21.09.2013 Views

TWIST E R - Studievereniging TWIST

TWIST E R - Studievereniging TWIST

TWIST E R - Studievereniging TWIST

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

.<br />

<strong>TWIST</strong>E<br />

najaar 2012<br />

R


2<br />

.<br />

Colofon<br />

<strong>TWIST</strong>ER is het tijdschrift van<br />

T.W.I.S.T., de studievereniging<br />

voor (Vergelijkende<br />

Indo-Europese) Taalwetenschap<br />

en Talen en Culturen van Afrika.<br />

Redactie<br />

Danilo Bliek<br />

Alain Corbeau<br />

Peter Kerkhof<br />

Milan Lopuhaä<br />

Mark Oosterbaan<br />

Vormgeving<br />

Milan Lopuhaä<br />

Omslag<br />

Inki-Tinki<br />

Jaargang<br />

10, nr. 4<br />

Oplage<br />

140 stuks<br />

Reacties en kopij<br />

redactietwister@gmail.com<br />

T.W.I.S.T. online<br />

studieverenigingtwist.nl<br />

youtube.com/user/<strong>TWIST</strong>leiden<br />

facebook.com<br />

.<br />

Inhoudsopgave<br />

Woord van de voorzitter . . . . . . . . . . . 3<br />

Voorstel van het nieuwe bestuur . . . . 4<br />

Vytautas<br />

Verslag TWeekend . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

Marton Bax, Tessa Ruijs, Miranda<br />

Schwebke, Adri Wessel<br />

Taalkronkels: Anguished English. . . . 9<br />

Alain Corbeau<br />

Romaanse leenwooren in het Berber . 12<br />

Peter Alexander Kerkhof<br />

Recensie van een taal: Japans . . . . . . 17<br />

Mark Oosterbaan<br />

Fachtagung, conferentie voor Indo-<br />

Europeanistiek. . . . . . . . . . . . . . . . . 21<br />

Alain Corbeau<br />

Quotes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23<br />

Intuïtionisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24<br />

Milan Lopuhaä<br />

Voor- en achterwaartse agenda . . . . . 27


.<br />

Woord van de voorzitter<br />

Mijn allereerste Woord van de Voorzitter in de allereerste <strong>TWIST</strong>ER van dit studiejaar<br />

zal ik gebruiken om bestuur diXi! en alle commissies van vorig jaar te bedanken<br />

voor hun inzet en voor de motivatie waarmee zij het afgelopen collegejaar in veel<br />

opzichten tot een plezierig jaar hebben weten te maken! (dank - redactie)<br />

Daarnaast wil ik, ook namens mijn fellow-bestuurleden, de nieuwe leden heel<br />

hartelijk welkom heten binnen T.W.I.S.T., en kijken we er allemaal erg naar uit jullie<br />

te zien bij de komende activiteiten.<br />

Het huidige collegejaar is alweer in volle gang, en sommigen van jullie zullen de<br />

eerste tentamens er al op hebben zitten. Natuurlijk hopen we dat iedereen daar met<br />

vlag en wimpel (of zonder vlag en wimpel) voor geslaagd is.<br />

Voor mij betekent het voornamelijk dat ik nu ruim een maand de appelhamer in<br />

mijn bezit heb (het aantal mensen dat ik er ernstig mee verwond heb is tot nu toe<br />

gelijk aan 0), en dat we als bestuur veel activiteiten op de agenda hebben staan. Deze<br />

maand zal de eerste lezing plaatsvinden, en op 5 december vieren we Sinterklaas.<br />

Stiekem hoop ik dit jaar een exemplaar van het geweldige zelfhulpboek van Emile<br />

Ratelband in handen te krijgen.<br />

Dit is bedoeld als inleiding van de <strong>TWIST</strong>ER, en ik weet niet zeker of Emile Ratelband<br />

het verdient om daar een plek in te hebben. Daarom raad ik jullie aan snel<br />

verder te lezen: vanaf de volgende bladzijde (of die erna) zal de inhoud een stuk<br />

leerzamer zijn. Veel leesplezier toegewenst!<br />

Suzanne<br />

“Do I get to remove letters entirely? Or just rearrange them? Because the ‘k/c’<br />

sitution is ridiculous. Look, we can makeout whenever. This is<br />

*immortality*!” — xkcd.com<br />

3


4<br />

.<br />

Vytautas<br />

Voorstel van het nieuwe bestuur<br />

Bij een nieuwe herfst hoort een nieuw geluid, en een bijbehorend nieuw bestuur. Wie<br />

zijn de mensen die het komende jaar, om een nieuw lid te parafraseren, de grote<br />

apparatjiks van T.W.I.S.T. zijn?<br />

Voorzitter: Suzanne van der Meer<br />

En nu komen jullie dan eindelijk te weten wie de mysterieuze<br />

persoon is die de voorgaande teksten schreef.<br />

Dezelfde persoon schreef namelijk deze tekst. Mijn<br />

naam is Suzanne van der Meer. De meesten zullen mij<br />

niet, een beetje, of goed kennen. In ieder geval zal<br />

ik deze ruimte gebruiken om wat schokkende en/of<br />

minder schokkende feiten over mijzelf op te sommen.<br />

Ik heb mijn BA in Taalwetenschap gehaald (Taal en<br />

Cognitie, ook bekend onder de naam “De Harde Kern<br />

van Taalwetenschap”), en ben nu bezig met de Research<br />

Master Linguistics. Naast al het studeren ben ik<br />

dit jaar voorzitter van T.W.I.S.T., ben ik gestopt met<br />

sparen toen ik 100 badeenden had (maar badeenden<br />

blijven waarschijnlijk altijd een gevoelig punt), zijn<br />

de lama’s langs het spoor tussen Leiden en Hoofddorp<br />

(ja, daar woon ik) altijd het hoogtepunt van de treinreis,<br />

speel ik soms piano in ruil voor geld en probeer<br />

ik wanhopig om ook gitaar te kunnen spelen (tot nu<br />

toe zonder al te veel succes). Voorzitter van T.W.I.S.T.<br />

zijn is een grote eer. Het is immers de plek waar taalwetenschappers<br />

lotgenoten treffen en uitvinden dat<br />

zij niet de enigen zijn die regelmatig met vragen als<br />

‘Leer je dan alle talen?’ worden bekogeld. We hebben<br />

voor komend jaar een hoop activiteiten op de planning<br />

staan. Het belooft dus een geweldig jaar te worden. Ik<br />

hoop jullie allemaal snel weer te zien / te leren kennen<br />

/ beter te leren kennen!


Secretaris: Lisa Steenkamer<br />

Ik ben Lisa, en ik zal dit academisch jaar de functie<br />

van secretaris vervullen. Op dit moment ben ik bezig<br />

me te verdiepen in de talen en cultuur van Scandinavië<br />

aan de universiteit van Amsterdam. Ik ben<br />

dan ook een part-time Viking! Mijn interesse gaat<br />

vooral uit naar Indo-Europese talen, met name de Germaanse<br />

tak. Oorspronkelijk kom ik uit Limburg (met<br />

een zacccchhhte G!) maar sinds een ben ik woonachtig<br />

in Leiden. Ik probeer zo goed mogelijk het leven<br />

in Leiden en Amsterdam te combineren, dus jullie<br />

zullen mij vrij vaak kunnen vinden in de buurt van<br />

het Lipsius, wanneer ik de T.W.I.S.T.-post check, of<br />

op de maandelijkse borrels en andere activiteiten van<br />

T.W.I.S.T. Ik hoop dat het een heel gezellig jaar gaat<br />

worden, want er staat al veel op onze agenda!<br />

Penningmeester: Milan Lopuhaä<br />

Gegroet allen, mijn naam is Milan Lopuhaä, en mijn<br />

functie in dit geheel is het beheer van het geld van<br />

T.W.I.S.T. De doorgewinterde lezer herkent mij wellicht,<br />

en dit komt omdat dit niet de eerste keer is dat<br />

ik de eer heb deze vereniging te mogen besturen. In<br />

2010-2011 heb ik dit ook gedaan, en dit was zo’n plezier<br />

dat ik besloten heb het weer te doen.<br />

Na een BA in Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap,<br />

toen dit nog een zelfstandige studie was,<br />

doe ik nu, net als Suzanne, de Research Master Linguistics.<br />

Hiernaast ben ik ook nog bezig met mijn<br />

master wiskunde, ook in Leiden; dit valt waarschijnlijk<br />

ook af te leiden uit het artikel dat ik voor deze<br />

<strong>TWIST</strong>ER geschreven heb. Verder ben ik altijd te porren<br />

voor een spelletje Diplomacy, Proto-Albanese morfologie,<br />

zeekoeien, filosofische geprekken die ontaarden<br />

in definitiekwesties, het ladenprincipe, taalkundig<br />

correcte computerspelletjes, en nog veel meer dingen<br />

waarvan jullie vast een greep in de <strong>TWIST</strong>ER zien verschijnen.<br />

