Jaarverslag Albeda College 2003

Jaarverslag 2003

Jaarverslag 2003

Voorwoord
Voor u heeft u het jaarverslag van het Albeda College over het jaar 2003. Het verslagjaar 2003 was een moeilijk jaar. Dit kwam onder meer door de controle
op de deelnemersdossiers; eerst door onszelf, in de vorm van het reinigingsonderzoek en later in het jaar door de commissie Schutte. Na jarenlange voorfinanciering
van de groei begint het Albeda College in 2003 met een verbetering van de liquiditeitspositie. Het eigen vermogen mag niet verder worden
aangetast. Ook de bedrijfsvoeringsprocessen - voorlopig eerst op het terrein van financiën - moeten meer aandacht krijgen.
Tevens is Nederland in een recessie beland. De huidige generatie heeft nog nooit achteruitgang meegemaakt, is consumptief ingesteld en is opgegroeid met
het idee dat de bomen tot in de hemel groeien. Door deze recessie grijpt de jeugdwerkeloosheid om zich heen, met als gevolg een toename van deelnemers
in het onderwijs. Ook het Albeda College is gegroeid.
De groei kan ons echter in problemen brengen. Problemen die worden veroorzaakt door de T-2 bekostiging van onze deelnemers. Toch heeft het Albeda
College gekozen om deze groei te laten plaatsvinden, omdat niemand kan worden uitgesloten van onderwijs, ook niet als het economisch minder gaat.
Onze cultuur, de missie en onze onderwijsopdracht blijven hoog in ons vaandel staan. De zakelijkheid zal echter toenemen, maar mag niet de boventoon
voeren. Wij willen daarom meer geld vrijmaken voor het onderwijs. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voorbereiding op de implementatie van de nieuwe
kwalificatiestructuur in 2006. Dit vereist nu al investeringen.
Het Albeda College is een organisatie in ontwikkeling. Daarom is ons jaarverslag 2003 voor het eerst gebaseerd op ons strategisch beleidsplan ‘Het Albeda
College richting 2007’ dat vorig jaar is vastgesteld. Dit jaar verantwoorden wij ons dan ook volgens de in dit plan vermelde doelstellingen.
Piet Boekhoud
voorzitter College van Bestuur
>
3

Missie
Het Albeda College biedt een breed scala van opleidingen waarin middelbaar
beroepsonderwijs, educatie en bedrijfspraktijk zijn geïntegreerd.
Het Albeda College zoekt voortdurend de balans tussen de vraag van deelnemers,
bedrijfsleven, maatschappij en de inhoudelijke kwaliteit van de
opleidingen.
Kernwaarden
De kernwaarden van het Albeda College zijn de richtinggevende grondbeginselen
van de organisatie.
Interconfessioneel
We kiezen de historische lijn van het sociaal-christelijk denken als ijkpunt
van onze identiteit.
Betrokken en sociaal bewogen
Het Albeda College is ene gemeenschapsschool, betrokken bij mens en
omgeving.
Bezielend en energiek
We inspireren elkaar het goede uit onszelf te halen.
>
Missie
Verantwoordelijk voor resultaten
We doen wat we zeggen en willen ons daarover verantwoorden.
Respectvol
We gaan respectvol om met verschillen tussen mensen.
Persoonlijk
We creëren ruimte voor ontmoeting.
Leren van elkaar
Medewerkers en deelnemers krijgen ruimte voor persoonlijke groei en
ontwikkeling en we zijn bereid dit met elkaar te delen.
Doen en samenwerken
Op zoek naar samenwerking spelen we in op behoeften en vragen vanuit
de omgeving.

I
II
Inhoud
Voorwoord
De missie van het Albeda College
Hoofdstuk 1. Bestuurlijk
1.1 Bestuurlijk
- Kernactiviteiten
- Juridische structuur
- Organisatiestructuur
- Onderwijsbeleid
- ICT
1.2 Raad van Toezicht
- Taken en Bevoegdheden
- Optimalisatie bedrijfsvoeringsprocessen
1.3 Financieel beleid
- Treasury management
Hoofdstuk 2. Deelnemers
2.1 De deelnemer centraal
- Medezeggenschap deelnemers
2.2 Loopbaanontwikkeling
- Succesvolle themamiddag voor decanen en mentoren
- Loopbaanoriëntatie
- Met het doorstroomformulier van vmbo naar mbo
- Competentiegericht onderwijs
2.3 Begeleiding en uitval
>
5
III
IV
Hoofdstuk 3. Onderwijs
3.1 Deelnemers en diploma’s
- Rendement
3.2 Kwaliteitszorg
- Zelfevaluatie en visitatie
3.3 Cultuur en Educatieve televisie
3.3.1 Kunst en cultuur
3.3.2 Educatieve televisie
3.4 Doorstroom
- Doorstroom vmbo-mbo
- Voorkomen van voortijdig schoolverlaten
- Nauw samenwerken met jeugdhulpverlening
- Doorstroom mbo-hbo
3.5 Voorzieningen
- Goed werkende systemen zijn de bron voor het
ontwikkelen van beleid
Hoofdstuk 4. Organisatie
4.1 Taken en verantwoordelijkheden
- Opleidingsteams
- Beleidskaders
4.2 Huisvesting en Bouwkundige Zaken
4.3 Shared Service Centrum
- Het Shared Service Centrum in ontwikkeling
- Visie en positionering
- Inkoopnet
V
VI
Hoofdstuk 5. Medewerkers
5.1 Integraal personeelsbeleid
- Verhouding inzet medewerkers primair proces/overhead
- Leeftijdsopbouw
- ID-banen
- WAO-instroom
- Centrum voor Vakopleiding wordt Matrix BV
- Integraal personeelsbeleid
1. Arbeidsvoorwaarden
2. Zorg en Welzijn
3. Professionalisering
5.2 Comptentieprofielen voor leidinggevende en
adviserende functies
Hoofdstuk 6. Omgeving
6.1 Bedrijfsleven
6.2 Overheid
6.2.1 Educatie, inburgering en reïntegratie
6.2.2 Financiers van de gemeente Rotterdam
6.3 Regionale en internationale contacten
6.3.1 Regionale contacten
6.3.2 Integraal marketingbeleid
6.3.3 Internationale contacten

I Hoofdstuk
• Bestuurlijk
I

Matrix bv: de soepele doorstart van
het Centrum Vakopleiding
Alle activiteiten van vier locaties van het
Centrum Vakopleiding (CV) zijn, na de beslissing
van het ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid om de geldkraan dicht te
draaien, overgenomen. Eerst gezamenlijk door
het Albeda College en ROC Zadkine, uiteindelijk
voor 100 procent door het Albeda College.
De praktijkgerichte opleidingen van het CV en
met name de methodiek van Hoofdelijk
Versnelde Scholing sluit aan bij de ambitie van
het Albeda College om zijn positie op de reïntegratiemarkt
te versterken. De overname is
voor deelnemers en voor het personeel soepel
verlopen.
Hoofdstuk I
1.1 Bestuurlijk
Kernactiviteiten
Het Albeda College, een interconfessioneel regionaal opleidingscentrum, is
een breed kenniscentrum voor educatie en beroepsonderwijs in de regio
Rotterdam-Rijnmond. Wij maken ons sterk voor drempelloze toegang tot
het onderwijs. Dat doen we door zo’n 350 beroepsopleidingen aan te
bieden in combinatie met kwalificatiemogelijkheden op vele niveaus.
Het opleidingspalet bestaat uit opleidingen op het gebied van gezondheidszorg,
techniek, zakelijke dienstverlening, ICT, horeca, economie en
administratie.
In het verslagjaar 2003 zijn de relaties met organisaties en overheidsinstanties
verder versterkt om de realisering van de kernactiviteiten te
waarborgen. Voortdurend zoeken we de balans tussen de vraag van deelnemers,
het bedrijfsleven, de maatschappij en de inhoudelijke kwaliteit van
de opleidingen.
>
Bestuurlijk
Juridische structuur
In 2003 hebben zich, ten opzichte van voorgaande jaren, weinig formele
wijzigingen in de juridische structuur voorgedaan. Het jaar 2003 heeft wat
dat betreft meer in het teken gestaan van de voorbereiding tot wijzigingen
die zich in 2004 zullen voltrekken.
• In de vennootschap Matrix B.V. heeft het Albeda College 50% van de
aandelen en ROC Zadkine eveneens 50%. In 2003 is een start gemaakt
met de overname van Matrix B.V. De overname wordt in 2004 afgerond
waardoor het Albeda College enig aandeelhouder zal worden.
• In het verslagjaar is gewerkt aan de afbouw van Spirit Actieve Diensten
B.V. Het Albeda College is hierin voor 80% aandeelhouder en het
Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam voor 20%. De vennootschap is in 2003
nagenoeg leeg. In 2004 zal de vennootschap worden geliquideerd,
mede omdat de jaarrekeningen over 2002 en 2003 nog moeten worden
afgerond.
• Het Albeda College heeft nog steeds een groot financieel belang in de
CV Exploitatie Opleidingscentrum Kop van Zuid. Dit op grond van de
door het Albeda College volledig gefinancierde nieuwbouw aan de
Rosestraat.

Organisatiestructuur
Raad van Toezicht (RvT)
Het Bestuur (de Raad van Toezicht) houdt toezicht op de algemene gang
van zaken binnen het Albeda College. De RvT heeft daarnaast een aantal
bestuurlijke taken en bevoegdheden. Verder houdt de RvT toezicht op het
algemeen beleid van het College van Bestuur.
Raad van Toezicht:
De heer F. Verhulst (voorzitter)
Mevrouw H.M. de Haan (vice-voorzitter)
De heer H.M. Bosua
Mevrouw J.A. van den Bandt-Stel
Mevrouw H.A.M. van Daalen-Elzinga
De heer L.B. Martijn
De heer A.D. van der Pijl
De heer A.C. Smits
College van Bestuur (CvB)
Het CvB bestaat uit drie leden en geeft leiding aan de voorbereiding, uitvoering
en controle van het beleid in de breedste zin van het woord.
Daarnaast coördineert het CvB de dagelijkse gang van zaken rond het
beheer van de instelling(en).
College van Bestuur:
De heer P. Boekhoud (voorzitter)
Mevrouw J.E. van Popta-Kwant
De heer J. van Galen (ad interim)
Organisatieonderdelen
Onder het College van Bestuur van het Albeda College vallen de volgende
organisatieonderdelen:
>
9
Onderwijsdivisies
Economie:
De heer A. Vader (algemeen directeur)
Mevrouw M. de Vries
De heer M.A. Vroegindeweij
Educatie:
De heer J. van Lent (algemeen directeur)
Mevrouw M. Klapwijk
De heer R. Eleveld
Gezondheidszorg, Welzijn, Dienstverlening en Voeding (G&W/D&V):
De heer J. Warnar (algemeen directeur)
Mevrouw E.T.M. van Loon
Mevrouw W.H. Prins
Techniek:
De heer H. Luchtmeijer (algemeen directeur)
De heer J.B. Boer
De heer H. Klop
Werkeenheden:
Werken aan Werk (WaW)
Mevrouw K. Pijl
Shared Service Centrum (SSC)
De heer P.F.H. Nas
De heer J.A. Lokker
ETV.nl (educatieve televisie)
De heer J. de Jager

Onderwijsdivisie
Economie
Werken aan Werk
ETV.nl
Onderwijsdivisie
Educatie
Trajectbureau
Onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur functioneert
het Trajectbureau. Leidraad voor de activiteiten zijn de toegankelijkheid
van het Albeda College en het terugdringen van uitval. Het Trajectbureau
draagt eraan bij dat iedere deelnemer een passend traject kan volgen en
geen deelnemer onopgemerkt het Albeda College verlaat. Bekostiging
vindt plaats via de onderwijsdivisies.
Trajectbureau:
Mevrouw C.L.M. Kathmann
Centrale Staf
Het College van Bestuur laat zich bijstaan door de Centrale Staf, voornamelijk
bestaande uit adviseurs en beleidsmedewerkers.
>
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Bestuurlijk
Onderwijsdivisie
G&W/D&V
Centrale Staf
Trajectbureau
Shared Service Centrum
Onderwijsdivisie
Techniek
Onderwijsbeleid
Het ontwikkelen van beleid op het gebied van onderwijs en het uitvoeren
daarvan is primair een zaak voor de divisies en werkeenheden. Een aantal
beleidsaspecten overstijgt het divisieniveau en staat op de gemeenschappelijke
agenda. Met name als het gaat om ROC-brede speerpunten in onderwijsbeleid.
Centrale stafafdelingen ondersteunen de divisies en werkeenheden
en ontwikkelen, waar dat nodig is, initiatieven. Het beleid is met name
gericht op het ontwikkelen en vormgeven van doorlopende lijnen (onderwijs,
zorg, didactiek, et cetera) om voortijdig schooluitval tegen te gaan.
Eind 2003 heeft het College van Bestuur van het Albeda College het initiatief
genomen tot de oprichting van beleidsnetwerken. Deze netwerken
leveren een belangrijke bijdrage aan de voorbereiding, uitvoering en eenheid
van beleid. Iedereen weet op deze manier wat er speelt. In 2003 werd
een netwerk onderwijs voorbereid, met als doelstelling het voorbereiden en
implementeren van nieuw onderwijs, nieuwe opleidingen, nieuwe regelgeving
en nieuw instituutsbeleid. In 2004 wordt het netwerk onderwijs actief.
Speerpunten voor 2003 waren:
- Het (verder) ontwikkelen van een gemeenschappelijke onderwijsvisie
binnen het Albeda College.
De nieuwe kwalificatiestructuur, de ontwikkelingen in zowel het voortgezet
onderwijs en het hoger beroepsonderwijs en het strategisch plan
Albeda College 2002-2007, zijn hiervoor belangrijke ingrediënten.
- Het inventariseren van de ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs,
met name het vmbo:
• De problematiek binnen het technisch onderwijs.
• De leerlingenstroom vanuit het centrum naar de periferie.
• De nieuwe didactische aanpak (sectorbrede programma’s, intersectoraal
aanbod).

