22.09.2013 Views

Rondom bestand van 2002 19-2 dd 26-1-10 - Atlantis

Rondom bestand van 2002 19-2 dd 26-1-10 - Atlantis

Rondom bestand van 2002 19-2 dd 26-1-10 - Atlantis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>2002</strong> <strong>19</strong>/2 RONDOM DEN HERDENBERGH<br />

Tijdschrift <strong>van</strong> de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving<br />

Lidmaatschap € 14,00 per kalenderjaar<br />

Ledenadministratie en contributie: G. Wolbink, Alb. Risaeustraat 8c, 7772 AV Hardenberg,<br />

tel.: 0523-<strong>26</strong>7036<br />

Secretariaat:<br />

Verenigingscentrum, bezoek- en informatieadres:<br />

Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>5624<br />

Internet: www.historiekamer.nl E-mail:<br />

info@historiekamer.nl<br />

Bestuur:<br />

H. Hoving, voorzitter, Boslaan 34, Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>2048<br />

E. Wolbink, secretaris/penningmeester, Hofweg 31, Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>8400<br />

Mevr. H. Reinders, A. Risaeusstraat 16, Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>6515<br />

Mevr. A. v.d. Kamp-Wildeboer, Polberg 59, Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>0093<br />

J.G.E. Sierink, Dennenkamp 8, Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>0443<br />

A. Pullen, Paasberg 46, 7772 DJ Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>3901<br />

K. Drenth, Dr. Albert Schweitzerlaan 15, 7772 EC Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong><strong>19</strong>32<br />

Mevr. G. Bakker-Altena, Berlinerstrasse 61, 49824 Emlichheim, tel.: 0049-5943984544<br />

Mevr. D. Reefman, Hoornblad 15, 7772 MG Hardenberg, tel.: 0523-<strong>26</strong>6241<br />

Redactiecommissie:<br />

Redactieadres:<br />

Bankrelatie:<br />

Rek.nr. 3849.47.824 bij Rabobank Hardenberg<br />

(Postrek.nr.v.d.Bank: 812<strong>26</strong>3) POSTBANK<br />

rekeningnr 2985515<br />

ISSN: 1380-3921<br />

Mevr. D. Hesselink-Zweers<br />

J. Hofsink<br />

Mevr. J. Luisman-de Jonge<br />

K. Oosterkamp, eindredacteur, tel.: 0523-<strong>26</strong>3<strong>10</strong>4<br />

A. de Roo<br />

Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg<br />

INHOUD pag,<br />

Van de redactie 1<br />

Munitieschepen op de Vecht K. Oosterkamp 2<br />

De grens in beeld (5) K. Drenth/B. dé Vries 6<br />

"Plat ni-js" Warkgroep Dialect 9<br />

Erve Spalink J. Reinders 12<br />

Het gevelbeeld <strong>van</strong> de Groene Welle (Beelden <strong>van</strong> ons 1) K. Oosterkamp 16<br />

Schanszicht (Huizen <strong>van</strong> naam 17) K. Oosterkamp <strong>19</strong><br />

Het stadhuis <strong>van</strong> Hardenberg D. Hesselink-Zweers 21<br />

Bijdragen voor het volgende nummer uiterlijk op 1 augustus <strong>2002</strong> inleveren.<br />

Het overnemen <strong>van</strong> artikelen of gedeelten daar<strong>van</strong> uit dit tijdschrift mag alleen na daartoe verkregen<br />

toestemming <strong>van</strong> de redactie.


Van de redactie<br />

In dit tweede nummer leveren we u een aantal bijdragen over uiteenlopende onderwerpen. Ouderen<br />

onder ons "zien" ze misschien nog liggen: de munitieschepen op de Vecht. De thuishaven <strong>van</strong> onze<br />

vereniging is tevens het oude stadhuis <strong>van</strong> Hardenberg, waarna het de functie <strong>van</strong> Oudheidkamer<br />

kreeg. Hierbij de geschiedenis <strong>van</strong> dit fraaie pand. In erve Spalink wordt een aardig detail uit<br />

Kloosterhaar belicht. Verder treft u voortzettingen aan <strong>van</strong> min of meer vaste series: plat ni-js met<br />

het thema geboorte en alles wat daarbij kan komen kijken; het huis met de naam Schanszicht wordt<br />

besproken met uiteraard enkele opmerkingen over de schans. Daarnaast treft u de eerste aflevering<br />

<strong>van</strong> een waarschijnlijk korte reeks over beelden (in de ruimste zin) in onze leefomgeving.<br />