5


6<br />

Assessor: Marc Michels<br />

Hallo, mijn naam is Marc en ik ben nu tweedejaars<br />

taalwetenschap. Omdat ik zo iemand ben die er geen<br />

bezwaar tegen heeft de helft van zijn leven in bushbush<br />

tussen de kannibalen en de malariamuggen door<br />

te brengen, doe ik nu de richting taalbeschrijving, al<br />

weet ik nog niet precies welk gebied mij het meest<br />

aantrekt. (Nieuw Guinea, iemand?) Verder ben ik nog<br />

een groot fan van Tapirs, rare Afrikaanse muziek, en<br />

onnodig ingewikkelde schriftsystemen. Mijn functie<br />

in dit bestuur is die van assessor. Wat dat nou precies<br />

inhoudt weet niemand, maar ik zorg er in elk geval<br />

voor dat de website en de facebook-account van<br />

T.W.I.S.T. regelmatig geüpdate worden. Daarnaast<br />

help ik de andere bestuursleden waar nodig en ik zorg<br />

ervoor dat ze van alles op de hoogte zijn. Ik hoop<br />

er in deze positie voor te kunnen zorgen dat alles dit<br />

jaar vlekkeloos verloopt en dat al onze activiteiten een<br />

groot succes worden! Dat kan ik echter niet in mijn<br />

eentje doen, dus ik hoop jullie allemaal binnenkort op<br />

een van onze activiteiten tegen te komen voor een gesprek<br />

over laterale ejectieven, begroetingsrituelen in<br />

het Swahili, de noodzaak om het spijkerschrift nieuw<br />

leven in te blazen, de voor- en nadelen van het kannibalisme,<br />

de verheffing van het proletariaat, of wat<br />

voor ander onderwerp jou ook maar interesseert.


.<br />

Verslag TWeekend<br />

Marton Bax, Tessa Ruijs, Miranda Schwebke, Adri Wessel<br />

Bij een nieuwe herfst hoort een nieuw geluid, en een bijbehorend nieuw bestuur. Wie<br />

zijn de mensen die het komende jaar, om een nieuw lid te parafraseren, de grote<br />

apparatchiks van T.W.I.S.T. zijn?<br />

Vrijdag - Tessa Ruijs<br />

Dit weekend begon voor sommigen van ons op het station in Leiden, waar we de trein<br />

pakten en aan onze wereldreis naar Sint Anthonis begonnen. In de trein hebben we<br />

wat gekletst, snoep gegeten en… nog meer gekletst!<br />

Eind van de middag kwamen we aan het onze huisjes, waar we eerst met stomheid<br />

geslagen naar de muur vol gaten hebben staan staren. Onze conclusie: Nokia fight.<br />

Na de thee zijn we goed van start gegaan met een spelletje. Het spijt me zeer dat ik<br />

daar de naam nu al niet meer van weet (Dixit - redactie).<br />

Na een overheerlijke pasta te hebben gegeten (mag ik nog een applaus voor de<br />

koks, want we stierven van de honger en zij kwamen op het juiste moment met de mededeling<br />

dat we konden gaan eten), gingen we door met de spelletjes: ‘Weerwolven’,<br />

‘psycho’ en nog enkele andere. Tot diep in de nacht hebben we gelachen en spelletjes<br />

gespeeld en zijn uiteindelijk, diep in de nacht, uitgeput in bed beland.<br />

Zaterdagmiddag - Marton Bax<br />

Als enige TCA-student in het TWeekend was het voor mij erg leuk om aanwezig te<br />

zijn. Opnieuw kon ik de pret van de zaterdag herleven door dit verslag te schrijven,<br />

wat ik dus met veel plezier, in de UB (mijn Leidse kamer beschikt nog niet over een<br />

computer met internetverbinding), heb mogen maken.<br />

Zaterdagochtend waren wij, in het zeer afgelegen, en (onder andere juist daarom!)<br />

zeer pittoreske St. Anthonis, om ongeveer 11 uur ’s ochtends opgestaan (als ik het<br />

mij goed herinner, het TWeekend vond toch al ruim een maand geleden plaats). Wij<br />

hebben toen ontbeten, daarna wilden wij ons pseudogezond gaan voelen door aan<br />

ochtendgymnastiek te doen, en ook omdat ochtendgymnastiek gewoon leuk is, deden<br />

wij onze ochtendgymnastiek rond 1 uur ’s middags. Foto’s daarvan, en uiteraard ook<br />

van de rest van het TWeekend, zijn op de <strong>TWIST</strong>-pagina van www.facebook.com te<br />

raadplegen.<br />

’s Middags hebben wij, verdeeld in groepen, lopen speuren in en rond St. Anthonis,<br />

daar het tijd was voor de traditionele speurtocht. De groepen kregen ieder een papier<br />

met, soms zeer abstracte, onderwerpen, die op creatieve wijze gefotografeerd moesten<br />

7


8<br />

worden. De groep die de leukste foto’s had gemaakt, won de competitie, en de uitslag<br />

bleek uiteindelijk too close to call.<br />

Rond 5 uur waren de groepen klaar met de speurtocht, was iedereen teruggekeerd<br />

naar de camping (waar wij twee appartementen bewoonden), en hebben wij spellen<br />

gespeeld, zoals het bekende weerwolven, diverse kaartspellen, en nog veel meer. Gezamenlijk<br />

hebben wij het avondeten, bestaande uit pannenkoeken, gekookt of gebakken<br />

(ik weet het verschil helaas niet zo goed, de keuken is voor mij nog grotendeels<br />

terra incognita (Hic sunt dracones op de landkaart)), en met veel smaak opgegeten.<br />

Zaterdagavond - Adri Wessel<br />

Hoewel het een tijdje duurde voordat we aan tafel konden, begon de zaterdagavond<br />

zeer goed: met heerlijke pannenkoeken. Nadat we deze allemaal hadden opgegeten<br />

en de afwas hadden gedaan, was het tijd voor de quiz. Die begon niet al te moeilijk<br />

met wat algemene vragen over taal en talen. De tweede ronde, de dialectronde<br />

was een stuk moeilijker. We moesten Nederlandse dialecten, waarvan we fragmentjes<br />

hoorden, plaatsen op een kaart van Nederland. Hoewel we er de ene keer dichtbij<br />

zaten, zaten we er de andere keer goed naast en dan kwam er een dialect uit zuidoost<br />

Nederland in Zeeland terecht. De derde ronde was favoriet onder een aantal taalwetenschappers,<br />

die hun studiegenoten verbaasden met hun kennis van disneyliedjes,<br />

ook al waren deze in vreemde talen. De laatste ronde, de citatenronde viel wel weer<br />

mee, hoewel die niet door elk groepje meer serieus werd genomen.<br />

Na de quiz werd eindelijk de uitslag van de fotowedstrijd van de middag bekend,<br />

die werd gewonnen door het groepje van Tessa en Tim.<br />

“But then the Ghost of Subjunctive Past showed up and told me to stay strong<br />

on ‘if it were’. — xkcd.com


.<br />

Alain Corbeau<br />

Taalkronkels: Anguished English<br />

Onlangs kwam ik het boekje Anguished English tegen; een verzameling van Engelse<br />

taalkronkels door de Amerikaan Richard Lederer, Ph.D. en docent Engels. Hij heeft<br />

jarenlang allerlei vreemde, domme, dubbelzinnige, genante en gewoonweg grappige<br />

taal- en stijlfouten verzameld uit allerhande bronnen: advertenties, krantenartikelen,<br />

transcripties van rechtszaken, proefwerken van leerlingen, te-laatbriefjes van hun ouders<br />

en borden langs de weg en hij heeft deze vervolgens gebundeld in dit boekje. Dit<br />

wil ik de leden van <strong>TWIST</strong> niet onthouden, dus heb ik een selectie gemaakt om hier<br />

te presenteren:<br />

A passive verb is when the subject is the sufferer, as in “I am loved”.<br />

A virgin forest is a place where the hand of man has never set foot.<br />

When you breathe, you inspire. When you do not breathe, you expire.<br />

Please excuse Fred for being absent. He had a cold and could not breed well.<br />

