18.09.2013 Views

Twi%er − april 2008 april 2008 april 2008 - Studievereniging TWIST

Twi%er − april 2008 april 2008 april 2008 - Studievereniging TWIST

Twi%er − april 2008 april 2008 april 2008 - Studievereniging TWIST

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Vaderland§e<br />

Taalkunde<strong>−</strong><br />

courant<br />

<strong>Twi%er</strong> <strong>Twi%er</strong><br />

<strong>−</strong> <strong>april</strong> <strong>april</strong> <strong>2008</strong><br />

<strong>2008</strong>


Colofon<br />

TWister is het tijdschrift van<br />

T.W.I.S.T., de<br />

studievereniging voor<br />

(Vergelijkende Indo-<br />

Europese) Taalwetenschap<br />

aan de Universiteit Leiden.<br />

Redactie:<br />

Simon Mulder<br />

Daan van de Velde<br />

Alain Corbeau<br />

Renee Vermeij<br />

Vormgeving:<br />

Daan van de Velde<br />

Alain Corbeau<br />

Illustraties:<br />

Renee Vermeij<br />

Omslag:<br />

Alain Corbeau<br />

Jaargang: 6 nr. 2<br />

Oplage: 120 stuks<br />

Reacties en kopij:<br />

twist@studieverenigingtwist.nl<br />

Website:<br />

www.studieverenigingtwist.nl<br />

2<br />

Inhoud#opgave<br />

Woord van de voorzitter 3<br />

door Tina Janssen<br />

Vaderlandsche Taalkunde 4<br />

door Cor van Bree<br />

Reportage: De koninklijke R 6<br />

door Alain Corbeau<br />

Ut Haagse Hoekie: Van Kooten en De Bie 12<br />

Verslag Twistgesprek 14<br />

door Alain Corbeau<br />

Creatief met Taal 17<br />

Taalkronkels 18<br />

Onderzoek in het buitenland 19<br />

door Daan van de Velde<br />

Oproep 21<br />

Leek van de Week 22<br />

Zelftest 23<br />

door Daan van de Velde en Alain Corbeau<br />

Koninginnedag met Delilah 26<br />

Verslag Culturele Avond 27<br />

door Daan van de Velde<br />

Interview AIO 29<br />

door Daan van de Velde<br />

Oplossing raadsel december 31<br />

Raadsel 31<br />

Achterwaartse agenda 32<br />

Agenda 32


Lieve leden en vrienden,<br />

3<br />

De afgelopen maanden zijn een mooie en actieve periode geweest voor <strong>TWIST</strong>. Wie heeft<br />

er niet genoten van het Twistgesprek in de Grote Beer, waar een enorm publiek op<br />

afkwam. Het was niet alleen interessant en leerzaam, maar ook nog eens erg gezellig op de<br />

borrel na afloop. Niemand heeft nu nog vragen over de grenzen, nut en noodzaak van de<br />

vergelijkende methode en alle aanverwante onderwerpen die in de kritische vragen van de<br />

toehoorders aangesneden werden. Verderop in deze TWister kunnen de weinigen van<br />

jullie die niet aanwezig waren, een verslag vinden van dit debat (en kunnen zij, die er wel<br />

waren, herinneringen ophalen aan een geslaagde avond).<br />

Daarnaast was natuurlijk de culturele avond ook prachtig. Vele leden (zowel studenten als<br />

docenten) passeerden de revue met hun verschillende talenten. Muziek en zang werden<br />

afgewisseld door een dansdemonstratie en iedereen was ook erg onder de indruk van ons<br />

eigen <strong>TWIST</strong>-koor.<br />

Ook werd pas geleden de intrigerende film Eternal sunshine of the spotless mind vertoond in<br />

een werkelijk bioscoopwaardige enorme zaal in het Lipsius.<br />

Dit alles is echter nog lang niet genoeg voor een <strong>TWIST</strong>-jaar, vandaar dat wij als bestuur<br />

hard aan het werk zijn om jullie ook de komende maanden bezig te houden.<br />

Allereerst staat een heus diesgala op het programma. <strong>TWIST</strong> bestaat alweer zes jaar, dus<br />

dat is hét moment voor een feestje. Wij hebben er veel zin in om onze verjaardag met vele<br />

leden en hun dates te vieren op 11 <strong>april</strong> in de Grote Beer.<br />

Verder trekt <strong>TWIST</strong> er weer opuit. Het TWeekend wordt dit jaar een uitstapje naar het<br />

buitenland, en wel naar Leuven. 2, 3 en 4 mei verkennen wij deze Belgische studentenstad<br />

en zullen we ook onze collega’s ter plaatse ontmoeten.<br />

De laatste activiteit die ik hier wil noemen is de conferentie, die, wegens het grote succes<br />

van vorig jaar, ook nu weer plaats zal vinden en wel op 23 mei. Deze dag, vol interessante<br />

lezingen van studenten en promovendi, zal afgesloten worden met een Twistgesprek, dus<br />

dit wil niemand missen.<br />

Ik hoop jullie dus allemaal te zien bij de komende activiteiten en op onze maandelijkse<br />

borrels. Voor nu wens ik iedereen veel plezier met deze TWister, de Vaderlandſche<br />

Taalkundecourant, zoals toepasselijk is, nu enkele zeer Nederlandse feestdagen voor de<br />

deur staan. Een oranje TWister is een must rond koninginnedag en 5 mei! Ook ditmaal<br />

worden jullie weer getrakteerd op een zeer gevarieerde inhoud. Enkele<br />

vaderlandſchlievende artikelen, zoals gedichten van Helmers en Delilah, worden<br />

afgewisseld door de nodige quotes en taalkronkels. Ook zijn er diverse interviews en een<br />

reportage te lezen. En wie herinnert zich het interview met Hietbrink uit de vorige<br />

TWister nu niet meer? Dit heeft ook buiten <strong>TWIST</strong> heel wat teweeggebracht…<br />

Gegarandeerd veel leesplezier dus!<br />

Tina Janssen<br />

Voorzitter <strong>TWIST</strong><br />

Woord van de voorzitter


door Cor van Bree<br />

4<br />

Vaderland§e Taalkunde<br />

Vaderlandse taalkunde. Hoe moeten we deze woordgroep interpreteren? We zouden<br />

kunnen denken aan de vergelijkbare woordgroep vaderlandse geschiedenis. Dat kan zijn ‘de<br />

geschiedenis van het vaderland’ of ‘het vak dat daarop betrekking heeft’, vgl. “morgen heb<br />

ik tentamen vaderlandse geschiedenis”. Zo kunnen we vaderlandse taalkunde interpreteren<br />

als ‘de taalkunde van het vaderland’ of ‘het vak dat daarop betrekking heeft’. Maar er is<br />

verschil: taalkunde staat niet op één lijn met geschiedenis, wél met geschiedbeoefening, geschiedenis<br />

omgekeerd op één lijn met taal. Ik maak een keuze: ik vat vaderlandse taalkunde op als ‘de<br />

taalkunde van het vaderland’ (dit stuk is dan een kleine bijdrage aan het vak dat daarop<br />

betrekking heeft). Er is trouwens nog een probleem: denken we bij de taalkunde van het<br />

vaderland aan ‘de studie van de vaderlandse taal’ of aan ‘de studie van talen in het<br />

algemeen door vaderlanders’? En wat is bedoeld met vaderlands of vaderlanders? Denken we<br />

daarbij alleen aan ‘Nederlands’ (in verband met ‘Nederland’) c.q. ‘Nederlanders’? Dan<br />

dreigen de Vlamingen en wat zij spreken buiten de boot te vallen. Ik moet opnieuw<br />

kiezen. Ik vat binnen deze bijdrage vaderlandse taalkunde op als ‘studie van de vaderlandse<br />

taal’ waarbij ik vaderlands zo ruim neem dat wat de Vlamingen spreken er ook onder valt.<br />

Tenslotte valt het te verdedigen dat we dezelfde voorvaderen hebben.<br />

Het prettige van deze definitie is dat we behalve aan de vele ‘vaderlanders’ nu ook aan<br />

buitenlanders (echte buitenlanders, dus zonder de Vlamingen) kunnen denken die zich<br />

met het Nederlands hebben beziggehouden. Laten we de bijdrage van buitenlanders niet<br />

onderschatten. Zoals er belangrijke historici zijn die zich met de geschiedenis van de<br />

Nederlanden hebben beziggehouden of nog bezighouden (denk aan Jonathan I. Israel), zo<br />

zijn er belangrijke linguïsten die dat met het Nederlands doen of gedaan hebben.<br />

Bijvoorbeeld de Amerikaanse hoogleraar Bob Kirsner. Hij heeft zich o.a. met het woordje<br />

er beziggehouden, het interessantste, meest Nederlandse, maar ook voor nietmoedertaalsprekers<br />

moeilijkste woordje in het Nederlands. Het heeft verschillende<br />

functies en heeft twee oorsprongen: reductie van daar en, in partitief gebruik, de genitief<br />

meervoud (enclise) van het personale. Vandaar dat het nog altijd twee keer in een zin kan<br />

voorkomen: “Zijn er nog schone overhemden? Ja, er liggen er nog een paar.” Kirsner<br />

interesseert zich in het algemeen voor al die kleine woordjes waar we als<br />

Nederlandssprekenden dol op zijn. Het Nederlands als kleinewoordjestaal. Zo vertelde hij<br />

mij het volgende. Toen op een keer de conducteur van de trein zijn kaartje controleerde,<br />

zei deze: “Dan moet U wel eventjes in Utrecht overstappen.” De bedoeling daarvan was<br />

niet dat hij het overstappen in korte tijd moest zien te verwezenlijken, maar dat het<br />

overstappen een moeite van niets was.<br />

De bijdrage van buitenlanders is belangrijk geweest en is dat nog. Ik wil nu nog een<br />

volgende stap zetten. We kunnen als vaderlanders van hen leren, dat wil zeggen: we<br />

kunnen van hen leren met een buitenlandse blik naar onze taal te kijken. We zijn zo gauw<br />

geneigd, ook als taalkundigen, om wat onze eigen taal laat zien, als gewoon te<br />

beschouwen. Nu, zo gewoon is het Nederlands niet. Denk aan de syntaxis. We plaatsen in<br />

hoofdzinnen de persoonsvorm op de eerste of tweede plaats en laten de andere<br />

werkwoordsvormen achter in de zin staan. De befaamde ‘tang’. Een vreemde volgorde.