De onderwijzerswoning <strong>van</strong> de openbare school in Baalder.<br />

Op verzoek <strong>van</strong> hoofdonderwijzer A. Westerhof, die in Heemse woonde, werd in 1892 een stuk<br />

grond gekocht <strong>van</strong> de weduwe Geertjen Goorhuis-Arends, groot ruim 85 are voor 225 gulden. De<br />

woning was in augustus 1894 klaar. Achtereenvolgens woonden er de onderwijzers Westerhof, de<br />

Klerk, Luimes, Ravenshorst, Bolmer en <strong>van</strong> Halderen. In <strong>19</strong>79, na de sluiting <strong>van</strong> de oude school<br />

is het huis gekocht door H. Hamberg.<br />

1


Munitieschepen op de Vecht<br />

Van eindjaren '50 tot <strong>19</strong>64 lagen er op de Vecht ter hoogte <strong>van</strong> Baalder binnenvaartuigen voor<br />

anker met een lading munitie aan boord. Hoewel de plaatselijke pers indertijd zeer terughoudend<br />

was met berichtgeving hierover en ook de toegankelijke gemeentelijke archieven geen informatie<br />

bevatten hieromtrent, wist iedere Hardenberger er<strong>van</strong>. De drijvende bommen werden in de volksmond<br />

kruitschepen genoemd. Een <strong>van</strong> de schippers, de heer Ab Zwiers, verstrekte informatie voor<br />

dit artikel, waarin zijn verhaal enigszins wordt ingebed in enkele opmerkingen over de landelijke<br />

situatie.<br />

De algemene situatie<br />

Nadat Nederland in <strong>19</strong>49 was toegetreden tot<br />

de pas opgerichte NAVO, diende er een<br />

behoorlijk om<strong>van</strong>grijke munitievoorraad te<br />

worden opgebouwd ten behoeve <strong>van</strong> het<br />

Eerste Legerkorps. Het grootste deel <strong>van</strong> deze<br />

munitie kwam uit de Verenigde Staten, maar<br />

ook de productie in Nederland en de andere<br />

Europese landen nam geleidelijk in om<strong>van</strong>g<br />

toe. Uiteraard waren er gelijktijdig plannen<br />

gemaakt voor de bouw <strong>van</strong> nieuwe munitie-<br />

Munitieschepen op de Vecht<br />

2<br />

K. Oosterkamp<br />

magazijnen, maar het was onmogelijk deze al<br />

op korte termijn te realiseren. Om toch munitievoorraden<br />

op strategische sterkte te kunnen<br />

opbouwen werd als tussentijdse oplossing de<br />

"oplegging" in binnenvaartschepen voorgesteld.<br />

Het eerste munitieschepenmagazijn<br />

werd op 16 oktober <strong>19</strong>53 opgericht in de<br />

Botlek. Aan binnenvaartschippers werd<br />

gevraagd om hun scheepsruimte te verhuren<br />

aan de Staat der Nederlanden, i.c. het<br />

Ministerie <strong>van</strong> Defensie. Het kostte niet erg


veel moeite om een aantal schippers hiertoe<br />

bereid te vinden. Er stond een aantrekkelijke<br />

vergoeding tegenover, het was prettig dat de<br />

kinderen gewoon naar school konden en<br />

behalve dat er een oogje in het zeil moest worden<br />

gehouden, was er niet veel werk mee<br />

gemoeid.<br />

In <strong>19</strong>60 bereikte het aantal schepen de grootste<br />

om<strong>van</strong>g, namelijk 168. Hier<strong>van</strong> lagen er op het<br />

hoogtepunt 42 in Hardenberg. De overige<br />

schepen lagen voor anker op de volgende<br />

locaties: Akersloot (bij Alkmaar), Alem (bij<br />

Amsterdam), Nederhemert (aan de Afgedamde<br />

Maas), Niftrik (aan de Maas), Waspik (aan de<br />

Bergse Maas), Zijkanaal F, Ramspol en de<br />

Zande (in de omgeving <strong>van</strong> Kampen).<br />

"Kruitschipper" Swiers<br />

Van <strong>19</strong>60 tot <strong>19</strong>64 lag het vrachtschip De<br />

Onderneming <strong>van</strong> schipper Ab Zwiers op de<br />

Vecht, volgeladen met munitie. De heer Zwiers<br />

was in <strong>19</strong><strong>19</strong> in Amsterdam geboren en was<br />

daar ook op school geweest. Zijn vrouw kwam<br />

uit Smilde (Dr.), ook zij stamde uit een<br />

schippersfamilie. Ze waren in <strong>19</strong>45 getrouwd.<br />

Daarvoor had de jonge Zwiers enige technische<br />

ervaring opgedaan in een machinefabriek. Na<br />

de oorlog kwam hij als schippers-knecht aan<br />

boord <strong>van</strong> zijn vaders schip, terwijl zijn vrouw<br />

in Amsterdam achterbleef: een weinig<br />

romantisch begin <strong>van</strong> hun huwelijk waar<strong>van</strong> de<br />

