22.09.2013 Views

keukentermen deel 2

keukentermen deel 2

keukentermen deel 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2 de versie<br />

Keukentermen<br />

A la ficelle<br />

Voorzichtige kookwijze waarbij vlees, dat met touw aan een pollepel is gebonden boven de pan hangt,<br />

gekookt wordt.<br />

A la Grecque<br />

Aan het gerecht is een tomatendressing toegevoegd. Meestal bij een gerecht van gekookte groenten,<br />

die als salade wordt geserveerd. De tomatendressing bestaat uit tomaten, verse kruiden, citroensap<br />

en olijfolie<br />

A la minute<br />

Op het allerlaatste moment.<br />

A l‘Anglaise<br />

In water gaar koken, laten uitlekken, drogen en met een klontje boter opdienen van groenten.<br />

Aanbraden<br />

Op een hoog vuur snel dichtschroeien van vlees in vet.<br />

Aanmaken<br />

Een papje maken van aardappelzetmeel of bloem met water of kookvocht.<br />

Aanzetten<br />

Vlees of andere ingrediënten in weinig boter of olie laten kleuren.<br />

Aanzweten<br />

In olie of boter aanbakken van bijv. ui zonder dat deze kleur krijgt.<br />

Abaisser<br />

Uitrollen van deeg tot de gewenste dikte.<br />

Abrikoteren<br />

Bestrijken van fruittaarten en desserts met abrikozenjam.<br />

Afblussen<br />

Na het aanbraden van vlees, wild enz. wordt vloeistof, bijvoorbeeld wijn, toegevoegd teneinde het<br />

braadproces te temperen.<br />

Afgieten<br />

Na het koken het water door de pan schuin te houden weg laten lopen. Afgieten wordt meestal<br />

gebruikt na het koken van aardappelen of groenten. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de groenten niet<br />

in de gootsteen vallen, en ook dat de hete stoom niet tegen het gezicht of de handen aankomt. Dit lukt<br />

door een deksel met een kleine kier op de pan te zetten.<br />

Afkloppen<br />

1. Crème of saus au bain-marie met garde roeren tot deze warm is.<br />

2. Gistdeeg kneden tot er geen luchtbelletjes meer inzitten.


Afschroeien<br />

1. Afbranden van de restjes van veertjes na het plukken van gevogelte<br />

2. Op hoge temperatuur in de oven een kleurtje krijgen van bijv. opgeklopt eiwit.<br />

Afschuimen<br />

Verwijderen van ongerechtigheden dat bij het koken bovenop komt drijven.<br />

Afsmaken<br />

Het met extra kruiden, zout of andere toevoegingen op smaak brengen van het voedsel aan het eind<br />

van het bereidingsproces.<br />

Aioli<br />

Mayonaise met knoflook.<br />

Al dente<br />

Italiaanse term, net gaar, beetgaar, koken van pasta of groenten.<br />

Anglaise<br />

Bereidingswijze bij koken, net gaar. Bij paneren, doorhalen door bloem, ei, paneermeel, peper, zout.<br />

Crème anglaise, samenstelling van suiker, eigeel en melk. Basis voor vele kookpuddingen.<br />

Aperitief<br />

Drankje voor de maaltijd.<br />

Appelation controlée (op een wijnetiket)<br />

De wijn komt uit een streek waarvan de benaming beschermd is, zoals bijvoorbeeld bij Champagne.<br />

Arroseren<br />

Gebraad besprenkelen tijdens het braden of roosteren, bijvoorbeeld met eigen braadvocht.<br />