• De ontwikkelingen rond leerwerktrajecten en andere vormen van
duaal leren.
Juist om een goede doorstroom vanuit het vmbo naar het Albeda
College te garanderen, is het van belang deze ontwikkelingen te volgen.
Er is hierover dan ook regelmatig overleg geweest met de directieleden
van de divisies.
- Verbeteren van de doorstroom mbo-hbo.
In het kader van het project RAAT is er in 2003 een start gemaakt met
een inventarisatie van koppelopleidingen mbo-hbo en mbo-hboprojecten.
Uit deze inventarisatie is onder meer gebleken dat de leerroutes
over het algemeen zijn verkort tot 7 jaar en dat in toenemende
mate bedrijven een belangrijke rol hebben in het onderwijscurriculum.
De samenwerking tussen het Albeda College en de Hogeschool
Rotterdam en INHOLLAND is hierdoor geïntensiveerd.
- Uitvoering geven aan het in 2002 getekende convenant
“Beroepsonderwijs Ontketend”.
Het Convenant kent twee doelstellingen: het terugdringen van het voortijdig
schoolverlaten (breedtestrategie) en het terugleiden van jongeren
zonder startkwalificatie richting school of werk (dieptestrategie). Met
betrekking tot de breedtestrategie is er in een verkenningsgroep,
bestaande uit vertegenwoordigers vanuit het vmbo en het ROC,
gewerkt aan een herontwerp van het (technisch) beroepsonderwijs.
In het kader van de breedtestrategie is het Albeda College betrokken
geweest bij gerichte activiteiten (zoals intake) om jongeren weer te
activeren.
Het participeren in diverse overlegsituaties ter voorbereiding van het
Regionaal Arrangement Voorne Putten Rozenburg.
Het in kaart brengen van gegevens, zoals demografische ontwikkelingen,
onderwijsaanbod van kennisinstellingen, gemeentelijke ontwikkelin-
>
11
gen, zal op termijn moeten leiden tot een duidelijke positie van het
Albeda College binnen dit arrangement.
- Het intensiveren van de samenwerking met de Edudelta
Onderwijsgroep.
Deze bestaat uit de Gaarde (Barendrecht), Technische School
Middelharnis, de Groene School te Sommelsdijk en Groen College Goes.
Met de Gaarde zijn door participatie binnen een gezamenlijk project
goede contacten ontstaan tussen directieleden en onderwijsgevenden.
Leerlingen worden hierdoor beter voorbereid op een vervolgopleiding
binnen het Albeda College.
Op bestuurlijk niveau is afgesproken ook gezamenlijke activiteiten te
ontwikkelen voor de andere scholen van de Edudelta Onderwijsgroep.
- Het ontwikkelen van een doorstroomdocument en een portfolio.
Het Albeda College participeert, samen met VO-scholen en ROC
Zadkine, in een door de Dienst Stedelijk Onderwijs gefinancierd project.
Op basis van de specifieke leerlinggegevens uit het doorstroomdocument,
kunnen wij rekening houden met de inrichting en vormgeving
van specifieke onderwijstrajecten.
- Het intensiveren van de samenwerking met scholen voor
praktijkonderwijs.
Ondanks het feit dat praktijkonderwijs (PrO) volgens de wet eindonderwijs
is, is het aantal leerlingen vanuit het PrO naar het Albeda College
de afgelopen jaren fors toegenomen. Om deze leerlingenstroom te
reguleren, is er een projectplan geschreven om doorlopende competentielijnen
van PrO naar het Albeda College voor een specifieke groep
leerlingen te ontwikkelen. Branchewerkgroepen zullen in 2004 hieraan
gezamenlijk werken.
Team Training traint BST´s van Roteb
Met andere ogen
Hoe zorg je ervoor dat mensen uit verschillende
culturen begrip voor elkaar krijgen en daardoor
beter samenwerken? Deze vraag legde de
Roteb voor aan Team Training van de divisie
Educatie. Doelgroep waren de werknemers van
de Buurt Service Teams. Gewapend met bezem
en prikker, gekleed in een fel oranje jas, zijn
deze BST´s deel geworden van het Rotterdame
straatbeeld. Ze ruimen zwerfvuil op, gaan
overvolle afvalbakken te lijf en bekommeren
zich om bladeren en onkruid. De teams
bestaan uit medewerkers met verschillende
nationaliteiten. Team Training ontwikkelde
´Met andere ogen´, een training die de deelnemers
leert om met andere ogen naar de ander
én naar zichzelf te kijken. Acht weken lang
besteedden de deelnemers één dagdeel per
week aan het bespreken van elkaars normen
en waarden. In deze opzet worden de leidinggevenden
niet vergeten: hun programma
omvatte zes dagdelen. De opdrachten, rollenspellen
en discussies hebben het wederzijds
begrip en respect van de deelnemers vergroot.
In februari 2003 zijn twaalf trainingen met
medewerkers afgerond en drie met leidinggevenden.

Chattende computerkoks stellen hun
eigen examen samen
Al drie jaar werken deelnemers, docenten en
leerbedrijven met N@tschool, een elektronische
leeromgeving. Een transparante en vooral
efficiënte manier van leren. Doordat het aantal
leerbedrijven klein is en deelnemers tot in
België werken, levert e-learning grote besparingen
op in (reis)tijd en geld. Via internet
hebben deelnemers en leerbedrijven toegang
tot de leerstof en de opdrachten. Het studieprogramma
laat zien dat de moderne topkok
een veelzijdig mens is, want naast ambachtelijk
koken op hoog niveau, staan ook Engels en
Frans, keuken- en personeelsmanagement en
ICT op het programma. De vorige lichting koks
(Gespecialiseerd Restaurantkok niveau 4) ontwikkelde
zélf het examen: een diner voor
veertig gasten en twee examinatoren.
Teamleider Joop Hogerwerf stelt vast dat "de
eisen die deze ambitieuze groep aan zichzelf
stelt, hoger ligt dan de eisen die welke examinator
dan ook zou stellen." De koks hebben
een eigen website: www.gsk-albeda.nl.
- Systematische kwaliteitszorg door middel van zelfevaluatie.
Op grond van deze zelfevaluatie door de divisies en werkeenheden kan
het onderwijs nog verder geoptimaliseerd worden.
- Het (verder) onderkennen van nieuwe markten.
Hierbij gaat het niet alleen om het vergroten van het marktsegment,
maar ook om het ontwikkelen van projecten die leiden tot innovatie van
het onderwijs.
- Met betrekking tot examinering kende het Albeda College de volgende
speerpunten:
- Om de kwaliteitsverbetering van de examinering te continueren heeft
het College van Bestuur besloten om vanaf cursusjaar 2003/2004
voor alle beroepsopleidingen gebruik te maken van de nieuwe examensystematiek.
In deze nieuwe examensystematiek (waaraan ROC's
in 2003/2004 als pilot kunnen deelnemen) vervalt externe legitimering.
Een landelijk Kwaliteits Centrum Examinering (KCE) voert aan de
hand van kwaliteitsstandaarden een beoordeling uit van het proces en
de producten van examinering.
- In het voorjaar van 2003 hebben de divisies een Albeda-breed
Handboek Examinering ontwikkeld dat voldoet aan de kwaliteitsstandaarden
van KCE. In dit handboek staan alle procedures beschreven
die van toepassing zijn bij diverse vormen van examinering.
Bij aanvang van het nieuwe cursusjaar 2003/2004 wordt dit handboek
geïmplementeerd.
- Ter voorbereiding op de KCE-procesaudit in maart 2004 voeren de
divisie-examencommissies in november en december 2003 een
zelfevaluatie examinering uit. Hierbij worden alle geledingen van de
examenorganisatie betrokken. Doel van deze evaluatie is om aan de
hand van de KCE-standaarden na te gaan in hoeverre de gestelde
kwaliteitsverbeteringen zijn gerealiseerd. De resultaten van deze
zelfevaluatie worden in januari 2004 verwacht.
>
Bestuurlijk
ICT
ICT maakt onderdeel uit van het strategisch beleid en op termijn wordt een
inzet van 30% in het primaire proces voorzien. De deelnemer-computerratio
bedraagt in het verslagjaar 6 : 1.
De inzet van ICT valt uiteen in drie onderdelen:
• algemeen
• primair proces en
• secundair proces
Algemeen
Het Albeda College beschikt over een Wide Area Network (WAN) met
circa vijftig locaties. De voorbereidingen voor de vernieuwing van de website
en de invoering van Intranet zijn in het verslagjaar afgerond. In de loop
van 2004 zal een definitief besluit genomen worden. De infrastructuur aan
hardware, software en telematica is operationeel en voldoet aan alle eisen
van beschikbaarheid.
Primair proces
Er bestaat een behoorlijke inzet van ICT in het primaire proces. Het Albeda
College participeert in het verslagjaar in diverse gremia voor het uitwisselen
van educatieve software.
Secundair proces
In het secundaire proces zijn de bedrijfskritische systemen voor management
en beheer operationeel. De experimentele fase rond Elektronische
leergangen (Elo’s) is afgesloten. Bij het Albeda College zijn Blackboard en
N@tschool in gebruik met dien verstande dat per divisie slechts de inzet
van één van de twee applicaties mogelijk is.
In 2002 is gestart met het ontwerp van een management informatiesysteem.
In 2003 heeft een verdere inventarisatie plaatsgevonden op basis
waarvan we in 2004 in staat zullen zijn te beslissen over de inrichting en
het ontwerp van het management informatiesysteem.

1.2 Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht (RvT) wil zich, als onderdeel van een maatschappelijk
ondernemende organisatie, in dit jaarverslag publiekelijk verantwoorden
voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden. Het Albeda College
heeft sinds 1998 een Raad van Toezicht. Het statutair bestuur van de
rechtspersoon waar het Albeda College onder ressorteert heeft in dat jaar
zijn bestuurlijke bevoegdheden, overeenkomstig het bepaalde in de Wet
Educatie Beroepsonderwijs, voor een belangrijk deel overgedragen aan het
College van Bestuur en is als Raad van Toezicht verder gegaan.
De samenstelling van de Raad van Toezicht in het jaar 2003 vindt u onder
het kopje organisatiestructuur. Leden van de RvT worden door de Raad
zelf benoemd op basis van in de statuten vastgelegde benoemingscriteria
op het gebied van kennis, ervaring en betrokkenheid bij de missie en doelstelling
van het Albeda College.
Taken en bevoegdheden
De Raad van Toezicht houdt toezicht op de algemene gang van zaken binnen
het Albeda College en heeft daarnaast een aantal bestuurlijke taken en
bevoegdheden. Verder wordt toezicht gehouden op het algemeen beleid
van het College van Bestuur, waarvoor tevens een adviserende rol en een
klankbordfunctie wordt vervuld. In het bijzonder toetst de RvT het beleid
en de uitvoering daarvan aan statuten en in documenten vastgelegde
beleidskaders die aan goedkeuring door de RvT zijn onderworpen.
De Raad van Toezicht vergadert tenminste vijfmaal per jaar met het
College van Bestuur en wordt door het College zowel mondeling als
schriftelijk van informatie voorzien. Daarnaast pleegt de RvT periodiek
overleg met de Centrale Medezeggenschapsraad, alsmede met de externe
accountant van het Albeda College, naar aanleiding van de jaarrekening en
managementletter (brief van de accountant met adviezen aan het management).
>
13
Optimalisatie bedrijfsvoeringsprocessen
In het verslagjaar 2003 heeft de Raad van Toezicht in totaal vijfmaal met
het College van Bestuur vergaderd. Ook heeft de Raad van Toezicht een
themabijeenkomst gehouden over het onderwerp Corporate Governance.
De financiële commissie van de RvT voerde overleg met de externe
accountant en een delegatie uit de RvT voerde twee gesprekken met de
Centrale Medezeggenschapsraad.
In het verslagjaar waren de mogelijke onregelmatigheden in de bekostiging
en het onderzoek van de Commissie Schutte aan de orde. Ook is veel tijd
besteed aan financiën in de meest brede zin. Na het vertrek van de heer
drs. A. Venus is de heer J. van Galen aangetrokken als lid College van
Bestuur ad interim, voor een periode van anderhalf jaar. Hij kreeg de taak
te komen tot een verbeterde liquiditeitspositie van het Albeda College en
een optimalisatie van de bedrijfsvoeringsprocessen. Dit domineerde de
agenda in de tweede helft van het jaar.

1.3 Financieel beleid
De uitgangspunten bij het begin van het verslagjaar waren bepaald niet
rooskleurig: begroot was een negatief exploitatiesaldo van € 2,2 mio.
Het beleid in 2003 was erop gericht het eigen vermogen niet verder aan te
tasten. Vanaf september 2003 hebben we een stevige rem gezet op
investeringen, op het vervullen van vacatures en op de inzet van ‘derden’
en ‘overige personeel niet in loondienst’. In datzelfde najaar, tijdens de
voorbereiding van de begroting 2004, onstond een beter inzicht in verschillende
begrotingsposten, waardoor we gericht de uitgaven konden
beperken.
In dit kader werd de OCW-prijscompensatie van 2003 aan de onderwijsdivisies
ter beschikking gesteld onder de voorwaarde dat dit niet tot een
ophoging van het lastenniveau mocht leiden. Deze maatregel resulteerde
in een verbetering van het exploitatieresultaat van ca. € 2 mio.
In het jaar 2003 leverde de t-2 bekostiging een tekort op van:
- G&W/D&V (begrote groei 11,2%, werkelijk 16,3%) € 2,6 mio
- Werken aan Werk € 0,6 mio
Totaal tekort € 3,2 mio
>
Bestuurlijk
Per saldo zijn we er in geslaagd een geconsolideerd voordelig exploitatieresultaat
te realiseren van € 1,5 mio. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
Centraal/algemeen € 0,5 *)
Economie € 2,3
Educatie € 3,6
G&W/D&V € -3,0
SSC € 0,1
Techniek € -0,3
ETV.nl € -0,8
WaW € -0,3
Totaal € 1,5 mio
*) dit bedrag is als volgt samengesteld:
- onderbesteding instellingskosten € 0,1
- Trajectbureau € 0,3
- treasury resultaat € 0,5
- resultaat deelneming (50%) Matrix B.V. € -0,7
- resultaat deelneming CV Kop van Zuid € 0,3
Totaal € 0,5 mio
Bij het vaststellen van de begroting 2004 is 5% van de normatieve OCWmiddelen
niet aangewend om de uitgaven van de onderwijsdivisies te
dekken, maar is dit bedrag (ca. € 4,5 mio) gereserveerd voor de dekking
van optredende frictiekosten.
Door de getroffen maatregelen was externe financiering, zoals in het jaarverslag
2002 aangekondigd, niet nodig
De laatst vastgestelde liquiditeitsprognose geeft per ultimo 2004 een
positieve stand van de liquide middelen aan van € 3,9 mio.