5<br />

De Sanskritgrammatici hebben al geformuleerd dat wat bij elkaar hoort, in de zin ook bij<br />

elkaar behoort te staan. Aan die ‘regel’ beantwoordt het Nederlands, samen met het Fries<br />

en het Duits, dus niet. Nog zo’n geval is “ijs ben ik dol op”. IJs en dol horen bij elkaar,<br />

maar ijs is naar voren gehaald terwijl op eenzaam achteraan is blijven staan (het is<br />

‘gestrand’). Ik heb overigens een taalkundige gekend die deze constructie als niet<br />

‘grammaticaal’ buiten boord wilde houden. Dat hij in gesproken Nederlands schering en<br />

inslag is, telde niet mee.<br />

Dit laatste voorbeeld brengt me voor een afsluiting op het volgende. Veel van wat we als<br />

vreemd of op z’n minst als opmerkelijk in andere talen ervaren, vinden we binnen het<br />

Nederlands terug. Het Nederlands als ‘buitenlands’. Maar dan moeten we Nederlands wel<br />

ruimer opvatten dan alleen maar als (geschreven) standaardtaal. Toonverschillen (bekend<br />

o.a. van het Chinees) kunnen we in Limburg horen, sommige Brabantse dialecten hebben<br />

een suizende r (bekend van het Tsjechisch: een r en een z die tegelijk worden<br />

uitgesproken), in het Twents maakt men onderscheid tussen ‘wij inclusief de<br />

toegesprokene’ (wi) en ‘wij exclusief de toegesprokene’ (wileu) (bekend van Amerikaanse<br />

talen), de noordelijke dialecten inclusief het Fries kennen nomenincorporatie zoals bijv. in<br />

“vader is naar het land te bieten rooien” (ook bekend van Amerikaanse talen), enz. Het is<br />

dus niet nodig om verre reizen te maken om taalexotische ervaringen op te doen. Een<br />

retourtje trein is al voldoende.<br />

Citaten zijn in deze TWister wederom verspreid te vinden in kaders onder aan de bladzijden.<br />

“Indians are not always talking about their harmony with the universe.”<br />

Sérgio Meira kijkt verder dan romanticisme.<br />

“They had a very boring life; they had to be heroes all the time.”<br />

Michiel de Vaan over waarom zoveel Indo-Europese woorden voor ‘man’ ook ‘held’<br />

kunnen betekenen.<br />

“Ik heb jarenlang een vegetarische kat gehad, die is 18 geworden. Hij at alleen maar brinta.”<br />

Vincent van Heuven<br />

“De mens is een omgekeerde garnaal of andersom.”<br />

Riny Huijbregts<br />

“Apen zijn linksdraaiend.”<br />

Ook Crit Cremers blijkt een dierenkenner.


door Alain Corbeau<br />

6<br />

Reportage: De koninklijke R<br />

Zoals de lezer wellicht al ter oren is gekomen, is een van onze stafleden onlangs in het<br />

nieuws geweest met zijn onderzoek. Marc van Oostendorp (hoogleraar Fonologische<br />

Microvariatie) onderzocht hoe de uitspraak van de r in de spraak van koningin Beatrix de<br />

afgelopen 25 jaar veranderd is. Zijn bevindingen werden onder andere gepubliceerd in het<br />

tijdschrift Onze Taal. (Wie op dit blad niet geabonneerd is, leze het artikel op:<br />

http://www.onzetaal.nl/<strong>2008</strong>/23/toespraken.php)<br />

Vervolgens viel de landelijke pers over Van Oostendorp heen. Hij legt zelf uit hoe de<br />

vork in de steel zit:<br />

Het volk, de koningin en ik<br />

De mensen – u weet wel, de man in de straat, lieden zoals u en ik, de doorsnee<br />

taalgebruiker, Jan met de pet, onze achterban, degenen voor wie wij het allemaal doen,<br />

de geïnteresseerde leek, het gewone volk, de belastingbetaler, de zwijgende<br />

meerderheid, onze informanten, de representatieve steekproef, mijn spreekwoordelijke<br />

oma, degenen die op wie Rita Verdonk zich richt, en de kijkers thuis – interesseren die<br />

zich eigenlijk voor taal? Ik durf er niets over te zeggen. Zeker niet sinds 14 februari<br />

van dit jaar.<br />

In november vierde het Genootschap Onze Taal, een vereniging van taalliefhebbers,<br />

zijn 75-jarig bestaan, en ze vroegen mij om iets te vertellen over<br />

uitspraakveranderingen. Ik besloot me te laten inspireren door het werk<br />

van Jonathan Harrington, een foneticus die uitspraakveranderingen in de<br />

kersttoespraken van Koningin Elizabeth heeft onderzocht. Die kersttoespraken zijn<br />

prachtig materiaal als je wilt laten zien hoe de spraak van een individu zich in de loop<br />

van de tijd ontwikkelt. Het is heel moeilijk om op een andere manier een individu<br />

bereid te vinden om decennia lang ieder jaar op hetzelfde moment min of meer<br />

dezelfde tekst te laten uitspreken. Dat had Harrington in zijn onderzoek heel mooi<br />

laten zien, en zoiets leek me ook wel uitvoerbaar voor koningin Beatrix.<br />

Het blijkt nog niet gemakkelijk te zijn om alle opnames bij elkaar te krijgen. Beeld en<br />

Geluid, de afdeling die het archief van de publieke omroep beheert, is een onneembare<br />

vesting, waar iedereen voortdurend ziek is, of met<br />

vakantie, of net ontslag heeft genomen. Maar<br />

toen ik na vele maanden eindelijk de opnamen bij<br />

elkaar geschraapt had, hoorde ik dat er in ieder<br />

geval met de r in codapositie duidelijk<br />

waarneembaar iets gebeurd is. Waar je Beatrix'<br />

uitspraak in 1982 nog kon uitschrijven<br />

als waarde en geboorte, zegt ze de laatste jaren iets<br />

wat je beter kunt weergeven als waahde, geboohte.<br />

De r is geworden tot een sjwa-achtige klank.


7<br />

Dat vertelde ik tijdens dat congres, en ik schreef het vervolgens ook op, zodat Onze<br />

Taal het kon afdrukken in het congresnummer van het tijdschrift. De redactie stuurde<br />

op 14 februari een persbericht uit, en vervolgens werd ik anderhalve dag lang het<br />

middelpunt van een storm van aandacht. Geen moment stond de telefoon stil.<br />

Hoe werkt zoiets? Als ik niet de koningin had genomen, maar zevenentwintig jaar lang<br />

mijn moeder had opgenomen, was dat veel edeler werk geweest, maar was al die<br />

aandacht niet gekomen, dat is duidelijk. Belangrijk was in ieder geval dat<br />

het ANP en NOS Teletekst het bericht allebei snel overnamen. De eerste telefoontjes<br />

kwamen binnen een paar minuten binnen – waarbij dan nog moet worden gezegd dat<br />

de meeste journalisten een omweg moesten maken, omdat ze eerst naar de redactie<br />

van Onze Taal moesten bellen om mijn telefoonnummer te krijgen.<br />

De redacties van RTL Nieuws en RTL Boulevard meldden zich als eersten, en<br />

stuurden allebei een filmploeg om me in de leeszaal van het Meertens Instituut te<br />

filmen terwijl ik zogenaamd in het WNT opzocht wat griesmeelpap betekent, want dat is<br />

nu eenmaal het dagelijks werk van de taalwetenschapper. Maar ondertussen meldden<br />

zich ook alle landelijke kranten. De royaltyverslaggever van De Telegraaf schreef een<br />

stukje voor ‘de drie’ over hoe raar de koningin eigenlijk praat, een verslaggever van de<br />

Volkskrant vroeg me of dit eigenlijk wel nieuws was, en de redactie van de TROS<br />

Nieuwsshow wilde me wel op zaterdagochtend in de studio hebben, op voorwaarde<br />

dat ik geen andere grote interviews deed voor Radio 1.<br />

Tamelijk bizar blijkt ook het systeem van ‘quotes’ te werken van het<br />

radionieuwsbulletin. In de grotere radiojournaals van de publieke omroep hoor je af<br />

en toe iemand – een deskundige of een betrokkene – een zin zeggen als onderbreking<br />

van de nieuwslezer. Ik weet nu hoe dat werkt. Je wordt opgebeld door iemand die zegt<br />

dat ze voor het radionieuws werkt, dat ze het persbericht gezien heeft, en dat ze nu<br />

een quote wil opnemen. Als je zegt dat dit goed is, zegt ze dat ze je nu in de computer<br />

doet, en daarna hoor je een halve minuut alleen gekraak. Opeens roept de dame van<br />

heel ver weg snauwend dat je nu iets mag zeggen. Wat je dan in verwarring roept,<br />

wordt als quote in het nieuws gemonteerd. Je naam wordt er niet bij genoemd, je<br />

wordt alleen aangeduid als ‘De Onderzoeker’, ongeveer zoals men in de middeleeuwen<br />

naar Aristoteles verwees als Philisophus.<br />

En na anderhalve dag is het allemaal voorbij, de nieuwswaarde van de rare r van de<br />

koningin is kennelijk zo groot dat de berichtgeving niet een dag kan wachten. De<br />

enige redactie die me een week later nog wilden interviewen, was<br />

de Nederlandstalige afdeling van een commerciële zender in Australië.<br />

Wat kunnen we hier nu uit leren? De bedoeling van zo'n actie is natuurlijk om de<br />

taalkunde onder de aandacht te brengen van de mensen. Maar lukt dat ook? Ik weet<br />

het niet helemaal zeker. Er zijn in ieder geval een paar heel slechte stukken<br />

verschenen: het bericht over de rare uitspraak van Beatrix in De Telegraaf heeft<br />

waarschijnlijk geen enkel positief effect gehad, en die journalist had ik achteraf beter<br />

niet te woord kunnen staan. Maar het rare is dat je zulke dingen nauwelijks van<br />

tevoren kunt voorspellen. Heel moeizame gesprekken leveren soms heel inzichtelijke


8<br />

stukjes in de krant op, terwijl heel begripvolle interviewers achteraf alleen naar de<br />

sensatie bleken te vissen. Er zijn in ieder geval een paar interviews geweest waarover ik<br />

tevreden was, waar ik iets serieus kon vertellen, terwijl de interviewer het ook even<br />

over de koningin mocht hebben. Of Beatrix er ook zo over denkt, weet ik niet, maar<br />

als ik op deze manier één scholier aan de radio ervan heb overtuigd dat je in het leven<br />

ook taalkundige kunt worden, ben ik tevreden.<br />

Als laatste in de rij (roddel)bladen had <strong>TWIST</strong>ER de eer om Marc van Oostendorp over<br />

deze kwestie uit te horen.<br />

Had u niet verwacht dat de pers zo over u heen zou vallen?<br />

Ja, ergens weet je dat – het gaat over de koningin. Voor<br />

de media is dit een leuk, luchtig onderwerp. Maar als<br />

op die dag een ramp was gebeurd of de film van<br />

Wilders was verschenen, dan was er helemaal niks<br />

gebeurd. Al die media werken alleen maar met<br />

‘nieuwswaarde’. De zogenaamde nieuwswaarde was<br />

dan dat het artikel op die dag verscheen. Achtenveertig<br />

uur later vinden ze het al niet meer interessant. Absurd,<br />

want wat verandert er in die tijd nou, behalve dat de<br />

inkt van de tijdschriften is opgedroogd? Dus, ik had<br />

het niet verwacht, in die zin dat ik ’s ochtends niet iets<br />

heb aangetrokken waarvan ik dacht “dat staat goed op<br />

de televisie”. Ik had die dag een lijstje gemaakt met wat<br />

ik ging doen; om halftwaalf verscheen het persbericht<br />

en vanaf kwart voor twaalf heb ik helemaal niks meer<br />

gedaan van dat lijstje.<br />

Kwamen ook de niet-roddelige kranten eropaf?<br />

Ja, maar misschien was de NRC de enige krant die nog is gaan onderzoeken wat<br />

misschien wel het échte nieuwsfeit was. Dat was dat de RVD, de<br />

Rijksvoorlichtingsdienst, ons had verboden om de videofragmenten [van de<br />

kersttoespraak – red.] openbaar te maken. De RVD werkt als een soort PR-bureau van<br />

het koninklijk huis, dus als je iets met het koninklijk huis doet, krijg je met hen aan de<br />

stok. Waarom dit dan niet mocht? Auteursrecht. Dat is onzin, want daar kun je je wel<br />

op beroepen als wij een hele kersttoespraak zouden hebben gepubliceerd, maar boven<br />

het auteursrecht gaat nog het recht op citeren; dus voor educatieve of<br />

wetenschappelijke doeleinden. Het waren fragmenten van maar een minuut of zo. Stel,<br />

je hoort een fragment uit 1982 en een uit 2006, dan is er geen taalkundige opleiding<br />

voor nodig om te horen dat daar verschil tussen is. Er moet alleen op gewezen<br />

worden waar je op moet letten. Maar dat vind ik dus het echte nieuwsfeit: waarom<br />

mag dat nou niet?<br />

Vond de RVD het erg omdat u stukken van de koningin citeerde of omdat<br />

de pers erop sprong en het zo opgeblazen werd?


