FRATERS CMM
Fraters CMM 2011 1
Fraters CMM 2011 1
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
FRATERS CMM
1/11
| ‘Hier ben ik Heer’ | Stichting Bondgenoot
Partner | Fraters halve eeuw in Brazilië |
Overname kinderdorp Namibië | Haagse
herinneringen | Verbondenheid
1
Inhoud
column van de
rond frater
andreas
algemene overste 4 5
Mission statement
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Barmhartigheid staat centraal in alle
wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme,
jodendom, christendom en islam.
De beweging van barmhartigheid heeft een spoor
getrokken in de geschiedenis.
De verschillende vormen waarin zij verschijnt,
zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij
ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt.
De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld
in de christelijke barmhartigheid.
Colofon
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks
contactblad van de Congregatie van de Fraters
van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid
(‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement
is gratis (aanvragen via adres hieronder).
ISSN 1574-9193
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater
Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater
Lawrence Obiko, frater Ronald, Randang, frater
Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur)
Ontwerp en opmaak: Heldergroen
www.heldergroen.nl
Druk:
DekoVerdivas, Tilburg
Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54
5041 DT Tilburg
tel.: 013 5432777 (Rien Vissers)
fax: 013 5441405
e-mail: magazine@cmmbrothers.nl
website: www.cmmbrothers.org
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming
in de kosten is welkom op ING-bankrekening
106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg
Fotoverantwoording:
Kinderen in het ‘Children’s Education Centre’ in
Usakos, Namibië (foto: frater Broer Huitema).
Foto omslag achter: Alhambra, Granada,
Spanje (foto: frater Ad de Kok).
Verloren zoon, Rembrandt.
2
‘Hier ben ik Heer’
6 Kort nieuws
8
Stichting
Bondgenoot Partner
10
Van de redactie
De algemene overste van de Fraters CMM verblijft
jaarlijks vele uren in het vliegtuig om provincies
en regio’s van de congregatie te bezoeken die aan
de weg van barmhartigheid timmeren. Dat blijkt
ook weer in dit nummer. Op 23 oktober was hij in
Usakos, Namibië, waar de fraters officieel de
leiding overnamen van het ‘Children’s Education
Centre’ voor kansarme kinderen. Vier fraters
legden 25 november in Manado, Indonesië, in zijn
handen hun geloften voor het leven af. Op 12
december deed een frater in Brazilië zijn professie
voor het leven ten overstaan van de algemene
overste. Vier dagen eerder vierde frater Broer
Huitema er met fraters en genodigden dat de
fraters een halve eeuw geleden in het Latijns-
Amerikaanse land arriveerden. Ook was hij
aanwezig op 5 maart bij de officiële opening van
de ‘Saint Vincent Primary School’, in Mosocho,
Kenia, die de fraters hebben overgenomen. Al
reizend maakt hij veel blijdschap en toekomstgerichtheid
mee. Maar de congregationele medaille
heeft ook een keerzijde. Fraters CMM maakt ook
melding van de opheffing van de CMM-regio
Californië die in 1963 werd opgericht. De laatste
fraters keerden 17 februari terug naar Nederland.
En dan is er het seksueel misbruikschandaal dat
de kerk en de congregatie teistert. “Een zwarte
bladzijde uit onze geschiedenis!”, schrijft frater
Broer Huitema in zijn column. Hij is speciaal
begaan met wat de slachtoffers is overkomen:
“Van ons wordt nu gevraagd, een stukje met hen
mee te lijden. Dié weg van barmhartigheid ligt nu
voor ons open.”
Fraters halve eeuw in Brazilië
Overname kinderdorp Namibië
Kort
nieuws
16
Haagse
herinneringen
12
14
18
Verbondenheid!
in memoriam
21
BRONNEN
23
3
Column
VAn de algemene overste
Het is ongeveer een jaar geleden dat de eerste berichten over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk in
Nederland naar buiten kwamen. Die eerste publicaties leidden tot een golf van reacties. In bijna alle gevallen
ging het om seksueel misbruik dat lang geleden had plaatsgevonden: soms meer dan zestig jaar! We waren
geschokt door de berichten die bij ons binnen kwamen. Tientallen slachtoffers van seksueel misbruik door fraters
meldden zich. Soms werden fraters met naam en toenaam in de media genoemd. Een zwarte bladzijde uit onze
geschiedenis! Natuurlijk beseffen wij dat de meeste fraters hun werk goed hebben gedaan. Natuurlijk weten we
dat slechts een klein percentage fraters zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik of andere vormen
van machtsmisbruik. Maar toch: we zijn geschrokken van de omvang ervan.
Langzaamaan krijgen we een beter inzicht in wat er
fout is gegaan. Maar het verhaal is nog lang niet af.
Ik heb ondertussen zo’n twintig slachtoffers gesproken.
Met vaak schrijnende verhalen. Niet alleen over het
misbruik maar ook over de gevolgen van het misbruik
in hun verdere leven. Niet iedereen heeft er blijvende
schade aan overgehouden, maar velen toch wel. Ieder
slachtoffer heeft een ander verhaal. Dat je naar hun
verhaal luistert, hen serieus neemt en spijt betuigt, is
natuurlijk al belangrijk. De soms diepe wonden die de
misbruikpleger in het leven van het slachtoffer heeft
geslagen, kun je echter niet wegnemen. Soms gaan
slachtoffers verder en melden zich bij de kerkelijke
instelling Hulp & Recht, om via die organisatie
erkenning en genoegdoening te krijgen. Velen hebben
het ook gemeld bij de commissie Deetman. De weg naar
verzoening en heling is nog een lange weg. Maar ik
hoop van harte dat ieder die weg kan gaan.
We mogen ons niet verschuilen achter het feit dat
het overal voorkomt, dat het zo lang geleden is of dat
het om een minderheid gaat. De slachtoffers komen
nú naar voren en vragen nu onze aandacht. De enige
weg die we kunnen en moeten bewandelen is de weg
van openheid en het serieus nemen van ieders verhaal.
De enige weg is, te erkennen dat in het verleden fouten
zijn gemaakt en dat individuele medebroeders misbruik
hebben gemaakt van hun macht. De enige weg is,
onze spijt te betuigen over wat slachtoffers door
toedoen van een aantal van onze medebroeders is
overkomen. Door hulp, genoegdoening, openbaarheid
en transparantie kunnen we onze geloofwaardigheid
terugwinnen. Door er wereldwijd aandacht voor te
vragen kunnen we er aan bijdragen, misbruik in de
toekomst te voorkomen. Slachtoffers hebben geleden
of lijden er nog onder. Van ons wordt nu gevraagd,
een stukje met hen mee te lijden. Dié weg van
barmhartigheid ligt nu voor ons open.
frater Broer Huitema
4
ond frater andreas
Frater Maria
Andreas
Meestal spreken we over frater Andreas, maar eigenlijk heette hij ‘frater Maria Andreas’. Zelf was hij zich daar
ten volle van bewust. Op 1 november 1860 was hij zijn tijdelijke professie begonnen met het uitspreken van
zijn naam: “Ik, frater Maria Andreas, beloof aan God almachtig …”
Het was een wat merkwaardig gebruik van de congregatie
dat alle fraters de naam van Maria als eerste naam voerden.
