend na mijn aankomst sla ik de Daily<br />

Nation, de grootste krant van Kenia, open en word<br />

ik onmiddellijk geconfronteerd met de problematiek<br />

van seksueel misbruik: er werd verslag gedaan van<br />

een overheidsonderzoek. Schokkende cijfers: 32% van<br />

de meisjes en 18% van de jongens tot achttien jaar<br />

in Kenia blijkt op de een of andere manier seksueel<br />

misbruikt te zijn. Ik werd me er opnieuw van bewust,<br />

hoe wijdverbreid <strong>het</strong> probleem is en dat we er met<br />

zijn allen hard aan moeten werken om dit kwaad uit<br />

te bannen.<br />

frater Broer Huitema


ond frater andreas<br />

Plagerijen<br />

Iedereen wist dat frater Andreas zich aan álle regels wilde houden. Dat bracht hem soms<br />

in een moeilijk parket. Hij werd wel met zijn regelvastheid geplaagd. Medebroeders konden<br />

hem flink in de maling nemen. Ze stelden hem ‘op de proef’, zoals ze <strong>het</strong> noemden.<br />

Als Andreas zich bij hen voegde, begonnen ze bij<strong>voor</strong>beeld<br />

over de gebreken van iemand te spreken. Dat was<br />

tegen de regel en ze wisten dat Andreas zich er ongemakkelijk<br />

bij voelde. Ze meenden <strong>het</strong> ook niet maar gingen<br />

er uitgebreid mee door. Andreas had moeite om <strong>het</strong><br />

gesprek een andere wending te geven. Ongemerkt lukte<br />

dat nooit, zodat ze hem konden toelachen: “Andreas,<br />

wat doe je nu weer?”<br />

Er waren veel plagerijen op Ruwenberg. Je moest daar<br />

als frater tegen kunnen. Plagen kon uitdrukking zijn van<br />

een hartelijke en vertrouwde omgang. Het kon ook een<br />

manier zijn om dingen te relativeren. Soms was <strong>het</strong> een<br />

vrolijke vorm van verzet. De kinderen plaagden hun onderwijzers<br />

natuurlijk ook. Maar frater Andreas leek dat<br />

niet te merken. Het gebeurde wel dat de jongens hem op<br />

de slaapzalen uitprobeerden. Een appel die ze overdag<br />

in de boomgaard hadden gestolen, kon zomaar onder de<br />

gordijnen van de chambrettes doorrollen. In plaats van<br />

kwade vermoedens te krijgen, pakte frater Andreas de<br />

appel gewoon op en gaf hem aan de boosdoener terug.<br />

“Het was wel eenvoudig”, vond een mede­surveillant.<br />

De schoolkinderen wisten dat ‘niet omzien’ in de regel<br />

stond en dat frater Andreas die bepaling heel letterlijk<br />

nam. Tijdens een wandeling b<strong>leven</strong> ze graag achter<br />

zijn rug hangen. Het was <strong>voor</strong> frater Andreas een hele<br />

opgave om, zonder om te zien, iedereen bij de groep<br />

te houden. Of ze verplaatsten stilletjes zijn stoel in <strong>het</strong><br />

klaslokaal zodat de onderwijzer, zonder om te zien,<br />

ernaast ging zitten.<br />

De plagerijen gingen soms te ver. Maar volgens frater<br />

Pacomius deed Andreas goed mee als er hier of daar een<br />

grap werd uitgehaald. Het handvat van de keukendeur<br />

was eens met deeg besmeurd en <strong>het</strong> trof dat juist frater<br />

Andreas als eerste aankwam. Met de volle hand greep<br />

hij in de smurrie. Hij reageerde even opgewekt en zachtmoedig<br />

als altijd. “Vrolijk lachend ging frater Andreas<br />

heen om zijn hand te zuiveren.”<br />

Charles van Leeuwen<br />

Speelkwartier op Ruwenberg.<br />

5


Tijdens een plechtige eucharistieviering op 7 oktober 2012 in de kapel van <strong>het</strong> Tilburgse woonzorgcentrum<br />

Joannes Zwijsen, hebben Henk en Trudy Mutsaers zich als ‘geassocieerde leden’ verbonden aan de congregatie.<br />

In aanwezigheid van <strong>fraters</strong>, geassocieerde leden, familieleden en vrienden legden beiden <strong>voor</strong> drie jaar de bij<br />

dit lidmaatschap behorende beloften af.<br />

Algemeen CMM-overste frater Broer Huitema overhandigt de Constituties<br />

van de congregatie aan Trudy en Henk Mutsaers.<br />

nederland<br />

Twee nieuwe<br />

geassocieerden<br />

In zijn welkomstwoord <strong>voor</strong>afgaand aan de viering,<br />

memoreerde frater Jan Koppens, de provinciale CMMoverste<br />

van Nederland, dat de nieuwe geassocieerden<br />

zich hebben laten raken door de spiritualiteit<br />

van Vincent de Paul, de gedrevenheid van Louise de<br />

Marillac en de barmhartige broederschap van de <strong>fraters</strong>.<br />

Reflecterend op de schriftlezingen van de zondag,<br />

zei de algemene overste, frater Broer Huitema: “Waar<br />

<strong>het</strong> in de lezingen van vandaag ten diepste om gaat,<br />

is eenvoudig weer te geven met <strong>het</strong> woord ‘trouw’.<br />

Zoals God trouw is aan zijn volk, zo worden wij opgeroepen<br />

trouw te zijn aan elkaar en aan onze <strong>leven</strong>sopdracht.<br />

... Wederzijdse, duurzame trouw:<br />

6<br />

daar gaat <strong>het</strong> om in <strong>het</strong> <strong>leven</strong>, in al zijn verscheidenheid<br />

aan verschijningsvormen. Henk en Trudy gaan<br />

een verbintenis aan waarin zij trouw beloven aan de<br />

congregatie en haar idealen. ... De aanvaarding van<br />

jullie belofte van trouw ­ ieder afzonderlijk ­ betekent<br />

ook <strong>voor</strong> de congregatie de plicht tot trouw aan jullie,<br />

aan jou, Trudy en aan jou, Henk! Samen zullen we een<br />

weg moeten vinden om die verbondenheid handen en<br />

voeten te geven. Samen zullen we een route moeten<br />

uitstippelen om die belofte van trouw in concreet handelen<br />

vorm te geven. Het is een avontuur dat we samen<br />

aangaan; daarom kiezen we er ook <strong>voor</strong> vandaag een<br />

belofte uit te spreken <strong>voor</strong> drie jaar. Met de intentie


Frater Niek Hanckmann feliciteert de geassocieerden.<br />

om na drie jaar een verbintenis <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> aan<br />

te gaan. Vandaag beginnen we aan die tocht, maar<br />

we weten ook dat de afgelopen jaren al een grote<br />

verbondenheid is gegroeid. We beginnen dan ook<br />

met groot vertrouwen.”<br />

Verrijkt<br />

Na een dienstverband van ruim tien jaar als activiteitenbegeleidster<br />

in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen<br />

heeft Trudy Mutsaers sinds 1997 als vrijwilligster regelmatig<br />

haar diensten verleend aan de <strong>fraters</strong> van de<br />

communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg. Ze vertelde<br />

tijdens de viering dat ze als activiteitenbegeleidster<br />

veel contact met de <strong>fraters</strong> had en van hen verhalen<br />

hoorde over hun missie in binnen­ en buitenland. Wat<br />

haar ten diepste raakte was hun aandacht <strong>voor</strong> kinderen<br />

op internaten en scholen, <strong>voor</strong>al de zorg <strong>voor</strong> de<br />

zwakken, de armen en gehandicapten. Barmhartigheid,<br />

broederschap en veel liefde <strong>voor</strong> de naaste, zei ze,<br />

stonden bij Joannes Zwijsen hoog in <strong>het</strong> vaandel. En<br />

dat zag ze bij de <strong>fraters</strong> terug. Maar ook hun groot<br />

Godsvertrouwen terwijl ze steeds weer kracht putten<br />

uit <strong>het</strong> gebed. Hun getuigenis heeft haar <strong>leven</strong> verrijkt.<br />

