20.09.2013 Views

Rooms-katholieke school Dalfsen bestaat 75 jaar Een ... - Atlantis

Rooms-katholieke school Dalfsen bestaat 75 jaar Een ... - Atlantis

Rooms-katholieke school Dalfsen bestaat 75 jaar Een ... - Atlantis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rondom<br />

<strong>Dalfsen</strong><br />

<strong>Een</strong> uitgave van de Historische Kring <strong>Dalfsen</strong><br />

47<br />

september 2003<br />

<strong>Rooms</strong>-<strong>katholieke</strong> <strong>school</strong> <strong>Dalfsen</strong><br />

<strong>bestaat</strong> <strong>75</strong> <strong>jaar</strong><br />

<strong>Een</strong> vierde Ruitenborgh<br />

Karnen, karntonnen en karnmolens<br />

Historische Kring <strong>Dalfsen</strong>


Historische Kring <strong>Dalfsen</strong><br />

Erelid<br />

Ab Goutbeek<br />

Bestuur<br />

Voorzitter<br />

Hans de Boer, Gerner Es 6,<br />

7722 RX <strong>Dalfsen</strong>, tel. 0529 431385.<br />

e-mail hansdeboer@zonnet.nl<br />

Vice voorzitter<br />

Ab Goutbeek, Ruitenborghstraat 27,<br />

7721 BB <strong>Dalfsen</strong>, tel. 0529 431481<br />

Secretaris/Secretariaat<br />

Diny van der Beeke-Dijk<br />

Gentiaan 2, 7721 HB <strong>Dalfsen</strong>,<br />

tel. 0529 432318,<br />

e-mail HW.vdBeeke@worldonline.nl<br />

Penningmeester<br />

Anton Prins, Ruigedoornstraat 16,<br />

7721 BW <strong>Dalfsen</strong>, tel. 0529 431499,<br />

e-mail aprins@ncrvnet.nl<br />

Rabobank <strong>Dalfsen</strong>: rek. nr. 31.28.94.260<br />

Leden<br />

Hans Aalders, tel. 0529 433684<br />

Greet van der Kamp, tel. 0529 431493<br />

Anton Peters, tel. 0529 432921<br />

Jan Wijnberger, tel. 0529 433201<br />

Website Historische Kring <strong>Dalfsen</strong><br />

www.hk.dalfsen.freeler.nl<br />

e-mailadres website: hk.dalfsen@freeler.nl<br />

Tijdschrift Rondom <strong>Dalfsen</strong><br />

Redactie<br />

Grada Bruggeman-Zweerts, tel. 0529 431825,<br />

e-mail grajo@hetnet.nl<br />

Gerrit van der Kolk, tel. 0529 431727<br />

Jaap Tempelman, tel. 0529 433310,<br />

fax 0529 430636, e-mail tempel@daxis.nl<br />

Redactie-adres<br />

Rien van Santen, Meidoornlaan 18,<br />

7721 EZ <strong>Dalfsen</strong>, tel. 0529 432253<br />

e-mail mjpvansanten@hetnet.nl<br />

Lidmaatschap<br />

Het lidmaatschap van de vereniging Historische<br />

Kring <strong>Dalfsen</strong> bedraagt € 11,34 per <strong>jaar</strong>,<br />

waarvoor u drie nummers van Rondom <strong>Dalfsen</strong><br />

ontvangt.<br />

Abonnement<br />

<strong>Een</strong> abonnement op Rondom <strong>Dalfsen</strong> bedraagt<br />

€ 13,61 voor drie bladen.<br />

Losse nummers kosten € 5,-.<br />

Opzegging<br />

Wanneer een opzegging de administratie niet<br />

vóór 1 november heeft bereikt, wordt het<br />

lidmaatschap/abonnement automatisch voor<br />

één <strong>jaar</strong> verlengd.<br />

Leden- en abonnementenadministratie en<br />

verkoop losse nummers<br />

Anton Peters, Westerstraat 19,<br />

7721 DA <strong>Dalfsen</strong>, tel. 0529 432921.<br />

Reeds verschenen nummers, voorzover nog<br />

beschikbaar, zijn op aanvraag leverbaar en<br />

worden met een acceptgirokaart toegezonden.<br />

september 2003, 16de <strong>jaar</strong>gang nr.2 / Rondom <strong>Dalfsen</strong> 47<br />

oplage: 1200 exemplaren<br />

vormgeving/opmaak: Paulien Tempelman, <strong>Dalfsen</strong><br />

druk: Sonodruk, Heino<br />

ISSN 0922-3541<br />

Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden<br />

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming van de redactie.<br />

Ofschoon iedere poging ondernomen is om de volgens de<br />

auteurswet rechthebbenden van het in dit tijdschrift opgenomen<br />

illustratiemateriaal op te sporen, is dit in enkele gevallen<br />

niet mogelijk gebleken.<br />

In het onderhavige geval zou de redactie graag bij voorbaat<br />

excuses willen aanbieden voor elke onvrijwillige inbreuk op het<br />

auteursrecht en de rechthebbenden willen verzoeken contact<br />

op te nemen met de redactie.<br />

De ondertekende artikelen zijn voor verantwoording van de<br />

desbetreffende auteur.<br />

Werkgroepen<br />

Werkgroepen van de Historische Kring<br />

<strong>Dalfsen</strong> en hun contactpersoon:<br />

Boerderij- en Veldnamenonderzoek:<br />

Henk Haverkamp, tel. 0529 434119.<br />

Dialectgroep:<br />

Henk van ‘t Zand, tel. 0529 431226.<br />

Digitalisering:<br />

Gert Klomp, tel. 0529 431944.<br />

Documentatie- en knipselarchief:<br />

Alie Nijland-Bartels, tel. 0529 431886.<br />

Foto-archief:<br />

Rix Pasman-Jans, tel. 0529 432584.<br />

Genealogie:<br />

Jan Wijnberger, tel. 0529 433201.<br />

Werkgroep 1939-1945:<br />

Jan Sievers, tel. 0529 401846.<br />

Elke maandagmorgen van 09.15 - 12.30 uur<br />

aanwezig op het gemeentehuis in <strong>Dalfsen</strong>.<br />

Historische Werkgroep Oudleusen:<br />

Willie van Oenen-Bouwhuis,<br />

tel. 0529 471242.<br />

Met dank aan<br />

Hoveniersbedrijf Bisschop<br />

Bouwbedrijf Bongers<br />

Bruna Schuurman<br />

Foto Cambier<br />

Dierenartsenpraktijk <strong>Dalfsen</strong><br />

Garage, Tweewielercentrum en<br />

Autorij<strong>school</strong> Fokkens BV<br />

Gjaltema Makelaardij en Assurantiën<br />

Frijling Advies en Administratie<br />

Goudzwaard makelaardij<br />

Kleinmeulman Mode,<br />

mode en jeans voor haar<br />

Landbouwmechanisatie-Loonbedrijf<br />

Van Leussen BV<br />

Bouwbedrijf Van Pijkeren BV<br />

Coöp. Rabobank <strong>Dalfsen</strong>-<br />

Lemelerveld BA<br />

Schmidt Medica drogisterijparfumerie<br />

Stegeman juwelier en opticien<br />

Ubink Sportvelden<br />

Univé ‘De Onderlinge’ verzekeringen<br />

<strong>Dalfsen</strong><br />

Voortman <strong>Dalfsen</strong> BV<br />

Wijnberger BV mannenmode<br />

Verkoopadressen<br />

Aurora kantoorshop <strong>Dalfsen</strong> BV<br />

Bruna Schuurman, <strong>Dalfsen</strong><br />

De Kaborij, Lemelerveld<br />

984 RONDOM DALFSEN 47<br />

Inhoudsopgave<br />

<strong>Rooms</strong>-<strong>katholieke</strong> <strong>school</strong><br />

<strong>Dalfsen</strong> <strong>bestaat</strong> <strong>75</strong> <strong>jaar</strong> 985<br />

Henk Beltman<br />

<strong>Een</strong> vierde Ruitenborgh 994<br />

Ab Goutbeek<br />

Karnen, karntonnen en<br />

karnmolens 997<br />

Ben Kloosterman<br />

Opnieuw in Beeld 1001<br />

<strong>Rooms</strong>-<strong>katholieke</strong> lagere <strong>school</strong><br />

<strong>Dalfsen</strong> ± 1968<br />

Verleden en Heden 1002<br />

Kroonplein Lemelerveld<br />

Foto’s omslag, vlnr:<br />

Pastoor J.IJ. Galama<br />

De Ruitenborgh<br />

Ouderwetse karnton


▼<br />

Pastoor J.IJ. Galama<br />

In 1928 wordt onder pastoor Galama<br />

de r.-k. <strong>school</strong> in <strong>Dalfsen</strong> opgericht.<br />

Hieronder volgen enkele data, die<br />

historisch gezien in de ontwikkeling<br />

van het rooms-katholiek onderwijs<br />

van belang zijn, vooral met betrekking<br />

tot de naamgeving en locatie:<br />

1928 Opening van de drieklassige<br />

lagere <strong>school</strong>, onder de naam<br />

r.-k. <strong>school</strong> ”Sint Aloysius”.<br />

Tegelijk wordt ook de bewaar<strong>school</strong><br />

in gebruik genomen.<br />

1956 De kleuteronderwijswet<br />

treedt per 1 januari in werking.<br />

De bewaar<strong>school</strong> aan Smidswegje<br />

3 wordt de huisvesting<br />

van de r.-k. kleuter<strong>school</strong><br />

”St.Theresa”.<br />

1961 Opening van de V.G.L.O.<strong>school</strong><br />

onder de naam<br />

”Pius X”, Smidswegje 5.<br />

1963 Stichting r.-k. kleuter<strong>school</strong><br />

”De Zonnige Kant”,<br />

Pleijendal 7.<br />

19<strong>75</strong> Opening tweede r.-k. kleuter<strong>school</strong><br />

” ’t Polletje”,<br />

van Ittersumstraat 7.<br />

1985 De beide kleuterscholen vormen<br />

samen met de lagere<br />

<strong>school</strong> de nieuwe r.-k. basis<strong>school</strong><br />

“De Smidshof”,<br />

Smidswegje 7.<br />

<strong>Rooms</strong>-<strong>katholieke</strong> <strong>school</strong><br />

<strong>Dalfsen</strong> <strong>bestaat</strong> <strong>75</strong> <strong>jaar</strong><br />

