Rondom bestand van 1994 11-2 dd 25-11-08 - Atlantis
Rondom bestand van 1994 11-2 dd 25-11-08 - Atlantis
Rondom bestand van 1994 11-2 dd 25-11-08 - Atlantis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>1994</strong> <strong>11</strong>/2<br />
RONDOM DEN HERDENBERGH<br />
Tijdschrift <strong>van</strong> de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving.<br />
Lidmaatschap f. 27,50 per jaar.<br />
Bestuur:<br />
Mevr. H. v.d. Anker-v.d. Brand, voorzitter, Herenstraat 86, Slagharen,<br />
tel.:05231-1935.<br />
W.B. Meijer, secretaris, Sportstraat 24, Kloosterhaar, tel.: 05234-1249.<br />
H. Hoving, penningmeester, Boslaan 34, Hardenberg, tel.: 05232-62048.<br />
L.J. Bruins, vice-voorzitter, Julianastraat 21, Vroomshoop, tel.: 05498-4<strong>25</strong>39.<br />
J. Bruggers, Venusplein 2, Hardenberg, tel.: 05232-63537.<br />
F. Ekkel, Dorpsstraat 74, Kloosterhaar, tel.: 05234-1760.<br />
B.H. Fe<strong>dd</strong>es, Brinkweg 6, Bergentheim, tel.: 05235-1215.<br />
G. Gerrits, Elzenlaan <strong>11</strong>, Hardenberg, tel.: 05232-67870.<br />
Mevr. D. Hesselink-Zweers, Binnenhof 31, Hardenberg, tel.: 05232-65829.<br />
Mevr. G. Jonkhans-Kampman, Stobbenhaarweg 20, Radewijk, tel.: 05238-6227.<br />
Redactiecommissie:<br />
Mevr. D. Hesselink-Zweers J. Weitkamp C. Lina, eindredacteur<br />
Redactieadres: Bruchterweg 17, 7772 BD Hardenberg, tel.: 05232-61274.<br />
Bankrelatie:<br />
Rek.nr. 3849.47.824 bij Rabobank Hardenberg.<br />
(Postrek.nr.v.d.Bank: 812263) POSTBANK<br />
rekeningnr. 29855515.<br />
ISSN: 1380-3921<br />
Inhoud pag. pag.<br />
1. Van de redactie 1 8. Uit het leven <strong>van</strong> een joodse jongen in<br />
2. De weg naar school Jan Dijkhuis 1 oorlogstijd (XI) Izak Kan 20<br />
3. Een hand vol foto's bij 'De weg naar school' 9. Er was eens een EItem in Hardenberg<br />
C. Lina 4 JJ. Simpelaar 23<br />
4. Kerkgang ten plattelande 10. Enkele wetenswaardigheden over het<br />
Dinah Hesselink-Zweers <strong>11</strong> klooster 'Het Zwarte Water'<br />
5. Plat Ni-js J. Luisman-de Jonge 14 H.J. Slingenbergh 29<br />
6. Arbeidsomstandigheden in het veen <strong>van</strong> <strong>11</strong>. Het gat der gaten Roel Gritter 30<br />
Stad- en Ambt Hardenberg (III) 12. Een Heemsenaar in de oppositie (II)<br />
Jan H. Kompagnie 15 C.Lina 31<br />
7. Een wijnkelder in het weiland?<br />
P. Lozenkoot, Jan Woertel en<br />
Jannie Woertel 18<br />
Copy voor het volgende nummer uiterlijk op 22 augustus <strong>1994</strong> inleveren.<br />
Het overnemen <strong>van</strong> artikelen of gedeelten daar<strong>van</strong> uit dit tijdschrift mag alleen na<br />
daartoe verkregen toestemming <strong>van</strong> de redactie.
Van de redactie<br />
In het tweede nummer <strong>van</strong> de elfde jaargang bieden wij onze lezers een twaalftal<br />
bijdragen aan <strong>van</strong> verschillende aard.<br />
De opvallende groei in de laatste tijd <strong>van</strong> het ledental der vereniging, en de belangstelling<br />
voor ons blad, hebben het noodzakelijk gemaakt de oplage met ingang<br />
<strong>van</strong> dit nummer te verhogen tot 1.000 exemplaren. Ook het aantal<br />
pagina's wordt uitgebreid. Per aflevering komen er voortaan acht bladzijden bij.<br />
Toch moeten nog steeds bijdragen blijven liggen tot een volgend nummer.<br />
Daartoe behoort o.a. een nieuwe rubriek over molens en molenaars uit<br />
Hardenberg, met veel wetenswaardigs en met fraaie illustraties uit verleden en<br />
heden.<br />
Een woord <strong>van</strong> dank past aan de werkelijk zeer velen, die ons met hun inlichtin-gen,<br />
foto's en ander materiaal behulpzaam zijn. Anderen helpen ons bij het herkennen<br />
<strong>van</strong> personen op oude foto's. Enkelen <strong>van</strong> hen zijn tussen de tachtig en de negentig<br />
jaar! Onze oproep is: 'Doe ook mee!'<br />
Mocht u iets interessants weten uit een ver of nabij verleden <strong>van</strong> de gemeente<br />
Hardenberg, laat ons dat dan weten. Een gesprek is ook mogelijk als u tegen het<br />
zelf iets schrijven opziet.<br />
Uw eindredacteur was voor dit tweede nummer o.a. in Olst bij Jan Leusink en in<br />
Schalkhaar bij mevrouw Borneman-Hombrink.<br />
Voor het komende molenproject haalde hij gegevens uit Vlissingen bij Joke<br />
Timmerman en uit Utrecht bij de familie Frijling-Waaymans. Behalve met Truida<br />
Waaymans en haar man sprak hij ook met dhr. Waaymans uit Ameide, toen hij<br />
om andere redenen in bovengenoemde plaatsen moest zijn. Op die manier wordt<br />
ons blad echt een tijdschrift <strong>van</strong> de leden onzer vereniging. Tenslotte delen wij u<br />
verheugd mede dat onze vaste medewerker en oud-inwo-ner <strong>van</strong> Bergentheim,<br />
dhr. Jan H. Compagnie uit Gouda, op vrijdag 27 mei jl. aan de Rijksuniversiteit te<br />
Leiden is afgestudeerd aan de faculteit der Letteren, vak-groep Geschiedenis.<br />
Proficiat Jan!<br />
De weg naar school<br />
Aan de Burgemeester Schuitestraat<br />
werden in 1934 naast het<br />
woonblok <strong>van</strong> de gemeente twee<br />
nieuwe huizen gebouwd. Wij<br />
woonden in het tweede huis. Van<br />
hieruit ging ik een jaar later naar<br />
school. Onze straat was nog tamelijk<br />
nieuw en werd daarom ook wel<br />
de 'Ni-je Weg' genoemd. Naast<br />
ons lag een braakliggend stuk<br />
grond en aan de overkant lagen de<br />
weilanden <strong>van</strong> Gait <strong>van</strong> Bakkie en<br />
Jan Dijkhuis<br />
145
Baarslag. Ik ging het huis uit rechtsaf over de kromme klinkers <strong>van</strong> de<br />
Schutestroate en dan weer rechtsaf de Groene Weg in. Eerst kwam het huis <strong>van</strong><br />
Tinus <strong>van</strong> Bokkenrieke, die niet alleen doe'm en knien'n had, maar ook een gieteling.<br />
Daarnaast woonde Gait Zweers, een schoolkameraad, die ook duivenliefhebber<br />
was. Dan ging het langs Fluttie, die had een zwartbonte kat en verkocht<br />
witkalk. Alle huizen in de Groene Weg stonden aan de rechter kant. Links was<br />
een hoge spinnekeurnties heg en daarachter waren weilanden, onder andere de<br />
weide <strong>van</strong> Aboe, de organist <strong>van</strong> de kerk. Verderop stond het huis met het ronde<br />
dak en het huis met het pyramidedak. Hier woonden mensen die ik niet kende.<br />
Dan kwam weer bouwland met rogge en aardappels. Het volgende huis stond<br />
een eind <strong>van</strong> de weg af. Er liep een lang pad naartoe. De eigenaar had de mestbult<br />
direkt aan de weg. Dan kwam ik langs de geheimzinnige tuinen met de hoge<br />
heggen, waar je bijna niet doorheen kon kijken. Aan de linkerkant waren nog<br />
steeds weilanden. Om daarop te komen, moest je onder het prikkeldraad door,<br />
waar je vaak met je rug aan vast bleef zitten. Die weilanden werden naar het mi<strong>dd</strong>en<br />
steeds lager en natter, en voordat je bij de sloot, de strontsloot - waar je soms<br />
een stok rechtop in kon zetten - was, had je al natte voeten. Hier zaten vaak ooievaars.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> 'n Grun'n Weg' woonde postbode Prenger en (later)<br />
Wolter ten Brinke, de straatveger en voorlezer in de kerk. Daar tegenover was<br />
het 'holtstek' <strong>van</strong> Freek <strong>van</strong> Kuuphenduk.<br />
Het gedeelte <strong>van</strong> de Groene Weg, dat er nu nog is, heeft niet alleen straatstenen<br />
gekregen, maar ook een nieuwe naam. Het is namelijk naar een oude Hollandse<br />
zeerover genoemd.<br />
Linksaf ging het dan door de Sallandse straat. Hier stonden vier huizen. In een<br />
daar<strong>van</strong> zat altijd iemand achter het raam op een hoorn te oefenen. Ik ge-loof dat<br />
hij Ke<strong>dd</strong>e heette. Dan kwam Bruins, die steken, kandij en simtouw voor vliegers<br />
verkocht en zondags plaats had voor al de paarden <strong>van</strong> de boeren, die met de<br />
koets naar de kerk kwamen. Over de kruising met de Putterij was de sla-gerij<br />
<strong>van</strong> Vlogman. Toen ik daar eens voor de etalage stond, kwam uit de Sallandse<br />
straat een 'paard en wagen' in galop recht op mij af. Het paard haalde de bocht<br />
niet.<br />
Gelukkig zag ik dat aankomen en ging opzij. Het paard vloog door de etalageruit.<br />
Een eindje verder aan de Lage Doelen ging ik het schoolplein op, waar meester<br />
Krepel om negen uur de klok lui<strong>dd</strong>e. Wij moesten ons per klas opstellen en gingen<br />
dan in de rij naar binnen. Voor de klaslokalen waren de kapstokken. Daar<br />
moesten ook de klompen neergezet worden. Elke dag was er een leerling aan de<br />
beurt om de klompen netjes op een rij te zetten. Zijn handen stonken dan naar<br />
zweetvoeten. In het lokaal droegen we grof gevlochten sloffen. Ik zat naast<br />
Ampie. Hij werd de eerste dag door zijn zuster gebracht. Ik was erg onder de indruk<br />
<strong>van</strong> die grote zuster <strong>van</strong> negen of tien jaar. Ze heette Trijntje. In onze klas<br />
was ook een jongen, die niet kon lopen. Hij heette Enkie Pulle. Zijn grootvader,<br />
de Petrolie Pulle, bracht hem in een karretje. De Pulle bracht bij ons thuis de turf<br />
met een hondekar. Enkie schreef een drie met drie boogjes. Dat vond ik<br />
tamelijk logisch, maar het was fout.<br />
Op een goeie dag waren mijn klompen weg. Ik werd toen door juffrouw Pelties (in<br />
het nederlands Peltjes, maar dat zei men niet) achter op de fiets naar huis gebracht.<br />
146
Wanneer om twaalf uur de school uitging, aten de hoerenkinderen in een schaftlokaal<br />
hun meegebrachte boterhammen. Ze werden daarom ook wel de broodeters<br />
genoemd. De meesten kwamen uit Brucht, lopend natuurlijk, met een zwarte<br />
broodbuul om de hals. De anderen gingen tot half twee naar huis. Ik ging meestal<br />
door 'n Es en probeerde dan te liften achterop een boerenkar, bij Papwolter op<br />
de melkwagen of desnoods bij Vandraar achterop de bakfiets. 'n Es heette officieel<br />
de Bruchter Weg (waarom eigenlijk?) en begon bij 't holtstek. Hier stond<br />
even voor de boerderij <strong>van</strong> Leusink een enorme wilg, die half over de straat hing.<br />
Leusink had een 'echte' boerderij, want voor de boerderij stonden rechtgeknipte<br />