Daarom wil ze graag meedoen en delen in die spiritualiteit<br />

van de <strong>fraters</strong> op Joannes Zwijsen maar, zo<br />

voegde ze er aan toe, niet zonder haar man Henk.<br />

Geboeid<br />

Henk gaf aan dat <strong>het</strong> <strong>leven</strong> van de <strong>fraters</strong> hem al<br />

vanaf zijn jeugdjaren heeft geboeid. Op de lagere<br />

school had hij bijna in elke klas een frater als onderwijzer.<br />

Henk werkte als administrateur en manager<br />

in <strong>het</strong> bedrijfs<strong>leven</strong>. Na zijn pensionering heeft hij<br />

vrijwilligerswerk gedaan als penningmeester van de<br />

HSC Honkbalvereniging en de Zonnebloem. Ook is hij<br />

vanaf 1996 vrijwilliger bij de Tilburgse parochie Petrus<br />

en Paulus. Door <strong>het</strong> dienstverband van zijn vrouw<br />

Trudy bij de <strong>fraters</strong>, zijn de contacten met de congregatie<br />

sterker geworden. “Daarom”, concludeerde hij,<br />

“wil ik mij vandaag als geassocieerd lid verbinden aan<br />

de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw,<br />

Moeder van Barmhartigheid. Ik zal de Leefregel van de<br />

<strong>fraters</strong>, die van ‘Barmhartigheid en Broederschap’, ook<br />

in mijn <strong>leven</strong> beter gaan toepassen en deze nog sterker<br />

en bewuster gaan be<strong>leven</strong>.”<br />

Feliciteren<br />

Ten overstaan van frater Broer Huitema, frater Jan<br />

Koppens en frater Harrie van Geene, overste van de<br />

communiteit Joannes Zwijsen, spraken de nieuwe<br />

geassocieerde leden de verbintenistekst uit en tekenden<br />

ze de verbindingsakte. Als uitdrukking van verbondenheid<br />

met de congregatie gaf frater Broer Huitema aan<br />

beiden de constituties, aan Henk een speld en aan Trudy<br />

een ketting met <strong>het</strong> logo van de congregatie. Na de<br />

eucharistieviering, die werd gecelebreerd door pater<br />

Willem Spann OSFS, was er in de communiteit van<br />

Joannes Zwijsen gelegenheid de nieuwe leden te feliciteren.<br />

De viering werd in <strong>het</strong> generalaat van de <strong>fraters</strong><br />

besloten met een etentje in kleine kring.<br />

frater Edward Gresnigt<br />

Meer weten over <strong>het</strong> geassocieerd lidmaatschap<br />

van de congregatie? Ga naar pagina 8­10.<br />

7


‘ Een dak boven<br />

mijn ziel’<br />

De Nederlandse CMM-provincie organiseert regelmatig een ‘provinciemiddag’. Fraters en geassocieerde<br />

leden komen dan samen in <strong>het</strong> Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen <strong>voor</strong> gemeenschappelijk<br />

gebed, bezinning en ontmoeting. Op 23 november was tijdens de provinciemiddag veel aandacht <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

geassocieerd lidmaatschap van de congregatie. Frater Wim Verschuren en geassocieerd CMM-lid Betty<br />

Karhof spraken erover.<br />

Frater Wim Verschuren (algemene overste van 1978­<br />

1990) was vanaf <strong>het</strong> eerste uur aan <strong>het</strong> einde van de<br />

jaren negentig nauw betrokken bij de opzet van <strong>het</strong><br />

geassocieerd lidmaatschap. Hij memoreerde hoezeer<br />

<strong>het</strong> nieuw was en een bijzonder teken van de ontwikkeling<br />

die de fratergemeenschap had doorgemaakt.<br />

De congregatie veranderde in enkele decennia langzaam<br />

van een gesloten in een open gemeenschap.<br />

Een openheid die frater Wim Verschuren terugvoerde<br />

op paus Johannes XXIII en <strong>het</strong> Tweede Vaticaans<br />

Concilie (1962­1965), waarbij de kerk de ramen en<br />

deuren opende en haar verbondenheid met de wereld<br />

benadrukte. “Gaandeweg werd gastvrijheid <strong>voor</strong> de<br />

congregatie van groter belang”, zo vatte hij samen.<br />

“De wereld mocht binnenkomen: de ander werd gezien,<br />

binnengelaten in de eigen kring en men ging samen<br />

op weg. En zoals zo vaak was ook hier<strong>voor</strong> inspiratie<br />

te vinden in de rijke traditie van de kerk: abdijen<br />

verwoorden al eeuwenlang in hun regels dat men<br />

in elke gast Christus moet zien.”<br />

‘Openheid’<br />

“Associatie kun je zien als een uitbloei van allerlei vormen<br />

van verbondenheid die in de Nederlandse CMMprovincie<br />

ontstonden”, aldus frater Wim Verschuren.<br />

“Dienend in <strong>het</strong> <strong>leven</strong> staand, groeiden nieuwe vormen<br />

8<br />

nederland<br />

van aandacht <strong>voor</strong> vluchtelingen, jongeren, vereenzaamde<br />

mensen, bezinning op werk en barmhartigheid.<br />

Ook hier, in de communiteit van Joannes Zwijsen, is<br />

veel aan te wijzen van openheid en gastvrijheid. In dit<br />

huis maken de <strong>fraters</strong> deel uit van een groter geheel,<br />

samen met andere religieuzen en leken. Die openheid<br />

krijgt vorm aan tafel, waar <strong>fraters</strong> andere bewoners<br />

ontmoeten, in de kapel tijdens de vieringen, in <strong>het</strong><br />

samen naar muziek luisteren, in de manier waarop<br />

bewoners elkaar her en der in huis ontmoeten. Er is<br />

duidelijk ruimte <strong>voor</strong> samen<strong>leven</strong> en vriendschap. De<br />

<strong>fraters</strong> kennen ook steeds meer leken die in hun directe<br />

omgeving werken. Horen ook deze mensen erbij? Delen<br />

we in hun <strong>leven</strong>? Zonder deze hele ontwikkeling, die ik<br />

hier probeerde te sc<strong>het</strong>sen, zou associatie niet mogelijk<br />

zijn. Het mag hierbij duidelijk zijn dat associatie<br />

geen vrijblijvende verbinding is. Het boekje Delen in<br />

<strong>het</strong> <strong>leven</strong> van de Fraters CMM uit 2006 verwoordt <strong>het</strong><br />

zo: ‘We zijn gegrepen door <strong>het</strong> verhaal van Jezus die<br />

Gods liefde heeft <strong>voor</strong>geleefd en heeft laten zien wat<br />

barmhartigheid is’.”<br />

Toekomst<br />

Frater Wim Verschuren riep de beraadslagingen in<br />

herinnering die uiteindelijk leidden tot <strong>het</strong> openstellen<br />

van de congregatie <strong>voor</strong> geassocieerde leden.


Wij zijn bereid wegen te zoeken<br />

die <strong>het</strong> sommigen mogelijk maken<br />

met ons mee te <strong>leven</strong> en mee te werken,<br />

als geassocieerd lid of anderszins,<br />

zonder in alles onze <strong>leven</strong>swijze te delen.<br />

(uit de leefregel van de Fraters CMM, nr. 365)<br />

De congregatie biedt sinds eind jaren negentig<br />

de mogelijkheid tot een verregaande vorm<br />

van participatie door <strong>het</strong> geassocieerd<br />

lidmaatschap. Wie dat aangaat, belooft<br />

zich de spiritualiteit van barmhartigheid en<br />

broederschap van de Fraters CMM eigen te<br />

maken. Daarnaast deelt een geassocieerd lid<br />

in de zending van de congregatie door zich in<br />

te zetten <strong>voor</strong> bepaald werk en is betrokken<br />

bij een communiteit. Op dit moment telt<br />

de Nederlandse CMM-provincie negen<br />

geassocieerde leden. In de overige gebieden<br />

van de congregatie bestaat de mogelijkheid<br />

tot associatie nog niet. Over <strong>het</strong> geassocieerd<br />

lidmaatschap van de congregatie verscheen<br />

in 2006 <strong>het</strong> boekje Delen in <strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

