Rapport landgoederenzone.indb
Rapport landgoederenzone.indb
Rapport landgoederenzone.indb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
58<br />
Hoofdstuk 4 - Verdieping<br />
zijn de tuinbeelden uit een eerdere periode<br />
die men handhaaft of die men opnieuw<br />
opstelt in zichten en lanen. (Backer & ea. 1998.<br />
p.32)<br />
Rijpe landschapsstijl (1820-1870)<br />
In de loop van de negentiende eeuw gaan de<br />
steden, als gevolg van de bevolkingsgroei,<br />
industrialisatie, de aanleg van spoorwegen<br />
en verbetering van het wegenstelsel, steeds<br />
meer mensen aantrekken, waardoor zij<br />
voller, vuiler en ongezonder worden. De<br />
behoefte aan groensingels en parken voor<br />
de stadsbewoner en het buiten wonen voor<br />
de welgestelden neemt toe. Dikwijls zijn het<br />
de voormalige stadswallen die een fraaie<br />
aanleiding vormen tot het aanleggen van<br />
openbare wandelparken voor de burgerij. […]<br />
Buitenplaatsen worden intussen geleidelijk<br />
aan als wandelterreinen voor burgers<br />
opengesteld. Hoewel de eerste parken vooral<br />
voorzien in rij- en wandelmogelijkheden voor<br />
de gegoede burgerij, begint voor het eerst de<br />
tuinarchitectuur facetten te vertonen die te<br />
maken hebben met meer dan het leven van<br />
alleen de bezittende klasse. (Backer & ea. 1998.<br />
p.33-34)<br />
Late landschapsstijl (1870-1940)<br />
Structuurelementen van deze stijl zijn<br />
gebogen lanen, vergezichten, open weiden,<br />
hier en daar beplant met een solitaire<br />
(exotische) boom of een aaneengesloten<br />
groep bomen en omzoomd door<br />
boomcoulissen, grote, vloeiend verlopende<br />
waterpartijen waaromheen een wandeling<br />
loopt, kunstmatig aangebrachte glooiingen,<br />
dierenweiden, stromende beken met een<br />
waterval, soms bloemdragende heesters in de<br />
buurt van het huis. De afwisseling tussen open<br />
en gesloten en tussen licht en donker tijdens<br />
de wandeling is groot: de weiden lichten op<br />
tussen de in ‘clumbs’ (dichte, aaneengesloten<br />
geplante), verspreide boomgroepen. Als<br />
afscheiding worden verdiept liggende sloten of<br />
greppels gebruikt, aha’s, geen hekwerken.<br />
(Backer & ea. 1998. p.36)<br />
Gemengde stijl (1870-1940)<br />
In die periode liet de gegoede burgerij<br />
nieuwe villa’s bouwen buiten de stad of<br />
in villaparken. Volksparken en tuindorpen<br />
werden eveneens ontwikkeld. Zichtbaar vanuit<br />
huis werden kleurige besloten rechthoekige<br />
bloementuinen en rozentuinen met symmetrie,<br />
muurtjes, trappen, tussen hagen of muren<br />
aangelegd. Tuinhuis, pergola’s, beelden<br />
en vazen completeerden deze tuindelen.<br />
Vanaf ca. 1900 werden rotstuinen gemaakt.<br />
Verder van de bebouwing af kronkelden de<br />
paden, liggen vijvers en grasvelden, zijn er<br />
niveauverschillen, staan solitaire bomen of<br />
boomgroepen, is bos, zijn bloemdragende<br />
heesters en bloemmozaïeken aanwezig<br />
en bestaat de afrastering uit een hekwerk.<br />
(Landschapsarchitectuur ,2012, Encyclopedie<br />
Drenthe online, http://www.encyclopediedrenthe.nl/<br />
landschapsarchitectuur)<br />
4.2 Landschapsarchitecten<br />
Nederland heeft in de loop der jaren vele<br />
verschillende tuinarchitecten gekend. Elke<br />
architect had zijn eigen stijl en paste deze<br />
elementen toe in het ontwerp. Vroeger<br />
ontwierpen architecten vaak ook de stijl die<br />
in die tijd in de mode was. In de periode dat<br />
de meeste buitenplaatsen en landgoederen<br />
zijn gesticht in de gemeente Brummen, was<br />
de landschapsstijl in de mode. Hierbij is nog<br />
wel onderscheid te zien tussen de vroege en<br />
late stijl, zoals hiervoor is omschreven. Toch<br />
zijn niet alle buitenplaatsen en landgoederen<br />
hetzelfde ingericht. Iedere architect paste zijn<br />
eigen elementen toe die hij vond passen bij<br />
de landschappelijke stijl. Zo ontwierpen vader<br />
en zoon Zocher voornamelijk tuinen met verre<br />
doorkijkjes en flinke waterpartijen. Ze werkten<br />
op landelijk niveau en hebben vele grote<br />
buitenplaatsen ontworpen. H. van Lunteren<br />
werkte ook volgens de vroege landschapsstijl<br />
maar werkte meer op kleinere buitenplaatsen<br />
en landgoederen en minder groots dan de<br />
twee Zochers.<br />
L.A. Springer, T. Dinn en H.A. Poortman<br />
waren architecten in de tijd dat de late<br />
landschapsstijl zijn intrede deed. Ook zie<br />
je enkele kenmerken van de gemengde<br />
stijl terugkomen waarbij meerdere stijlen<br />
toegepast konden worden. Per tuinarchitect<br />
zal gekeken worden naar hun manier van<br />
ontwerpen. Er is gekeken naar de architecten<br />
die werkzaam zijn geweest in de gemeente<br />
Brummen.