ATEX-Handleiding - Nevedi
ATEX-Handleiding - Nevedi
ATEX-Handleiding - Nevedi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
welke verschillende vormen en energie-inhouden kan hebben. De bekendste is de<br />
elektrostatische vonk. Een vonk ontstaat tussen twee geleidende materialen die een<br />
verschillende potentiaal bezitten.<br />
Fig.2. Grafische voorstelling van een elektrostatische vonk<br />
(Arbeidsveiligheid nr.65 Stofexplosies, G. Huys,Kluwer Editorial, 23/03/1998)<br />
Bij alle andere ontladingen zijn minder goed geleidende materialen betrokken waardoor<br />
tijdens de ontlading weerstandsverliezen optreden. De nettovonkenergie is daardoor lager<br />
dan de opgeslagen energie. Een andere soort ontlading is de borstelontlading. Voor<br />
dergelijke ontladingen is in de meeste gevallen een tegenvoorwerp in de vorm van een<br />
slechte geleider noodzakelijk. Dit kan een stofwolk zijn.<br />
Fig.3. Grafische voorstelling van een borstelontlading<br />
(Arbeidsveiligheid nr.65 Stofexplosies, G. Huys,Kluwer Editorial, 23/03/1998)<br />
Minder bekende vormen van elektrostatische ontladingen zijn de stortkegelontlading en de<br />
glij-ontlading. Als een poeder gestort wordt in een silo ontstaat een kegelvormige hoop die<br />
stortkegel genoemd wordt. Indien dit poeder bestaat uit slecht geleidend en hoog opgeladen<br />
materiaal kunnen stortkegelontladingen ontstaan van de geaarde silowand naar de top van<br />
de kegel. Deze ontstaan doordat aan het oppervlak van de stortkegel de doorslagveldsterkte<br />
van lucht wordt bereikt, waardoor zich ionisatiekanalen vormen op het oppervlak van de<br />
stortkegel. De sterkste stortkegelontladingen treden op bij het storten van grofkorrelig<br />
materiaal met een deeltjesgrootte van 1 tot 10 mm in aanwezigheid van fijn stof met een lage<br />
minimale ontstekingsenergie of in de aanwezigheid van gassen.<br />
©<strong>Nevedi</strong> handleiding 2005 <strong>ATEX</strong>-richtlijn 137 16