van de Fraters CMM. Het is verkrijgbaar<br />

bij <strong>het</strong> generaal bestuur, Gasthuisring 54,<br />

5041 DT Tilburg, tel. 013-5432777, e-mail:<br />

generalboard@cmmbrothers.nl<br />

Hij onderscheidde hierin drie fasen. In de eerste plaats<br />

<strong>het</strong> hele proces rond de vraag naar de wenselijkheid<br />

van associatie. Vervolgens, toen daarover overeenstemming<br />

was, de vraag hoe associatie vormgegeven<br />

diende te worden. Het betrof immers een nieuw soort<br />

lidmaatschap dat ook formeel geregeld moest worden.<br />

Tenslotte volgde een bezinning rond de vraag: hoe<br />

nodigen we mensen ertoe uit? Tot besluit zei frater<br />

Wim Verschuren ervan overtuigd te zijn dat <strong>voor</strong> de<br />

toekomst van CMM in Nederland van wezenlijk belang<br />

is, hoe <strong>het</strong> verder gaat met de geassocieerden. “Ze<br />

maken intussen sinds 1999 deel uit van de congregatie.<br />

Hoe zijn de ervaringen van de <strong>fraters</strong>? Zijn ze er blij<br />

mee? En hoe ervaren en be<strong>leven</strong> de geassocieerde<br />

leden <strong>het</strong>?” Met deze woorden kondigde hij Betty<br />

Karhof aan, sinds 2006 geassocieerd lid en wonend<br />

in <strong>het</strong> woonzorgcentrum Joannes Zwijsen.<br />

Delen in <strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

van de <strong>fraters</strong> cmm<br />

Het geassocieerd lidmaatschap<br />

Barmhartigheid en broederschap<br />

Gastvrij<br />

Betty Karhof vertelde hoe zij in 1991 werd uitgenodigd<br />

<strong>voor</strong> een meditatieve bijeenkomst in de Tilburgse<br />

Elimcommuniteit en hoe gastvrij de ontvangst was.<br />

Ze voelde zich welkom. In de eerstvolgende jaren<br />

leerde ze daar veel over barmhartigheid, mediteren<br />

en bijbel. Er vormde zich bij haar een beeld van de<br />

<strong>fraters</strong> en hun betrokkenheid op de zwakkere, ver weg<br />

en dicht bij. Toen in 2005 de vraag kwam na te denken<br />

over asso­ciatie, verbaasde dat haar een beetje. Ze was<br />

niet zo jong meer, wat kon ze nog betekenen, wat kon<br />

haar zending zijn? Durfde ze ja te zeggen? In 2006<br />

ging Betty Karhof haar tijdelijke verbintenis aan.<br />

Daarbij zei ze: “Ik zoek een dak boven mijn ziel,<br />

een plaats waar stilte en spiritualiteit gewoon<br />

zijn, grond onder mijn voeten. Buiten lijkt <strong>het</strong><br />

wel of ik moet uitleggen waarom ik geloof, en<br />

9


er dus maar niet meer over praat. Ik probeer door mijn<br />

werk <strong>voor</strong> de Vincentiusvereniging mijn zending vorm<br />

te geven: omkijken naar mensen heel dichtbij.” In 2009<br />

verbond Betty Karhof zich <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> aan CMM. Ze<br />

wilde <strong>voor</strong>goed <strong>leven</strong> vanuit de grondhouding van aandacht,<br />

toewijding, eenvoud. De Vincentiusvereniging<br />

vroeg veel van haar: huisbezoeken, vergaderen, organiseren,<br />

zorgen dat ook de projecten in de Derde Wereld<br />

deelden in de opbrengst. Voor dit werk werd de kiem<br />

gelegd door haar ouders in Goes. Vader en moeder<br />

gaven daar leiding aan de kerkelijke verenigingen <strong>voor</strong><br />

armenzorg. Onlangs, na 22 jaar, droeg ze haar werk<br />

<strong>voor</strong> Vincentius over aan jongeren, met pijn in <strong>het</strong> hart.<br />

Grootmoedigheid<br />

Voorzichtig nam Betty Karhof in woonzorgcentrum<br />

Joannes Zwijsen enkele taken op zich, waaronder <strong>het</strong><br />

verzorgen van een wekelijks uurtje klassieke muziek<br />

10<br />

Frater Wim Verschuren.<br />

<strong>voor</strong> bewoners, een leesgroepje Nederlandse literatuur.<br />

Op dinsdag is ze gastvrouw bij de ‘inlooplunch’ van<br />

de Elimcommuniteit. Bij de <strong>fraters</strong> in <strong>het</strong> woonzorgcentrum<br />

treft ze een eenvoudig <strong>leven</strong> aan, zonder<br />

franje. Ze vind <strong>het</strong> fijn wijze <strong>fraters</strong> te ontmoeten,<br />

die hun sporen hebben verdiend, ver weg of dichtbij<br />

ervaart ze ook bij hen gastvrijheid. Ze voelt zich<br />

geaccepteerd en deelt in vreugde en verdriet.<br />

Kort geleden bezocht ze met andere geassocieerde<br />

leden <strong>het</strong> museum van <strong>het</strong> begijnhof in <strong>het</strong> Belgische<br />

Hoogstraten. De begijnen mochten hun bezittingen<br />

houden, maar legden geloften af van zuiverheid,<br />

gehoorzaamheid en grootmoedigheid. Ze besloot:<br />

“Een prachtig woord, ‘grootmoedig’ zijn, groeien in<br />

delen en geven, vergeven misschien. Je klein kunnen<br />

maken. Daar heb je moed <strong>voor</strong> nodig. Grote moed.”<br />

Rien Vissers<br />

Betty Karhof tijdens haar inleiding.<br />

nederland


Kenia<br />

<strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong>:<br />

OIP-cliënt van <strong>het</strong><br />

eerste uur<br />

Tijdens een internationale vormings- en verdiepingsbijeenkomst van de Fraters CMM van 15 juli tot 2 augustus<br />

in Nakuru, Kenia, bezochten de <strong>fraters</strong> Edward Gresnigt, Harrie van Geene, Domingos Tjeunfin en Daniël<br />

Nyakundi samen met verpleegkundige Mary Mboya één van de eerste cliënten van <strong>het</strong> Oyugis Integrated<br />

Project (OIP): <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong>. Het OIP is in 1996 door de congregatie in de Keniaanse plaats Oyugis begonnen om<br />

besmetting met hiv/aids te <strong>voor</strong>komen en mensen te ondersteunen die gebukt gaan onder de gevolgen ervan.<br />

Frater Daniël Nyakundi bericht.<br />

Toegangsweg van <strong>het</strong> Oyugis Integrated<br />

Project in Kenia.<br />

Het Oyugis Integrated Project in Kenia.<br />

Na een barre tocht van drie kwartier over een moeilijk<br />

begaanbare weg ontmoetten we Pamela Nyatuga,<br />

de vrouw van <strong>Benson</strong>, die op de hoogte was van onze<br />

komst en ons was tegemoet gelopen. We lieten de auto<br />

aan de kant van de onverharde weg achter en volgden<br />

de vrouw over smalle voetpaadjes. Na een minuut of<br />

vijf kwamen we bij een kleine, eenvoudige hut. Hier<br />

vonden we de zieke man. Mary had ons, <strong>voor</strong>dat we<br />

vertrokken, al <strong>het</strong> een en ander over zijn slechte gezondheidstoestand<br />

verteld, maar je zag er niets<br />

van op <strong>het</strong> gezicht van <strong>Benson</strong>. Dit is zonder twijfel<br />

te danken aan de goede zorg vanuit <strong>het</strong> OIP, die leidt<br />

tot zelfrespect en acceptatie.<br />

Glimlach<br />

Mary stelde ons <strong>voor</strong> aan de bewoners. Beiden staken<br />

hun blijdschap niet onder stoelen of banken: hun<br />

gezichten straalden. De verpleegkundige legde uit wat<br />

zij <strong>voor</strong> hem kan doen: hij krijgt op tijd zijn medicijnen,<br />

zijn wond wordt verzorgd en soms, wanneer <strong>het</strong> echt<br />

nodig is, wordt hij vervoerd naar de medische hulppost<br />

van <strong>het</strong> OIP. Elke beweging is echter pijnlijk <strong>voor</strong><br />