Aspic<br />

Transparant geleigerecht waarin koude vis, vlees of gevogelte wordt geserveerd. De transparante<br />

gelei zorgt ervoor dat de vis etc. niet uitdroogt.<br />

Au bain-marie<br />

Pan met heet water waarin een andere pan wordt geplaatst om een gerecht te verwarmen. Het wordt<br />

zodoende niet warmer dan 80 à 90 graden.<br />

Bakken<br />

Het garen en bruin laten worden van vlees, wild, gevogelte, vis, groente of fruit in hete boter, olie of<br />

ander vet, in een pan al of niet met gesloten deksel. Om uitdroging van het vlees te voorkomen wordt<br />

er af en toe enig vocht overheen gegoten of gesprenkeld.<br />

Barbecueën<br />

Boven een heet vuur grillen.<br />

Barderen<br />

Met spek omwikkelen, of met spek bedekken, meestal om teer vlees te beschermen tegen te veel


hitte.<br />

Baron<br />

Een braadstuk van lam of schaap bestaande uit de bouten en het zadel.<br />

Barquette<br />

Deegbodem in de vorm van een bootje, dat ergens mee wordt gevuld.<br />

Bateaux<br />

Schalen in de vorm van schuiten voor het opdienen van sauzen of hors d'oeuvre.<br />

Bâtonnet<br />

Frans voor staafje. Kleine reepjes, maar dikker dan julienne.<br />

Batterie de Cuisine<br />

Uitdrukking van profkoks om de essentiele uitrusting aan te geven, die nodig is om voedsel te<br />

bereiden.<br />

Battuto<br />

Italiaans voor een mengsel van fijngehakte groenten met spek en ham, dat gebruikt wordt om soepen<br />

en stoofschotels op smaak te brengen.<br />

Bavarois<br />

Luchtige schuimige gelatinepudding.<br />

Béchamelsaus<br />

Romige saus van bloem, boter en melk. Genoemd naar de hofmeester van Lodewijk XIV, de markies<br />

van Béchamel.<br />

Beurre manié<br />

Gelijke hoeveelheden boter en bloem, goed gemengd tot een homogeen mengsel. Wordt gebruikt om<br />

b.v. sauzen te binden.<br />

Beurre noisette<br />

Boter die men in de koekenpan, op een laag vuur een lichtbruine kleur laat krijgen.<br />

Binden<br />

Een meestal warm en dun vloeibaar gerecht vermengen met een bindmiddel zoals bloem of maïzena<br />

waardoor het dikker wordt.<br />

Blancheren<br />

(Blanchir) Groenten in kokend water leggen, wachten tot het water weer kookt en dan onder koud<br />

water afspoelen.<br />

Blindbakken<br />

Het bakken van taart en deegvormen zonder vulling om zo een stevige rand te krijgen. Tijdens het<br />

bakken wordt de vorm tijdelijk gevuld met droge bonen of iets dergelijks.<br />

Blini's<br />

Pannenkoekjes gemaakt van boekweitmeel.


Blussen<br />

Aan een zeer hete pan met een gebakken gerecht wat water of ander vocht toevoegen zodat het<br />

sissend verdampt en het gerecht wat afkoelt. Ook worden de aanbaksels opgelost wat de smaak ten<br />

goede kan komen.<br />

Bombe<br />

IJsvorm.<br />

Bordure<br />

Een rand van gespoten aardappelpuree rondom een gerecht op een schaal.<br />

Bouquet garni<br />

Tuiltje van kruiden, meestal peterselie, tijm en laurier. Wordt vaak samengebonden, zodat het later<br />

gemakkelijk is te verwijderen.<br />

Braden<br />

Gedurende langere tijd op een laag vuur laten garen van vlees en vleesgerechten.<br />

Braiseren<br />

Stoven, in eigen vocht of vet gaar laten worden in een gesloten pan.<br />

Brider<br />

Het opbinden van gevogelte, vlees of wild.<br />

Brioche<br />

Luxe brood of broodje of tulband gebakje.<br />

Brochette<br />

Pen met stukjes te roosteren vlees.<br />

Broeien<br />

Pas geplukt gevogelte overgieten met kokend water.<br />

Bruineren<br />

Het licht kleuren van groenten (bijv. ui) waardoor smaakstoffen vrij komen.<br />

Brunoise<br />

In kleine blokjes gesneden groente zoals wortels, prei, ui, selderij enz.<br />

Caisse<br />

Rond bakje van papier, porselein of deeg.<br />

Canapés<br />

Stukjes brood bedekt met lekkernijen.<br />

Canneleren<br />

Het snijden van groefjes in bijv. een citroen of champignonhoed.


