Rapport landgoederenzone.indb
Rapport landgoederenzone.indb
Rapport landgoederenzone.indb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Oeuvre in de gemeente Brummen:<br />
• Parkontwerp voor Voorstonden te<br />
Brummen in 1820.<br />
Oeuvre in Nederland:<br />
• Vondelpark te Amsterdam;<br />
• Koopmansbeurs te Amsterdam;<br />
• Singelplantsoenen in Utrecht en Haarlem;<br />
• Het park in Rotterdam. 4<br />
Springer, Leonard Antony (1855-1940)<br />
In zijn beginjaren als architect, ontwierp<br />
Springer voornamelijk grachtenhuis- en<br />
villatuinen. Tussen 1880 en 1890 werd zijn<br />
stijl gekenmerkt door een ‘sjabloonachtige’<br />
landschapsstijl die hij uitvoerde in kleinere<br />
grachtenhuis- en villatuinen. De parken en<br />
grote tuinen ontwierp hij vanuit de gedachte<br />
van de gemengde stijl.<br />
Rond 1900 besluit hij dat het leraarschap<br />
niet voor hem is weggelegd en begint hij<br />
als adviseur voor de plantsoenen in de<br />
gemeente Haarlem, dit in opvolging van zijn<br />
collega-ontwerper L.P. Zocher. Tegelijkertijd<br />
krijgt hij meer en meer opdrachten voor het<br />
ontwerpen of herzien van parken en tuinen<br />
voor openbare en particuliere doeleinden.<br />
In deze ontwerpen is duidelijk te zien dat<br />
zijn ontwerpen steeds meer rechtlijnigheid<br />
vertonen.<br />
Door vermoedelijk slechte ervaringen in<br />
het werkveld was Springer van mening dat<br />
een tuinarchitect een geheel onafhankelijke<br />
positie moest innemen ten opzichte van<br />
de leveranciers van plantgoed. Samen<br />
met collega H.A.C. Poortman stichtte hij<br />
in mei 1922 de Bond van Nederlandsche<br />
Tuinkunstenaars op om deze onafhankelijke<br />
rol op zich te nemen.<br />
Oeuvre in de gemeente Brummen:<br />
• Parkontwerp landgoed Voorstonden (1909<br />
en 1929) te Brummen;<br />
• Parkontwerp landgoed Groot Engelenburg<br />
(1911) te Brummen.<br />
Oevre in Nederland:<br />
• Arboretum en tuin aan de Hoogere Land-<br />
, Tuin- en Bosbouwschool (1897) in<br />
Wageningen;<br />
• Adviseur voor de gemeentes als Alkmaar,<br />
Bloemendaal, Deventer en Haarlem. 5<br />
Poortman, Hugo Anne Cornelis (1858-1953)<br />
De keuze en stijl van Poortman werd veelal<br />
beïnvloed door de Fransman Edouard<br />
Francois André, die groot voorstander was<br />
van de “Le style composite ou mixte’ ofwel<br />
‘de gemengde stijl’. Poortman voerde deze<br />
stijl uit door in de directe omgeving van het<br />
kasteel of landhuis te werken met veelal<br />
geometrische vormen. In de geometrisch<br />
gevormde deeltuinen rondom het huis plantte<br />
hij vormbomen als taxus en buxus, welke<br />
hij op de hoeken van de gazons plaatste.<br />
Als invulling van de vakken werkte hij veelal<br />
met eenjarige perkplanten. Tevens bleek<br />
hij een voorliefde te hebben voor hulst en<br />
rododendrons, die hij vaak in deze tuinen<br />
verwerkte. Op de afgelegen terreinen verder<br />
van het huis af ontwierp hij veelal parken in<br />
landschapsstijl.<br />
Net als Springer is Poortman van mening<br />
dat de tuinarchitect een geheel zelfstandige<br />
positie moet innemen. Daarom richtte hij<br />
samen met collega Springer in mei 1922 de<br />
Bond van Nederlandsche Tuinkunstenaars op<br />
om bovenstaand doel na te streven.<br />
Oeuvre in de gemeente Brummen:<br />
• Parkontwerp voor landgoed ’t Empe<br />
(1930) te Brummen.<br />
Oevre in Nederland:<br />
• Aanleg en reorganisatie van kasteel<br />
‘Twickel’ in Delden (1886 en 1907),<br />
‘Middachten’ in Rheden (1888),<br />
‘Amerongen’ in Amerongen(1900);<br />
• Herinrichting van ‘Sonsbeek’ met collegatuinarchitect<br />
Leonard Springer (1900). 6<br />
Dinn, Theodoor Johan (1876-1931)<br />
Dinn was een groot voorstander van eenheid<br />
tussen huis en tuin. Vanuit elke kamer van<br />
het huis moest je een wijds vergezicht over<br />
de tuin hebben. Hij ontwierp voornamelijk<br />
villatuinen waarbij hij onderscheid maakte<br />
tussen grote en kleine tuinen.<br />
De kleine villatuinen ontwierp Dinn vanuit<br />
de architectonische stijl, waarbij hij diverse<br />
niveauverschillen als extra element<br />
toepasten. Hierbij werd vaak het middendeel<br />
van de tuin, wat uit gazon of verharde<br />
plaats bestond, verlaagd met daaromheen<br />
hoger gelegen paden of borderbeplanting.<br />
Het hoogteverschil werd vaak opgevangen<br />
door middel van zwaar metselwerk (trappen<br />
of muren). Om het metselwerk terug te<br />
laten komen in het ontwerp werden de<br />
61