Ultimo 2003 bedraagt de liquiditeitsratio 0,84; een significante verbetering
ten opzichte van 2002 (0,5) en een vergelijkbare score als we in 2001
realiseerden (0,86). De solvabiliteitspositie levert een ratio op van 43% ten
opzichte van 45% ultimo 2002. Deze afname wordt mede veroorzaakt
door de hypotheeklast in relatie tot de aankoop van het kantoorpand
Mathenesserlaan.
Treasury management
Het treasury management is erop gericht om de financiële continuïteit te
waarborgen. Vanuit deze doelstelling kunnen de navolgende subdoelstellingen
worden geformuleerd:
- solvabiliteit
gestreefd wordt om een solvabiliteit van 40% of hoger te handhaven.
- liquiditeit
gestreefd wordt naar een current ratio van minstens 1.
- minimalisering van de vermogenskosten
gestreefd wordt naar zo laag mogelijke interestkosten voor vreemd
vermogen, waarbij echter aangetekend wordt dat het aangaan van
speculatieve posities in financiële contracten niet tot de alternatieve
financieringsactiviteiten behoort.
- maximalisering van de vermogensopbrengsten
gestreefd wordt naar zo hoog mogelijke vermogensopbrengsten zonder
gebruik te maken van speculatieve, risicovolle beleggingsposities.
De liquiditeitspositie van het Albeda College is volgens de enkelvoudige
jaarrekening ultimo 2003 aanmerkelijk verbeterd; ten opzichte van ultimo
2002 met ca. € 4 mio. Hiervan heeft ruim € 1,4 mio betrekking op een
deel van de voor de aankoop/verbouwing van de Mathenesserlaan afgesloten
geldlening. Voor deze lening zijn verplichtingen aangegaan, maar
pas in het 1e kwartaal 2004 zal het bedrag daadwerkelijk worden besteed.
>
15
De in 2003 lopende kasgeldlening voor de aankoop van de Breitnerstraat is
omgezet in een 30-jarige lening bij de ING Bank, terwijl voor de aankoop
en verbouwing van de Mathenesserlaan een 30-jarige lening werd afgesloten
bij de ABN Amro Bank.
De kortlopende schulden konden in de loop van het boekjaar 2003 met
bijna € 10 mio naar beneden worden bijgesteld, terwijl ook de debiteuren
een lager niveau te zien geven. De liquiditeitsratio verbeterde in het
verslagjaar van 0,5 naar 0,8. Een positieve ontwikkeling, maar deze score
voldoet nog niet aan de interne doelstelling.
Bij het afsluiten van nieuwe (mantel)contracten met de lagere overheden,
hanteren we de volgende de volgende heldere uitgangspunten:
1 de timing van lasten en baten zó op elkaar afstemmen dat we pas
uitgaven doen wanneer de baten zijn ontvangen);
2 de kosten lager houden dan de opbrengsten.
Zo realiseren we de noodzakelijke continuïteit die ons in staat stelt onze
verplichtingen tegenover onze maatschappelijke partners, onze participanten
en onze medewerkers na te komen, nu en in de toekomst.

II Hoofdstuk
• Deelnemers
II

Loopbrug Ahoy' - Zuidplein wordt
eye-catcher
De bekende loopbrug tussen het Ahoy'-complex
en het winkelcentrum Zuidplein kreeg in
november een compleet nieuw uiterlijk.
De Werkgroep Marketing & Promotie Hart van
Zuid nam het initiatief voor deze actie.
Samen met Rotterdamse kunstenaars zorgden
leerlingen van het SPOS (Stichting Samenwerkingsverband
Praktijkopleiding Schilderen)
en deelnemers van het Albeda College voor
het ontwerp én voor het schilderen van de
motieven. In het SPOS krijgen langdurig werklozen
een opleiding tot schilder. Het schilderen
van de loopbrug was het opvallende sluitstuk
van een achtweekse stoomcursus.
In totaal hebben ruim dertig personen
(aspirant-schilders en Albeda-deelnemers)
meegewerkt aan het opknappen van de
loopbrug.
Hoofdstuk II
2.1 De deelnemer centraal
Meer dan in voorgaande jaren zal de rol en positie van deelnemers van
invloed zijn op het handelen van de school. Toekomstige ontwikkelingen
zoals loopbaangericht leren, van aanbod naar vraaggestuurd onderwijs et
cetera, kunnen alleen kans van slagen hebben als deelnemers een rol
krijgen bij de realisatie hiervan. Hiertoe zal het Albeda College zorgdragen
voor een betere communicatie tussen de school en de deelnemers, alsmede
de realisatie van participatie.
Medezeggenschap deelnemers
De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van het Albeda College
heeft in 2003 geen initiatief genomen om te komen tot een vorm van
deelnemersvertegenwoordiging. Achtergrond van deze beslissing is de
komst van een Ondernemingsraad.
Voor het jaar 2004 staan OR-verkiezingen op het programma. Daarmee is
de ontkoppeling van de personeelsgeleding en de deelnemer-/oudergeleding
van de medezeggenschapsraad (MR) automatisch een feit.
In discussies hierover is overigens meermalen twijfel geuit over de kans op
succes van een deelnemersvertegenwoordiging, zodra eenmaal de Wet op
de Ondernemingsraden van toepassing zou zijn verklaard op de bve-sector.
Het blijkt in de praktijk moeilijk om binnen een grote organisatie als het
Albeda College deelnemers te enthousiasmeren om echt betrokken te
raken bij de gang van zaken. De geringe belangstelling voor deelname aan
de MR spreekt boekdelen. Toch vinden we concrete participatie van groot
belang. Het College van Bestuur en de managers gaan na hoe de afstand
tussen deelnemers en het niveau waar beslissingen worden genomen, te
verkleinen.
>
Deelnemers
Als we realistisch zijn, moeten we vaststellen dat het moeilijk zal zijn een
voldoende vertegenwoordiging van de deelnemers te realiseren, ongeacht
of dat nu zal zijn binnen het kader van de Wet Medezeggenschap
Onderwijs (WMO) of de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Wij geloven dat een systeem van locatie- of instellingsraden een zinvolle
manier is om deelnemersparticipatie te realiseren en zullen nagaan of de
WOR hier voldoende ruimte voor biedt. Ook zullen we nagaan of we
daarmee voldoen aan de eisen die de wet stelt aan deze invulling van
deelnemersvertegenwoordiging.
2.2 Loopbaanontwikkeling
Het ‘vak’ Praktische sectororiëntatie of Loopbaanoriëntatie heeft in het
vmbo een vaste plaats in het lesprogramma gekregen. Het Albeda College
heeft in overleg met het vmbo een sector-oriëntatieprogramma ontwikkeld.
Ruim 1.100 derdejaars leerlingen vmbo bezochten in het kader van
hun loopbaanoriëntatie het Albeda College, met als doel een reëel beeld te
krijgen van mogelijke beroepen en opleidingen in de gekozen sector.
Op de open dagen in januari en maart hebben medewerkers op de grotere
locaties voorlichting gegeven over het volgen van opleidingen bij het
Albeda College. Ook heeft het Albeda College op verzoek van vmboscholen
of Arbeidsvoorziening deelgenomen aan circa 45 opleidings- en
beroepenmarkten.
In 2003 heeft voor het laatst de Onderwijs- en Beroepenbeurs van het
Albeda College plaatsgevonden in Ahoy’. Het accent in voorlichting zal de
komende jaren verschuiven van grootschalige onpersoonlijke voorlichtingsactiviteiten
naar een meer persoonlijke, op maat gesneden bijdrage aan de
loopbaanoriëntatie van nieuwe deelnemers.

Succesvolle themamiddag voor decanen en
mentoren
Decanen en mentoren spelen een belangrijke rol bij het geven van vorm en
inhoud aan het loopbaanoriëntatieproces in het vmbo. Om hen op de
hoogte te brengen van het onderwijsaanbod heeft het Albeda College in
januari 2003 de themamiddag De loopbaanbegeleiding van de deelnemer
georganiseerd. Zo’n 150 decanen en mentoren hebben aan deze middag
deelgenomen. De themamiddag voor decanen en mentoren werd als zeer
geslaagd beoordeeld en wordt daarom in 2004 herhaald.
Loopbaanoriëntatie
Jongeren die begeleiding nodig hebben bij het maken van een keus voor
een opleiding hebben de keuze: individuele keuzebegeleiding of een loopbaanoriëntatiecursus.
De Actietest op www.albeda.nl helpt vele jongeren
om een goede beroepskeuze te maken.
Met het doorstroomformulier van vmbo naar mbo
Het doorstroomformulier is één van de instrumenten om de overstap van
vmbo naar mbo te verbeteren. Het ingevulde doorstroomformulier dient
als voorloper van een portfolio, een (digitale) map met vorderingen en
studieresultaten. Het Albeda College participeert samen met andere kennisinstellingen
in Rotterdam en omgeving in de werkgroep ‘Samenhang in
Doorstroom’. Naast het doorstroomformulier en het portfolio ontwikkelt
deze groep ook een doorgaande lijn op het gebied van sociale competenties.
In 2003 zijn in de regio Waterweg-Noord vmbo-leerlingen doorgestroomd
met een doorstroomformulier.
Competentiegericht onderwijs
De omslag naar competentiegericht onderwijs vraagt ook om een andere
manier van voorlichten. We moeten nieuwe deelnemers precies vertellen
wat ze kunnen verwachten in een competentiegerichte onderwijsomgeving.
>
19
2.3 Begeleiding en uitval
Het verminderen van het voortijdig schoolverlaten is één van de strategische
doelen van het Albeda College. Wij hechten sterk aan het bieden
van kansen aan inwoners van de regio Rijnmond om zich verder te
ontwikkelen en zich een plek binnen de samenleving te verwerven via
opleiding of werk. In de zogeheten Lissabon-accoorden is op Europees
niveau afgesproken om het aantal 18- tot 24-jarigen zonder startkwalificatie
tussen 1999 en 2010 te halveren.
Het Albeda College heeft het terugbrengen van uitval tot één van haar
prestatie-indicatoren benoemd. Voor het jaar 2004 staat een nulmeting
gepland. Op basis van de resultaten van deze nulmeting formuleren we
concrete verbeterdoelstellingen en gaan we aan de slag. In de verschillende
managementcontracten krijgen deze verbeterdoelstellingen een plaats.
Els Lubbers
De strijd tegen voortijdig
schoolverlaten
Hoog op de prioriteitenlijst van het Albeda
College staat de strijd tegen het voortijdig
schoolverlaten. Samenwerking tussen het
onderwijs en de instellingen voor jeugdzorg
maakt deze strijd effectiever. Els Lubbers,
ambassadrice risicoleerlingen, brengt de verschillende
partners bij elkaar aan tafel. Het
resultaat is dat leerlingen veel beter gevolgd
en opgevangen worden, op en buiten school.
Goed voorbeeld is het Justitieel Casusoverleg
(JCO) in Rotterdam IJsselmonde. Iedere veertien
dagen overleggen politie, de wijkagent,
het Openbaar Ministerie, een vertegenwoordiger
van Leerplicht, bureau HALT, het
Adviezenmeldpunt Kindermishandeling (AMK)
en de jeugdreclassering. Het vroeg signaleren
van afwijkend gedrag maakt gerichte actie en
hulp van de leerling en het gezin waar hij of
zij woont, mogelijk. Zo maken de verschillende
partijen werk van hun gezamenlijke verantwoordelijkheid.

III Hoofdstuk
• Onderwijs
III

Hoofdstuk III
3.1 Deelnemers en diploma's
De tabel laat de historische ontwikkeling van het aantal deelnemers en
gediplomeerden in het middelbaar beroepsonderwijs zien.
divisie/werkeenheid Aantallen
Cursusjaar
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Economie ingeschreven deelnemers 6309 6443 6552 6816 6579 6625
diploma's kalenderjaar 1638 1480 1118 1926 1595 1927
Educatie ingeschreven deelnemers 797 1876 3466 4868 2882 2069
diploma's kalenderjaar 66 39 144 257 385 369
G&W/D&V ingeschreven deelnemers 4556 5072 5662 6466 7288 8230
diploma's kalenderjaar 1273 1093 1206 1437 1624 1949
Techniekingeschreven deelnemers 3767 4080 3989 3905 3667 3382
diploma's kalenderjaar 895 700 818 877 886 919
Werken aan Werk ingeschreven deelnemers 0 0 0 374 260 415
diploma's kalenderjaar 0 0 0 0 0 0
Totaal ingeschreven deelnemers 15429 17471 19669 22429 20676 20721
Beroepsonderwijs diploma's kalenderjaar 3872 3312 3286 4497 4490 5164
Educatie ingeschreven deelnemers 4879 4535 5435 6346 6188 6200
diploma's kalenderjaar 0 0 0 0 0 0
Totaal ingeschreven deelnemers 20308 22006 25104 28775 26864 26921
Albeda College diploma's kalenderjaar 3872 3312 3286 4497 4490 5164
>
Onderwijs
Rendement
Het rendement is één van de prestatie-indicatoren voor het Albeda
College. Het College van Bestuur heeft drie definities van rendement
vastgesteld:
• nominaal rendement;
• certificatenrendement;
• potentieel rendement.
Deze en andere prestatie-indicatoren komen voort uit de inventarisatie van
de informatiebehoefte door de stuurgroep Management Informatie
Systeem (MIS) en CBE-consultants in het rapport: ‘Naar een voldragen
managementinformatiesysteem voor het Albeda College’.
De afdeling Datamanagement en Informatie (DMI) heeft een rapport over
het rendement gemaakt. Het rendement is bepaald per opleiding, niveau
en leerweg.
De analyse van het rendement leidde tot de volgende conclusies:
• Iets meer dan de helft van de deelnemers (40%) behaalt na vier jaar
een diploma, en 12% behaalt één of meerdere certificaten.
• Deelnemers die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen,
functioneren beter dan deelnemers die leren binnen de beroepsopleidende
leerweg (bol). 60% van de bbl-deelnemers, tegenover 40% van de
bol-deelnemers, behaalt in vier jaar tijd een diploma of één of meerdere
certificaten.
Het College van Bestuur en de algemeen directeuren zijn van plan om aan
het nominaal rendement van opleidingen verbeterdoelstellingen te koppelen.
Deze verbeterdoelstellingen worden ook opgenomen in de managementcontracten.

