MDF Manual NL - SpanoGroup

44
7.5. Afwerking met papier- of
kunststoffolie
Decoratief papier en kunststoffolies zijn uiterst
geschikt voor het afwerken van MDF-platen, waarbij
papier of kunststoffolie op de MDF- plaat verlijmd
wordt. Het papier of de kunststoffolie is hierbij al dan
niet voorbehandeld met lijmprimer.
Voor een goed resultaat worden volgende richtlijnen
gehanteerd:
• Het oppervlak van de MDF-plaat moet minimaal
met een korrelgrootte P 100 of fijner geschuurd
zijn en vrij zijn van schuurfouten en/of andere
onregelmatigheden die zich door de folie kunnen
aftekenen
• De MDF-platen moet vlak zijn met een
diktetolerantie van ± 0,2mm (voor diktes groter dan
30 mm geldt ± 0,3mm). Alle Spanolux MDF voldoet
daaraan!
• De kleur van het oppervlak kan invloed hebben
op het uiteindelijke resultaat. Vooral bij zeer dunne,
witte of lichtgekleurde folies kan de kleur van de
MDF doorschijnen.
• Het oppervlak moet overal een zelfde absorptie
hebben. Vooral bij het snel persen (met een zeer
korte perstijd) van de folie, kunnen verschillen in de
absorptie van het oppervlak leiden tot verschillen in
de hechting van de folie.
• Het oppervlak en de kanten van de MDF-plaat
moeten geborsteld worden, onder gelijktijdige
afzuiging van het stof.
7.5.1. Papierverlijming (Kasschieren)
Op MDF-platen is het ook mogelijk om decoratieve
papierfolie te verlijmen. Dikte, structuur en
duurzaamheid van het papier kan worden afgestemd
op de wensen van de eindgebruikers. Vlakke
plaatpersen, normaal in gebruik bij het persen van
houtfineer, zijn geschikt voor het persen van de
zwaardere folies vanaf 80g/m². De opkomst van
middelzware en lichte folies heeft geleid tot een
moderner procédé, waarbij de MDF in een continu
systeem voorzien wordt van een folie. Na het
reinigen van de plaat wordt m.b.v. twee walsen UFlijm
en harder op het MDF-oppervlak aangebracht.
Vervolgens wordt hierop het papier uitgerold,
aangedrukt met verwarmde kalanderwalsen en aan
de plaat verkleefd. Alternatief wordt gewerkt met
een copolymere dispersielijm op basis van EVA of
ethyleenvinylacetaat (bvb. ALFO DR41 van Bostik).
7.5.2. Profielommanteling
Profielommanteling is de techniek waarbij de MDF,
als profieldrager, wordt voorzien van een papierfolie
of kunststoffolie. De MDF profieldrager is meestal
een geprofileerd smal en lang stuk plaat / profiel.
Bij profielommanteling met een dunne papierfolie kan
een hotmelt lijm, op basis van EVA, gebruikt worden
(bvb. ARDAL T8028 van Bostik). Bij eerder dikke
papierfolies of fineer wordt het type ARDAL T8228
van Bostik aangeraden. Voor profielommanteling
met PVC folie wordt een hotmelt polyurethaanlijm
aangeraden.
7.5.3. Kunststoffolie
De afwerking van MDF met kunststoffolies, meestal
een PVC-folie,.kan decoratief zijn en variëren van
unikleuren tot houtdecoren en biedt een hogere
resistentie dan deze met papierfolie.
Het verlijmen van kunststoffolie vindt doorgaans
plaats bij kamertemperatuur in een rollenpers m.b.v.
copolymere dispersies op basis van EVA (bvb..ALFO
DR41 van Bostik). Na het persen worden de platen
enkele uren vlak gestapeld om de lijmuitharding te
verzekeren.
7.6. Transferfolie
Het aanbrengen van transferfolie wordt op zeer
gladde en vlakke ondergrond toegepast zoals
kunststof en metaal, maar kan tevens op MDF
toegepast worden.
Transferfolie bestaat uit een 0,2 mm dikke polyesterfilm
als drager, waarop een decoratieve laag (effen
kleur, houtstructuur, …) als volgt wordt opgebouwd
: Eerst wordt een oplosmiddel aangebracht, waarna
vervolgens een doorschijnende beschermende
lak, de eventuele print, een basiskleur en een
thermoplastische lijm toegevoegd worden. De totale
dikte van de decorfolie bedraagt ongeveer 0,35
mm.