9<br />

De reactie van de RVD ging vooraf aan dat de pers erop sprong. Voordat de storm<br />

losbarstte waren die fragmenten al weggehaald. Ik vermoed dat wat ze niet leuk vinden<br />

is dat er iets verandert aan de taal van de koningin. Voor veel mensen staat<br />

taalverandering gelijk aan taalverloedering, dus laat je zo eigenlijk zien dat de koningin<br />

verloedert. Er is nog wel iets grappigs. Als het in de krant komt te staan, dan komt het<br />

ook op de website van die krant en onder zo’n stukje op de website mogen mensen<br />

reageren. Dat is ontzettend fascinerend om te lezen. Van die mensen die zeggen: “Een<br />

beetje de koningin bespioneren van onze belastingcenten!” Zo krijg je een inkijkje in<br />

hoe sommige mensen erover denken.<br />

Is de kwestie met de RVD nu afgehandeld?<br />

De redactie had besloten om zich eraan te houden wat de RVD besloot. Ik vraag me<br />

af of ze dat hadden moeten doen, maar ik vind het nou ook weer niet belangrijk<br />

genoeg om als een taalkundige Geert Wilders een website af te huren waar ik die<br />

fragmenten op ga plaatsen.<br />

Dus volgende keer een onderzoek naar een minder hoge boom?<br />

Het is moeilijker een minder hooggeplaatst persoon zo precies te volgen over een<br />

lange tijd. Deze storm was een bijeffect van dat het gaat over een hoge boom. Dan<br />

kun je denken dat het niet zo erg is om dat af en toe te ontketenen, want het trekt een<br />

beetje de aandacht.<br />

Was het al die publiciteit wel waard?<br />

Dat weet ik niet. Ik denk dat mensen het verschillend zullen beoordelen. Ik heb zelf<br />

het idee dat de storm aan de meeste mensen voorbijtrekt. De gemiddelde luisteraar<br />

hoort het en denkt “O, leuk.”, “Raar” of “Mmm, van onze belastingcenten”, maar vijf<br />

minuten later is er al weer iets anders aan de hand en zijn ze het vergeten. Dus ik ben<br />

zelf geneigd om te denken dat het iets is wat overwaait en als er iets bij iemand blijft<br />

hangen, dan denk ik dat het effect per saldo een klein beetje positief is. Aan de andere<br />

kant kun je zeggen dat het mensen erop heeft gewezen wat voor onzinnige dingen wij<br />

allemaal doen. Maar dat moet je niet willen ontwijken. Het gebeurt van<br />

belastingcenten, ja. Ach, dat is eigenlijk niet eens waar; dit onderzoek heb ik<br />

voornamelijk in de avonduren gedaan. Maar het werk dat je doet, dat met belasting<br />

wordt betaald, daarover heb je de plicht verantwoording af te leggen.<br />

Wat was nu het grootste verschil tussen uw bewering en hoe het naar<br />

buiten is gekomen?<br />

In De Telegraaf ging het bijvoorbeeld alleen maar over dat de koningin zo raar praat.<br />

Niet eens zo zeer over haar r. Er zitten veel voordelen aan om de koningin te<br />

onderzoeken, maar ook nadelen. Zoals dat de koningin een zeer atypische spreekster<br />

is en dat de kersttoespraak ook nog eens een atypisch soort toespraak is. Het is<br />

daarom interessant dat een heel algemeen verschijnsel zelfs de koningin bereikt. Maar


10<br />

je moet er wel rekening mee houden dat dit zit ingebed in een fonetisch systeem dat<br />

anders is dan dat van de meeste andere Nederlanders.<br />

Wat heeft u nou precies geconstateerd over het wegvallen van de r? Vincent<br />

van Heuven was het niet helemaal met u eens.<br />

Vincent is gevallen over het woord ‘wegvallen’. Hij heeft in zijn reactie gezegd: “Het is<br />

niet weggevallen, maar het is een Gooise r, zoals veel mensen hebben.” Maar dat<br />

maakt in mijn ogen de verwarring alleen maar groter, want voor mij is een Gooise r<br />

retroflex en dat is niet wat ik bij de koningin vind. Dat is meer een sjwa-achtige r, die<br />

bovendien korter lijkt te worden in de loop van de tijd. In die zin is het wel een<br />

vereenvoudiging – maar geen schadelijke – om te zeggen dat hij wegvalt. Er zit nog<br />

wel altijd iets na de klinker, maar dat iets op zichzelf is gevocaliseerd. Nou is de<br />

Gooise r ook klinkerachtig, maar ik heb het idee dat het meer sjwa-achtig is dan die<br />

Sacha de Boer-achtige r. Vincent gebruikt het woord Gooise r voor verschillende<br />

dingen door elkaar, is mijn indruk. Dat vind ik nou juist weer verwarrend. Hij gebruikt<br />

ook het woord huig-r, als iets wat synoniem is, maar dat is volgens mij nog weer wat<br />

anders; dat is volgens mij wat de koningin vroeger deed. Hieruit blijkt dus dat de<br />

materie eindeloos complex is en dus wordt er per definitie vereenvoudigd, ook in de<br />

Volkskrant. Maar ja, als je dat niet wilt, dan moet je gewoon helemaal niks zeggen. Of<br />

je gebruikt alleen maar moeilijke woorden zodat de journalisten zelf besluiten dat ze<br />

het niet opschrijven, haha.<br />

Hiermee heb ik mijn laatste woord over deze kwestie gezegd. Ooit!<br />

Vincent van Heuven (hoogleraar Experimentele Fonetiek) was zo vriendelijk om te<br />

reageren inzake de fonetische details:<br />

Gooise r is een algemeen gebruikte term voor alle ruisloze<br />

continuantrealisaties van de r in het Nederlands. Beatrix<br />

gebruikt postvocaal een Gooise r. Er is geen sprake van<br />

dat haar r een sjwa is. If anything, dan kun je haar r nog<br />

het best gelijkstellen met een Amerikaanse r en die is<br />

geen sjwa (zoals de postvocale r dat wél is in het Britse<br />

Engels (RP). Het zou mij enorm verbazen als de coda-r<br />

van Beatrix met de jaren korter is geworden. Het is een<br />

vrij vette r. Het enige dat mogelijk is (en dat heb ik ook<br />

aangegeven in mijn eerdere reactie) is dat het getrilde<br />

deel van de slot-r van Beatrix in de loop van de jaren<br />

korter is geworden. Maar de totale duur van haar coda is<br />

ongetwijfeld gelijk gebleven. In geen geval laat Beatrix<br />

de slot-r weg (met eventuele uitzondering van plaatsen<br />

waarop de slot-r altijd al weggelaten werd, zie verder het boek van mijn vrouw – Van<br />

Bezooijen 2006 – waar Marc ook uitgebreid uit geput heeft.<br />

Ik gebruik de term Gooise r inderdaad voor verschillende dingen. Maar niet door elkaar.<br />

We weten niet precies hoe de Gooise r gekarakteriseerd moet worden. In feite is in de<br />

experimentele fonetiek niet duidelijk hoe de hele klank r als verzameling gedefinieerd


11<br />

moet worden. Er wordt wel gezegd dat de r een restcategorie is. Als alle andere<br />

klanken gedefinieerd zijn, dan is elke klank die dan nog niet onder een definitie valt,<br />

een variant van de r. Van de Gooise r kunnen we alleen zeggen dat het een ruisloze<br />

continuant is. Daarmee is hij in ieder duidelijk onderscheiden van getrilde, getapte,<br />

geflapte en geschraapte varianten. Maar binnen de categorie ruisloze continuanten zijn<br />

nog veel variaties op het thema mogelijk. Zo is er de retroflexe r in het Amerikaanse<br />

Engels, die overigens erg lijkt op de sterke variant van de Gooise r. Bij de Gooise r is<br />

variatie mogelijk van zwak aangezet tot heel sterk, hij kan maar hoeft niet retroflex te<br />

zijn, en als hij niet retroflex is kan de articulatieplaats meer naar voren (met de<br />

voorkant van de tong richting gehemelte) of naar achteren (achterkant van tong<br />

richting velum/huig) zitten. Zie verder de publicaties van mijn vrouw over de Gooise<br />

r.<br />

Overigens, als Marc gelijk zou hebben (wat hij volgens mij dus niet heeft), en de<br />

koningin zou een schwa-achtige r uitspreken, dan spreekt ze de r nog steeds uit. Als je<br />

een (onderliggende) klank X uitspreekt als een (oppervlakkige) klank Y dan is er<br />

sprake van substitutie en niet van deletie. Als we paard (met een onderliggende /d/)<br />

normaal uitspreken met een finale [t], dan kun je bezwaarlijk zeggen dat we de /d/<br />

dan weglaten. Nee, dan spreken we hem uit als een [t].<br />

Nogmaals, mijn bezwaar tegen de voorstelling van Marc is louter het misleidend<br />

gebruik van de term ‘weglaten’ c.q. ‘niet uitspreken’. De nieuwslezers hebben die term<br />

letterlijk opgevat en als zij (enigszins verbaasd/ironisch) voordoen hoe de koningin<br />

dan zou spreken, laten ze inderdaad slot-r’en weg, en zeggen dan dat ze niet snappen<br />

hoe hare majesteit dat voor elkaar krijgt.<br />

Referenties:<br />

Van Bezooijen, R. - Kroezen, S. - Van den Berg, R. (2002). Front approximant /r/: A<br />

new and vigorous change in Dutch. Linguistics in the Netherlands 2002. John Benjamins,<br />

Amsterdam.<br />

Van Bezooijen, R. - Giesbers, C. (2003). Breekt ie echt dooi? De verspreiding van de<br />

Gooise r in het Standaardnederlands. Waar gaat het Nederlands naar toe. Panorama van een<br />

taal J. Stroop (ed.) Bert Bakker, Amsterdam, 204-214.<br />

Van Bezooijen, R. (2005). Approximant /r/ in Dutch: Routes and feelings. Speech<br />

Communication 47, 15–31<br />

Van Bezooijen, R. (2006). Het raadsel van de ratelaar. Rondom de r in het Leewarders en het Fries.<br />

Fryske Akademy, Leeuwarden/Ljouwert.<br />

“I shouldn’t have said that I like what you’re saying; I should have attacked you!”<br />

Marc van Oostendorp beseft te laat hoe hij een kritische vraag ook had kunnen<br />

gebruiken.