3.2 Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg is één van de speerpunten in het beleid van het Albeda
College. De dienst Kwaliteit maakt onderdeel uit van het domein
Onderwijs & Kwaliteit. Het is haar taak er toe bij te dragen de missie en de
strategische doelen te realiseren die zijn verwoord in het strategische
beleidsdocument 'het Albeda College richting 2007'. De dienst heeft bij
het realiseren van de onderwijskundige doelstellingen zowel een initiërende
als een controlfunctie.
De wet schrijft voor dat iedere instelling een stelsel van kwaliteitszorg
inricht en regelmatig de kwaliteit van het onderwijs laat beoordelen, onder
meer door externe onafhankelijke deskundigen.
Zelfevaluatie en visitatie
In het najaar van 2003 vond het Periodiek Kwaliteits Onderzoek (PKO)
door de Inspectie van het Onderwijs plaats. Dit is de eerste keer dat het
Albeda College werd beoordeeld op basis van de nieuwe wetgeving, de
Wet op het Onderwijs Toezicht.
Als voorbereiding hierop zijn er door de verschillende divisies en werkeenheden
zelfevaluaties aangeleverd. Hierin is een eigen oordeel over de kwaliteit
van het onderwijs gegeven, zo mogelijk met gebruik van het oordeel
van externe deskundigen.
Het PKO wijst uit dat het Albeda College in voldoende mate zorgdraagt
voor toegankelijk onderwijs. Het domein 'Onderwijs & Leren' wordt als
voldoende beoordeeld, de 'toegankelijkheid' voor alle (kansarme) doelgroepen
als goed. Alle divisies en onderzochte opleidingenclusters scoren
positief. Hoewel twee divisies een voldoende scoren op 'Rendement',
scoort het Albeda College als geheel nog niet voldoende. Het domein
'Kwaliteitsborging en -verbetering' is van voldoende niveau.
>
23
Samengevat heeft de Inspectie vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs,
maar constateert tevens dat op sommige punten verbetering nodig is.
Mede op basis van het PKO heeft de dienst Kwaliteit een aantal verbeterdoelstellingen
voor 2004 geformuleerd. De belangrijkste is beleid rond de
inzet van onafhankelijk deskundigen bij de beoordeling van de kwaliteit
van het onderwijs. Een ander verbeterpunt is het integrale karakter van de
beleidscycli op verschillende niveaus in de organisatie. Een derde punt dat
verbeteren moet is rendement; het Albeda College zal duidelijkere rendementsdoelstellingen
moeten formuleren.
3.3 Cultuur en Educatieve televisie
3.3.1 Kunst en cultuur
In het verslagjaar 2003 kreeg het financieel gezond maken van de organisatie
prioriteit boven andere doelstellingen, zoals die op het gebied van
kunst en cultuur. De bereikte financiële stabiliteit zorgt voor een gunstige
uitgangspositie voor het realiseren van de doelstellingen zoals die in ‘Het
Albeda College richting 2007’ zijn vastgelegd:
1 Cultuur heeft een vaste plaats in de opleidingen aan het Albeda College:
- we bieden aparte beroepsopleidingen in de sector cultuur aan;
- we geven cultuur een plaats in een groot aantal beroepsopleidingen.
2 Deelnemers participeren in culturele evenementen buiten de school.
3 Educatieve televisie speelt een rol binnen veel opleidingen.
In 2003 is op alle niveaus in de organisatie gewerkt aan het realiseren van
deze ambitieuze doelstellingen. Dat gaat niet in één keer: doordat de lat
Rotterdam International Trading
Company
Een simulatiebedrijf dat cursisten van 16 tot
22 (niveau mbo 1) leert wat het is om in een
handelsmaatschappij te werken. De onderneming
heet Rotterdam International Trading
Company (Ritc) en kreeg op 30 september
2003 bezoek van Annet Nijs, de (inmiddels
afgetreden) staatssecretaris van OCW. De formule,
uniek in Nederland, is ontwikkeld voor
een groep die van oudsher weinig aandacht
krijgt. In een lokaal aan de Baljuwstraat is de
onderneming gevestigd. De leerlingen nemen
bestellingen aan, zorgen dat de orders correct
uitgevoerd worden en zijn verantwoordelijk
voor alle bedrijfsprocessen: inkoop, facturering,
debiteuren- en crediteurenadministratie,
personeelszaken, loonadministratie en receptie.
De staatssecretaris kreeg een demonstratie
en maakte een praatje met alle cursisten.
Sommigen van hen zaten drie weken geleden
voor het eerst van hun leven achter een pc!
SimNet, onderdeel van Kliq, is verantwoordelijk
voor de sofware en hardware van het
simulatiebedrijf. Via SimNet heeft de
Rotterdam International Trading Company
contact met simulatiebedrijven over de hele
wereld. Het RiTC heeft een aanvraag ingediend
voor de status van leerbedrijf. Dan
wordt het mogelijk bij de handelsonderneming
stage te lopen.

hoog ligt, is gewerkt in kleine maar belangrijke stappen. Het College van
Bestuur heeft nadrukkelijk bijgedragen aan het realiseren van deze belangrijke
ambitie door het beschikbaar stellen van faciliteiten in de vorm van
innovatieve middelen en mankracht bij de advisering. Daardoor zijn de
divisies en werkeenheden in staat te doen wat nodig is om de doelstellingen
te realiseren.
Wat hebben we in 2003 gerealiseerd?
Wat betreft de eerste doelstelling zijn op centraal niveau via een interactief
proces binnen het netwerk Kunst en Cultuur (waar van elke divisie en
werkeenheid een vertegenwoordiging aanwezig is) de uitgangspunten van
kunst en cultuur binnen de instelling besproken. Het Albeda College participeert
in het Platform MBO Kunstonderwijs. Dat platform heeft stappen
gezet voor de ontwikkeling van mbo kunstvakopleidingen en de erkenning
van deze opleidingen.
Vanuit interne innovatiegelden hebben enkele opleidingen gebruik
gemaakt van de mogelijkheid om het aspect cultuur binnen de beroepsopleidingen
toe te passen:
• Bij de divisie Educatie is in samenwerking met museum Boymans van
Beuningen een project ontwikkeld voor de Taalgroepen in de deelgemeente
Noord.
• Binnen de divisie G&W/D&V zijn voor de opleidingen Gezondheidszorg,
in samenwerking met de MBO Theaterschool, kunstzinnige activiteiten
ontwikkeld en gekoppeld aan het curriculum. Bij de opleidingen SCW en
SPW zijn diverse kunstzinnige modules ontwikkeld.
• Bij de divisie Techniek is een module kunst en cultuur ontwikkeld die
gekoppeld is aan de opleiding Elektrotechniek.
Na de start van de MBO Theaterschool (een samenwerkingsverband met
Jeugdtheater Hofplein) in 2002 zijn contacten gelegd met het hbo-dansonderwijs
om te onderzoeken of in samenwerking een mbo-dansopleiding
>
Onderwijs
kon worden ontwikkeld. Door de ongunstige financiële situatie van het
Albeda College was een start in 2003 niet mogelijk.
Externe subsidiegelden:
• Van de Cultuur-en-school-gelden voor de bve-sector is door de divisie
Techniek een projectsubsidie verkregen voor het project ‘Van Vlakke
Vloer tot Open Podium’.
• Voor het project ‘Cultuur heeft vele gezichten’ is van de gemeente
Rotterdam opnieuw een subsidie ontvangen.
Het onderzoek dat uitgezet is binnen de organisatie leverde te weinig reacties
op om voldoende representatieve gegevens in kaart te brengen. De
beoogde nulmeting is daarmee niet gerealiseerd.
Participeren in culture evenementen buiten de
school
I. Activiteiten buiten het lesprogramma
De volgende cijfers zijn afkomstig van het Shared Service Centrum. Uit het
onderzoek zijn te weinig andere gegevens naar boven gekomen.
A. Project ‘Cultuur heeft vele gezichten’ onderverdeeld in:
1. Backstage project (locatie Stolwijkstraat): 20 deelnemers
2. Fashion Time (locatie Haastrechtstraat): 30 deelnemers
3. Shift Media (locatie Slingeplein): 35 deelnemers
B. Deelname Digital Playground 2003: 7 dagdelen en 350 cursisten
C. Kunst & Cultuurweken 2003 met de naam Blikvangers: 7 weken van
Albeda-brede activiteiten op het gebied van kunst en cultuur. Blik op
Beeldend (62 deelnemers), Blik op Dans (210 deelnemers), Blik op Taal
(75 deelnemers), Filmblik (90 deelnemers), Blik op Theater (245 deelnemers),
Blik op Muziek (80 deelnemers) en Slotblik (60 deelnemers).
Totaal aantal deelnemers: 822

II. Buitenschoolse activiteiten
In samenwerking met de Dutch Alliance zijn voorbereidende gesprekken
gevoerd voor wat betreft de deelname van het Albeda College aan de
Wereldtalentendag 2004 tijdens het Festival Mundial in Tilburg.
De rol van educatieve televisie binnen de
opleidingen
In het jaar 2003 is deze doelstelling niet gerealiseerd. Voor het jaar 2004
concentreren we ons op het verder uitbouwen van de resultaten die we
hebben behaald voor wat betreft de volgende twee doelstellingen:
Doelstellingen voor 2004
1 Cultuur heeft een vaste plaats in de opleidingen aan het Albeda College:
- we bieden aparte beroepsopleidingen in de sector cultuur aan;
- we geven cultuur een plaats in een groot aantal beroepsopleidingen.
2 Deelnemers participeren in culturele evenementen buiten de school.
3.3.2 Educatieve televisie
De Rotterdamse pilot educatieve televisie (ETV.nl) startte in 2002. In 2003
stelden de ministeries van OCW en SZW geld ter beschikking om het concept
verder uit te rollen naar Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Verder is
de subsidie bedoeld om instrumenten te ontwikkelen die het educatieve
effect van ETV.nl meetbaar maken. De steun heeft het mogelijk gemaakt
lokaal/regionale vensters in Haaglanden, de provincie Utrecht en de stad
Amsterdam te realiseren. Deze vensters zullen ook in 2004 en 2005 operationeel
blijven, zo hebben de gemeenten Rotterdam, Den Haag,
Amsterdam en Utrecht en de ROC's Albeda College, de Mondriaan onderwijsgroep,
ROC van Amsterdam en ROC Midden Nederland na overleg
besloten.
>
25
In 2003 is verder aandacht besteed aan de oprichting en inrichting van de
landelijke Stichting Expertise-centrum ETV.nl, de realisatie van uitzendingen
bij de betrokken ETV.nl-partners en de ontwikkeling van het concept
ETV.nl. Daarnaast heeft een uitvoerige oriëntatie plaatsgevonden op de
manier waarop je kunt laten zien wat het educatief rendement is van educatieve
televisie.
Kortom: ETV.nl heeft, naar het zich laat aanzien, een plaats verworven op
de onderwijskaart. De Stichting Expertisecentrum ETV.nl gaat voort op de
ingezette lijn. Voor 2004 en 2005 staan onder meer de volgende zaken op
het programma:
• Het inrichten van een centraal bureau.
• Expertise over educatieve televisie ontwikkelen en ter beschikking stellen.
• Het concept uitrollen naar andere participanten, waaronder ROC's en
andere (educatieve) instellingen.
• Meetinstrumenten (voor effect en rendement) ontwikkelen.
• Het concept ETV.nl verder uitbouwen.
• Opbouwen en ontsluiten van (nieuwe) kennis voor de lokale/regionale
vensters en nieuwe toetreders.
• Nieuwe content (redactioneel-educatieve inhoud) verwerven.
• Strategische en operationele samenwerkingverbanden aangaan.
• Voorbereiden op financiële zelfstandigheid in 2006.
3.4 Doorstroom
Doorstroom vmbo-mbo
In het jaar 2003 stond de aansluiting en doorstroom van vmbo naar mbo
en van mbo naar hbo prominent op onze agenda. Met ingang van het
schooljaar 2003/2004 kwamen de eerste leerlingen binnen van het vernieuwde
vmbo.
De kracht van ETV.nl
ETV.nl is het televisiekanaal van het Albeda
College dat 24 uur per dag onderhoudende,
interessante en leuke programma's uitzendt.
Een prachtig voorbeeld is Taalklas, gepresenteerd
door docente Nederlands Hannie de
Waard. Taalklas is bedoeld voor groepen die
de Nederlandse taal al een beetje beheersen,
maar niet of te weinig door het onderwijs
bereikt worden. Veelbelovend is de soap Voor
elkaar, onderdeel van het project
Inburgeringstv dat televisie-uitzendingen koppelt
aan e-learning en groepsactiviteiten.
ETV.nl maakt programma's voor nieuwkomers,
oudkomers, ouderen, ouders met schoolgaande
kinderen, beginnende lezertjes, werkzoekenden
en groepen die een cursus volgen.
Televisie bereikt grote aantallen kijkers (1,6
miljoen voor ETV.nl), informeert, enthousiasmeert
én verleidt. Zo liet de Dienst Stedelijk
Onderwijs (DSO) van de gemeente Rotterdam
ETV.nl het Rotterdams Onderwijs Journaal
maken. Jeroen Kramers, bekend van Klokhuis,
vertelt ouders met kinderen in het basisonderwijs
of het voortgezet onderwijs over onderwerpen
als de Citotoets, opvoeden, pesten,
bedplassen en het aanpakken van schoolverzuim.
Dieuwertje Blok presenteert Blokletters,
een serie voor analfabete vrouwen. Blokletters
sluit aan op de landelijke campagne
Alfabetisering.

De contactpersonen voor het vmbo, die vanuit het Albeda College de contacten
onderhouden met decanen/mentoren van de vmbo-scholen, fungeerden
als eerste aanspreekpunt voor vragen rond de overstap van vmboleerlingen
naar het Albeda College. Daarnaast zijn er vanuit de divisies op
managementniveau samenwerkingsafspraken gemaakt met vmbo-scholen
om de aansluiting en doorstroom vanuit het vmbo te verbeteren.
Regelmatig vond informatieuitwisseling plaats over allerlei actuele ontwikkelingen
in de beroepskolom. Denk daarbij aan de nieuwe kwalificatiestructuur
en het nieuwe leren in het vmbo. De moeite van het vermelden
waard is dat ook tussen docenten/mentoren vmbo en docenten(teams)
mbo binnen dezelfde branches intensief contact is ontstaan. Betrokken
noemen deze kennismaking met elkaars culturen erg nuttig en vooral leerzaam.
Monitoring is bij doorstroom natuurlijk van levensbelang. In december
2003 zijn de vorderingen van de leerlingen die per augustus ingestroomd
waren, besproken met de toeleverende scholen. Wanneer daar aanleiding
toe was, is rechtstreeks contact gezocht met de leerling.
Voorkomen van voortijdig schoolverlaten
Uit een onderzoek in 2002 is gebleken dat steeds meer leerlingen vanuit
het praktijkonderwijs door willen stromen naar een opleiding op het
Albeda College. Helaas komen nogal wat leerlingen uit deze groep niet op
de juiste opleiding terecht en dreigen (hierdoor) uit te vallen. Om de aansluiting
te verbeteren hebben we in 2003 intensieve contacten gelegd met
directieleden van scholen en zijn concrete afspraken gemaakt. Zo zullen de
scholen de leerlingen aanmelden bij het Trajectbureau en worden gegevens
teruggekoppeld, zodat de scholen informatie krijgen over het vervolgtraject.
Daarnaast zijn er verkennende gesprekken gevoerd om een gezamenlijk
project genaamd 'Van Eindstation naar Tankstation' te starten.
>
Onderwijs
In 2003 heeft het Albeda College geparticipeerd in het convenant
'Beroepsonderwijs ontketend'. De partners - de onderwijsinstellingen voor
voortgezet onderwijs, de beide ROC's, Bureau Jeugdzorg, de gemeente
Rotterdam en de rijksoverheid - gaan intensief samenwerken in de strijd
tegen het voortijdig schoolverlaten. Het gaat om jongeren die het onderwijs
de rug hebben toegekeerd of de school dreigen te verlaten, maar nog
geen startkwalificatie hebben. De redenen van voortijdig schoolverlaten
zijn heel divers. De school biedt soms onvoldoende uitdaging voor de deelnemers,
maar vaak is er sprake van verschillende met elkaar samenhangende
factoren, zoals ingewikkelde thuissituatie, leerachterstand, sociaal-emotionele
problematiek, gezondheidsproblematiek en ander factoren. De in
het convenant voorgestane ketenaanpak belooft een duidelijke meerwaarde
in de aanpak van uitval.
Nauw samenwerken met jeugdhulpverlening
In 2003 is in het convenant een aantal programmalijnen verder uitgewerkt.
Het Albeda College heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de effectieve
samenwerking tussen onderwijs, jeugdzorg en GGD.
Als aanvulling op de opleidingsgebonden deelnemersbegeleiding en het
schoolmaatschappelijk werk is op twee locaties met relatief veel risicodeelnemers
geëxperimenteerd met samenwerkingstrajecten met de jeugdhulpverlening.
Door het verbinden van de jeugdhulpverlening aan het onderwijs
kon directe hulp worden geboden, ingebed in de structuur van het
onderwijs, zonder de deelnemers uit de opleiding te halen.
De experimenten hebben inzicht gegeven in de belemmeringen in de praktijk
en de knelpunten op het gebied van regelgeving en financiën. In het
schooljaar 2004-2005 worden deze experimenten verbreed. Ze dienen als
basis voor het implementeren van onderwijs-zorg-arrangementen voor 250
(dreigende) voortijdig schoolverlaters.