sluiting door de oorlogssituatie al enige tijd<br />

was uitgesteld. In <strong>19</strong>48 nam zoon Ab het schip<br />

<strong>van</strong> zijn ouders over en begon voor het jonge<br />

gezin Zwiers het zwervend bestaan. Het schip<br />

had een voor die tijd normale grootte <strong>van</strong> 160<br />

ton. Er werd <strong>van</strong> alles en nog wat vervoerd:<br />

grint, zand, aardappelen, turf, hout, steen, enz.<br />

De vaaropdrachten brachten hen tot in België,<br />

zelfs tot in Frankrijk. De kinderen volgden hun<br />

schoolopleiding op schippersinternaten, alleen<br />

in de vakanties was het gezin verenigd.<br />

De niet al te goede gezondheidstoestand <strong>van</strong><br />

zijn vrouw maakte dat de heer Zwiers gemotiveerd<br />

was om in <strong>19</strong>60 met belangstelling te<br />

kijken naar de mogelijkheid zijn schip te verhuren<br />

aan het Ministerie <strong>van</strong> Defensie voor<br />

munitieopslag. Hij sloot het contract en kreeg<br />

als bestemming de Vecht bij Hardenberg toegewezen.<br />

Via het Almelose Kanaal en De<br />

Haandrik bereikte hij de ligplaats. Er lagen<br />

toen al dertig schepen, er zouden nog twaalf<br />

bijkomen. De schepen lagen op de Vecht tussen<br />

(ongeveer) de Krüserbrink en het<br />

Jodenbergje aan de Baalderoever met tussenruimten<br />

<strong>van</strong> dertig tot veertig meter. De ruimen<br />

waren gevuld met allerhande munitie, per<br />

schip verschillend. De opslag betrof o.a.<br />

kogels, anti-tankmijnen, landmijnen en granaten.<br />

In de haven, toen nog niet gedempt, werd<br />

met enige regelmaat gelost en nieuwe voorraden<br />

geladen.<br />

In verband met de veiligheid moest er steeds<br />

een persoon aan boord zijn. Het was beslist niet<br />

toegestaan om kinderen zonder toezicht aan<br />

boord te laten verblijven. Als er zich een<br />

situatie voordeed dat zowel man als vrouw<br />

even weg moesten, hield een buurmanschipper<br />

wel even de zaak in de gaten. Voor het geval<br />

dat zich een noodsituatie zou voordoen,<br />

beschikte elke schipper over een seinpistool<br />

met twee kleuren seinpatronen: voor een<br />

scheepsnoodsein, bijvoorbeeld in geval <strong>van</strong><br />

lekkage, en een militair alarmsein, bijvoorbeeld<br />

in geval <strong>van</strong> brand of sabotage. Volgens<br />

schipper Zwiers heeft zich in die periode geen<br />

enkel geval voorgedaan <strong>van</strong> ongewenst bezoek,<br />

poging tot diefstal of iets dergelijks.<br />

3


De temperatuur en de luchtvochtigheid waren<br />

belangrijk, deze moesten nauwkeurig worden<br />

geregistreerd. Regelmatig moesten de ruimen<br />

worden gelucht door de luiken te openen.<br />

Hoewel het wat merkwaardig klinkt, zorgden<br />

deze maatregelen ervoor dat de munitie op het<br />

water gemakkelijker droog te houden was dan<br />

in ondergrondse bunkers.<br />

Het grootste gevaar aan boord <strong>van</strong> zo'n munitieschip<br />

was natuurlijk brand. De ruimen<br />

waren brandwerend gescheiden <strong>van</strong> de roef,<br />

waarin uiteraard gekookt moest worden. De<br />

petroleumstellen en later de gasstellen en -<br />

flessen werden aan strenge keuring onderworpen.<br />

De gasflessen moesten buiten worden<br />

geplaatst.<br />

Eens deed zich een situatie voor die de heer<br />

Zwiers zich nog heel goed kan herinneren:<br />

"Een jongen vulde een leeg petroleumstel bij,<br />

terwijl dat nog warm was. Ineens een steekvlam<br />

en de roef stond <strong>van</strong> binnen in brand. De<br />

brandblusser werd gauw gepakt en leeggespoten.<br />

De hele roef was helemaal wit, maar dat<br />

interesseerde ons niet, want we stonden te<br />

beven <strong>van</strong> de schrik. De buurvrouw <strong>van</strong> het<br />