Please excuse Jimmy for being. It was his father’s fault.<br />

Question: Doctor, did you say he was shot in the woods?<br />

Answer: No, I said he was shot in the lumbar region.<br />

Q: Who did she say she was?<br />

A: She said she was the owner of the dog’s wife.<br />

Q: And lastly, Gary [a child], all your responses must be oral. OK?<br />

A: Oral.<br />

Q: How old are you?<br />

A: Oral.<br />

I had been driving for about 40 years, when I fell asleep at the wheel and had<br />

an accident.<br />

My car sustained no damage whatsoever, and the other car somewhat less.<br />

This being Easter Sunday, we will ask Mrs. White to come forward and lay an<br />

egg on the altar.<br />

Wanted: unmarried girls to pick fresh fruit and produce at night.<br />

Dog for sale: eats anything and is fond of children.<br />

For sale. Three canaries of undermined sex.<br />

Illiterate? Write today for free help.<br />

9


10<br />

We will sell gasoline to anyone in a glass container.<br />

Customers who consider our waitresses uncivil ought to see the manager.<br />

Mr. Benjamin Porter visited the school yesterday and lectured on “Destructive<br />

Pests”. A large number were present.<br />

Columbia, Tennessee, which calls itself the largest outdoor mule market in the<br />

world, held a mule parade yesterday headed by the Governor.<br />

What is more for the blonde to wear for formal dances than white tulle? My<br />

answer – and I am sure you will agree with me – is “Nothing”.<br />

Migraines strike twice as many women as do men.<br />

The sewer expansion project is nearing completion, but city officials are holding<br />

their breath until it is officially finished.<br />

Our paper carried the notice last week that Mr. Oscar Hoffnagle is a defective<br />

on the police force. This was a typographical error. Mr. Hoffnagle is, of course,<br />

a detective on the police farce.<br />

DEFENDANT’S SPEECH ENDS IN LONG SENTENCE<br />

MILK DRINKERS ARE TURNING TO POWDER<br />

SURVIVOR OF SIAMESE TWINS JOINS PARENTS<br />

THUGS EAT THEN ROB PROPRIETOR<br />

GENETIC ENGINEERING SPILTS SCIENTISTS<br />

WOMEN’S MOVEMENT CALLED MORE BROAD-BASED<br />

SQUAD HELPS DOG BITE VICTIM<br />

AMERICAN SHIPS HEAD TO LIBYA<br />

JUVENILE COURT TO TRY SHOOTING DEFENDANT<br />

STOLEN PAINTING FOUND BY TREE<br />

MAN ARRESTED FOR POSSESSION OF HEROINE<br />

TWO SOVIET SHIPS COLLIDE, ONE DIES<br />

KILLER SENTENCED TO DIE FOR SECOND TIME IN 10 YEARS<br />

BLIND WOMAN GETS NEW KIDNEY FROM DAD SHE HASN’T SEEN IN YEARS<br />

No phonographic pictures allowed.<br />

The first thing they do when a baby is born is to cut its biblical cord.<br />

Poe’s romance with Mrs. Stanard was purely plutonic.<br />

In many states, murderers are put to death by electrolysis.<br />

The Americans really have a free press; it’s incarcerated in their constitution.<br />

Locked in a vault for 50 years, the owner of the jewels has decided to sell them.


The patient was referred to a psychiatrist with a severe emotional problem.<br />

She died in the home in which she was born at the age of 88.<br />

No one was injured in the blast, which was attributed to a buildup of gas by<br />

one town official.<br />

In Pittsburgh they manufacture iron and steal.<br />

During peek season the beach is covered with hundreds of bikini-clad beauties.<br />

Vestal virgins were pure and chased.<br />

Editors and Proff Readers – Must be good in spelling and grammar.<br />

On the whole, the standard of work in the anthology is high, and despite sloopy<br />

proofreading, the book makes pleasant reading.<br />

11


12<br />

.<br />

Romaanse leenwooren in het Berber<br />

Peter Alexander Kerkhof<br />

Het Berber behoort tot de Afro-Aziatische taalfamilie en wordt gesproken in Noord-<br />

Afrika, van de Atlantische Oceaan in het Westen tot de Siwa-oase in Egypte 1 . Alhoewel<br />

de Arabische verovering van Noord-Afrika door de Ummayaden in de late 7 e eeuw<br />

een grondige Arabisering van Noord-Afrika teweeg heeft gebracht, zijn er nu nog zo’n<br />

15 miljoen sprekers van het Berber. Zo spreekt het merendeel van de Marokkaanse<br />

Nederlanders een berbertaal, namelijk het Riffijns Berber (Tarifit), dus een ieder van<br />

ons is bewust of onbewust wel eens met het Berber in aanraking gekomen. De Berbertalen<br />

verschillen onderling ongeveer evenveel als de Romaanse en de Germaanse<br />

talen onderling van elkaar verschillen, wat suggereert dat we het Proto-Berber ongeveer<br />

een gelijke ouderdom kunnen toeschrijven. En zoals elke taalfamilie heeft ook de<br />

Berbertaalfamilie haar woordenschat uitgebreid door termen te lenen van andere taalgemeenschappen.<br />

In hun vroege geschiedenis hebben de oude Berbers bijvoorbeeld<br />

woorden uit het Oud Egyptisch, Fenicisch en het Latijn geleend.<br />

De Berbers zullen al vroeg met de Romeinen in aanraking zijn gekomen via de<br />

handelsroutes over de Middellandse Zee. Of ze zelf ook actief deel hebben genomen<br />

aan deze middellandsezeehandel is omstreden, maar er is wel eens betoogd dat het<br />

Guanché op de Canarische eilanden een Berbertaal zou zijn geweest en dat de overeenkomst<br />

tussen de Proto-Berber telwoorden *kăraḍ ‘drie’,*ăkkuẓ ‘vier’, *sămmus ‘vijf’<br />

erg doet denken aan de Griekse eilandnamen Kreta, Kos en Samos. Dit zou betekenen<br />

dat de Berbers in een vroege fase van hun geschiedenis niet louter een nomadische levenstijl<br />

gekend zouden hebben en ook de Middellandse Zee hebben bevaren. Jammer<br />

genoeg is dit “bewijs”natuurlijk verre van doorslaggevend en berusten de argumenten<br />

vooral op speculatie.<br />

Waar we wel zeker van kunnen zijn is dat met de val van Carthago in 146 voor<br />

Christus de betrekkingen tussen Berbers en Romeinen een stuk nauwer werden. Rome<br />

annexeerde het voormalige Punische rijk en reduceerde veel Berbervorstendommen<br />

tot protectoraten onder Romeins gezag. De Noord-Afrikaanse kusten en haar steden<br />

waren vanaf dat moment Romeins en de adelaars van Rome werden naar alle<br />

uithoeken van Noord-Afrika gebracht, zover de zinderende hitte van de Sahara toeliet<br />

natuurlijk. Desalniettemin moeten we ons realiseren dat de kuststreken een stuk<br />

vruchtbaarder waren in die tijd dan dat we nu zouden verwachten van Noord-Afrika.<br />

Tunesië en Egypte werden de graanschuren van Rome genoemd en heerschappij over<br />

deze gebieden was zeer gewild. Van Marcus Antonius die Cleopatra verleiden om de<br />

Ptolemëische graanschuren te bemachtigen, tot Alarik, de West-Gotische koning die<br />

naar Afrika wou oversteken om door bezit van het Noord-Afrikaanse graan de rest<br />

1 Ik ben dank verschuldigd aan Maarten Kossmann voor het ter beschikking stellen van zijn aankomende<br />

publicatie over leenwoorden in het Proto-Berber.