<strong>Benson</strong>. Hij had ook geen normale kleding<br />

aan, maar slechts een deken omgeslagen.<br />

<strong>Benson</strong> betuigde zijn dank aan <strong>het</strong> OIP <strong>voor</strong> de<br />

zorg die de verpleegkundigen hem bieden en<br />

11


de voedselhulp die hij van tijd tot tijd van <strong>het</strong> OIP<br />

ontvangt. Mary zegde hem ook nu toe de volgende dag<br />

wat voedsel te laten brengen. <strong>Benson</strong> vertelde dat hij<br />

al jarenlang een goede relatie heeft met <strong>het</strong> OIP. Dat<br />

contact stamt al uit de tijd van wijlen frater Anthony<br />

Koning. Glimlachend wees de naar eigen zeggen bijna<br />

zestigjarige naar een portret van de frater aan de<br />

muur. Hij liet zijn open wond zien, veroorzaakt door<br />

kanker, ten gevolge van <strong>het</strong> hiv­virus. Het was een<br />

beklemmende situatie. Deze man heeft <strong>het</strong> erg zwaar<br />

en verdient <strong>het</strong> in onze gebeden te worden genoemd.<br />

Ondanks de harde realiteit zit <strong>Benson</strong> niet bij de pakken<br />

neer. Zijn glimlach en zijn woorden zijn daar een<br />

duidelijk teken van. “Dank zij de <strong>fraters</strong>, met name<br />

frater Anthony, heb ik als seropositieve cliënt God<br />

leren kennen en liefhebben”, drukte hij ons op <strong>het</strong> hart.<br />

Goede medicatie<br />

We namen afscheid van <strong>Benson</strong> met bemoedigende<br />

woorden. We vertelden hem trots op hem te zijn dat hij<br />

probeert zijn situatie te accepteren en dat hij, in zijn<br />

penibele toestand, Jezus erkent als de meester van <strong>het</strong><br />

<strong>leven</strong>, wiens liefde en barmhartigheid iedereen elke dag<br />

weer sterken om ons in staat te stellen door te gaan<br />

op onze weg in <strong>het</strong> geloof. De man was blij met onze<br />

komst. Toen we aanstalten maakten om te vertrekken<br />

vroeg <strong>Benson</strong> of <strong>het</strong> mogelijk was hem een rolstoel<br />

te bezorgen. Daarmee zou hij <strong>het</strong> huis kunnen verlaten<br />

zonder anderen tot last te zijn. Mary maakte hem<br />

12<br />

Mary Mboya verlaat de hut van <strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong>.<br />

duidelijk dat dit in de toekomst misschien zou kunnen,<br />

maar op dit moment geen prioriteit heeft. Een goede<br />

medicatie en wondverzorging zijn veel essentiëler.<br />

Ons bezoek had <strong>Benson</strong> goed gedaan. Het heeft hem<br />

troost gebracht, waardoor hij weer even sterker in <strong>het</strong><br />

<strong>leven</strong> stond.<br />

frater Daniël Nyakundi<br />

Kenia<br />

(bewerkt artikel uit OIP-Nieuwsbrief, nr. 189, oktober<br />

2012, een uitgave van de Stichting Oyugis Integrated<br />

Project Nederland, www.oip­nederland.nl)<br />

<strong>Benson</strong> <strong>Owili</strong><br />

in zijn hut.


Indonesië<br />

De <strong>fraters</strong> die hun professie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> afleggen, liggen plat ter aarde<br />

terwijl de ‘Litanie van alle heiligen’ wordt gezongen.<br />

<strong>Professie</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

Op 27 september 2012, <strong>het</strong> feest van de heilige Vincent de Paul, legden zes <strong>fraters</strong> in de handen van de<br />

algemene overste, frater Broer Huitema, hun geloften <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> af. Dat gebeurde tijdens een plechtige<br />

eucharistieviering in de Heilig Hartkerk van Tomohon, gecelebreerd door bisschop Joseph Suwatan MSC<br />

van Manado.<br />

Familieleden zegenen frater Benediktus Suri en<br />

vertrouwen hem toe aan de congregatie.<br />

De <strong>fraters</strong> die hun professie aflegden waren Nobertus<br />

Dake, Agustinus Nai Aki, Petrus Narwadan, Yonas Paso<br />

en Benediktus Suri uit Indonesië en frater Hendrique<br />

de Fatima Marques uit Oost­Timor. Naast de algemene<br />

overste was frater Martinus Lumbanraja aanwezig<br />

als vertegenwoordiger van <strong>het</strong> generaal bestuur. De<br />

professie werd verder bijgewoond door <strong>het</strong> gehele<br />

provinciale bestuur van de Fraters CMM in Indonesië<br />

en leden van <strong>het</strong> regionale CMM­bestuur van Oost­<br />

Timor. Na de officiële receptie waren er allerlei<br />

feestelijke activiteiten, waar postulanten,<br />

novicen en leerlingen van CMM­internaten in<br />

Tomohon aan deelnamen. Aansluitend werd in<br />

kleine kring de professie gevierd.<br />

13


<strong>Jubilerende</strong><br />

<strong>fraters</strong><br />

internationaal<br />

Elk jaar zijn er in de congregatie fraterjubilea. Op 11 november sloten vijftien <strong>fraters</strong> hun jubileumjaar af.<br />

Veertien van hen deden dat in <strong>het</strong> Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen en één in Medan, Indonesië.<br />

Drie <strong>fraters</strong> traden een kwart eeuw geleden in, twee vijftig jaar geleden, drie zestig, drie vijfenzestig en<br />

eveneens drie zeventig geleden. Eén frater mocht zelfs herdenken dat zijn intreden driekwart eeuw geleden<br />

plaatsvond. Gouden jubilaris Jan Koppens, provinciaal CMM-overste van Nederland, blikt terug op zijn<br />

keuze <strong>voor</strong> <strong>het</strong> frater<strong>leven</strong>.<br />

‘Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid’,<br />

aquarel van Jan Verhallen uit 1994, bij gelegenheid<br />

van <strong>het</strong> 150-jarig jubileum van de congregatie.<br />

14<br />

Het begon allemaal wat simpel door een vraag van<br />

frater Gerardus op Ruwenberg: “Jan, wat wil je later<br />

worden?” Mijn antwoord was kort: “Ik wil frater worden,<br />

net als u.” Geen diepe motivatie dus, maar wel<br />

<strong>het</strong> begin van iets dat later zou uitgroeien tot mijn<br />

roeping. Ik heb de gebruikelijke stappen gezet richting<br />

noviciaat van de <strong>fraters</strong> (1962), periode van tijdelijke<br />

geloften, gevolgd door de binding <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong>.<br />

En weet je, ik heb er nooit spijt van gehad. Nooit.<br />

Natuurlijk verliep niet alles even gladjes, maar <strong>het</strong><br />

was mijn roeping en ik ging er<strong>voor</strong>, omdat ik geloof<br />

in deze alternatieve <strong>leven</strong>swijze, waarin niet ‘ik’ maar<br />

‘de ander’ centraal staat. Door al die jaren heen heb<br />

ik getracht God en de mens vast te houden. Of me<br />

dat altijd even goed gelukt is? Eén ding weet ik<br />

zeker, ik mag met voldoening en met een dankbaar<br />

hart omzien.<br />

Dankbaar<br />

Wat heb ik veel gekregen! Het begon al thuis bij<br />

mijn ouders, zusje en broers, mijn opvoeding en scholing,<br />

enkele onderwijsjaren in Nederland, en dan ruim<br />

zesentwintig jaar in Indonesië. Nu ben ik weer zo’n<br />

zestien jaar terug in Nederland. Wat heb ik veel gekregen!<br />

Het werd me allemaal in de schoot geworpen.<br />

Wat heb ik veel mogen leren, ook via <strong>het</strong> begeleiden<br />

van religieuzen en anderen. En daarnaast groeiden er


Een aantal van de jubilarissen bijeen op 11 november: v.l.n.r. de <strong>fraters</strong> Pieter Jan van Lierop, Patricio Smolders,<br />