12<br />

Wij ſtellen u voor: de ſchrijver van zulke patriottiſche verzen als Aan mijn VADERLAND<br />

en Lijkzang op het graf van Nederland: Jan Frederik Helmers (1767 – 1813)<br />

Uit de dithyrambe De Lof van Holland<br />

Van hier, van hier die onverlaat,<br />

Wiens hart niet voor het heil van ’t §oone Holland #laat;<br />

Wiens bor% zi< niet verhe] als hij dien naam hoort #laken!<br />

Dien Goddelijken naam, die nooit verdwijnen zal,<br />

Maar bij de #looping van ’t heelal<br />

Nog door de wrakken der verbrijzling heen zal kraken.<br />

Uit De Hollandſche Natie, een epiſch gedicht in zes zangen<br />

Eer Eer%e Eer e e zang zang <strong>−</strong> Zedelijkheid<br />

Ik jui


Dit keer in Ut Haagse Hoekie een stukje uit een sketch van twee beruchte Hagenezen:<br />

Jacobse en Van Es, twee van de bekendste typetjes van Van Kooten en De Bie.<br />

13<br />

Ut Haag#e Hoekie: Van Kooten en De Bie<br />

Jacobse: G*dvâhdeg*dvâh Van Es, wat rè je toch as un âd wèf man.<br />

Es: Ja vâhrek je mag hieâh maah 110 Jacobse.<br />

Jacobse: Waah hep ik nâ un Chryslâh uìt ‘55 voâh gekocht.<br />

Van Es: Ehh.. voâh je rug toch?<br />

Jacobse: Voâh m’n rug, voâh m’n moedâh, wat staat daah rechs op dat bôhd.<br />

Van Es: Eihhhh..<br />

Jacobse: Daah... komop Van Es dat zèn makkeleke cèfâhs, dat kan je best.<br />

Van Es: Eiehhhhh... ja.<br />

Jacobse: ein 1... nog un 1... ein 0<br />

Van Es: Ja..ja..ja 110 kilometâh peâh uuâh, dat zeg ik toch.<br />

Jacobse: Dat staat eâh niet Van Es, eâh staat 1..1..0 da’s alles.<br />

Van Es: Ja..ja, je mag hieâh maah 110 kilometâh peâh uuâh.<br />

Jacobse: Eâh staat allein 110 Van Es, daah staat NIET bè peâh uuâh.<br />

Van Es: Ouhhh...<br />

Jacobse: Eâh staat ouk niet bè peâh kilometâh.<br />

Van Es: Ouh..op zou’n manieâh.<br />

Jacobse: Eâh staat 110, dus daah hâwe wè ons dan ouk keurig aan, druk in dat<br />

gaspedaal, druk in, jûst 60, tis je moedâh niet, komop doet gein pèn, 80 ga<br />

doâh je hebt genoeg ovâh, ut is un âtomaat Van Es, je hebt die tweide voet<br />

ouk nog komop haal ’m eâhbè.<br />

Van Es: Ja...ja... ene voet eâhbè.<br />

Jacobse: Zet die linkâh câwboylaahs op die rechtâhpout van je, twei voete drukke, ga<br />

doâh, 100 komtie, jûst, nâ rède we 110!<br />

Van Es: Ja... mèl!! 110 mèl dat is g*dvâhdeg*dvâh 180 kilometâh!<br />

Jacobse: Wat ben je toch un schètâhd Van Es, wat zeg ik nâ altèd? 110 dat rè ik allein<br />

in z’n achtâhrût.<br />

Van Es: Ja..maah as ze ons nâ aanhoude?<br />

Jacobse: Dan moete ze ons eiâhst zien in te hale, en ze hebbe mè nâ al 4 keâh<br />

aangehâde, dan zeg ik sohry agejntje, sohry, maah ik zit heil veil in de Steits,<br />

rè allein maah Ameâhrikane, ik ben niet andâhs gewend hè, dan die tellâhs<br />

ouk enzou, trâwens wat staat die pet u gènig, maah zet ut eâh dan ouk bè<br />

agejntje op die bôhde dat ut kilometâhs zèn en gein mèle, en laat de<br />

commessaris andâhs effe belle met meistâh Bram Moszkowicz, me advocaat,<br />

die weit hieâhvan.<br />

Van de Simpelsite: http://www.kootenbie.nl, licht aangepaste spelling<br />

“And there you have the conceptual Chomsky: that’s Fodor.”<br />

Egbert Fortuin praat in begrijpelijke parallellen.<br />

“Pa vertrekt naar het buitenland en moe blijft met kind achter. Geen wonder dat zoonlief de pest in<br />

heeft.”<br />

Arend Quak over het Hildebrandslied.


Woorden en uitdrukkingen in zwang gebracht door Van Kooten en De Bie:<br />

Een selectie uit de lijst van neologismen van Van Kooten en De Bie op Wikipedia:<br />

Dames, heren ook.<br />

stoned als een garnaal<br />

regelneef<br />

winterklaar<br />

doemdenken<br />

Geen gezeik, iedereen rijk.<br />

Mag ik even een teiltje?<br />

jemig de pemig<br />

jongere ouderen<br />

oudere jongeren<br />

Voor meer informatie, zie<br />

Ewoud Sanders (Contact, 1999) Jemig de pemig! - De invloed van Van Kooten en De Bie op het<br />

Nederlands<br />

door Alain Corbeau<br />

14<br />

Ver#lag Twi%ge#prek<br />

Op dinsdag 12 februari vond een activiteit plaats waar menig <strong>TWIST</strong>-lid lang naar had<br />

uitgezien. Voor de tweede keer tijdens haar bestaan organiseerde de vereniging een<br />

Twistgesprek: een taalkundig debat. Het eerste werd gehouden in het oprichtingsjaar.<br />

Zoals Crit Cremers, die de avond inleidde, sprak: “Het vorige Twistgesprek was zo goed,<br />

dat het zes jaar niet meer hoefde.” Alle gekheid op een stokje, verscheidene besturen<br />

hadden al eens geprobeerd een herhaling van de grond te krijgen, maar tevergeefs. Nu<br />

was het dan zover.<br />

Het onderwerp was de comparatieve methode. De sprekers waren Sasha Lubotsky<br />

(Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap), Marc van Oostendorp (Fonologische<br />

Microvariatie) en Willem Adelaar (Indiaanse Talen en Culturen).


15<br />

Als gespreksleider was Bas Haring, hoogleraar Publiek Begrip van Wetenschap,<br />

uitgenodigd. Om acht uur ’s avonds verzamelden sprekers en publiek – met gevarieerde<br />

taalkundige achtergrond – zich in de gezellige bovenzaal van café De Grote Beer. Een<br />

kleine ruimte, overheerst door donker hout, met een bar aan de zijkant en deels ingericht<br />

als een trein. De sprekers stonden aan een klein rond tafeltje. Zo had het geheel een<br />

ontspannen cafésfeer. De toeloop was zodanig dat menig toehoorder genoegen moest<br />

nemen met een staplaats. Een opsteker was het dat men zich tot en met de pauze kon<br />

laven op kosten van het LUCL.<br />

Nadat Crit de sprekers had voorgesteld, trad Bas Haring naar voren en legde de opzet van<br />

het te volgen debat uit. Ondanks zijn gebrekkige kennis van het vakgebied, wilde hij wel<br />

degelijk meedoen omdat het publiek zich in het wetenschappelijk debat zou mogen<br />

mengen. De heren sprekers hadden afgesproken elkaar voor het gemak bij de voornaam<br />

aan te spreken – hetgeen ik hier zal navolgen.<br />

Eerst moest worden uitgelegd wat de comparatieve methode nou eigenlijk was, al was het<br />

alleen maar om Bas meer wegwijs te maken in de taalkunde. Als professor in de<br />

Vergelijkende Taalwetenschap was Sasha de uitgelezen persoon om het spits af te bijten.<br />

Al snel liet hij echter een paar termen vallen, waardoor Bas wat van de wijs werd gebracht.<br />

Doch, na wat meer uitleg – waarbij hier en daar even werd stilgestaan voor toelichting –<br />

kreeg deze steeds beter een<br />

idee over het onderwerp.<br />

Sasha besprak de<br />

Ausnahmslösigkeit van<br />

klankwetten, waarbij Bas<br />

direct op de methodiek<br />

inging: was dit een<br />

werkaanname, iets wat je<br />

graag zo zou zien, of was het<br />

een werkelijk aangetroffen<br />

regelmaat? Het antwoord was<br />

krachtig: de regelmaat is<br />

onweerlegbaar. “Al zouden<br />

we het níet willen.” Ook zette<br />

Sasha de tegenstelling tussen klankwet en analogie uiteen. De ‘schade’ die klankwetten<br />

toebrengen, moet analogie weer herstellen. De kwestie of sprekers zich wel bewust zijn<br />

van klankverandering drong zich op. Marc mengde zich in het gesprek en gaf ter illustratie<br />

van de onbewuste verandering zijn favoriete voorbeeld: film. Niet al te lang geleden zei<br />

men nog fillem, waar je tegenwoordig haast alleen maar fiwm hoort. “Hoe bedoel je? Ik zeg<br />

toch gewoon film?”, vroeg Bas. “Hoor je? Jij doet het nu ook!” demonstreerde Marc.<br />

Willem bracht vervolgens in dat toch soms zelfs bewuste klankverandering voorkomt,<br />

voornamelijk in taboewoorden. Af en toe gedurende het gesprek onderbrak Sasha een van<br />

de andere sprekers als expert in de zaak: “Laat mij dit maar uitleggen.”<br />

Echt spannender werd het debat voor de toehorende taalkundigen toen Willem sprak<br />

over de vraag hoe bruikbaar de comparatieve methode is. Hij was het wel eens met Sasha,<br />

maar moest toch zeker aanmerken dat de methode voor inheemse Amerikaanse talen een<br />

stuk minder goed werkt dan voor Indo-Europese talen, waarvan het duidelijk is dat de<br />

methode met deze talen is opgezet. Waar Sasha had gesproken over een tijddiepte van


16<br />

zesduizend jaar die bekeken kan worden in de Indo-Europese familie, is dit met dezelfde<br />

methode onmogelijk te bereiken in veel andere taalfamilies. Dit doordat de Indo-<br />

Europese talen een uitzonderlijk lange schriftelijke overlevering kennen in verschillende<br />

takken en doordat de wijze van verspreiding bijzonder gunstig is geweest om veel<br />

wederzijdse invloed tussen de talen te kunnen uitsluiten. Aan de andere kant zijn veel<br />

indianentalen bijvoorbeeld pas opgetekend door kolonisten en vaak twee nauw verwante<br />

talen die in hetzelfde gebied gesproken worden elkaar zodanig beïnvloed hebben, dat het<br />

verschil tussen leenwoord en erfwoord niet uit te maken is. Bas vroeg zich af of de<br />

comparatieve methode dan wel alom geldig was. Willem legde uit dat, al levert het soms<br />

niet veel op, je de methode moet uitputten tot je niet meer verder komt; je hebt nou<br />

eenmaal niets anders. Maar de methode werkt in beginsel voor alle talen. Uit het publiek<br />

kwam de vraag of de methode niet achterhaald is; ze is immers al honderdvijftig jaar oud.<br />

