Watercondities beschermde natuurgebieden - Natuur en ...

Het is niet terecht dat Natura 2000-doelen in het KRW-traject ontbreken: de KRW schrijft
voor dat niet alleen voor waterlichamen, maar ook voor beschermde gebieden uiterlijk
op 22 december 2009 “de scherpste” doelen en maatregelen moeten zijn vastgesteld.
Natura 2000-gebieden zijn opgenomen in het register beschermde gebieden en in de
waterplannen moeten dus ook voor Natura2000-gebieden maatregelen worden
opgenomen.
Het feit dat de Natura2000-beheersplannen nog niet zijn opgesteld of vastgesteld, is
geen reden om helemaal niets hierover in de beheerplannen op te nemen. Immers:
meestal is om en nabij 80% van de maatregelen die nodig zijn wel bekend. Ten minste
zou in de waterbeheerplannen aangegeven moeten worden welke Natura2000-(water)
doelen er gelden en welk type maatregelen nodig is om die doelen te halen. Hierbij kan
ook gebruik worden gemaakt van de kansen- en knelpuntenanalyses van het KIWA en
van de Profielendocumenten per habitat, zoals de DG LNV de waterschappen eind 2008
ook heeft gevraagd. In aanvulling daarop hebben de natuurbeheerders ter plekke
doorgaans een goed beeld van de belangrijkste `knoppen’ voor natuurherstel. Voor de
EHS gelden dezelfde opmerkingen als hierboven gemaakt zijn voor N2000. Ook hiervoor
zijn de doelen bekend en is het de opgave van het waterbeheer om de realisatie van
deze doelen mogelijk te maken.
2.3 Sense of urgency gebieden
Een aparte categorie binnen de Natura 2000 gebieden betreft de sense of urgency
gebieden. Hier speelt het risico van onomkeerbaar biodiversiteitsverlies, een punt waar
de Habitatrichtlijn strenge regels voor stelt. Nederland heeft afgesproken die trend in
verlies aan biodiversiteit in dergelijke gebieden binnen tien jaar te hebben omgebogen.
Voor watercondities is dit gesteld op 2015, het KRW-doeljaar. Van de 51 gebieden die in
deze studie zijn onderzocht, hebben er 14 een sense of urgency voor water. Voor geen
daarvan is met zekerheid vast te stellen of de maatregelen die in de verschillende
waterplannen zijn gepresenteerd, tot realisatie van de benodigde watercondities voor de
Natura 2000-doelen in 2015 leiden. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van het feit
dat de ‘extra’ maatregelen om de Natura 2000 doelen te kunnen realiseren nog niet zijn
vastgesteld. In de waterplannen wordt daarvoor verwezen naar de nog op te stellen
Beheerplannen N2000 en/of de te doorlopen GGOR-processen voor deze gebieden. Het
beeld op grond van de concept-waterplannen is overigens ongunstiger dan het beeld dat
het expertiseteam KRW-N2000 begin 2008 presenteerde in haar eindrapport op grond
van informatie van provincies en waterschappen. Zie hiervoor Tabel 1. Kennelijk zijn de
(door de waterbeheerders) mondeling aangekondigde maatregelen uiteindelijk niet in de
ontwerp-waterplannen terecht gekomen.
Bovenstaande constateringen wekken temeer verwondering op opdat zowel in de
Notitie Pragmatische Implementatie Kaderrichtlijn Water (2004), de Decembernota
KRW/WB21 2006 en correspondentie van de Staatssecretaris van V&W met de
Vereniging Natuurmonumenten (brief dd. 15 april 2008, cc RBO’s) is gesteld dat prioriteit
voor het behalen van waterkwaliteitsdoelen in Natura 2000-gebieden “nadrukkelijk
uitgangspunt blijft”.
13