Gerebernus van der Zande, Martinus Lumbanraja, Louis de Visser, Lawrence Obiko, Jan Koppens. Niet op de foto:<br />

de <strong>fraters</strong> Joseph Tielemans, Guillaume Caubergh, Nico Nijst, Francesco Paijmans, Gustavus Menheere, Jan Smits,<br />

Pacianus Verhoeven. Frater Johannes Sihombing vierde zijn jubileum in Medan, Indonesië.<br />

langs mijn <strong>leven</strong>sweg enkele prachtige bloemen, die<br />

ik ‘vrienden’ mag noemen. Het zijn tropische en polderbloemen.<br />

In die relaties leerde ik wat echte broeder­<br />

en zusterschap ten diepste betekent. Zij hebben me<br />

én meer mens én meer religieus gemaakt. Het viel<br />

me toe. Reden genoeg om heel dankbaar te zijn.<br />

Aandacht<br />

Door alle jaren heen heeft de congregatie me ‘de<br />

dienst van de leiding’ toevertrouwd, of hebben<br />

con<strong>fraters</strong> <strong>het</strong> van me gevraagd. Het zal best allemaal<br />

niet even goed geweest zijn, maar ik heb geprobeerd<br />

aandacht te hebben <strong>voor</strong> mensen van vlees en bloed,<br />

met goede en korte kantjes (juist als ik!). Ik heb minstens<br />

geprobeerd ‘broeder’ te zijn, binnen en buiten<br />

de eigen gemeenschap, met aandacht <strong>voor</strong> zwakke en<br />

of noodlijdende medemensen. Soms lukte dat aardig,<br />

soms kwam ik er in tekort. Het toeval wilde (<strong>het</strong> viel<br />

me toe) dat ik onlangs in Oost­Timor en Indonesië was<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> leiden van een retraite waar <strong>fraters</strong> en zusters<br />

van Zwijsen aan deelnamen, <strong>het</strong> geven van twee verschillende<br />

workshops aan groepen <strong>fraters</strong>, een bezinningsdag<br />

<strong>voor</strong> zwangere meiden buiten <strong>het</strong> huwelijk.<br />

Het was echt niet alleen geven; ik mocht in al die<br />

ontmoetingen ook veel ontvangen. In die periode<br />

viel de eigenlijke datum van de historische dag<br />

(29 augustus) dat ik vijftig jaar frater was. Ik beschouw,<br />

en zo was <strong>het</strong> niet gepland, deze reis door<br />

Oost­Timor en Indonesië, als een groot cadeau. Het<br />

bracht me ook bij mezelf, bij mijn <strong>leven</strong>, mijn tocht<br />

door <strong>het</strong> <strong>leven</strong>. Dank aan God en aan al die mensen<br />

die altijd met me meegetrokken zijn.<br />

frater Jan Koppens<br />

15


Indonesië<br />

Sigaren en<br />

rotan stoelen<br />

De Tweede Wereldoorlog en de internering van <strong>fraters</strong> in Nederlands-Indië was <strong>voor</strong> hen een uitermate<br />

schokkende ervaring. In vier kampen hebben <strong>fraters</strong>, <strong>voor</strong> zover ze <strong>het</strong> overleefden, de oorlog doorgemaakt:<br />

op Noord-Sumatra, in de buurt van Padang, op Zuid-Celebes en in Manado. Het kamp van Manado was<br />

verreweg <strong>het</strong> wreedste en heeft twaalf <strong>fraters</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> gekost. Frater Pieter-Jan van Lierop schrijft over de<br />

kampervaringen op Noord-Sumatra.<br />

Het frater<strong>leven</strong> kan soms dramatische wendingen<br />

nemen. Het is al heel ingrijpend als je als jonge<br />

frater wordt uitgezonden naar <strong>het</strong> eiland Sumatra,<br />

in Nederlands­Indië. Maar die toenmalige kolonie<br />

van Nederland had nog veel herkenbaars: Nederlands<br />

bestuur, de Nederlandse taal in kantoren en in <strong>het</strong><br />

onderwijs en vele Nederlandse beambten, planters,<br />

zakenmensen, pastores, religieuzen en militairen.<br />

16<br />

Gewaardeerd<br />

De Europeanen vormden een be<strong>voor</strong>deelde, hooggewaardeerde<br />

groep in de Indische kolonie. Dat had te<br />

maken met de mythe dat de blanken in alles superieur<br />

waren aan niet­blanken. Daarnaast werden in kerkelijke<br />

kring, religieuzen in <strong>het</strong> algemeen, <strong>voor</strong>al de missionarissen,<br />

dus ook <strong>fraters</strong> nog bijzonder gewaardeerd, in<br />

Nederlands­Indië nog meer dan in <strong>het</strong> moederland.


Het <strong>leven</strong> in de communiteit van Medan, de hoofdstad<br />

van <strong>het</strong> noorden van Sumatra, verschilde begin 1942<br />

niet zo veel van <strong>het</strong> communiteits<strong>leven</strong> in Nederland.<br />

De communiteit bestond toen uit de <strong>fraters</strong> Alex van<br />

Aalst, David Fleerakkers, Amator van Hugten, Reinoldus<br />

Korremans, Theodatus van Oers (overste), Cyprianus<br />

Op de Beek, Rodulf Ouddeken en Ranulfo Schippers.<br />

Ze waren werkzaam op Nederlandstalige scholen.<br />

Kamp<br />

Op 12 maart 1942 veranderde die situatie totaal.<br />

De Japanners bezetten Medan en gaven meteen hun<br />

visitekaartje af: vlak <strong>voor</strong> de <strong>fraters</strong>chool werden vijf<br />

plunderaars onthoofd en hun hoofden werden een<br />

week lang op stokken in de stad opgesteld. Het missiepersoneel,<br />

bestaande uit paters, zusters, broeders en<br />

<strong>fraters</strong>, werd huisinternering opgelegd. Maar dat duurde<br />

niet lang. Een maand later werden zij ondergebracht<br />

in een kamp in Belawan, de havenstad van Medan.<br />

Ze mochten ieder dertig kilo bagage meenemen en genoten<br />

op den duur, met scharrelen en handeltjes, nog<br />

enig comfort. Vooral de groentetuin van frater David<br />

Fleerakkers, de man met ‘de groene handen’, hield de<br />

<strong>fraters</strong> en vele andere kampgenoten gezond. De <strong>fraters</strong><br />

zagen er spoedig uit als echte kampbewoners, in hun<br />

korte broeken, hun blote bovenlijven en baardige<br />

Van links naar rechts: Frater Alex van Aalst, Frater<br />

Reinoldus Korremans en Frater David Fleerakkers,<br />

kort na de bevrijding in 1945.<br />

gezichten. Ze stonken bovendien omdat er geen zeep<br />

was om te baden. De Japanse bewakers hielden regelmatig<br />

appèl om de gevangenen te tellen. Dat duurde<br />

soms uren. De disciplinaire maatregelen waren streng<br />

en er werd veel geslagen. Dat alles werd als extra vernederend<br />

ervaren <strong>voor</strong> de Europese geïnterneerden, die<br />

zo gewend waren aan hun status tijdens de koloniale<br />

tijd. De honger sloeg toe toen <strong>het</strong> kamp in juni 1943<br />

werd overgeplaatst naar een andere locatie in de buurt<br />

van Medan, door de kampbewoners ‘Belawan­Estate’<br />

genoemd. Het eten was zo miniem en zo slecht van<br />

kwaliteit, dat je alleen kon over<strong>leven</strong> met smokkelen,<br />

stelen, handeltjes drijven met de corrupte bewakers en<br />

zelf een groentetuintje onderhouden, zoals frater David<br />

nog steeds deed. Frater Alex van Aalst vertelt erover:<br />

“Heel onze aandacht werd in beslag genomen door <strong>het</strong><br />

eten. Nergens kon je komen of er werd over gesproken.<br />

Als we een avond bij elkaar zaten was <strong>voor</strong>al eten onderwerp<br />

van gesprek en passeerden de heerlijkste spijzen<br />

de revue. ... Je werd gewoon door eten bezeten.”<br />

Ziekenboeg<br />

Het moreel was hoog onder de <strong>fraters</strong> uit<br />

Medan. Ze waren hun gevoelens van vernederde<br />

kolonialen snel te boven, want er moest worden<br />

aangepakt. Frater Ranulfo Schippers had<br />

17


De communiteit van Medan kort na de bevrijding in 1945.<br />

een EHBO­diploma en stelde zich met de <strong>fraters</strong> Alex<br />

van Aalst, Amator van Hugten, Theodatus van Oers en<br />

Rodulf Ouddeken beschikbaar om in de ziekenboeg te<br />

werken. Dat b<strong>leven</strong> ze ook doen toen <strong>leven</strong>sbedreigende<br />

dysenterie­epidemieën uitbraken. Vele honderden<br />

doden hebben zij afgelegd en begraven. Zo goed en<br />

zo kwaad als <strong>het</strong> ging namen de <strong>fraters</strong> deel aan<br />

de opleiding van jongens <strong>voor</strong> <strong>het</strong> MULO­ en HBSdiploma.<br />

