Twi%er − april 2008 april 2008 april 2008 - Studievereniging TWIST
Twi%er − april 2008 april 2008 april 2008 - Studievereniging TWIST
Twi%er − april 2008 april 2008 april 2008 - Studievereniging TWIST
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
16<br />
zesduizend jaar die bekeken kan worden in de Indo-Europese familie, is dit met dezelfde<br />
methode onmogelijk te bereiken in veel andere taalfamilies. Dit doordat de Indo-<br />
Europese talen een uitzonderlijk lange schriftelijke overlevering kennen in verschillende<br />
takken en doordat de wijze van verspreiding bijzonder gunstig is geweest om veel<br />
wederzijdse invloed tussen de talen te kunnen uitsluiten. Aan de andere kant zijn veel<br />
indianentalen bijvoorbeeld pas opgetekend door kolonisten en vaak twee nauw verwante<br />
talen die in hetzelfde gebied gesproken worden elkaar zodanig beïnvloed hebben, dat het<br />
verschil tussen leenwoord en erfwoord niet uit te maken is. Bas vroeg zich af of de<br />
comparatieve methode dan wel alom geldig was. Willem legde uit dat, al levert het soms<br />
niet veel op, je de methode moet uitputten tot je niet meer verder komt; je hebt nou<br />
eenmaal niets anders. Maar de methode werkt in beginsel voor alle talen. Uit het publiek<br />
kwam de vraag of de methode niet achterhaald is; ze is immers al honderdvijftig jaar oud.<br />
Bas haalde Einstein aan, die zei dat zijn theorie na vijftig jaar vast overboord zou worden<br />
gegooid. Niet zomaar omdat ze dan oud is, maar omdat er dan iets beters gevonden zou<br />
zijn. Dat de comparatieve methode nog altijd gebruikt wordt, verklaarde Sasha doordat ze<br />
zich telkens opnieuw bewijst.<br />
Waar de drie sprekers het onderling te zeer met elkaar<br />
eens waren om er werkelijk een twistgesprek van te<br />
maken, kwam er vanuit de zaal meer dan eens een<br />
pittige vraag die de professoren voor het blok zette.<br />
Zoals de vraag of je via de vergelijkende methode nu<br />
een hele taal kunt reconstrueren of slechts woorden<br />
(Sasha: alleen woorden; tegelijkertijd Willem: waarom<br />
niet de hele taal?). Of de vraag hoe grammaticale<br />
verandering zich verhoudt tot fonologische<br />
verandering; of het ook mogelijk is syntactische<br />
verandering terug te volgen; of je de vergelijking soms<br />
überhaupt kunt trekken, zoals bij het Japans met de<br />
Altaïsche familie. En de vraag wat je doet met lexicale<br />
diffusie. Eén vrager trachtte zelfs aan de basis van de<br />
theorie te knagen: Wat is de comparatieve methode<br />
eigenlijk? Hier liep het gesprek helaas spaak, omdat de<br />
sprekers de vraag verkeerd begrepen – wellicht in de<br />
veronderstelling dat dit al besproken was. Het antwoord had simpel kunnen zijn, maar<br />
toen er al te veel lange zijwegen werden ingeslagen, riep Bas sprekers en publiek terug en<br />
verzocht op een andere vraag verder te gaan. Jammer genoeg deed hij dit soms ook als hij<br />
de verhandeling te diep vond gaan, terwijl deze voor de taalkundigen nog geenszins te ver<br />
voerde. Best begrijpelijk, gezien zijn onvertrouwdheid met de taalwetenschap, maar soms<br />
wel spijtig voor het publiek. Sasha beschouwde de vergelijkende methode als een soort<br />
algebra; feilloos en wiskundig precies kloppende reconstructies, maar je reconstrueert<br />
alleen klanken. Dus hoewel de vergelijkende methode uiteindelijk echt uitzonderingsloze<br />
regels oplevert voor de fonologie, kun je haar in die strikte zin niet op morfosyntaxis<br />
gebruiken. Het publiek zag in Sasha's stelling eerder een overkoepelende claim voor<br />
uitzonderingsloosheid, waardoor hij nogal eens werd aangevallen op het einde van het<br />
gesprek. Hierna verklaarde hij dat hij de inzetbaarheid van de vergelijkende methode<br />
beperkter opvatte dan gedacht, waardoor zijn bewering wel geldig is.