Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso
Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso
Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO benadrukt wederom kansen voor installatiebranche<br />
Onderhoud en beheer bieden grote perspectieven<br />
ISSO is voor velen synoniem voor het leveren van techni-<br />
sche publicaties waar ontwerp en rekenmethodes cen-<br />
traal staan. Onderhoud en beheer zijn eveneens rele-<br />
vante onderwerpen, benadrukken ISSO-directeur Jaap<br />
Hogeling en voorzitter van de Raad van Begeleiding<br />
Egbert Wagenaar. “In onze publicaties komen ze welis-<br />
waar meestal aan bod en soms is de rol groot zoals in<br />
de publicatie ‘Inspectie en onderhoud van noodverlich-<br />
tingsinstallaties’. Niettemin zijn onderhoud en beheer<br />
doorgaans een ondergeschoven kindje bij het ontwer-<br />
pen van installaties en dat is jammer. Zeker omdat het<br />
belang ervan steeds groter wordt.” Een visie.<br />
“Aan de ene kant is ISSO facilitair door te leveren wat<br />
een doelgroep vraagt; anderzijds zien we voor ons als<br />
kennisinstituut een voortrekkersrol weggelegd”, stelt<br />
Jaap Hogeling. “Dat hebben we onlangs laten zien bij<br />
bijvoorbeeld de legionellaproblematiek en bij de invoe-<br />
ring van de EPBD. Op dit moment dringt zich onder-<br />
houd en beheer op de voorgrond. De markt vraagt in<br />
toenemende mate om een veel integralere werkwijze<br />
en dat maakt onze boodschap vooral positief: zie het<br />
als een interessant gebied met groeipotentie, vooral<br />
voor installatiebedrijven.”<br />
De roep naar een betere aanpak van beheer en onder-<br />
houd is allesbehalve nieuw. Al in 1991 wees Egbert<br />
Wagenaar in Verwarming en Ventilatie op dit stiefkindje<br />
binnen de installatietechniek. “Ik haalde cijfers aan uit<br />
1986. Toen al bleek dat herstel, verbouw en onderhoud<br />
- ik plaats ze voor ’t gemak even onder de noemer<br />
‘beheer’ - ongeveer 45% van de totale bouwproductie<br />
innamen. Het ging jaarlijks om een bedrag van circa<br />
20 miljard gulden. Dit was éxclusief de situaties waar<br />
onderhoud op z’n plaats zou zijn om woningen bouw-<br />
technisch op het niveau te brengen van vergelijkbare<br />
nieuwbouwwoningen. In de installatiemarkt besloeg<br />
beheer ongeveer eenzelfde percentage. Ondanks die<br />
enorme omvang concludeerden marktonderzoekers<br />
destijds dat vraag en aanbod elkaar nog niet gevonden<br />
hadden.”<br />
Onder invloed van energiebesparing en hogere com-<br />
forteisen zal het aandeel dat beheer inneemt inmiddels<br />
boven de vijftig procent liggen. Zoals gezegd neemt<br />
de roep naar een integrale aanpak toe. Hogeling: “Het<br />
gaat om het antwoord op de vraag wat de opdrachtge-<br />
ver te wachten staat gedurende de totale levenscyclus<br />
van een installatie. Op componentniveau spelen der-<br />
gelijke vragen dagelijks. Bijvoorbeeld als een cv-ketel<br />
9<br />
een bepaalde leeftijd heeft bereikt, zeg dertien jaar.<br />
Wellicht kan die dan technisch gezien nog wel twaalf<br />
jaar mee maar wat gebeurt er in de tussentijd? Welk<br />
energetische prestaties worden geleverd; welke repa-<br />
raties en vervanging van onderdelen zijn te verwach-<br />
ten; hoeveel kost dat? Misschien wordt de opdracht-<br />
gever een dief van eigen portemonnee als deze de<br />
ketel niet direct vervangt door een modern exemplaar.<br />
Bijkomende vragen zijn of de volgende ketel dezelfde<br />
capaciteit moet bezitten of dat door verbeterde thermi-<br />
sche kwaliteit van het gebouw een warmtepomp, zon-<br />
neboiler of microwarmtekrachtkoppeling een gunstig<br />
alternatief is.”<br />
Totaal kostenplaatje<br />
Een dergelijke integrale benadering wordt veel te weinig<br />
toegepast, oordelen beide heren. Jaap Hogeling: “In<br />
de procesindustrie ligt dat anders maar daar zijn de<br />
belangen ook veel groter. Niettemin constateren we<br />
bij professionele gebouwbeheerders dezelfde vraag<br />
opkomt en uiteindelijk zal de trend zich voortzetten<br />
naar particulieren. Men wil simpelweg steeds meer toe<br />
naar een totaalinzicht in de kosten.”<br />
Het antwoord kan worden gegeven door degene die<br />
gedurende jaren de prestaties van in onderhoud geno-<br />
men installaties heeft bijgehouden en hieruit conclu-<br />
sies kan afleiden. Egbert Wagenaar: “De gegevens die<br />
de leverancier verstrekt, bieden slechts in beperkte<br />
mate informatie. Sterker, die zal zich beperken tot het<br />
vermelden van de garantietermijn terwijl levensduur te<br />
maken heeft met veel meer aspecten als de systeem-<br />
keuze en de ontwerptechnische invulling daarvan, de<br />
selectie van de componenten, de montagetechnische<br />
kwaliteit, het gebruik en de mate van onderhoud.”<br />
Hogeling: “Bij mij thuis kan ik bijvoorbeeld verwachten<br />
dat de ketel eerder kapot gaat omdat de installatie niet<br />
goed in elkaar zit. Vanwege onvoldoende doorstroming<br />
aan de waterzijdige kant, loopt de ketel alleen op deel-<br />
last en valt deze daarom voortdurend in circulatiesto-<br />
ring. De conclusie is dus dat goed onderhoud bij een<br />
slecht ontworpen installatie zal leiden tot een negatief<br />
resultaat als niet eerst de prestatie van de totale instal-<br />
latie wordt verbeterd.”<br />
Systematiek<br />
Het bijhouden van relevante informatie vereist syste-<br />
matiek. Egbert Wagenaar: “Het mooie is dat ISSO<br />
in de vorm van het ‘Model Kwaliteitsbeheersing<br />
Klimaatinstallaties’ over een geschikte systematiek