Ze waren betrokken bij bonte avonden,<br />

sportactiviteiten, paas­ en kerstvieringen en sinterklaasavonden,<br />

totdat honger en ziekte de belangstelling<br />

hier<strong>voor</strong> deed verdwijnen.<br />

Waardigheid<br />

Hoe blijf je mens in een dergelijke onterende omstandigheid?<br />

Het staat vast dat de <strong>fraters</strong> hun waardigheid<br />

en hun samenhang als <strong>fraters</strong>groep bewaard hebben.<br />

Zo besteedden zij veel aandacht aan <strong>het</strong> zilveren feest<br />

van frater Cyprianus Op de Beek. Er was een versierde<br />

feestruimte, er werd een feestmis opgedragen, er waren<br />

met de hand geschreven feestboekjes en door de<br />

<strong>fraters</strong> getekende herinneringsplaatjes. Zelfs de maaltijd<br />

had, dankzij de groentetuin, een feestelijk karakter.<br />

Maar <strong>het</strong> hoogtepunt van <strong>het</strong> feest was toen de <strong>fraters</strong><br />

bij elkaar zaten en van de overste een Hollandse sigaar<br />

18<br />

gepresenteerd kregen. Daar bleef je mens van ...<br />

En toen <strong>het</strong> eeuwfeest van de congregatie werd<br />

gevierd op 25 augustus 1944, had die overste nog<br />

<strong>voor</strong> elke frater zo’n sigaar. Terwijl <strong>het</strong> hele kamp op<br />

kistjes, houtblokken en boomstammen zat, hadden<br />

de <strong>fraters</strong> vier rotan stoelen. Om de beurt gingen ze<br />

’s avonds in zo’n stoel zitten. Daar bleef je mens van ...<br />

Nog een paar keer is <strong>het</strong> kamp waarin de <strong>fraters</strong> van<br />

Medan gevangen zaten verplaatst. Eerst naar Rantau<br />

Parapat en daarna naar Si Rengo­Rengo. Daar<strong>voor</strong><br />

moesten ze vele kilometers over nauwelijks begaanbare<br />

wegen lopen. Hoe zwaar <strong>het</strong> ook was, ze gooiden hun<br />

stoelen niet weg. Ze wilden ’s avonds weer als mensen<br />

op een echte stoel zitten.<br />

‘Jij bent mijn pappie niet’<br />

Begin december 1944 werd <strong>het</strong> hongerkamp plotseling<br />

belast met honderd jongens van tien tot zestien jaar.<br />

Enkelen van hen konden zich bij hun vaders voegen,<br />

die ook in <strong>het</strong> kamp zaten. Dat was soms een probleem<br />

omdat zij hun vaders lang niet hadden gezien en<br />

in verwilderde kamptoestand niet eens herkenden.<br />

“Jij bent mijn pappie niet, die was veel dikker en had<br />

geen baard”, zei één van de jongens toen zijn vader<br />

op hem toesnelde. De meesten hadden geen opvang.


Maar goddank waren er de <strong>fraters</strong> en verschillende<br />

idealistische mensen. Die organiseerden meteen een<br />

internaat, zonder enige faciliteit. Er was zelfs geen<br />

eten. Toch is <strong>het</strong> gelukt om van dat internaat nog iets<br />

te maken. “Elke avond lazen frater Reinoldus en ik<br />

de jongens <strong>voor</strong>”, aldus frater Alex van Aalst. “Frater<br />

Reinoldus in <strong>het</strong> achterste gedeelte van de barak en<br />

ik in <strong>het</strong> <strong>voor</strong>ste deel. We hadden veel belangstelling.<br />

Zelfs uit andere barakken kwamen mensen luisteren.”<br />

Maar de honger bleef heersen. Slakken, paddenstoelen,<br />

slangen, <strong>het</strong> waren zeer welkome aanvullingen op <strong>het</strong><br />

uiterst karige menu. Frater Alex: “Als bij ons internaat<br />

een rat ontdekt werd bleef er niets overeind staan.<br />

Twintig, dertig jongens renden achter <strong>het</strong> beest aan,<br />

en eraan ging ie.”<br />

Nationalisme<br />

Op 1 mei 1945 vierde frater Rodulf Ouddeken zijn<br />

zilveren kloosterjubileum. Ondanks alle ellende werd<br />

<strong>het</strong> toch nog feest. Er was een mis, en zelfs een diner.<br />

Frater David Fleerakkers had kans gezien kippen te<br />

gaan houden. Daarom kon er tijdens <strong>het</strong> diner naast<br />

groente ook kip en <strong>voor</strong> elke frater een gebakken eitje<br />

opgediend worden. En na <strong>het</strong> diner, toen de <strong>fraters</strong> bij<br />

elkaar zaten, was er nog één keer <strong>voor</strong> elke frater een<br />

Hollandse sigaar. Daar bleef je mens van! De kampellende<br />

sleepte zich <strong>voor</strong>t tot 24 augustus, de dag van<br />

de bevrijding. Spoedig was er weer kleding en eten.<br />

De <strong>fraters</strong> die <strong>het</strong> <strong>leven</strong> verloren tijdens de Tweede<br />

Wereldoorlog in <strong>het</strong> toenmalige Nederlands-Indië.<br />

Het fraterhuis in Medan vlak <strong>voor</strong> de bezetting van<br />

Nederlands-Indië door de Japanners.<br />

Maar de kampbewoners b<strong>leven</strong> in <strong>het</strong> kamp geïnterneerd<br />

omdat daarbuiten hun veiligheid niet gegarandeerd<br />

kon worden. Revolutionaire groepen en vrijheidsstrijders<br />

traden agressief op tegenover de kolonisator.<br />

De sfeer was totaal veranderd: ‘Indonesia merdeka’,<br />

<strong>het</strong> onafhankelijke Indonesië. Komend uit hun kampisolement,<br />

werden de <strong>fraters</strong> door <strong>het</strong> zeer breed<br />

gedragen nationalisme totaal verrast.<br />

Verleden tijd<br />

Pas op 31 oktober kwamen de <strong>fraters</strong> weer terug in<br />

Medan. Ze waren diep teleurgesteld. Er was nog steeds<br />

geen vrijheid <strong>voor</strong> hen. Met priesters en zusters werden<br />

zij op een terrein van de missie opnieuw geïnterneerd<br />

om hun veiligheid te garanderen. Er waren weliswaar<br />

geen ontberingen meer, maar tot ver in 1946 moesten<br />

zij werkeloos de ontwikkelingen afwachten. De <strong>fraters</strong><br />

werden gehuisvest in een pand van de missie. Het was<br />

leeg zonder bedden en meubels. Maar ’s avonds konden<br />

de <strong>fraters</strong> gelukkig wel weer zitten, want ze hadden<br />

hun rotan stoelen meegenomen, die in de kampperiode<br />

zo goed dienst hadden gedaan. In <strong>het</strong> kamp Medan<br />

leerden de <strong>fraters</strong> dat ‘ons Indië’, verleden tijd was,<br />

en dat van hen gevraagd werd om <strong>het</strong> onderwijs in de<br />

Republiek Indonesië mee op te bouwen. Dat hebben zij<br />

<strong>voor</strong>treffelijk gedaan. De St. Thomasscholen <strong>voor</strong><br />