Bas haalde Einstein aan, die zei dat zijn theorie na vijftig jaar vast overboord zou worden<br />

gegooid. Niet zomaar omdat ze dan oud is, maar omdat er dan iets beters gevonden zou<br />

zijn. Dat de comparatieve methode nog altijd gebruikt wordt, verklaarde Sasha doordat ze<br />

zich telkens opnieuw bewijst.<br />

Waar de drie sprekers het onderling te zeer met elkaar<br />

eens waren om er werkelijk een twistgesprek van te<br />

maken, kwam er vanuit de zaal meer dan eens een<br />

pittige vraag die de professoren voor het blok zette.<br />

Zoals de vraag of je via de vergelijkende methode nu<br />

een hele taal kunt reconstrueren of slechts woorden<br />

(Sasha: alleen woorden; tegelijkertijd Willem: waarom<br />

niet de hele taal?). Of de vraag hoe grammaticale<br />

verandering zich verhoudt tot fonologische<br />

verandering; of het ook mogelijk is syntactische<br />

verandering terug te volgen; of je de vergelijking soms<br />

überhaupt kunt trekken, zoals bij het Japans met de<br />

Altaïsche familie. En de vraag wat je doet met lexicale<br />

diffusie. Eén vrager trachtte zelfs aan de basis van de<br />

theorie te knagen: Wat is de comparatieve methode<br />

eigenlijk? Hier liep het gesprek helaas spaak, omdat de<br />

sprekers de vraag verkeerd begrepen – wellicht in de<br />

veronderstelling dat dit al besproken was. Het antwoord had simpel kunnen zijn, maar<br />

toen er al te veel lange zijwegen werden ingeslagen, riep Bas sprekers en publiek terug en<br />

verzocht op een andere vraag verder te gaan. Jammer genoeg deed hij dit soms ook als hij<br />

de verhandeling te diep vond gaan, terwijl deze voor de taalkundigen nog geenszins te ver<br />

voerde. Best begrijpelijk, gezien zijn onvertrouwdheid met de taalwetenschap, maar soms<br />

wel spijtig voor het publiek. Sasha beschouwde de vergelijkende methode als een soort<br />

algebra; feilloos en wiskundig precies kloppende reconstructies, maar je reconstrueert<br />

alleen klanken. Dus hoewel de vergelijkende methode uiteindelijk echt uitzonderingsloze<br />

regels oplevert voor de fonologie, kun je haar in die strikte zin niet op morfosyntaxis<br />

gebruiken. Het publiek zag in Sasha's stelling eerder een overkoepelende claim voor<br />

uitzonderingsloosheid, waardoor hij nogal eens werd aangevallen op het einde van het<br />

gesprek. Hierna verklaarde hij dat hij de inzetbaarheid van de vergelijkende methode<br />

beperkter opvatte dan gedacht, waardoor zijn bewering wel geldig is.


17<br />

Uiteindelijk kwam Sasha tot de conclusie dat de vergelijkende methode ‘een mooi kunstje’<br />

is. Dit vond Bas een passend slot.<br />

Tijdens de naborrel werd er geanimeerd nagesproken, met de professoren of met elkaar.<br />

Sommigen hadden inspiratie opgedaan en opperden voorstellen voor een volgend<br />

Twistgesprek. Dit was dan ook – ondanks het feit dat er meer twist met het publiek was<br />

dan tussen de sprekers onderling – een geslaagde activiteit. Het bestuur mag trots zijn op<br />

deze succesvolle avond.<br />

Een wel bijzondere bijdrage aan de Nederlandse taal leverde Justus van Oel. Zijn boekje<br />

Kunt u breukelen? (Nijgh en Van Ditmar, 2000) is het voortbrengsel van een creatieve en<br />

humoristische exercitie. Van Oel geeft rare plaatsnamen zonder betekenis (in het huidige<br />

Nederlands althans) een nieuwe ‘betekenis’ door ze te combineren met begrippen waar<br />

geen woord voor is. Zo slaat hij twee vliegen in een klap. Spontane taalverrijking als je ’t<br />

mij vraagt. Lees hoe hij erop los fantaseert:<br />

Banjaard (zn) Druk gebarende voetganger<br />

langs een nog drukkere provinciale<br />

weg die suggereert dat hij het recht<br />

heeft om over te steken.<br />

Bladel (zn) De oervervelende informatie<br />

in folders op het nachtkastje van uw<br />

hotel, en commercieel geïnspireerd proza<br />

in het algemeen.<br />

Delwijnen (zn, mv) Vertegenwoordigersjargon<br />

voor de felgekleurde, laagalcoholische<br />

drankjes waarmee even<br />

felgekleurde dertienjarige meisjes zich in<br />

disco’s tot de nok toe vol laten lopen.<br />

Doijum (zn) Groot brok ijs aan de<br />

dakgoot, dat wacht tot er iemand naar<br />

buiten komt.<br />

Eigenbilzen (ww) De net niet onbeschofte<br />

manier om breeduit zittend de<br />

stoel naast je leeg te houden.<br />

Hinderdam (zn) De overtreffende trap<br />

van de verkeersdrempel, ingezet in<br />

Creatief met Taal<br />

gebieden waar de getergde bevolking<br />

massaal is overgestapt op fourwheeldrives.<br />

Hoge Mors, De (bn, zn) Instinctieve<br />

techniek om het territorium te markeren.<br />

Tijdens de verschoning slaat de baby toe<br />

en weet liggend op de rug urinesporen<br />

aan te brengen tot in de hoekjes van het<br />

plafond.<br />

Juursemakluft (zn) Bejaarde landbouwer<br />

op een fiets, met een schoffelachtig<br />

werktuig in de hand en een<br />

onduidelijke kist achterop. De juursemakluft<br />

schijnt zijn dag door te brengen met<br />

het rijden van rondjes en wordt<br />

opvallend vaak aangetroffen in recente<br />

nieuwbouwwijken.<br />

Lamswaarde (zn) De lamswaarde van<br />

dranken is er de oorzaak van dat matige<br />

mensen zoals u onvoorzien en tegen hun<br />

wil dronken worden. Bepaalde mixen en<br />

cocktails hebben een lamswaarde die hun<br />

alcoholpercentage verre overtreft.


Ommen (ww) Uit pure levensvreugde<br />

een extra rondje met de draaideur maken.<br />

Plankenwambuis (zn) Het houten<br />

platform rond een gebouw, ondersteund<br />

door steigers, vanwaar bouwvakkers<br />

(vrijwel zonder persoonlijk risico) met<br />

cement en brokken steen naar<br />

voorbijgangers kunnen gooien.<br />

Puttershoek (zn) Afwijking die een<br />

golfbal gaat vertonen zodra er ander<br />

mensen kijken.<br />

Schagen (ww) Tegen beter weten in aan<br />

het werk gaan met bot en versleten<br />

gereedschap.<br />

Scheveningen (zn, mv) De spontaan<br />

ontstane paadjes in hoeken van plantsoenen<br />

en parken, waarmee voetgangers<br />

hun weg wensten te bekorten.<br />

Terlet (zn) Grappige verspreking van<br />

kleine kinderen, ontstaan door het<br />

Ingezonden door Marjoleine Sloos<br />

18<br />

Taalkronkels<br />

Uit een melding over contactdagen van een hogeschool:<br />

omdraaien van letters of woorddelen<br />

(‘weps’, ‘telekopfoon’), waarmee ze door<br />

hun ouders vervolgens nog jaren<br />

achtervolgd worden.<br />

Urk (zn) De man op vieze schoenen die<br />

na drie weken eindelijk de reparatie komt<br />

doen en op de drempel onmiddellijk aan<br />

u vraagt of u zelf al koffie hebt gehad.<br />

Wommersom (zn) Het onaanzienlijke<br />

bedragje dat een artikel in de winkel<br />

minder kost dan een mooi rond bedrag,<br />

in de ijdele hoop dat op z’n minst één<br />

idioot zal denken dat het hier een koopje<br />

betreft. Bijvoorbeeld: de wommersom<br />

van een paar schoenen van €99,95 is 5<br />

cent.<br />

Zoggel (zn) Het vaste achtergrondgeluid<br />

bij McDonald’s, veroorzaakt door<br />

klanten die met een rietje het allerlaatste<br />

bodempje uit hun milkshake zuigen.<br />

MOCHT U GEEN INTERESSE HEBBEN OM MAILINGS OVER<br />

CONTACTDAGEN TE ONTVANGEN VERZOEK IK U OM EEN E-MAIL TE<br />

STUREN NAAR XXX@XXX.NL WILT U IN DE TOEKOMST INFO PER E-MAIL<br />

ONTVANGEN VERZOEKEN WE U DIT OOK DOOR TE GEVEN.<br />

MOCHT U DAN NIET HEBBEN GEREAGEERD TOT 1 MAART NEMEN WE<br />

AAN DAT U NIET LANGE PRIJSSTELT OP HET ONTVANGEN VAN<br />

INFORMATIE OVER CONTACTDAGEN.<br />

“It may not look like your idea of happiness.”<br />

Sérgio Meira over het complexe prefixensysteem in het Bakairí


door Daan van de Velde<br />

19<br />

Onderzoek in het buitenland<br />

Het heeft de verslaggeversploeg enig getouwtrek gekost,<br />

maar in deze editie is het toch eindelijk gelukt om Marianne<br />

Kaajan aan onze zijde te krijgen. Dat deze bachelorstudent<br />

in de taalwetenschap verre oorden niet schuwt, bewees ze al<br />

toen ze na haar middelbare school vrijwilligerswerk ging<br />

doen in Bolivia en een Bijbelschool deed in Panama. Vorig<br />

jaar heeft ze bovendien vijf maanden in Tanzania<br />

doorgebracht voor taalkundig veldwerk. Marianne<br />

onderzocht het Sangu, een Bantutaal die door ongeveer<br />

vijfenzeventigduizend mensen wordt gesproken in het<br />

zuidwesten van Tanzania, ten noordoosten van de stad<br />

Mbeya. Wij willen weten hoe ze daar is terechtgekomen en<br />

wat ze daar precies heeft uitgespookt.<br />

“Ik was al langere tijd geïnteresseerd in de organisatie Wycliffe Bijbelvertalers, een<br />

organisatie die doet aan Bijbelvertaling en alfabetiseringswerk, met name in<br />

minderheidstalen. Het gaat vaak om ongeschreven talen en daardoor komt er een<br />

taalkundige kant bij kijken. De talen moeten eerst op schrift gesteld worden, dat<br />

sprak me heel erg aan. Ik wilde graag zien wat dat in de praktijk inhoudt en hoe<br />

kan je dat beter doen dan erheen te gaan? Ik kon daar onderzoek doen voor mijn<br />

scriptie zodat ik het kon combineren met mijn studie. Ik vond het leuk om een<br />

scriptie te schrijven over eigen onderzoek, over veldwerk. Aan de ene kant<br />

verzamelde ik gegevens voor mijn eigen scriptie, aan de andere kant is het ook<br />

nuttig voor de mensen daar. Dat vond ik een mooie combinatie.”<br />

Het hoofddoel van het project is om de Bijbel in de betreffende talen te vertalen. De<br />

lokale bevolking wordt erbij betrokken, zoals mensen uit de kerk, mensen die het<br />

belangrijk vinden als hun taal op schrift wordt gesteld. Het eindresultaat wordt<br />

overgedragen aan de eigen bevolking. Omdat de vertaling zo veel mogelijk moet<br />

beantwoorden aan de taalgevoelens van de sprekers, is het van belang dat een schrift<br />

wordt ontworpen waarin letters en spraakklanken in een natuurlijk verband staan. Kennis<br />

van morfologie en morfofonologie zijn daarvoor essentieel. Dat is waar Marianne zich<br />

mee bezighield: een beschrijving van de morfologie van naamwoorden en werkwoorden<br />

alsmede de interactie met fonologie.<br />

Wij weten dat Connie Kutsch-Lojenga, docente bij Afrikaanse taalkunde,<br />

soortgelijk werk doet. Zij was het inderdaad die Marianne had uitgenodigd om mee te<br />

gaan naar Tanzania. Marianne hield sinds de basisschool al van Afrika, maar ze had geen<br />

specifiek land in gedachte om veldwerk te doen. “Nu hoefde ik niet zelf een keuze te<br />

maken.”<br />

“Het project waar ik bij betrokken was werkte met tien verschillende talen uit die<br />

regio. De sprekers van die talen komen meestal een paar weken naar Mbeya toe


20<br />

voor workshops waar ze een paar weken aan o.a. vertaling werken. De mensen op<br />

kantoor werken aan het verder ontwikkelen van de orthografie en de<br />

grammaticabeschrijving. Het voordeel van zo’n project is dat het gaat om verwante<br />

talen. Je kan elkaars kennis gebruiken. Ik heb zelf gewerkt met een spreker uit het<br />