Henk Beltman<br />

Reeds in de twaalfde eeuw was er in <strong>Dalfsen</strong> een parochie<strong>school</strong>,<br />

waarin de koster van de kerk als <strong>school</strong>meester optrad.<br />

Rond 1600, wanneer het <strong>katholieke</strong> geloof uit het openbare<br />

kerkelijke leven is verdwenen, komt ook aan de parochie<strong>school</strong><br />

een einde. In 1921 komt de financiële gelijkstelling van het<br />

bijzonder onderwijs met het openbaar onderwijs tot stand.<br />

1990 Alle groepen van de basis -<br />

<strong>school</strong> komen onder één dak<br />

aan de van Ittersumstraat 7.<br />

Grondaankopen<br />

De stukken grond waarop in 1927-<br />

1928 het zusterhuis, de drieklassige<br />

lagere <strong>school</strong> en het gebouwtje voor<br />

de naai<strong>school</strong> en bewaar<strong>school</strong> werden<br />

gebouwd, waren eigendom van<br />

een groot aantal personen. Alle bezitters<br />

van deze stukken grond kwamen<br />

op 21 juli 1927 bij notaris Schreuder te<br />

<strong>Dalfsen</strong>:<br />

1. Mejuffrouw Hendrika Egberdina<br />

Hutten, weduwe van<br />

Joh.Lenferink, winkelierster.<br />

2. A.A.Breman, als lasthebster van:<br />

• Berendina Brinkhof,<br />

weduwe van Joh. W. Schiller,<br />

winkelierster;<br />

• Th. M. Braam, landbouwer,<br />

gehuwd met<br />

Johanna Antonia Schiller;<br />

• Antonia Johanna Schiller,<br />

kloosterzuster in het klooster<br />

te Zenderen;<br />

• Joh. Hendrikus Schiller,<br />

bakker te Raalte;<br />

• Maria Johanna Schiller,<br />

onderwijzeres;<br />

• Susanna Aleida Schiller,<br />

verpleegster in het Onze-Lieve-<br />

Vrouwengasthuis te Amsterdam;<br />

• Heinrich Otto Schiller,<br />

landbouwer;<br />

• Gerhardus Hendrikus Krikhaar<br />

te Dedemsvaart, gehuwd met<br />

Wolthera Maria Schiller.<br />

3. Berendina Wilhelmina van Putten,<br />

winkelierster en Wilhelmina<br />

Hendrika van Putten met als<br />

bewindvoerder Th. Feyen,<br />

molenaar, als zodanig benoemd bij<br />

beschikking van de arrondissementsrechtbank<br />

te Zwolle op<br />

22 juni 1927, omdat zij te Rosmalen<br />

verbleef.<br />

4. Gerhardus Hendrikus van Hulzen.<br />

Al deze personen ter ener zijde en ter<br />

andere zijde:<br />

1. Jan IJsbrands Galama, priester en<br />

pastoor, in hoedanigheid van lasthebber<br />

der eerwaarde zusters:<br />

• S.E. Andriessen,<br />

• Antonia van Schendel,<br />

• Anna Catharina Hermus,<br />

• Maria Trimbach,<br />

• Elisabeth Maria Kerkvliet,<br />

allen wonende te Moerdijk,<br />

repectievelijk Hooge- en Lage<br />

Zwaluwe.<br />

Ze vormen samen het bestuur van<br />

de vereniging zusters van het<br />

Allerheiligst Hart van Jesus<br />

te Moerdijk.<br />

RONDOM DALFSEN 47 985


2. Jan IJsbrands Galama, pastoor;<br />

G.H.van Hulzen voor hemzelf<br />

en als gemachtigde van:<br />

• Theodorus Feyen,<br />

• Antonie Noordman,<br />

• Gerhardus Hollak,<br />

samen het bestuur uitmakende van<br />

de R.K. Kerk van de H.Cyriacus en<br />

handelende met machtiging van<br />

de aartsbisschop van Utrecht.<br />

Aan de zusters werd een stuk grond<br />

ter grootte van ruim 2000 vierkante<br />

meter verkocht, waarop het zustershuis<br />

met tuin werd gebouwd en aan<br />

de rooms-<strong>katholieke</strong> kerk een stuk<br />

grond ter grootte van ruim 3000 vierkante<br />

meter, waarop de <strong>school</strong>gebouwen<br />

zouden komen te staan.<br />

Op 8 juli 1927 werd de bouw van het<br />

zustershuis en de <strong>school</strong>gebouwen<br />

aanbesteed. De bouw werd gegund<br />

aan de aannemers Jonker en Tienkamp<br />

uit Nieuw-Amsterdam. De<br />

bouwsom bedroeg ƒ 20.358,64. Kort<br />

daarna werd met de bouw begonnen.<br />

Zusters van Moerdijk komen<br />

naar <strong>Dalfsen</strong><br />

Met het doel het onderwijs aan de<br />

rooms-<strong>katholieke</strong> <strong>school</strong> te verzorgen,<br />

was pastoor Galama (pastoor te<br />

<strong>Dalfsen</strong> van 14 mei 1926 tot 31 januari<br />

1931) erin geslaagd de zusters van de<br />

congregatie van het Allerheiligst Hart<br />

van Jesus te Moerdijk naar <strong>Dalfsen</strong> te<br />

▼<br />

Het zusterhuis in aanbouw in 1927.<br />

De r.k. scholen te <strong>Dalfsen</strong><br />

laten komen. ”De <strong>school</strong> wordt vol<br />

vertrouwen in handen gegeven aan<br />

deze zusters, die hun leven tot één<br />

grote opoffering hebben gemaakt<br />

voor de medemens”, aldus pastoor<br />

Galama. Nadat het gebouwencomplex,<br />

bestaande uit het zusterhuis, de<br />

drieklassige lagere <strong>school</strong> en de bewaar-<br />

en naai<strong>school</strong>, was voltooid,<br />

werden de zusters op 26 maart 1928<br />

op het station van <strong>Dalfsen</strong> hartelijk<br />

verwelkomd door pastoor Galama,<br />

het kerkbestuur en vele belangstellenden.<br />

In drie auto’s ging het richting<br />

dorp. De <strong>school</strong> werd in april<br />

1928 plechtig geopend.<br />

986 RONDOM DALFSEN 47<br />

▼<br />

Inzegening van de <strong>school</strong><br />

Bij de inzegening waren veel genodigden<br />

aanwezig. Naast het kerkbestuur,<br />

tevens bestuur van de <strong>school</strong>,<br />

waren ook het gemeentebestuur en<br />

de inspecteur van het lager onderwijs<br />

present, alsook de bisschoppelijke<br />

inspecteur, pastoor Smeets. Door<br />

laatstgenoemde werd het geven van<br />

onderwijs benadrukt, maar ook om<br />

aan de godsdienstige opvoeding van<br />

de kinderen mee te werken door het<br />

aankweken van christelijke deugden.<br />

Er moet echter niet vergeten worden,<br />

dat de ouders de natuurlijke opvoeders<br />

van de kinderen zijn. De <strong>school</strong><br />

is daarbij een hulpmiddel. Burgemeester<br />

IJnzonides spreekt uit, dat<br />

God de zusters en andere onderwijsgevenden<br />

lust, kracht en wijsheid<br />

mag schenken om hun mooie werk te<br />

verrichten. De inspecteur van het<br />

lager onderwijs hoopt, dat bestuur,<br />

personeel en ouders samen zullen<br />

werken om hun doel te bereiken.<br />

Daarvoor is nodig een vaste wil, juiste<br />

middelen en een hart vol liefde. En<br />

dat alles is hier aanwezig, meent spreker.<br />

De eerste leerlingen op de<br />

St. Aloysius<strong>school</strong><br />

De <strong>school</strong>gaande kinderen uit <strong>katholieke</strong><br />

gezinnen bezochten tot dan<br />

toe de openbare scholen in <strong>Dalfsen</strong>,<br />

Ankum en Oudleusen. Toen de ka-


tholieke <strong>school</strong> eenmaal een feit was,<br />

kwamen deze kinderen naar <strong>Dalfsen</strong>,<br />

om daar hun onderwijs te ontvangen.<br />

Dat is niet altijd even soepel verlopen.<br />

Als leerlingen in het algemeen een andere<br />

<strong>school</strong> gingen bezoeken, kwamen<br />

nogal eens verwijten naar voren.<br />

Toen echter de <strong>katholieke</strong> kinderen<br />

de laatste dag de openbare <strong>school</strong> in<br />

Ankum bezochten, was daar een ontmoeting<br />

die gekenmerkt werd door<br />

hartelijkheid. Bij het afscheid waren<br />

behalve de oudercommissie van de<br />

<strong>school</strong>, een commissie van <strong>katholieke</strong><br />

ouders en nog veel andere belangstellenden<br />

aanwezig. Het personeel van<br />

de <strong>school</strong>, mejuffrouw van Osch en<br />

de heer van der Meulen werden door<br />

de heer G.H. de Ruiter namens de <strong>katholieke</strong><br />

ouders in het zonnetje gezet<br />

en bedankt voor de vele zorgen die<br />

aan hun kinderen waren besteed. De<br />

heer van der Meulen, hoofd der<br />

<strong>school</strong>, ontving daarbij een wandelstok<br />

en een zilveren vulpotlood, terwijl<br />

aan mejuffrouw van Osch een<br />

antieke bloemenvaas en een vulpotlood<br />

werden overhandigd. De hoofdmeester<br />

zei, dat hij getroffen was door<br />

zo’n hartelijke wijze van afscheid<br />

nemen.<br />

Gewenning<br />

Voor de zusters was het een grote<br />

overgang geweest van Brabant naar<br />

het kerkdorp aan de stille Overijsselse<br />

Vecht. Sprak men daar het gemoedelijke<br />

dialect van het gezellige en<br />

vriendelijke Brabantse volk, hier had<br />

men te doen met korte min of meer afgebeten<br />

woorden, alsook met de geheel<br />

andere mentaliteit van de<br />

nieuwe omgeving. Droegen de vrouwen<br />

in Brabant een muts met een met<br />

veren en bloemen versierde strook,<br />

hier in het Sallandse kregen ze eenvoudige<br />

en sobere, maar fijne Overijsselse<br />

mutsen te zien. Toen de zusters<br />

eenmaal in <strong>Dalfsen</strong> hun weg hadden<br />

gevonden, ontstonden er al gauw levendige<br />

contacten met de ouders van<br />

de kinderen. De nonnetjes werden<br />

een vertrouwd beeld in het dorp. Met<br />

de <strong>katholieke</strong>n van <strong>Dalfsen</strong> hebben ze<br />

veel lief en leed gedeeld. Mede door<br />

▼<br />

Het zusterhuis in <strong>Dalfsen</strong> werd opgeheven in 1964. V.l.n.r.: Zr. Aloysiana, Zr. Nicolauda,<br />

Zr. Clementine, Zr. Gondulfa (wijkzuster), Zr. Theresa en de heer Vilsterman, die tuinman was<br />