kleuter­, basis, en middelbaar onderwijs werden<br />

topscholen in Medan.<br />

frater Pieter-Jan van Lierop<br />

19


Bedevaart<br />

naar Lourdes<br />

Van 11 tot en met 16 september is een aantal leden<br />

van de communiteit Joannes Zwijsen uit Tilburg naar<br />

Lourdes geweest. De compleet verzorgde bedevaart<br />

was georganiseerd door de stichting ‘Nederlandse<br />

Lourdesbedevaart <strong>voor</strong> Zieken’. De deelnemers waren de<br />

<strong>fraters</strong> Simon van den Broek, Frans van de Meulengraaf,<br />

Sebastianus van Seters, Adri Simons, Patrick Smolders<br />

en Hein van der Zande. Na aankomst in Lourdes bezochten<br />

de pelgrims de grot waar Maria in 1858 aan<br />

de l4­jarige Bernadette Soubirous is verschenen. Elke<br />

dag was er een gebedsdienst of een eucharistieviering.<br />

Vooral de internationale mis in de immens grote ondergrondse<br />

Pius X­basiliek en de openluchtmis in de regen<br />

bij de grot hebben veel indruk gemaakt. In de tweede<br />

helft van de week was de Bredase bisschop Jan Liesen<br />

aanwezig. Hij leidde de kruisweg. Op de laatste dag was<br />

er een busexcursie door <strong>het</strong> bergachtige landschap van<br />

de Pyreneeën.<br />

Foto boven: De pelgrims onderweg in Lourdes.<br />

Foto onder: De Lourdespelgrims met begeleiding <strong>voor</strong><br />

de ingang van hun hotel in de Franse bedevaartplaats.<br />

Op 28 september brachten bestuursleden en medewerk(st)ers<br />

van <strong>het</strong> Nijmeegs Instituut <strong>voor</strong> Missiewetenschappen<br />

(NIM) een bezoek aan <strong>het</strong> generalaat<br />

in Tilburg en kloosterhotel ‘Zin’ in Vught. Doel van de<br />

dag was om kennis te maken met de congregatie en<br />

<strong>het</strong> verhaal van de ‘missie’ van de Fraters CMM te horen.<br />

Een terugblik door NIM­directeur Frans Dokman.<br />

Op <strong>het</strong> generalaat vertelt plaatsvervangend algemeen<br />

overste frater Edward Gresnigt over de geschiedenis<br />

van de congregatie. Hij leidt ons rond en staat wat<br />

kort nieuws<br />

‘ Op verhaal komen’ bij de <strong>fraters</strong><br />

20<br />

langer stil bij <strong>het</strong> graf van frater Andreas om te spreken<br />

over diens <strong>leven</strong>. Een <strong>leven</strong> waarin menselijkheid<br />

en barmhartigheid centraal staan, ook bij <strong>het</strong> onderwijzen<br />

van leerlingen. Dat spreekt de staf en docenten<br />

van <strong>het</strong> NIM erg aan. We brengen ook een bezoek aan<br />

<strong>het</strong> Fratermuseum. Het neemt ons mee terug naar de<br />

tijd waarin bisschop Joannes Zwijsen de congregatie<br />

stichtte. Het is een periode waarin onderwijs moeilijk<br />

toegankelijk is <strong>voor</strong> armere mensen. Het museum<br />

openbaart de missie van de <strong>fraters</strong> door de tijd heen,<br />

die tot uiting komt in (speciaal) onderwijs <strong>voor</strong> hen


die dat nodig hebben. Vervolgens gaan we naar de<br />

kapittelzaal, waar Carine van Vught van de Stichting<br />

Verhalis een dvd presenteert van interviews met<br />

religieuzen. Verhalis verzamelt herinneringen en verhalen<br />

uit verschillende domeinen van <strong>het</strong> religieuze<br />

<strong>leven</strong>, van missiewerkers tot slotzusters, van binnen<br />

en buiten de muren van de communiteit. De geïnterviewden<br />

zijn op leeftijd. Na afloop vragen wij ons<br />

af: is hun verhaal straks <strong>voor</strong>bij? Met die vraag in<br />

<strong>het</strong> achterhoofd reizen we af naar kloosterhotel ‘Zin’<br />

en de ernaast gelegen CMM­communiteit Eleousa.<br />

Frater Wim Verschuren verwelkomt ons. Een woord<br />

van hem dat bij ons beklijft is ‘herscheppen’. Het<br />

‘herscheppen’ van onderwijs vanuit een gemoed van<br />

barmhartigheid. Voor mensen met een behoefte aan<br />

een zinvolle vertelling, binnen en buiten hun werk.<br />

Die boodschap waaiert uit vanuit CMM in Vught.<br />

Het verhaal van frater Andreas wordt doorgegeven.<br />

Frans Dokman, directeur NIM<br />

Oost-Timor:<br />

zeven<br />

postulanten<br />

Tijdens een eucharistieviering in <strong>het</strong> fraterhuis in<br />

Dili, Oost­Timor, heeft de regionale overste frater<br />

Silvino Belo zeven postulanten aangenomen.<br />

Vanaf 14 oktober verblijven ze in een gebouw van<br />

een landbouwproject in Suai dat de <strong>fraters</strong> van de<br />

jezuïeten hebben overgenomen. Frater Antonius<br />

Sipahutar is postulantenmeester en tevens verantwoordelijk<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> project dat tot doel heeft de<br />

agrarische activiteiten in de streek op een hoger<br />

plan te brengen. De postulanten zullen worden<br />

ingezet in <strong>het</strong> parochiewerk en betrokken zijn bij<br />

gebedsvieringen, muzikale begeleiding, jeugdwerk<br />

en <strong>het</strong> bezoeken van ouderen en zieken.<br />

Frater<br />

IN MEMORIAM<br />

Sibrand (W.G.J.) KOENEN<br />

Hij werd geboren te Arcen op 6 maart 1921 en trad<br />

in de Congregatie van Onze Lieve Vrouw, Moeder van<br />

Barmhartigheid te Tilburg op 19 maart 1938. Hij legde<br />

zijn professie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong> af op 10 augustus 1942.<br />

Hij overleed op 2 oktober 2012 in <strong>het</strong> fraterhuis in<br />

Zonhoven (België) en werd begraven op <strong>het</strong> kerkhof<br />

Zonhoven-Centrum.<br />

Het dienend <strong>leven</strong> van frater Sibrand voltrok zich volledig<br />

in Zonhoven. Hij was vier jaar onderwijzer op de St.­<br />

Jozefschool. In 1949 werd hij gevraagd leraar te worden<br />

aan de Normaalschool St.­Jan Berchmans, die in 1957<br />

opging in Humaniora St.­Jan Berchmans. Hij was een zeer<br />

talentvolle leerkracht. Zijn leerlingen hadden graag les<br />

van frater Sibrand. Aardrijkskunde en geschiedenis waren<br />

zijn favoriete vakken. Hij had leidinggevende functies op<br />

scholen; eerst in Zonhoven en later in schoolbesturen<br />

te Zonhoven en Lanaken. Ook in de congregatie deed<br />

men een beroep op hem als juvenistenleider, lid van <strong>het</strong><br />

provinciaal bestuur en of lid van <strong>het</strong> bestuur van de communiteit<br />

in Zonhoven. Zijn scherpe geest en zijn karakter<br />

vormden een goed fundament <strong>voor</strong> die functies. Hij was<br />

een dienende medebroeder, die opkwam <strong>voor</strong> de belangen<br />

van zijn con<strong>fraters</strong> en de zending van de <strong>fraters</strong>. Het was<br />

een groot kruis <strong>voor</strong> hem toen zijn gehoor hem steeds<br />

meer in de steek liet. Hierdoor werd <strong>het</strong> communiceren<br />

moeilijk. Zijn innerlijke stabiliteit echter nam niet af.<br />

Langzaam maar zeker moest hij <strong>het</strong> <strong>leven</strong> uit handen<br />