linden. Daartegenover, aan de rechterkant <strong>van</strong> de weg, stond in de tuin <strong>van</strong><br />
'Zweers <strong>van</strong> 't holtstek' een geweldig grote kastanjeboom, waar<strong>van</strong> verteld werd<br />
dat de kozakken er vroeger onder gezeten ha<strong>dd</strong>en. Dan volgde een wegje (tegenwoordig<br />
de Koppellaan), dat zaterdags door ome Jan <strong>van</strong> Koetsiers Bas geharkt<br />
werd. Hij woonde namelijk aan dat wegje samen met tante Mina, zijn ouders<br />
en blinde Hendrik. Ze ha<strong>dd</strong>en een sik en een pispaaltje achter het huis. Dan<br />
kwam onder andere het huis <strong>van</strong> Dieke, de Smokke, de Daampe en niet te vergeten<br />
Vosjan, de veldwachter. Als wij ondeugend waren, dreigde men ons het<br />
Vosjan te vertellen. Aan de linkerkant <strong>van</strong> de weg was een heg, die altijd door<br />
Bats <strong>van</strong> Leusink geknipt werd. Daarachter waren de weilanden. Rechts stonden<br />
enkele huizen, die in plaats <strong>van</strong> slaapkamers bedsteden ha<strong>dd</strong>en. Je zou ze<br />
slaapkasten kunnen noemen. Hier woonde ook luien Freek. Hij had een rothondje,<br />
dat altijd aan de straat zat of achter de fiets <strong>van</strong> zijn baas aanliep. Freek fietste<br />
langzaam. Dan volgde Hombrink, de bakker met de oude Ford. Iets verderop was<br />
de schoenmakerij <strong>van</strong> Jo Voet, de Duitser. Dan ging het langs Kaarten Manne en<br />
het huis <strong>van</strong> Frits <strong>van</strong> Bol. Frits verhuurde dat huis en woonde zelf achter in de<br />
tuin in een klein huisje met een plat dak. Hij had de konijnen onder het bed en het<br />
geld in weckglazen onder de grond. Na een stuk bouwland kwamen de laatste<br />
huizen in 'n Es. Eerst het huis waar Keldermine woonde en Breukelman, die een<br />
zoon had (Jan Mop), die altijd luid fluitend door 'n Es fietste. Hij had ook een herdershond,<br />
die Roland heette. Die zat altijd aan de straat, maar hij 'deed niks'.<br />
Tegenover Klokken Mans woonde Petrolie Pitsie. Daar ging het dan linksaf de<br />
Schuitestraat in. Aan de rechterkant kwam eerst een wegje, waar de 'beren <strong>van</strong><br />
Haandrikman' altijd met de koe in en uit gingen. Ze ha<strong>dd</strong>en een eind verderop<br />
een weiland, dat ze 'onze arnweide' noemden. Dan kwam het laagste stuk <strong>van</strong> de<br />
straat, dat 's winters wel eens onder water stond. Hier was de duiker, de strontsloot,<br />
die onder de straat door liep, waar wij vaak speelden en soms stinkend<br />
naar huis kwamen en dan op onze sodemieter kregen. Aan beide kanten <strong>van</strong> de<br />
weg waren bomen, afwisselend een beuk en een Amerikaanse eik. Toen die<br />
boompjes nog klein waren, klom een jongen in zo'n eik, die meteen afknapte.<br />
Even later kwam Frits <strong>van</strong> Bol, die altijd brandhout zocht, er aan en sleepte de eik<br />
achter zich aan naar huis. Wanneer de overige bomen zo hoog waren geworden<br />
dat ze de elektrische draden raakten, kwam Versteeg, de elektricien <strong>van</strong> de gemeente,<br />
en zaagde de koppen eruit. Gelukkig maar aan één kant <strong>van</strong> de weg. De<br />
andere bomen zijn groot geworden. Men kon de Schuitestraat bijna een<br />
romantische laan noemen.<br />
147
Woordenlijst:<br />
Gait <strong>van</strong> Bakkie<br />
Tinus <strong>van</strong> Bokkenrieke<br />
gieteling<br />
Fluttie<br />
spinnekeurntie<br />
Aboe<br />
Freek <strong>van</strong> Kuuphenduk<br />
Enkie Pulle<br />
Papwolter<br />
Vandraar<br />
Jan <strong>van</strong> Koetsier<br />
Dieke<br />
de Smokke<br />
de Daampe<br />
luien Freek<br />
Kaarten Manne<br />
Frits <strong>van</strong> Bol<br />
Klokken Mans<br />
Pitsie<br />
Gerrit Kremer<br />
Tinus Breukelman<br />
merel<br />
Nijzink<br />
meidoorn<br />
Jan Zweers<br />
Freek Zweers<br />
Henkie Pullen<br />
Wolter ten Brinke<br />
Van der Haar<br />
Jan Nijzink<br />
vrouw Breukelman<br />
Kremer<br />
Tieman<br />
Freek Centen<br />
Breukelman<br />
Frits Valkman<br />
Mans Kremer<br />
Mensink<br />
Jan Dijkhuis met fiets in zijn<br />
schooljaren; daarnaast zusje<br />
Lien met pop; neef Eg Dijkhuis<br />
met krullebol en neef Casper in<br />
de kinderwagen.<br />
Een handvol foto's bij 'De Weg naar School'. C. Lina<br />
Jan Dijkhuis zond ons uit Pulheim (bij Keulen), een bijdrage die ons terug voert<br />
naar het Hardenberg <strong>van</strong> zijn jeugdjaren, nu al meer dan 55 jaar geleden. We<br />
vonden dat zo'n interessant verhaal, dat we niet konden nalaten hierbij een handvol<br />
foto's uit die tijd bijeen te zoeken.<br />
De spontane medewerking <strong>van</strong> vele, ook zeer oude Hardenbergers, bij het verzamelen<br />
<strong>van</strong> die foto's, de namen en herinneringen die daarbij boven kwamen,<br />
bewijzen wel hoezeer men hiervoor belangstelling heeft. Ik zou dus aan Jan<br />
Dijkhuis willen vragen het niet bij die ene wandeling door zijn geboorteplaats te<br />
laten, maar nog eens wat te schrijven over het verleden <strong>van</strong> Hardenberg, opdat in<br />
woord en beeld iets vastgelegd wordt <strong>van</strong> wat anders voor altijd verloren zou<br />
gaan. Hieronder het resultaat <strong>van</strong> onze zoekactie:<br />
Foto 1. Gaande <strong>van</strong> de Schuitestraat langs de Groeneweg keek je links uit over<br />
de weilanden naar de Bruchterweg. Geheel rechts zien we op de foto de<br />
Höftekerk. Links er<strong>van</strong> steekt een fabrieksschoorsteen in de lucht. Die was <strong>van</strong><br />
de stoomzagerij <strong>van</strong> Zweers, <strong>van</strong> Kuuphendrik. Achter die zagerij werden eertijds<br />
de boomstammen in het water gelegd om de ongewenste stoffen eruit te laten<br />
trekken. Het land was daar erg laag.<br />
We zien verder de boerderij <strong>van</strong> Leusink en op de achtergrond het grote huis <strong>van</strong><br />
de familie Zweers, waarboven een reusachtige kastanjeboom uitsteekt, de boom<br />
waaronder de kozakken geslapen zouden hebben toen Napoleon werd verjaagd.<br />
148
Op de tweede foto zien we hoe de sneeuw Hardenberg omtovert tot een verstilde<br />
wereld. Het huis links werd bewoond door dhr. en mevr. Meier uit Zwolle. Zij waren<br />
de ouders <strong>van</strong> mevrouw Zweers. Later woonde daar de Muloleraar Hagoort.<br />
Dan komt het huis <strong>van</strong> meester Anholts, waarin nu reeds lang de familie Lina<br />
woont. De schoorsteen <strong>van</strong> de voormalige zagerij is op deze foto verdwenen. Het<br />
gebouw dient dan niet alleen als houtopslagplaats, maar ook als eerste kleuterschool,<br />
waarvoor een lokaaltje werd ingericht. Freek Zweers maakte de start<br />
hier<strong>van</strong> mogelijk, door ruimte beschikbaar te stellen. Juffrouw Tiny Keesema was<br />
de leidster, vertelde mij een der eerste leerlingen uit die kleuterklas. Later kwam<br />
een echte school aan de Groeneweg. Rechts <strong>van</strong> de zagerij woonde Makkinga.<br />
Het huis diende toen ook als kantoor <strong>van</strong> het houtstek. Daarna woonden er achtereenvolgens<br />
de familie Po<strong>dd</strong>e en Hulsebosch.<br />
149
Foto 3<br />
Op de derde foto zien we het houtstek <strong>van</strong> Freek Zweers, de zoon <strong>van</strong><br />
Kuuphendrik. Daarachter het muldersbedrijf <strong>van</strong> Bruins. De winkel en het kantoor<br />
<strong>van</strong> Bruins op de hoek <strong>van</strong> de Fortuinstraat zien we links <strong>van</strong> het houtstek.<br />
Om de winkel binnen te gaan moest je een stoep <strong>van</strong> drie treden beklimmen.<br />
Peterolie Pullen (foto vier)<br />
woonde in de Sallandse straat<br />
op de plaats waar nu een groot<br />
parkeerterrein is aangelegd<br />
voor de supermarkt <strong>van</strong> Jan de<br />
Boer. Pullen had een bel op zijn<br />
wagen om de klanten te waar-<br />
petroleum werd geleverd in hoge<br />
tuitkannen <strong>van</strong> stevig metaal<br />
met een inhoud <strong>van</strong> ongeveer<br />
vier liter. Voor de klantenbin-<br />
Foto 4<br />
ding reikte hij het blad 'De Automaat' uit. Daarin stonden<br />
de avonturen <strong>van</strong> Pijpje Drop beschreven. De slotregels <strong>van</strong> elke aflevering weet<br />
de tachtigjarige mevrouw Borneman te Schalkhaar lachend te citeren: 'Hoe het<br />
Pijpje Drop vergaat, staat in de volgende Automaat'.<br />
Met de komst <strong>van</strong> het aardgas, ging het gebruik <strong>van</strong> petroleum hard achteruit.<br />
Dat heeft ook de andere petroleumleverancier Dorman tot zijn verdriet moeten<br />
constateren.<br />
150
Foto 5<br />
Op foto 5 zien we de boerderij <strong>van</strong> Leusink met leilinden ervoor.<br />
Rechts in de wei bevinden zich de koeien. Vader Jan Hendrik werd opgevolgd<br />
door zijn zoon Lubbertus, zeg maar Bats.<br />
Op de volgende foto (foto 5A) staan niet alleen de linden en de heg afgebeeld,<br />
maar ook de boom die over de straat hangt. Jan Dijkhuis schrijft daarover. Let<br />
ook op de bovengrondse lichtleiding <strong>van</strong> het gemeentelijke electriciteitsbedrijf.<br />
Op deze ansicht is de schoorsteenpijp <strong>van</strong> de houtzagerij nog niet gesneuveld.<br />
Op foto 6 staat moeder Jantien de Jonge voor de winkel <strong>van</strong> Hombrink.<br />
Daarnaast bakker Evert Hombrink en zijn zusters Tine en Sina.<br />
De winkel was op de plaats waar nu de drukkerij en kopieerinrichting <strong>van</strong><br />
Foto 5 A<br />
151
Dunsbergen is. Dat Hombrink ook kruidenierswaren verkocht is te zien op de reclameborden<br />
aan de muur op de volgende foto (Foto.7) Rechts <strong>van</strong> Hombrink<br />
woonde de familie Centen. Brood- en banketbakker H. Zweers nam later de zaak<br />
over. Zijn winkel vinden we links naast Breukelmans bloemenzaak.<br />
152<br />
foto 7<br />
foto 6<br />
Van Hombrink met zijn Ford<br />
hebben we slechts een zeer vage<br />
foto waarop we hem zien op<br />
de Lage Doelen. Hardenberg<br />
werd toen geteisterd door hoog<br />
water. Hombrink brengt brood<br />
bij Otten-Puk en Dommerholt.<br />
Op de achtergrond zien we de<br />
oude school.