bij de zusters.<br />

de diepe godsdienstzin was er een<br />

vruchtbare bodem ontstaan voor het<br />

opbloeien van religieuze roepingen.<br />

De Dalfser en Sallandse zusters waren<br />

de tastbare getuigen van de goede<br />

verhouding die er was tussen de zusters<br />

en de Dalfser <strong>katholieke</strong>n. We<br />

denken aan de zusters Gabriëlla<br />

Herbrink, Gerarda Kloppenberg,<br />

Ambrosia Butink, Jaqueline Butink,<br />

Matthia Butink, Joanny Herbrink en<br />

Borromea Jacobs.<br />

Inschakeling jeugd bij vieringen<br />

Om de jeugd tot een diepere godsdienstbeleving<br />

te laten komen, werden<br />

<strong>school</strong>gaande kinderen en jongelui<br />

als misdienaar en acoliet al vroeg<br />

ingeschakeld bij de godsdienstige<br />

kerkelijke plechtigheden. In het<br />

klooster van de zusters konden aanstaande<br />

misdienaars oefenen om met<br />

name het Latijn goed uit te leren<br />

spreken. Ze bedienden zich dan van<br />

kaarten waarop de uitspraak van<br />

Latijnse woorden zo nauwkeurig mogelijk<br />

werd benaderd. Jongeren werden<br />

ook ingeschakeld om meerstemmige<br />

missen in te studeren en<br />

later bij kerkelijke hoogtijdagen uit<br />

te voeren. Onder pastoor J. Galama<br />

(de tweede met dezelfde naam, 1941-<br />

1950), die zelf zeer muzikaal was,<br />

werden vierstemmige misgezangen<br />

ingestudeerd door juffrouw Martha<br />

Nijenhuis en de uitvoering nam de<br />

pastoor dan zelf voor zijn<br />

rekening.<br />

Catechismus<br />

Deze moest altijd goed gekend worden.<br />

Dat was het werk van de onderwijsgevenden.<br />

Maar de pastoor nam<br />

wel eens een steekproef. Zo zei pastoor<br />

Sinnige (1931-1941) eens bij het<br />

overhoren van vragen bij een leerling,<br />

die nogal eens haperde: ”Heer geeft<br />

licht, want het is nodig”. Deze pastoor,<br />

die ook de godsdienstlessen<br />

verzorgde, kwam altijd naar <strong>school</strong><br />

met zijn herdershond, die het godsdienstboek<br />

droeg.<br />

Te voet<br />

De komst van de kinderen naar<br />

<strong>school</strong> was niet altijd eenvoudig.<br />

Verreweg het merendeel kwam te<br />

voet. <strong>Een</strong> deel kwam van heel dichtbij,<br />

anderen echter moesten wel een<br />

uur lopen, zoals de kinderen uit het<br />

Dalfserveld (rondom de huidige Dedemsweg)<br />

en Oudleusen. Weer anderen<br />

kwamen met een busje, dat<br />

al voor acht uur in het dorp was.<br />

Elke morgen werd genoteerd of men<br />

de <strong>school</strong>mis had bijgewoond. Veel<br />

kinderen, die lopend moesten komen,<br />

beperkten hun kerkbezoek tot één<br />

keer per maand en wel op de eerste<br />

RONDOM DALFSEN 47 987


vrijdag van de maand. Sommige leerlingen<br />

hebben het noteren van het<br />

aantal kerkbezoeken wel eens als<br />

minder rechtvaardig ervaren, te meer<br />

omdat het aantal bezoeken en verzuimen<br />

op het rapport werd vermeld.<br />

Dat bleek uit gesprekken met oudleerlingen.<br />

Alvorens de leerlingen<br />

’s morgens al dan niet te voet naar<br />

<strong>school</strong> gingen, hadden ze thuis soms<br />

al de nodige arbeid verricht, om over<br />

uitgerust zijn maar niet te spreken.<br />

Middagpauze<br />

Het overblijven tijdens de middagpauze<br />

was verschillend. De meeste<br />

kinderen die van ver kwamen, aten<br />

hun boterham in de naai<strong>school</strong>.<br />

Anderen gingen naar particulieren in<br />

het dorp om daar te eten. Ook kwam<br />

het voor, dat overblijvers stilletjes<br />

het <strong>school</strong>plein verlieten en via het<br />

Franse Pad (paadje bij de dokter) naar<br />

het Kerkplein gingen om het dorp in<br />

te gaan. Ook aan de aandacht van de<br />

zusters ontsnapte wel eens wat.<br />

Zo waren eens twee leerlingen, Dieks<br />

Kodden en Jan Hogeman, onder<br />

<strong>school</strong>tijd naar het ijs achter de dijk<br />

gegaan om zich daar te vermaken.<br />

Omdat het ijs nog onvoldoende<br />

draagkracht had, zakten ze er door.<br />

Smid Bisschop, wiens werkplaats aan<br />

de dijkzijde grensde, werd snel ingeschakeld.<br />

Met behulp van een ladder<br />

▼<br />

Kleuter<strong>school</strong> “De Zonnige Kant”<br />

kon men de opening in het ijs bereiken<br />

en slaagde men erin de jongens<br />

uit het water te halen. Zelf waren<br />

ze onderkoeld geraakt, zodat ze met<br />

een flinke teug Berenburg onder de<br />

dekens verdwenen.<br />

Bewaar<strong>school</strong><br />

De bewaar<strong>school</strong> voor kleuters was<br />

bestemd voor de vierjarigen. Het<br />

kwam echter wel voor, dat vanwege<br />

ziekte of andere omstandigheden ook<br />

jongere kinderen met hun oudere<br />

broertje of zusje meegingen naar de<br />

bewaar<strong>school</strong> en daar bezig werden<br />

gehouden. Zo vingen de zusters<br />

hulpbehoevende situaties vanwege<br />

armoede of anderszins in de gezinnen<br />

op.<br />

Cultuurbeleving<br />

Het katholiek onderwijs heeft ook bijgedragen<br />

tot een zekere cultuurbeleving<br />

binnen de parochie <strong>Dalfsen</strong>.<br />

Zo kwamen er halverwege de jaren<br />

dertig zang- en toneelclubs.<br />

Langzamerhand kreeg het culturele<br />

leven in de parochiegemeenschap<br />

gestalte. Voor de meisjes was er na<br />

de lagere <strong>school</strong> onder leiding van<br />

juffrouw Martha Luiken de <strong>katholieke</strong><br />

DOC (Dames Optimisten Club)<br />

en voor de jongens de tegenhanger,<br />

de TOP (Tot Ons Plezier) onder leiding<br />

van Jan Jacobs.<br />

988 RONDOM DALFSEN 47<br />

Maalzolder<br />

Tijdens de oorlog en met name in de<br />

jaren 1944-1945 waren de omstandigheden<br />

waaronder onderwijs werd gegeven,<br />

niet altijd gunstig. Zo moest,<br />

omdat de Duitsers de <strong>school</strong> gevorderd<br />

hadden, uitgeweken worden<br />

naar tijdelijke locaties, zoals de maalzolder<br />

van de firma Feijen, de deel op<br />

de boerderij van Diepman (toen ongeveer<br />

op de plaats waar zich nu de<br />

straten Richtershof en van Holthehof<br />

bevinden) en het klooster van de zusters.<br />

Er zijn toen klassen geweest die<br />

slechts enkele maanden onderwijs in<br />

de eerste en tweede klas hebben genoten.<br />

Daardoor zijn hier en daar bij<br />

kinderen hiaten in kennis ontstaan,<br />

die min of meer hun sporen hebben<br />

achtergelaten. Ook kwam het voor,<br />

dat juffrouw Bertha Nijenhuis in een<br />

gezin les gaf. Kinderen uit enkele<br />

gezinnen kwamen dan bij elkaar.<br />

Zilveren Jubileum<br />

Op zondag 10 mei 1953 trokken de<br />

zusters met het bestuur van de Congregatie<br />

voorop, onder een stralend<br />

zonnetje door de feestelijk versierde<br />

Oosterstraat naar de pastorie. Daar<br />

werden ze opgewacht door pastoor<br />

Steenkamp, die met maar liefst 21<br />

acolieten de zusters de stampvolle<br />

kerk binnenleidde. Het zilveren feest<br />

van de <strong>school</strong>, maar tevens ook van<br />

de zusters in <strong>Dalfsen</strong>, stond volop in<br />

de belangstelling. Toen de zusters op<br />

8 mei reeds naar bed waren, werden<br />

in alle stilte twee houten stellages<br />

voor de poort gezet en een nonnetje<br />

dat toevallig naar buiten keek, mompelde:<br />

“Daar begint het al!”. Weken<br />

van tevoren was men al begonnen<br />

met allerlei repetities. Ook werden er<br />

veel gaven bij het klooster bezorgd:<br />

bloemen en fruitmanden, een reusachtig<br />

krentenbrood met zilverversiersels<br />

erop aangebracht, eieren en<br />

taarten. Op de jubileumdag trad het<br />

gemengd zangkoor op, dat uit oudleerlingen<br />

bestond, met een dirigent<br />

waarvan zuster Marie Martini eens<br />

met een vermanend gebaar gezegd<br />

had: “Jongen, jongen, van jou komt<br />

niets terecht!”


Het feestelijk gebeuren in 1953 werd<br />

afgesloten met een door de leerlingen<br />

van de <strong>school</strong> opgevoerd sprookjesspel<br />

“De wondermat” onder leiding<br />

van onderwijzeres mejuffrouw M.C.<br />

de Wolf, alsook met het toneelstuk<br />

“Voor vijfentwintig <strong>jaar</strong>”, waarin<br />

kennis werd gemaakt met pastoor<br />

Galama, de grondlegger van het katholiek<br />

onderwijs in <strong>Dalfsen</strong> en met<br />

de leden van het kerkbestuur. <strong>Een</strong> humoristisch<br />

stuk in een entourage van<br />

decors en grime, verzorgd door de<br />

ambitieuze Bertus Wolfkamp. Allerlei<br />

personen die bij het begin van het katholiek<br />

onderwijs een rol speelden,<br />

kwamen in het stuk voor.<br />

Zo werden de vier kerkmeesters in<br />

beeld gebracht door vier zonen van<br />

de leden, die toen deel uitmaakten<br />

van het kerkbestuur. Voor de inwoners<br />

van het dorp was het zeer vermakelijk<br />

al die personen met hun verleden<br />

en feiten tijdens het spel te<br />

herkennen. Toen pastoor Galama de<br />

kerkmeesters voor het eerst vertelde,<br />

dat hij “religieuzen” naar <strong>Dalfsen</strong><br />

wilde halen, vroeg er één: “Religieuzen,<br />

wat zijn dat voor dingen?” Maar<br />

ook de zusters kwamen in het toneelstuk<br />

voor, met name Zr. Marie Martini,<br />

die grote moeite had met de voor<br />

haar vreemde namen als Dieks, Mans,<br />

Gait, Graets en zo.<br />

1953 - 1978<br />

Deze periode van 25 <strong>jaar</strong> heeft zich<br />

voornamelijk gekenmerkt door het<br />

stichten van een aparte <strong>school</strong> voor<br />

voortgezet lager onderwijs en een onstuimige<br />

groei van het aantal leerlingen<br />

binnen het kleuter- en lager onderwijs.<br />

Bedroeg het aantal leerlingen<br />

in 1956 nog gemiddeld 38 voor de<br />

kleuter<strong>school</strong> en 148 voor de lagere<br />

<strong>school</strong>, in het <strong>school</strong><strong>jaar</strong> 1977-1978<br />

was dat opgelopen tot respectievelijk<br />

95 en 325. Dit leidde tot de oprichting<br />

van “de Zonnige Kant “ en “’t Polletje”<br />

voor het kleuteronderwijs en tot<br />

een grote uitbreiding van de lagere<br />

<strong>school</strong> tot 11 lokalen aan het Smidswegje.<br />

In het <strong>school</strong><strong>jaar</strong> 1976-1977<br />

werden de scholen aangemeld voor<br />

het activeringsplan van het innovatieproces<br />

basisonderwijs.<br />

Groeiend leerlingenaantal<br />

De totstandkoming van “de Zonnige<br />

Kant” ging niet probleemloos. Omdat<br />

er veel kleuterscholen gebouwd<br />

moesten worden in verband met het<br />

van kracht worden van de kleuter-onderwijswet<br />

per 1 januari 1956, waren<br />

er veel urgentieverklaringen nodig.<br />

Op de locatie Smidswegje 3 was inmiddels<br />

een wachtlijst voor kleuters<br />

ontstaan. Pogingen van het bestuur<br />

om zo’n urgentieverklaring te krijgen,<br />

mislukten. Zonder financiële<br />

medewerking van de gemeente <strong>Dalfsen</strong><br />

besloot het kerk- (<strong>school</strong>)bestuur,<br />

zelf een gebouw te stichten, hetgeen<br />

met veel hindernissen gepaard ging.<br />

Het gebouw kwam in 1963 tot stand<br />

en werd verhuurd aan de gemeente.<br />

Vervolgens heeft de gemeente het ter<br />

beschikking gesteld van het katholiek<br />

kleuteronderwijs. Voorlopig konden<br />

alle kleuters van vier <strong>jaar</strong> en<br />

ouder ondergebracht worden. Zoals<br />

de locatie Smidswegje 3 vooraf ging<br />

aan de totstandkoming van ”De Zonnige<br />

Kant”, zo ging diezelfde locatie<br />

ook vooraf aan de stichting van<br />

”’t Polletje” aan de van Ittersumstraat,<br />

nu vanwege het te grote aantal<br />

kleuters op ”De Zonnige Kant”. De<br />

onstuimige groei van het aantal leer-<br />

▼<br />

lingen op de lagere <strong>school</strong> (van 1962<br />

tot 1973 vond men onderdak op een<br />

zestal verschillende locaties in het<br />

dorp) werd opgevangen doordat in<br />

1974 de beschikking werd gekregen<br />

over de voormalige V.G.L.O-<strong>school</strong><br />

en door het plaatsen van een noodlokaal.<br />

Alle klassen van de <strong>school</strong><br />

werden zo ondergebracht aan het<br />

Smidswegje.<br />

V.G.L.O.-<strong>school</strong><br />

Door de aanwezigheid van het zevende<br />

en achtste leer<strong>jaar</strong> binnen het<br />

gewoon lager onderwijs waren de<br />

V.G.L.O.-klassen mogelijk geworden.<br />

Dat resulteerde in 1961 in het stichten<br />

van een aparte V.G.L.O.-<strong>school</strong> met<br />

58 leerlingen, de “Pius X-<strong>school</strong> voor<br />

V.G.L.O.” Het voortgezet gewoon lager<br />

onderwijs heeft daarmee voor<br />

veel meisjes uit de omgeving van<br />

<strong>Dalfsen</strong> en voor de onderwijsgevenden<br />

veel vruchten afgeworpen en voldoening<br />

geschonken, in het bijzonder<br />

voor zuster Louisa, die aan het vormen<br />

van de V.G.L.O.-klassen en de<br />

oprichting van een apart <strong>school</strong>gebouw<br />

heeft meegewerkt en van 1953<br />

tot 1968 daarvan hoofd is geweest.<br />

Overigens was deze naam Pius X<br />

voor leerlingen van de lagere <strong>school</strong><br />

totaal vreemd. Zo kon het eens gebeuren<br />

dat enkele leerlingen na<br />

<strong>school</strong>tijd thuiskwamen en aan hun<br />

ouders het volgende wisten te vertel-<br />

Het personeel in 1959. V.l.n.r.: Zr. Nicolauda, René Wolfkamp, Gré Wolf, Zr. Theresa, Zr. Louisa,<br />