Hoeveel betekenis dat voor hen had, is niet duidelijk,
voor de meeste fraters was het wel meer dan alleen de
afkorting M. in hun naam. Voor frater Andreas was de
eerbied voor de Heilige Maagd zo groot en intens, dat
de afkorting M. niet meer volstond en Maria voluit
geschreven moest worden.
De eeuw waarin hij leefde, kende een steeds krachtiger
Mariaverering. De officiële verklaring van het dogma
van de onbevlekte ontvangenis in 1854 was voor de
toen dertienjarige Andreas het eerste hoogtepunt dat hij
meemaakte. Of zijn keus er mede door ingegeven is, weten
we niet, maar een jaar later koos hij voor een leven bij de
fraters en ging hij naar de kweekschool. Meteen na zijn
aankomst daar begon hij elke ochtend en elke avond
Fraters bidden bij Lourdesgrot in de tuin
van de Ruwenberg.
drie Weesgegroeten te bidden ter ere van de zuiverheid
van Maria. Als onderwijzer in opleiding hoorde hij van
de bijzondere verschijningen in Lourdes in 1858. Zijn leven
lang zou hij zich uitvoerig blijven documenteren over
alle Mariawonderen. “Bij de Lourdesgrot in de tuin zag
men hem vaak neerknielen in gebed”, aldus zijn
medebroeder Amatus.
Frater Amatus heeft de devoties van frater Andreas
gedetailleerd beschreven. Zo bad frater Andreas elke
dag “met buitengewone eerbied” het Officie van de
Heilige Maagd. Ook bad hij driemaal daags het Angelus
“met grote godsvrucht”. Hij droeg de speciale Mariamedaille
van het Heilig Scapulier “met hoogschatting”.
“Vurig” bad hij het dagelijkse rozenhoedje en “veelvuldig”
herhaalde hij dit gebed op zon- en feest- en
recollectiedagen. De voornaamste Mariafeesten vierde
hij “met bijzondere geestelijke blijdschap” en bereidde
ze voor met een noveen. Dikwijls leefde hij zich in de
bijzondere rol van Maria bij de Menswording in, in
gedachten overwoog hij haar deugden en voorrechten.
De spiritualiteit van frater Andreas was sterk gekleurd
door zijn hartstochtelijke liefde voor de Moeder Gods.
Een aantal kanten van zijn persoonlijkheid kunnen
we alleen begrijpen tegen de achtergrond van haar
voorspraak, die hij zocht en verkreeg: zijn zachtmoedigheid,
zijn trouw, zijn grenzeloos vertrouwen in Gods
goedheid. Frater Andreas kon “gaarne en lang” bidden tot
de Moeder Gods. Volgens zijn vriend Amatus had hij haar
naam altijd op zijn lippen.
Charles van Leeuwen
5
Nederland
‘Hier ben
ik Heer’
In het Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen vond op 26 november de jaarlijkse bijeenkomst plaats
voor alle fraters en geassocieerde leden van de Nederlandse provincie. De ‘provinciemiddag’ stond in het
teken van ‘Roepen’. Hoofdspreker was frater Frans van Pinxteren. Hij belichtte de snelle ontwikkeling van het
congregationele roepingenpastoraat in de afgelopen vijftien jaar.
“Ik wilde worden als frater Emilio bij wie ik twee jaar
in de klas zat”, zo vertelde hij ter inleiding over zijn
persoonlijke roeping. “Ik wilde niet vooral onderwijzer
worden, nee, ik wilde frater worden, en ik had een vage
kennis, dat dit iets met God van doen had. De roeping
was natuurlijk nog verre van volwassen. Het was het
prille begin.” Behalve frater Emilio van Berkel speelden
ook rector Karel de Beer van het noviciaat en de fraters
Alfred Smits, frater Rumoldus van der Krabben een belangrijke
rol in de groei van zijn religieuze leven: “Deze
mensen, en nog meer hebben me op de weg van mijn
roeping bevestigd.”
Wervingscampagne
Frater van Pinxteren besprak vervolgens hoe het
roepingenpastoraat in de congregatie vanaf 1996
gestalte kreeg met het aantreden van het nieuwe
provinciale bestuur. Dat kreeg van de algemene overste,
Harrie van Geene, de opdracht ‘lijnen naar de toekomst’
te verkennen. Daarvoor werd de ‘Werkgroep Associatie,
Roepingen en Presentatie’ in het leven geroepen.
Een van de eerste wapenfeiten van de werkgroep was
een opmerkelijke wervingscampagne. In een aantal
dagbladen plaatste de congregatie advertenties met als
kop: ‘We zoeken mensen (m) met een hart die het lef
Frater Frans van Pinxteren belicht het
roepingenpastoraat van de congregatie.
hebben om frater te willen worden’. Frans van Pinxteren:
“Even waren de fraters van Tilburg wereldnieuws.
Er kwamen ook heel veel reacties binnen: meer dan 150.
Uiteindelijk zijn er weinig fraters uit voortgekomen.
Maar de mogelijkheid om bij ons in te treden had veel
aandacht getrokken.”
6
In een andere advertentie werden ‘Bondgenoten in
de beweging van barmhartigheid’ gevraagd; mensen
die zich aangesproken voelen door wat de Fraters
CMM beweegt. Er kwamen enkele bijeenkomsten voor
belangstellenden die honderden geïnteresseerden
trokken. Hieruit ontstond de zelfstandige stichting
‘Beweging van Barmhartigheid’ die met ruim vijftienhonderd
sympathisanten nauw verbonden is met de
Fraters CMM.
Projectgroepen
“Ook aan associatie werd blijvend aandacht geschonken”,
aldus frater Van Pinxteren. De congregatie
heeft nu vijf geassocieerde leden: Betty Karhof,
Lex van der Poel, Nelleke Verstijnen en Christianne
en Henk van de Wal. “Terugkijkend, mogen we niet
ontevreden zijn”, concludeerde hij. De werkgroep
werd in 2008 opgeheven. Er voor in de plaats kwamen
de projectgroepen ‘Roepen’ en ‘Associatie’. De
eerste presenteerde in 2009 de brochure Fraters om
belangstelling voor het fraterleven te wekken.
De tweede richt zich op het bieden van verdieping aan
de geassocieerde leden en het zorgen voor aanwas van
geassocieerden, onder meer door bezinningsdagen en
het aanbieden van een leerroute, getiteld ‘Toegewijd
leven in kerk en wereld’. “Deze is een succes geworden”,
stelde frater Van Pinxteren vast. “We hadden op twaalf
deelnemers gerekend, het werden er vijfentwintig.
Inmiddels is er besloten de leerroute te herhalen omdat
er nog steeds gegadigden zijn.“ Hij besloot met een
kanttekening over de begeleiding van nieuwkomers:
“Als zich iemand aandient, zullen we er bedacht op
moeten zijn dat de eventuele kandidaat heel veel zal
moeten leren. Het zijn mensen van deze tijd: de kennis
omtrent onze godsdienst is vaak heel gering. We zullen
dus geduld moeten hebben. De lat niet te hoog leggen.