In 2003 is het Albeda College op verzoek van de gemeente Rotterdam
begonnen met de voorbereiding van een integraal plan Voortijdig
Schoolverlaten (VSV). VSV is een meerjarenplan, waarin activiteiten in het
kader van VSV-subsidie en die vanuit het convenant Beroepsonderwijs
ontketend worden gebundeld.
Met het plan wordt een belangrijke volgende stap gemaakt in de integrale
benadering, zowel intern als extern, van het bestrijden van uitval en verbetering
van het rendement.
Doorstroom mbo-hbo
Met de hogescholen in Rotterdam is een goede samenwerkingsrelatie ontstaan.
In het convenant Doorstroomagenda (2002) zijn met de hogescholen
Hogeschool Rotterdam en Hogeschool INHOLLAND Rotterdam afspraken
gemaakt over de aansluiting en doorstroom van mbo naar hbo.
Behalve de programmatische afstemming richt het convenant zich ook op
het creëren van leeromgevingen en op het pedagogisch klimaat. Op vele
fronten zijn aansluitingstrajecten gerealiseerd met een verkorting van opleidingsduur
in het hbo.
3.5 Voorzieningen
Goed werkende systemen zijn de bron voor het
ontwikkelen van beleid
Het Albeda College maakt gebruik van de volgende bedrijfskritische
applicaties:
• Edukaat (basisregistratie personele gegevens);
• Exact (financiële administratie);
• Icaris/Icaris-E (deelnemersregistratie)
>
27
De informatie uit de verschillende systemen wordt onder andere gebruikt
ter ondersteuning, controle en verbetering van het uitgezette beleid. De
afdeling DataManagement & Informatie (DM&I) besteedt veel aandacht
aan verbetering van de informatievoorziening. Dat doet zij onder meer
door het (pro)actieve monitoren van de systemen en het ontwikkelen van
nieuwe modules.
Beide activiteiten zorgen voor een constante dataverrijking binnen de systemen.
Deze verrijking zorgt ervoor dat de informatie die we gebruiken
voor interne verantwoording van een betere kwaliteit is. Ook de kwaliteit
van informatie naar externe partijen zoals het ministerie van OCW,
gemeenten, de Inspectie en andere partijen is verbeterd.
Op basis van het onderzoeksrapport van CBE-consultants: 'Naar een voldragen
managementinformatiesysteem voor het Albeda College', is geconcludeerd
dat de informatiebehoefte groot en divers is en dat benodigde
beleidsondersteunende informatie vaak samengesteld moet worden uit
meerdere bronnen.
De afdeling DM&I heeft een onderzoek gestart om te achterhalen hoe en
met welke wijze tools deze samengestelde informatie betrouwbaarder en
efficiënter tot stand gebracht kan worden. Op basis van de resultaten
besluit DM&I tot inhoudelijke en technische maatregelen.
Afdeling Mobiliteit locatie Aleyda van
Raephorstlaan krijgt pré-productie
Honda
Jan Allewijn kreeg uit handen van Honda
Nederland B.V. een zo goed als nieuwe préproductie
Honda Civic VTEC uit 1997. "Préproductieauto's
zijn de eerste auto's die van
de band rollen, maar niet worden verkocht.
Deze wagens worden door importeurs gebruikt
voor technische trainingen aan het personeel
van autodealers. Daarnaast dienen deze
wagens als showmodel tijdens onder andere
beurzen. Na een paar jaar zijn de modellen
verouderd en overbodig. De wagens worden
dan meestal verkocht aan personeelsleden van
de importeurs. In het kader van het optimaliseren
van de praktijksimulatie heeft Honda
Nederland B.V. het idee opgevat een pré-productiewagen
te schenken aan het Albeda
College", aldus Jan Allewijn. De zilverkleurige
bolide wordt op de locatie Aleyda van
Raephorstlaan gebruikt voor de praktijklessen
van de BOL 4- en de BOL/BBL 2-opleidingen.
Honda Nederland B.V. schonk de auto onder
de volgende voorwaarden: de auto mag alleen
gebruikt worden voor educatieve doeleinden,
zal niet doorverkocht mogen worden en mag
nooit op de openbare weg rijden. Honda
Nederland B.V. biedt onze docenten van de
afdeling Mobiliteit ook nog een training aan,
waarin zij zich kunnen verdiepen in de technische
snufjes van de Honda Civic VTEC.

IV Hoofdstuk
• Organisatie
IV

Hoofdstuk IV
4.1 Taken en verantwoordelijkheden
Was tien jaar geleden lesgeven vooral de individuele verantwoordelijkheid
van een docent, anno 2003 is een team van docenten gezamenlijk verantwoordelijkheid
voor een opleiding. Een verandering die naast individuele
verantwoordelijkheid collectieve verantwoordelijkheid en teamwork vereist.
Werken in een team vraagt om een gezamenlijk perspectief, oog voor
klanten en kwaliteit, teamdoelen, systematisch evalueren en plannen,
teamtaken, inzicht in elkaars kwaliteiten, collectieve scholingstopics en
onderlinge feedback. Zo ontwikkelen teams zich tot resultaatverantwoordelijke
eenheden.
Opleidingsteams
Binnen alle divisies van het Albeda College zijn er opleidingsteams van
docenten. Iedere docent heeft een team als thuisbasis. De teamleider is
meewerkend voorman: hij of zij geeft functioneel leiding aan een team in
een gecombineerde rol als teamleider en docent. In de ontwikkeling naar
resultaatverantwoordelijke teams heeft de teamleider een cruciale rol.
Binnen divisies zijn er meerjarenontwikkelingstrajecten, gericht op de totstandkoming
van effectieve opleidingsteams.
Duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden is noodzakelijk voor
een goed lopende organisatie. Wat doet een team, teamleider, manager en
bestuur? In de ontwikkeling van de organisatie is deze vraag op veel plaatsen
binnen het Albeda College onderwerp van gesprek en aanleiding voor
verschillende acties. Zoals het omschrijven van de verantwoordelijkheden
voor de verschillende teams. Het afstemmen van taken tussen de verschil-
>
Organisatie
lende niveaus van leidinggeven: de teamleider op operationeel, de
manager op tactisch, de directie op strategisch niveau van een divisie.
Daarnaast ontwikkelen teamleden en management profielschetsen met een
concrete omschrijving van rollen, taken, verantwoordelijkheden en competenties.
Beleidskaders
Om de onderwijsteams in staat te stellen te excelleren, zijn heldere en
motiverende beleidskaders een must. Voor diverse terreinen ontwikkelde
het College van Bestuur uitgangspunten. Zo werkte het College van
Bestuur in 2003 een visie uit op het terrein van performancemanagement
en een format voor een managementovereenkomst. Concreet betekent dit
dat het College van Bestuur met ingang van 2004 een managementovereenkomst
sluit met de directies van de divisies - in eerste instantie de
beroepsdivisies - met afspraken over wederzijdse inzet en verplichtingen
per resultaatgebied: strategisch divisiebeleid, kwaliteitszorg, management
en organisatie, deelnemers, onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en
systemen.
4.2 Huisvesting en
Bouwkundige Zaken
Aan het begin van het verslagjaar 2003 omvatte het totale huisvestingsbestand
165.580 m2 bruto vloeroppervlak (bvo); een stijging met 2.504 m2 ten opzichte van 2002.
Door de aankoop van het pand aan de Mathenesserlaan steeg het oppervlak
in eigen bezit, het zogenoemde eigendomsbestand, van 106.123 m2 naar 114.606 m2 bvo. Het huurbestand nam ten opzichte van 2002 af met
5.979 m2 en was in januari 2003 50.974 m2 bvo.

Het gemiddeld kostenniveau van de eigendomspanden bedroeg in 2003
€ 55,21 per m2 bvo, voor het huurbestand was dit € 120,22.
Het gemiddeld kostenniveau van het totale bestand bedroeg € 77,74
per m2 bvo. In 2002 was dit € 71,10.
In 2003 zijn we gestart met de voorbereidingen voor het aanvragen van
een bouwvergunning voor het pand aan de Mathenesserlaan. Een grondige
renovatie en vernieuwbouw moet dit pand, een voormalig kantoorgebouw,
geschikt maken als onderwijslocatie voor de divisie Educatie. Aan
het einde van 2003 werden de werkzaamheden in het pand gestart, de
oplevering van het pand is voorzien in medio 2004. In Middelharnis is het
gebouw ‘De Sjem’ aangepast en geschikt gemaakt als onderwijslocatie
voor de divisie Educatie.
Dat de wet- en regelgeving op diverse terreinen verscherpt is, was in het
jaar 2003 duidelijk merkbaar. Naast lopende onderzoek op het gebied van
onder meer legionella en HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points,
een systematiek om voedselveiligheid te bewaken en te garanderen), kondigden
zogenoemde preventieteams van de brandweer bezoeken aan de
locaties aan. Met de cafébrand in Volendam in het achterhoofd, zal de
overheid de strengere eisen hanteren voor het afgeven van een gebruiksvergunning.
Bestaande installaties en preventieve voorzieningen als vluchtroutes
zullen bij de beoordeling een belangrijker rol spelen.
Verder zullen wij te maken krijgen met de gevolgen van twee nieuwe richtlijnen
van het ministerie van VROM:
• het opmaken van risicoanalyses voor valbeveiligingen op daken;
• constructief onderzoek naar zogeheten lichte platte daken.
Deze laatste richtlijn is opgesteld naar aanleiding van het instorten van
enkele daken in Nederland na zware regenval. Ook kregen we te maken
met het nieuwe Bouwbesluit dat in 2003 van kracht werd.
>
31
De volgende mutaties hebben zich in de verslagperiode voorgedaan:
• Het niet aangetrokken Cebeco-pand is uit het bestand verwijderd.
• De locatie Elzendaal is afgestoten naar de Dienst Stedelijk
Onderwijs.
• Per 31 mei 2003 is de locatie Handelsplein 62 afgestoten. Het
bedrijfsbureau van de divisie Techniek verhuisde naar de locatie
Haastrechtstraat.
• De voorgenomen aantrekking van een huurpand in Schiedam
(Schiehove) werd niet gerealiseerd.
• De locatie Nieuwstraat werd per 31 augustus 2003 teruggeleverd
aan ROC Zadkine. In afwachting van het betrekken van het pand
aan de Mathenesserlaan werden de opleidingen tijdelijk gehuisvest
in het pand aan de Goudsesingel of ondergebracht bij de overige
Educatiepanden.
• In Hellevoetsluis werd de nieuwbouw van het Technisch Paviljoen in
gebruik genomen. Hierdoor konden de locaties Moriaanseweg en
Dierenriem worden opgeheven.
• Aan het eind van het jaar werd in Middelharnis het gebouw De
Sjem door de divisie Educatie in gebruik genomen. De locatie
Kastanjelaan kon hierdoor worden afgestoten en het medegebruik
door de divisie Educatie van de locatie Schoolstraat werd beëindigd.
• Voor de in 2002 betrokken locatie Thorbeckelaan in Spijkenisse
werd de sporthal De Akkers aan het huurbestand toegevoegd.
• De voormalige panden van het Centrum voor Vakopleidingen aan
de Houtlaan en Van Graftstraat in Rotterdam en aan de
Ringerstraat te Schiedam zijn ondergebracht bij Matrix B.V. en om
die reden niet in het bestand opgenomen.

Drukwerk Europees aanbesteed
Onder regie van het Shared Service Centrum is
de Europese aanbesteding van drukwerk
afgerond. Het resultaat is dat twee drukkerijen
het drukwerk voor het Albeda College gaan
verzorgen. Drukkerij Van Driel uit Rotterdam
drukt per 1 september 2003 alle huisstijlproducten,
enveloppen, briefpapier, posters en
flyers. De Thieme GrafiMedia Groep verzorgt
alle brochures, gidsen en bladen.
4.3 Shared Service Centrum
Het Shared Service Centrum in ontwikkeling
Al ruim drie jaar verzorgt het Shared Service Centrum (SSC) een belangrijk
deel van de dienstverlening voor het Albeda College. De afgelopen jaren
heeft het SSC zich weten te ontwikkelen en verbeteren, een continu proces.
Het eerste halfjaar van het verslagjaar 2003 was voor het SSC een
moment van reflectie. De antwoorden op vragen als ‘wat willen we zijn?’
en ‘wat willen we doen?’ legden de basis voor verdere strategievorming in
de vorm van de Strategienota 2003 t/m 2005. Na de zomervakantie hebben
we een begin gemaakt met het in de praktijk brengen van onze voornemens.
Visie en positionering
Vanuit het huidige werkterrein hebben we een visie ontwikkeld. Op basis
van die visie weten we hoe we als organisatie moeten veranderen om het
einddoel, zoals dat in de visie is vastgelegd, te bereiken. Hieronder de
belangrijkste ambities en doelstellingen.
Het SSC:
• opereert als een zelfstandige en marktgerichte werkmaatschappij. Wij
stellen ons pro-actief en klantgericht op;
• motiveert en stimuleert medewerkers zodat zij in staat zijn deze rol zo
goed mogelijk in te vullen;
• concentreert zich op het organiseren van zowel Albeda-brede als divisiespecifieke
niet-onderwijsinhoudelijke activiteiten. Het SSC werkt met
contractpartners: specialisten die zich in de markt bewezen hebben en in
staat zijn de gevraagde diensten vakkundig en binnen planning en budget
uit te voeren. Het SSC kiest voor het zélf uitvoeren van de dienst
wanneer dit voordeliger is, of wanneer deze keuze een duidelijke toegevoegde
waarde heeft;
>
Organisatie
• is de strategische partner die ongeacht de werkwijze en organisatievorm
van het onderwijsproces, voor het Albeda College en haar onderdelen
een toegevoegde waarde creëert. Het SSC volgt de strategische bewegingen
van het Albeda College en zal continue werken aan de verbetering
van de kwaliteit;
• onderhoudt een zakelijke klant-leveranciersrelatie met haar contractpartners.
Hieraan liggen heldere wederzijdse kwantitatieve en kwalitatieve
afspraken aan ten grondslag.
Het SSC wil de komende jaren zijn positie bewijzen als dé intermediair van
producten en diensten die het grootste deel van de niet-onderwijsgerelateerde
dienstverlening voor de klant organiseert. Op basis van geloofwaardigheid,
betrouwbaarheid en transparantie wil het SSC de vanzelfsprekende
partner zijn voor het onderwijsproces. Hierbij ligt sterk de nadruk op de
volgende aspecten:
1. Vraaggestuurde dienstverlening (contractueel en klantgericht).
2. Efficiency (kostenbesparing op de Albeda-brede niet-onderwijsgerelateerde
processen).
3. Marktconformiteit, ofwel concurrerend zijn (ook qua cultuur).
In de lijn van deze visie en positionering is de afdeling Inkoop verder
geprofessionaliseerd en kwam binnen de vier productgroepen de nadruk te
liggen op optimalisatie, het verbeteren en uitbouwen van de producten- en
dienstenpakketten, stroomlijning en kostenbeheersing. Meer en meer
kiezen we voor het zogeheten makelaarsprincipe (bij ieder verzoek duidelijke
en weloverwogen afwegen ‘wat doen we zelf en wat besteden we
uit’) en een concentratie van diensten.
Het SSC heeft als doelstelling besparingen te realiseren op ondersteunende
diensten. Bespaard wordt onder meer door organisatie en concentratie van
de dienstverlening rond producten en onderwijsgerelateerde diensten.