Carpaccio<br />

Gerecht van flinterdun gesneden rauw (rund)vlees, bedruppeld met olijfolie en vinaigrette, soms met<br />

vlokken Parmezaanse kaas bedekt.<br />

Cassolette<br />

Kleine bakjes van aardewerk of porselein.<br />

Cerner<br />

Het uithollen van vruchten, groenten e.d.<br />

Chantilly<br />

(Zoete) gerechten opgediend of gemengd met slagroom (á la Chantilly).<br />

Chapelure<br />

Paneermeel, fijngemaakt oud brood of beschuit.<br />

Charlotte<br />

Een pudding met een wand en soms een bodem van biscuits.<br />

Chartreuse<br />

Gerecht van kleingesneden vlees, groenten en spek dat in een vorm au bain-marie wordt gegaard.<br />

Civet<br />

Ragout van vlees, meestal haarwild.<br />

Darne<br />

Moot, schijf of middenstuk van grote vis.<br />

Deglaceren<br />

Het losroeren en oplossen van bakresten in een pan met behulp van een vloeistof met als doel de<br />

smaakstoffen van de bakresten op te nemen in de vloeistof.<br />

Degorgeren<br />

Het onttrekken van vocht aan bijvoorbeeld komkommers.<br />

Ecume<br />

Schuim dat boven komt drijven bij het trekken van bouillon.<br />

Effiler<br />

Het schaven van bijv. amandelen, noten en vruchten.<br />

En papilotte<br />

Frans voor in papier. Een techniek om gerechten gaar te stomen in bakpapier of aluminiumfolie zodat<br />

geur en smaak behouden blijven. Door groenten, kruiden, specerijen en wat vocht (bouillon, wijn,<br />

citroensap of olijfolie) toe te voegen krijgt het gerecht een lekkere smaak en geur.<br />

Fariner<br />

Door de bloem halen of met bloem bestuiven.<br />

Fileren<br />

Het verwijderen van bot, been en graat uit vlees en vis.


Flamberen<br />

Met een (verwarmde) alcoholhoudende drank overgieten waarna een ge<strong>deel</strong>te van de alcohol wordt<br />

verbrand.<br />

Fonceren<br />

Het aanbrengen van een dun laagje deeg in een bakvorm of terinnevorm, met als doel een bodem<br />

voor taarten, petits-fours of terinnes te maken. Ook beschermt het de vulling van bijvoorbeeld terinnes<br />

tegen directe verhitting. Voor deze techniek wordt fonceerdeeg of 'harde wener' deeg gebruikt.<br />

Fonduën<br />

Aan tafel onderdompelen van gerechten in warme/hete vloeistof. Het woord fondue betekent<br />

gesmolten in het Frans. De oorspronkelijke fondue wordt gedaan met gesmolten kaas<br />

(Gruyère/Raclette in Suisse Romande, met Emmenthal in het Duitstalige <strong>deel</strong> van Zwitserland)<br />

gemengd met wijn, maar kan ook worden gedaan in bouillon, olie, of chocolade.<br />

Friandises<br />

Kleine gebakjes van bladerdeeg, amandelbeslag en/of boterdeeg.<br />

Frituren<br />

Voor enkele minuten in hete (100-190°C) olie onderdompelen van aardappelgerechten of gepaneerde<br />

gerechten.<br />

Fruiten<br />

In een open pan in vet lichtbruin bakken.<br />

Gisten<br />

Een mengsel met gist gedurende enige tijd laten staan bij kamertemperatuur of iets hoger (32°C),<br />

waarbij het gist suikers omzet in koolzuurgasbelletjes en alcohol. Bij het gisten van deeg gaat het om<br />

de belletjes (koolzuurgas ontwikkeling), bij het gisten van druiven om wijn te verkrijgen. Koolhydraten<br />