We zullen ze de kans moeten geven in te groeien in onze
gemeenschap om zich onze spiritualiteit eigen te maken.
Dan pas kunnen ze zeggen: ‘Hier ben ik Heer, uw wil te
doen is mijn vreugde’. Laten we daar dagelijks voor
bidden.”
Peter van Zoest
De moeder van frater Niek Hanckmann, Han (links), in
gesprek met geassocieerd lid Christianne van de Wal
tijdens de provinciemiddag.
CMM-archivaris Rien Vissers hield aan het einde van de
provinciemiddag een PowerPointpresentatie over verschillende
portretten van congregatiestichter Joannes Zwijsen.
De fraters Ben Westerburger (links) en Jan Smits heffen
het glas aan het eind van de provinciemiddag.
7
kort nieuws
Professie voor het
leven in Brazilië
Frater Robert Alan Benevenuto
Aparecido met zijn ouders na het
afleggen van zijn professie voor
het leven.
De Braziliaanse frater Robert Alan Benevenuto Aparecido deed op 12 december zijn professie voor het leven
tijdens een eucharistieviering in de Padre Eustáquio parochiekerk te Belo Horizonte. Frater Craudeci Moreira
hernieuwde in dezelfde viering zijn tijdelijke professie. In zijn toespraak zei de algemene overste, frater Broer
Huitema, het moedig te vinden van de frater om deze stap te zetten, omdat er momenteel geen kandidaten zijn
in Brazilië. Hij liet weten zich in zijn situatie te herkennen: “Toen ik in 1978 mijn professie voor het leven deed,
waren er weinig kandidaten in Nederland. Het was niet gemakkelijk voor mij. Toch heb ik er voor gekozen frater
te worden, overtuigd dat Hij me riep lid van de congregatie te worden. Ik vond er geluk en een vruchtbare
samenwerking. Dat geluk en vruchtbaar werk in het apostolaat wens ik ook jou toe: je kunt als frater een gelukkig
en rijk religieus leven leiden.” Met een verwijzing naar zijn recente reizen naar Indonesië, Kenia en Oost-Timor
waar in totaal acht fraters hun professie voor het leven aflegden, onderstreepte hij: “Frater Alan, jullie waren
dus met negen fraters CMM. Binnen de congregatie ben je niet alleen. Je kunt rekenen op de steun van je
medebroeders die je zijn voorgegaan in wat jij vandaag hebt ondernomen. Ze bidden vandaag voor je.”
CMM-regio Californië
opgeheven
De CMM-regio Californië is opgeheven. Tijdens de
bestuursperiode van algemeen overste frater Novatus
Vinckx werd de regio in 1963 opgericht. Frater Emericus
Goossens trad aan als eerste communiteitsoverste. Tal
van fraters hebben onderwijswerk verzet vanuit de
communiteiten in Los Angeles en Oxnard. De huidige
regionale overste, frater John Grever, was een van de
eerste vijf fraters die in Californië begonnen. Hij keerde
met frater Richard van Rooij op 17 februari terug naar
Nederland. Beiden hebben hun intrek genomen in de
communiteit Joannes Zwijsen in Tilburg, waar ze weer
verenigd zijn met de fraters William Verheijen, Godfried
Kanen en Louis de Visser, die ook in Californië gewoond
en gewerkt hebben. Frater Grever volgt frater De Visser
op als algemene econoom. Deze had te kennen gegeven
deze taak vanwege zijn leeftijd (75) te willen beëindigen.
In een brief aan de fraters en de geassocieerd leden
schreef algemene overste frater Broer Huitema over
frater Louis de Visser: “Ofschoon geen econoom van
beroep, wist hij zich in zeer korte tijd in te werken en
met grote bekwaamheid en zorgvuldigheid zijn werk
als econoom uit te voeren. Hij heeft als algemene
econoom in trouw en met grote plichtsbetrachting
vijftien jaar lang de congregatie gediend.”
8
Museum
Scryption
sluit deuren
Museum Scryption in Tilburg heeft op 10 januari de deuren
gesloten. Het museum voor schriftelijke communicatie
en sociale media beschikt over onvoldoende financiële
middelen om open te kunnen blijven. Zondag 9 januari
was het museum voor het laatst geopend en voor iedereen
gratis toegankelijk. Het museum legt de schuld voor de
sluiting bij de gemeente Tilburg, die besloot de subsidie van
ruim 200.000 euro stop te zetten. Aan alle twaalf medewerkers
is per 1 maart ontslag aangezegd.
De collectie is inmiddels bij een bevriende instelling
opgeslagen. Scryption bestond 22 jaar en toonde de
geschiedenis van het schrift en het schrijven en de
toepassingen daarvan op kantoor. Zo zagen bezoekers
er typemachines, vulpennen, potloden, balpennen, kroontjespennen,
kopieerapparaten, stencilapparaten, tekstverwerkers
en kantoormeubels. De in 1995 overleden schrijver
Willem Frederik Hermans liet Scryption zijn collectie van
ongeveer tweehonderd schrijfmachines na. Het museum
trok ruim 20.000 bezoekers per jaar. De kennis en ervaring
worden ingezet in een nieuwe organisatie die de naam
Npuntnul draagt. Deze gaat de ontwikkeling van communicatie
en sociale media op de voet volgen en duiden.
Npuntnul zal activiteiten ontwikkelen als tentoonstellingen,
media-installaties, lezingen en debatten, sociale mediaprojecten
en projecten voor het onderwijs. De museumcollectie
begon ooit als verzameling van de frater-onderwijzer
Ferrerius van den Berg. Kort na de Tweede Wereldoorlog
startte hij zijn studie voor de akte Schoonschrijven M.O.
Tegelijkertijd ging hij ook allerlei voorwerpen en
instrumenten verzamelen die met schrijven te maken
hadden. Dat is het begin geworden van een unieke collectie
die uitgroeide tot het ‘Schrift- en Schrijfmachinemuseum’,
Bezoekers in het museum tijdens de laatste dag.
dat aanvankelijk onderdak vond op een zolder van het
generalaatsgebouw van de Fraters CMM aan de Gasthuisring
in Tilburg. De groeiende collectie vond na omzwervingen
in Tilburg onderdak in de voormalige Ambachtsschool
aan de Spoorlaan, vlak naast het Noordbrabants Natuurmuseum.
De gemeente Tilburg liet het pand verbouwen en
brancheverwante bedrijven verzorgden de inrichting.
Zo ontstond het museum met een wereldwijd
vermaarde collectie.
Beeld van frater Ferrerius
van den Berg in Museum Scryption. Museum Scryption aan de Spoorlaan in Tilburg.
9
Bennebroek) leidde me rond. Haar grote betrokkenheid
bij de kinderen, hun ontwikkeling en toekomst was voelbaar.
Hét probleem waar men vaak tegenaan hikt, is een
tekort aan water. Er zou dieper geboord moeten worden,
zodat de zestig kinderen over voldoende water kunnen
beschikken. Misschien dat de Bondgenoot Partner een
helpende hand kan bieden. In Pematang Siantar vonden
indringende gesprekken plaats met de directie van drie
middelbaar technische scholen. De stichting had gedurende
twee jaar kunnen zorgen voor verschillende workshops
voor leraren (theorie, praktijk) en administratie.