Verder bespaart het SSC dankzij gebruik van (Europees aanbestede) raamcontracten,
zoals voor kopieerapparaten, ICT en drukwerk; mantelcontracten
(papier) en de herziening van huidige contracten. Kernwoorden bij
deze besparingen zijn: synergie, concentratie, efficiency, flexibiliteit, best
practices, versterking van de core business en het makelaarsprincipe.
In 2004 zetten we de koers, zoals uiteengezet in de strategienota, voort.
Volgens planning hebben we in 2005 onze doelstellingen gerealiseerd.
Inkoopnet
Eind 2003 liep de eerste pilot ‘elektronische inkoop’ af. In opdracht van het
College van Bestuur onderzocht het SSC diverse programma’s op dit
gebied en vond een programma dat het best aansloot op de wensen.
Verbeterpunten die uit de eerste pilot naar voren kwamen, konden in dit
programma worden doorgevoerd. Het programma wordt in de eerste helft
van 2004 geïmplementeerd bij het SSC en de divisie Economie. Albedabreed
zal het programma, dat Inkoopnet gaat heten, eind 2004 beschikbaar
en operationeel zijn.
>
33

V Hoofdstuk
• Medewerkers
V

fte
800,00
600,00
400,00
200,00
0,00
Primair en secundair proces 15 februari 2004
Tech
Eco
TB
GWDV
Secundair proces
Primair proces
ETV
divisie
Edu
WaW
Cs
SSC
Hoofdstuk V
5.1 Integraal personeelsbeleid
Om goed onderwijs te kunnen verzorgen, is een gezonde financiële en
personele basis een absolute vereiste. Aan de eerste voorwaarde, een
gezonde financiële bedrijfsvoering, is hard gewerkt. Het resultaat stelt ons
in staat verder te werken aan de inhoudelijke verdieping van het personeelsbeleid.
Het jaar 2003 kenmerkte zich op het personele vlak door een
grote mate van stabiliteit. Wel moest in het najaar een strak doorgevoerd
vacaturebeleid ervoor zorgen dat het Albeda College voorbereid was op de
personele gevolgen van de veranderende bekostiging op het terrein van
onder meer inburgering.
Verhouding inzet medewerkers primair
proces/overhead
Het College van Bestuur wil de komende jaren meer geld vrijmaken voor
het primaire proces. Dit geld kan beschikbaar komen door het efficiënt
inzetten van personeel en middelen. Voor het jaar 2004 zal een verbetering
van de verhouding tussen medewerkers primair proces en medewerkers
overhead een van de hoofddoelstellingen zijn. Het sturen op de invulling
van vacatures maar ook het sturen op taakbeleid zal hier een bijdrage aan
leveren.
Leeftijdsopbouw
Bij een aantal divisies is er sprake van een relatief ouder OP-bestand, dat
wil zeggen ouder dan 45 jaar. Wat betreft werving en selectie moeten we
de instroom van lagere leeftijdsgroepen bevorderen. Daar staat tegenover
dat wanneer het Albeda College de ervaring van deze groep oudere
docenten voor het onderwijs wil behouden, er ook meer aandacht moet
>
Medewerkers
300
250
200
150
100
50
0
20 - 24
komen voor het ouderenbeleid. In 2004 zal dan ook niet alleen meer aandacht
moeten worden besteed aan de optimalisatie van de in-, door- en
uitstroom van medewerkers maar ook aan het in evenwicht brengen van
de leeftijdsopbouw van het personeel.
ID-banen
Overzicht leeftijdscategorie
25 - 29
OP
OBP
30 - 34
35 - 39
40 - 44
45 - 49
In 2003 zijn 95 ID-medewerkers (bij velen nog steeds bekend als Melkertbanen)
uit de speciale pool doorgestroomd naar onze reguliere lijnorganisatie.
Daarmee is aan de interne detachering van ID-medewerkers een einde
gekomen en zijn zij volwaardige medewerkers van het Albeda College
geworden. Eind 2004 zullen, voor zover mogelijk, alle ID-medewerkers een
reguliere functie hebben gekregen.
50 - 54
55 - 59
60 -
OP

WAO-instroom
Cijfers van het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) laten
zien dat het instroompercentage in de WAO bij het Albeda College in
2003 nog slechts 0,7% bedraagd. Daarmee is het instroompercentage in
de WAO bij het Albeda College lager dan dat van de sector Onderwijs en
Wetenschappen en zelfs lager dan het landelijk instroompercentage. Een
belangrijke kentering, want in voorgaande jaren was het instroompercentage
van het Albeda College juist bovengemiddeld ten opzichte van de
sector en zeker ten opzichte van het landelijk instroompercentage.
Centrum Voor Vakopleiding wordt Matrix BV
Samen met ROC Zadkine heeft het Albeda College in 2003 een deel van
het voormalige Centrum Vakopleiding Volwassenen overgenomen en is
Matrix BV opgericht. De overgang is voor de ruim tachtig werknemers
tamelijk geruisloos verlopen. Strategisch overleg met de bonden heeft
geresulteerd in een nieuwe CAO. Ook bestaande ABP-pensioenaanspraken
zijn of worden gecontinueerd. In 2003 is in overleg met ROC Zadkine
besloten dat het Albeda College enig aandeelhouder van de BV zou
worden. Voorwaarde hierbij was dat de formatie in overeenstemming werd
gebracht met de omzetverwachting. Uitgangspunt hierbij is dat
Matrixmedewerkers zo veel mogelijk herplaatst worden.
In 2003 is een begin gemaakt met de fysieke integratie van de medewerkers
in onder meer de Albeda-(onderdelen)clusters Administratieve
Dienstverlening en Techniek. De vooruitzichten voor de Matrixmedewerkers
met een specifieke deskundigheid zijn niet florissant. De vernieuwde regelgeving
rond het openbaar aanbesteden in combinatie met de slechte reïntegratiemarkt
maakte dat we eind 2003 de overeenstemming van de formatie
met de omzetverwachting opnieuw naar beneden hebben moeten bijstellen.
In 2004 zal tot een stabilisatie moeten worden gekomen van de orderportefeuille
van Matrix BV, zodat deze onderwijsvorm niet verloren gaat.
>
37
Integraal personeelsbeleid
Integraal personeelsbeleid is gericht op arbeidsvoorwaarden, zorg en welzijn
en ten slotte professionalisering. De manager vervult als hiërarchisch
leidinggevende een primaire rol in de realisatie van integraal personeelsbeleid.
1. Arbeidsvoorwaarden
In 2003 is de interne regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden
verder verfijnd. De beoogde eenheid in regelgeving is, Albeda-breed,
bereikt.
1.1 Vakantieregeling
In 2003 hebben we de vakantieregeling gemoderniseerd. De nieuwe regeling
stelt het Albeda College in staat beter in te spelen op scholingsvragen
op die momenten die voorheen in de vakantie vielen en daardoor niet productief
waren. Met andere woorden: de reguliere onderwijsvakanties zijn
niet langer per definitie de vakantieperiodes voor werknemers van het
Albeda College. Deze wijziging is in de CAO vastgelegd. Dat geldt ook
voor ziektedagen in de vakantie. In de nieuwe regeling tellen deze ook
voor docenten als gewone ziektedagen. Ze kunnen in overleg later worden
opgenomen.
1.2. Her- en laatintreders
In 2003 hebben we ruim 130 verzoeken om herinschaling van her- en laatintredende
werknemers behandeld. Een voor alle betrokkenen complex en
intensief traject dat we correct en, ten opzichte van het landelijke beeld, in
relatief korte tijd hebben weten af te ronden.
1.3 Werkgelegenheidsgarantie
Een belangrijke mijlpaal eind 2003 was dat, ondanks de bezuinigingen, de
voortschrijdende werkgelegenheidsgarantie voor medewerkers met een

vaste aanstelling of uitzicht op een vaste aanstelling, verlengd kon worden.
Het College van Bestuur durfde dit besluit te nemen ondanks de te verwachten
druk op het aantal arbeidsplaatsen. Er was vertrouwen in de kwaliteiten
van de medewerkers en in het gezamenlijke verantwoordelijkheidsgevoel
voor de werkgelegenheid. Medewerkers moeten de benodigde
flexibiliteit opbrengen. Werknemers behouden in ieder geval tot eind 2005
hun baan, maar zullen soms aan de slag gaan op een andere plaats in de
organisatie wanneer bijvoorbeeld de ontwikkeling van de deelnemersaantallen
daar aanleiding toe geeft. In 2004 zal opnieuw gekeken moeten
worden of de werkgelegenheidsgarantie weer kan worden verlengd. Dit zal
sterk door het kabinetsbeleid worden bepaald.
1.4 Loopbaancentrum
Naar verwachting zal de turbulentie op de onderwijsmarkt zich nog lang
blijven manifesteren, ondanks de bereikte stabiliteit op het terrein van
personeel. Als voorbereiding op deze turbulentie en de mogelijke veranderingen
bij de divisie Educatie is veel aandacht besteed aan het mobiliteitsbeleid.
Zo is onder meer het mobiliteitscentrum in 2003 operationeel
geworden. Bij het inrichten van het centrum is gebruik gemaakt van de
diensten van een externe deskundige. Drie loopbaanadviseurs - twee uit de
eigen gelederen en een extern geworven medewerker - zetten zich in voor
het begeleiden van medewerkers naar een andere betrekking binnen het
Albeda College.
Flexibiliteit en beweeglijkheid zijn dan voor een organisatie met ruim vijftig
vestigingen belangrijk om ontwikkelingen te volgen of in gang te zetten.
Daarnaast staat ook reïntegratie van langdurig zieken prominent op de
agenda van de medewerkers van het mobiliteitscentrum. We zijn er van
overtuigd dat deze inspanning de trend van dalende verzuimcijfers van de
afgelopen drie jaar zal versterken. In 2004 zal het mobiliteitscentrum uitgroeien
tot een volwaardig loopbaancentrum waarin ook plaats is voor
loopbaanbegeleiding, het doen van testen op allerlei terreinen et cetera.
>
Medewerkers
1.5 Prepensioenregeling
In 2003 heeft het Albeda College te maken gehad met een relatief grote
uitstroom van medewerkers; ruim 300 personen. Uit de in- en uitstroomcijfers
blijkt een relatief grote uitstroom van docenten in de leeftijdsgroep
van 45 t/m 49 jaar. In goed overleg met de bonden is in dit jaar een regeling
vastgesteld rond het prepensioen. Voorwaarde voor de toepassing van
de regeling was het oplossen van kwalitatieve en kwantitatieve fricties.
Het resultaat was bevredigend voor de betrokken werknemers, de bonden
en voor het Albeda College. In totaal hebben 37 medewerkers gebruik
gemaakt van deze prepensioenregeling.
In 2004 zou een dergelijke regeling, mits onder dezelfde stringente voorwaarden
aangeboden, opnieuw zijn nut kunnen bewijzen. Daar staat
tegenover dat de overheid voornemens is de levensloopregeling een
andere invulling te geven.
2. Zorg en Welzijn
In 2003 hebben we nadrukkelijk ingezet op curatief én preventief verzuimbeleid.
Het resultaat is niet alleen op termijn een andere invulling van het
contract met de ArboUnie, maar ook nieuwe initiatieven op het gebied van
kinderopvang, zorgverlof en ouderschapsverlof. We zijn ervan overtuigd
daarmee een positieve bijdrage te leveren aan de situatie van de medewerkers.
Immers, wie over de instrumenten beschikt om een goede balans
tussen werk en privé tot stand te brengen, presteert beter. Op het werk en
thuis.
2.1 Verzuimbeleid
De daling van het ziekteverzuim vlakt in 2003 af. Als het gaat om verzuimbestrijding
kiest het Albeda College opnieuw voor een proactieve benadering
door leidinggevenden en managers. Zij zijn ook geschoold op het
terrein van verzuimbegeleiding. Direct bellen van zieke medewerkers moet

%
10,00
8,00
6,00
4,00
2,00
0,00
bijvoorbeeld een basisattitude worden. Ook de ArboUnie levert een
bijdrage aan het ontwikkelen van deze proactieve attitude. In 2003 is, in
samenwerking met de afdeling personeel, gewerkt aan het beter benutten
van de mogelijkheden van het regulier sociaal-medisch overleg. Hierin
wordt gesproken over preventie en aanpak van verzuim door ziekte en
andere oorzaken. In 2004 zal verder worden gewerkt aan een verlaging
van het ziekteverzuim door de reïntegratie van langdurig zieke medewerkers
te stimuleren.
12-maands voortschrijdend gemiddelde 01-01-2003 t/m 31-12-2003
>
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
39
maanden
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
6,93 6,85 6,69 6,52 6,38 6,21 6,10 6,02 5,99 5,91 5,87 5,86
Uitbovenstaande grafiek blijkt dat het gemiddelde ziekteverzuim in de eerste helft van het
verslagjaar is gedaald en daarna stabiel is gebleven.
3. Professionalisering
3.1 Scholing en ontwikkeling
Investeren in medewerkers is niet vrijblijvend. Daarom investeren we ook in
het instrument dat het welzijn en de performance van medewerkers in
beeld brengt: het functionerings- en het beoordelingsgesprek. Om
managers en leidinggevenden in staat te stellen hun verantwoordelijkheden
tegenover medewerkers optimaal in te vullen, stellen we hen in de
gelegenheid cursussen en trainingen te volgen rond het voeren van functionerings-
en beoordelingsgesprekken. Met dit programma is in 2003 een
begin gemaakt. Doel is managers en leidinggevenden handvatten aan te
reiken waarmee ze in staat zijn het functionerings- en beoordelingsgesprek
SMART te voeren. Concrete doelen worden afgesproken die specifiek,
meetbaar, realistisch en tijdgebonden zijn. Als organisatie willen wij bijvoorbeeld
van onze docenten weten in welke mate medewerkers beschikken
over de competenties waarover onderwijsprofessionals
moeten beschikken. Anders gezegd: of en in
hoeverre de docenten in staat zijn leerlingen te stimuleren,
te motiveren en hen kennis en vaardigheden
bij te brengen die nodig zijn om het beroep met
succes uit te oefenen. Onderdeel van deze benadering
vormen de persoonlijk opleidingsplannen (POP's)
voor alle medewerkers.
Naast de training functionerings- en beoordelingsgesprekken
en scholing op het terrein van verzuimbegeleiding
is er ook geïnvesteerd in ontwikkeling op
deelgebieden, zowel op het niveau van de individuele
medewerker als ook op het niveau van een gehele
functiegroep. Dit vond met name plaats op het
niveau van de organisatorische eenheden.

