ATEX-Handleiding - Nevedi
ATEX-Handleiding - Nevedi
ATEX-Handleiding - Nevedi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- Secundaire stofwolk: plaats waarvan het niet te verwachten is dat er tijdens<br />
normaal bedrijf brandbaar stof, met lucht vermengd, kan vrijkomen. Indien dit<br />
vrijkomen wel gebeurt, dan niet frequent en gedurende korte perioden. Daarbij is<br />
te denken aan in totaal minder dan 10 uur per jaar.<br />
Voor stofafzettingen :<br />
- Een continue stofafzetting: dit is een plaats waar brandbaar stof voortdurend wordt<br />
afgezet ofwel een laag afgezet stof gedurende langere perioden aanwezig is.<br />
Daarbij is te denken aan in totaal meer dan 1000 uur per jaar (een stoflaagdikte<br />
van 0,1 mm kan reeds voldoende zijn om een ontplofbaar stof-luchtmengsel te<br />
creëren door opwerveling. Een praktische richtlijn is dat gevaar aanwezig is als<br />
men zijn voetstappen op de vloer kan zien);<br />
- Een primaire stofafzetting: dit is een plaats waar afgezet brandbaar stof regelmatig<br />
doch slechts gedurende korte perioden aanwezig is. Daarbij is te denken aan in<br />
totaal minder dan 1000 uur per jaar.<br />
Een andere factor die van belang is voor de bepaling van de zoneklasse is de ventilatie in de<br />
omgeving van de gevarenbronnen. Indien er een goede ventilatie is wordt de aanwezigheid<br />
van stofafzettingen of stofwolken minder waarschijnlijk.<br />
4.4.2 Ventilatie in de omgeving van de gevarenbron<br />
Vanwege het effect van wind, regen en andere weerscondities is in het algemeen in de<br />
buitenlucht, voor een gevarenbron buiten de apparatuur, een zone-indeling overbodig. Dit is<br />
echter wel het geval voor plaatsen waar een stofwolk kan ontstaan die rechtstreeks in<br />
verbinding staat met de binnenkant van apparatuur. Wanneer een dergelijke wolk wordt<br />
ontstoken kan de vlam immers terugslaan in de apparatuur. Voorbeelden van dergelijke<br />
plaatsen zijn de uitlaat van een drukontlastingssysteem en de ontluchting van een stoffilter.<br />
Met open gebouwen worden constructies bedoeld waar dezelfde ventilatieomstandigheden<br />
heersen als in de buitenlucht. Volgens de NPR 7910-2 dienen open gebouwen echter voor<br />
wat de ventilatiecondities betreft te worden behandeld als een gesloten gebouw.<br />
Voor gevarenbronnen buiten de apparatuur geplaatst in een gesloten gebouw is het<br />
belangrijk na te gaan of er kunstmatige plaatselijke ventilatie aanwezig is en wat de<br />
bedrijfszekerheid is van die ventilatie.<br />
Met kunstmatige plaatselijke ventilatie wordt luchtverversing op de plaats van de<br />
gevarenbron bedoeld, m.a.w. het stof wordt ter plaatse verwijderd door een<br />
stofafzuiginstallatie. Hierdoor kan de klasse of afmeting van de gevarenzone gereduceerd<br />
worden.<br />
Dit is niet het geval voor kunstmatige ruimtelijke ventilatie. Dergelijke ventilatie kan immers<br />
bij de opstart stofafzettingen doen opwervelen en een ontplofbare stofwolk veroorzaken!<br />
Wanneer de afzuiging in werking is zal de gevarenzone zeer klein zijn. Dit is echter niet het<br />
geval als de afzuiging uitvalt. De zone-indeling zal dan ook mede bepaald worden door de<br />
bedrijfszekerheid van de afzuiging. Volgende onderscheid wordt gemaakt in het type van<br />
ventilatie (definitie zoals opgenomen in de NPR 7910-2):<br />
a. Goed uitgevoerde ventilatie: ( = gericht op de gevarenbron)<br />
- Gewaarborgde continuïteit doordat een eventueel uitvallen automatisch wordt<br />
gesignaleerd en hersteld; of een eventueel uitvallen van de ventilatie wordt<br />
onmiddellijk automatisch gesignaleerd en alle niet-explosieveilige elektrische<br />
apparatuur en eventuele andere ontstekingsbronnen in de betrokken ruimte worden<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
b. Goed uitgevoerde ventilatie met extra waarborgen:<br />
- Gewaarborgde continuïteit door een dubbele afzuiging (1 effectieve en 1 reserve) te<br />
voorzien, elk met een aparte voeding. Bij uitval van de in werking zijnde afzuiging<br />
©<strong>Nevedi</strong> handleiding 2005 <strong>ATEX</strong>-richtlijn 137 42