We bespraken de vorderingen in de praktijkafdeling. Een
middelbare huishoudschool in Pematang Siantar, geleid
door de zusters KYM (autonome tak van de Zusters
van Liefde van Schijndel) heeft door de jaren heen via
Bondgenoot Partner een nieuwe computerklas gekregen
en een goede bibliotheek. Dat project werd tijdens dit
bezoek afgerond.
Bibliotheek
Zoals ook bij andere werkbezoeken aan Pematang
Siantar verbleven we in het fraterhuis aan de Jalan Nias.
Een goed en gastvrij huis, waar frater Bosco Wuarmanuk
Frater Jan Koppens in een praktijkhal van de
technische school in Pematang Siantar.
de leiding heeft als novicenmeester. Een middag heb ik
een voordracht gegeven aan zo’n dertig novicen (zusters,
fraters en broeders) van vier congregaties, die een
gezamenlijke cursus volgden. Van harte hoop ik dat ik ze
heb mogen raken, waardoor hun persoonlijke roeping als
mens en als religieus verder kan uitgroeien.
In Balige waren we thuis bij de fraters op Soposurung.
De middelbare school ‘Bintang Timur’ staat onder leiding
van frater Florentinus Halawa. Deze gerenommeerde
school heeft nu de beschikking over een prachtige
bibliotheek en een goed opgeleide bibliothecaris. Elisabeth,
die veel aandacht schenkt aan het opzetten van
bibliotheken in Indonesië, mag er trots op zijn.In Balige
hebben ook heel persoonlijke gesprekken plaatsgevonden
tussen Gerrit, Elisabeth en mij. We spraken over geloof,
oecumene, broederschap, geloften, over de zending
en toekomst van de stichting. Fijn dat je zo thuis mag
zijn bij elkaar.
Contactpersonen
Frater Martin Rukka bood ons in het fraterhuis te
Makassar, Sulawesi, een ruimte aan om een uitvoerig
gesprek te hebben met onze drie contactpersonen in
Indonesië. Zonder de inzet van deze partners, die allen
pro deo werken, zou het werk van de stichting misschien
wel afgebouwd moeten worden. Het overleg op 30 oktober
maakte duidelijk dat we dezelfde visie en bewogenheid
delen. Precies twee maanden later, 30 december,
werden in Nederland drie jonge mensen benaderd om lid
te worden van het stichtingsbestuur. Ze reageerden enthousiast.
Zo werd het bestuur uitgebreid met drie frisse
krachten. Op naar een mooie toekomst, mede geïnspireerd
door onze drie contactpersonen in Indonesië.
Blijde gezichten
Op Sulawesi, waar we twee weken waren, bezochten we
vele lopende of afgeronde schoolprojecten. Even wil ik
stil staan bij ‘Panti Asuhan’, het weeshuis in Rantepao.
Door een anonieme donatie konden we in Makassar
boeken, verschillende muziekinstrumenten en spellen
voor de kinderen kopen. Dat was een schot in de roos!
Blijde gezichten alom. Met een meisje, dat nu op de
middelbare school zit, had ik een wat langer gesprek.
Wat later dan gepland kwam op 13 november een einde
aan de terugreis naar Nederland. Op Schiphol nam ik
afscheid van Elisabeth. Gerrit zou nog een maand in
Indonesië achterblijven. Voor hem stond Flores op de
agenda. Wat ben ik blij dat ik een klein radertje
mag zijn binnen de Stichting Bondgenoot Partner.
frater Jan Koppens
De weeskinderen in Rantepao
met hun nieuwe gitaren.
11
Brazilië
Fraters halve
eeuw in Brazilië
De Fraters CMM herdachten op 8 december dat vijftig jaar geleden de eerste fraters in Brazilië arriveerden.
Het waren Sjaak Staats, Leonis Puts, Ignatio Beijers, Cristino Gemen en Jo Huiskamp. Van hen woont de
regionale overste frater Cristino Gemen nog steeds in Belo Horizonte, waar ze zich een halve eeuw geleden
vestigden. Frater Nicácio Huiskamp blikt terug op de jubileumviering.
De overvolle parochiekerk van Padre Eustáquio.
De algemene overste, frater Broer Huitema, kwam
5 december in Belo Horizonte aan om samen met de fraters
het historisch gebeuren te gedenken. Woensdag 8
december, op het hoogfeest van Onze Lieve Vrouw
Onbevlekt Ontvangen, had om 10 uur de plechtige
eucharistieviering plaats in de overvolle parochiekerk
van Padre Eustáquio. Celebrant was de kardinaal Serafim
Fernandes de Araújo, emeritus-aartsbisschop van Belo
Horizonte. Met hem concelebreerden de emeritus- bisschop
van Itabira-Coronel Fabriciano, Lellis Lara, en achttien
priesters van de bisdommen waar de fraters actief zijn of
waren. Op de eerste banken namen de dertien aanwezige
fraters plaats. Voor de zang zorgde een koor, voor deze
gelegenheid gevormd uit personeel van het College Padre
Eustáquio, onder leiding van frater Cristino Gemen.
Waardering
De kardinaal liet in zijn homilie duidelijk uitkomen hoe
de fraters op verscheidene pastorale terreinen werkzaam
zijn waar de kerk hen het meest nodig heeft. Op die
manier maken ze het CMM-charisma van ‘broederschap
en barmhartigheid’ waar. Hij was hulpbisschop in Belo
Horizonte, toen de fraters er in 1960 aankwamen.
De emeritus-aartsbisschop sprak zijn vreugde, waardering
en dankbaarheid uit, mede namens het aartsbisdom.
Bisschop Lellis Lara liet niet na om ook iets te zeggen namens
het bisdom Itabira-Coronel Fabriciano waar de fraters
zich onder meer speciaal inzetten voor de ‘Cidade do
Menor’ (Kinderstad). Tijdens de viering brachten leerlingen
van het College Padre Eustáquio een kleine hulde aan
de fraters. Zij droegen een schilderij van Maria Moeder
12
van Barmhartigheid binnen, een afbeelding van CMMstichter
Joannes Zwijsen en borden met de woorden van
het motto van de beweging van barmhartigheid: VER
(zien), COMOVER-SE (bewogen worden), MOVER-SE (in
beweging komen) en PROMOVER (de mens promoveren).
De algemene overste en frater Alan Robert Aparecido
Benevenuto bij het begin van de eucharistieviering.
De kernwoorden van de CMM-spiritualiteit uitgebeeld.
Hoop
De processie bij de offerande bestond uit vertegenwoordigers
van de pastorale werken en bewegingen
waar de fraters bij betrokken zijn zoals: parochie, onderwijs
(Colégio Padre Eustáquio) vorming-opleiding,
bezin ningscentrum, religieuzen en groepen van de beweging
van barmhartigheid. Zo waren er mensen uit
onder andere Igarapé, São Joaquim de Bicas, Itabira,
Coronel Fabriciano, Ipatinga, Lagoa Santa, Janaúba en
Belo Horizonte.