Albeda College in 2003 en in de toekomst
Van via naar
zakelijkheid gezonde financiële basis passie &
werkgelegenheidsgarantie bezieling
ouderschapsverlof
gezond evenwicht werk-privé
flexibele en betrokken organisatie
pro-actieve basisattitude en
sociale benadering
van onderwijs en werk
maatschappelijk en ondernemend
Het Albeda Collega: een boom van een school
>
Medewerkers
De Albeda Academie, een interne organisatie met een scholingsaanbod
voor en door medewerkers van het Albeda College, speelde in de interne
scholing ook een rol. Zo werd naast coaching en intervisie ook een training
voor het omgaan van docenten met moeilijke doelgroepen aangeboden. In
2004 zal meer moeten worden geïnvesteerd in structurele scholing en ontwikkeling
van medewerkers om niet alleen de kwaliteit van ons onderwijs
nu en in de toekomst te verzekeren, maar ook om een verdere optimalisatie
van de bedrijfsvoering op alle terreinen te realiseren.
3.2 Loopbaanperspectieven
In De Route, een interne periodiek, informeren we sinds 2003 de medewerkers
over de gevolgen van het overheidsbeleid in de meest brede zin.
Alle zaken rond financiën, organisatieveranderingen, personeel en arbeidsmobiliteit
komen hierin aan de orde. Zoals we eerder noemden, stelden we
in 2003 vast dat de situatie verre van gunstig is, maar de verwachting is
dat de markt voor opleiding en scholing weer zal aantrekken. We zijn optimistisch
gestemd en spreken de hoop uit dat we door het ten volle benutten
van het huidige werknemerspotentieel in staat zullen zijn gedwongen
ontslagen te vermijden. Natuurlijk verloop, onder meer door vervroegde
uittreding en pensionering, levert een bijdrage. Flexibiliteit en scholing zijn
hierbij onmisbaar. Dat betekent dat we in 2003 hebben vastgesteld dat bij
iedere vacaturemelding nauwkeurig de noodzakelijkheid van de invulling
ervan moet worden vastgesteld. Het spreekt voor zich dat de interne kandidaten
eerst kansen krijgen hun geschiktheid voor de functie aan te
tonen, voordat extern wordt geworven.

5.2 Competentieprofielen voor
leidinggevende en adviserende
functies
In het personeelsbeleid van het Albeda College hebben competenties en
competentieprofielen in het jaar 2003 hun intrede gedaan. Deze competenties
vormen de basis van het developmentprogramma voor medewerkers
in leidinggevende en adviserende functies. Dit programma is vastgelegd
in het beleidskader en in het programma Onder de Albedaboom.
Doelgroepen zijn de volgende medewerkers: topleiders, leiders, managers,
teamleiders en adviseurs binnen de school. Voor alle leidinggevende en
adviserende functies zijn competentieprofielen ontwikkeld.
De competentieprofielen binnen het management-developmentprogramma
hebben de volgende opbouw en indeling:
• de kernwaarden van het Albeda College;
• zes kerncompetenties, kenmerkend voor de stijl van het Albeda College;
• functiegebonden competenties, onderverdeeld in persoonlijke, interpersoonlijke
en werkkwaliteiten.
Het Albeda Collega kent in 2003 zeven competentieprofielen voor de
volgende functies:
1. lid van het College van Bestuur
2. Algemeen Directeur
3. Divisiedirecteur
4. Onderwijsmanager
5. Zakelijk manager
6. Teamleider
7. Interne adviseur
>
41
Competenties en competentieprofielen stellen ons in staat gericht te werken
aan cruciale onderdelen van integraal personeelsbeleid, zoals:
• het vergroten van zelfinzicht;
• de selectie voor functies;
• scholing en het vaststellen van leerbehoeften;
• persoonlijke ontwikkeling;
• beoordelings- en functioneringsgesprekken.
In 2003 hebben we de competentieprofielen voor leidinggevende en adviserende
functies ingevoerd. Het College van Bestuur heeft deze verantwoordelijkheid
bij divisies en werkeenheden gelegd. In de praktijk betekent
het werken met competenties bijvoorbeeld dat leidinggevenden in een
zogenoemde 360-graden-feedback hun sterke en zwakke punten benoemen
en bespreken. Verder schrijven zij een persoonlijk ontwikkelingsplan,
een document dat de basis vormt voor individuele ontwikkeling en afspraken
over scholing. In de nieuwe aanpak is ruimte voor individuele
coaching. Het resultaat is dat managers en leidinggevenden zich bewust
worden van de wijze waarop zij hun rol vervullen. Daardoor zijn zij in staat
gericht hun competenties verder te ontwikkelen. Vanzelfsprekend spelen
competenties en competentieprofielen ook een belangrijk uitgangspunt en
houvast bij plaatsings- en selectieprocedures.

VI Hoofdstuk
• Omgeving
VI

Aan de slag met Gamma en Karwei:
BBL Handel
Nog meer maatwerk en een betere doorstroming
naar opleidingen van het Albeda
College, dat zijn de prioriteiten van de divisie
Economie. Goed voorbeeld is het project van
BBL Handel waarin 55 kandidaten verdeeld
over vijf klassen éénmaal per veertien dagen
les krijgen op verschillende niveaus
Detailhandel. Deelnemers werken bij Van
Neerbos, een grote franchiseorganisatie voor
de vestigingen van Gamma en Karwei.
Van Neerbos betaalt de kosten van de opleiding
en bindt daarmee de medewerkers aan de
organisatie. Ook de praktijkopleiders van de
Gamma/Karwei-filialen worden getraind. Op
termijn zal een groot deel van de 2800 Van
Neerbosmedewerkers worden opgeleid. Het
Albeda College voert dit project uit samen met
de ROC’s Gildevaart, Gilde opleidingen en
ROC A12/Titus College.
Hoofdstuk VI
6.1 Bedrijfsleven
Het Albeda College streeft ernaar de deelnemers toe te rusten met de juiste
kennis en vaardigheden, zodat zij in staat zijn volwaardig te participeren
in de maatschappij en te voldoen aan de eisen die het bedrijfsleven aan
(toekomstige) werknemers stelt. Om dat te bereiken, is een goede samenwerking
met het regionale bedrijfsleven noodzakelijk.
In 2003 zijn binnen de divisies verschillende initiatieven ontwikkeld, gericht
op verdere intensivering van de samenwerking met de leerbedrijven. De
activiteiten hadden met name betrekking op verbetering van de communicatie
met de leerbedrijven en op vergroting van de betrokkenheid van het
bedrijfsleven bij de inhoud en de inrichting van de opleiding en de examinering.
Binnen de divisie Techniek hebben de docenten beroepspraktijkvorming
(bpv) met ingang van het schooljaar 2003/2004 extra faciliteiten toegewezen
gekregen om de afstemming van het theoretisch gedeelte van de
opleiding en de beroepspraktijkvorming te verbeteren en meer aandacht te
geven aan de begeleiding van de deelnemers tijdens de bpv. Steeds meer
opleidingen maken gebruik van het digitale begeleidingssysteem Sonar,
waarmee de communicatie tussen docent, deelnemer en leerbedrijf via
internet verloopt.
Een goede illustratie van de betrokkenheid van de leerbedrijven bij de
inhoud van de opleiding is het concept Kennis ligt voor oprapen op de
werkvloer, oorspronkelijk ontwikkeld voor kansarme deelnemers van de
opleidingen detailhandel. Dit concept werd in 2003 toegepast door de
>
Omgeving
horecaopleidingen van de divisie Educatie. Kenmerk van het concept is dat
de opleiding is verplaatst naar de werkvloer, in dit geval een aantal horecagelegenheden
in het winkelcentrum Zuidplein.
Duaal: leren én werken
Alle divisies werken aan verdere dualisering van de opleidingen. Heel zichtbaar
was dat bij de divisie Educatie die in het jaar 2003 een duidelijke
groei liet zien van het aantal taalstages voor anderstaligen. Doel van de
stages is de deelnemers meer betrokken te maken bij de Nederlandse
samenleving en hen optimaal voor te bereiden op een toekomstige baan.
Zo werd in samenwerking met de divisie Gezondheidszorg, Welzijn,
Dienstverlening en Voeding (G&W/D&V) en een groep samenwerkende
verzorgingsinstellingen een duaal traject leren-werken/NT2 ontwikkeld.
‘Integratie van theorie en praktijk’, ‘de praktijk als uitgangspunt voor het
curriculum’ en ‘leren in de context’ worden zo meer en meer het uitgangspunt
voor de wijze waarop de opleidingen worden vormgegeven. Een
voorbeeld van een aanpak waar alle betrokken van profiteren: we bereiden
deelnemers optimaal voor op hun rol in de maatschappij en op het (toekomstig)
beroep, aan de andere kant spelen we in op de vraag van het
bedrijfsleven naar competente medewerkers.
De volgende doelstellingen staan voor 2004 op de agenda. Elk opleidingscluster/elke
branche:
• onderhoudt een structurele vorm van overleg tussen de opleidingen en
het bedrijfsleven;
• ontwikkelt (verdere) initiatieven die ertoe leiden dat er schoolinitiatieven
binnen de bedrijven plaatsvinden en bedrijfsinitiatieven binnen de
school;
• inventariseert systematisch de tevredenheid van de leerbedrijven over de
volgende punten:

- de door de opleiding verstrekte voorlichting en informatie;
- de afstemming tussen opleiding en het bedrijf over de inhoud van de
opleiding;
- de afstemming rond de begeleiding van de deelnemer en de afstemming
rond toetsing en examinering.
6.2 Overheid
6.2.1. Educatie, inburgering en reïntegratie
Het in 2003 aangescherpte beleid rond educatietrajecten had ingrijpende
gevolgen voor het Albeda College en in het bijzonder voor de divisie
Educatie. Het besluit zorgde voor een forse daling van de inkomsten vanuit
de gemeentelijke overheden in het kader van educatie en inburgering. Het
nieuwe beleid geeft gemeenten bovendien de vrijheid te ‘shoppen’ bij
andere partijen dan de regionale opleidingscentra. Het Albeda College
moet dus de concurrentie aan met particuliere aanbieders.
Dat doen we onder meer door:
• het ontwikkelen van het interactieve inburgeringsprogramma ‘Voor
Elkaar’. Het programma integreert internet, educatieve televisie, wijksafari’s
en onderwijs op locatie. Met ‘Voor Elkaar’ kan het Albeda College
zich qua kwaliteit, inhoud en prijs meten met het particuliere aanbod.
• in de onderhandelingen met de lokale overheden een zo scherp mogelijke
uurprijs aan te bieden.
De werkeenheid Werken aan Werk heeft in het verslagjaar effectief ingespeeld
op de veranderende regelgeving en de ontwikkelingen op de reïntegratiemarkt.
Dit is in eerste instantie gecommuniceerd binnen het Albeda
College. Daarna werd pro-actief de omgeving benaderd. Met gemeentelijke
overheden, reïntegratiebedrijven en het bedrijfsleven zijn duidelijke
>
45
afspraken gemaakt om trajecten voor mensen met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt vorm te geven. Enkele voorbeelden:
• Het project Werk+ is een duidelijk voorbeeld waarin werklozen in overleg
met het bedrijfsleven gedetacheerd worden naar de arbeidsmarkt. In
totaal zijn zo’n driehonderd deelnemers gedetacheerd naar bedrijven in
de directe omgeving.
• Met de gemeente Rotterdam is een contract afgesloten om voor 125
langdurig werklozen een korte en flexibele beroepskwalificerende
scholing in verschillende richtingen te verzorgen.
• In 2003 werden de eerste contacten gelegd met de gemeente voor wat
betreft het project Voorwerk 18+. In het kader van de jeugdwerkloosheidsbestrijding
moeten jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar, door
middel van een intensieve begeleiding en een praktijkgericht traject,
worden toegeleid naar een beroepskwalificerende scholing en/of plaatsing
op de arbeidsmarkt. In het project Voorwerk18+ worden de kennis
en de ervaringen van Voorwerk en Werk+ geïntegreerd in een vraaggericht
product dat aansluit op de wensen van huidige reïntegratietrajecten.
6.2.2. financiers van de gemeente Rotterdam
In 2003 is een start gemaakt met de verdere professionalisering van de
contacten met onze belangrijkste financiers van de gemeente Rotterdam:
de Dienst Stedelijk Onderwijs (educatie en oudkomers) en de afdeling
Inburgering als onderdeel van de afdeling Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (nieuwkomers).
Werken aan werk
Het project Beroepskwalificerende Scholing:
het idee is even simpel als effectief. Breng
werkzoekenden, organisaties en ondernemers
bij elkaar. Mensen die een baan zoeken, kwalificeren
zich door middel van een opleiding
voor de arbeidsmarkt en opdrachtgevers vergroten
hun kansen op het vinden van nieuwe
medewerkers.
De werkeenheid Werken aan Werk, een
onderdeel van het Albeda College, heeft in de
2,5 jaar van zijn bestaan al verschillende projecten
gerealiseerd. Dat de formule aanslaat,
blijkt uit de overeenkomst die de gemeente
Rotterdam in het kader van de openbare aanbesteding
beroepskwalificerende scholing
heeft gesloten met het Albeda College.
Werken aan Werk biedt 125 langdurig werklozen
beroepskwalificerende opleidingen aan in
de volgende sectoren: Horeca, Zorg, Welzijn,
Dienstverlening en ICT. Belangrijk in deze aanpak
zijn het intakegesprek, intredetoetsen en,
als dat nodig is, een branchegericht assessment.
Op basis daarvan kan de kandidaat
beginnen met de reguliere opleiding of, wanneer
hij of zij beschikt over opleiding en ervaring,
met modules. Voorbeelden van deze
modules zijn Computervaardigheden (ECDL),
EHBO, HACCP (Hygiënecertificaat voor de
Horeca), Sociale Hygiëne, Kassatraining,
Klantgericht handelen, Facilitaire
Dienstverlening, NT2, Rekenen en
Werknemersvaardigheden.

Dienst Stedelijk Onderwijs
Samen met de Dienst Stedelijk Onderwijs en de beide ROC’s in Rotterdam
hebben we de volgende drie verbeterdoelstellingen gedefinieerd en opgepakt:
1. Verbeterpunten benoemen en aanbrengen rond educatie en oudkomers.
2. Structureel overleg met als doel het strategisch verkennen en ontwikkelen
van de relatie op de middellange termijn op de beleidsterreinen
educatie en oudkomers.
3. Aansluiting zoeken bij andere beleidsterreinen. Einddoel is een substantieel
verbeterde relatie tussen de beide ROC’s en de gemeente. Daar
doen zowel de stad Rotterdam als haar (onderwijsgenietende) burgers
hun voordeel mee.
Om deze doelstellingen te realiseren is er een regiegroep opgericht onder
leiding van de directie Dienst Stedelijk Onderwijs. In deze groep participeren
de directieleden van de divisies Educatie van de beide ROC’s. In 2003
heeft de regiegroep de volgende resultaten behaald:
• Een meerjaren raamovereenkomst (2004 –2006).
• Een kostprijsstructurering.
• De vastlegging van het kernproces om te komen tot contractvorming.
• Vaststelling van accountantprotocollen rond verantwoording en afrekening.
• Productovereenkomsten met outputfinanciering.
Verder is een aantal werkbezoeken aan de leslocaties georganiseerd voor
de beleidsmedewerkers van de Dienst Stedelijk Onderwijs.
>
Omgeving
Afdeling Inburgering
Onder leiding van de afdeling Inburgering is eveneens een regiegroep
geformeerd waarin naast directieleden van de divisies Educatie van de
beide ROC’s ook de directies van CWI en de Dienst Stedelijk Onderwijs
vertegenwoordigd zijn. Doelstellingen van deze werkgroep zijn:
• het bewaken van de keten op het beleidsterrein Nieuwkomers;
• strategische verkenning van de ontwikkeling van de relatie op middellange
termijn;
• afstemming, versterking en ontschotting van middelen educatie voor
oudkomers en nieuwkomers.
Eén loket
Voor 2003 heeft dat geresulteerd in een opzet van doorlopende en ononderbroken
leerlijnen voor nieuwkomers, oudkomers en educatie. Ook is
een start gemaakt met de ‘één-loket’-gedachte: de intake door burgerzaken
en de educatieve intake door het ROC vinden direct na elkaar
plaats. Om dit mogelijk te maken is het ROC is ingehuisd bij de afdeling
Nieuwkomers van de gemeentelijke dienst.
De nieuwkomer wordt op de dag van intake overdragen aan het ROC om
direct met zijn traject te starten. De wachttijd is hiermee gereduceerd tot
nul.