Bij het lamineren van vlakken wordt de transferfolie
met de gelijmde kant op het MDF aangebracht en
geperst met een stalen of een met siliconenrubber
beklede rollenpers bij temperaturen van 104 à 200 °C
en een persdruk van 2 N/mm² (rubber rollen) tot 10
N/mm² (stalen rollen). De polyester draagfolie komt
na het persen weer vrij. Over de laklaag is optioneel
nog een extra coating aan te brengen, vooral bij
toepassing op horizontale vlakken.
Het lamineren van de kanten gebeurt op dezelfde
wijze, met rubber rollen in de vorm van de geprofileerde
rand en bij een temperatuur van 200°C.
De gebruikte MDF moet vlak en glad (ook de al dan niet
geprofileerde kanten !) zijn, en vrij van schuurfouten
om doorschijnen te voorkomen. Het oppervlak wordt
hiervoor best fijngeschuurd met een korrel P120 of
P150, gevolgd door een tweede schuurpassage met
een korrel P150 of P180.. Bij hogere diktetoleranties
(bvb. 0,2mm) worden aandrukken met rubber
beklede rollen aanbevolen.
Het vochtgehalte van MDF moet bij het lamineren 8
± 2% bedragen.
7.7. HPL = Hoge Druk Laminaat /
CPL = Continuous Press Laminate
Hoge druk laminaat (= HPL) wordt vervaardigd
uit verschillende vellen papier, doordrenkt met
thermohardend hars, die onder hoge druk en
variërende temperatuur worden verperst. CPL wordt
in een continue pers geproduceerd, waarbij diktes
tot 0.8 mm kunnen bereikt worden.
Voor de verlijming van HPL/CPL op MDF-platen wordt
een witte PVAc-dispersielijm gebruikt, bvb:
• klasse D2, niet waterbestendig: ALFO DK40, ALFO
DG45 van Bostik
• klasse D3, waterbestendige lijm: ALFO DN41,
ALFO DN45 of ALFO DN46 van Bostik
• klasse D4, waterbestendige lijm: ALFO DN200
van Bostik
Voor de vochtbestendige MDF-platen (Umidax ® ,
Umidax ® Noir en Umidax ® Light) wordt bij voorkeur
een lijm gekozen die minimum van D3 kwaliteit is.
Voor de verlijming op brandvertragende MDF-platen
(Firax, Firax Class 0, Firax Light) wordt een waterige,
niet PVAc dispersielijm geadviseerd (bvb. ALFO CT31
of gemodificeerde UF lijm Tempolite RL1150 van
Bostik).
Figuur 45: HPL-verlijming en persen op Umidax ®
7.8. Membraanpersen
MDF leent zich perfect voor de verwerking met de
membraanperstechniek : de compacte vezelstructuur
zorgt voor een goed resultaat na het frezen van
profileringen in oppervlak en randen, bovendien
ontstaat uitstekende lijmhechting tussen MDF en het
decoratieve foliemateriaal.
Bij het membraanpersen wordt een folie onder
vacuum in de profilering van het MDF geperst
m.b.v. een 2 à 3 mm dik flexibel membraan van
synthetisch of siliconenrubber.. Omwille van de hoge
kwaliteitseisen bij de profilering, wordt hoofdzakelijk
MDF met hoge densiteit toegepast, in het bijzonder
MDF Membrane.
Voor het aanbrengen van een houtfineer wordt zowel
op het oppervlak als op de geprofileerde delen een
witte dispersie PVAc-lijm gebruikt. Het fineer wordt
éénzijdig met water besproeid om de noodzakelijke
flexibeliteit te verkrijgen, waarna het fineer met
de natte zijde naar boven op de MDF-plaat wordt
aangebracht en gedurende ± 2 minuten bij een
temperatuur van 85°C verperst wordt.
Kunststoffolies worden bij verhitting zeer flexibel
waardoor de folie over relatief scherpe randen en
in diepe smalle groeven kan geperst worden en
waardoor het mogelijk wordt om de vier randen
van het MDF-paneel te lamineren. Deze methode
is uitermate geschikt voor het maken van keuken-,
badkamer- en slaapkamerkasten.
Bij het lamineren met een kunststoffolie wordt op
de profileerde MDF-plaat een tweecomponenten
polyurethaanlijm op waterbasis aangebracht of wordt
met voorbelijmde folies gewerkt. De kunststoffolie,
waarvan de achterzijde is behandeld om een betere
hechting te krijgen, wordt met een overmaat op
het werkstuk gelegd en verperst bij 85°C. Om
kromtrekken van het paneel tegen te gaan wordt het
best gewerkt met éénzijdig gemelamineerde MDFplaat.
Figuur 46: Membraanpersen op MDF
45
7