Frits <strong>van</strong> Bol werd geboren op 8 september 1871.<br />
Hij bezat de gave op hoge leeftijd boeiend te kunnen<br />
vertellen, zodat heel veel jongens geregeld<br />
bij hem te gast waren. Je zou hem in zijn jonge<br />
jaren de Jaap Eden <strong>van</strong> Hardenberg kunnen<br />
noemen. Frits vertelde dat hij de eerste<br />
Hardenberger was die een fiets bezat, zo'n ouderwets<br />
geval met een groot en een klein wiel.<br />
Deze fiets kwam later in het museum te<br />
Enschede terecht.<br />
Maar Frits kon bovendien enorm hard schaatsen.<br />
Als het 's winters stevig vroor, stonden de verdiensten<br />
voor onze bouwvakker op een laag pitje.<br />
Geen nood! Dan ging hij meedoen aan allerlei<br />
hardrijderijen op de schaats en kwam hij thuis met<br />
de hoofdprijzen: spek, worst of geld. Hij en zijn broer Jans werden gevreesd door<br />
de schaatsconcurrenten. Frits woonde met zijn moeder aan de Bruchterweg.<br />
Men bracht haar de witte mutsen, die toen nog veel gedragen werden, om die te<br />
wassen en te strijken. Voor dat laatste had ze een apart kacheltje, waarop ze<br />
haar oude ijzeren strijkijzertjes warmde.<br />
Na haar dood verhuurde Frits het huis aan schoenmaker Jo Voet en ging zelf in<br />
een primitief schuurtje wonen achter in de tuin. Daar leefde hij als een kluizenaar<br />
met zijn katten in zijn rommelig verblijf, maar ondanks alle ontberingen bereikte<br />
hij een zeer hoge leeftijd, 's Nachts, als het koud was, legde hij een gloeiende<br />
steen in zijn bed. Hij waste zijn kleren in een emmer regenwater, zodat ze niet zo<br />
schoon werden als de wasmi<strong>dd</strong>elenreclame op de beeldbuis ons heden ten dage<br />
wil wijs maken.<br />
Niet alleen de jongens kwamen door het smalle deurtje het primitieve verblijf <strong>van</strong><br />
Frits binnen, ook de dokter kwam een kijkje nemen bij de hoogbejaarde man en<br />
constateerde dat zijn gezondheid achteruit ging, doordat hij te weinig afwisseling<br />
in zijn dagelijks eten bracht. De moeder <strong>van</strong> J.H. Evers, die een nicht <strong>van</strong> Frits<br />
Valkman was, kwam daarna twee maal in de week<br />
voor hem koken en <strong>van</strong> Hombrink bracht men hem 's<br />
:<br />
zaterdags soep. Zo maakte Frits kennis met nieuwe<br />
gerechten als bij voorbeeld yoghurt. Wat het ook was,<br />
geen nood! Frits roerde alles door elkaar in één pot -<br />
om het daarna smakelijk op te eten.<br />
}n de vorige eeuw - we moeten niet vergeten dat Frits<br />
in het jaar 1900 al 29 jaar oud was - waren er maar<br />
weinig Hardenbergers die zich de weelde <strong>van</strong> een<br />
echte landelijke krant konden veroorloven. Toch wil-<br />
den Frits en zijn vrienden weten wat er bijvoorbeeld in<br />
de strijd tussen de Boeren en de Engelsen in<br />
Transvaal gebeurde en wat er verder in de wereld<br />
aan<br />
de hand was. Ze brachten met hele en halve centen<br />
het geld bij elkaar om een dagblad te kopen. Frits<br />
klom dan op de hoge stoep voor de winkel <strong>van</strong> Bruins<br />
153
Jan, Lien<br />
en Piet<br />
Dijkhuis.<br />
op de hoek <strong>van</strong> de Fortuinstraat, vouwde de krant wijd open en las met luide stem<br />
het laatste nieuws voor. We moeten ons wel bedenken dat er in die tijd nog geen<br />
radio of televisie was.<br />
Frits Valkman ging in de maand maart 1959 naar een verpleeghuis te<br />
Schoonebeek waar hij na enkele maanden overleed.<br />
154
Ook in de Schuitestraat kon men in de winter wel natte voeten halen als de Vecht<br />
buiten de oevers trad. Zoals in 1946. Dat bewijst de foto uit februari 1946. De landen<br />
<strong>van</strong> Gait <strong>van</strong> Bakkie en <strong>van</strong> Baarslag bleven niet droog. Hier zijn de bomen<br />
nog aanwezig.<br />
In het archief der gemeente Hardenberg vonden we een foto uit 1938, waarop de<br />
bomen met hun bladertooi fraai afgebeeld staan. De feestelijke boog werd opgericht<br />
ter ere <strong>van</strong> het veertigjarig regeringsjubileum <strong>van</strong> koningin Wilhelmina.<br />
Bouwers <strong>van</strong> de poort waren ondermeer G.J. Dijkhuis, Hendrik Nijzink en Meier.<br />
Er waren zelfs elektrische lampjes in aangebracht en dat heeft Meier geweten,<br />
want hij kwam op een gegeven ogenblik onder stroom te staan en kon de draad<br />
pas weer loslaten nadat men snel de stroom uitschakelde. Omdat bij de bouw<br />
een borrel geschonken werd, mocht Nijzink <strong>van</strong> zijn vrouw niet boven op de la<strong>dd</strong>er<br />
klimmen. Hij mocht er eens afvallen.<br />
Onder de ereboog zien we in het mi<strong>dd</strong>en Manna Clement. Achter haar staan<br />
twee mannen met een pet op, rechts Meier, links Peter Dijkhuis. Verder naar links<br />
met pet op Egbert-Jan Dijkhuis.<br />
Voor hem staat Jennie Zweers, links <strong>van</strong> haar Dinie Nijzink. Rechts <strong>van</strong> Manna<br />
Clement staat Anna Dijkhuis, daarnaast Nolda Dijkhuis met haar zoon op de<br />
arm en Lientje voor haar. Dan volgt Marie Nijzink. Aan de ande-re kant <strong>van</strong> de<br />
boom staat Martha Meier. De namen <strong>van</strong> de overige personen heb ik helaas niet<br />
kunnen achterhalen. Als u ze kent wilt u ze ons dan melden?<br />
Kerkgang ten plattelande Dinah Hesselink-Zweers<br />
In 1654 aanschouwde Lubbertus Voltelen, zoon <strong>van</strong> pastor Hermannus Voltelen<br />
en Elizabeth Bruining in Gramsbergen het levenslicht. Op 18 jarige leeftijd werd<br />
hij te Gramsbergen door zijn vader bevestigd als lidmaat, hij was toen theologiestudent<br />
te Steinfurt. Deze Lubbertus werd in 1680 beroepen als predikant te<br />
Heemse. Het eerste jaar woonde hij als vrijgezel in de pastorie te Heemse, maar<br />
in oktober 1681 trouwde hij met Clasina Voltelen, zij was de dochter <strong>van</strong> Arnoldus<br />
Voltelen, pastor te Zwolle.<br />
Het waren geen gemakkelijke tijden voor de predikant. De sabbat werd ontheiligd<br />
door drinkgelagen en markten en het traktement liet te wensen over. Door de<br />
Ri<strong>dd</strong>erschap en Steden werden de bid- en dankdagen vaak op andere tijden<br />
gesteld. Voor Lubbertus' geboorte werden deze dagen op de eerste don-derdag<br />
<strong>van</strong> mei en september vastgesteld (1653), in 1658 op de eerste donder-dag in<br />
april en oktober, in 1662 werd de bededag voor de vruchten des velds<br />
vastgesteld op de laatste donderdag in maart en bij zijn aanstelling in 1680 weer<br />
op de eerste donderdag in maart en november.<br />
In 1688 werden er 2 extra bedestonden ingesteld wegens de zeer gevaarlijke tijden<br />
en in 1691 nog een bededag tot succes <strong>van</strong> de wapenen. Vooral de handel<br />
die op zondag te Hardenberg werd gedreven was een ramp voor de diaconie<br />
<strong>van</strong> de Kerk te Heemse. Het bleek dat heel velen op de dag des Heren daar<br />
gingen kopen en verkopen en dan in Hardenberg naar de Kerk gin-gen en daar<br />
de armenpot spekten. Om dit te voorkomen gaf Isaac <strong>van</strong><br />
155
Witterwijck, Heer <strong>van</strong> Heemse (de grootvader <strong>van</strong> de latere Heer <strong>van</strong> Heemse <strong>van</strong><br />
Raesfelt gehuwd met Clara Feijoena) de opdracht om de Heemser Kerkdienst iets<br />
later te beginnen dan die in Hardenberg, met zijn eigen woorden: 'Dominee, wij<br />
moeten hier een quartier uur later beginnen, omdat se anders in den Hardenberg<br />
blijven hangen tot schade <strong>van</strong> onse Diaconie'. En zo geschie<strong>dd</strong>e.<br />
Dominee Voltelen werd in 17<strong>11</strong> opgevolgd door Antonius Stolte, deze was <strong>van</strong>af<br />
17<strong>08</strong> adjunct predikant te Heemse geweest. Tijdens zijn ambtsperiode deed op<br />
woensdag 1 september 1717 een vreselijke wind en geweldige orkaan niet alleen<br />
heel Holland maar ook de aangrenzende provincies schu<strong>dd</strong>en en beven en om<br />
9 uur 's avonds waaide in deze zuidwester storm de hele spits <strong>van</strong> de toren te<br />
Heemse.<br />
Tot voorkoming <strong>van</strong> meerdere schade moest de torenspits worden gemaakt. De<br />
kosten werden beraamd op ruim 600 gulden, maar door de slechte tijden kon de<br />
gewone man maar weinig missen.<br />
Wel kreeg men vrijwillige bijdragen, <strong>van</strong> de Vrouw <strong>van</strong> Heemse 100 gld., Freule<br />
<strong>van</strong> Uitterwijck 150 gld., Heer <strong>van</strong> Sytzama 100 gld., Heer <strong>van</strong> Dubbelink 50 gld.,<br />
Heer Bmr. Merwede <strong>25</strong> gld., Juffr. A. Greven en dhr. H. Holt tesamen 50 gld.<br />
Omdat men tekort kwam diende de Kerkmeester een verzoek in bij de<br />
Ri<strong>dd</strong>erschap en Steden, de Staten <strong>van</strong> Overijssel om bij te dragen in de Kosten.<br />
De Staten ha<strong>dd</strong>en onder de Kerk <strong>van</strong> Heemse veel meijers op de erven wonen<br />
die onder het rentambt Sibculo en Albergen vielen. In het Kloosterarchief <strong>van</strong><br />
Sibculo komen we de volgende erven tegen: Diffelen: Hilbertinck en Wedelinck<br />
sinds 1414, Vrijlinck sinds 1449. Heemse: Velschet sinds 1418. Reijninck sinds<br />
1422. Rheeze: Rotgherinck sinds 1432.<br />
Ook Antoni Stolte kreeg te maken met veranderingen in bid- en dankdagen. Zo<br />
werd in 1728 die voor de vruchten des lands op de eerste woensdag in maart<br />
vastgesteld en de jaarlijkse dankdag voor de verlossing uit de macht <strong>van</strong><br />
Frankrijk werd afgeschaft.<br />
Om de Kerk te bezoeken moest men <strong>van</strong>uit Rheeze, Collendoorn en<br />
Heemserveen een half uur en <strong>van</strong>uit Diffelen een uur lopen.<br />
De Hardenbergse gemeente die veel uitgestrekter was kreeg op 15 juli 1731 Jan<br />
Jelle Ter Poorten als predikant, deze werd door Stolte bevestigd.<br />
Stolte was al bijna <strong>25</strong> jaar predikant te Heemse toen hij trouwde: zie genealogie:<br />
I. Antonius Stolte, geboren circa 1685, pastor te Heemse 17<strong>11</strong>-1757, overleden<br />
na 1761 te Heemse. Ondertrouw 16-<strong>08</strong>-1732 te Heemse met Christina <strong>van</strong><br />
Niel.<br />
Uit dit huwelijk:<br />
1. Willem, geboren 1733 te Heemse, predikant te Heemse 1757-1795,<br />
overleden na 1801 te Heemse.<br />
2. Johanna Christina, geboren 1735 te Heemse.<br />
3. Jan Hendrik, geboren 1737 te Heemse, student, overleden na 1761.<br />
4. Anna Catharina Christina aangenomen tot lidmaat te Heemse op St.<br />
Michiel 1758. Geboren 1738 te Heemse, overleden na 1803.<br />
Ondertrouw circa 1777 met Jacobus <strong>van</strong> Riemsdijk, geboren circa<br />
1740, komt uit Lage/Secretaris der stad Hardenberg, overleden 1796-<br />
1799 te Hardenberg.<br />
156
5. Clara, geboren 1743 te Heemse, overleden na 18<strong>11</strong> te Hardenberg.<br />
Ondertrouw <strong>11</strong> -03-1768 te Heemse met Jacobus <strong>van</strong> Riemsdijk, geboren circa<br />
1726. Lidmaat Gramsbergen 1746, met attestatie vertrokken. Verw.<br />
Scholtus <strong>van</strong> Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, overleden voor 1785 te<br />
Hardenberg, zoon <strong>van</strong> Jacobus <strong>van</strong> Riemsdijk en Johanna Reiners.<br />
In navolging <strong>van</strong> dominee Voltelen handhaafde ds. A. Stolte de aan<strong>van</strong>gstijd <strong>van</strong><br />
de morgendienst tot in het jaar 1746. In dat jaar kreeg Heemse een uurwerk aan<br />