en gist worden omgezet in koolzuurgas en alcohol.<br />

Glaceren<br />

Bij dierlijke producten wordt bedoeld het eetbaar maken van taai stug bindweefsel. Bij plantaardige<br />

producten gaat het om het voorzien van een mooi glanzend laagje met behulp boter, suiker, honing,<br />

stroop of suikerwater.<br />

Gousse<br />

Schil/rok of pit van prei, ui of knoflook.<br />

Gratineren<br />

Een gerecht met kaas en eventueel paneermeel bedekken en in de oven, bij voorkeur onder de gril,<br />

de kaas laten smelten en vervolgens knapperig bruin laten worden.<br />

Grillen<br />

Door stralingswarmte verhitten van een gerecht waardoor een knapperig korstje ontstaat.<br />

Infuser


Ingieten, inspuiten, doen trekken van een smaak in een vloeistof.<br />

Inleggen<br />

Bijvoorbeeld vis of andere producten in laten trekken in een stof bijvoorbeeld zout of bloem.<br />

Julienne<br />

Fijne staafjes van alles wat eetbaar is.<br />

Kidde<br />

Slagroomapparaat<br />

Klaren<br />

Het helder maken van vloeistoffen.<br />

Koken<br />

In kokend water bij 100°C laten liggen.<br />

Larderen<br />

Een mager stuk vlees, bijvoorbeeld rosbief, doorrijgen met dunne reepjes spekvet. Bij het vervolgens<br />

braden van het vlees smelt het vet van binnenuit en wordt het resultaat malser.<br />

Lossen<br />

Uit de vorm doen.<br />

Luau<br />

Hawaïaanse manier van stoven door een groot gat in de grond te graven daar allerlei<br />

voedingsmiddelen in te stoppen samen met hete stenen en dan af te dekken.<br />

Marineren<br />

In een kruidenmengsel weken van gerechten.<br />

Marquise<br />

Naam voor een pauzedrank tussen de gerechten op basis van suikersiroop, vruchtensap of likeur &<br />

slagroom.<br />

Matelote<br />

Stoofgerecht van vis in wijn.<br />

Menage<br />

Verzamelnaam voor kruiden en specerijen waarvan de gast zich aan tafel zelf kan bedienen.<br />

Mise en place<br />

Voorbereidende handelingen in de keuken.<br />

Napperon<br />

Dekservet.<br />

Navarin


Stoofgerecht van lams- of schapenvlees.<br />

Panade<br />

Bindmiddel met als basis meel of een meelachtig product.<br />

Paneren<br />

Het bedekken van bijvoorbeeld vlees met een laagje bloem en/of paneermeel, zodat het na bereiding<br />

een bruine, krokante laag krijgt.<br />

Pekelen<br />

In een sterke zoutoplossing laten liggen om het zout in het gerecht te laten trekken. Dit wordt gedaan<br />

met bijvoorbeeld haring, ham en kaas.<br />

Pincer<br />

De rand van een open taart met de vingertoppen of een deegtang inknijpen.<br />

Pliceren<br />

Het ontvellen van een product, bijv. het velletje van een tomaat.<br />

Pocheren<br />

Garen van levensmiddelen in vocht dat net niet kookt (70-75°C).<br />

Potjiekos<br />

Een gietijzeren kookpot met deksel en drie pootjes, laag op laag gevuld met verschillende<br />

fijngesneden groentes, die vervolgens in het vuur van een barbecue wordt gezet.<br />

Puur koken<br />

Het bereiden van voedsel op zo'n puur mogelijke wijze, zonder er allerlei zaken aan toe te voegen.<br />