Sangu-gebied die sinds kort in Mbeya woont voor zijn studie. Dat was ideaal,<br />

omdat ik bijna elke dag met hem werkte.”<br />

Marianne kwam dus in een vooropgezet project terecht. Aan de ene kant was het heel fijn<br />

dat ze niet zelf een niche in het vakgebied hoefde te zoeken en haar werkplek en<br />

informanten te regelen, maar ze hoorde ter plaatse pas over welke taal ze zich mocht<br />

buigen! Een toegespitste voorbereiding was dus niet mogelijk. Wel kon ze bouwen op<br />

haar theoretisch taalkundige kennis en, door bijvakken bij Afrikaanse taalkunde in Leiden,<br />

enige beheersing van het Swahili. Aan praktische voorbereidingen kostten<br />

subsidieaanvragen, inentingen, vliegtickets, en het in onderhuur stellen van de kamer vrij<br />

veel tijd om te regelen. Hoe zat het me de huisvesting?<br />

“Tijdens een oriëntatiecursus op verschillende plaatsen in Tanzania heb ik ook een<br />

week bij een Tanzaniaanse familie in huis gewoond. Toen ik in Mbeya aankwam,<br />

ben ik in een guesthouse terechtgekomen waar ik een eigen kamer met een eigen<br />

badkamer had. Uiteindelijk had ik ook de mogelijkheid om zelf te koken. Er waren<br />

een paar appartementen waar ook mensen woonden van het project. Andere<br />

kamers werden gehuurd door Tanzanianen of toeristen. Het was niet zo dat je op<br />

een blank eilandje zat. Je had zowel contact met westerse mensen als met<br />

Tanzanianen.”<br />

Hoe was dat contact met Tanzanianen? Kon ze zich goed aanpassen aan de cultuur?<br />

Heeft ze botsingen meegemaakt?<br />

“Ik heb wel geprobeerd me aan te passen aan de cultuur. Ik vond het leuk, je komt<br />

andere waarden tegen. Het is waardevol om te zien wat daar belangrijk is. Relaties<br />

zijn daar heel belangrijk. Mensen komen heel vaak een praatje maken. Stel dat ik<br />

op kantoor één van de personen die in een kamer zat nodig had, dan kon ik daar<br />

niet binnenlopen zonder meteen iedereen in de kamer te begroeten.<br />

Ik zal best dingen fout gedaan hebben. Als je een fout maakt, wordt daar in<br />

Tanzania vaak om gelachen. Maar dat is meer om de schaamte weg te nemen dan<br />

om je uit te lachen.”<br />

Dat was de sociale kant. We willen ook wel iets weten over wetenschappelijke vondsten.<br />

“Het werkwoordssysteem is ingewikkeld. Je vindt daar waarschijnlijk meer<br />

dialectverschillen dan in Nederland, omdat daar geen geschreven standaarddialect<br />

is. Op een gegeven moment vond ik verschillende vormen voor de verleden tijd:<br />

het ene suffix gaat over de verre verleden tijd, een ander suffix gaat over het nabije<br />

verleden tijd. De ene spreker maakt daar wel onderscheid in, de ander niet.<br />

Momenteel wordt dit verder uitgezocht. Het is frustrerend dat je soms dingen uit<br />

wilt zoeken, maar je komt er niet uit. Niet alles is helemaal te verklaren. Dat is de


21<br />

keus: hoe lang ga je op een ding ploeteren met de kans dat het niet lukt, of<br />

wanneer zeg je, ik ga door met iets anders.”<br />

Is haar werk nu afgerond?<br />

“Helaas niet. Ik ben mijn scriptie aan het schrijven. Ik ga op korte termijn niet<br />

terug. Het zou leuk zijn. Maar het project gaat daar gewoon door. Stel dat ik mijn<br />

masterscriptie daar zou doen, dan kan ik niet op het punt doorgaan waar ik<br />

gebleven was. Ik kijk naar een master Bijbelvertalen aan de VU. Maar dat is een<br />

eenjarige master en de MPhil hier is twee jaar dus ik zit te kijken of ik iets kan<br />

combineren. Ik wil proberen daar in september mee beginnen, maar behalve mijn<br />

scriptie moet ik nog veel vakken afronden, werkstukken schrijven.”<br />

Hoe heeft de reis haar gevormd als wetenschapper of als persoon?<br />

“Ik vind het lastig om dat onder woorden te brengen. Ik denk zeker dat ik er veel<br />

van geleerd heb, bijvoorbeeld om praktisch met onderzoek bezig te zijn. Dat vond<br />

ik leuk en leerzaam. Het is stimulerend om daar met andere mensen mee bezig te<br />

zijn en om met mijn studie van dienst te kunnen zijn. Ik heb een realistischer beeld<br />

gekregen van wat je kan met je studie.”<br />

Op zaterdag 12 <strong>april</strong> houdt Wycliffe Bijbelvertalers in Driebergen een open dag over<br />

veldwerk en taalonderzoek. Wie meer wil weten, surfe naar www.wycliffe.nl.<br />

Oproep<br />

Leden, vrienden en alle andere die zich voor taalwetenschap interesseren, kom<br />

allemaal luisteren op de grote jaarlijkse studentenconferentie van <strong>TWIST</strong> op vrijdag<br />

23 mei. Gevestigde onderzoekers, studenten en AIO’s uit binnen- en buitenland<br />

houden lezingen over talloze onderwerpen binnen de algemene en vergelijkende<br />

taalwetenschap. Er zijn onder andere bijdragen uit de cognitieve, de syntactische en<br />

de historische hoek. ’s Ochtends is er een plenaire lezing, daarna lopen er twee<br />

blokken van lezingen waaruit je kan kiezen parallel aan elkaar, en de dag wordt<br />

afgesloten met een Twistgesprek tussen twee academici met heel verschillende<br />

opvattingen over de rol van de grammatica in taal. Voor € 5,- ben je er de hele dag<br />

bij. Je kunt je inschrijven via de website www.twistconferentie.leidenuniv.nl, waar<br />

ook nadere informatie te vinden is. Neem ook vrienden en andere bekenden mee,<br />

iedereen is welkom!<br />

“If you want to become famous, you can think of an explanation for this.”<br />

Michiel de Vaan wijst op de Indo-Iraanse alternantie a-ai tussen het actief en<br />

het medium.


22<br />

Leek van de Week<br />

Het interview met de heer Hietbrink in de vorige TWister heeft flink wat teweeggebracht.<br />

Nadat Hietbrink het stuk (ongevraagd overigens) op internet had geplaatst, stroomden op<br />

de bewuste webpagina de reacties binnen. Ziehier een van de antwoorden, die aangeeft<br />

hoe Hietbrinks theorie wordt ontvangen:<br />

Wetend dat de Heer Hietbrink al levenswerkend bezig met taal en smachtende naar<br />

eindresultaat, zal hem dat niet zomaar in den schoot geworpen worden.<br />

Hij komt met tot-taal iets ongehoords maar zal eerst de bestaande of gevestigde orde<br />

af moeten breken, opruimen om op zijn fundamenten ons nieuwe (of<br />

oorspronkelijke) taalgebouw neder te zetten... Vernieuwing van wat dan ook is nooit<br />

zonder moeite. Met welke plannen of Idee je ook ergens binnen loopt.. je loopt<br />

regelrecht in de armen van je concurenten.<br />

Niemand zit op uitvinders of verbeteringen te wachten de bestaande aangelegde<br />

vooraaden moeten eerst op en tot zolang duren nog de gladde verkooppraatjes van<br />

hen die ook nog eens de reclame wereld beheersen. Vooral de media hier aan mee<br />

mediaplichtig; daar het zijn hun beste adverteerders en leerstoelen en media spelen<br />

elkaar de bal toe... Omroepen roepen om wat zijn mogen omroepen. Persvrijheid is<br />

een farce want de macht van het gediplomeerde woord telt. Voorbeeldend: Wist U<br />

dat er slechts een mens in miljoenenspel...op de wereld uitmaakt en bevoegd is om<br />

uit te maken of een Rembrandt echt is of niet ?<br />

Berend Willem Hietbrink is gewoon te vroeg geboren. Laat hem in zijn boeken een<br />

re-increnatie vervolmaken... er zit niets anders op. Laten wij hem hierbij zo goed<br />

mogelijk helpen. Een nieuwe generatie taalstudenten is een mooi begin... Dank je<br />

wel Simon Mulder.<br />

Meer reacties zijn te bekijken op<br />

http://comeback.punt.nl/index.php?id=366555&r=1&tbl_archief=#r299629<br />

“Wodka, gemaakt van Polen.”<br />

Uwe Bläsing<br />

“It’s behaving like a small Vincent van Heuven.”<br />

Marc van Oostendorp op de voorstelling van een baby tijdens het<br />

klankverwervingsproces.<br />

“I may be stupid, I’m not an idiot.”<br />

Vincent van Heuven vergist zich niet.<br />

“I’ll knock your variable unconscious.”<br />

mompelt Michiel de Vaan, zich afvragend of ‘unconscious variable’ wel een bestaande<br />

term is.<br />

“You just want this one formula that you can put on a T-shirt that explains the whole world.”<br />

Marc van Oostendorp over het streven naar eenvoud binnen een theorie.


door Daan van de Velde en Alain Corbeau<br />

Ben jij een echte TW’er? Doe de zelftest en kom erachter of jou de taalkunde door de<br />

aderen vloeit. (VIET’ers niet getreurd, voor jullie volgende keer een zelftest.)<br />