Henk Beltman en Zr. Lidwina.<br />

RONDOM DALFSEN 47 989


▼<br />

Gevelversiering kleuter<strong>school</strong> “De Zonnige<br />

Kant”, gemaakt door Pater Jan de Kort uit<br />

Hierden. <strong>Een</strong> jongen op een gans, die naar<br />

de zon vliegt (sprookje van Andersen).<br />

len: “die meiden van de Puis keer<strong>school</strong><br />

zijn ongelooflijk vervelend”.<br />

Vertrek zusters uit <strong>Dalfsen</strong><br />

Kwam in 1962 de leiding van de<br />

lagere <strong>school</strong> in handen van leken, de<br />

zusters bleven aan de V.G.L.O.-<strong>school</strong><br />

en de kleuter<strong>school</strong> ”De Zonnige<br />

Kant” respectievelijk tot en met de<br />

<strong>school</strong>jaren 1968 en 1972 leiding geven.<br />

Ondertussen hadden de zusters,<br />

na 36 <strong>jaar</strong> in <strong>Dalfsen</strong> met grote inzet te<br />

hebben gewerkt in onderwijs en zorg,<br />

afscheid genomen van parochie en<br />

dorp. Tijdens een afscheidsreceptie<br />

werd de zusters veel lof toegezwaaid<br />

voor hun verdienstelijk werk, ieder<br />

op haar eigen plaats, in het onderwijs<br />

op de scholen, in de wijkverpleging,<br />

maar ook in het klooster en daarbuiten<br />

in de gezinnen. “U bent een<br />

kostbare verbinding geweest tussen<br />

<strong>school</strong>, kerk en gezinnen”, aldus pastoor<br />

Wansink.<br />

Dat was op 16 augustus 1964, de dag<br />

waarop de zusters tot ere-parochianen<br />

werden benoemd. Vijf van de negen<br />

zusters verhuisden naar het<br />

klooster in Lemelerveld, om van<br />

daaruit het onderwijs en de Witgele<br />

Kruisdiensten te blijven verzorgen.<br />

Het klooster werd met bijbehorende<br />

grond door het kerkbestuur in eigendom<br />

verworven. Later is het doorverkocht<br />

aan Jacobs Meubelen.<br />

Activeringsplan Innovatieproces<br />

Basisonderwijs<br />

Aan de geschiedenis van het katholiek<br />

onderwijs in <strong>Dalfsen</strong> werd in<br />

1977 een nieuw hoofdstuk toege-<br />

voegd. Dat begon eigenlijk al in<br />

1966, toen kleuter<strong>school</strong> en lagere<br />

<strong>school</strong> regelmatig bij elkaar kwamen<br />

om elkaars manier van werken te leren<br />

kennen. Sindsdien is er regelmatig<br />

vergaderd en informatie doorgegeven<br />

om tot een zeker niveau van<br />

samenwerken te komen. Op 27 januari<br />

1977 verzocht het stichtingsbestuur<br />

de minister van onderwijs en<br />

wetenschappen om deel te mogen nemen<br />

aan het “plan voor activering<br />

van het innovatieproces basisonderwijs”,<br />

een landelijk experiment, met<br />

als doel te komen tot een nieuwe<br />

vorm van onderwijs voor 4- tot 12-jarigen,<br />

het basisonderwijs. Honderd<br />

scholencombinaties mochten aan dit<br />

plan meedoen. Bij ministeriële beschikking<br />

is gunstig op dit verzoek<br />

gereageerd en kon voornoemd plan<br />

op de <strong>katholieke</strong> scholen in <strong>Dalfsen</strong><br />

na veel voorbereidend werk in voorafgaande<br />

jaren van start gaan, niet alleen<br />

om de overgang van kleuter<strong>school</strong><br />

naar lagere <strong>school</strong> soepel te<br />

laten verlopen, maar ook om een ononderbroken<br />

ontwikkelingsproces te<br />

waarborgen voor alle 4- tot 12-jarigen,<br />

ieder binnen zijn eigen mogelijkheden.<br />

Driedaagse - Kamp<br />

<strong>Een</strong> <strong>jaar</strong>lijks terugkerend gebeuren<br />

was het kamp van de hoogste groep.<br />

Aanvankelijk had dit een godsdien-<br />

990 RONDOM DALFSEN 47<br />

▼<br />

stig, educatief en voorlichtend karakter,<br />

waarbij een pater Dominicaan<br />

deel uitmaakte van de leiding. Dit<br />

vond plaats op camping “het Boskamp”.<br />

’s Morgens op de fiets er naar<br />

toe en ’s middags weer terug en zo<br />

drie dagen aaneen. Later is deze Driedaagse,<br />

zoals deze genoemd werd,<br />

overgegaan in een driedaags kamp,<br />

waarvan de heer Wim Spliethof vele<br />

jaren de leiding heeft gehad.<br />

Gouden Jubileum<br />

Het gouden jubileum in 1978 werd<br />

gevierd met het opvoeren van de kindermusical<br />

“Spoken in het dorp”,<br />

geschreven en geregisseerd door de<br />

onderwijzeres Ria Geurts. Hieraan<br />

werd door leerlingen uit verschillende<br />

klassen deelgenomen. In ruime<br />

mate waren er voor de kinderen<br />

creatieve bezigheden, die door de ouders<br />

en andere belangstellenden<br />

konden worden bezichtigd. <strong>Een</strong> spelmiddag<br />

voor de jongere kinderen en<br />

een speurtocht voor de ouderen<br />

maakten deel uit van het feestprogramma.<br />

De feestweek werd besloten<br />

met films. Voor de onderbouwkinderen<br />

werd de film “Sneeuwwitje” gedraaid<br />

en de bovenbouwleerlingen<br />

genoten van “Circus op Stelten”.<br />

Voor de ouders was er een fototentoonstelling,<br />

waarbij veel herinneringen<br />

uit het verleden werden<br />

opgehaald.<br />

De driedaagse op camping “Het Boskamp” in 1964 met pater Dominicaan en<br />

o.a. de oud-leerlingen Annie Melenhorst, Ans Klarenbeek en Ton van der Vegt.


1978 - 2003<br />

Vanaf 1978 tot heden lag het accent bij<br />

een drietal gebeurtenissen:<br />

• Het tot stand komen van de basis<strong>school</strong><br />

per 1 augustus 1985.<br />

• Onder één dak brengen van alle<br />

groepen in het <strong>jaar</strong> 1990-1991 op<br />

locatie van Ittersumstraat 7<br />

• De <strong>katholieke</strong> basis<strong>school</strong><br />

“de Polhaar” wordt<br />

mondiale <strong>school</strong>.<br />

Basis<strong>school</strong><br />

Op 1 augustus 1985 werd de wet op<br />

het basisonderwijs van kracht. Dat<br />

hield in, dat de kleuterscholen en de<br />

lagere <strong>school</strong> werden opgeheven en<br />

samen de basis<strong>school</strong> gingen vormen.<br />

Dit heeft veel voeten in de aarde<br />

gehad. Jaren van voorbereiding zijn<br />

daaraan voorafgegaan, met name<br />

de <strong>school</strong>werkplanontwikkeling. Zo<br />

was ook “de Smidshof” (de naam is<br />

bedacht door oud-leerling Berné<br />

Vulkers) verplicht een <strong>school</strong>werkplan<br />

te maken, waarin soms tot in<br />

details weergegeven moest worden<br />

hoe het onderwijs inhoudelijk en<br />

didactisch gerealiseerd werd, een<br />

regelgeving van boven af die weinig<br />

respect afdwong, maar veeleer zware<br />

kritiek opriep.<br />

In het gehele land is achteraf gebleken,<br />

dat dit niet heeft gewerkt, hoewel<br />

de bewustwording met betrekking<br />

tot het geven van onderwijs er<br />

echter wel door is geactiveerd. Daarnaast<br />

werden accenten gelegd op de<br />

<strong>school</strong>organisatie en de ontwikkeling<br />

bij de individuele leerling, dat<br />

uitmondde in een leerlingvolgsysteem.<br />

Het <strong>school</strong>werkplan is later<br />

heel erg afgeslankt. Wat ervan over is<br />

gebleven, is een <strong>school</strong>gids, een<br />

handzame leidraad voor ouders,<br />

waarin te vinden is wat “de Polhaar”<br />

belangrijk vindt in de opvoeding<br />

van en het onderwijs aan kinderen.<br />

Belangrijk is hoe men met elkaar omgaat,<br />

het scheppen van de juiste sfeer,<br />

maar ook wat men als <strong>school</strong> inzake<br />

kennis te bieden heeft. Daarnaast<br />

▼<br />

echter ook hoe het onderwijs is georganiseerd<br />

en hoe de betrokkenheid<br />

van de ouders wordt gerealiseerd.<br />

Alle leerlingen onder één dak<br />

De totstandkoming van één gebouw<br />

voor de basis<strong>school</strong> in 1990 ging niet<br />

van een leien dakje. Dat moest budgettair<br />

neutraal verlopen. Verscheidene<br />

pogingen - in 1985, 1986, 1987 en<br />

in 1988 - liepen om financiële redenen<br />

op niets uit. Inkomsten werden uiteindelijk<br />

gevonden door de verkoop<br />

van de gebouwen Smidswegje 3, 5 en<br />

7 aan Jacobs Meubelen BV, door<br />

financiering via rijksbijdragen en<br />

door het aanspreken van opgebouwde<br />

reserves. Gezamenlijk konden<br />

de benodigde gelden, circa 1,1<br />

miljoen gulden op tafel worden gebracht.<br />

Dit bedrag kon borg staan<br />

voor het realiseren van een nieuw<br />

gebouw voor zes groepen met een<br />

zeer ruime gemeenschapsruimte, gekoppeld<br />

aan het reeds aanwezige<br />

gebouw “’t Polletje” aan de Van Ittersumstraat<br />

7. (Het is heel toevallig dat<br />

alle hoofdgebouwen met betrekking<br />

tot het kleuter- en lager onderwijs<br />

steeds het straatnummer 7 hebben<br />

gedragen: Smidswegje 7, Pleijendal 7<br />

Team 1983<br />

Onder v.l.n.r.: Joke Kemper, Ria Geurts, Thea Dheere, Gemma de Haan, Bernardien Albers.<br />

Midden v.l.n.r.: Nelly Renneberg, René Wolfkamp, Mini Kogelman, Monique Duitscher,<br />

