Inventariserend veldonderzoek door middel van ... - Gemeente Oss
Inventariserend veldonderzoek door middel van ... - Gemeente Oss
Inventariserend veldonderzoek door middel van ... - Gemeente Oss
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nen de gedateerde actieve perioden <strong>van</strong> de Harense stroomgordel. Vindplaats 1 ligt dus niet direct langs<br />
een actieve geul, maar op de <strong>door</strong> oeverafzettingen afgedekte flank <strong>van</strong> het rivierduin, langs de lager<br />
gelegen stroomvlakte <strong>van</strong> de Harense stroomgordel, waar<strong>van</strong> de actieve watervoerende geul meer oostelijk<br />
en buiten het plangebied ligt.<br />
In de laagste delen <strong>van</strong> het plangebied worden de oeverafzettingen en cultuurlaag Cul.1 afgedekt<br />
<strong>door</strong> een 40 cm tot 60 cm dik pakket sterk siltige klei (Ko.4). Waarschijnlijk moet dit materiaal<br />
geïnterpreteerd worden als komafzetting <strong>van</strong> een elders in de regio actieve stroomgordel.<br />
In fase 5 vindt opnieuw afzetting plaats <strong>van</strong> oevermateriaal. Zwak tot uiterst zandige klei wordt<br />
over het gehele plangebied afgezet (Oe.5). In de lagere delen <strong>van</strong> het landschap zijn in dit pakket<br />
meerdere niveaus te herkennen. In de top <strong>van</strong> het pakket is een cultuurlaag gevormd (Cul.2). De laag<br />
bevat vondsten, die dateren <strong>van</strong> Romeinse tijd tot en met de Nieuwe Tijd. Mogelijk is de heractivering<br />
<strong>van</strong> fluviatiele activiteit te associëren met de eerder genoemde restgeul ten oosten <strong>van</strong> het plangebied<br />
en de gescheiden vondstlagen ter plaatse <strong>van</strong> archeologisch monument 4.697.<br />
Profielkolommen en profieltypenkaart<br />
Het profiel in werkput WP9 heeft inzicht gegeven in de geologische opbouw <strong>van</strong> het plangebied. Dit<br />
inzicht maakt het mogelijk om op samen met de gedocumenteerde profielkolommen een profieltypenkaart<br />
te vervaardigen (bijlage 8). In deze bijlage zijn tevens de locaties aangegeven <strong>van</strong> de boringen die<br />
zijn gezet tijdens het vooronderzoek. De boringen 1 t/m 5, die als restgeulafzettingen werden geïnterpreteerd,<br />
kennen een profieltype (A) dat overeenkomt met het meest zuidwestelijke deel <strong>van</strong> het profiel<br />
in werkput WP9. Het pleistocene (verspoelde) zand duikt hier weg tot lager dan 2.5 m boven NAP.<br />
Het wordt afgedekt <strong>door</strong> restgeulafzettingen en komafzettingen, met ingeschakelde banden oeverafzetting.<br />
Profieltype B is te vergelijken met de noordwestelijke helft <strong>van</strong> profiel P1 in WP9. Het<br />
pleistocene (verspoelde) duinzand bevindt zich tussen 4 en 5 m +NAP en wordt afgedekt <strong>door</strong> oeverafzettingen<br />
uit verschillende fasen.<br />
Profieltype C omvat de hoogste delen <strong>van</strong> het rivierduin. Het duinzand bevindt zich boven de<br />
5 m +NAP en wordt afgedekt <strong>door</strong> een relatief dunne laag oeverafzettingen.<br />
Een aanzienlijk deel <strong>van</strong> profieltype C is diep verstoord in de Nieuwe Tijd. Het bouwen en<br />
slopen <strong>van</strong> een boerderij hebben ervoor gezorgd dat het meest noordwestelijke perceel als geheel verstoord<br />
moet worden beschouwd (zie hoofdstuk 6 Sporen en structuren).<br />
Archeologie en landschap<br />
Het proefsleuvenonderzoek in plangebied <strong>Oss</strong>-Haren Groenstraat heeft laten zien dat de restgeul in het<br />
oostelijke deel <strong>van</strong> het plangebied al verland was op het moment dat vindplaats 1 in gebruik werd genomen.<br />
De restgeulafzettingen waren zelfs al afgedekt <strong>door</strong> een laagje oeverafzettingen, waarin zich de<br />
cultuurlaag (Cul.1) <strong>van</strong> vindplaats 1 heeft gevormd. De vindplaats lag wel op de flank <strong>van</strong> het hoger<br />
gelegen rivierduin, welke hier als een steilrand zichtbaar moet zijn geweest in het landschap (bijlage<br />
10). Het lager gelegen deel maakte deel uit <strong>van</strong> het regelmatig overstroomde deel <strong>van</strong> de nog steeds<br />
actieve Harense stroomgordel. De toenmalige actieve geul moet ten oosten <strong>van</strong> het plangebied gezocht<br />
worden.<br />
De laagste delen <strong>van</strong> de vindplaats en het landschap worden na de Midden Bronstijd afgedekt<br />
<strong>door</strong> een laag komafzettingen, waarmee het belangrijkste reliëf in het landschap wordt uitgevlakt. Ergens<br />
in de IJzertijd/Romeinse tijd vindt opnieuw fluviatiele activiteit plaats in en nabij het plangebied.<br />
Een laag oeverafzettingen wordt afgezet, welke het rivierduin in het gehele plangebied afdekt. In de top<br />
er<strong>van</strong> ontstaat opnieuw een cultuurlaag (Cul.2), waarin vondsten voorkomen uit de periode Romeinse<br />
tijd/Nieuwe Tijd.<br />
7