22.09.2013 Views

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST - Bart Meuris

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST - Bart Meuris

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST - Bart Meuris

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DEEL 3: De nocturnes en preludes<br />

1. Situering<br />

Ryelandt schreef zes nocturnes en 2 bundels preludes.<br />

De opusnummers van de zes nocturnes zijn:<br />

1er Nocturne pour piano op. 81, in Mi Majeur (?1923)<br />

2 ème Nocturne pour piano op. 90, en Si Majeur (Bruges, 23 décembre 1927)<br />

3 ème Nocturne pour piano op. 91, en La bémol Majeur. (23 janvier 1928)<br />

4 ème Nocturne voor piano op. 93, in Mi b Majeur (Bruges, 4 janvier 1929)<br />

5 ème Nocturne pour piano op. 97, en si bémol mineur. (Décembre 1929)<br />

6 ème Nocturne pour piano op. 126, en Re Majeur. (25 novembre 1939)<br />

Vijf van de zes nocturnes ontstonden tussen 1923 en 1929.<br />

De zesde schreef hij tien jaar later in 1939.<br />

De opusnummers van de preludes zijn: op.62 en op.96.<br />

De eerste bundel ‘zes preludes op.62’ bestaat uit:<br />

Prelude op.62/1. Molto Moderato. (24 november 1915)<br />

Prelude op.62/2. Lento sostenuto. (December 1916)<br />

Prelude op.62/3. Con moto, molto agitato. (12 februari 1923)<br />

Prelude op.62/4.Moderato. (28 februari 1923)<br />

Prelude op.62/5. Assai Animato. (5 april 1924)<br />

Prelude op.62/6. Andante. (Orchimont 1925)<br />

De tweede bundel ‘drie preludes op.96’ bestaat uit:<br />

Prelude op.96/1. Modéré, sans lenteur. (5 mei 1929)<br />

Prelude op.96/2. Adagio. (april 1929)<br />

Prelude op.96/3. Moderato, assez libre. (27 mei 1929)<br />

In de periode van het ontstaan van de eerste nocturne, voltooit Ryelandt ook de nummers drie<br />

en vier uit de zes preludes op. 62. (1). De delen op.62/1 en op.62/2 schreef hij reeds in 1915<br />

en 1916. Prelude vijf en zes uit op. 62 werden voor de tweede nocturne gedateerd. (2)<br />

Uit het manuscript blijkt dat Ryelandt sleutelde aan de volgorde van de zes preludes en deze<br />

meermaals herschikte. De chronologische volgorde is ook de opeenvolging waarin de bundel<br />

uiteindelijk werd nagelaten. Het open einde van de zesde prelude - ze eindigt op een<br />

dominantakkoord - laat vermoeden dat de componist misschien ooit andere plannen<br />

koesterde. Toch moet Ryelandt de zes preludes als een geheel gezien hebben daar hij ze na<br />

een erg lange ontstaansperiode van tien jaren, in 1925 beëindigde. De ogenschijnlijke<br />

eenvoud van de werken rechtvaardigt deze lange ontstaansperiode niet.<br />

Een oervorm van de zesde prelude uit op.62 duikt ook op in de ‘24 pensées musicales’ pour<br />

piano, op. 94 uit 1929. Deze bundel bestaat uit zeer korte composities, geschetste gedachten,<br />

slechts enkele lijnen. Het nummer 18, Assez Lent werd waarschijnlijk voor het op.62/6<br />

geschreven, omdat het in de preludes in een meer uitgewerkte vorm voorkomt.<br />

Sommige van de stukjes uit deze ‘24 pensées musicales’ zijn opgedragen aan andere<br />

componisten. Het vierde ‘Simple et gracieux’ (à Fauré), het zesde ‘Assez animé’ (à Chopin),<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!