van Italië op de knieën te dwingen. Sporen van de Romeinse aanwezigheid in Noord-<br />

Afrika zijn overal te vinden. Denk aan de machtige resten van Romeins Carthago<br />

nabij Tunis en, voor de taalwetenschappers erg interessant, de ostraca die bij het Romeinse<br />

fort nabij Bu Njem (Lybië) gevonden zijn. Vanzelfsprekend heeft het naast<br />

elkaar leven van Berbers en Romeinen tot taalkundige uitwisselingen geleid. De Berbers<br />

hebben onder andere woorden voor landbouwwerktuigen en gedomesticeerde<br />

dieren, woorden voor planten en gewassen en woorden voor religieuze terminologie<br />

van de Romeinen geleend. Een terechte vraag is in welk stadium deze woorden<br />

geleend zijn. Veel negentiende- en twintigste-eeuwse historisch taalwetenschappers<br />

waren niet zo geïnteresseerd in de details aangaande de leenbetrekkingen tussen de<br />

donorwoorden in het Latijn en de uiteindelijke leenwoorden in de omringende talen.<br />

Wanneer vastgesteld was dat een woord uit het Latijn moest komen, was de kous af.<br />

Deze houding vindt men tegenwoordig jammer genoeg nog vaak, terwijl het voor iedereen<br />

duidelijk zou moeten zijn dat veel zogenaamde “Latijnse” leenwoorden niet<br />

uit het Klassiek Latijn geleend kunnen zijn. Ze vertonen kenmerken die ook aanwezig<br />

zijn in de Romaanse talen en vaak aan de Latijnse volkstaal, het zogenaamde Vulgair<br />

Latijn, worden toegeschreven.<br />

Dit brengt ons bij een definitieprobleem. Namelijk, waar houdt het Vulgair Latijn<br />

op en begint het door vergelijkende taalwetenschappers op basis van de moderne Romaanse<br />

dochtertalen gereconstrueerde Proto-Romaans? In mijn MA-these heb ik deze<br />

kwestie kort beroerd en gesteld dat met het verdwijnen van de Latijnse onderscheidende<br />

klinkerlengte en de daarop volgende reorganisatie van het klinkersysteem het<br />

Vulgair Latijn ophoudt en we in het Proto-Romaans aankomen. Het West-Romaans,<br />

d.w.z. de Romaanse dialecten van het huidige Frankrijk, Spanje, Portugal en Noord-<br />

Italië (tot de La Spezia-Rimini-lijn), is redelijk eenduidig in zijn reorganisatie en deelt<br />

bovendien nog behoorlijk wat andere innovaties, hetgeen de reconstructie van een<br />

Proto-West-Romaans rechtvaardigt.<br />

Zo kunnen veel Germaanse woorden die hun oorsprong in het Latijn hebben niet<br />

in hun “klassiek Latijnse” vorm geleend zijn, maar hebben een Proto-West-Romaans<br />

uiterlijk, bv. Klassiek Latijn tabula > West-Romaans *taƀla > Oudhoogduits tafala<br />

‘tafel’. Sommige woorden hebben zelfs een specifiek Gallo-Romaanse vorm, bv. Klassiek<br />

Latijn speculum > West-Romaans *spɛglo > Gallo-Romaans *spiɛɣlo > Oudhoogduits<br />

spiagal ‘spiegel’, hetgeen in dit geval te zien is aan de Gallo-Romaanse diftongering<br />

van beklemtoonde *ɛ tot *iɛ. Kenmerken van het Proto-West-Romaans zijn naar<br />

mijn mening de West-Romaanse reorganisatie van het klinkersysteem, syncope van<br />

onbeklemtoonde lettergrepen en de lenitie van intervokalische stops. Deze kenmerken<br />

zijn niet louter voorbehouden aan het West-Romaans hebben ook andere delen<br />

van het Romaanse dialectcontinuüm bereikt. Zo zijn syncope van onbeklemtoonde<br />

lettergrepen en intervokalische lenitie in vrijwel alle Romaanse dialecten te vinden,<br />

hetzij in verschillende gradaties.<br />

Als je deze kenmerken meerekent, kan ook een opvallende hoeveelheid “Latijnse”<br />

leenwoorden in het Berber niet uit het Latijn ontleend zijn. Het is daarom beter te<br />

13


14<br />

stellen dat ze uit het Romaans ontleend zijn, of liever zelfs, uit het Afrikaans-Romaans.<br />

Het Afrikaans-Romaans lijkt de syncope van het West-Romaans ondergaan te hebben.<br />

Ghadamès toḍăḇla < Latijn tabula ‘tafel’<br />

Wargla tsubla < Latijn sūbula ‘priem’<br />

Middel Atlas asnus < Latijn asinus ‘ezel’<br />

Middel Atlas tafḍna < Latijn patina ‘ketel’<br />

In het geval van Middel Atlas tafḍna moet opgemerkt worden dat het Berber een<br />

verschuiving van *p > *f gekend heeft, die niet alleen uit het Latijn blijkt, maar ook<br />

uit het Fenicisch en het Maghrebijns Arabisch.<br />

Alhoewel vergaande syncope een West-Romaans kenmerk is, is al vroeg opgemerkt<br />

dat het Afrikaans-Romaans een sterke affiliatie heeft met de Romaanse dialecten van<br />

Sardinië. Het Sardisch is binnen het Romaanse dialectcontinuüm op een aantal punten<br />

erg archaïsch. Zo wordt het gekenmerkt door het behoud van de velaren in palatale<br />

omgevingen, bv. Lugodoriaans Sardisch kẹlu ‘hemel’< Latijn caelu en Lugodoriaans<br />

Sardisch kęna < Latijn cena ‘maaltijd’. Hierdoor hebben meerdere Italiaanse renaissanceschrijvers<br />

beweerd dat op Sardinië nog “echt” Latijn wordt gesproken. Een ander<br />

Sardisch kenmerk is de samenval van de lange en korte klinkers, een reorganisatie van<br />

het klinkersysteem die het Afrikaans-Romaans ook ondergaan lijkt te hebben.<br />

Latijnse ī, i > Sardisch i<br />

Latijnse ē, e > Sardisch e<br />

Latijnse ā, a > Sardisch a<br />

Latijnse ō, o > Sardisch o<br />

Latijnse ū, u > Sardisch u<br />

Deze Afrikaans-Romaanse samenval van lange en korte klinkers wordt luidruchtig<br />

beweend door Romeinse grammatici en lijkt tevens bevestigd te worden door de Romaanse<br />

leenwoorden in het Berber, bv. Latijn pullus ‘jong dier’ > Middel Atlas afullus<br />

‘kip’, Latijn ulmus ‘olm’ > Kabylisch ulmu ‘id.’ : Latijn secūris ‘bijl’ > Zwara ašaquṛ ‘id.’<br />

en Latijn lūtum ‘modder’ > Beni Snous luð̣ ‘id.’.<br />

Het Afrikaans-Romaans heeft waarschijnlijk ook Proto-Romaanse lenitie ondergaan,<br />

een fenomeen dat in het Proto-Romaans over de woordgrenzen heen actief was.<br />

Dit is duidelijk uit inscripties waar we debosuit voor deposuit vinden en dabula<br />

voor tabula. Latijnse toponiemen in Noord-Afrika lijken de lenitie ook te bevestigen,<br />

bv. Latijn ecclēsia > Middeleeuws Arabisch ʔigliz en Latijn hippone > Middeleeuws<br />

Arabisch Būnh. Het is zelfs mogelijk dat het Afrikaans-Romaans de vergaande lenitie<br />

van het Sardisch deelt, de stemloze Latijnse stops p, t, k verder verzwakkend van<br />

stemhebbend tot stemhebbend fricatief.<br />

Latijn illum peccātum > Afr. Romaans *lu ƀɛkkaðu > Touareg abăkkaḍ ‘zonde’<br />

Latijn illum castrum > Afr. Romaans *lu ɣastru > Nefusa ɣasrú ‘kasteel’


De Berber maandnamen, die allemaal hun oorsprong hebben in de Juliaanse kalender,<br />

lijken ook uit een Romaans dialect geleend te zijn dat lenitie had ondergaan,<br />

bv. Latijn aprīlis > Tarifit ibrir, Latijn augustus > Tarifit aɣušt. Het is mogelijk dat deze<br />

kalendernamen via het Arabisch geleend zijn, aangezien het Maghrebijns Arabisch en<br />

het Egyptisch Arabisch dezelfde Juliaanse maandnamen hanteren, bv. Middeleeuws<br />