geven. Midden in de nacht van 2 oktober riep God<br />

hem op om naar <strong>het</strong> Vaderhuis te komen. We weten<br />

frater Sibrand daar veilig in de barmhartige liefde<br />

van God.<br />

21


Frater<br />

Camille (A.D.J.) Gerets<br />

Hij werd geboren te Lanaken op 15 april 1928 en<br />

trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve<br />

Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg, op 29<br />

augustus 1945. Hij legde zijn professie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

af op 15 augustus 1951. Hij overleed op 19 november<br />

2012 in <strong>het</strong> fraterhuis in Zonhoven (België) en werd<br />

begraven op <strong>het</strong> kerkhof Zonhoven-Centrum.<br />

Geboren in Lanaken leerde hij daar op de lagere school<br />

de <strong>fraters</strong> kennen. De ontmoeting met hen vormde de<br />

basis van zijn religieuze roeping. Frater Camille was<br />

zeer getalenteerd, zijn belangstelling was veelzijdig.<br />

In alle eenvoud was hij een gedreven leraar wiskunde<br />

op <strong>het</strong> Sint­Jan Berchmansinstituut in Zonhoven. Hij<br />

werd in 1960 gevraagd om deeltijdsurveillant te zijn<br />

op <strong>het</strong> internaat. In 1967 werd de Belgische CMMprovincie<br />

opgericht. Naast zijn leraarschap werd frater<br />

Camille gevraagd de functie van provinciale econoom<br />

op zich te nemen. Met inzet van al zijn krachten heeft<br />

hij gedurende 45 jaar de provincie financieel begeleid<br />

en de boekhouding verzorgd. Het moet <strong>voor</strong> hem een<br />

groot kruis geweest zijn toen hij gezondheidsproblemen<br />

kreeg, die uiteindelijk er toe leidden dat hij in<br />

1983 noodgedwongen afscheid moest nemen van <strong>het</strong><br />

onderwijs. Hij heeft dat kruis omarmd en is zijn weg<br />

gegaan. Dat zegt veel over zijn mentale veerkracht, zijn<br />

doorzettingsvermogen en zijn optimistische houding.<br />

Frater Camille had oog <strong>voor</strong> de noden van anderen.<br />

Bescheiden en bewogen hielp hij waar steun nodig<br />

was. Zo gaf hij vorm aan zijn roeping als frater, en<br />

deed hij wat Jezus heeft gedaan: dienen en verlichten,<br />

een helpende hand zijn <strong>voor</strong> velen.<br />

22<br />

Frater<br />

Marcel (J.M.) Achten<br />

in memoriam<br />

Hij werd geboren te Helchteren op 12 december 1911<br />

en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze<br />

Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg<br />

op 8 september 1928. Hij legde zijn professie <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>leven</strong> af op 15 augustus 1933. Hij overleed op 3<br />

december 2012 in <strong>het</strong> fraterhuis in Zonhoven (België)<br />

en werd begraven op <strong>het</strong> kerkhof Zonhoven-Centrum.<br />

Van zijn geboorteplaats in <strong>het</strong> Belgisch Helchteren<br />

vertrok Jaak Achten in 1928 naar Tilburg, Nederland,<br />

waar hij als frater Marcel zijn noviciaat begon. Na<br />

<strong>het</strong> behalen van zijn onderwijsbevoegdheid werd hij<br />

aangesteld als leerkracht aan <strong>het</strong> B.O. <strong>voor</strong> Doven<br />

te Maaseik. Later zou hij er schoolhoofd worden.<br />

Diezelfde taak vervulde hij als eerste directeur (1955)<br />

gedurende 26 jaar op <strong>het</strong> gerenommeerd Koninklijk<br />

Instituut <strong>voor</strong> Doven en Slechthorenden te Hasselt.<br />

Hij had aandacht <strong>voor</strong> zijn leerlingen, wilde alles <strong>voor</strong><br />

hen doen om te zorgen dat ze binnen de maatschappij<br />

goed mee konden komen. De burgerlijke autoriteiten<br />

spraken hun waardering uit door <strong>het</strong> verlenen van de<br />

Koninklijke onderscheiding: de zilveren en later gouden<br />

palm der Kroonorde. Vele jaren was frater Marcel<br />

overste, plaatsvervangend overste of raadslid binnen<br />

de communiteit van Maaseik en Hasselt. In 1978 en<br />

1987 vertrok hij <strong>voor</strong> geruime tijd naar Kenia om daar<br />

<strong>fraters</strong> en onderwijzers te ondersteunen in <strong>het</strong> onderwijs<br />

aan doven en slechthorenden. Frater Marcel mocht<br />

oud worden, zeer oud. Ondanks zijn hoge leeftijd en<br />

afnemende gezondheid probeerde hij zoveel mogelijk<br />

deel te nemen aan <strong>het</strong> communiteits<strong>leven</strong>. Hij keek vol<br />

vertrouwen uit naar zijn uiteindelijke ontmoeting met<br />

de Heer van Liefde en Leven. Die wens is nu in vervulling<br />

gegaan.


Over de<br />

in- uitgang<br />

van <strong>het</strong> <strong>leven</strong><br />

Zwijsens aandacht <strong>voor</strong> barmhartige liefde<br />

Deze gedachte over kwetsbaarheid en kwetsbare perioden in <strong>het</strong><br />

<strong>leven</strong> was Zwijsen dierbaar. Onze stichter sloot geen enkel goed<br />

werk uit. Leeftijdsdiscriminatie was hem vreemd. Wel richtte hij<br />

de schijnwerper op de twee beslissende scharnierperioden in <strong>het</strong><br />

<strong>leven</strong> van een mens: “zijn intrede in de wereld” en “zijn uitgang<br />

uit de wereld”. Hij richtte zich bij <strong>voor</strong>keur op de jonge mens en<br />

op de hoogbejaarde mens. Hun kwetsbaarheid ging hem bijzonder<br />

ter harte. Hij wist uit ervaring hoezeer een goede jeugd en een verzoend<br />

kunnen heengaan uit dit <strong>leven</strong>, meer dan wat ook, beslissend<br />

zijn <strong>voor</strong> de kwaliteit van heel <strong>het</strong> <strong>leven</strong>.<br />

Die praktische oriëntatie had een religieuze achtergrond. Jezus was<br />

zich bewust dat hij van God was uitgegaan en naar Hem terugkeerde<br />

(vgl. Joh 13,3 ). Die <strong>leven</strong>svisie had Zwijsen ook: de oorsprong<br />

en de bestemming van iedere mens ligt bij God, de Barmhartige.<br />

De <strong>leven</strong>sweg van een mens vraagt om geborgenheid en nieuwe<br />

kansen, om richtingsbesef en ruimte. Dat geldt in <strong>het</strong> bijzonder<br />

als mensen jong of oud zijn. Daarom legt Zwijsen bij de zendingsopdracht<br />

van zijn zusters en <strong>fraters</strong> <strong>het</strong> accent op de in­ en<br />

uitgang van <strong>het</strong> <strong>leven</strong>.<br />

frater Harrie van Geene<br />

Bronnen<br />

Zorg <strong>voor</strong> de kleinen geeft kleur aan ons samen-zijn. Aandacht <strong>voor</strong> de ernstig zieken zegt<br />

veel over <strong>het</strong> menselijk klimaat in ons midden. In <strong>het</strong> algemeen geldt: de kwaliteit van<br />

een samenleving van mensen kun je aflezen aan de mate van aandacht <strong>voor</strong> de zwakste<br />

schakel. Het is de grondregel van de barmhartige liefde.<br />

23


Wij zijn bereid wegen<br />

te zoeken<br />

die <strong>het</strong> sommigen<br />

mogelijk maken<br />

met ons mee te <strong>leven</strong><br />

en mee te werken,<br />

als geassocieerd lid of<br />

anderszins,<br />

zonder in alles onze<br />

<strong>leven</strong>swijze te delen.<br />

(uit de leefregel van de Fraters CMM)<br />

Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!