de toren. Bij deze gelegenheid werd goedgevonden dat de morgendienst begon<br />
om 10 uur, gelijk met die <strong>van</strong> Hardenberg en de mi<strong>dd</strong>agdienst om half drie (In<br />
Hardenberg om 2 uur). Op avondmaalszondagen begon men een uur eerder om<br />
de mensen in staat te stellen de mi<strong>dd</strong>agdienst bij te wonen die 's zomers om 3 uur<br />
begon. Ds. A. Stolte legde er zich op toe om de ochten<strong>dd</strong>ienst 'om de streek <strong>van</strong>'<br />
12 uur te beëindigen.<br />
In 1757 werd zijn zoon Willem Stolte adjunct predikant te Heemse. De oude dominee<br />
preekte alleen nog wanneer zijn zoon in naburige gemeenten moest voorgaan.<br />
Zo ook op vrijdag 3 oktober 1760 toen de voorbereidingsdienst voor het<br />
avondmaal werd gehouden. De klokken ha<strong>dd</strong>en geluid en de Koster en voorzanger<br />
Albert Warmelink zong samen met de gemeente Psalm 15. De oude<br />
dominee was nog niet verschenen (meestal kwam hij na ongeveer 8 mi-nuten uit<br />
huis) en de Koster zei dat Psalm 143 gezongen moest worden. Hierop<br />
reageerde Baron <strong>van</strong> Raesfelt, die ouderling <strong>van</strong> dienst was en het allemaal te<br />
lang duurde met de woorden: 'Koster laten we Psalm <strong>11</strong>9 nemen want die is niet<br />
zo snel uitgezongen'.<br />
De Koster begon toch met Psalm 143 en na de verzen 8 + 9 gezongen te hebben<br />
kwam de oude predikant op de preekstoel.<br />
De andere zoon <strong>van</strong> Antoni Stolte, de student Jan Hendrik, was ook in de Kerk en<br />
na de zegen kwam hij op de baron af en belette hem om uit de stoel te komen, zodat<br />
de baron niet op kon staan om fatsoenlijke lieden naar gewoonte te begroeten.<br />
De student was woest en schreeuwde; 'Ik vind het zeer impertinent dat gij mijn<br />
oude vader hier voor de gemeente affronteert'. De baron wilde toch opstaan en<br />
toen is er in de kerk erg gevochten. Getuigen verklaren dat er een vette haar uit<br />
het hoofd <strong>van</strong> de Heer <strong>van</strong> Heemse werd getrokken. Ze hebben elkaar teruggeschoven,<br />
uitgescholden voor schoelje, gau-dief, ligtmis en door een <strong>van</strong> beiden<br />
werd gevraagd om een mes.<br />
De student zou met lachende tronie gezegd hebben dat als je ri<strong>dd</strong>ermatige Heren<br />
iets wilde leren je hen met vuisten slaan moest, als het wat deugen zou of niet.<br />
De herbergier Jan Norink en de molenaar Roelof Dunnink hebben vechtenden uit<br />
elkaar gehaald.<br />
wordt vervolgd.<br />
157
Plat Ni-js J. Luisman-de Jonge<br />
Wördt ze nog gebruukt, de olde dialect-woorden en gezegden uut gröpmoe's<br />
tied?<br />
Het antwoord kan luden: 'Mangs wel, maar ait niet', dat stiet veur: 'Soms wel,<br />
maar niet altied' De ingewijden heure wi-j in koor al roepen: 'Mans wel, maar Gait<br />
niet' wat dan uut 'elegd kan worden as een stukkie zölfspot met oons eigen vertrouwde<br />
dialect. In disse rubriek wille wi-j oe weer enkele olde woorden en<br />
gezegden veurleggen:<br />
joegte<br />
krieten, kreet, 'ekretten<br />
kuieren<br />
keldermotte<br />
kneep of kneppe<br />
kleien<br />
krokken, krukken<br />
of krökken<br />
luzemelle<br />
lokke of lökke<br />
luu<br />
likmienvessie<br />
mangs<br />
miegempe<br />
De volgende uitdrukkingen hebt betrek<br />
king op oonze Saksische gastvri-jheid:<br />
'Ankriegen en niet op neugen wachten'<br />
'Ie mut oe goed zat etten'<br />
'Loat oe niet neugen'<br />
'A-j niet zat et ne-j oezölf tekort edoane'<br />
Noa een feest woar heel overdoadig<br />
tracteert worden, heurden ie de gasten<br />
zeggen: 'Ie kregen doar '<strong>van</strong> boven<br />
dale'!<br />
Maar owee as het umgekeerde het<br />
geval was en de luu flusterden: ....<br />
'A-j maar niks wollen hebben ko-j<br />
zat kriegen!'<br />
Werkgroep Dialect.<br />
158<br />
slechte koffie<br />
huilen, huilde, gehuild<br />
op je dooie gemak wandelen<br />
pissebed<br />
taille<br />
zwoegen<br />
een aardappel 'mishandelen'<br />
te dik schillen<br />
melganzevoet (onkruid)<br />
opgeschoten meisje<br />
mensen<br />
waardeloos, zonder inhoud<br />
soms<br />
mier
Arbeidsomstandigheden in het veen<br />
<strong>van</strong> Stad- en Ambt-Hardenberg (III) Jan H. Kompagnie<br />
(enquête naar de arbeidsomstandigheden in de veenderijen <strong>van</strong> Noordoost-<br />
Overijssel rond 1890)<br />
Administrateur Van der Sanden: wie werken wil kan werken<br />
Turfgraver Brunink werkt bij de firma Van Roijen wier belangrijkste verveningen<br />
in het Bergentheimerveld liggen. De leden <strong>van</strong> de familie Van Roijen wonen elders,<br />
onder meer in de Overijsselse hoofdstad Zwolle. Ze hebben een administrateur<br />
aangesteld die ook rentmeester wordt genoemd en die belast is met het<br />
dagelijkse beheer <strong>van</strong> de veenderij. Zijn naam is Johannes Gerardus Antonius<br />
<strong>van</strong> der Sanden die nu 68 jaar oud is en de baas is <strong>van</strong> Brunink. Daarnaast is er<br />
nog een onderbaas, Roelof Scholten, die samen met de zoon <strong>van</strong> Van der<br />
Sanden het verrichte werk opmeet.<br />
Ook Van der Sanden verschijnt te Hoogeveen voor de commissie. Hij vertelt dat<br />
de familie Van Roijen vooral veel hoogveen bezit, waaruit de lange turf wordt gegraven.<br />
De graaftijd duurt in het voorjaar zo'n twaalf a dertien weken. Van het<br />
voorgenomen werk wordt een voorlopige begroting en een plan <strong>van</strong> opzet gemaakt<br />
volgens welke de campagne uitgevoerd dient te worden. Dan wordt het<br />
werkvolk aangenomen. Als men ruim volk kan krijgen moet de vervener dat ook<br />
nemen, anders loopt hij het risico dat hij bij slechter weer de turf aan het eind <strong>van</strong><br />
het seizoen niet meer droog krijgt. Een nadeel <strong>van</strong> een teveel aan werkkrachten<br />
treft vooral de veenarbeiders. Van der Sanden: 'Nu kan ik volk genoeg krijgen,<br />
maar het gevolg daar<strong>van</strong> is dat zij soms wel eens een dag of tien vroeger gedaan<br />
hebben dan de gewone graverstijd duurt, en dan zijn zij niet in hun schik, maar<br />
dan help ik ze zoveel mogelijk, want in alle vakken heeft men achterblijvers'. Die<br />
achterblijvers, die dan bijgestaan worden door degenen die ruim een week te<br />
vroeg klaar zijn, hebben goed hun verstand, verzekert Van der Sanden, maar zij<br />
kunnen niet tegen de anderen opwerken.<br />
Ook dit jaar nog vroeg een vervener om hem aan twintig man te helpen. 'Om de<br />
arbeiders dat voordeel te gunnen, laten wij hen dan heengaan'. Meestal wordt er<br />
door twee man gegraven. Als er mensen bij zijn die niet onon-derbroken kunnen<br />
doorwerken, omdat ze tot een ladersploeg behoren of een boerderijtje hebben,<br />
dan is het voor hen nadelig als men zegt: jullie moeten bei-den graven, want<br />
doorgaans graaft de één en kruit de ander. Neemt men de één weg, zo betoogt<br />
de administrateur, dan ligt de ander vast. Om die schade te voorkomen hebben<br />
we aan de mensen dubbel gereedschap gege-ven en nu kan ieder zijn deel<br />
nemen. 'Dergelijke maatregelen worden door de ar-beiders, hoe onbeschaafd<br />
overigens ook, altijd zeer op prijs gesteld'. De heren Van Roijen komen elke<br />
maand in de veenderij kijken, maar laten zich niet met hèt beheer in.<br />
Van der Sanden heeft zo'n honderdveertig a honderdvijftig arbeiders in dienst die<br />
hij nagenoeg het gehele jaar door aan het werk houdt, ook 's winters als het water<br />
toegevroren is. Maar in de afgelopen winter, die zeer koud was, heeft hij geen<br />
werk gehad voor de arbeiders. Anders is het toch wel zo dat, wie werken wil ook<br />
werken kan. Als wij een stuk veen hebben afgewerkt, zegt hij, en er moet een ka-<br />
159
naal worden gegraven, dan beginnen we daaraan als het vriezend weer wordt<br />
want dan kan in het veen niet worden gewerkt.<br />
Nu, in augustus, wordt de turf drooggemaakt en het veen drooggelegd door alle<br />
mogelijke afwateringsmi<strong>dd</strong>elen. Is het veen waarop later de turf wordt gezet niet<br />
droog dan trekt het vocht in de turf en droogt deze nooit. Het eerste wat men dus<br />
moet doen is aandacht schenken aan de afwatering, en dat alle jaren weer <strong>van</strong><br />
voren af aan. Immers, als turf niet droogt is het gehele kapitaal weg. Het afkruien<br />
komt dan nog later in het jaar, als de turf tenminste droog is en op hopen is gebracht<br />
en voorzover ze nog niet verkocht is.<br />
Wat 't water aangaat hebben we een zonderlinge veenderij, zo deelt Van der<br />
Sanden de commissie mee. Vanaf het Overijsselse kanaal tot de Pruisische<br />
grens rijst de veenderij zo'n 6.60 meter, reden waarom men in de hoofdwijk drie<br />
sluizen heeft moeten aanbrengen. Van Roijen heeft er heel wat geld ingestoken,<br />
want om water te houden moest het bovengedeelte zeer diep door de grond gebracht<br />
worden omdat de grond uit grof zand bestaat dat water doorlaat.<br />
Van der Sanden over de lonen in het Bergentheimerveld<br />
Vervolgens geeft Van der Sanden een exposé over de lonen. Deze worden berekend<br />
op de gewone wijze, namelijk bij de stok en bij het dagwerk. De door hem<br />
gehanteerde meetstok is 24 palm groot (2.40 meter). Hij heeft ook een paar jaar<br />
met de stok <strong>van</strong> <strong>25</strong> palm gemeten, 'maar wij doen het niet meer'. Hij vertelt ook<br />
waarom hij daarmee is gestopt. 'Een mi<strong>dd</strong>elmatig persoon, die niet fameus sterk<br />
is, kan het niet volhouden, omdat niet alleen de stok, maar de turf ook langer<br />
wordt, die overeind gezet moet worden'. Als men een dagwerk maakt <strong>van</strong> <strong>25</strong><br />
palm dan moet men 20 kubieke meter nat veen (kluiten) méér verwerken dan in<br />
een dagwerk <strong>van</strong> 24 palm.<br />
Als er geen (kien)hout in het veen zit en dat veen zich dus goed laat graven dan<br />
meet hij 100 kubieke meter voor een dagwerk. Op de vraag <strong>van</strong> de commissie of<br />
hij niet overweegt toch weer terug te keren tot de <strong>25</strong>-palm-stok antwoordt hij: 'Ik<br />
heb 50 jaar met menschen omgegaan, en dit heeft mij geleerd, dat hoe menschelijker<br />
men de menschen behandelt, hoe menschelijker men behandeld<br />
wordt'.<br />
Wat nu voor een dagwerk betaald wordt hangt af <strong>van</strong> de moeilijkheidsgraad <strong>van</strong><br />
het te vergraven veen. Het loon is dan ook zodoende zeer verschillend en loopt<br />
<strong>van</strong> f 7,20 tot f 13,95, hetgeen, zo merkt een commissielid op, toch bijna 100%<br />
scheelt. Welnu, zegt Van der Sanden, die deze opmerking negeert, het beste<br />
mi<strong>dd</strong>el om de vrede te bewaren tussen de mensen is een strenge onpartijdigheid.<br />
Je moet niet letten op de plaats waar iemand <strong>van</strong>daan komt, noch welke geloofsbelijdenis<br />
hij heeft, want dat moet ieder voor zich zelf weten'. Ten tweede, zo betoogt<br />
hij, moet men streng rechtvaardig wezen en iemand die f 1,- heeft verdiend<br />
niet f 0,991/2 betalen. De veenderij betaalt in het openbaar, opdat ieder overtuigd<br />
zij dat hij krijgt wat hem toekomt. Men moet eens zien, als het volk bij elkaar is om<br />
het loon te ont<strong>van</strong>gen, met welk een gezicht de luiaards, want die hebben wij ook,<br />
het aanzien als anderen veel geld opstrijken; dat is niet te gelooven'. Een vast<br />