Andalusisch Arabisch abrīl en aɣušt. Desalniettemin is de lenitie die de maandnamen<br />

vertonen niet toe te schrijven aan het Arabisch en moet overgenomen zijn uit de Romaanse<br />

donortaal.<br />

Een ander kenmerk dat het Afrikaans-Romaans met het Sardisch zou kunnen delen,<br />

zou het behoud van Latijnse –s in absolute auslaut zijn, bv. Latijns pullus ‘jong dier’<br />

> Middel Atlas afullus ‘kip’. De gevallen waar Latijnse mannelijke woorden op –us een<br />

corresponderend woord in het Berber hebben dat op –u eindigt, kunnen verklaard worden<br />

door op de veel meer wijdverbreide wegval van finale –s in de andere Romaanse<br />

talen te wijzen, bv. Latijn pullus > Spaans pollo ‘kip’. Daarentegen zou de tweevoudige<br />

resultaten van Latijnse finale –s in het Berber ook veroorzaakt kunnen zijn door verschillende<br />

chronologische fasen van ontlening, een oude fase waarin finale –s bewaard<br />

was en een jongere waar finale –s weggevallen was. Een laatste Afrikaans-Romaans-<br />

Sardische gemeenschappelijkheid zou de afwezigheid van palatalisatie voor palatale<br />

vokalen kunnen zijn, bv. Latijn cicer > Tashelhiyt ikikr tegenover Oudfrans çoire.<br />

Samenvattend kunnen we zeggen dat een groot gedeelte van de Berberwoorden<br />

die hun oorsprong in het Latijn hebben, geleend zijn in een post-Latijnse fase, namelijk<br />

de fase van het Afrikaans-Romaans. Deze leenwoorden suggereren dat het<br />

Afrikaans-Romaans waarschijnlijk nauw verwant was met het Sardisch-Romaans waar<br />

het huidige Lugodoriaans en het Campidanees nakomelingen van zijn. Een interessante<br />

consequentie van deze uitkomst is dat de hoogtijdagen van de betrekkingen<br />

tussen de Berbertaalgemeenschap en de Romeinse taalgemeenschap niet in het Rome<br />

van Caesar en Tacitus lagen maar in het laatantieke Noord-Afrika van Augustinus en<br />

Sint Hiëronimus.<br />

Bibliografie<br />

• Cravens, Thomas D.<br />

2000 “Romance Lenition”, in: New approaches to old problems: issues in<br />

Romance historical linguistics, Steven N. Dworkin et Dieter Wanner<br />

eds. (Amsterdam)<br />

2002 Comparative Historical Dialectology: Italo-Romance clues to Ibero-<br />

Romance sound change (Amsterdam)<br />

• Kossmann, Maarten.<br />

1999 Essai sur la phonologie du proto-berbère (Köln).<br />

15


16<br />

• Lewicki, Tadeusz<br />

1952 “Une langue romane oubliée de l’Afrique du Nord; observations d’un<br />

arabisant”, in: Rocznik Orientalistyczny XVII (1951-1952).<br />

• Schmitt, Christian<br />

2006 “Die verlorene Romanität in Afrika: Afrolatin / Afroromanisch”, in:<br />

Romanische Sprachgeschichte I,Gerhard Ernst e.a. eds. (Berlin) 669-<br />

673.<br />

• Schuhardt, Hugo Ernst Maria<br />

1867 Der Vokalismus des Vulgärlateins, volume II (Leipzig).


.<br />

Mark Oosterbaan<br />

Recensie van een taal: Japans<br />

Als ik mensen vertel dat ik Japans spreek en bestudeer, wordt mij standaard de volgende<br />

vraag gesteld: “kijk je soms teveel anime?” (of varianten op deze vraag). Ik<br />

kan jullie, lieve lezers van dit blad, meedelen dat hier geen sprake van is. Naast het<br />

eenmalig bekijken van een anime over een sadistische dude met het onderlijf van een<br />

spin (how romantic), heb ik mij nooit aan dit genre gewijd.<br />

Nu rijst (no pun intended) bij een ieder van jullie uiteraard de vraag: waarom<br />

zou je de Japanse taal dán bestuderen? Mijn vooropgezette doel is dan ook jullie te<br />

overtuigen dat deze taal om heel veel redenen (te) gek is, waarmee ik dan weer een<br />

paar dingen hoop te bereiken:<br />

1. Dat jullie inzien dat hoewel het klinkt alsof je enerzijds iemands lijf wilt doorklieven<br />

met een samoeraizwaard, anderzijds je iets zo triviaal als een tractor<br />

zoooo schattig kan vinden dat je het wilt knuffelen, het Japans wel degelijk<br />

een heel gave taal is met bijzondere grammatica en interessante fenomenen die<br />

dit zowel het doorklieven als het tractorknuffelen taalkundig gezien bijzonder<br />

goed uit kunnen drukken.<br />

2. Dat jullie natuurlijk allemaal besluiten om volgend jaar van studie te switchen<br />

(Van Bijsterveld, vergeef mij)<br />

3. Dat ik nooit meer in mijn leven als antwoord op de zin “Ik bestudeer Japans”,<br />

het antwoord “Kijk je soms teveel anime?” te horen krijg. In plaats daarvan<br />

verwacht ik vanaf nu het antwoord “Oh wat gaaf, [tractorknuffeltoon]dat doet<br />

mijn hele vriendengroep ook. [/tractorknuffeltoon]”<br />

Laten we om te beginnen eens kijken naar de familie en vrienden van het Japans.<br />

Ook binnen het Japans bestaan verschillende dialecten, waarbinnen het Tokyo-Japans<br />

als het ‘standaardjapans’ wordt gezien. Op bijvoorbeeld Osaka-dialect, wat behoorlijk<br />

verschilt in een aantal opzichten, kan behoorlijk worden neergekeken. Dit is dus<br />

vergelijkbaar met de status van het Limburgs, al bakken ze in Osaka vast niet zulke<br />

lekkere vlaaien (nee, deze opmerking is voor zover ik weet niet linguïstisch relevant).<br />

De positie van het Japans binnen een systeem taalfamilies is omstreden, in dat opzicht<br />

dat het een van de weinige talen op de wereld lijkt te zijn waarvan geen nauw verwantschap<br />

lijkt te bestaan in die context. Om bepaalde redenen wordt tegenwoordig<br />

vaak gedacht dat het Japans een vroeg afgesplitste tak van de Altaïsche taalfamilie is,<br />

waartoe ook het Turks en Mongools behoort. Een argument wat dan genoemd wordt,<br />

is dat het Oud-Japans ook vocaalharmonie lijkt te hebben gehad, net als bijvoorbeeld<br />

het Turks nu nog steeds heeft. Een andere theorie stelt dat het een taalfamilie vormt<br />

met het Koreaans.<br />

17


18<br />

Het Japans wordt geschreven met verschillende schriften door elkaar heen. Allereerst<br />

gebruikt men kanji. Deze tekens zijn overgenomen van de Chinese karakters<br />

en worden gebruikt om het basislexicon weer te geven. Woorden als vandaag<br />

(今日 kyou), liefde (愛 ai), vriendelijk (親切 shinsetsu) en andere niet-grammaticale<br />

woorden worden meestal in dit schrift weergegeven. Zoals bij het woord voor ‘vriendelijk’<br />

al eerder te zien was, worden verschillende kanji met elk hun eigen betekenis<br />

(nuance) vaak gecombineerd tot één woord, wat dan vaak een soort sommatie is van<br />

die betekenisnuances bijeen. Hierin is het Japans meestal rechtshoofdig, dus een<br />

歯医者 (tandarts) is een persoon (者) die dokter (医) is met tanden (歯). Best logisch<br />

toch? Ik zeg dit uiteraard als niet-linguïst, aangezien linguïsten het benoemen van<br />

een constructie als zijnde logisch heel kwalijk vinden, vergelijkbaar met ecologen die<br />

hun haren uittrekken bij zinnen als “Goh, deze goudus vissus geeft elke dag om een uur<br />

of 4 aan zin te hebben in een zak huismerk paprikachips”.<br />

Ten tweede wordt het hiragana-schrift gebruikt om grammaticale woorden (vooral<br />

partikels, die meestal grammaticale functie binnen een zin aangeven) weer te geven.<br />

