HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST - Bart Meuris
HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST - Bart Meuris
HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST - Bart Meuris
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ryelandt m.5-8: tweede frase ontwikkelt nieuwe motiefvormen op het ritmische hoofdmotief<br />
en eindigt via septiemakkoorden op een wisseldominant-dominant cadens.<br />
Chopin m.9-16: maten 1-8 worden met melodische omspelingen hernomen.<br />
Ryelandts thema is eenvoudiger en vraagt niet om een herhaling.<br />
Chopin m.17-18 en 19-20: sequensmatige opbouw per 2 maten, intensifiëring.<br />
Antecedent in f# klein (dorian) G#° - C#7 – F#m, sequens in g# klein (mediant) A#°/ - D#7 –<br />
verder evoluerend via verdichting van deze sequens naar een rijk dominantpedaal (op B),<br />
waarin de Napolitaanse (Neapolitan) relatie wordt aangeraakt.<br />
Ryelandt m.9-10 en 11-12: de sequens (m.11-12) intensifieert via een uitbreiding van de<br />
melodische sprong en evolueert naar de verst verwijderde tonaliteit: (Ab7 – Fb=E) en bereikt<br />
via chromatische harmonieën de cadens C°/ - F7 (m.16).<br />
Ryelandts harmonisaties van het thema van zijn vijfde nocturne bevat bij zijn tweede<br />
terugkeer in m.63, complexe, dissonante en aan de grenzen van de tonaliteit zwevende<br />
momenten, waarboven hij de term smorzando schrijft. Suggestie en sfeer worden hier<br />
belangrijk. (Zie afb.4.)<br />
Afb.4. Nocturne 5 op. 97, m.63-70. Copyright met de toestemming van Ce.Be.Dem, Brussel.<br />
Deze passage uit de vijfde nocturne roept spanningen op, vergelijkbaar met polytonaliteit, een<br />
techniek die ook in de eerste nocturne voorkomt waar in m. 39 een C# 7 akkoord onder een<br />
melodie in C groot beweegt (Zie afb.5.), en in de prelude op.96/1, m.15 (Zie afb.1, p.54)<br />
57