23<br />

1. Waarom ben je TW gaan studeren?<br />

a. Om rijk en beroemd te worden<br />

b. Ik houd nu eenmaal erg van literatuur<br />

c. Ik ben nieuwsgierig hoe taal als systeem werkt<br />

d. Ze hebben me erin geluisd op de Open Dag<br />

2. Wie is de voorzitter van de vakgroep?<br />

a. Melissa Kwee<br />

b. Crit Cremers<br />

c. Lisa Cheng<br />

d. Sasha Lubotsky<br />

3. Waar gaat je wetenschappelijk hart sneller van kloppen?<br />

a. De nieuwste grammatica van het !Xóõ<br />

b. Het Groot Dictee der Nederlandse Taal<br />

c. Een vreemde taal horen spreken in de trein<br />

d. Het boek Kwispelen met Taal van Hietbrink<br />

4. Waar staat NP voor?<br />

a. Niet Parkeren<br />

b. Nederlands Peil<br />

c. Nasal Plosive<br />

d. Noun Phrase<br />

Zel]e%<br />

5. Wat voor gevoelens wekt het getal 1166 bij je op?<br />

a. Had dat niet iets met de duivel te maken? O nee, dat was 666.<br />

b. Warme gevoelens; dat is het huisnummer van m’n oma.<br />

c. Ah, de thuisbasis!<br />

d. 1166? Bedoel je niet Van Wijkplaats 4?<br />

6. Hoe sta je tegenover spelfouten?<br />

a. Die kunne me nie schele, het heeft nix met taal te make.<br />

b. Wat zou ik me er druk om maken? Ik heb toch een spellingchecker op m’n<br />

computer?<br />

c. Het is een schande! Mensen beheersen hun taal niet meer.<br />

d. Ach, zolang de kennis van grammatica maar in orde is.<br />

“Waar zijn mijn hersenen?”<br />

Niels Schiller, neurolinguist


7. Wat betekent BA voor jou?<br />

a. British Airways<br />

b. Bachelor of Arts<br />

c. Brain Activation<br />

d. Brodmann Area<br />

24<br />

8. Waar denk je aan bij ‘Spec’?<br />

a. Lekker bij de spruitjes!<br />

b. Elastisch, ruitvormig, roze met geel<br />

c. ‘spek’, als in ‘takel’?<br />

d. Specifier position<br />

9. Wie is Delilah?<br />

a. De verraadster van Simson<br />

b. Het kindje van Crit<br />

c. Het hondje van Mika Poss<br />

d. De enige Amerikaanse studente bij TW<br />

10. Wanneer je nichtje van anderhalf het woord schoen uitspreekt als poem, wat denk je dan?<br />

a. Ach, dat komt nog wel goed.<br />

b. Laat dat kind gauw leren lezen!<br />

c. Is ze doofstom of zo?<br />

d. Geen wonder. Ik vond altijd al dat tante zo mompelde.<br />

11. Waar staat OT voor?<br />

a. Oude Testament<br />

b. Optimaliteitstheorie<br />

c. Occupational Therapy<br />

d. Onvoltooide Tijd<br />

12. Hoe ontleed je het woord onontleedbaar?<br />

a. A<br />

A<br />

V<br />

/<br />

prefix prevb. suffix<br />

| | | |<br />

on- ont- leed -baar<br />

b. φ<br />

σ σ σ σ<br />

| / | \ / | \ / | \<br />

N O N R ONR ONR<br />

| | | / \ | | | | | |<br />

V C VCC CV C C VC<br />

| | | | | | | | | | |<br />

ɔ n ɔ n t l e d b a r<br />

c. { x | x = ~ ontleedbaar }<br />

d. Huh? Waarom zou je iets onontleedbaars proberen te ontleden?<br />

“Deze delen zijn niet van de ratten besnuffeld.”<br />

Crit Cremers<br />

“Thomas, can you think of something…cognitive?”<br />

Ariel vraagt om hulp bij het afronden van de groepsopdracht.


0<br />

9<br />

18<br />

27<br />

35<br />

25<br />

Tel het aantal punten dat je voor elke vraag hebt behaald bij elkaar op en bepaal of jij een<br />

echte TW’er bent.<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12<br />

a. 0 0 3 0 0 2 0 0 0 3 0 3<br />

b. 0 0 0 0 0 0 1 0 3 0 3 3<br />

c. 3 3 2 0 3 0 0 0 0 0 0 3<br />

d. 0 0 0 3 1 2 3 3 0 0 0 0<br />

Ik zou ook die studiekeuzetest nog maar eens maken. Of was je uitgeloot bij<br />

geneeskunde? Als jij denkt dat taalkunde behelst dat je het Oude Testament<br />

bestudeert of leert het Groot Dictee foutloos te maken, zijg dan maar met een<br />

zak ‘specjes’ neer op de bank en laat het hierbij.<br />

Taalkunde is allicht meer dan een hobby voor je, maar rijk en beroemd zul je er<br />

niet mee worden.<br />

Tip: kom eens wat vaker op college of bij een lezing. Of gebruik je<br />

studieboeken niet alleen ter decoratie van je kamer. Dan krijg je vast wat meer<br />

kennis van zaken.<br />

Misschien verschil je van mening met de makers van deze test over spelling of<br />

ben je niet zo thuis in het reilen en zeilen van onze opleiding, maar je misstaat<br />

zeker niet als TW’er. Als je je kennis nog wat opschroeft kom je er wel.<br />

Aan de kant, Chomsky! Pas op, Greenberg! Opzij, Labov! Maak kennis met de<br />

nieuwe grote naam.<br />

Ja, jij bent echt een taalwetenschapper in hart en nieren. Waarschijnlijk<br />

beschouw jij elk gesprek als een mogelijk experiment, elke spreker als een<br />

studieobject. Jou ligt een wetenschappelijke carrière in het verschiet, tenzij je<br />

die al hebt natuurlijk!<br />

“These people know what they’re doing… THEY DON’T!”<br />

Maarten Mous over grammaticaschrijvers.


26<br />

Koninginnedag met Delilah<br />

Crit Cremers’ taalmachine, die ons in de vorige TWister van zoveel memorabele frasen<br />

aangaande kerst en Sinterklaas voorzag, trakteert ons ook nu weer op een hele rits<br />

opmerkelijke zinsneden. Ditmaal betreffen deze koningin en vaderland. Leest en laat u<br />

meeslepen door kunstmatig intelligente poëzie.<br />

Het Vaderland bouwen koninginnetjes.<br />

Ik doordring Het Vaderland van die acht koninginnetjes.<br />

Pakketten hulde toonden Het Vaderland alle koninginnen.<br />

Vier gezondheidszorg gevraagden voorbij oranje wijsheid leerden het Vaderland dat<br />

geen welvaartsgroei stond.<br />

Het Vaderland verleent oranje hulde die koninginnen.<br />

Hulde tot het Vaderland schenkt vlaggetjes ieder kind.<br />

Oranje knelpuntje voor het Vaderland merkte waar vier gemisten hingen.<br />

De vlaggetjes bouwen oranje aanpassing.<br />

Koninginnen gaan over.<br />

Vergeten veel koninginnen te verdwijnen?<br />

De vlag verlangde te wensen dat ik verbeter.<br />

Het Vaderland zeurt.<br />

Het Vaderland vergeet samen te denken te werken.<br />

Functioneert het Vaderland?<br />

Steun het Vaderland!<br />

Situaties wensen het Vaderland wat politiek toe.<br />

Politiek dwongen koninginnetjes te slapen.<br />

Koninginnen bouwden vijf generatietjes op.<br />

Het Vaderland verlieten generaties.<br />

Schonk het Vaderland generatietjes koninginnetjes?<br />

Geeft het Vaderland getilde generaties geen aanpassingvermogen?<br />

Het Vaderland horen maatschappelijke consumenten.<br />

Besefte balans voorbij agressieve koninginnen dat iedere bereikbaarheid lag?<br />

Koninginnetjes geven het Vaderland wijsheid.<br />

Koninginnen grondvestten oranje wijsheid daar op.<br />

Duikt oranje wijsheid het Vaderland in?<br />

“Pak maar een studieboek van mij. Op tafel ligt computationele taalkunde. Ga daar maar in lezen, dan<br />

val je zo in slaap.”<br />

Saskia de Haans dochter belt haar moeder dat ze niet kan slapen<br />

“…die iedereen het vuil onder de nagels vandaan haalde…”<br />

Crit Cremers<br />

“Ja en döner…jullie vreten dit als shoarma! Dat kan natuurlijk niet.”<br />

Uwe Bläsing onderscheidt authentiek oosters eten.<br />

“Döner met kip, vreet het zelf! Dat hoef ik niet!”<br />

“Toch wel een nuttig woord…”<br />

Riny Huijbregts schrijft het woord ‘moslim’ op het bord.


door Daan van de Velde<br />

27<br />

Ver#lag Culturele Avond<br />

“Dit is een bijzondere avond voor mij, want het is de eerste keer dat ik voor publiek<br />

speel”, sprak Daan Doedens, autodidactisch pianist en tevens lid van het <strong>TWIST</strong>-koor,<br />

vlak voor zijn uitvoering van deel twee uit de sonate Pathétique van Ludwig van<br />

Beethoven. “Als iemand foto’s van me wil nemen omdat dit zo’n speciale gelegenheid is,<br />

dan mag dat”, voegde hij en passant ironisch toe.<br />

Aan opnames en fotomateriaal heeft het niet ontbroken. De culturele avond van<br />

woensdag 19 maart in de koorzaal van het Lipsius is driedubbel en dwars vastgelegd (al<br />

hoeft niemand te weten dat de cassetterecorder en de minidisc het halverwege piepend en<br />

zuchtend begaven). Er was ruim voldoende reden om de artistieke uitingen van leden,<br />

vrienden en hun aanhang te vereeuwigen. Tijdens de eerste culturele avond was vorig jaar<br />

al gebleken dat taalkundigen niet alleen goed met de klanken van de spraak om kunnen<br />

gaan maar ook met die van de muziek en van de poëzie. Dit jaar dook er zelfs nóg meer<br />

talent op dan toen en zo ontstond er een programma waar we van acht tot halfelf mee<br />

toekonden. De muziek vormde de hoofdmoot en werd slechts onderbroken door poëzie<br />

van Simon en stijldans van Roland en Elizabeth.<br />

De uitvoerenden konden zich verheugen in de<br />

belangstelling van een uitverkochte concertzaal.<br />

Het publiek had er oren naar. Een wekenlange<br />

reclamecampagne had gezorgd voor een toeloop<br />

van zeker dertig cultuurliefhebbers. Ik moet<br />

zeggen, er was dan ook voor ieder wat wils. Er<br />

klonk klassieke muziek op de piano (Schumann<br />

door Claartje), op gitaar (De Murcia door<br />

Bernard Meulenbroek), op piano à quatre mains<br />

(Schubert en Brahms door Claartje, Eva en<br />

bovengetekende) en gezongen (Händel door<br />

Alexei). Wietske bracht klezmerliederen ten<br />

gehore op de accordeon. Michiel nam ons<br />

zingend mee naar Spanje. Daarvoor had hij zijn vriend gitarist Marcel Conté aan laten<br />

treden, met wie hij “halverwege het vorige millennium” als duo optrad. Simon droeg voor<br />

uit nieuw werk (onder andere Rondeel aan een vriend en het sonnet Brief van de slapeloze). Een<br />

klein changement vond plaats om Roland en Elizabeth de ruimte te geven een tango en<br />

een Engelse wals te laten uitvoeren. Terwijl iedereen in de pauze van de cultuurexplosie<br />

bijkwam met koekjes en paaseitjes, hesen de dansers zich in het tenue dat bij hun tweede<br />

optreden paste (een rumba en een jive). Het compromis tussen professionele concentratie<br />

en zelfbewuste ontspanning dat in hun gezichten te lezen was vond ik een genot om te<br />

zien. Dankzij Lisa was ook de popmuziek vertegenwoordigd. Nadat ze zich voorstelde als<br />

jongste lid (of om precies te zijn: vriend) van de vereniging en had uitgelegd dat haar<br />

oorspronkelijke pianist op het laatste moment op z’n zusje bleek te moeten passen, kreeg<br />

ze de zaal stil met Almost lover van A Fine Frenzy en – a capella gezongen! – The other side of<br />

the world van KT Tunstall. De finale was voor het befaamde <strong>TWIST</strong>-koor. Eens per jaar


28<br />

komen de leden van dit koor vanuit alle hoeken van de wereld bij elkaar. Ze trekken zich<br />

gedurende twee maanden terug in een gerieflijke doch tot toewijding dwingende<br />

repetitieruimte en treden op het juiste moment naar buiten met een klinkend repertoire<br />

van toonkunst uit verre windstreken en vervlogen tijden. Dergelijke ijver culmineerde dit<br />

jaar in uitvoeringen van Zweedse en joodse volksliederen, de beroemde Pavane van<br />

Gabriel Fauré, When I’m sixty-four van The Beatles en het Laudate Dominum van Mozart<br />

met sopraan Marleen als solist. Opnames of niet, onze <strong>TWIST</strong>-leden zijn gehoord!<br />

door Daan van de Velde<br />

Interview met een AIO<br />

Vaste prik in een moderne TWister is het interview met<br />

een AIO uit onze eigen omgeving. Deze keer zijn we<br />

naar de zolder van gebouw 1166 geklommen en hebben<br />

we aangeklopt bij Kristina Riedel. Ze is geen AIO bij<br />

VIET of TW, maar ze werkt bij LUCL. Ze houdt zich<br />

bezig met de syntaxis van het Sambaa. Evenals de taal<br />

van Marianne Kaajan (zie bladzijde 17) is dat een<br />

Bantoetaal die gesproken wordt Tanzania. Het<br />

onderwerp van haar proefschrift is van algemeen<br />

taalwetenschappelijke aard. Ze beschrijft de<br />

woordvolgorde en de morfologie van de congruentie<br />

tussen werkwoord en objecten, met name in dubbel-objectconstructies zoals<br />

ditransitieven. Ze vergelijkt dit met andere Bantoetalen. Wat is het verhaal van deze uit<br />

Duitsland afkomstige AIO? Het interview is vertaald uit het Engels.