schip aan de andere kant heeft een week <strong>van</strong><br />

de schrik niet kunnen praten, 's Avonds om<br />

negen uur waren de heren uit Den Haag er al.<br />

Die ha<strong>dd</strong>en direct bericht gekregen, waarschijnlijk<br />

<strong>van</strong> de wacht.<br />

Ze waren bij de Krüserbrink net bezig die flats<br />

te bouwen. Als de brand had doorgezet, ha<strong>dd</strong>en<br />

ze daar opnieuw kunnen beginnen."<br />

Aan de haven in Hardenberg stond een houten<br />

keet die diende als wachtlokaal. Daar hield een<br />

wacht zich op die om de twee uur met een<br />

motorbootje, de Spido genaamd, <strong>van</strong>uit de<br />

haven langs de schepen voer. Buiten diensttijd<br />

moesten de schippers deze dienstvaart bij toerbeurt<br />

verrichten. Als iemand aan boord <strong>van</strong> de<br />

schepen dringend iets geregeld moest hebben<br />

of er moest anderszins hulp worden geboden,<br />

dan kon dat geregeld worden. Ook de zware<br />

kruideniersboodschappen werden met de Spido<br />

meegenomen en aan boord afgeleverd, terwijl<br />

Harm Gort uitverkoren was om met het bootje<br />

mee te varen om zijn rookartikelen uit<br />

te venten. Deze mochten uitsluitend in de roef,<br />

dus binnen, worden opgerookt. De overige<br />

boodschappen werden meestal zelf gehaald en<br />

meegenomen. Ook daarvoor kon men meevaren<br />

met de Spido.<br />

De Spido<br />

De kinderen verkeerden in de gunstige<br />

omstandigheid dat ze nu steeds bij hun ouders<br />

aan boord konden zijn, hoewel het niet altijd<br />

vakantie was. Ze gingen naar school in Baalder<br />

en Hardenberg. Vriendjes en vriendinnetjes<br />

konden gerust meekomen om aan boord te<br />

spelen. Er was geen geheimhouding, de<br />

schepen waren niet een soort <strong>van</strong> verboden<br />

gebied. Op zoek naar berichtgeving in de<br />

plaatselijke pers was er geen bericht over deze<br />

munitieschepen te vinden in de betreffende<br />

jaargangen <strong>van</strong> het Salland's Volksblad. Ook<br />

de gemeentelijke archieven geven geen informatie.<br />

De plaatselijke bevolking was echter vrij<br />

nauwkeurig op de hoogte wat er zich in de<br />

ruimen bevond, maar er was nooit sprake <strong>van</strong><br />

enig protest, er was geen ongerustheid over het<br />

mogelijke veiligheidsrisico. De schepen lagen<br />

er en dat werd aanvaard als een gegeven.<br />

Tussen de schippers en de plaatselijke bevolking<br />

ontstond in de loop der tijd een gewoon,<br />

normaal contact. Desondanks vormden de<br />

schippers toch ook wel een wereldje op zichzelf.<br />

Naast toezicht en enkele controlewerk-


zaamheden was er vooral veel vrije tijd. Om<br />

deze op wat aangename manier door te brengen<br />

kon men de schippers regelmatig aantreffen<br />

in café Potgiesser, hun stamcafé aan de<br />

markt, vlakbij de haven waar de Spido afgemeerd<br />

lag. Daar werden de nieuwtjes besproken<br />

en zocht men eikaars gezelschap. De heer<br />

Zwiers wist zich nog een merkwaardig voorval<br />

te herinneren: "De schippers gingen 's<br />

zaterdags een biertje halen bij Potgiesser. Er<br />

was toen een schipper die het niet zo goed kon<br />

verdragen, hij had er een paar te veel op. Op<br />

het plein, hij was wat misselijk, gaf hij over,<br />

waarna we hem met zn allen met de Spido aan<br />

boord hebben gebracht. Daar kwam hij even<br />