arbeider kan volgens Van der Sanden wel een f 800,- a f 900,- per jaar maken.<br />
Dat zijn dan wel huishoudens die volwassen kinderen in huis hebben die ook<br />
meewerken. Op ons veld, dat wel anderhalf uur lang is, wonen ruim tachtig<br />
huishoudens, voegt hij eraan toe, maar daaraan hebben we 's zomers lang niet<br />
160
genoeg arbeidskrachten. Dan krijgt hij ook nog volk uit Hollandscheveld en <strong>van</strong><br />
onder Hoogeveen. Het schijnt hun bij ons wel te bevallen, meent hij, zij komen althans<br />
elk jaar weer. 'De vorige getuige (Brunink) is er een <strong>van</strong>; hij is een <strong>van</strong> de<br />
stoutste en degelijkste arbeiders die ik ken; zooals men dat in de veenderij<br />
noemt: een kwaad instrument <strong>van</strong> een man'.<br />
Vervolgens wil de commissie weten of de arbeiders 's zomers rijkelijker leven dan<br />
's winters of leggen ze in de goede tijd <strong>van</strong> 't jaar wat opzij voor mindere periodes.<br />
Van der Sanden zegt dat hij daar niet op kan roemen. Hij geeft een voorbeeld <strong>van</strong><br />
een poging zijnerzijds een arbeider financieel op te voeden. Ene Harm verdiende<br />
samen met z'n beide zoons f 38,- a f 43,- per week (= ruim f 400,- in dertien weken<br />
graaftijd). Van der Sanden adviseerde Harm om in plaats <strong>van</strong> 's winters te komen<br />
bedelen hem, Van der Sanden, elke week gedurende die graaftijd f 3,- te geven,<br />
die Van der Sanden voor hem zou bewaren. 'Dan krijgt gij gedurende<br />
december, januari en februari elke week f 3,-. Dan leeft gij <strong>van</strong> uw eigen geld', zo<br />
sprak hij tegen Harm. Hij heeft er met Harm drie weken lang over gepraat en<br />
bracht hem met goede redenen danig in het nauw. En toen zei Harm: 'Wij moeten<br />
toch in den winter armoede lijden, dus dan wil ik gedurende den zomer ook wat<br />
uithalen'. Harm wilde de raad <strong>van</strong> Van der Sanden dus niet aannemen, daarna<br />
hoefde hij ook nooit meer om een voorschot komen vragen. De afgelopen winter<br />
heeft Van der Sanden aan slechts twee mensen voorschot-ten gegeven ten<br />
bedrage <strong>van</strong> f 3,60 en f 18,-. Nu heeft hij dat geld alweer terug. Het is wel een<br />
gelukkige omstandigheid dat de arbeiders nog een stukje grond <strong>van</strong> Van Roijen<br />
hebben waarop ze levensmi<strong>dd</strong>elen kunnen verbouwen, en waar dit zo is zijn ze<br />
nooit zo arm als in veenderijen waar daartoe geen gelegenheid is.<br />
Rectificatie<br />
Wordt vervolgd.<br />
In het laatste nummer <strong>van</strong> '<strong>Rondom</strong> den Herdenbergh' is tot onze spijt een storende<br />
fout door ons gemaakt in het artikel over 'een erepoort in Radewijk'. Hierin<br />
staat dat Bertus en Dine Kampherbeek allebei zijn overleden, terwijl mevr.<br />
Kampherbeek op dit moment verzorgd wordt in een verzorgingshuis in Almelo.<br />
We vinden deze fout erg vervelend en bieden hierbij aan de familie Kampherbeek<br />
onze excuses aan.<br />
Jan en Janny Woertel.<br />
161
Een wijnkelder in het weiland?<br />
P. Lozekoot, Jan Woertel en Jannie Woertel-v.d. Veen.<br />
Als men op een mooie zomerdag een rustige auto- of fietstocht door onze fraaie<br />
gemeente maakt en daarbij de Gramsbergerweg als uitvalshoek neemt, loont het<br />
de moeite om bij Loozen rechtsaf te slaan en de richting Radewijk te nemen.<br />
Voorbij de molen aan uw rechterhand tussen de huisnummers 21 en 23, ± 400<br />
meter voorbij de molen, treft u in het weiland aan een soort... ja, vult u maar in: is<br />
het een graftempel, een grafheuvel, een verblijf voor onderduikers in de tweede<br />
wereldoorlog of wat dan ook? Neen, de verhoging in het weiland, die bij velen<br />
vragen oproept heeft geen religieuze betekenis en ook zijn er geen keizers of helden<br />
uit ver vervlogen tijden ter aarde besteld.<br />
De hierboven geplaatste foto heeft te maken met de twintiger jaren <strong>van</strong> deze<br />
eeuw, of om precies te zijn met het jaar 1926, toen op deze plaats, dus ook in het<br />
weiland, een 'Oostenrijkse' houten woning is gebouwd (zie foto 2), die moest<br />
dienst doen als jachthuis en tevens woning voor jachtopziener C. Lozekoot en<br />
zijn gezin, nadat ze <strong>van</strong> 1921 tot 1926 gewoond hebben in een toenmaals zeer<br />
bouwvallig huis <strong>van</strong> 'Grobben Gees' aan de Westeindigerdijk nr. 20, te Radewijk,<br />
waar nu fam. A. Ekkelenkamp woont.<br />
Als in het jaar <strong>1994</strong> gesproken wordt over de 'jacht' dan denkt men de laatste<br />
maanden over een politiek onderwerp, omdat er in de maand november 1993 in<br />
de Tweede Kamer over gediscussieerd is of de jacht in Nederland niet helemaal<br />
verboden moet worden?<br />
162
Het jachthuis 'De<br />
Participant' in<br />
Radewijk. Op de foto<br />
links: C. Lozekoot;<br />
vrouw met schort;<br />
mevr. Lozekoot;<br />
man met fiets: schilder<br />
Regeling uit<br />
Gramsbergen; op de<br />
achtergrond het huis<br />
<strong>van</strong> fam. Woertel.<br />
Dit gaat evenwel voorlopig nog niet door. Het is niet te voorspellen hoe de<br />
Tweede Kamer zal oordelen. Staatssecretaris Gabor kreeg niet het groene licht<br />
om de jacht te verbieden, maar hij is wel met een grote hoeveelheid werk naar<br />
huis gestuurd en moest met een nieuw aangepast plan terugkomen in de<br />
Tweede Kamer. Vele jagers wachten dus de toekomst verontrust af, temeer omdat<br />
de pers hen wel eens in een kwaad daglicht zet. Het is <strong>van</strong>zelfsprekend de<br />
bedoeling dat u zich in dit artikel verplaatst in de jaren 1920-1930, een tijd waarin<br />
toch ook al het jagen veel meer was dan het lukraak afschieten <strong>van</strong> wild. Het<br />
jachtgebeuren in Radewijk en omgeving is een stuk 'geschiedenis' <strong>van</strong> de gemeente<br />
Hardenberg en derhalve de moeite waard om opgetekend te worden.<br />
Van <strong>1994</strong> dus terug naar 1921. In 1921<br />
was jachtopziener Lozekoot als zodanig<br />
werkzaam bij jhr. Onnes <strong>van</strong> Nijenrode in<br />
Willemsoord, gemeente Steenwijkerwold,<br />
die in die tijd het gebied <strong>van</strong> de<br />
'Heerlijkheid de Eeze' als jachtterrein in<br />
bezit had. Het huis <strong>van</strong> de jachtopziener<br />
lag aan de rand <strong>van</strong> de 'Heerlijkheid de<br />
Eeze' (ook nu nog een zeer fraai gebied<br />
en een bezoek meer dan waard).<br />
Aangezien voornoemde Onnes geen zin<br />
meer had in jagen, nam hij contact op<br />
met notaris Kamp te Heerenveen, die een<br />
jachtterrein op het oog had onder<br />
Coevorden met een uitloop naar Duits-<br />
Jachtopziener C. Lozekoot.<br />
land en dus goed een jachtopziener kon gebruiken. Zo<br />
is dan de fam. Lozekoot in Radewijk terecht gekomen. Deze jacht-opziener is<br />
<strong>van</strong>af het begin betrokken geweest bij het verkrijgen <strong>van</strong> de jach-trechten in de<br />
gemeenten Hardenberg en Gramsbergen, ten Oosten <strong>van</strong> de<br />
163
spoorlijn Hardenberg-Gramsbergen (tot aan 'de Haandrik' ten noorden <strong>van</strong><br />
Gramsbergen en tot aan Bergentheim-Venebrugge ten zuiden <strong>van</strong> Hardenberg)<br />
en in Duitsland grote gebieden in de richting Uelsen-Wilsum-Emlichheim.<br />
Jachtcombinatie. Hiervoor is reeds vermeld de naam <strong>van</strong> notaris HJ. Kamp uit<br />
Heerenveen als initiatiefnemer <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de jacht in de gemeente<br />
Hardenberg en omgeving. Gezien de grootte <strong>van</strong> de te huren jachtgebieden had<br />
dhr. Kamp een aantal jagers om zich heen verzameld die wilden participeren in<br />
de aan te gane huurovereenkomsten en andere regelingen, welke toenmaals nodig<br />
waren om een groot jachtterrein te ontwikkelen. De jachtcombinatie werd<br />
gevormd door:<br />
Antoon Kamp, advocaat-procureur in Den Haag (destijds bekend als cultureel<br />
medewerker <strong>van</strong> de radio en als voordracht-kunstenaar). Piet <strong>van</strong> der Hem,<br />
bekend kunstschilder (o.a. koninklijke familie geschilderd, ook jachttaferelen e.a.)<br />
Hielke de Boer, oliefabrikant te Joure. Emil Victor <strong>van</strong> Leyden, bankier te Den<br />
Haag. Toon Dupuis, bekend beeldhouwer in Den Haag. H.J. Kamp, notaris te<br />
Heerenveen.<br />
Dat het jachthuis in Radewijk 'De Participant' heette, laat zich dus gemakkelijk<br />
verklaren.<br />
Uit het leven <strong>van</strong> een joodse jongen in oorlogstijd (XI)<br />
Izak Kan<br />
Natuurlijk zijn M. en ik in druk gesprek. 'Ik was bij een boer hier in de buurt', vertelt<br />
hij. 'Ons hele huisgezin is ondergedoken, m'n vader, moeder en broer zitten<br />
bij elkaar en m'n zusters zitten weer ergens anders. Wij moesten hals over kop<br />
weg, want we kregen een oproep voor het kamp en daardoor hebben we niets<br />
meer kunnen meenemen. We waren hier in Wierden.<br />
Onze koffers staan gepakt thuis en nu zal ik morgenavond proberen om ze eruit<br />
te krijgen. Dat is de eerste keer dat ik als inbreker optreed en nog wel in mijn eigen<br />
huis. Alle deuren hebben ze dicht gespijkerd en ik zal wel een ruit moeten<br />
inslaan. Het is een rare boel dat ik in mijn eigen huis moet inbreken, wat?<br />
Gisteravond was het ook al zo mooi. Ik kwam <strong>van</strong> die boerderij hierheen lopen en<br />
onderweg kwamen we bekenden achterop. Ze mochten mij natuurlijk niet zien.<br />
Ze kwamen zo dicht bij mij, dat ik ze hoorde praten in het halfduister <strong>van</strong> de<br />
avond en ik aan het lopen! Doodmoe kwam ik hier aan'. Nadat ik ook nog mijn<br />
belevenissen verteld heb, zeilen we tegen een uur of twee in slaap. Om zes uur<br />
word ik stijf wakker en om acht uur zitten we aan het ontbijt. L. komt bij ons<br />
zitten.<br />
Hij komt met de persoonsbewijzen aandragen en ik krijg er verschillende te zien.<br />
De eersten zijn mij onbekend, maar dan volgen er tot mijn grote verbazing drie<br />
bekenden. Het zijn de oom, de tante en de neef <strong>van</strong> Sally, waar<strong>van</strong> hij destijds<br />
stellig geloofde dat ze in Engeland zaten. 'Ze zitten hier dicht in de buurt', zegt<br />
L. Hij belooft M. dat hij zal helpen als hij de<br />
164
koffers gaat halen. Dan moeten we naar boven gaan en spoedig daarna zitten we<br />
op een slaapkamertje.<br />
Het raam is open en we kijken uit op een pleintje. Het is erg mooi weer en het is<br />
een straf om binnen te zitten. We praten over allerlei mogelijke en onmogelijke<br />
onderwerpen. Ik vraag M. waarom zijn hele familie ondergedoken is. 'Och', zegt<br />
hij, 'dat leek ons het beste, we vielen allemaal in de termen'. 'Gelukkig zijn mijn<br />
ouders vrij', zeg ik, 'ze zijn fijn thuis'.<br />
L. komt ook eens praten. 'Morgen gaan we er voor jou opuit', zegt hij. 'Jij kunt<br />
overdag wel mee gaan, niemand ziet aan jou dat je een Jood bent. Ik heb het al<br />
met mensen over je gehad, maar ze willen je eerst eens zien'. Ik moet dus mee<br />
op zicht.<br />
Met praten, lezen en eten verstrijkt de dag. Als het donker is kunnen we ook naar<br />
de W.C. Deze is buitenshuis en dat is erg lastig. Om goed half tien gaan L. en M.<br />
op het eerlijke 'dievenpad'. Een aanstaande zwager <strong>van</strong> M. gaat ook mee. Deze<br />
is niet Joods. L vraagt me of hij mijn han<strong>dd</strong>ynamo mee mag hebben, die ik natuurlijk<br />
graag meegeef voor de goede zaak. Als ze weg zijn praat ik wat met mevrouw<br />