Daarnaast wordt het hiragana-schrift ook wel gebruikt om moeilijke woorden met verouderde<br />

kanji weer te geven. In kinderprogramma’s worden deze hiragana-karakters<br />

– want ook deze zijn afgeleid van Chinese karakters – vaak ook boven kanji geschreven,<br />

om deze voor kinderen leesbaar te maken. Men spreekt dan van furigana.<br />

Tenslotte kent men nog het katakana-schrift, waarmee een aantal doelen kan worden<br />

gediend. Allereerst worden woorden die uit een andere taal afkomstig zijn en met<br />

een aangepaste Japanse uitspraak overgenomen zijn – waardoor je er nog steeds geen<br />

kont van verstaat tot je er later achterkomt dat ze toch echt stroopwafel zeiden – in dit<br />

schrift geschreven. Voor de rest kan men katakana nog gebruiken voor het geven van<br />

nuances en andere spannende dingen. E.g. een mens (人 hito (kanji)) versus de mens<br />

als soort (ヒト hito (katakana)).<br />

De verschillende vormen van schrift worden binnen een zin door elkaar heen gebruikt,<br />

al zijn er meestal wel stelregels over het verkiezen van het ene schrift boven<br />

het andere. Het berust vaak echter ook op de situatie of een kwestie van smaak. Wat<br />

belangrijk is om op te merken bij deze schriften, is dat de Japanse spraak in principe<br />

in alle drie de schriften weergegeven kan worden. 寿司 sushi (kanji) kan ook<br />

geschreven worden als スシ sushi (katakana) of すし sushi (hiragana). Uitzondering<br />

hierop vormen de geïmporteerde woorden, die in het katakana vaak zelfs aparte tekencombinaties<br />

gebruiken voor klankcombinaties die men in het native Japans niet<br />

kent. Zo’n geïmporteerd woord kan wel een native Japans woord hebben, maar dat<br />

woord heeft dan zelden dezelfde uitspraak als wanneer het in het katakana geschreven<br />

wordt. Voor ‘vrouw’ kunnen zowel 女 onna als ウーマン ūman gebruikt worden,<br />

al heeft het eerste woord de voorkeur.<br />

Een belangrijk aspect van de Japanse taal is de beleefdheid. Hoewel wij dit verschijnsel<br />

ook in zekere zin kennen (vergelijk ‘jij’ met ‘u’), is het geenszins zo verstrekkend<br />

als het Japanse beleefdheidssysteem. Niet alleen persoonlijke voornaamwoorden<br />

verschillen sterk per beleefdheidsniveau, ook werkwoordsvorm en zelfs zelfstan-


dige naamwoorden kunnen veranderen naar gelang het beleefdheidsniveau. Net als<br />

de keuze van het schrift, is deze ook per situatie sterk verschillend. Onder close vrienden<br />

varieert het meestal tussen extreem informeel en informeel. Bij mensen die je<br />

niet goed kent of een neutrale positie tegenover hebt, wordt meestal normale beleefdheid<br />

gebruikt. Bij posities met bijvoorbeeld machtsverschil of bij het afrekenen bij<br />

MacDonalds worden erende en nederige beleefdheid gebruikt. De spreker beschouwt<br />

zichzelf op het laagste niveau en spreekt over zichzelf in de nederige beleefdheid, terwijl<br />

elke uitspraak over de andere persoon in de erende beleefdheid wordt gesproken.<br />

Ter illustratie van de verschillende vormen van taal naar gelang de beleefdheid, volgt<br />

hier de voorbeeldzin “Ik zie geld op straat.” Bij erende beleefdheid zal ik spreken van<br />

“Meneer Tanaka zie geld op straat.”<br />

Extreem informeel<br />

俺 は、 町 に 金 を 見る。<br />

Ore wa, machi ni kane wo mi-ru.<br />

1.pers sbj.mrk street loc money obj see-praes.<br />

Informeel<br />

僕 は、 町 に 金 を 見る。<br />

Boku wa, machi ni kane wo mi-ru.<br />

1.pers sbj.mrk street loc money obj see-praes.<br />

Normale Beleedfdheid<br />

私 は、 町 に (お)-金 を 見ます。<br />

Watashi wa, machi ni (o)-kane wo mi-masu.<br />

1.pers sbj.mrk street loc (form)-money obj see-praes.form.<br />

Erende Beleedfdheid<br />

田中-さま は、 町 に お-金 を ご覧になる。<br />

Tanaka-sama wa, machi ni o-kane wo goran ni na-ru.<br />

Tanaka-mister sbj.mrk street loc form-money obj see.hon-praes.<br />

Nederige Beleedfdheid<br />

私 は、 町 に お-金 を 拝見する。<br />

Watakushi wa, machi ni o-kane wo haiken su-ru.<br />

1.pers sbj.mrk street loc form-money obj see.humb-praes.<br />

Verder kent het Japans een extreem grote schat aan onomatopeeën en andere<br />

‘geluidswoorden’, die vooral in de anime en manga erg veel gebruikt wordt. Om te<br />

illustreren hoe creatief deze woorden kunnen worden, maak ik gebruik van één zin<br />

uit het gelijknamige nummer van de Japanse band Maximum the Hormone, waarna ik<br />

de woorden stuk voor stuk zal vertalen. Zeker voor de visueel ingestelden onder ons<br />

zal dit een sensatie worden die haar weerga niet kent.<br />

19


20<br />

Chuu chuu lovely muni muni mura mura purin purin boron nururu rero rero<br />

Chuu chuu het geluid van zuigen<br />

Muni muni het geluid van in iets knijpen wat zacht is<br />

Mura mura het geluid van seksueel opgewonden zijn (ja, daar hoort een geluid<br />

bij…)<br />

Purin purin het geluid van een cleavage die te misdadig voor woorden is (ik herhaal)<br />

Boron het geluid wanneer iets naar buiten ‘popt’<br />

Nururu het geluid van vingers die in nattigheid roeren<br />

Rerorero het geluid van je tong die zich rondwentelt<br />

(Letterlijk vertaald naar http://www.youtube.com/watch?v=2h9ZH8Ge_TE)<br />

Naast deze twee opvallende verschijnselen kent de Japanse taal nog veel meer<br />

boeiende constructies waar ik nu niet nader op in zal gaan. Hieronder het verschijnsel<br />

rendaku – in samenstellingen wordt de medeklinker van het tweede deel in bepaalde<br />

gevallen stemhebbend –, gebruik van zogenaamde counters – waardoor men voor<br />

‘twee’ batterijen een ander telwoord gebruikt dan voor ‘twee’ paarden – en het naar<br />

mijn lekenmening extreem omslachtig weergeven van voor ons zo gemakkelijke constructies.<br />

Zo wordt ‘ik moet gaan’ in het officieel Japans 行かなくてはいけません<br />

ikanakute wa ikemasen, lett: het niet gaan is niet toegestaan.<br />

Ik hoop met dit relaas over de Japanse taal iedere lezer in ieder geval geïnformeerd<br />

te hebben. [tractorknuffeltoon] Enig enthousiasme voor de Japanse taal met<br />

een last-minute voor deze vakantie tot gevolg zou mij uiteraard helemaal deugd doen.<br />

[/tractorknuffeltoon]<br />

どうもありがとうございます! Doumo arigatou gozaimasu!<br />

LolPhonology


.<br />

Alain Corbeau<br />

Fachtagung, conferentie voor<br />

Indo-Europeanistiek<br />

Vorige maand, van 17 t/m 22 september, werd in Kopenhagen de 14 e Indo-Europese<br />

Fachtagung gehouden: de grote vierjaarlijkse conferentie voor allen in het vakgebied.<br />