Frater Broer Huitema richtte zich met woorden van
waardering en dank tot het bestuur van de regio en
alle fraters. Hij bracht de mannen van het eerste uur in
herinnering. De levenden, frater Sjaak Staats en frater
Cristino Gemen, en de overledenen, frater Jo Huiskamp
en frater Leonis Puts, en alle fraters die de afgelopen
vijftig jaar hun beste krachten gaven (en geven).
Met piëteit herdacht hij de onlangs overleden fraters
Servano Leyten en Leopoldo Remans. Zijn vreugde en
hoop op de toekomst sprak hij uit naar aanleiding van
de professie voor het leven van frater Alan Robert
Aparecido Benevenuto.
Herinneringsplaat
Aan het einde van de viering werd een herinneringsplaat
aangeboden aan frater Cristino Gemen, uit dankbaarheid
voor zijn werk en voor het werk van alle fraters die zich
hebben ingezet voor het welzijn van het Braziliaanse
volk, en in het bijzonder voor de jeugd van het land.
Na de eucharistieviering was er een receptie in het
Centro Comunitário van de parochie naast de kerk.
Op de overdekte speelplaats van het College Padre
Eustáquio werd voor de meer dan vierhonderd gasten
een maaltijd geserveerd.
De fraters Sjaak Staats en Misaël van den Borne, die
momenteel in de Tilburgse communiteit van Joannes
Zwijsen wonen, werkten respectievelijk 21 en 30 jaar in
Brazilië. Op 8 december ontvingen zij van het generaal
bestuur een feestelijk boeket bloemen om toch een beetje
het gouden feest met hun medebroeders in Brazilië
mee te kunnen vieren.
frater Nicácio Huiskamp
De regionale overste frater Cristino Gemen spreekt
een dankwoord uit.
13
Namibië
Overname
kinderdorp
Namibië
De congregatie heeft op 23 oktober officieel de leiding
overgenomen van het Children’s Education Centre (CEC)
in Usakos, Namibië. Tijdens een feestelijke plechtigheid
overhandigde Frits Koopmans, oprichter en directeur,
de statuten van de ‘Stichting Kinderdorp Usakos’ aan
frater Broer Huitema, algemeen CMM-overste.
In de grote hal van het centrum, dat in de woestijn ten
Noordwesten van de Namibische hoofdstad Windhoek
ligt, was een groot gezelschap samengekomen. Velen
brachten dank aan Frits en Hanneke Koopmans voor hun
inzet. In 1991 startten zij het project dat in het begin
aan acht straatkinderen huisvesting bood en inmiddels is
uitgegroeid tot een centrum voor veertig kinderen. ‘Wie
een kind redt, redt de wereld’, is hun lijfspreuk. Naast
het CEC ligt ‘Plot 65’, waar vijf bewoners die inmiddels
volwassen zijn, kunnen blijven wonen. Zij werken in het
kinderdorp, in de tuin, in de ernaast gelegen school en
in met het centrum verbonden bedrijfje dat bakstenen
maakt van woestijnzand.
Hulde
Verschillende sprekers uit de Namibische samenleving
voerden het woord. Maar het waren vooral de kinderen
die van zich lieten horen. In zang en dans brachten
zij hulde aan het echtpaar Koopmans. Ze werden
daarbij begeleid door een Indonesisch orkest met
Kolintang instrumenten. Onder de aanwezigen was
ook de ambassadeur van Indonesië, die als een van de
ondersteuners van het project het woord voerde.
De algemene overste, frater Broer Huitema, herinnerde
aan de tijd van oprichting. Al in 1991 waren er vriendschapsbanden
tussen de familie Koopmans en de fraters.
Frater Emericus Goossens, de toenmalige regionale overste
in Namibië, hielp bij het ontwerpen van de statuten
van het CEC. Bijna twintig jaar later kunnen de fraters,
dankzij een toenemend aantal roepingen in Namibië, de
leiding overnemen van Frits en Hanneke Koopmans, die
kunnen gaan genieten van hun pensioen. De algemene
overste wenste de fraters Rikardus Rumangun en Johannes
Mateus, die de dagelijkse leiding op zich nemen,
Kinderen van het CEC.
veel succes. Samen met frater Gerard Mopeli Sehlabo
vormen zij een kleine communiteit, ‘St. Vincent de Paul’,
in het huis waar het echtpaar Koopmans jaren heeft
gewoond. Het is een internationale gemeenschap: de
drie fraters zijn afkomstig uit respectievelijk Indonesië,
Namibië en Lesotho.
Erfgoed
Frater Broer Huitema dankte Frits en Hanneke Koopmans
namens de congregatie: “voor alles wat jullie hebben
gedaan, voor jullie inzet, jullie grote inspanningen ten
behoeve van kansarme kinderen”. Hij liet weten te
beseffen dat het niet gemakkelijk zal zijn om afscheid
te nemen, maar hij gaf hen de verzekering “dat we dit
project als jullie erfgoed zullen koesteren”. De algemene
overste was niet met lege handen gekomen. Het
generaal CMM-bestuur heeft besloten 2000 euro aan
het centrum te schenken voor de aanschaf van materiaal
voor sport- en muziekonderwijs. Voor de communiteit
14
had de algemene overste een relikwie van Vincentius
meegenomen, afkomstig uit een van de opgeheven Tilburgse
fratergemeenschappen. Hij sprak de hoop uit dat
deze een passende plek krijgt in de kapel, die is ingericht
in een van de kamers van het voormalige woonhuis van
het echtpaar Koopmans.
Steunstichting
Het centrum in Usakos draait dankzij veel steun uit
Nederland van onder andere de Wilde Ganzen, Mensen
in Nood, het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking
en tal van particulieren. Een steunstichting begeleidt het
project. Ga voor meer informatie naar www.usakos.nl.
Frits Koopmans overhandigt de statuten van de ‘Stichting
Kinderdorp Usakos’ aan frater Broer Huitema.
Peter van Zoest
De communiteit van Usakos,
v.l.n.r. de fraters Gerard
Mopeli Sehlabo, Rikardus
Rumangun, Johannes
Mateus.
15
kort nieuws
Dienend leiderschap: een
passie voor menselijkheid
Van 11-14 november 2010 hield de organisatie van
broedercongregaties in Indonesië een bijeenkomst in
het vormingscentrum van de lazaristen in Prigen (Oost
Java). Onderwerp van gesprek was hoe de uitoefening
van leiderschap meer in overeenstemming gebracht
kan worden met het leiderschap van Jezus, het grote
voorbeeld van religieuzenleiders. De lazarist Antonius
Sad Budiono sprak erover in enkele inleidingen. De pater
benadrukte dat een leider bereid moet zijn degenen
aan wie leiding wordt gegeven, de maatschappij en de
armen te dienen. Deze vorm van ‘dienend leiderschap’
moet er toe leiden dan mensen begeleid worden
om zelf een leider te kunnen worden. Altruïsme is
een belangrijke voorwaarde op deze manier leiding te
geven. Een dienend leider moet manipulerend eigenbelang
opgeven. De deelnemers hebben uitgebreid de
gelegenheid gekregen hun ervaringen met leiderschap
met elkaar te delen. Aan de orde kwam de vraag:
‘Wat te doen met een lid van de congregatie wiens
leven afwijkt van de constituties?’ De bijeenkomst
werd van CMM-zijde bijgewoond door de fraters
Martinus Leni (provinciale overste van Indonesië),
Martinus Mangundap (lid van het provinciaal bestuur),
Nikodemus Tala Lamak (lid van het provinciaal bestuur
en schoolbestuurder in Banjarmasin op Kalimantan),
Julius Kadang (directeur CMM-winkel in Manado) en
Cyrillus Kaparang. Samen met een dertigtal fraters en
broeders van andere congregaties kunnen zij terugkijken
op een inspirerende ontmoeting.
frater Niko Tala Lamak
De ‘Saint Vincent Primary School’ in Mosocho.
