Bedrijfjes duiken op internationale bemiddeling - Nuffic Transfer
Bedrijfjes duiken op internationale bemiddeling - Nuffic Transfer
Bedrijfjes duiken op internationale bemiddeling - Nuffic Transfer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verscherpt contrasten’<br />
“Mijn passie is het vernieuwen van de samenle-<br />
ving.” Niet iedereen zal er warm voor l<strong>op</strong>en, Joeri<br />
van den Steenhoven (39) wel. Hij is voorzitter en<br />
mede-<strong>op</strong>richter van Kennisland. Al elf jaar staat Van<br />
den Steenhoven aan het roer van deze onafhankelijke<br />
denktank, die <strong>op</strong> allerlei manieren probeert de<br />
Nederlandse kenniseconomie te versterken. Hetzij<br />
door onderzoek te doen, hetzij door het debat <strong>op</strong> te<br />
zoeken of computers neer te zetten in achterstandswijken.<br />
In het kantoor van Kennisland aan<br />
de Amsterdamse Keizersgracht laat<br />
Van den Steenhoven zijn nieuwste<br />
product zien: de Kenniseconomie<br />
Monitor 2010, getiteld Voorbij<br />
de tegenstellingen in een slimmer<br />
Nederland. Volgens Van den<br />
Steenhoven is het niet het zoveelste<br />
rapport over het feit dat Nederland,<br />
vergeleken bij andere landen, zo<br />
weinig geld uitgeeft aan R&D. Maar een nieuwe visie<br />
<strong>op</strong> de staat van de Nederlandse kenniseconomie.<br />
Nederland is volgens deze monitor achtste in de<br />
‘moederindex van de kenniseconomie’. Op basis<br />
van vijftien veelgebruikte rankings, zoals de Global<br />
Competiveness Index en de Times Higher Education<br />
Ranking, heeft Kennisland de positie van Nederland<br />
bepaald. Dat Nederland achtste staat, betekent dat er<br />
zeven landen zijn die als kenniseconomie <strong>op</strong> meer dan<br />
de helft van deze vijftien rankings beter scoren dan<br />
Nederland. Nederland is een goede allrounder, volgens<br />
Van den Steenhoven, maar haalt de t<strong>op</strong> niet.<br />
Nieuwe bedrijvigheid<br />
De zeven die het beter doen, zijn Denemarken,<br />
Zweden, Canada, Singapore, Zwitserland, de<br />
Verenigde Staten en Finland. Wat kan Nederland<br />
van hen leren? Volgens Van den Steenhoven geldt<br />
dat veel landen die qua samenstelling en economie<br />
<strong>op</strong> Nederland lijken, altijd net even sneller l<strong>op</strong>en<br />
om hun kenniseconomie te versterken. Dat is goed<br />
zichtbaar tijdens deze economische crisis. “Kijk naar<br />
Finland”, zegt hij. “Nokia kondigde in september 2009<br />
al een initiatief aan om de economie te stimuleren.<br />
Duizenden ongebruikte octrooien van de multinational<br />
kwamen beschikbaar voor Finse ondernemers.<br />
Nokia en de Finse overheid deden daar nog eens<br />
8 miljoen euro durfkapitaal bij. Dat heeft tot veel<br />
nieuwe bedrijvigheid geleid.”<br />
Internationalisering kan<br />
wat migratie niet kan:<br />
de vergrijzing van<br />
krimpregio’s <strong>op</strong>lossen<br />
De Kennisland-voorzitter is daarom allesbehalve<br />
tevreden over het regeerakkoord van het nieuwe<br />
kabinet. “Als je naar deze crisis kijkt, dan kiezen veel<br />
van de landen die boven ons staan in de moederindex<br />
ervoor om te investeren in onderwijs, kennis<br />
en innovatie. Onze regering investeert anderhalf<br />
miljard in onderwijs, maar bezuinigt hetzelfde<br />
bedrag. Als je naar onderzoek en innovatie kijkt,<br />
gaan we er fors <strong>op</strong> achteruit, omdat alle middelen<br />
voor onderzoek en innovatie, die<br />
voornamelijk uit het FES-fonds<br />
kwamen, worden geschrapt.”<br />
Van den Steenhoven is wel positief<br />
over de beslissing van het<br />
kabinet om innovatie te concentreren<br />
bij het ministerie van<br />
Economische Zaken (EZ). “Het<br />
Innovatieplatform kwam niet goed<br />
uit de verf, omdat OCW en EZ te<br />
weinig met elkaar samenwerkten.”<br />
Het in juni <strong>op</strong>geheven Innovatieplatform was een<br />
project uit de hoge hoed van Kennisland. Van den<br />
Steenhoven deed samen met Frans Nauta, mede<strong>op</strong>richter<br />
van Kennisland, onderzoek in Finland. Ze<br />
stuitten <strong>op</strong> een Fins platform dat het functioneren<br />
van het kennis- en innovatiesysteem kritisch tegen<br />
het licht hield, en voor doorbraken moest zorgen.<br />
Dat had Nederland ook nodig, vonden ze. Het<br />
Innovatieplatform kwam er, en Nauta werd de eerste<br />
secretaris. Het platform liep volgens Nauta uit <strong>op</strong> een<br />
fiasco, waarover hij een boek schreef.<br />
Digitale trapvelden<br />
Van den Steenhoven had zelf ook geho<strong>op</strong>t <strong>op</strong> meer<br />
concrete resultaten, in plaats van “een boel <strong>op</strong> zich<br />
best mooie rapporten”. Maar het platform heeft<br />
volgens hem wel bijgedragen aan de bekendheid van<br />
het begrip kenniseconomie. “Dat is uit het politieke<br />
debat niet meer weg te slaan.” Een nieuw innovatieplatform<br />
hoeft er van hem niet te komen. “Zo’n platform<br />
zou geld moeten verdelen, maar er lijkt geen<br />
geld te verdelen.”<br />
Hoe probeert Kennisland om niet in dezelfde val<br />
te l<strong>op</strong>en als het Innovatieplatform, en wél tastbaar<br />
resultaat te boeken? “Wij proberen juist heel<br />
concreet projecten uit te voeren”, zegt Van den<br />
Steenhoven. Tussen 2000 en 2004 bouwde de<br />
denktank bijvoorbeeld vierhonderd ‘digitale trapvelden’.<br />
transfer | november 2010 | 9