Lokale overheid
De contacten met de lokale overheid (gemeenten in de regio en deelgemeenten
in de stad Rotterdam) zijn intensief. De overheid vervult diverse
rollen, zij is: opdrachtgever, financier, cofinancier, onderwijsvrager, belanghebbende
én bondgenoot. Deze diverse rollen maken dat het contact met
de lokale overheid zich niet beperkt tot een eenduidig opdrachtgeveropdrachtnemerschap.
Als het gaat om onderwijs, zijn de deelgemeenten en gemeenten veel meer
dan louter inkopers van onderwijs. Zij streven naar partnerships om de
lokale onderwijsinfrastructuur zó in te vullen, inhoudelijk en fysiek, dat zij
de eigen visie op de terreinen onderwijs, welzijn, werkgelegenheid, leefbaarheid
en veiligheid gestalte kan geven. Een dergelijke intensieve samenwerking
biedt bovendien een vruchtbare basis voor het ontwikkelen van
nieuwe initiatieven.
Een paar voorbeelden om deze gelaagdheid en de intensieve samenwerking
te illustreren:
• De ontwikkeling van 100% geïntegreerde trajecten in Voorne-Putten-
Rozenburg.
• Het meedenken met en bijdragen aan nieuwe huisvesting in
Middelharnis en Hellevoetsluis.
• De regievoering van de Waterweggemeenten op de zorgstructuur
vmbo-bve.
• Het aanjagen van netwerken vmbo op de eilandgemeenten.
• De realisatie van 40% beroepsonderwijs in de vestiging Maassluis.
• Het uitdrukkelijke verzoek van de gemeente Vlaardingen tot uitbreiding
van de deeltijd-BOL op niveau 1.
• De cofinanciering van de gemeente Capelle a/d IJssel ten behoeve van
Voorwerk 18+ en een project voor voormalig ID-medewerkers.
• Het gezamenlijk meedingen (gemeente en roc) bij een Europese inschrijving
voor een lokaal MKB-plan in Ridderkerk.
>
47
• Het realiseren van 50% beroepsonderwijs in Ridderkerk en omgeving.
• Het experimenteren met andere systemen van inkoop en declaratie door
de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Hellevoetsluis.
• Een samenwerking tussen de deelgemeente Delfshaven (vanuit haar
lokaal welzijns- en jongerenbeleid) en de divisie Educatie voor verwerving
van een bijdrage uit het Europees Fonds Ruimtelijke Ordening ten
behoeve van een deelgemeentelijk PraktijkLeerCentrum.
• De oprichting van een taalwinkel met ‘Urban II’-gelden en provinciale
subsidies in de deelgemeente Noord: een samenwerkingsproject tussen
een aantal lokale onderwijsaanbieders (ROC Zadkine, Albeda College en
Senata), stichting stimulans, het welzijnswerk en de deelgemeente
Noord met als doel de bewoners van de deelgemeente een taaltraject op
maat te leveren en waarbij de verschillende trajecten van de aanbieders
op elkaar afgestemd zullen worden.
• Het leveren van input bij de jaarlijkse VE-planningen van deelgemeenten
in Rotterdam waarin afstemming plaatsvindt tussen het aanbod van
ROC’s, plaatselijke deelgemeentelijke aanbieders van aanpalende activiteiten.
• Het mede verzorgen van contextrijke opleidingen voor laag opgeleid
personeel bij overheid en bij in opdracht van overheid werkende lokale
publiek-private voorzieningen en ondernemingen.
Het lokale management en leden van plaatselijke teams beschikken over
uitgebreide netwerken en participeren in diverse gremia. Daardoor zijn zij
in staat vroegtijdig in te spelen op de behoeften van overheden, publiekprivate
samenwerkingsverbanden en ondernemingen.

6.3 Regionale en internationale
contacten
6.3.1. Regionale contacten
Een netwerk met vmbo en hbo voor in- en
uitstroom
Een goede relatie met kennisinstellingen (scholen voor voortgezet onderwijs
en het hoger onderwijs) en het bedrijfsleven is belangrijk. Zo versterken
we de beroepskolom en zijn we in staat gericht samen te werken en
kennis te bundelen. Heel concreet leidt dat bijvoorbeeld tot het terugdringen
van voortijdig schoolverlaten en het verbeteren van het rendement.
Regionaal Arrangement Voorne Putten-Rozenburg
In 2003 zijn eerste stappen gezet in de ontwikkeling van een Regionaal
Arrangement Voorne Putten-Rozenburg 2004-2009. In dit gebied, onderdeel
van de Zuid-Hollandse eilanden, volgen bijna 10.000 leerlingen voortgezet
onderwijs.
Het regionaal arrangement wil:
• samenhang en vernieuwing aanbrengen in het onderwijsaanbod;
• de relatie met het bedrijfsleven versterken;
• het vroegtijdig schoolverlaten terugdringen door het onderwijs aantrekkelijker
te maken.
Daarbij zal met name ingezet worden op het versterken van de beroepskolom.
Dat betekent onder meer een doorlopende zorgstructuur, afstemming
over doorlopende competentielijnen en nauwe samenwerken met flankerende
instanties, zoals jeugdzorg en justitie.
Het Albeda College, met vestigingen in Spijkenisse, Hellevoetsluis,
Poortugaal en Rozenburg, is een belangrijke partner in deze regio en is
>
Omgeving
gevraagd te participeren in het bestuurlijk overleg. In 2004 zullen werkgroepen
aan de slag gaan om een aantal thema’s, zoals: ‘afstemming
gemengde- en theoretische leerweg en het ROC’ en ‘impulsen in het techniekonderwijs’
uit te werken.
Samenwerking met de Edudelta Onderwijsgroep
Zowel de Edudelta Onderwijsgroep als het Albeda College hebben aangegeven
nauwer te willen samenwerken. De Edudelta Onderwijsgroep is een
bundeling van scholen in de delta van Zuidwest-Nederland: de Gaarde in
Barendrecht, Technische School in Middelharnis, Groene school in
Sommelsdijk, Groen College in Goes en OPDC De Vliedberg in Goes.
De Gaarde heeft samen met de beroepsgerichte divisies een projectplan
ontwikkeld om leerlingen in het groene onderwijs beter voor te bereiden
op een vervolgopleiding bij het Albeda College. Een aantal werkgroepen
heeft zich met name gebogen over de invulling van een programma sectororiëntatie
en er zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop kennis kan
te worden uitgewisseld (docentenstages).
De Technische School in Middelharnis wil met de divisie Techniek mogelijkheden
onderzoeken om gezamenlijk een opleiding motorvoertuigentechniek
te ontwikkelen. Er zijn hierover contacten gelegd met garagehouders
en brancheorganisaties. De Technische School Middelharnis wil samen met
de divisie Economie een toerismeopleiding opzetten.
Overleg met scholen voor voortgezet onderwijs
Het Albeda College heeft regelmatig overleg met scholen voor voortgezet
onderwijs (vo), zowel in Rotterdam als in de regio. Het Christelijk
Voortgezet Onderwijs (CVO) nodigt met enige regelmaat het Albeda
College uit voor het zogenaamde ROCVO-overleg. Tijdens dit overleg
komen allerlei thema’s en onderwerpen aan de orde die van belang zijn
voor de doorstroom vanuit het vo naar het Albeda College. Tevens kunnen
in dit overleg allerlei initiatieven worden ontwikkeld die gezamenlijk

worden uitgewerkt. Met LMC-scholen voeren we gesprekken om onder
meer de aansluiting met de theoretische leerweg te verbeteren.
Het Albeda College heeft dit jaar ook een aantal intentieverklaringen en
samenwer-kingsovereenkomsten afgesloten om de doorstroom vanuit het
vo naar het ROC te bevorderen.
1.000 leerbanen Rotterdam
In april 2003 werd in Rotterdam de aftrap gegeven van het ‘1.000 leerbanenplan’.
De gemeente Rotterdam, MKB-Rotterdam, het CWI en de kennisinstellingen
in Rotterdam participeren in een actieteam dat in vier jaar
tijd 1.000 leerbanen in Rotterdam wil realiseren door het duaal opleiden in
het vmbo te stimuleren. Een meer praktijkgerichte benadering (leerwerktrajecten)
moet het onderwijs aantrekkelijker maken en uitval helpen voorkomen.
Een nevendoel van het project is een doorlopende praktijklijn, zodat leerlingen
hun praktijkplaats kunnen meenemen naar het Albeda College en vervolgens
een BBL-opleiding kunnen volgen.
Het Albeda College is een spin in een regionaal web. Het is aan de ene
kant van belang om ontwikkelingen in de regio te volgen en daarop in te
spelen. Aan de andere kant moet het Albeda College ook pro-actief zijn.
De in 2003 ingezette ontwikkelingen zullen in 2004 voortgezet worden,
zodat het Albeda College vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid
een wezenlijke bijdrage levert aan het opleidings- en ontwikkelingsniveau
van de bevolking in de regio Rotterdam-Rijnmond.
>
49
6.3.2 Integraal marketingbeleid
In 2003 is een begin gemaakt met het Integraal Albeda-breed Strategisch
Marketingplan. De marketingplannen van de divisies en werkeenheden
worden geïntegreerd, inclusief de het marketingplan van Matrix praktijkopleidingen
B.V. (in 2003 voor 50% eigendom van het Albeda College en in
2004 volledig eigendom van het Albeda College).
Er is voor gekozen om in eerste instantie te komen tot integratie van de
divisie Educatie, de werkeenheid Werken aan Werk en Matrix B.V. Deze
onderdelen bedienen nagenoeg dezelfde (reïntegratie)markt met vergelijkbare
producten onder een andere merknaam. In 2004 willen we komen tot
één afdeling Marketing en Verkoop voor deze onderdelen.

Apaches kijken op luchtmachtbasis
Gilze-Rijen
In een bus van Defensie reisden de klassen
TWA en TWB van locatie Aleyda van
Raephorstlaan op een ochtend in maart naar
vliegbasis Gilze-Rijen voor een excursie die in
het teken stond van de Apache gevechtshelikopter.
Op het programma stonden een rondleiding
op de basis, een film over de opleiding
tot Apache-piloot en een bezoek aan de shelters
waar de heli´s staan. De deelnemers troffen
het, want er stond een Apache klaar!
Bewapend en al met één echte ‘hellfire’ en
twee dummy's! Voor technici is er op de vliegbasis
volop werk aan de winkel. Na 250 vlieguren
krijgen de helikopters een kleine onderhoudsbeurt
en na 500 vlieguren een grote
beurt. Bij zo'n onderhoudsbeurt worden de
Apaches volledig uit elkaar gehaald. Niet alles
is high tech op de vliegbasis.
In de werkplaats kregen beide klassen een presentatie
van de werkzaamheden: het repareren
van aggregaten, fietsen, frituurpannen, accu's,
koelcontainers, het onderhouden van de
opvangkabels bij noodlandingen en vele
andere klussen. Terug in de bus stond Gilze
als stage-adres hoog op de lijst van menig
deelnemer.
6.3.3 Internationale contacten
Onze internationale contacten zijn gericht op uitwisseling van kennis en
methodiek van het onderwijs. In dat kader is het Albeda College actief binnen
de landen van de Europese Unie en daarbuiten. Op drie manieren
vond de uitwisseling van kennis en methodiek in 2003 plaats.
1. Inkomende en uitgaande bezoeken
Het Albeda College werkt altijd van harte mee aan studiebezoeken van
buitenlandse collega-instellingen. Zo kwam er in 2003 een groep van vijftien
Noren naar het Albeda College om geïnformeerd te worden over onze
aanpak bij het onderwijs aan volwassenen. Een twintigtal Denen toonde
belangstelling voor onze aanpak bij taalachterstand binnen het beroepsonderwijs.
Binnen The Dutch Alliance, het nationale samenwerkingsverband waarin
regionale opleidingencentra uit verschillende regio’s samenwerken, vertrok
een groep van 32 medewerkers, waaronder vier van het Albeda College,
naar York in het Verenigd Koninkrijk. Daar werkten zij aan het verbeteren
van hun Engels door job shadowing.
2. Innovatieve projecten
In een groot aantal innovatieve projecten werkte het Albeda College in
2003 samen met partners binnen en buiten de EU om methoden en/of
materiaal te creëren waarmee ons onderwijs verder verbeterd kon worden.
Voorbeelden hiervan zijn:
• Scholing zonder Drempels: een project waarin methodiek wordt ontwikkeld
voor scholing aan gedetineerden.
• Model Supporting Correctional Training: een leermodel voor vrouwelijke
gedetineerden.
• Adult Learning in Art: een project dat is gericht op uitwisseling op het
gebied van kunst.
>
Omgeving
• Reflex: een project dat leermiddelen ontwikkelt voor laag opgeleide
werknemers.
3. Kennisexport
Het Albeda College kiest ook voor internationale contacten gericht op kennisexport.
Voorbeelden daarvan zijn:
• Het project ‘Competent zijn in het Ondernemen’. Dit project werd voorafgegaan
door het project ‘Fact Finding Mission’, waarna een pilotproject
binnen een halfjaar de wenselijkheid van een vervolgproject moest
aantonen. Het vervolgproject ‘Competencies for Entrepreneurship’ is
daarna ook daadwerkelijk van start gegaan.
• In 2003 werden de eerste contacten gelegd met Maleisië. Rond gezondheidszorg
werden de mogelijkheden tot samenwerking onderzocht en
opgestart.
• De kennisexport naar Maleisië en Rusland willen we continueren; de
mogelijkheden naar Brazilië en China exploreren. Voor 2004 willen wij
de activiteiten op deze terreinen continueren en verder uitbreiden.

51

Colofon
Uitgave
College van Bestuur
Oplage
Dit jaarverslag heeft een oplage van 500 exemplaren
Redactie
Communicatie Services en Imprima de Bussy
Productie en vormgeving
Media Options - Oud-Beijerland
Drukwerk
Thieme Mediacenter - Rotterdam
Datum
December 2004
>
Omgeving

Albeda College jaarverslag 2003
Interconfessioneel regionaal opleidingencentrum
voor educatie en beroepsonderwijs
www.albeda.nl