29<br />

“Ik vind het systeem van AIO-schap in Nederland heel aantrekkelijk. Dat is eigenlijk de<br />

reden dat ik hier ben gekomen.” Aha, dat compliment hebben we alvast binnen! “Het<br />

systeem is zeker, het is makkelijker om subsidies te krijgen voor wat je wilt doen dan in<br />

andere landen. Ik ben in Engeland geweest voor ik hier kwam. Daar zitten alle AIO’s<br />

samen op één kamer; ze betalen ervoor om AIO te zijn. Hier krijg je een kantoor en wórd<br />

je betaald.”<br />

Kristina studeerde oorspronkelijk (sociale, economische, historische, culturele)<br />

Ontwikkeling aan de School of Oriental and African Studies (SOAS) in Londen.<br />

Langzamerhand schoof ze op naar de taalkunde toen ze meer en meer over Afrikaanse<br />

talen, Bantoetalen, historische talen en later syntaxis leerde. Ze ging één jaar voor studie<br />

naar Tanzania. Door dit alles had ze bíjna de juiste papieren om deel te nemen aan een<br />

project over de syntaxis van Bantoetalen dat in 2004 in Leiden werd gestart. Dit was zo<br />

uniek en zo goed toegespitst op haar achtergrond dat Kristina haar kans schoon zag.<br />

Toen deed ze eerst nog de advanced masters in Leiden om haar kansen op een AIO-plek<br />

nog verder te vergroten. “Dit was een merkwaardig, informeel programma. Je kon alle<br />

vakken doen die je wilde, maar een scriptie schrijven was niet verplicht.” Ze vulde haar<br />

programma op met vakken over formele syntaxis van de MPhil uit Utrecht.<br />

Hoe moeilijk was het voor haar om deze positie te krijgen? “Ik heb alleen in Leiden<br />

gesolliciteerd. Er zijn weinig plaatsen waar ze formele en Afrikaanse taalkunde doen en<br />

waar ze bovendien zo goed subsidiëren dat je je er geen zorgen over hoeft te maken hoe<br />

je aan je brood komt.” Hier wilden ze iemand die kennis had van theoretische taalkunde,<br />

een Bantoetaal sprak en ook praktische ervaring met onderzoek. Er waren twee posities<br />

en vier sollicitaties.” Kristina was te gespecialiseerd om geweigerd te kunnen worden.<br />

Niet dat ze het voor de rest in haar schoot geworpen kreeg: ze was nog maar nauwelijks<br />

geïnstalleerd of haar eerste veldwerkreis stond al voor de deur. “Het project startte in<br />

september en ik deed mijn eerste veldwerk in december. In die tussentijd moest ik<br />

uitzoeken dat ik moest solliciteren voor een onderzoeksvergunning, wat voor apparatuur<br />

ik nodig had, wat ik moest kopen, wat duur is, wat goedkoop is, hoeveel geld ik te<br />

besteden had. En dat alles in een paar weken.”<br />

Kristina ondernam in totaal twee veldtochten naar Tanzania. De eerste keer kwam ze<br />

negen maanden tussen de boeren in Lushoto terecht, een dorp in het noorden. “Ik<br />

hoopte daar een puurdere vorm van taal tegen te komen.” Dankzij een eerder bezoek had<br />

ze hier mensen leren kennen die haar konden helpen met het vinden van een<br />

onderkomen. Toch kostte dat al met al erg veel moeite. “Je kan niet maandenlang zonder<br />

computer werken, dus je hebt elektriciteit nodig. Dat maakt het erg moeilijk om iets te<br />

vinden.” Ze woonde zowaar een tijdje in een huis met drie slaapkamers. Daarna sliep ze<br />

in een herberg. Een voordeel ten opzichte van andere plekken in het dorp was dat alle<br />

mensen in de herberg Sambaa spraken. Verder was ze gelukkig af was van de<br />

herhaaldelijke waarschuwingen van mensen dat ze te jong was om op zichzelf te wonen<br />

en toch echt eens op zich moest laten passen.<br />

Jammer dat niet iedereen in het dorp zo begripvol was. “De mensen waren niet<br />

vriendelijk. Kinderen gooiden dingen naar me en zaten achter me aan. Het was moeilijk


30<br />

om interactie met de bewoners te krijgen. Ik kreeg geen uitnodigingen, behalve van jonge<br />

ongehuwde mannen. Mensen begrijpen niet dat je serieus werk doet of dat je iets weet als<br />

taalkundige, dat je voorspellingen over hun taal kan doen al spreek je hem niet perfect. Ze<br />

dachten dat ik een middelbare scholier was. Ik kon ze er niet zomaar van overtuigen dat ik<br />

volwassen was. Ze luisterden niet goed als je zinnen probeerde te eliciteren. Dan spraken<br />

ze een uur lang over willekeurige dingen en zeiden dan dat ze moe waren. Zeker de<br />

oudere mensen, werken met jongeren was makkelijker.” Haar tweede reis bracht haar vijf<br />

maanden in de hoofdstad Dar es Salaam. Een onderkomen was daar opmerkelijk genoeg<br />

lastiger te vinden dan in Lushoto, maar het ontmoeten van informanten vormde nu geen<br />

probleem meer. Ze werkte met universitaire studenten.<br />

Als je al dit soort obstakels tegenkomt en moet zien te overwinnen, wat voor<br />

persoonseigenschappen moet je dan eigenlijk hebben om een AIO te kunnen worden of<br />

zijn? “Je moet in jezelf geloven, zelfs als mensen zeggen dat je je werk niet goed doet.. Je<br />

moet sterk zijn en tegen kritiek kunnen. Als dat niet lukt, moet je maar een baantje bij<br />

McDonald’s nemen. Wat betreft het schrijven van een onderzoeksvoorstel: maak het<br />

onderwerp specifiek en zo realistisch mogelijk. Laat je adviseren door deskundigen om je<br />

heen. Het helpt als je aan een taal werkt waar nog weinig over bekend is. Als het om een<br />

Bantoetaal gaat die nog niet of niet helemaal beschreven is, kun je dat zo gaan doen. In<br />

het geval van bijzinnen in het Duits is dat weer lastiger. Dat kan alleen als je heel specifiek<br />

bent. Bij bedreigde talen hoef je in wezen alleen maar te zeggen “deze taal is met<br />

uitsterven bedreigd” met een paar details erbij en dan heb je een interessant voorstel.<br />

Maar het beschrijven van een taal is geenszins triviaal, al denken sommige theoretici van<br />

wel. Verbeter liever iets waar je al aan gewerkt hebt dan dat je probeert iets nieuws te<br />

verzinnen wat eigenlijk niet past.”<br />

Kristina is de bevindingen van dit onderzoek momenteel aan het opschrijven. In enkele<br />

maanden rondt ze haar project af. Daarna probeert ze aan een volgend Bantoeproject mee<br />

te werken, dat gaat over de wisselwerking tussen fonologie en syntaxis. Mogelijk wordt ze<br />

docent aan onze universiteit, maar of ze in het subsidieergrage Nederland blijft is niet<br />

zeker.<br />

Kijk op de website van het Bantu Syntax Project als je daar meer over wilt weten:<br />

http://www.lucl.leidenuniv.nl/index.php3?m=9&c=74<br />

“Each of you will write a paper about the same thing… or about something else. This is a variation<br />

course!”<br />

Marc van Oostendorp over de afsluiting van het vak Fonologische Microvariatie<br />

“You know, the world is hostile…I think. Or difficult.”<br />

Egbert Fortuin legt uit waar taal zoal goed voor is.<br />

“Mogen jullie ook fysiek contact met boeken maken?”<br />

Riny Huijbregts is al helemaal gecomputeriseerd.


31<br />

In de vorige TWister stond een raadsel opgesteld met behulp van Babel Fish. We kregen<br />

de volgende inzendingen; alleen de laatste is niet geheel correct:<br />

Arlette Sjerp: Ik had het me nog zo voorgenomen, om morgen bij je langs te komen.<br />

Wietske Visser: Ik had het me nog zo voorgenomen, om morgen bij je langs te komen.<br />

Benjamin Suchard: Ik had het me nog zo voorgesteld, om morgen bij je langs te komen.<br />

We hebben dus twee winnaressen. Dames, jullie krijgen binnenkort bericht over jullie<br />

prijs.<br />

In een Vaderlanſche Taalkundecourant hoort natuurlijk ook een Vaderlandſch raadſel.<br />

Schrijf deze tekst om naar zo zuiver mogelijk Nederlands. Dus, weg met leenwoorden en<br />

nieuwerwetse zinsneden! De tekst is genomen uit het Groot Dictee van 2002 – het<br />

oprichtingsjaar van <strong>TWIST</strong>. Wie met de meest puristische ‘vertaling’ komt, wint de prijs.<br />

Stuur jouw inzending naar twist@studieverenigingtwist.nl. Over de uitslag kan<br />

gecorrespondeerd worden. Succes!<br />

Telefoon!<br />

Oplo$ing raad#el december<br />

Raad#el<br />

Peinzende treinreizigers worden heden ten dage in hun gecapitonneerde coupés<br />

frequent lastiggevallen; zij horen medereizigers sans gêne en met bravoure telefonisch<br />

tekeergaan over intieme zielenroerselen en particuliere aangelegenheden.<br />

Nooit ofte nimmer had de negentiende-eeuwer Graham Bell kunnen voorzien wat zijn<br />

avant-gardistische inventiviteit teweeg zou brengen; het product van zijn visionaire<br />

exercities was indertijd prestigieus gerei van de geprivilegieerde bourgeoisie en<br />

puissant rijken van adellijken huize.<br />

Thans is het mobieltje een financieel interessant hebbedingetje voor velen; wie kan het<br />

zich ten langen leste nog permitteren op pad te gaan zonder dat minuscule apparaatje<br />

in zijn precieuze ovale etuitje?


32<br />

A

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!