Opening school in Kenia
Een door de Fraters CMM in Mosocho, Kenia, overgenomen
school, is in januari gestart met tachtig
leerlingen. De school bestaat uit de vijfde en zesde klas
van de lagere school. Op 5 maart 2011 vond de officiële
opening van de ‘Saint Vincent Primary School’ plaats.
Daarbij waren de algemene overste, frater Broer Huitema,
en generaal bestuurslid Lawrence Obiko aanwezig. Het
schoolgebouw is ingrijpend gerenoveerd. Oorspronkelijk
was er een lagere en een middelbare meisjesschool
in gevestigd, die bekend stond als de ‘Mosocho Girls
Academy’. De congregatie is ook nauw betrokken bij
de Cardinal Otunga High School in Mosocho, een van
de historische plaatsen waar de CMM-missie in Kenia
begon, niet lang na de aankomst van de fraters in 1958.
In het volgend nummer van Fraters CMM meer aandacht
voor de officiële opening van de school.
16
Tilburgse parochie houdt
adventsactie voor OIP
De adventsactie van de parochie Frater Andreas in Tilburg stond in het teken van het door de Fraters CMM
in Kenia opgezette ‘Oyugis Integrated Project’ (OIP). Er werden zevenhonderd folders verspreid en Henk en
Christianne van de Wal gaven een PowerPointpresentatie over de doelstellingen en activiteiten van het project
dat is gericht op begeleiding en verzorging van mensen met hiv/aids. Beiden zijn geassocieerd lid van
de Fraters CMM en zetten zich in voor OIP, onder meer door de uitgave van een Nieuwsbrief. Meer informatie
op www.oip-nederland.nl.
Vier fraters doen professie
voor het leven in Manado
De fraters Yulius Sole, Thadeus Haki, Nathaniel Kupa
en Kasianus Leseman hebben 25 november in Manado,
Indonesië in de handen van de algemene overste frater
Broer Huitema hun geloften voor het leven afgelegd.
Dat gebeurde tijdens een eucharistieviering, gecelebreerd
door Chris Santi MSC. Vijf andere priesters
concelebreerden. In zijn homilie prees pater Santi de
jonge mannen die in een tijd van globalisatie, internet
en mobieltjes zich geheel aan God wilden geven. De
aanwezige leerlingen van de middelbare school Don
Bosco in Manado daagde hij uit door hen te vragen:
“Durf jij het aan om frater, zuster of priester te
worden?” Frater Broer Huitema aanvaardde de professie
voor het leven van de vier fraters met de woorden: “Ik
verklaar dat u voor heel uw leven bent opgenomen in
onze gemeenschap, de Congregatie van de Fraters van
Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid.” De
plechtigheid werd bijgewoond door plaatsvervangend
algemeen overste frater Edward Gresnigt, verschillende
leden van het provinciaal bestuur en de meeste fraters
van de vier communiteiten van Manado en Tomohon.
De fraters na het afleggen van de geloften voor het leven. V.l.n.r.: Yulius Sole, Nathaniel Kupa, Kasianus
Leseman, Thadeus Haki.
17
nederland
Feestje in communiteit Scheveningen. V.l.n.r.: frater Pieter-Jan van Lierop, Jos Dullaert, frater Gérard Verstijnen.
Haagse herinneringen
Van 1970 to1979 woonde en werkte frater Pieter-Jan van Lierop in Den Haag. Met grote waardering kijkt hij terug
op zijn Haagse jaren, waarin de congregatie, via verschillende markante fraters en projecten, een belangrijke rol
speelde in het kerkelijk leven van de hofstad. Als jonge religieus werd hij geïnspireerd door verschillende indrukwekkende
medebroeders en hun keuze voor de kansarmen. Herinneringen aan een rijke periode.
Toen ik in 1970 naar Den Haag kwam had ik al vier
jaar in Amsterdam gewoond. Mijn roeping was er
eerder versterkt dan gaan wankelen. De goede sfeer in
de communiteit en het opslorpende, veeleisende werk
voor de ‘armen’ op de fraterschool aan de Nieuwe
Leliestraat in de Amsterdamse Jordaan gaven geen
ruimte om in een roepingencrisis te komen. Dat was des
te opmerkelijker omdat in die tijd veel van onze jonge
mensen de congregatie verlieten. Met verschillende
medebroeders was ik MO-theologie gaan studeren aan
de Katholieke Theologische Hogeschool aan de Keizersgracht
in Amsterdam, wat mij betreft met het doel om
de ‘geestelijke’ basis van mijn fratersleven te versterken.
Die studie is een goede greep gebleken, zowel voor de
ontwikkeling van mijn fratersroeping als voor het werk
dat ik naderhand gedaan heb.
‘De Leggelo’
Met vier fraters, - Guus Waijers uit Leeuwarden, Sjef van
Ierland en Frans van Pinxteren uit Den Haag en ikzelf uit
Amsterdam - zouden we de Communiteit Scheveningen
gaan vormen. Voordat we ons communiteitshuis in
Scheveningen zouden gaan betrekken, woonden we
enkele maanden in het fraterhuis aan de Leggelostraat,
vaak genoemd: ‘de Leggelo’.
De Leggelo maakte indruk op me. Het huis werd geleid
door een hartelijke frater met een open mind: Joop van
Dooremaal. Hij heeft de fraters van Scheveningen altijd
gesteund. Dat was niet zo vanzelfsprekend want diverse
medebroeders interpreteerden de stichting van de nieuwe
communiteit als een elitair gebeuren. Van onderwijzer aan
een basisschool, werd frater Joop parochiepastor in de
parochie van Antonius en Lodewijk, een overgang waar
18
ik grote bewondering voor had. In de kerkgemeenschap
was hij een gewaardeerd lid van de Haagse Dekenale Raad.
Bij mij op de gang woonde frater Rogier van Belkom. Met
deze toegankelijke frater kreeg ik gemakkelijk contact. Hij
was aan het einde van zijn loopbaan als Mavo-leraar en
zich aan het voorbereiden om de fratersgemeenschap in
Kenia te gaan versterken. Dat was pas een frater.