De gastuniversiteit was dit keer die van Kopenhagen. Aanvankelijk twijfelde ik of ik<br />

wel zou gaan, maar mijn goede herinneringen aan een eerdere conferentie daar plus de<br />

aansporingen van mijn jaargenoot Simon deden me besluiten toch naar Denemarken<br />

af te reizen.<br />

Samen met Simon gelegerd in een enigszins karig hotel vlak bij het station, wandelde<br />

ik elke dag naar de universiteit om verschillende Indo-Europeanisten – zowel<br />

gevestigde namen als beginnende onderzoekers – te mogen aanhoren.<br />

Het thema van de conferentie was ‘Etymology and the European Lexicon’ en paste<br />

zo goed in het project ‘Roots of Europe’, een groot interdisciplinair project aan de<br />

universiteit van Kopenhagen waarbij onder meer archeologen, genetici, historici en<br />

taalkundigen samenwerken om de prehistorie van ons werelddeel te onderzoeken.<br />

Zoals ik verwachtte op grond van de conferentie hier drie jaar geleden, was de<br />

organisatie goed – sterker nog, nagenoeg perfect. De docenten en studenten die alles<br />

opgezet hadden, waren niet te beroerd geweest om hun handen uit de mouwen (van<br />

hun blauwe shirts met daarop de tekst: éĝ b h áh2mi ábol / túH bháh2si ʕép’ol) te steken.<br />

Ze hadden niet alleen een uitgebreide doch overzichtelijke website gemaakt waarop<br />

de deelnemers een overzicht hadden van wat er op het programma stond en bovendien<br />

zich konden inschrijven voor alle diners en excursies die er werden aangeboden, ook<br />

hadden ze een programmaboek samengesteld met daarin niet alleen het rooster en een<br />

uittreksel van elke lezing, maar ook praktische informatie over hotels en restaurants.<br />

Elke middag was er een lunchbuffet; dit was inbegrepen bij het inschrijfgeld, voor<br />

studenten een luttele €20,-. Elke pauze was er thee, koffie, koekjes en fruit; later ook<br />

limonade en allerlei soorten heerlijke cake.<br />

Per dag waren er gemiddeld zo’n tien lezingen – afhankelijk van of er ook nog een<br />

excursie was en of er al dan niet parallelle sessies waren. Zowel de onderwerpen als<br />

de kwaliteit van de lezingen liep sterk uiteen. Er waren er die gingen over de etymologieën<br />

van losse woorden, over (de valkuilen van) pre-Indo-Europese plaatsnamen,<br />

over het ontstaan van morfologische categorieën, over mythologie en nog veel meer<br />

takken van de indogermanistiek. Helaas was een aanzienlijk aantal van de lezingen<br />

van een bedenkelijk niveau. De spreker las monotoon zijn verhaal op van papier,<br />

met een schier onverstaanbaar accent en vaak was dan de inhoud ook nog eens niet<br />

goed opgezet en met een weinig vernieuwende inbreng. Bij wijze van grap hield ik<br />

een lijstje bij met ‘aanfluiting van de week’; dit lijstje groeide allengs. Gelukkig –<br />

21


22<br />

en dit zeg ik niet uit chauvinisme – behoorden de lezingen van Leidenaren tot de<br />

betere. Zo had Guus Kroonen, die na Leiden nu in Kopenhagen werkt, een herschikking<br />

van Proto-Germaanse klankwetten die erg goed in elkaar stak; Tijmen Pronk, nu<br />

werkzaam in Zagreb, legde uit hoe in sommige Indo-Europese talen een singulatief is<br />

ontstaan. Uiteraard waren er ook zat interessante lezingen elders vandaan. Nicholas<br />

Zair (Cambridge) hield een overtuigend betoog tegen de zogenaamde Sabijnse l in het<br />

Latijn; Kendra Willson (UCLA) zette duidelijk uiteen hoe het voegwoord *k w e geleidelijk<br />

verdween uit het Germaans; Piotr Gąsiorowski (Poznań) legde op boeiende wijze<br />

uit waarom men voorzichtig moet zijn met het etymologiseren van pre-Indo-Europese<br />

plaatsnamen.<br />

Buiten de lezingen waren er ook andere activiteiten, zoals een receptie in de Rondetoren,<br />

een excursie naar het openluchtmuseum en het einddiner in een prachtige<br />

zaal van het academiegebouw. Dit diner was een belevenis; na een toast en een woord<br />

van mw. prof. Olsen in een kleine zaal, zakten de wanden naar beneden en hadden<br />

we toegang tot een magnifieke eetzaal met wandschilderingen en een spreekgestoelte.<br />

We kregen een luxe meergangenmaaltijd en de wijn werd voortdurend aangevuld, als<br />

zaten we in het Walhalla. Af en toe betrad er iemand de kansel en hield een praatje.<br />

Ook kwam men met een meezinglied over Indo-Europeanen op de wijs van ‘My Bonnie<br />

is over the Ocean’ – hilariteit alom. Na afloop ging een redelijk groot contingent van<br />

de aanwezigen nog borrelen in een kleine kroeg. Nu ja, klein. Vooral smal – en dat<br />

merk je als je met een grote groep een plekje zoekt. Het mocht de pret niet drukken;<br />

de afsluiting van de Fachtagung was een gezellige!<br />

Ondanks de absurd hoge voedselprijzen in Denemarken, ben ik blij dat ik gegaan<br />

ben. Hoe dan ook was het goed om van weer eens mijn gezicht te laten zien in de<br />

kleine wereld van de indogermanistiek. Een dergelijke conferentie is natuurlijk de<br />

gelegenheid bij uitstek om te horen wat men zoal doet aan andere universiteiten.<br />

Gelukkig kan de lezer dezes hier ook van profiteren, ook al is hij of zij niet mee<br />

geweest: video-opnamen van alle lezingen zijn te vinden op fachtagung.dk.<br />

LolPhonology


.<br />

Quotes<br />

“Simplicity can make you feel really good about your theory.”<br />

. Marc van Oostendorp<br />

“If your consonants are damaged, it is more than likely that your motor<br />

system is affected as well.”<br />

. Marc van Oostendorp<br />

“You hear it him say.”<br />

. Crit Cremers<br />

“Maar Lisa is een beetje een Poldercanadees met haar /r/.”<br />

. Crit Cremers, over het Nederlands van Lisa Cheng<br />

“Maar soms is een vuilnisbakcategorie wel handig hoor. Dan ben je drie en<br />

een half jaar een taal aan het beschrijven, en dan loop je al die tijd vast op<br />

één morfeem, dan denk je ook “flikker het maar in...” ”<br />

. Mily Crevels, over de categorie ’partikels’ bij beschrijvende taalkunde<br />

“Want to see something shocking and disgusting?”<br />

. Cristobal Bonelli<br />

“Sheep is not a regular noun, because you don’t sheeps.”<br />

. Lisa Cheng<br />

“Syntacticians cannot take language classes. The teacher will feel threatened.<br />

You will feel agitated: “That is not the syntax!””<br />

. Lisa Cheng<br />

Calvin & Hobbes<br />

23


24<br />

.<br />

Milan Lopuhaä<br />

Intuïtionisme<br />

De logica speelt een belangrijke rol in de taalwetenschap. Menselijk redeneren speelt<br />

zich immers af in taal, en het is de taak van de logica om een model en formalisatie<br />

te geven van dit soort redeneren. Het belangrijkste model hiervoor is die van de<br />

klassieke logica, die bijvoorbeeld aan deze universiteit bij filosofie en wiskunde gedoceerd<br />

wordt. Dit is echter niet de enige soort logica die er bestaat. In dit artikel zal<br />

ik een andere vorm van logica beschrijven, de intuïtionistische logica, tezamen met de<br />

wiskunde waaruit hij is voortgekomen. In de volgende <strong>TWIST</strong>ER zal ik uiteenzetten<br />

wat voor gevolgen het gebruik van deze logica heeft op de taalwetenschap.<br />

Voordat ik het intuïtionisme uitleg, is het handig om te beginnen met de klassieke<br />

wiskunde, waarop dit een tegenreactie vormt. De klassieke wiskunde gaat uit van de<br />

(klassieke) logica, die zegt hoe uitspraken uit andere afgeleid kunnen worden. Een<br />

voorbeeld hiervoor is de wellicht bekende modus ponens: deze zegt dat als een bewering<br />