Fred Rienstra.<br />

Boven v.l.n.r. : Henk Beltman, Harry Kieftenbeld, Ineke Lahuis, Wim Spliethof.<br />

en als laatste van Ittersumstraat 7).<br />

Op 1 augustus 1990 werd de nieuwe<br />

<strong>school</strong> “de Polhaar” (de naam is<br />

bedacht door de oud-leerlingen<br />

Herman en Wilma Maats) geopend.<br />

Het katholiek onderwijs kon nu<br />

centraal in het voedingsgebied worden<br />

verzorgd.<br />

”De Polhaar”sinds 2000 een<br />

mondiale <strong>school</strong><br />

De huidige <strong>school</strong> is een weerspiegeling<br />

van de maatschappij, dus moet je<br />

bij de opvoeding op <strong>school</strong> daar een<br />

duidelijk antwoord op vinden. Waar<br />

de waarden en de daaruit afgeleide<br />

normen aan het vervagen zijn door<br />

een aan de winnende hand zijnde<br />

materialistische houding, zullen ze<br />

weer opgewaardeerd moeten worden<br />

door de evangelische waarden van<br />

respect en zorg, van vergeven en<br />

rechtvaardigheid, van liefde en barmhartigheid,<br />

van troost en gerechtigheid<br />

in de opvoedingssituaties op<br />

<strong>school</strong> een duidelijk accent te geven<br />

en waar te maken in feitelijke handelingen.<br />

In bovengenoemd kader wil<br />

“de Polhaar”een mondiale <strong>school</strong><br />

zijn, een <strong>school</strong> waarbij kinderen niet<br />

alleen oog hebben voor elkaar, voor<br />

RONDOM DALFSEN 47 991


▼<br />

Mozaïek “Spelende kinderen”, aangebracht<br />

in 1962 in de “St. Aloysius<strong>school</strong>” aan het<br />

Smidswegje. Tijdens de sloop van de <strong>school</strong><br />

is het enigszins beschadigd. Na restauratie<br />

heeft het in “De Polhaar” aan de van<br />

Ittersumstraat naar aanleiding van het<br />

<strong>75</strong>-jarig jubileum een nieuwe plek<br />

gekregen.<br />

de mensen om hen heen, in kleine<br />

kring dus, maar ook voor de mensen<br />

verder weg: de vluchtelingen, de economisch<br />

zwakkeren, de mensen in<br />

nood. Door kinderen te leren in hun<br />

eigen leefsituatie om zich heen te kijken<br />

en daarvoor aandacht en begrip<br />

te krijgen, zullen ze de problemen<br />

van verderweg, wanneer ze ouder<br />

zijn, op identieke wijze beoordelen,<br />

niet alleen in woord maar ook in<br />

daad. Dat probeert “de Polhaar” o.a.<br />

te bereiken door goede manieren aan<br />

te leren in de omgang met elkaar;<br />

door vergevingsgezindheid, waarvan<br />

een bevrijdende werking uitgaat, te<br />

activeren; door eerbied aan te kweken<br />

voor natuur en milieu en door samen<br />

te bidden, te zingen en te vieren. Ter<br />

gelegenheid van de start als mondiale<br />

<strong>school</strong>, om wereldwijd te leren kijken,<br />

werd een expositie ingericht, die<br />

o.a. bestond uit cadeaus, die Prins<br />

Claus der Nederlanden en minister<br />

Herfkens van ontwikkelingssamenwerking<br />

tijdens hun bezoek aan<br />

Jemen hebben ontvangen. Deze voorwerpen<br />

stelde het wereldmuseum te<br />

Rotterdam beschikbaar. De tentoonstelling<br />

werd geopend door de ambassadrice<br />

van de Arabische staat<br />

Jemen, Amat Al-Aleem Alososwa.<br />

Dat deed ze door de plaats van haar<br />

land met een pijl op de wereldkaart<br />

aan te geven.<br />

Viering <strong>75</strong>-jarig jubileum<br />

Dit jubileum, eind maart - begin april,<br />

is gedurende een volle week op<br />

grootse wijze gevierd met een programma<br />

waaraan veel voorbereidend<br />

werk is vooraf gegaan door een<br />

stuurgroep met vertegenwoordigers<br />

uit de diverse geledingen. De jubileumweek<br />

begon met een sponsorloop<br />

rond de <strong>school</strong> voor alle 4- tot 12jarigen,<br />

met aanmoedigende ouders<br />

en feestelijke muziek van het Dalfser<br />

blaasorkest “De Vechtboerties”. <strong>Een</strong><br />

spelletjesmarkt en fancy-fairachtige<br />

activiteiten waren aanwezig bij deze<br />

door en voor de kinderen feestelijke<br />

start.<br />

Onder de titel “Wij bouwen een<br />

feestje”, werden de tweede dag culturele<br />

activiteiten verricht. Daarbij studeerden<br />

docenten van de stichting<br />

“Dans in School” met de kinderen<br />

dansen uit verschillende landen in en<br />

werd samen met de kinderen bijpassende<br />

kledij gemaakt.<br />

“Eten uit alle windstreken” vormde<br />

voor de kinderen het thema van de<br />

derde dag: voortbordurend op de<br />

culturele activiteiten van de vorige<br />

dag, hebben de kinderen met de<br />

ouders verschillende gerechten be-<br />

992 RONDOM DALFSEN 47<br />

▼<br />

reid, mede ook om de <strong>school</strong> als mondiale<br />

<strong>school</strong> te profileren. ’s Middags<br />

was er een officiële receptie voor alle<br />

geledingen van de <strong>school</strong>, de buren,<br />

genodigden en collega’s, waarbij in<br />

een gemoedelijke sfeer het jubileum<br />

werd gevierd en het gerestaureerde<br />

mozaïek “Spelende Kinderen” werd<br />

onthuld. Het mozaïek, dat in 1962<br />

door de kunstenares mejuffrouw B.<br />

Thoden van Velzen uit Hattem is ontworpen<br />

en aangebracht in de toenmalige<br />

lagere <strong>school</strong>, is zeer karakteristiek<br />

voor kinderen. <strong>Een</strong> jongetje dat<br />

speelt met een konijntje en een meisje<br />

dat touwtje springt, het geheel vervaardigd<br />

van scherven, afkomstig<br />

van kopjes en schoteltjes, verzameld<br />

door de kinderen van de <strong>school</strong>.<br />

Herman Donders uit <strong>Dalfsen</strong>, terrazzo-werker<br />

van beroep en werkzaam<br />

geweest bij de kunstenares,<br />

heeft met groot vakmanschap het<br />

kunstwerk hersteld. Zo leeft “de<br />

Smidshof” uit het centrum van <strong>Dalfsen</strong><br />

voort in “de Polhaar” aan de<br />

van Ittersumstraat. Veel belangstelling<br />

werd getoond voor de ingerichte<br />

tentoonstelling. De reünie op de<br />

vierde dag, waarbij een kleine 800<br />

deelnemers waren komen opdagen,<br />

is een geweldig goed georganiseerde<br />

happening geworden, waarbij veel,<br />

zeg maar heel veel herinneringen uit<br />

het verleden werden opgehaald.<br />

Klas 6, die in 1966 Het Sacrament van het H. Vormsel toegediend kreeg<br />

met links achter Pastoor Wansink.


Met medewerking van een vijftig<br />

leden tellend “generatiekoor” uit<br />

<strong>school</strong> en parochie, was er op zondag<br />

in de kerk een dankviering, waarbij<br />

een leerling van de huidige basis<strong>school</strong><br />

en twee oud-leerlingen van de<br />

lagere <strong>school</strong> (waaronder de 84-jarige<br />

mevrouw A. Melenhorst) de ervaringen<br />

van hun <strong>school</strong>tijd naar voren<br />

brachten. In een overvolle kerk ging<br />

pastoor Woorts in de Eucharistieviering<br />

voor. Het feest werd op maandag<br />

vervolgd met een sport- en speldag.<br />

Twee voorstellingen van de musical<br />

“Paniek in het Paleis”, waarin medewerkers<br />

en leerkrachten een door ouders<br />

en leerkrachten herschreven verhaal<br />

met als titel “Onze <strong>school</strong> is<br />

jarig” speelden, vormden de afsluiting<br />

van een grandioze feestweek.<br />

<strong>75</strong> <strong>jaar</strong> katholiek onderwijs<br />

Het is niet voor niets geweest dat Pastoor<br />

J. Galama het katholiek onderwijs<br />

eind twintiger jaren vorige eeuw<br />

een duidelijke plaats heeft weten te<br />

geven in de parochiegemeenschap<br />

van <strong>Dalfsen</strong>.De ontstane band tussen<br />

gezin, <strong>school</strong> en kerk is er nu nog, al<br />

is de verantwoordelijkheid van het<br />

gezin groter geworden. Als we van<br />

een <strong>katholieke</strong> <strong>school</strong> spreken, denken<br />

we allereerst aan godsdienst- en<br />

catecheselessen. Dat is voor de hand<br />

liggend. Deze lessen zijn echter niet<br />

zozeer “lessen” dan wel een overdracht<br />

van waarden, geïnspireerd<br />

vanuit het geloof. Waarden met daar-<br />

Schoolleiding<br />

Kleuter<strong>school</strong> St.Theresia, Smidswegje 3 / “de Zonnige Kant”, Pleijendal 7<br />

1- 9-1955 - 1- 6-1963 Zr. Clementine (L.C.van Oers) hoofdleidster<br />

1- 6-1963 - 1- 7-1972 Zr. Clementine (L.C.van Oers) hoofdleidster<br />

1- 7-1972 - 1- 8-1973 Mej. W.M. Levelink hoofdleidster<br />

1- 8-1973 - 1- 9-19<strong>75</strong> Mej. P.H. Huisman hoofdleidster<br />

1- 9-19<strong>75</strong> - 1-11-1981 Mw. G.H. Webbink-Bleumer hoofdleidster<br />

1-11-1981 - 1- 9-1983 Mw. M. Kogelman-Mestebeld hoofdleidster<br />

1- 9-1983 - 20-8-1984 Mw. M. Duitscher-Hartman hoofdleidster<br />

20-8-1984 - 1- 8-1985 Mej. J. Kemper hoofdleidster<br />

Kleuter<strong>school</strong> Smidswegje 3 / “ ’t Polletje”, van Ittersumstraat 7<br />

1-8-1973 - 17-9-1973 Mw. C. Koerhuis-Scholte op Reimer hoofdleidster<br />

17- 9-1973 - 16-8-19<strong>75</strong> Mej. J.M.B.Ogink waarn. hoofdleidster<br />

15- 8-19<strong>75</strong> - 14- 8-1979 Mej. A. Steerneman hoofdleidster<br />

14- 8-1979 - 19-12-1983 Mw. I. Lahuis-Flierhuis hoofdleidster<br />

1- 9-1983 - 19-12-1983 Mw. M. Kogelman-Mestebeld waarn. hoofdleidster<br />

19-12-1983 - 1-12-1984 Mw. M. Kogelman-Mestebeld hoofdleidster<br />

1-12-1984 - 1- 8- 1985 Mw. M. Duitscher-Hartman hoofdleidster<br />

▼<br />

Kinderen die de Eerste H. Communie doen in 1985; Pastoor Assink reikt de hosties uit.<br />

uit voortvloeiende normen, die verwerkt<br />

en vertaald worden in de houding<br />

van elke dag. Dat ouders, die<br />

een katholiek doorleefde levensovertuiging<br />

hebben, kiezen voor een <strong>katholieke</strong><br />

<strong>school</strong>, was tot de jaren zeventig-tachtig<br />

vorige eeuw min of<br />

meer een logische keuze. Kinderen<br />

vanuit de <strong>school</strong> deel laten nemen<br />

aan de Eerste H.Communie en het Sacrament<br />

van het Vormsel was voor<br />

ouders dan ook vanzelfsprekend.<br />

Met de gestage intrede van o.a. het individualisme<br />

in onze maatschappij,<br />

kreeg de persoonlijke verantwoordelijkheid<br />

een grotere plaats, maakten<br />

traditionele vormen steeds meer<br />

plaats voor persoonlijke initiatieven,<br />

met name met betrekking tot de ouders,<br />

die steeds meer zelf duidelijke<br />

keuzes gingen maken. Maar de band<br />

tussen gezin, <strong>school</strong> en kerk is aan-<br />

wezig gebleven. Het is dan ook van<br />

groot belang, dat deze binding door<br />

gezamenlijke inzet tot uiting mag blijven<br />

komen. Moge vanuit de inspiratie<br />

van het geloof de <strong>katholieke</strong><br />

<strong>school</strong> een lang bestaan voor zich<br />

hebben en dat de idealen binnen het<br />

katholiek onderwijs door samenwerking<br />

van ouders, <strong>school</strong> en kerk gedragen<br />

blijven worden. In die zin feliciteer<br />

ik “de Polhaar”met al haar<br />

geledingen van harte met <strong>75</strong> <strong>jaar</strong> katholiek<br />

onderwijs in <strong>Dalfsen</strong>.<br />

Bronnen: - Zon en Sneeuw, Uitgave van de<br />

Zusters van het Allerheiligst Hart<br />

van Jesus<br />

- Archiefstuk<br />

mevrouw A. Kamphuis-van Beinum<br />

- Archief de heer C.J. Klarenbeek<br />

- Oprechte Dalfser Courant<br />

- Foto’s de heer A. Goutbeek<br />

en de heer H.J. Beltman<br />

Lagere School “St.Aloysius” / “de Smidshof”, Smidswegje 7<br />

1- 4-1928 - 1- 9-1947 Zr. Marie Martini (W.C.E.van Schaik) hoofd<br />

1- 9-1947 - 1- 9-1950 Zr. Aloysiana (C.A.M.Ansems) hoofd<br />

1- 9-1950 - 1- 9-1953 Zr. Henria (J.M.v.d.Broek) hoofd<br />

1- 9-1953 - 1- 8-1962 Zr. Louisa (M.A.R.van der Heijden) hoofd<br />

1- 8-1962 - 1- 8-1985 Dhr. H.J. Beltman hoofd<br />

Basis<strong>school</strong> “de Smidshof”, Smidswegje 7 /”de Polhaar”, van Ittersumstraat 7<br />

