Inventariserend veldonderzoek door middel van ... - Gemeente Oss
Inventariserend veldonderzoek door middel van ... - Gemeente Oss
Inventariserend veldonderzoek door middel van ... - Gemeente Oss
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6 grondsporen en vindplaatsen<br />
6.1 algemeen<br />
In tabel 1 is het aantal sporen per spoordefinitie weergegeven. Het westelijke deel <strong>van</strong> het plangebied is<br />
bijna volledig verstoord (bijlage 12). In bijlagen 12-14 zijn de overzichten <strong>van</strong> de sleuven weergegeven.<br />
spoordefinitie aantal<br />
greppel 8<br />
kuil 17<br />
paalkuil 16<br />
recent 23<br />
Tabel 1. <strong>Oss</strong> - Haren Groenstraat. Het aantal sporen per spoordefinitie.<br />
6.2 vindplaats 1<br />
Deze vindplaats bevindt zich ter hoogte <strong>van</strong> het oostelijke deel <strong>van</strong> werkput 11 (bijlage15). De vindplaats<br />
bestaat uit een cultuurlaag (S11.2; Cul. 1), waarin veertien fragmenten vuursteen, vier stukken<br />
natuursteen en zeventien fragmenten aardewerk zijn aangetroffen. Het vuursteenensemble wijst op een<br />
kleine bewerkingsplaats. Het is niet duidelijk wanneer deze exact te dateren is. Kern V11.1 vertoont<br />
twee verschillende bewerkingstechnieken die mogelijk twee periodes representeren. De eerste bewerkingstechniek<br />
(lange klingen) is typisch voor het Neolithicum. De tweede techniek kan niet toegewezen<br />
worden aan een periode.<br />
Het aardewerk is te dateren in de periode laat-Neolithicum tot Bronstijd (V11.11, V11.13) en<br />
Bronstijd (V11.15). Mogelijk bestaat de occupatie <strong>van</strong> de vindplaats dus uit twee verschillende periodes.<br />
De bovenliggende cultuurlaag (S11.1, Cul. 2) bevat naast vondstmateriaal uit de Middeleeuwen en de<br />
Nieuwe Tijd ook materiaal uit de periode Laat Neolithicum tot Bronstijd.<br />
In bijlage 15 is de verspreiding <strong>van</strong> het vuursteen weergegeven, zowel in Cul. 1 als in andere<br />
contexten (Cul. 2 en kuil S11.4).<br />
De laag waarin het vondstmateriaal is aangetroffen (Cul. 1) bevindt zich in bijna het volledige<br />
oostelijke deel <strong>van</strong> het plangebied, maar bevat enkel in het oostelijke deel <strong>van</strong> werkput 11 vondstmateriaal.<br />
Sporen zijn niet aangetroffen onder de cultuurlaag, voor zover deze tijdens aanleg verwijderd is.<br />
Doorheen de cultuurlaag zijn wel sporen (kuil S11.4 en paalkuilen S11.8, S11.9, S11.10, S11.11 en<br />
S11.12) ingegraven en die op hun beurt afgedekt zijn <strong>door</strong> cultuurlaag 2. In de omringende sleuven<br />
(werkputten 9, 10, 12 en 13) zijn geen vondsten aangetroffen in de laag Cul. 1. De oppervlakte <strong>van</strong> de<br />
vindplaats kan geschat worden op maximaal ca. 1.600 m2 (bijlage 17).<br />
De bovenkant <strong>van</strong> de cultuurlaag bevindt zich op een hoogte <strong>van</strong> 5.35 tot 5.50 m +NAP (52<br />
tot 60 cm beneden maaiveld). Aan de oostelijke kopse kant <strong>van</strong> werkput 11 duikt de laag weg en bevindt<br />
de bovenkant zich op een hoogte <strong>van</strong> 5.10 m +NAP (90 cm beneden maaiveld). De onderkant<br />
<strong>van</strong> de cultuurlaag bevindt zich op een hoogte <strong>van</strong> 5.25 tot 5.36 m +NAP (64 tot 70 cm beneden<br />
maaiveld). De dikte <strong>van</strong> de laag varieert <strong>van</strong> 10 tot ca. 14 cm.<br />
Vondsten (vuursteen) uit het Neolithicum zijn reeds eerder gedaan in Haren (ARCHISwaarnemingsnummer<br />
48682, 50219, 54756; in vogelvlucht op ongeveer 350 m <strong>van</strong> het plangebied<br />
Groenstraat). In de wijdere omgeving (afstand <strong>van</strong> ca. 1500 tot 3000 m) zijn eveneens meerdere vondsten<br />
bekend uit het Neolithicum. 14<br />
14 O.a. ARCHIS-waarnemingsnummers 48678, 48686, 48688, 50225 en 50231.<br />
9