L De tijd verstrijkt langzaam. Ik vraag me af wat mijn ouders nu thuis zullen<br />
doen. Wat is alles toch onwezenlijk en vreemd.<br />
Om kwart over elf komt L. als eerste terug, zeulend met een paar koffers. Even<br />
later komen de beide anderen. M. torst een zak vol kleren op de rug. Hij is nat <strong>van</strong><br />
zweet. We zien dat hij een gapende wond aan zijn hand heeft. Hij vraagt direct<br />
om verband en is over zijn zenuwen heen. Telkens vertrekt zijn gezicht. Als de<br />
wond verbonden is vertelt hij hortend en stotend wat er gebeurd is. Hij heeft een<br />
ruitje ingeslagen en toen hij door het raam naar binnen klom verwon<strong>dd</strong>e hij zich<br />
aan de glasscherven, die in de sponning waren blijven steken. Hij had veel<br />
moeite gehad om de kleren te vinden, temeer omdat hij weinig licht mocht<br />
maken. Gelukkig werd hij bij zijn werkzaamheden niet gestoord en alles is verder<br />
vlot verlopen. Als hij mij de han<strong>dd</strong>ynamo teruggeeft, zit deze onder het bloed.<br />
Terwijl M. de zak uitpakt praten we nog wat en daarna verdwijnt hij al spoedig,<br />
want hij moet naar z'n boer terug.<br />
Als hij bij het afscheid mijn naam noemt, zegt zijn zwager: 'Hé, ik dacht dat u alleen<br />
<strong>van</strong> de organisatie was'. 'Nee', geef ik hem lachend ten antwoord.<br />
'Ik had dit echt niet gezien', is zijn wederwoord. Die nacht slaap ik op de di<strong>van</strong>,<br />
hetgeen een aanmerkelijke verbetering is. Als ik de volgende morgen met L in de<br />
voorkamer zit zeg ik hem dat je in deze kamer erg opgesloten bent en dat je bij<br />
eventueel onraad weinig kans hebt om te ontkomen. 'Inderdaad, dat zal moeilijk<br />
gaan', constateert L.<br />
'Ik geloof dat het het beste zou zijn om dan maar die grote bloempot door het<br />
raam te gooien en er dan doorheen te springen', denk ik hardop. 'Je laat me de<br />
ruiten heel hoor!' Lacht L Dan gaan we om tien uur op pad. We fietsen de weg<br />
op naar Almelo en slaan na een poosje een zandweg in, die al spoedig weer<br />
over gaat in een klinkerweg. Even later rijden we bij een mooie grote boerderij het<br />
erf op. L stapt direct naar binnen en ik blijf in de deuropening staan. Buiten zijn<br />
twee mannen en een jongen bezig rogge op een grote mijt te stapelen.<br />
Afwisselend kijk ik naar hen en naar binnen in de keuken, waar twee vrouwen<br />
<strong>van</strong> een jaar of dertig bezig zijn. L zie ik niet meer en ik ben een beetje<br />
165
met m'n houding verlegen. Hij had me wel eens even mogen voorstellen. Nu is<br />
het bij een 'goede morgen' gebleven. Na een kwartier komt L. met een oude en<br />
een jongere man op me af.<br />
'Dat is 'm' zegt hij. 'Het is een flinke kerel en hij wil wel werken'. Onderzoekend kijken<br />
de beide andere mannen mij aan.<br />
Ik heb het gevoel een paard te zijn dat gemonsterd wordt. Tijdens een kort gesprek<br />
vragen ze mij enkele dingen en dan verdwijnen ze weer met L Even later<br />
komen ze terug en zeggen dat ik kan blijven. Ik zal gedurende de aardappelcampagne<br />
bij hen werken tegen kost en inwoning. Ondertussen zal L. dan naar een<br />
nieuw adres voor mij uitkijken. Als L. weggaat zegt hij nog dat ik zijn fiets mag blijven<br />
gebruiken en dat mijn kleren in de loop <strong>van</strong> de avond door zijn zoon gebracht<br />
zullen worden. Deze komt iedere avond melk halen op de boerderij. Als hij<br />
vertrokken is maak ik kennis met mijn nieuwe huisgenoten. De oude man blijkt<br />
de vader te zijn. De ander, Gait-Jan, is de oudste zoon. Verder zijn er nog twee<br />
zoons, Dolf en Jan. Dan is er nog de dochter, Mientje, die het huishouden doet.<br />
'Ik ben Johan', stel ik me voor. Ja, dat hebben ze al <strong>van</strong> L. gehoord en nu zijn er<br />
twee met die naam op de boerderij, want het knechtje dat ze hebben heet ook<br />
Johan. Hij wordt Johan één en ik ont<strong>van</strong>g de naam Johan-twee. Mijn nieuwe<br />
huisgenoten spreken met elkaar af dat ze Johan één voorlopig niet zullen vertellen<br />
wie en wat ik ben. Tegen de buren zullen ze zeggen dat ik een kennis <strong>van</strong> L.<br />
ben en hier tijdens de aardappelcampagne zal blijven. Ik vertel hen dan nog wat<br />
over m'n ontvluchting en over thuis. Vervolgens ga ik buiten wat rond kijken. Ik<br />
kom op een groot erf en zie een bakhuis (bakhoes zeggen ze hier) en wat kleine<br />
houten gebouwtjes. Alles ziet er proper en goed verzorgd uit. Juist als ik naar de<br />
boomgaard wil gaan, zie ik iemand aankomen. Aan zijn kleding kun je direct zien<br />
dat hij volkomen vreemd is in deze streek. Hij is helemaal in het bruin gestoken<br />
en draagt een jagershoed. Met schrik bedenk ik dat N.S.B.ers en fascisten graag<br />
in dergelijke semi-militaire kleding rond lopen.<br />
(wordt vervolgd)<br />
166
Er was eens... een L.T.M, in Hardenberg J.J. Simpelaar<br />
Dit opschrift doet denken aan een sprookje, maar dit is geenszins het geval. De<br />
L.T.M. in Hardenberg is geschiedenis!<br />
Honderden inwoners <strong>van</strong> Hardenberg en verre omgeving zal de afkorting L.T.M,<br />
bekend in de oren klinken, maar ook velen zullen een groot vraagteken zetten.<br />
Dus eerst maar eens uitleggen wat de L.T.M, betekende.... Het was in 1919<br />
dat een in Leeuwarden gevestigde stoffenhandel, de Leeuwarder Textiel<br />
Maatschappij (L.T.M.), werd overgeplaatst naar Almelo. Daar werd in een<br />
gebouw aan de Grotestraat met het confectioneren <strong>van</strong>, wat men toen noemde,<br />
werkmanskleding en jongenspakjes, begonnen. Dit was de grondslag voor de<br />
L.T.M, die uitgroeide tot één der grootste herenkle-ding-ateliers in Nederland voor<br />
het vervaardigen <strong>van</strong> heren- en jongenskostuums en winterjassen met 4<br />
vestigingen, nl. in Almelo (1919), Hardenberg (1929), Apeldoorn (1957) en<br />
Nieuw-Amsterdam/Veenoord (1962). Tien jaar na de oprichting, dus in 1929, werd<br />
er een atelier in Hardenberg gesticht en wel in een oud schoolgebouw aan de<br />
toenmalige Achterstraat, thans Wilhelminaplein.<br />
De LT.M. was hiermede de eerste industrie die Hardenberg binnen haar muren<br />
kreeg. De start was heel bescheiden; met een personeelsbezetting <strong>van</strong> 10 a 15<br />
meisjes werd begonnen met het vervaardigen <strong>van</strong> manchester broeken. In 1930<br />
volgde de bouw <strong>van</strong> een confectiefabriek aan de Burgem. Schuitestraat,<br />
strategisch gelegen schuin tegenover het station <strong>van</strong> de N.S. Tot aan het einde<br />
der 2e Wereldoorlog was de L.T.M, te Hardenberg gespeciali-seerd in het<br />
confectioneren <strong>van</strong> pantalons en ratiné jekkers, met een wisselende<br />
personeelsbezetting <strong>van</strong> zo'n 100 personen.<br />
Aangezien er na de oorlog een grote behoefte aan kleding bestond, werd al het<br />
mogelijke gedaan om in Almelo en Hardenberg de produktie op te voeren.<br />
Diverse uitbreidingen vonden plaats.<br />
167
Foto Eltem-personeel in de jaren dertig, (plm. 1934)<br />
Bovenste rij <strong>van</strong> links naar rechts:<br />
Hr. Strotman, Alb. Janmaat, Mina Kelder, Mw.<br />
Lankamp, Mien Rompelman, Mina Pijfers, (hoog<br />
staand) Anna Veneman, Fm. Dorman, (bij regenpijp)<br />
Lummi Withaar, Dien Huiskes, Riek <strong>van</strong> Delden,<br />
Corry Jurgens, Jantje Kelder, Jo ten Have, Fr.<br />
Joosten, Jennigje Heijink, Jo Boers, Dinie ten Have,<br />
Tr. Snijders.<br />
Mi<strong>dd</strong>elste rij: Coba Ringenier, ?, Geesje Meijerink,<br />
Anna Lanjouw, Jansje Kruithof, Coba Zweers, ?, ?,<br />
?, ?, ?t Napel, AH <strong>van</strong> Faassen, ?, ?, laatste R. Rika<br />
<strong>van</strong> Huul.<br />
Voorste rij: Klaas Muis, ?, Hendrik Veneman, Willem<br />
Snijders, ?, Sina Hombrink, Gees Tieman.<br />
Eind jaren vijftig en begin jaren 1960 was de personeelsbezetting in Hardenberg<br />
plm. 360 personen. De produkten die we maakten waren: Heren- en jongens kolberts,<br />
sportkolberts, blazers, kostuumpantalons, heren- en jongens winterjassen.<br />
Aangezien meer dan 100 personeelsleden uit de richting Nieuw-Amsterdam<br />
kwamen, werd besloten om in Veenoord een dependance <strong>van</strong> Hardenberg te<br />
bouwen.<br />
In 1963 werd de fabriek in Nieuw-Amsterdam officieel geopend en al spoedig<br />
werkten daar een 150 man personeel.<br />
Ook in Apeldoorn was inmi<strong>dd</strong>els een LT.M.-atelier gebouwd, zodat we in de jaren<br />
eind zestig/begin zeventig met totaal 1500 personeelsleden<br />
een 7 a 8 duizend kostuums per week vervaardigden.<br />
Waar bleven al deze produkten?<br />
Voor een groot deel werd onze kleding verkocht aan<br />
Nederlandse kledingzaken en zo'n 20 a <strong>25</strong>% werd geëxporteerd<br />
naar de landen België, W. Duitsland, Zwitserland,<br />
Frankrijk, Luxemburg en Engeland.<br />
Het internationale handelsmerk voor de L.T.M.-kleding ziet u<br />
hiernaast afgebeeld: L.T.M. 'Le Tailleur Magnifique' New<br />
Eurostyle.<br />
168
Een bescheiden stoffenhandel groeide dus uit tot een groot herenkleding bedrijf<br />
en hoewel de afdeling stoffenverkoop reeds spoedig werd opgeheven en men<br />
<strong>van</strong> Leeuwarden naar Almelo verhuisde, bleef de naam: N.V. Leeuwarder Textiel<br />
Maatschappij gehandhaafd.<br />
'Helaas' hebben we menigmaal gezegd, want deze naam<br />
was nogal een aanleiding tot misverstand, ook al gebruikten<br />
we de laatste jaren de afkorting L.T.M, en kende<br />
men ons in die plaatsen waar een atelier gevestigd was<br />
het beste als de 'EItem' en had de naam Eltinette voor<br />
onze vrouwelijke medewerksters reeds een populair burgerrecht<br />
verkregen in Almelo, Hardenberg, Apeldoorn en<br />
Nieuw-Amsterdam met verre omgeving. De L.T.M, heeft<br />
er steeds naar gestreefd om een goed produkt, naar<br />
kwaliteit, afwerking en pasvorm, te leveren tegen een<br />
redelijke prijs. Door de jaren heen is het beleid <strong>van</strong> de<br />
onderneming hierop gericht geweest en de resul-taten<br />
waren <strong>van</strong> dien aard, dat we mogen aannemen steeds<br />
op de goede weg te zijn geweest.<br />
De L.T.M, had in de konfectiewereld een zeer goede naam. Een goede naam<br />
verwerven is niet eenvoudig, maar... om deze te behouden is nog moeilijker en<br />
vraagt steeds inspanning, maar ook de werkelijke overtuiging, dat het de moeite<br />
waard is zich hiervoor in te spannen.<br />
Immers, de modernste machines, geplaatst in goed ingerichte gebouwen, zijn<br />
niet bij machte een goed produkt af te leveren, als ze niet bediend worden door<br />
vakbekwame en geïnteresseerde medewerkers(sters).<br />
Gelukkig konden we ook wat dat betreft een optimistisch geluid laten horen, want<br />
ons machinepark was zeer modern en vakbekwaam personeel hebben we<br />
steeds in voldoende mate kunnen opleiden en aantrekken. In alle L.T.M.-ateliers<br />
bestond het personeel uit ongeveer twee-derde vrouwelijke medewerksters.<br />
De opleiding <strong>van</strong> de naaisters gebeurde <strong>van</strong>af 1946 in een afzonderlijk lokaal, de<br />
zogenaamde Naaischool, terwijl <strong>van</strong>af 1955 in alle ateliers een V.O.C. = Vak<br />
Opleiding Confectie werd gegeven.<br />
Deze vak-opleiding tot confectie-naaister duurde 1 jaar, waarna men het diploma<br />
V.O.C, kon behalen na afgelegd examen. Tijdens deze opleiding ging men ook 1<br />
a 2 dagen per week naar de plaatselijke Huishoudschool. Voorts werd er door<br />