1- 8-1985 - 1-8-1990 Dhr. H.J. Beltman directeur<br />

1- 8-1990 - 1-6-1996 Dhr. H.J. Beltman directeur<br />

1- 6 1996 - 1- 8 1996 Mw. M. Velderman-Reimert wnd.directeur<br />

1- 8-1996 - heden Dhr. Ch. Tissen directeur<br />

1- 8-1985 - 24-2-1986 Mw. M. Duitscher-Hartman adjunct directeur<br />

24-2-1986 - 1- 8-1995 Mw. M. Velderman-Reimert adjunct directeur<br />

21-8-1995 - heden Mw. T. Claassen-Schiphorst adjunct directeur<br />

V.G.L.O.-klassen / V.G.L.O.-<strong>school</strong> “Pius X”, Smidswegje 5<br />

1- 9-1953 - 1- 8-1961 Zr. Louisa (M.A.R.van der Heijden)<br />

hoofd v.g.l.o.-klassen, tevens hoofd lagere <strong>school</strong><br />

1- 8-1961 - 1- 8-1962 Zr. Lidwina ( J. van der Linden)<br />

hoofd v.g.l.o.- <strong>school</strong><br />

1- 8-1962 - 1- 8- 1968 Zr. Louisa (M.A.R.van der Heijden)<br />

hoofd v.g.l.o.-<strong>school</strong><br />

RONDOM DALFSEN 47 993


<strong>Een</strong> vierde<br />

Ruitenborgh<br />

Ab Goutbeek<br />

Eén kasteel uit de reeks die<br />

in de 13e en 14e eeuw langs<br />

de Vecht en Regge werd gebouwd<br />

met toestemming van<br />

de bisschop van Utrecht, was<br />

behalve Rechteren en Gerner,<br />

de Ruitenborgh bij <strong>Dalfsen</strong>.<br />

Als een keten van burchten langs de<br />

Overijsselse rivieren vormden deze<br />

vestingen een verdedigingslinie en<br />

dienden tegelijkertijd voor onderdak,<br />

een open huis voor de bisschop en<br />

zijn leger, wanneer hij kwam om te<br />

zorgen voor rust en orde en natuurlijk<br />

voor het innen van pachten en belastingen.<br />

Tevens moest de kasteelheer<br />

voor de bisschop en zijn leger harnassen,<br />

paarden en eventueel manschappen<br />

uit de buurtschappen leveren,<br />

om zo het hoofd te kunnen bieden<br />

aan opstandige groepen of invallende<br />

benden. Aan het eind van de 14e<br />

eeuw werd de Ruitenborgh bewoond<br />

door Hako van de Ruitenberg als kasteelheer<br />

of landheer van de bisschop<br />

van Utrecht.<br />

De machtspositie van de bisschop en<br />

de landheer werd verder gedeeld<br />

door de steden Deventer, Kampen en<br />

Zwolle. Deze steden waren, met toestemming<br />

van de bisschop, ommuurd<br />

en hadden zich marktrechten<br />

toegeëigend. Door de concentratie<br />

van de handel in die steden werd het<br />

eenvoudiger om de belastingen en accijnzen<br />

veilig te stellen. Regelmatig<br />

maakten de landheren dusdanig misbruik<br />

van hun macht, dat dit leidde<br />

tot onvrede bij de bisschop en de bevolking.<br />

Deze riepen dan op hun<br />

beurt de landheren tot orde door hun<br />

burchten te belegeren en vaak te ver-<br />

woesten. Zo is omstreeks 1380 de<br />

Ruitenborgh belegerd en vernield<br />

door de bisschop met medewerking<br />

van de steden Deventer, Kampen en<br />

Zwolle.<br />

Dit vernielde kasteel is in 1389 weer<br />

hersteld met toestemming van de bisschop,<br />

maar wel onder strenge voorwaarden<br />

ten gunste van hem en de<br />

drie steden (1: n° 311, 6 Oct 1389).<br />

Ecbert Hake van den Rutenberghe<br />

verklaart, dat hij met toestemming van<br />

Florens van Wevelinghoven, bisschop<br />

van Utrecht, en van de drie steden van<br />

994 RONDOM DALFSEN 47<br />

▼<br />

▼<br />

De Ruitenborgh 1732, Kaart La Rive.<br />

De Ruitenborgh 1783, Kaart Hottinger Atlas.<br />

Zallant, te weten Deventer, Campen en<br />

Swolle, een verbouwing aan zijn huis den<br />

Rutenberghe tot stand gebracht heeft,<br />

waarbij hij het volgende beloofd heeft:<br />

1. hij zal zich nooit tegen de bisschop<br />

van Utrecht of zijn opvolgers, de<br />

steden of het Sticht Utrecht keren;<br />

2. hij zal het huis niet verder versterken<br />

met grachten, bolwerken en<br />

voorburchten dan nu het geval is,<br />

tenzij met eenstemmige toestemming<br />

van de bisschop van Utrecht<br />

en de drie steden: Deventer,<br />

Campen en Swolle;