Ik raakte er in gesprek met fraters als Quirinus de Veer,
Jan Santegoeds, Piet Baas, Henk Sliphorst en Lucidius
Pijnenburg; allemaal fraters met grote verdiensten in het
onderwijs, in het jeugdwerk en voor de liturgie van de
parochie. Ik genoot enorm van de koren die geleid werden
door frater Theo Klessens. In huis was het vooral Jaaneke
Wouters die veel gezelligheid bracht. Naderhand leerde ik
veel parochianen kennen die met de fraters meewerkten
om de parochiegemeenschap op te bouwen en gezicht te
geven. Toen werd het me duidelijk hoe groot de positieve
invloed van de congregatie in de wijken Moerwijk
en Morgenstond geweest was en hoe goed de ruime hal
van het fraterhuis aan de Nienoordstraat gefunctioneerd
heeft.
Communiteit Scheveningen
In 1970 kreeg de nieuwe fraterscommuniteit een
warm onthaal in de parochie van O.L.Vrouw van Lourdes
te Scheveningen. Vooral de grote gastvrijheid in het fraterhuis,
dat ‘het open huis’ werd genoemd, en de deelname
van de fraters aan parochieactiviteiten maakten
een goede indruk. Ik werd districtscatecheet in Scheveningen,
was betrokken bij de jongeren en bij de parochieraad,
Jan Bol (MSC) werd er jongerenpastor en
Guus Waijers was er koster en zorgde voor de bejaarden.
Intussen bloeiden de scholen, geleid door Sjef van Ierland
en Frans van Pinxteren.
De school van Frans, een Leao-Lmo, werd hoofdzakelijk
bevolkt door armere Hagenaars. Frans wist er een sfeer te
scheppen, waar door gedragsproblemen steeds beter konden
worden opgevangen en de leerlingen vrijwel allemaal
hun diploma haalden. Een groep van deze gediplomeerden
werd op Mavo Moerwijk, waar ik als leraar werkte, in één
jaar klaargestoomd voor het Mavodiploma en sommigen
van hen stroomden zelfs door naar de Havo-afdeling op
het Thomas More College. En op al die scholen waren
er onderwijs-idealisten die het als een eer zagen nieuwe
wegen te openen voor deze kansarme leerlingen. Ik was er
heel trots op dat fraters van Tilburg binnen dit proces een
belangrijke rol mochten spelen en dat zoveel collega’s er
enthousiast voor waren.
Intussen waren Ad de Kok en Ad van Dun de communiteit
komen versterken. Zij werkten in het buitengewoon
onderwijs. Weer dat moeizame werk voor die kansarmen,
waar fraters aan deelnamen.
Gérard Verstijnen was de intellectueel van de communiteit.
Hij had in Parijs gestudeerd en kreeg werk op
het Nederlands Katholiek Schoolbureau, een overkoepeling
van de katholieke schoolbesturen in Nederland.
In dit verband zat Gérard nog al eens in het buitenland.
Via hem mochten wij kopstukken van het katholiek onderwijs
in Nederland in onze communiteit ontvangen.
Het fraterhuis in Scheveningen (met trapgevel).
Zuster Elisabeth van de Mast en frater Piet Rijkers
bij het opvangcentrum voor daklozen dat gesloopt
zou worden.
19
nederland
Frater Piet Rijkers deed begin jaren tachtig sociaal werk in de Haagse Schildersbuurt.
Monumentjes
Het is niet de gewoonte in onze congregatie dat fraters
monumentjes voor hun medebroeders oprichten. Toch ga
ik dat doen. Het betreft twee fraters die een heel bijzondere
indruk op mij hebben gemaakt: frater Kees Verspeek
en frater Piet Rijkers.
Kees Verspeek woonde op de Leggelostraat en werkte als
leraar wiskunde aan de Mts. Hij raakte bewogen door de
armoede en uitzichtloosheid van mensen uit de Haagse
Schilderswijk. Hij verliet de mooie, comfortabele ‘Leggelo’
om samen met een paar zusters en een paar priesters de
Jacob Maris Groep op te richten, genoemd naar de Jacob
Marisstraat waar de groep was gehuisvest. De groep
probeerde zo dicht mogelijk bij de ‘Schilderswijkers’ te
komen. Ze brachten tijdschriften rond en deden technische
klusjes bij mensen die er behoefte aan hadden. Zo
groeide er een samenleven met de armen en onze frater
Kees voelde er zich als een vis in het water. Ik keek erg
op tegen Kees Verspeek en was er trots op hem als mijn
medebroeder te hebben.
In ons communiteitshuis in Scheveningen moest nogal
wat vertimmerd worden en het Bouwbureau stuurde
frater Piet Rijkers om de klussen te klaren. Hij kwam eens
in contact met zuster Elisabeth van de Mast, die een huis
voor zeer onaangepaste daklozen beheerde. Ze vroeg Piet
om wat klusjes te komen opknappen. Toen hij zag wat
daar allemaal gebeurde en hoe noodzakelijk het was dat
er permanent een man in huis moest zijn, was hij meteen
verkocht en heeft hij vele jaren in het huis gewoond en
met zuster Van de Mast samengewerkt. Dat laatste was
zo bijzonder omdat de zuster niet gemakkelijk was om
mee samen te werken. En zo zag ik onze Piet zijn eigenlijke
roeping vinden: van timmerman in de werkplaats van
frater Theodulphus tot dienaar van de armste Hagenaars,
samen met zuster Van de Mast. Dat is CMM op zijn best.
Enthousiasme
In 1979 werd ik uitgezonden naar Indonesia. Daar aangekomen
werd het me pas duidelijk hoeveel visie, rijkdom
en enthousiasme ik had meegekregen van mijn
medebroeders uit Den Haag. Inderdaad; aan Den Haag
heb ik goede herinneringen.
frater Pieter-Jan van Lierop
20
NEDERLAND
Verbondenheid tijdens
een boottochtje.
VERBONDENHEID!
“Het begon in 2004. Toen kreeg ik van mijn toenmalige werkgever te horen: ‘Je mag in augustus geen
vakantie opnemen, je moet dan dertien dagen naar Frankrijk met de fraters’. Ik wist toen niet precies wat
fraters waren, want ik ben zelf protestant, maar inmiddels weet ik wel beter.” Aan het woord is buschauffeur
Piet Prinse. Hij rijdt de jaarlijkse tocht langs plekken in Nederland die aan Joannes Zwijsen herinneren en
vervoert de deelnemers aan de Vincentiaanse pelgrimage die ook ieder jaar wordt gehouden.
“Op vrijdag 13 augustus reed ik voor het eerst de
‘Zwijsentocht’. Daags daarna vertrokken we met de fraters
uit verschillende werelddelen onder leiding van de fraters
Leo van de Weijer en Guillaume Caubergh naar Frankrijk
voor de ‘Pèlerinage de St. Vincent de Paul’. Nu ik voor de
tiende keer de tocht hoop te gaan maken ken ik alles
tot in de kleinste details en wordt de verbondenheid
met de fraters steeds groter, ondanks mijn protestantse
achtergrond. Ik heb na al die jaren wel eens gezegd dat
ik meer rooms-katholiek dan protestant ben. Hoe dan
ook: we geloven allemaal in dezelfde God, en die werkt
door Vincent de Paul en Louise de Marillac. Ik heb grote
bewondering gekregen voor alles wat ze tot stand hebben
gebracht. Daar kun je niet omheen als je op de plaatsen
komt waar zij werkten en leefden.”