veel jongeren uit het bedrijf deelgenomen aan het zogenaamde Zonnebloemwerk,<br />
uitgaande <strong>van</strong> het Nationaal Centrum Vorming Bedrijfsjeugd. Ook<br />
op sociaal en maatschappelijk gebied heeft de L.T.M, trachten te doen wat <strong>van</strong><br />
haar verwacht mocht worden.<br />
Zo kenden we reeds sedert 1957 een winstdelingsregeling voor het gehele personeel,<br />
waarbij opgemerkt kan worden dat eik jaar het maximum toegestane percentage<br />
<strong>van</strong> 5% <strong>van</strong> het bruto verdiende jaarloon kon worden uitbetaald (tot 1970).<br />
De eerste tien jaar is dit een bedrag <strong>van</strong> plm. f. 1.000.000,- geweest. In dit<br />
verband herinneren we ons ook nog het bedrijfsspaarfonds, met extra toeslagen<br />
en de mogelijkheid voor het jeugdig personeel om in dit verband deel te nemen<br />
aan het Rijks-spaarsysteem de Zilvervloot.<br />
169
Over spaarzaamheid gesproken: er werd flink gespaard in Hardenberg, per jaar<br />
plm. f. 30.000,-. De Rabobank heeft ons daarbij goede diensten verleend! Ook<br />
kende elk L.T.M.-atelier een medische dienst; op meerdere dagen per week<br />
werd spreekuur gehouden door een arts aan het bedrijf. Vóór aanname werd iedere<br />
sollicitant medisch gekeurd.<br />
Voor het vrouwelijk personeel was er gelegenheid om in de avond-uren knip- en<br />
naaicursussen te volgen. De aldus verkregen dagelijkse vaardigheid kon hierdoor<br />
worden aangewend voor het vervaardigen <strong>van</strong> een eigen garderobe. Van<br />
deze mogelijkheid werd dan ook veel gebruik gemaakt in de winteravonden.<br />
Vanaf 1945 kenden we het kontakt-orgaan dat de toepasselijke naam droeg <strong>van</strong><br />
'Eltemschaar'. Het verscheen elke maand. Elk <strong>van</strong> de 4-ateliers had hiervoor een<br />
Redaktieraad, samengesteld uit het personeel.<br />
Het was een prachtige gelegenheid om het personeel met het bedrijfsnieuws uit<br />
de 4-Eltem-ateliers op de hoogte te houden en de onderlinge band te versterken.<br />
Ook denken we met genoegen terug aan de vele filmavonden, welke 1x per<br />
maand werden gehouden in onze EItem cantine. Vooral in de eerste na-oorlogse<br />
jaren was dit een welkome ontspanning.<br />
Zo nu en dan hielden wij in de wintermaanden modeshows <strong>van</strong> eigen gemaakte<br />
kleding door en voor eigen personeel en genodigden. Dan werd tevens de nieuwe<br />
L.T.M.-kollektie getoond.<br />
In 1959 bestond de L.T.M. 40 jaar. Dat werd o.a. gevierd met het gehele personeel<br />
uit de 4 bedrijven plus 'aanhang' in Utrecht, alwaar de Stadsschouwburg<br />
was afgehuurd. Tot de laatste plaats was de schouwburg gevuld met de EItem-<br />
familie. Opgevoerd werd de SISSI-operette. Het was een onvergetelijk gebeuren.<br />
Steeds is gestreefd om een prettige werkgemeenschap te vormen, waarbij het<br />
gehele personeel, zoveel mogelijk deelgenoot kon zijn in het wel en wee <strong>van</strong> de<br />
gehele onderneming.<br />
Reeds direkt na de oorlog - dus ver voor de instelling <strong>van</strong> de ondernemingsraden<br />
- kenden we in onze ateliers de zogenaamde 'fabriekscommissies'; een vorm <strong>van</strong><br />
medeweten en mede spreken <strong>van</strong> ons personeel.<br />
Het is dan ook bijzonder spijtig, om maar niet te spreken <strong>van</strong> dramatisch, dat het<br />
na de jaren <strong>van</strong> 1972 bergafwaarts ging met de L.T.M.<br />
De jeugdlonen werden drastisch verhoogd, de leerplichtige leeftijd steeds verhoogd,<br />
terwijl goedkope importen uit de lage-lonen landen ons land overspoelden.<br />
Vele maatregelen werden er nog getroffen om de L.T.M, te re<strong>dd</strong>en. Tenslotte<br />
mocht het toch niet lukken de L.T.M, rendabel te maken. In 1974 werd het<br />
L.T.M-atelier in Hardenberg gesloten en spoedig daarna was het met de gehele<br />
L.T.M, gedaan.<br />
Het ene confectiebedrijf na het andere werd in Nederland gesloten en ook diverse<br />
textielfabrieken in Twente en elders moesten hun poorten sluiten. Het eens<br />
zo bloeiende bedrijf <strong>van</strong> de L.T.M, is nu geschiedenis!<br />
J.J. Simpelaar, Hardenberg.<br />
Wij laten hierachter een aantal foto's volgen. De namen <strong>van</strong> de afgebeelde personen<br />
hebben we tot nu toe niet alle kunnen achterhalen. Wie kan ons daaraan<br />
helpen? Graag melden aan de redactie. De foto's zijn ons verstrekt door de directeur<br />
<strong>van</strong> de voormalige EItem, dhr. J.J. Simpelaar.<br />
170
In de kantine: Op de voorgrond mej. Ten Broeke, daarachter Ab Bloten, tussen pilaar en<br />
deur daarachter Jan Bulters en Ab de Vries, tafel links voor Riek Baarslag en Mien<br />
Zweers. Verder herkennen we Hillie Bosch en Jannie Horstman.<br />
fn het atelier: Op de voorgrond Henk Nijzink, bezig met schouder- en zijnaden. Ook zien<br />
we Jannie Ringenier, Hennie Blootens achter de tekentafel, achteraan op de voorste rij<br />
Gerda Pullen, achter de pers Henk Kruithof, mi<strong>dd</strong>en op de achtergrond chef Van Alteren<br />
geheel links chef Van Eeken.<br />
171
Ontspanning: wandelgroep enkele namen (<strong>van</strong> I. naar r.):<br />
eerste rij achter elkaar: Albert Breukelman, Rieks Heitbrink, Gerrit Bosch en Roel<br />
Potgieter. Achterste tweede rij Jan Weerts, derde rij: Jan Bulters, Gerrit Veneman, NN.,<br />
Breukelman.<br />
Leider ernaast: Gerrit-Jan, J.H. Breukelman.<br />
Meisjes: eerste rij: 1. Dinie Kremer; 4. Hennie Snijders; 6. Ria Breukelman. Tweede rij:<br />
1. Coby Pater; 2. Dinie Bakker. Derde rij: 2. Dries Willems; 5. Gerrie Breukelman.<br />
172
Enkele wetenswaardigheden over het klooster<br />
'Het Zwarte Water' H.J. Slingenbergh.<br />
In de dertiende eeuw troffen wij hier in deze regio 3 kloosters aan nl. het klooster<br />
'Mariënkamp' gebouwd op het Klooster bij Coevorden.<br />
Dit klooster is tussen 1<strong>25</strong>9 en 1276 verplaatst naar Assen. Dan was er nog het<br />
klooster 'Sibculo', dat in 1393 klaar gekomen is, eveneens het klooster<br />
Frenswegen bij Nordhorn. Dan het klooster waar het hier omgaat, het klooster<br />
'Mariënberg', dit was in 1233 klaar en is toen ingewijd door Bisschop Willebrand<br />
<strong>van</strong> Oldenburg, de opvolger <strong>van</strong> Otto de tweede. Deze Otto de tweede is in de<br />
slag bij Ane in het moeras <strong>van</strong> de Mommeriete vermoord. Dit klooster is in 1244<br />
overgeplaatst naar Hasselt bij het Zwarte Water. Dit klooster, zo blijkt uit een<br />
stichtingsoorkonde was voor het zieleheil <strong>van</strong> Bisschop Otto <strong>van</strong> Lippe en allen,<br />
die het leven hebben gelaten in de slag tegen de Drenthen. De kloosters ha<strong>dd</strong>en<br />
in die tijd veel bezittingen, zo vinden wij op een oude kaart in Ane een boerderij<br />
met de naam 'Het Zwarte Water'. In een ander archief-stuk komen wij een<br />
Zwarte Waters Berend Jan tegen, met tussen haakjes de naam Timmer, wij<br />
mogen hieruit afleiden, dat hij op boerderij 'Het Zwarte Water' heeft gewoond,<br />
maar Timmer heette.<br />
Op een kaart <strong>van</strong> het jaar 1830, vinden wij vooraan in de Aner-Esch een<br />
'Woertman', dan een 'Basgers' en dan volgt 'Hekman' en dan verder in de Aner-<br />
Esch komen wij de naam het 'Zwarte Water' tegen. Tot aan de ruilverkaveling, die<br />
in 1946 is afgesloten bestond de naam 'Zwarte Water' als veldnaam voor een<br />
stuk bouwland nog steeds. Mogelijk heb ik een stukje historie uit het verleden in<br />
beeld kunnen brengen, als dat zo is, dan is de hieraan bestede tijd goed besteed<br />
geweest.<br />
Boerderij "Het Zwarte Water"<br />
173
Het gat der gaten Roei Gritter<br />
Eigen lof stinkt,<br />
Vriendenlof hinkt,<br />
Vreemdenlof blinkt.<br />
Deze regels <strong>van</strong> de dichter Guido Gezelle heeft Hardenberg zich goed ter harte genomen,<br />
met name de eerste regel. Om elke schijn <strong>van</strong> eigen lof tegen te gaan, is men zelfs naar de<br />
andere kant doorgeslagen. In verscheidene publicaties (o.a. in het boek Stap voor stap<br />
langs de Vecht, blz. <strong>11</strong>5) wordt gesuggereerd dat Hardenberg zo onaantrekkelijk was, dat<br />
de dichter J.C. Bloem, wiens vader burgemeester <strong>van</strong> Hardenberg is geweest, het<br />
Vechtstadje betitelde als 'gat der gaten'. Nooit staat er evenwel bij vermeld hoe men aan<br />
die wijsheid komt.<br />
Dagblad Tubantia <strong>van</strong> 22-12-78, de NRC <strong>van</strong> 26-<strong>11</strong> '82 en de Twentsche Courant <strong>van</strong> 12-<br />
09-'92 geven het antwoord: Bloem heeft dit nooit over Hardenberg geschreven. In een<br />
brief aan zijn vriend Jan Greshoff heeft hij wel geschreven over 'der gaten gatst', maar<br />
daarmee bedoelde hij... Almelo!<br />
Dat bovengenoemd misverstand is ontstaan, heeft wellicht te maken met de relatie tussen<br />
Hardenberg en de moeder <strong>van</strong> Jacques Bloem.<br />
Zijn vader, J.W.A. Bloem, was namelijk <strong>van</strong> 1914 tot 1922 burgemeester <strong>van</strong> Stad<br />
Hardenberg. Op dringend verzoek <strong>van</strong> zijn vrouw, die niet levend begraven wilde worden<br />
in Hardenberg, betrok de familie een woning in Almelo, als een soort <strong>van</strong> compromis.<br />
Zoon Jacques reisde eerst bijna dagelijks per trein naar Utrecht, waar hij rechten studeerde.<br />
Op 29 jarige leeftijd beëindigde hij deze studie en hij moest toen definitief uitwijken<br />
naar Almelo omdat hij zonder werk zat en bovendien herstellende was <strong>van</strong> een ernstige<br />
pleuritis. De industriestad kon hem echter niet bekoren. In veel brieven aan vrienden en<br />
kennissen liet hij dat blijken. Zoals hierboven vermeld schreef hij aan Greshoff over 'der<br />
gaten gatst' en aan de schrijver Aart <strong>van</strong> der Leeuw liet hij weten: 'Ik kan het hier niet uithouden,<br />
hoe dolveel ik ook <strong>van</strong> mijn ouders houd. Almeloo brengt mij in een toestand <strong>van</strong><br />
manische depressie.' En in een andere brief schreef hij dat hij Almelo uitsluitend beschouwde<br />
als ballingsoord.<br />
Hardenberg komt er bij de dichter dus niet zo slecht <strong>van</strong> af als altijd wordt beweerd. Toch<br />
was het nou ook weer niet zo dat Bloems gemoed vol schoot <strong>van</strong> ontroering als hij aan<br />
Hardenberg dacht. Want toen zijn vader in 1922 stierf in een kliniek in Utrecht, kon Jacques<br />
Bloem het burgemeestersambt <strong>van</strong> Stad Hardenberg overnemen. Hij weigerde echter.<br />
Ondanks dat hij aan<strong>van</strong>kelijk aan Van der Leeuw schreef dat een burgemeesters- of secretarisfunctie<br />
in het oosten hem wel wat leek (hij<br />
zou dan veel tijd hebben om zich aan zijn literatuurhobby<br />
te wijden), moest hij later niks meer <strong>van</strong> het<br />
platteland hebben.<br />
Natuur, zo dichtte hij, is voor tevredenen of legen,<br />
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen: Domweg,<br />
gelukkig, in de Dapperstraat.<br />
174<br />
De grafsteen <strong>van</strong> de dichter J.C. Bloem. Dat men<br />
deze gevoelsmens niet moet vastpinnen op één <strong>van</strong><br />
zijn gedichten, blijkt wel uit het feit dat hij zijn laatste<br />
levensjaren met zijn vriendin, de dich-teres Clara<br />
Eggink, doorbracht in Kalenberg, een buurtschap bij<br />
Vollenhove, waar hij gestorven is. Hij werd begraven<br />
bij het kerkje <strong>van</strong> Paasloo.