▼<br />

De Ruitenborgh, 1729. Coll.: Historische Kring.<br />

3. Hij mag de huidige verbouwing<br />

voltooien met zolders, deuren en<br />

vensters, de stenen van het oude<br />

huis uit de gracht halen en de oude<br />

gracht ruimen en zuiveren, maar<br />

hij mag geen nieuwe grachten aanleggen;<br />

4. elke nieuwe bezitter van het huis<br />

zal, schriftelijk daartoe aangemaand,<br />

binnen twee maanden bij<br />

akte jegens de bisschop van<br />

Utrecht en de steden Deventer,<br />

Campen en Swolle, dezelfde<br />

belofte moeten afleggen.<br />

Hieruit blijkt duidelijk dat het kasteel<br />

weer is opgebouwd op de oude restanten<br />

binnen de bestaande oude<br />

gracht. Van deze tweede Ruitenborgh<br />

zijn in 1729 door tekenaar De Haan en<br />

zijn navolgers Schoemaker, Pronk en<br />

Toorenburgh, die De Haans tekeningen<br />

overnamen, fraaie afbeeldingen<br />

gemaakt van de voor- en achterzijde.<br />

Ook op een kaart heeft La Rive in 1732<br />

dit bouwwerk minutieus in vogelvlucht<br />

weergegeven: met gracht, muren<br />

en torens.<br />

Tot nu toe nam men aan, dat dit fraaie<br />

kasteel er tot 1821 heeft gestaan, het<br />

<strong>jaar</strong> waarin de Ruitenborgh voor afbraak<br />

werd verkocht voor ƒ 2300,waarna<br />

in 1828 het huidige gebouw<br />

werd gerealiseerd door de familie<br />

Ridderinckhof, die toen ook Hofwijk<br />

bewoonde.<br />

Bestuderen we echter de kaart van<br />

Hottinger uit 1783, dan zien we een<br />

rechthoekig huis, geflankeerd door<br />

twee bouwhuizen, omringd door een<br />

binnen- en buitengracht, waardoor<br />

we de verrassende ontdekking doen,<br />

dat niet in 1821 maar tussen 1732 en<br />

1783 het kasteel de Ruitenborgh volgens<br />

de tekening van De Haan (1729)<br />

moet zijn afgebroken en opnieuw<br />

gebouwd. Nu is het mogelijk, dat op<br />

de Hottingerkaart zomaar figuratief<br />

een rechthoekje voor het kasteel is ingetekend,<br />

maar wetende dat de tekenaar<br />

van de Hottingerkaart, de heer<br />

H.J. van Wijck, erg betrouwbaar de<br />

situatie heeft weergegeven, hoeven<br />

we er niet aan te twijfelen, dat hij niet<br />

zijn fantasie de vrije loop gaf. <strong>Een</strong><br />

bevestiging hiervan vinden we op de<br />

door S. van Lith in 1820 getekende<br />

minuutkaart, die bedoeld was voor<br />

de landelijke kadastrale kaart van<br />

1832. Deze was door nauwkeurige<br />

landmeting een exacte weergave van<br />

de toenmalige toestand met als<br />

hoofddoel een eerlijke basis voor de<br />

belastingopgave.<br />

Hier is ook het huis als een rechthoek<br />

weergegeven, met links één bouwhuis.<br />

Mogelijk was het rechter bouwhuis<br />

reeds verdwenen in 1820.<br />

Met zekerheid kunnen we concluderen,<br />

dat na 1732 ( La Rivekaart ) maar<br />

vóór 1783 ( Hottingerkaart ) het fraaie<br />

kasteel dat voorkomt op de prenten,<br />

is afgebroken en een nieuw symmetrisch<br />

huis met bouwhuizen is<br />

verrezen, ongeveer zoals het huidige<br />

Huis Den Berg. Helaas zijn van dit gebouw<br />

geen prenten bekend.<br />

In welk <strong>jaar</strong> en door wie is dit huis<br />

gebouwd? Door het standaardwerk<br />

‘De Havezaten in Salland en hun<br />

bewoners’ van A.J. Gevers en A.J.<br />

Mensema er op na te slaan, zien we<br />

dat vanaf 1732 Jan Arend Sloet de<br />

eigenaar van de Ruitenborgh was.<br />

Na zijn overlijden in 1749 ging het<br />

huis over naar zijn broer Willem<br />

Borchard Sloet, die het tijdens zijn<br />

leven vermaakte aan zijn neef Coenraad<br />

Willem van Fridagh, die in 1780<br />

overleed, waarna zijn zoon Gijsbert<br />

Lucas Geerlich van Fridagh de eigenaar<br />

werd.<br />

Ook gaan we even kijken in welke<br />

periode de andere symmetrische huizen<br />

met bouwhuizen en grachten in<br />

Salland zijn gerealiseerd. Dan blijkt,<br />

dat de meeste huizen in de periode<br />

van 1600 tot 1<strong>75</strong>0 zijn gebouwd: Gerner<br />

±1600, Alerdinck 1680, Rechteren<br />

(verbouwd) 1686, ’t Laer 1702, Den<br />

Berg 1703, Den Aalshorst 1720, Eerde<br />

1727, Zandwijk 1733 en Windesheim<br />

1749.<br />

▼<br />

De Ruitenborgh, Kadastrale Atlas van<br />

Overijssel van 1832.<br />

RONDOM DALFSEN 47 995


▼<br />

De Ruitenborgh met poort, omstreeks 1900. Coll.: Historische Kring.<br />

Het meest waarschijnlijke is dat Jan<br />

Arend Sloet, die in 1745 als lid van de<br />

Ridderschap verschreven werd in de<br />

Staten van Overijssel, in die periode<br />

zijn huis heeft laten herbouwen. Zijn<br />

erfgenamen zeker niet, want in de<br />

tweede helft van de 18e eeuw waren<br />

er nauwelijks bouwactiviteiten in<br />

deze regio. Bovendien zou dit huis<br />

dan binnen vijftig <strong>jaar</strong> weer afgebroken<br />

zijn.<br />

Wanneer er in 1821 geschreven wordt<br />

over verkoop en afbraak van de havezate,<br />

dan gaat het over dit tot nu<br />

toe onbekende huis. In het notarieel<br />

archief van <strong>Dalfsen</strong>, Nº 869 van 16<br />

mei 1821, staat: ‘Het huys Ruitenborgh<br />

word verkoft tot afbraake met de muur om<br />

de gracht en brugge zoals het zelven binnen<br />

de gracht is gelegen.<br />

De koper zal voort, na dat de tijd van beraad<br />

van de koper der grond, met het afbreken<br />

kunnen beginnen en hij zal niet alleen<br />

hetzelve moeten afbreken maar de<br />

afbraake ook geheel van de plaats moeten<br />

vervoerd hebben voor of op den eersten<br />

November achtienhondert twee en twintig,<br />

tot die tijd toe zal hij de afbraake kunnen<br />

leggen en plaatsen op de bassecour,<br />

mits dat de passagiens en toegangen tot<br />

het bouwhuis, de hof en landerijen niet<br />

worden gestremd of gehindert.’<br />

Ín hetzelfde notarieel archief van 23<br />

mei 1821, onder nº 873, werden een<br />

week later diverse percelen verkocht,<br />

waaronder Perceel v: ’Het Bouwhuis<br />

met de Hof, Bassecour en de ondergrond<br />

van het huis.’<br />

De bassecour is de voor- of buitenplaats<br />

waar de bouwhuizen op staan<br />

tussen de binnen- en buitengracht.<br />

Duidelijk blijkt<br />

uit voorgaande gegevens,<br />

dat er een huisplaats met<br />

huis stond, omgeven door<br />

een gracht en een muur en<br />

een bouwhuis met bassecour.<br />

Ook stond dat huis<br />

meer naar achteren dan de<br />

tegenwoordige Ruitenborgh,<br />

dat duidelijk uitkomt,<br />

wanneer we de kadastrale<br />

kaart van 1820<br />

projecteren op de huidige<br />

situatie.<br />

Door kaarten te vergelijken<br />

en historische gegevens<br />

daaraan vast te koppelen,<br />

kunnen er verrassende feiten<br />

te voorschijn komen, in<br />

dit geval een ‘nieuwe’ Ruitenborgh<br />

tussen de tweede<br />

en derde in. Deze derde, nu<br />

vierde Ruitenborgh, is in<br />

1921 bij verkoop ingezet<br />

voor ƒ 23000,- door de gebroeders<br />

Dijk. <strong>Een</strong> hoger<br />

bod werd niet gedaan, zo-<br />

996 RONDOM DALFSEN 47<br />

▼<br />

dat na een poging het weer te verkopen,<br />

de gebroeders Dijk er zelf zijn<br />

gaan wonen.<br />

Na het overlijden in 1966 van één van<br />

de gebroeders Dijk, werd Johannes<br />

Dijk alleeneigenaar. Toen in 1967 ook<br />

Johannes Dijk kwam te overlijden, is<br />

de Ruitenborgh overgegaan naar zijn<br />

zoon Berend Dijk, die met zijn gezin<br />

deze roemruchte plaats met een bewogen<br />

geschiedenis nog steeds bewoont.<br />

Rondom het gebouw waar, door grasland<br />

aan het oog onttrokken, nog de<br />

sporen aanwezig zijn van grachten,<br />

de belegering met veldkeien, van pijlen<br />

voor de kruisbogen, maar ook<br />

drinkkruiken, glaswerk, porselein en<br />

de lakstempels van vele brieven,<br />

evenals de spelden voor het fijne<br />

borduurwerk van de kasteeljuffers,<br />

grazen nu de koeien.<br />

Literatuur: Zwolse regesten deel I,<br />

drs F.C. Berkenvelder<br />

Johan Dijk en echtgenote. Coll.: Berend Dijk.


Karnen, karntonnen en karnmolens<br />

Ben Kloosterman<br />

In huize Hofwijk aan de Vossersteeg in Ankum, bevindt zich sinds ruim honderd <strong>jaar</strong> een nog vrijwel<br />

complete karnmolen, gebouwd door molenmaker Johannes Woltherus Schiller, de jongste zoon van<br />

molenmaker Heinrich Otto Schiller, waarover we in een vorige ‘Rondom <strong>Dalfsen</strong>’ (nr. 44) een uitvoerige<br />