later tot de conclusie dat hij zijn gebit kwijt<br />

was. Zijn vrouw was toch al kwaad, ze<br />

schaamde zich zo, en dat werd nu nog erger.<br />

We zijn teruggegaan, hebben het gebit<br />

opgezocht, schoongemaakt en het hem<br />

gebracht. Hij had weer tanden."<br />

Bij hoog water<br />

Vanuit het ministerie was er af en toe controle<br />

die steekproefsgewijs werd uitgevoerd. Dan<br />

werden de aantallen en de aard <strong>van</strong> de munitie<br />

gecontroleerd.<br />

Door het regelmatig contact met de controleurs<br />

ontstond er ook met hen een zekere vertrouwelijkheid<br />

en gemoedelijkheid. Eigenlijk<br />

maakten ook zij deel uit <strong>van</strong> datzelfde wereldje.<br />

Zo kon het gebeuren dat "er een controleur<br />

<strong>van</strong> Defensie vlak voor de kerstdagen kwam<br />

controleren of alles wel in orde was. En die<br />

kwam ook bij Potgiesser terecht, waar wij al<br />

zaten. Het was gezellig,<br />

hij nam er een, en nog een, .. Uiteindelijk ha<strong>dd</strong>en<br />

we moeite genoeg om hem in de wagen te<br />

krijgen. Hij werd gereden door zijn chauffeur,<br />

dus wat dat betreft was er niets aan de hand.<br />

Het tekent alleen dat het er heel gemoedelijk<br />

aan toe ging."<br />

Beëindiging locatie Hardenberg<br />

Door de ingebruikneming <strong>van</strong> de nieuw<br />

gebouwde munitiemagazijnen verminderde de<br />

opslag in munitieschepen. Ook overtollige<br />

voorraden werden afgestoten. De locatie<br />

Hardenberg werd in <strong>19</strong>64 beëindigd. De laatste<br />

schepen vertrokken naar de omgeving <strong>van</strong><br />

Kampen. In <strong>19</strong>65 werd het laatste schip gelost<br />

en kwam er een einde aan deze vorm <strong>van</strong><br />

munitieopslag. Schipper Zwiers hield het<br />

schippersbestaan voor gezien, vooral <strong>van</strong>wege<br />

de gezondheidstoestand <strong>van</strong> zijn vrouw. Hij<br />

ging voor anker in Hardenberg, aan de<br />

Oelenveerstraat en kwam in dienst bij Wavin.<br />

Al snel raakte het gezin hier ingeburgerd en<br />

voelde zich thuis in dit deel <strong>van</strong> Salland. Zelfs<br />

het dialect kregen ze na verloop <strong>van</strong> tijd<br />

vrijwel accentloos onder de knie.<br />

Zo kwam er een einde aan de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> deze drijvende bommen op de Vecht, in<br />

een periode dat men met een zekere argeloosheid<br />

dit soort risico's als iets <strong>van</strong>zelfsprekends<br />

accepteerde.<br />

Bron:<br />

J. A. <strong>van</strong> Wiechen: Munitievoorziening door<br />

de eeuwen heen. Den Haag <strong>19</strong>83, pag. 130 -<br />

132 De oplegging <strong>van</strong> munitie in binnenvaartuigen<br />

tussen <strong>19</strong>53 en <strong>19</strong>65.<br />

Met dank aan de heer A. Zwiers.<br />

5


De grens in beeld (5)<br />

Bij de Poffershut, een gedenkwaardige grensovergang.<br />

Deze keer een artikel over de grensovergang bij de Poffershut. Al eeuwen een bekende overgang waarover<br />

vele smokkelverhalen kunnen worden verteld. Ook een punt waar nogal eens verschil <strong>van</strong> mening was over<br />

het precieze verloop. Ook de afwatering via de Rauwe Schlinge of Ruwe Slinge was vaak aanleiding tot<br />

verschil. Hiermee sluiten we vooreerst onze serie artikelen over de grens tussen de gemeente Hardenberg en<br />