A waar is, en je weet dat de uitpraak “Als A, dan B” waar is (vaak genoteerd<br />

als A → B), dan mag je concluderen dat B waar is. Dit klinkt als een trivialiteit,<br />

en dat is het ook, maar de logica is ervoor om als wiskundige gemeenschap precies<br />

af te kunnen spreken welke redeneermethoden je toestaat en welke niet. Naast deze<br />

logische regels zijn er een aantal axiomata, of basisbeginselen, van waaruit men de<br />

theorie opbouwt. De meeste wiskundigen gebruiken hiervoor tegenwoordig het axiomastelsel<br />

van Zermelo en Fraenkel, dat uit het begin van deze eeuw stamt, samen<br />

met het keuzeaxioma. Met behulp van deze axiomata kunnen er dan dingen bewezen<br />

worden over de eigenschappen van verzamelingen, en vanuit daar ook over andere<br />

wiskundige begrippen.<br />

De Nederlandse wiskundige Luitzen Egbertus Jan Brouwer (1881-1966) keerde zich<br />

tegen dit idee. Wiskunde in zijn idee niet iets wat onafhankelijk van zijn beoefenaars<br />

bestaat op grond van de logica, maar een mentale constructie die zich afspeelt in het<br />

hoofd van een (geïdealiseerde) wiskundige. De logica is dan een taal die gebruikt kan<br />

worden om over deze wiskunde te praten. In tegentelling tot de klassieke wiskundigen<br />

vond Brouwer dus dat de logica niet ten grondslag lag aan de wiskunde, maar<br />

andersom.<br />

Deze opvatting heeft een aantal belangrijke gevolgen. In de klassieke opvatting is<br />

de wiskunde een object dat onafhankelijk van zijn beoefenaars bestaat, en dat deze<br />

bepaalde eigenschappen heeft die slechts ontdekt kunnen worden. Omdat de intuïtionistische<br />

wiskunde een mentale contructie is, heeft deze pas eigenschappen zodra<br />

deze eigenschappen aangetoond zijn. In het bijzonder is een uitspraak pas waar als


hij bewezen is, en een uitspraak is onwaar als bewezen is dat hij niet waar kan zijn. Er<br />

is dus een verschil tussen een bewering die niet waar is, en een bewering die onwaar<br />

is! Van de eerste heeft men niet aangetoond dat hij waar is, en van de tweede is aangetoond<br />

dat hij niet waar kan zijn. Door deze sterke interpretatie van de ontkenning<br />

is voor sommige beweringen P de uitspraak “Of P is waar, of P is onwaar” niet waar.<br />

Een voorbeeld voor zo’n uitspraak zal ik nu geven. Zoals misschien bekend is π =<br />

3, 1415... een irrationaal getal, dat wil zeggen, de decimalen herhalen zich nooit. Het<br />

is echter niet bekend of er ooit ergens achter de komma een rij van 99 negens achter<br />

elkaar komt. Stel nu dat het wel voorkomt, dan kijken we naar de eerste keer dat we<br />

99 negens tegenkomen in de decimalen van π, en dan noemen we K het gehele getal<br />

waarvoor geldt dat de eerste van die negens op de K-de plek achter de komma staat;<br />

dus de K-de tot en met de (K + 98) e decimaal van π zijn allemaal 9. Als zo’n getal<br />

niet bestaat, dan definiëren we K = ∞.<br />

Definieer nu een rij gehele getallen a1, a2, a3, . . . als volgt: Voor elk geheel getal n<br />

zeggen we dat geldt an = 0 als geldt n < K, en anders geldt an = 1. Oftewel, de rij<br />

a1, a2, . . . is de hele tijd 0, totdat we K bereiken (als dat ooit gebeurt), en vanaf dat<br />

punt is de rij constant 1.<br />

Beschouw nu de uitspraak P die luidt: “Er is een geheel getal n zodanig dat an = 1,”<br />

of, zoals wiskundigen liever zien, P = (∃n ∈ N)[an = 1], en kijk naar de uitspraak<br />

“P is waar of P is onwaar.” Intuïtionisten interpreteren het symbool ∃ (‘er is een...’)<br />

ook sterk, dat wil zeggen, als je zegt dat er een x bestaat met een bepaalde eigenschap,<br />

dan bedoel je daarmee dat je zo’n x ook daadwerkelijk kan vinden met behulp van<br />

een algoritme. Dus als de uitspraak P waar zou zijn, dan zouden we een n kunnen<br />

vinden met an = 1; maar dan weten we dat K ≤ n, en door alle decimalen van π tot<br />

en met de n uit te rekenen kunnen we K dan vinden. Aangezien we dit niet kunnen,<br />

is P dus niet waar.<br />

Aan de andere kant, als P onwaar is, dan moet voor alle n gelden dat an = 0, maar<br />

dan geldt dus K = ∞, en dat betekent dat er nergens 99 negens in de decimalen van<br />

π achter elkaar voorkomen. Dit kunnen we ook niet bewijzen, dus de bewering “P<br />

is onwaar” is ook niet waar, volgen een intuïtionist. Aangezien P en “P is onwaar”<br />

allebei niet waar zijn, is de bewering “P is waar of P is onwaar” niet waar voor een<br />

intuïtionist, aangezien het woord “of” ook sterk wordt geïnterpreteerd: Een bewering<br />

“A of B” is pas waar als je weet dat A waar is, of als je weet dat B waar is.<br />

Een belangrijk gevolg van deze sterke interpretaties van verschillende logische woorden<br />

is dat bewijzen uit het ongerijmde niet meer toegestaan zijn. Dit soort bewijzen<br />

gaan als volgt: als je een bewering P wilt bewijzen, begin je door aan te nemen dat<br />

P onwaar is, en vervolgens kijk je of je daar onzin uit af kan leiden. Aangezien on-<br />

25


26<br />

zin niet waar is, moet je aanname fout zijn, en dus moet P wel waar zijn. Voor een<br />

intuïtionist is nu alleen bewezen dat de bewering “P is onwaar” onwaar is, en dat is<br />

niet hetzelfde als dat P waar is. Aangezien veel stellingen uit de klassieke wiskunde<br />

bewezen zijn uit het ongerijmde, betekent dit dat intuïtionisten veel resultaten uit de<br />

klassieke wiskunde niet kunnen gebruiken.<br />

Er zijn ook nog andere gevolgen van de intuïtionistische zienswijze. Het begrip oneindigheid<br />

is problematisch, aangezien de wiskunde zich afspeelt in het hoofd van een<br />

wiskundige, en daarin kan natuurlijk maar eindig veel informatie opgeslagen. Dat wil<br />

niet zeggen dat al het oneindige verboden is voor een intuïtionist: een oneindige rij<br />

zoals hierboven gedefinieerd mag, als het gegeven wordt in de vorm van een algoritme<br />

dat elk element van de rij in eindig veel tijd kan uitrekenen. Een uitspraak als<br />

“Er zijn oneindig veel priemgetallen” is dus zinloos voor een intuïtionist, omdat een<br />

wiskundige nooit de oneindige verzameling van priemgetallen kan beschouwen. Een<br />

intuïtionist formuleert het dan ook liever als “Voor elke eindige verzameling P van<br />

priemgetallen is het mogelijk om een priemgetal te vinden dat niet in P zit.”<br />

Uiteindelijk is het intuïtionisme niet ver gekomen in de wiskundige gemeenschap.<br />

Hoewel het indertijd wel als een serieus alternatief voor de klassieke wiskunde werd<br />

gezien, zijn er nu nauwelijks nog wiskundigen die het in hun dagelijks werk als ‘de’<br />

wiskunde hanteren. Tegenwoordig wordt het, ironisch genoeg, vooral door logici<br />

bestudeerd, die de eigenschappen van het intuïtionistisch redeneren zelf onderzoeken.<br />

Volgende <strong>TWIST</strong>ER zullen we echter zien dat deze opvatting van wiskunde en logica<br />

wel degelijk toepassingen heeft in de taalwetenschap.


.<br />

Voor- en achterwaartse agenda<br />

30 oktober Halloween in de Pelibar<br />

7 november Borrel en uit eten<br />

14 november Lezing van Rebecca Voll in Lipsius 147, 16:15-17:00; borrel na<br />

afloop<br />

5 december Sinterklaas in de Pelibar vanaf 19:00<br />

12 december Lezing in Lipsius 148, 16.15-17.00, spreker wordt nog bekendgemaakt;<br />

borrel en kerstdiner na afloop<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!