reportage schreven.<br />

Deze karnmolen zal omstreeks 1885<br />

zijn gebouwd, toen (Jans) Schiller<br />

zich in dat <strong>jaar</strong>, na het overlijden van<br />

zijn vader, uit de molenmakerij van<br />

Schiller terugtrok en zich ging specialiseren<br />

in het maken van (grotere)<br />

karnmolens (rosmolens) voor de boeren.<br />

<strong>Een</strong> en ander was voor de redactie<br />

van ‘Rondom <strong>Dalfsen</strong>’ aanleiding<br />

eens nader in te gaan op de (ros)karnmolens<br />

en de karnmethoden die<br />

daaraan voorafgingen, temeer omdat<br />

het in de bedoeling ligt van de huidige<br />

bewoners van huize Hofwijk de<br />

karnmolen weer in oude luister te<br />

herstellen.<br />

Het karnen, al of niet met behulp van<br />

een karnmolen, was voor onze voorouders<br />

niet nieuw. Toen Jans Schiller<br />

met zijn roskarnmolen kwam, werd<br />

er al decennia lang door de boeren<br />

gekarnd. Het karnen heeft in de<br />

loop der jaren een hele ‘technische’<br />

ontwikkeling doorgemaakt. In 1860<br />

werd er zelfs een uitvoerige verhandeling<br />

aan gewijd in het boek<br />

‘Natuurlijke Historie van Holland’,<br />

van J. le Francq van Berkhey, medisch<br />

Doctor en Praelector in de Natuurlijke<br />

Historie aan ‘s Lands Universiteit<br />

te Leyden, Lid van verscheidene<br />

zoo Uitheemsche als Vaderlandsche<br />

Maatschappijen der Natuur- en<br />

Dichtkunde. De titel van het betreffende<br />

(twaalfde) hoofdstuk<br />

luidde: ‘<strong>Een</strong>e beschrijving van het karnen<br />

van den room tot boter, en van verschillende<br />

karntonnen.’<br />

Begonnen wordt met de vaststelling,<br />

dat ’het karnen van den room de voornaamste<br />

bewerking is, waardoor de boter<br />

wordt voortgebragt, zijnde het door de<br />

kleinzing en klutzing en door de gestadige<br />

roering, welke den room der melk in de<br />

karnton ondergaat, dat het stremmen en<br />

zamenstollen der boterdeelen bewerkt, en<br />

dezelve van de melkdeelen afgescheiden<br />

en tot hare eigenaardige verbinding gebragt<br />

wordt’.<br />

Het karnen lijkt op zich een eenvoudige<br />

bezigheid, maar eigenlijk is het<br />

een zware bewerking en daarom is<br />

het niet zo verwonderlijk, dat er toen<br />

al door ‘werktuigkundigen’ gezocht<br />

werd naar verbeteringen die de bewerking<br />

lichter moesten maken. Ook<br />

de ‘landman’, de karner, dacht in dit<br />

proces mee, waardoor er verscheidene<br />

soorten karntonnen en karnbewerkingen<br />

ontstonden.<br />

Karntonnen<br />

Doctor Le Francq van Berkhey stelde<br />

bij het schrijven van zijn boek vast,<br />

dat ‘de karntonnen, welke door onze<br />

landlieden gebruikt worden, van twee onderscheidene<br />

gedaanten zijn, te weten: de<br />

zoodanige, welke breed aan den bodem<br />

zijn, en naar boven smaller toeloopen, en<br />

deze noemt men de ouderwetsche karnton;<br />

en zulke, welke als een gewone ton<br />

met een buik zijn, dat is, die in het midden<br />

ronder van duigen zijn en wijder uit<br />

loopen dan boven en onder. Even als de<br />

biervaten en oxhoofden, worden deze<br />

soort de tonnekarn genaamd.’<br />

Vervolgens geeft doctor Le Francq<br />

Berkhey een nadere omschrijving:<br />

‘Van beide soorten zijn er van verschillende<br />

grootte, naar mate dat den landman<br />

veel of weinig koeijen heeft, of dat dezelve<br />

zwaarder bewerkt moeten worden. De<br />

grootste zijn die, welke voor de groote<br />

karnmolen, die door het loopen van een<br />

paard wordt omgedraaid, geschikt zijn;<br />

die van eene mindere grootte worden door<br />

middel van een slinger bewerkt; nog kleinere<br />

zijn er, welke door een volwassen<br />

sterk mensch, en de kleinste, welke door<br />

een aankomend meisje of knaapje bewerkt<br />

kunnen worden. Alle dezen hebben bovenop<br />

een houten deksel, roomdeksel genaamd,<br />

in welks middelpunt een rond gat<br />

is, waar de karnstok (ook de roomstok en<br />

ook wel karnpols genaamd) doorloopt.<br />

Onderaan den karnstok is een ronde schijf<br />

vol gaten, welke de druif genaamd, en<br />

waardoor de room gekleinsd wordt.’<br />

Ouderwetse karnton<br />

In figuur 1 is de ouderwetse schuin<br />

oplopende karnton, waarin de room<br />

door een ‘volwassen landman’ gekarnd<br />

wordt, weergegeven. De doorsnee<br />

van de ton was aan de bovenzijde<br />

19 duimen en aan de onderzijde<br />

25 duimen. De middellijn van de<br />

karnschijf was 18 duimen. Men ziet<br />

hier, dat ‘de landman’ (boer) met<br />

beide handen de karnstok vat,<br />

▼<br />

Figuur 1: Ouderwetse karnton.<br />

RONDOM DALFSEN 47 997


▼<br />

Figuur 2: Pompkarn en Tonnekarn.<br />

‘heffende en drukkende denzelven telkens<br />

op en neder, tot zoo lang dat de room gekarnt<br />

en de boterdeelen van de melkdeelen<br />

zijn afgescheiden, of, zoo als de landlieden<br />

zeggen: tot dat het karn af is.’ Deze<br />

karnton was niet ideaal. Het opheffen<br />

van de karnstok vergde meer kracht<br />

dan de neerwaartse beweging omdat<br />

de ton van boven nauwer is.<br />

Tonnekarn<br />

De tonnekarn, te zien in figuur 2, leek<br />

de oplossing. Ook hier weer exacte<br />

maten. Aan de boven- en onderzijde<br />

een middellijn van 19 duimen en de<br />

buik van de ton had een diameter van<br />

25 duimen. De karnschijf was weer 18<br />

duimen in doorsnee. De hoogte van<br />

de karnton varieerde al naar gelang<br />

de omvang van het bedrijf. <strong>Een</strong> gangbare<br />

maat was 3 voet en 3 duimen.<br />

Omdat voor de op- en neergaande bewegingen<br />

van de karnstok ongeveer<br />

evenveel kracht nodig is, was het karnen<br />

met een karnton een minder<br />

zware bezigheid.<br />

Er was echter één belangrijk nadeel.<br />

Uit ervaring bleek namelijk, dat met<br />

de ouderwetse karnton ‘scherper’ gekarnd<br />

kon worden, ‘omdat de schuring<br />

of snijding van de room veel scherper<br />

dringt tegen de engte van de bovenste<br />

versmalling van het vat, en dat de boterkernen<br />

daarin, naar boven gedrongen<br />

wordende, spoediger aaneen klonteren en<br />

daardoor vastere boter oplevert als in de<br />

tonnekarn.’<br />

Pompkarn<br />

Keren we terug tot de karnbewerkingen<br />

en de (technische) ontwikkelingen<br />

die er waren.<br />

Allereerst is daar dan de ‘pompkarn’,<br />

een eenvoudig toestel (figuur 2), dat<br />

weinig kracht vergde en met name<br />

toepassing vond in Zuid-Holland. We<br />

zien hier, dat aan een van de zolderbalken<br />

in het karnhuis een hangblok<br />

is bevestigd, waarin een spil is gestoken<br />

en daarin is weer de slingerbalk<br />

bevestigd, alsmede een hefboom met<br />

daaraan de karnstok. De werking is<br />

heel simpel. Door de pompende beweging<br />

van de boerin gaat de karnstok<br />

een op- en neergaande beweging<br />

in de karnton maken, met uiteindelijk<br />

boter als resultaat.<br />

Wipkarn<br />

De ‘techniek’ stond niet stil! <strong>Een</strong> nog<br />

eenvoudiger wijze van karnen werd<br />

gevonden in de wipkarn (figuur 3).<br />

Bij deze bewerking ging men gebruik<br />

maken van een buigzame lat, die aan<br />

de zolderbalk bevestigd is. De lat is<br />

aan het einde verbonden met een<br />

touw en er tussenin is de karnstok<br />

met de lat. Ook hier is de werking<br />

simpel. De boer trekt het touw naar<br />

beneden, laat het weer vieren en de<br />

karnstok gaat op en neer in de ton. De<br />

buigzaamheid van de lat bleek op den<br />

duur parten te gaan spelen, waardoor<br />

de karnstok onvoldoende op en neer<br />

ging.<br />

998 RONDOM DALFSEN 47<br />

▼<br />

Figuur 3: Wipkarn.<br />

▼<br />

Figuur 4: Treekarn.<br />

Treekarn<br />

<strong>Een</strong> vermoeiende bezigheid was het<br />

karnen met behulp van de treekarn,<br />

die is afgebeeld in figuur 4. We zien<br />

hier een lange plank, de treeplank,<br />

waarop de boerin staat ‘in eene tredende<br />

houding en steunende op een houten<br />

kruk’. De plank is even over het<br />

midden vastgenageld aan een houten<br />

rol. Deze plank is aan de rechterkant<br />

bevestigd aan een stok met daaraan<br />

een dwarsstok, die via twee houten<br />

klampen met dwarsspil weer in verbinding<br />

staat met de karnstok. Door<br />

nu telkens van de ene voet op de andere<br />

te gaan staan, veroorzaakt de<br />

boerin een ‘op- en nederwippende beweging<br />

van den plank’. Daardoor komt<br />

ook de rest in beweging en gaat de<br />

karnstok op en neer in de karnton en<br />

door die gestadige beweging is boter<br />

het eindresultaat.<br />

Deze methode van karnen heeft overigens<br />

niet veel opgang gemaakt omdat<br />

het toch te vermoeiend werd gevonden.<br />

<strong>Een</strong> bezwaar was ook, dat<br />

lang niet iedereen bij machte was gelijke<br />

tred te houden op de treeplank,<br />

hetgeen het karnen niet ten goede<br />

kwam.<br />

Slinger- of draaikarn<br />

En dan was er nog een iets vernuftiger<br />

methode van karnen, die omstreeks<br />

1850 werd uitgedacht door de<br />

steenhouwersknecht Jacob Timmermans.<br />

Dat betrof een slinger- of draai-


▼<br />

karn, die staat afgebeeld in figuur 5.<br />

We zien hier de ‘landman’ aan een<br />

slinger draaien, waardoor tevens een<br />

spil wordt omgedraaid. Het uiteinde<br />

staat weer in verbinding met een stijltje<br />

en dat weer met een hefboom. Uiteindelijk<br />

wordt al draaiende aan<br />

de slinger de karnstok in een op- en<br />

neergaande beweging gebracht. Deze<br />

karnmethode werd algemeen als ‘eene<br />

merkelijke verligting in het karnen’ ervaren.<br />

Karnmolens<br />

Inmiddels deden de karnmolens hun<br />

intrede in dit proces. De eenvoudigste<br />

is de handkarnmolen (figuur 6), die<br />

werd uitgevonden door de Rotterdamse<br />

timmerman Hugo Valk en<br />

waarop hij in 1797 octrooi verkreeg.<br />

▼<br />

Figuur 5: Slinger- of draaikarn.<br />

Figuur 7: Hondenkarnmolen.<br />

Figuur 6: Handkarnmolen.<br />

Deze karnmolen is voorzien van een<br />

slinger. Door deze slinger heen en<br />

weer te bewegen wordt via een half<br />

kamrad een rondsel rond de spil in<br />

beweging gebracht en daarmee de in<br />

de karnton verticaal geplaatste met 20<br />

gaten doorboorde houten bladen. Bij<br />

iedere beweging wordt de room tegen<br />

vastzittende houten borden geslagen.<br />

Deze karnmethode vergde<br />

niet veel kracht; men hoefde alleen<br />

maar de slinger of hendel naar links<br />

en naar rechts te bewegen, zo ver het<br />

halve kamrad reikte. Het voordeel<br />

van deze karnmolen was dat hij niet<br />

plaatsgebonden was.<br />

Hondenkarnmolen<br />

Maar de techniek stond niet stil. Men<br />

wilde af van het (zware) handwerk en<br />

▼<br />

▼<br />

Figuur 8: Treemolen.<br />

honden en paarden boden de oplossing.<br />

Allereerst de hondenkarnmolen, die<br />

is afgebeeld in figuur 7. De ‘molen’<br />

bestond uit een groot rad dat aan de<br />

binnenkant met dwarsliggende klampen<br />

was bespijkerd om de hond al lopende<br />

‘houvast’ te geven. De afstand<br />

tussen de klampen was aangepast<br />

aan de looppas van een hond. Aan de<br />

buitenzijde van het rad waren houten<br />

tanden bevestigd die een rondsel<br />

deden draaien en dat vertaalde zich<br />

weer in een op- en neergaande beweging<br />

van de karnstok in de karnton.<br />

Het lopen in een rad moest de hond<br />

worden aangeleerd. Jonge dog- of<br />

herdershonden kwamen daarvoor in<br />

aanmerking. Ze werden voorzien van<br />

een halsband met daaraan een touw.<br />

RONDOM DALFSEN 47 999


▼<br />

Figuur 9: Paardenkarnmolen.<br />

Dat touw werd vervolgens kort vastgebonden<br />

aan de stijl om te voorkomen<br />

dat de hond te wild of te hoog tegen<br />

de klampen zou kunnen gaan<br />

oplopen. Ook werd daarmee voorkomen,<br />

dat de hond achteruit zou kunnen<br />

springen. De honden hadden<br />

meestal heel vlug de vaste tred aangeleerd.<br />

Er was nog een andere honden-<br />

(karn)molen in gebruik, de treemolen<br />

(figuur 8). Voor het ‘aandrijven’<br />

van deze molen liep de hond op een<br />

eindloze band. Fabrikant van deze<br />

hondentreemolen was<br />

de Koninklijke Fabriek G.<br />

Stout te Tiel. Er werd van<br />

gezegd, dat hij bijzonder<br />

geschikt was voor op- en<br />

neergaande of ronddraaiende<br />

bewegingen en werd<br />

bijzonder aanbevolen voor<br />

karnmolens.<br />

Paardenkarnmolen<br />

Tot slot het grotere werk:<br />

de paarden- of roskarnmolen<br />

(figuur 9), die men<br />

aantrof op grotere boerderijen,<br />

waar veel gekarnd<br />

werd en veelal door<br />

onze molenmakers werd<br />

gebouwd. Het principe is<br />

simpel. Er is een zware<br />

vierkante spilstijl of spilstandaard<br />

met aan de onder-<br />

en bovenzijde een<br />

▼<br />

taats (kegelvormig ondereind van<br />

een spil). Het molenrad is met schoren<br />

op de standaard bevestigd en tussen<br />

het molenrad bevinden zich de<br />

spaken of kruisarmen. De molenstaart<br />

wordt gevormd door een<br />

schoorlat en een trekhout, waaraan<br />

het paard is aangespannen. Aan de<br />

buitenzijde van het molenrad bevinden<br />

zich pennen of tanden die grijpen<br />

in de tanden van een kleiner rad dat<br />

weer een rondsel in beweging brengt<br />

en uiteindelijk de karnstok.<br />

1000 RONDOM DALFSEN 47<br />

Later kwamen er eenvoudiger en<br />

praktischer roskarnmolens, waarbij<br />

het kleine rad ontbrak, dus het rondsel<br />

rechtstreeks door het molenrad<br />

werd aangedreven. In dat geval had<br />

het molenrad rechtopstaande pennen<br />

of tanden. Ook aandrijving door middel<br />

van snaren heeft plaatsgevonden,<br />

maar maakte weinig opgang.<br />

‘Boterfabrieken’<br />

Na 1900 zijn de karnmolens langzaam<br />

maar zeker buiten gebruik geraakt<br />

en vrijwel allemaal verdwenen.<br />

Oorzaak was de opkomst van de zuivelfabrieken,<br />

tot vandaag de dag<br />

door ouderen nog steevast de ‘boterfabriek’<br />

genoemd. In <strong>Dalfsen</strong> was dat<br />

in 1917. Zij namen het zware handwerk<br />

van de boer (meestal de boerin)<br />

over en ook de honden en paarden<br />

werden verlost van het eentonige<br />

rondjes draaien.<br />

Tijdens de tweede wereldoorlog<br />

kwam de karnton met karnstok op<br />

veel boerderijen noodgedwongen<br />

weer tijdelijk terug. Ook de schrijver<br />

van dit artikel heeft toen (als kind)<br />

menig pondje boter moeten karnen!<br />

Afbeeldingen: Coll. Ben Kloosterman<br />

De roskarnmolen in huize Hofwijk aan de Vossersteeg te Ankum is nog grotendeels in de oorspronkelijke staat<br />

aanwezig. Links op het schap is nog een karnton zichtbaar.<br />

De huidige eigenaar van Hofwijk, drs. J.M.C. Brouwers, gaat de roskarnmolen in oude luister herstellen.


Opnieuw in beeld<br />

<strong>Rooms</strong>-<strong>katholieke</strong> lagere <strong>school</strong><br />

<strong>Dalfsen</strong> ± 1968<br />

1. Meester Henk Beltman<br />

2. Ineke Bijvang<br />

3. Herman Nijenhuis<br />

4. Rudy Klarenbeek<br />

5. Agnes Niens<br />

6. Severien Hollak<br />

7. Ria Koopman<br />

8. Yvonne Kleine Schaars<br />

9. Miny Mestebeld<br />

10. Annemarie Blom<br />

11. Riet de Ruiter<br />

12. Jan Ulkeman<br />

13. Gerard Mars<br />

14. Herman van Hulzen<br />

15. José Rientjes<br />

16. Maria Klumper<br />

17. Josefien Huisman<br />

18. Ria Schokker<br />

19. Wim van Hulzen<br />

20. Jan Kloosterman<br />

21. Herma Hilgenkamp<br />

22. Harry Hilgenkamp<br />

23. Marijke Lautenslager<br />

24. Herman Bijvang<br />

25. Tonnie Mars<br />

26. Clara Potgraven<br />

27. Leo van de Vegt<br />

28. Mariët Feijen<br />

29. Marion Flierhuis<br />

30. Gerda Holterman<br />

31. Marijke van de Vegt<br />

32. Herma Voorhorst<br />

33. Annelies Blom<br />

34. Tonny Mestebeld<br />

35. Agnes van de Vegt<br />

36. Carla Kroes<br />

37. Gerrie Kroes<br />

38. Ria Haring<br />

RONDOM DALFSEN 47 1001


Verleden en Heden<br />

▲ Deze afbeelding dateert uit omstreeks 1900. Op de voorgrond bevindt zich de winkel van<br />

Schaapman “De Gekroonde Beetwortel”. Het huidige Kroonplein is hiernaar vernoemd.<br />

Op de achtergrond staat de suikerfabriek. Lemelerveld wordt niet voor niets in de volksmond<br />

“Sukerbietendörp” genoemd.<br />

Coll.: H. Huisman, Lemelerveld.<br />

▼ Kroonplein te Lemelerveld in 2003.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!