Geïnspireerd
“Die verbondenheid met fraters en zusters uit verschillende
culturen ontstaat doordat je als broer en zus met elkaar
omgaat. Dat voel je heel sterk. Ook op onze logeeradressen
is dit het geval. Voor mij in het bijzonder bij
de zusters in Château L’Évêque en in Le Berceau (Dax).
Dat verbonden-zijn komt ook doordat ik me niet zozeer
chauffeur maar als één van de groep voel. Soms doe ik
in vieringen onderweg ook een schriftlezing. Ik krijg wel
eens de vraag: ‘Word jij nooit moe?’. Mijn antwoord is
‘nee’, omdat ik zo geïnspireerd ben door al die dingen die
ik hoor en zie.”
“Ik heb na al die jaren wel eens gezegd dat ik meer
rooms-katholiek dan protestant ben.”
21
in memoriam
“De verbondenheid kwam in december 2009 wel heel
sterk tot uiting toen ik in Indonesië een professie voor het
leven meemaakte bij zusters. Dat maakte veel indruk op
mij. Ook de twee weken met frater Ad Hems vanuit Balige
zijn voor mij van grote betekenis geweest. Hij regelde dat
ik verschillende parochies en scholen kon bezoeken. Daar
kom je dan de barmhartigheid, de liefde en het verbonden-zijn
heel concreet tegen. En die ervaring wordt nog
sterker wanneer je fraters en zusters ontmoet die tijdens
een van de pelgrimages mee geweest zijn.
In Balige mocht ik ook een jubileumfeest meemaken. Het
was 75 jaar geleden dat pastoor Sybrandes van Rossum
hier de parochie en de school oprichtte. De weg naar de
school is vernoemd naar hem. Op dit feest stond ik tussen
twee bisschoppen en afgevaardigden van het district Toba
waar Balige in ligt. De eucharistieviering op het voetbalveld
met zo’n 6000 gelovigen was zeer indrukwekkend.
Meerdere keren werd ik aangesproken met ‘pastoor’,
waarop ik uitlegde wie ik ben en wat ik doe. Ik heb het
een hele eer gevonden dat ik hierbij aanwezig mocht zijn.
Deze reis is een heel bijzondere ervaring geworden, die ik
niet graag had gemist.”
Vertrouwen
“Tijdens de nieuwjaarsviering bij de zusters op de Oude
Dijk in Tilburg voelde ik de verbondenheid heel sterk toen
ik verschillende zusters ontmoette die de Vincent iaanse
pelgrimage de afgelopen jaren meemaakten. Ditzelfde
ervaar ik ook tijdens bezoeken aan verschillende communiteiten
van zusters en fraters.”
“Ik heb met goed resultaat een medische keuring ondergaan
en mag weer vijf jaar rijden als mij dat gegeven
wordt. Ik hoop namelijk dit jaar 70 jaar te worden. Ik
waardeer het enorm dat ik het vertrouwen iedere keer
krijg om als chauffeur en begeleider mee te gaan! Ik ben
erg dankbaar dat ik dit werk mag doen en dank God voor
de kracht en de gezondheid die ik mag ontvangen. En ik
zeg tot alle zusters en fraters, waar ook in de wereld, dat
ik hoop dat ook zij die kracht mogen ontvangen om hun
zo belangrijk werk te blijven verrichten.”
Piet Prinse
Piet Prinse achter het stuur.
Frater
Louis (J.) Holtackers
Hij werd geboren te Maasbree op 21 maart 1928 en
trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve
Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29
augustus 1947. Hij legde zijn professie voor het leven
af op 15 augustus 1952. Hij overleed op 82-jarige
leeftijd op 19 oktober 2010 in de communiteit van
Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het
kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’
in Vught.
Basisonderwijs, schoolbegeleiding en religieuze vorming
waren meer dan een levenstaak voor frater Louis. Het
was zijn passie. Zijn leven lang is hij blijven werken
aan het verbeteren van zijn vakbekwaamheid. Zo heeft
hij voluit gestalte kunnen geven aan de missie van de
congregatie. De belangen van de kinderen waren bij hem
in goede handen. Frater Louis heeft gewerkt in Suriname
en Curaçao, maar vooral lange tijd in Nederland. Zijn tijd
als schoolbegeleider in Eindhoven heeft hij beleefd als het
hoogtepunt van zijn onderwijsloopbaan. Steeds is frater
Louis nauw verbonden gebleven met zijn congregatie,
hetzij levend in een van de communiteiten, hetzij zelfstandig
wonend in Best. Het laatste half jaar woonde
frater Louis in de communiteit van Joannes Zwijsen.
Hij had te kampen met een ernstige ziekte. Voor hem
die zozeer gesteld was op het schone, het stijlvolle en
het perfecte, was het lijden een zeer zware leerschool.
Dankzij zijn geloof in God en de zorg en vriendschap
van velen heeft hij zijn leven als een dankbaar mens tot
een mooie voleinding kunnen brengen. Frater Louis, je
wandelde met jouw God, Dat mocht 82 jaar lang.
Toen leven lijden werd heeft Hij je tot zich genomen.
22
Bronnen
‘Vooral de armen’
Een profetisch woord van Zwijsen
Op welke mensen moeten we ons speciaal richten in het leven? Zwijsen antwoordt duidelijk.
“Ik zeg: vooral de armen; immers, door het kerkelijk gezag zijn de vermogenden wel niet geheel
van uwe zorgen uitgesloten; doch de massa of het grootste gedeelte moeten armen zijn. En als
het immer mogt gebeuren, dat het getal der vermogenden dat der armen zou overtreffen, dan
zou men mogen zeggen, dat de Congregatie van haren geest was afgeweken.” (‘Gemeenzame
Gesprekken’, 86)
“Vooral de armen.” Dat is de wijsheid van Israël en Jezus.
“Let op de vreemdelingen, de weduwen en de wees”,
zeggen profeten. “Zie om naar de zieken en de verlatenen”,
herhaalt Vincent de Paul. “Vergeet kwetsbare kinderen en
breekbare bejaarden niet”, concretiseert Joannes Zwijsen.
“Vooral de armen.” Ja, maar er is meer. Vincentius had veel
contacten met rijke dames. Zwijsen had heel bijzondere
relaties, zelfs met de koninklijke familie. Beiden leefden
zij in een wereld van mensen met macht, geld en aanzien.
Toch zijn Vincentius en Zwijsen beiden uitgesproken
pleitbezorgers van de optie voor de armen.
Het gaat niet om sentimentaliteit of een strovuurtje. Het
gaat uiteindelijk om een passie voor de ene mensenfamilie,
voor de universele broeder- en zusterschap van alle mensen:
de zogenaamde ‘familie van God’. En de ervaring leert, dat
als er geen speciale aandacht en zorg is voor de zwakste
schakels in ons midden, er geen leefbare samenleving
tot stand komt. “Ook de armen” blijkt niet voldoende te
zijn. Zonder “vooral de armen” blijkt dat er geen toekomst
mogelijk is. Niet voor een congregatie, niet voor een kerk en
niet voor een wereld.
frater Harrie van Geene
23
Wij aanvaarden de uitnodiging
om in te keren tot onszelf
en tot de vader te bidden
in het verborgene.
(uit de leefregel van
de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid
24