Pureren<br />

Tot moes maken door grote stukken te vermalen. Dit kan met een mixer, maar ook met een<br />

pureestamper.<br />

Quenelles<br />

Balletje of ovale balletjes (vaak van fijngemalen vlees of vis).<br />

Raidir<br />

Verstijven, aanspannen; snel iets in gloeiende boter of vet aanbraden.<br />

Rissoleren<br />

In frituurvet kleuren.<br />

Roken<br />

In een speciale rookkamer boven een smeulend vuur van houtzaagsel (eik) de smaak van de rook in<br />

het gerecht laten trekken. De rook heeft tevens een desinfecterende werking. Bij roken mag het<br />

gerecht niet te warm worden. Grote objecten worden meerdere malen een paar uur gerookt waarbij in<br />

de tussenpozen gelegenheid wordt geboden af te koelen.<br />

Saisir<br />

Fel aanbraden, dichtschroeien van vlees.


Smoren<br />

Met weinig vocht en vet in een gesloten pan boven een vuur gaar laten worden.<br />

Stampen<br />

Het door elkaar mengen van verschillende onderdelen van een gerecht met behulp van een stamper.<br />

Het resultaat is stamppot, zoals hutspot.<br />

Steengrillen<br />

Door contact met een zeer hete steen (tot 400°C) garen van kleine vlees- en visgerechten.<br />

Stomen<br />

Boven kokend water in de stoom gaar laten worden van voedsel.<br />

Stoven<br />

Aanbraden in heet vet en met toegevoegd vocht in gesloten pan garen.<br />

Strattu<br />

Geconcentreerde tomatenpuree die enkele dagen in de zon gedroogd is.<br />

Stremmen<br />

Laten stollen.<br />

Sudderen<br />

Zachtjes en gelijkmatig koken op zacht vuur.<br />

Suprémes<br />

Mooie stukjes gevogelte.<br />

Tableren<br />

Roeren en trekken van gekookte suiker op een marmeren plaat totdat deze wit is geworden.<br />

Tamis<br />

Zeer fijne zeef van hout, met een zeefge<strong>deel</strong>te van paardenhaar of metaal.<br />

Tandoori<br />

Mengsel van kruiden met een rood/oranje kleur, gebruikt in de Indiase keuken om kip te kleuren,<br />

waarna deze gebakken wordt in een tandoori-oven.<br />

Tapas<br />

Spaanse hapjes.<br />

Tapenade<br />

Pasta van zwarte olijven, kappertjes, ansjovis, mosterd, basilicum en peterselie.<br />

Teppan<br />

Een platte pan voor het bereiden van oosterse gerechten<br />

Tian<br />

Een Frans woord dat zowel een aarden schaaltje als het gerecht erin kan betekenen.<br />

Timbaal


Een gerecht dat zijn naam ontleent aan de bekerachtige vorm waarin het bereid wordt.<br />

Tortilla<br />

Spaanse omelet met eieren, aardappels, groenten en kruiden.<br />

Mexicaans plat brood van maismeel.<br />

Tourneren<br />

(Tourner) Het in gelijke vorm snijden van aardappelen of groenten.<br />

Tranch<br />

Plak, schijf.<br />

In hogedrukketel of stoompan garen met behulp van stoom. Kan ook in een pan met rooster.<br />

Trancheren<br />

(Trancher) In plakken snijden.<br />

Tremperen<br />

(Tremper) Met vocht besprenkelen. Meestal een likeur of geparfumeerde siroop.<br />

Tuile<br />

Frans voor dakpan. Dun, gebogen, koekje.<br />

Velouté<br />

Een gebonden fluweelzachte soep.<br />

Verjus<br />

Sap van onrijpe druiven.<br />

Vert-cuites<br />

Half rauw.<br />

Vinaigrette<br />

Koude saus op basis van 3 delen olie en 1 <strong>deel</strong> azijn met kruiden.<br />

Vol-au-vent<br />

Warme pastei van ragout in bladerdeeg.<br />

Volaille<br />

Meestal wordt kip bedoeld.<br />

Zeste<br />

Dunne schil (zonder wit) van sinaasappel of citroen gesneden in hele dunne reepjes.<br />

Zesteur<br />

Apparaatje waarmee je dunne reepjes schil van citrusvruchten kunt halen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!