21.09.2013 Views

ATEX-Handleiding - Nevedi

ATEX-Handleiding - Nevedi

ATEX-Handleiding - Nevedi

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Elke stofsoort heeft welbepaalde eigenschappen zoals korrelgrootte, minimale<br />

ontstekingsenergie (MOE), minimale ontstekingstemperatuur (MOT), glimtemperatuur, etc.<br />

(Voor uitleg over deze begrippen zie deel A, hoofdstuk 3). Deze parameters zijn terug te<br />

vinden in de VIB’s (Veiligheids Informatie Bladen) of MSDS’en (Material Safety Data Sheets),<br />

opgesteld door de fabrikant van een product) of in de literatuur, zoals in het BIA-rapport<br />

13/97 “Combustion and explosion characteristics of dusts waarin de explosiekarakteristieken<br />

van 4300 brandbare stoffen zijn weergegeven. Deze kunnen ook op de website:<br />

http://www.dguv.de/ifa/de/gestis/stoffdb/index.jsp gevonden worden.<br />

De explosiekarakteristieken worden beïnvloed door de druk, temperatuur, vochtigheid en<br />

deeltjesgrootte. Hierdoor kunnen literatuurgegevens vaak niet zomaar gebruikt worden. Men<br />

kan in daartoe uitgeruste laboratoria een monster laten onderzoeken. Wanneer brandbaar<br />

stof aanwezig is, is de volgende logische stap het inschatten van de concentratie. Een<br />

explosie is immers slechts mogelijk bij een bepaalde concentratie. Stofwolken en -<br />

afzettingen zijn in de praktijk echter zeer heterogeen waardoor het inschatten van de juiste<br />

concentratie moeilijk wordt. In de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR 7910-2, 2008) staat als<br />

praktische hulpmiddel dat een ontplofbare stofwolk herkend kan worden wanneer het zicht<br />

minder dan 1 meter bedraagt. De Europese Norm (EN 1127-1) stelt dat bij aanwezigheid van<br />

neergeslagen stof steeds rekening moet worden gehouden met de mogelijke vorming van<br />

een explosieve atmosfeer door opwerveling van de stofafzetting.<br />

4.3.2 Systematisch opsporen van de gevarenbronnen<br />

Deze aanwezigheid van stof, als stofwolk of als afzetting, kan zowel binnen als buiten de<br />

apparatuur voorkomen. Als systematiek om de potentiële gevarenbronnen op te sporen dient<br />

men de volledige installatie per eenheidsbewerking (inname grondstoffen, intern transport,<br />

behandeling en verwerking grondstoffen, intern transport en afvoer) te analyseren. Dit moet<br />

gebeuren voor iedere gebruiksfase van de apparatuur en installatie. Per gebruiksfase dient<br />

ook nagegaan te worden welke werkzaamheden de operators moeten uitoefenen. Volgende<br />

algemene gebruiksfasen kunnen beschouwd worden:<br />

- Normaal gebruik;<br />

- Voorzienbaar misbruik en/of verkeerd gebruik;<br />

- Ongeplande, maar te verwachten gebeurtenissen, zoals werkonderbrekingen (o.a.<br />

noodstop), defecten en storingen, opstart;<br />

- Toevallige en niet-routinematige werkzaamheden zoals het uitvoeren van<br />

onderhoud en herstellingen.<br />

©<strong>Nevedi</strong> handleiding 2005 <strong>ATEX</strong>-richtlijn 137 40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!