Een Heemsenaar in de oppositie (1846-1848) (II) c. Lina<br />
In de vorige bijdrage lezen wij hoe de dichter George de Thouars, die te Heemse bij slager<br />
Raphaël de Bruin op kamers woonde, zich opwerpt als pleitbezorger <strong>van</strong> armen en verdrukten.<br />
Hij schrijft artikelen in diverse oppositiebladen over de enorme werkeloosheid, de<br />
zware belastingdruk met name op brood en levensmi<strong>dd</strong>elen, waarbij de minister Floris <strong>van</strong><br />
Hall het moet ontgelden en waarschuwt voor een naderende revolutie, wanneer er geen<br />
hervorming <strong>van</strong> het landsbestuur komt, hetgeen hem door het conservatieve bewind niet in<br />
dank wordt afgenomen.<br />
Dat er veel moet veranderen blijkt wel uit een courantenartikel over Hanneke maaiers,<br />
leder jaar trokken vele honderden maaiers uit Duitsland door Hardenberg naar Holland en<br />
Friesland om daar in de zomermaanden voor hun gezinnen de kost te verdienen. In<br />
Hardenberg werden ze wel de spekvreters genoemd, omdat ze altijd brood en spek bij<br />
zich ha<strong>dd</strong>en voor onderweg. Via Hasselt voeren ze per schip naar hun bestemming. Ook<br />
bij Denekamp en Ootmarsum kwamen ze over de grens. Daarover schrijft De Thouars in<br />
de Zierikzeesche Nieuwsbode <strong>van</strong> 4 mei 1847:<br />
Als bijzondere welwillendheid wordt later<br />
hun straf zo veranderd, dat ze ook<br />
mogen volstaan met het betalen <strong>van</strong><br />
een boete voor ieder <strong>van</strong> hen <strong>van</strong> <strong>25</strong><br />
gulden. Zoveel hebben de arme drommels<br />
evenwel niet op zak. Om toch<br />
maar gauw aan het werk te kunnen<br />
gaan, sturen ze een spoedbrief naar<br />
huis, waarop de gezinnen haastig 1<strong>25</strong><br />
gulden bij elkaar krabbelen en het losgeld<br />
naar Almelo brengen. Als door<br />
een belastingmaatregel de broodprijs<br />
in 1847 opnieuw stijgt, is dat de<br />
druppel die de emmer doet overlopen<br />
bij velen die leven moeten tussen<br />
bédelen en bedélen. In Deventer houdt<br />
men een geweldloze protestmars. De<br />
volgende dag, op 1 juli, komt het tot<br />
ongeregeldheden. Dragonders te<br />
paard vegen de straten en pleinen<br />
schoon. In Harlingen bestormt de<br />
menigte een schip en maakt zich meester <strong>van</strong> de levensmi<strong>dd</strong>elen, die naar Engeland<br />
zouden worden uitgevoerd. In Groningen worden bakkers- en grutterswinkels<br />
geplunderd, met vrouwen en kinderen in de voorste rijen. Tien plunderaars worden op<br />
straat doodgeschoten en er<br />
vallen veel gewonden. In Leeuwarden wordt een<br />
schipper doodgeschoten. Velen raken gewond omdat<br />
ook hier met scherpe patronen op de menigte<br />
geschoten wordt.<br />
In andere plaatsen geven burgemeesters opdracht<br />
de broodprijs te verlagen en er zijn gratis brooduitdelingen<br />
om opstand te voorkomen.<br />
Gratis brooduitdeling<br />
175
De Thouars klimt in de pen. Hij spoort aan tot lijdelijk verzet, maar betoogt dat men geen<br />
geweld moet gebruiken, in zijn gedichtje 'Goede Raad'.<br />
Betaal niet meer!<br />
Dat is de leer<br />
Voor wie niet kunnen geven!<br />
Wat kan men u<br />
Hierna en nu<br />
Meer nemen dan het leven?<br />
Betaalt niet meer<br />
Aan: 'ik regeer'!<br />
Hoe listig hij mag flemen!<br />
Hij, die u 't bloed<br />
Bevriezen doet, Door<br />
alles weg te nemen!<br />
Maar geen geweld<br />
In 't werk gesteld,<br />
Geen spoorloos onderwinden!<br />
Bij elk verzet<br />
Moet steeds de wet<br />
U binden, trouw bevinden!<br />
Geen bloedbad, foei,<br />
Geen krijgsgeloei!<br />
Geen doodslaan! Dat vooral niet!<br />
Geen oproer, volk,<br />
Die onweerswolk Wreekt<br />
u, en treft <strong>van</strong> Hall niet!<br />
In het jaar 1848 komt er overal in Europa de revolutie waartegen De Thouars gewaarschuwd<br />
heeft. In Nederland blijft de opstand uit, omdat koning Wilhelm II zich in 24 uur bekeerd<br />
<strong>van</strong> conservatief tot liberaal, op 13 maart 1848. De grondwet zal worden herzien.<br />
De dichter en schrijver uit Heemse blijft een betreurenswaardige figuur. Via de burgemeester<br />
stuurt de koning hem in 1846 een geldbedrag toe, wanneer hij de vorst daarom<br />
vraagt. Op 2 januari 1846 ont<strong>van</strong>gt hij 150 gulden, waar<strong>van</strong> 20 gulden voor kleding en de<br />
rest voor kamerhuur, brandstof en voedsel. Dit moet per week ad. 5 gulden uitbetaald worden.<br />
Op <strong>25</strong> juli <strong>van</strong> dat jaar ont<strong>van</strong>gt hij nogmaals een bedrag, ditmaal 80 gulden, uit te betalen<br />
door de burgemeester, naar gelang der omstandigheden. Later wordt een toelage<br />
<strong>van</strong> tweehonderd gulden per jaar <strong>van</strong> de koning aan zijn moeder beëindigd. We mogen<br />
aannemen dat dit in verband staat met de activiteiten <strong>van</strong> haar zoon in de pers.<br />
176
Van de bestuurstafel<br />
Dit is het eerste nummer <strong>van</strong> <strong>Rondom</strong> den Herdenbergh dat niet gedrukt is bij<br />
Seinen's Grafische Bedrijven te De Krim maar bij Reestmond-Druk te Meppel.<br />
Het bestuur heeft hiertoe moeten besluiten omdat er een zeer groot verschil in<br />
prijs bestond tussen beide bedrijven. De kwaliteit <strong>van</strong> ons orgaan blijft zoals u dat<br />
gewend bent, uitstekend. Het voordeel voor u als lid en lezer is dat er 8 bladzijden<br />
meer leesplezier zijn.<br />
Jaarvergadering<br />
Op de gehouden jaarvergadering is mevrouw Frieke Kampman-Herbert als bestuurslid<br />
afgetreden. Wij hebben haar voor haar jarenlange inzet voor de vereniging<br />
bedankt en het is daar niet alleen bij gelaten. Haar plaats in het bestuur<br />
wordt ingenomen door dhr. B.H. Fe<strong>dd</strong>es eveneens uit Bergentheim. Eveneens is<br />
dhr. H. Hoving tot het bestuur toegetreden. Hij neemt de taak op zich <strong>van</strong> penningmeester.<br />
Dhr. Kuipers heeft tijdens deze vergadering een lezing met dia's<br />
gehouden over Drente en voorgelezen uit eigen werk. Bijzonder.<br />
Gezinsbeurs<br />
Onze vereniging heeft deelgenomen aan de gezinsbeurs te Heemse georganiseerd<br />
door de Oranjevereniging. Het is een groot succes geworden voor alle<br />
deelnemers en de organisatoren.<br />
Onze vereniging heeft er 30 nieuwe leden bijgekregen en is bij zeer veel mensen<br />
onder de aandacht gekomen. De vrijwilligers <strong>van</strong> onze vereniging hebben zeer<br />
goed werk geleverd. Het bestuur is hen hier zeer dankbaar voor en wil bij dezen<br />
allen een grote, in dit zeer speciale geval, oranje pluim op de hoed steken.<br />
VRIJWILLIGERS BEDANKT.<br />
Aktiviteiten<br />
Grensfietstocht<br />
Op zaterdag 3 september <strong>1994</strong> zal een tweetal nieuwe grensfietstochten gepresenteerd<br />
worden onder de titel <strong>van</strong> 'SMOKKELROUTES'. Deze tochten zijn uitgezet<br />
en ontwikkeld door De CRO in samenwerking met de Hist.Kult.Kring<br />
Gramsbergen De Krim en de Historische Vereniging Hardenberg e.o. Dit jaar<br />
komt deze fietstocht in de plaats <strong>van</strong> de traditionele grensstenentocht.<br />
Smokkelen doe je ook aan de grens dus we zullen echt nog wel grensstenen tegenkomen.<br />
Het is nog niet helemaal georganiseerd. Lees voor bijzonderheden<br />
de berichtgeving in de plaatselijke pers of neem contact op met de secretaris.<br />
Loop eens mee...<br />
Onder deze titel presenteren een drietal <strong>van</strong> onze leden op dinsdag 1 november<br />
<strong>1994</strong> in de Schakel te Hardenberg een lezing met dia's over het noordelijke gedeelte<br />
<strong>van</strong> onze gemeente.<br />
Ongetwijfeld weet u nog welk een succes zij hebben gehad met hun vorige presentatie<br />
<strong>van</strong> het zuidelijke deel <strong>van</strong> Hardenberg.<br />
Deze keer nemen zij u mee <strong>van</strong> Schuinesloot tot Diffelen, alles wat daar tussen<br />
|igt krijgt een beurt. Reserveer vast deze avond. U kunt dan later niet zeggen: 'Als<br />
ik dat geweten had, dan..'.