Duitsland af Mogelijk komen we nog een keer terug met andere wetenswaardigheden over de grens, want ons<br />

project loopt door en over de grens is veel te vertellen.<br />

We beginnen hier bij grenspaal 121, de lage steen,<br />

dit in tegenstelling tot nummer 120, de hoge steen,<br />

zoals ze op een kaart <strong>van</strong> rond <strong>19</strong>00 nog worden<br />

vermeld en zo ze in de volksmond ook nog steeds<br />

worden genoemd. In het grenstraktaat <strong>van</strong> 1824<br />

staat het als volgt: ''Van den laatstgemelden steen<br />

(120) loopt de grens verder regt op den zoogenaamden<br />

lage steen, zijnde een keisteen zonder merkte<br />

eken en voor de zoogenaamde ruwe Slinge gelegen.<br />

Voorts over de plaats, waar de oude Poffershutte<br />

heeft gestaan, langs de sloot <strong>van</strong> de landweer, tot<br />

aan de Sallandse of Torensteeg..." In artikel 23<br />

wordt aangegeven, dat de Hannoversen de<br />

waterleiding tot de Poffershut moeten<br />

schoonhouden en door de Nederlanders mogen geen<br />

hindernissen worden "toegebragt" in de loop <strong>van</strong> de<br />

Ruwe Slinge naar de Vecht, en een aangelegde dam<br />

moet worden geslecht. Een landweer was een soort<br />

wal in het land, die diende als bescherming tegen<br />

water, ook wel als verdedigingslijn gezien en vaak<br />

begroeid met houtopslag, zodat het vee er niet in of<br />

uit kon. In 18<strong>19</strong> stuurden de burgemeesters en<br />

schout der Gemeenten de Stad Hardenbergh,<br />

Gramsbergen en het Schoutambt Hardenbergh een<br />

brief aan de commissaris <strong>van</strong> den Koning. Daarin<br />

staat over het verloop <strong>van</strong> de rijksgrens onder<br />

andere: "Door een aldaar liggend zederdt ongeveer<br />

70 Jaaren verlaten Kampjen, al waar als toen eene<br />

Hutte gestaan<br />

heeft ........... en het vorengemelde Kampjen voor<br />

een gedeelte op het Nederiandsche Territoir<br />

6<br />

K.Drenth /B de Vries<br />

liggen en alzo de tegenswoordige zogenaamde<br />

Pofferts Hutte <strong>van</strong> Herm Ramaker de Grenslinie niet<br />

te beroeren, maar mede binnen dezelve op<br />

Nederlandsch Territoir te staan." Kennelijk was dit<br />

een vooronderzoek voor het<br />

Geeft de wijzigingen bij grenscorrectie aan.


Situatie na de Grenscorrectie.<br />

grenstraktaat <strong>van</strong> 1824. Volgens het traktaat <strong>van</strong><br />

1824 loopt de grens verder langs de Ruwe<br />

Slinge, de landweer en zo naar de Vecht waar<br />

weer een markering staat. Toen zijn alleen de<br />

Grensstenen 121, 122, 123, 124, 125, 1<strong>26</strong> en<br />

127 geplaatst, dus alleen de hoofdpalen en tussenpalen<br />

met hele nummers. In 1866 kwam<br />

Hannover bij Pruisen. Dat land kwam overeen<br />

met Nederland om de bestaande grenspalen te<br />

eerbiedigen, maar bij onduidelijkheden en<br />

kronkels in de grens deze nader aan te duiden.<br />

Er werden hulppalen geplaatst, met aan de ene<br />

kant de N <strong>van</strong> Nederland en aan de andere kant<br />

de P <strong>van</strong> Pruisen. Als nummer kregen zij<br />

het nummer <strong>van</strong> de eerder geplaatste paal plus<br />

een volgnummer, meestal in Romeinse cijfers.<br />

Zo kwamen er langs de Ruwe Slinge en de<br />

Poffershut de hulppalen 122-1 tot en met 122-<br />

VII, op de kaart <strong>van</strong> <strong>19</strong>00 zijn die nog aangegeven.<br />

Toen beginjaren <strong>19</strong>60 de afwatering overal<br />

werd verbeterd, als gevolg <strong>van</strong> het in cultuur<br />

brengen <strong>van</strong> afgegraven veengronden, werd<br />

ook de Ruwe Slinge gekanaliseerd. De poffershut<br />

was allang verdwenen en dus moest en kon<br />

de grens ook worden aangepast. Bijgaand<br />

kaartje laat zien, dat de grens nu de loop <strong>van</strong> de<br />

gekanaliseerde Slinge volgt en dat de grensstenen<br />

122-1 tot en met VII overbodig werden.<br />

De oude 122-V is omgenummerd naar 123 en<br />

staat nog op zijn oorspronkelijke plaats.<br />

Tussenpaal 123, is een eerdere hulppaal uit<br />

1867. Staat scheef to. v. de grens<br />

Keurig is in een staatje aangegeven welke<br />

stukjes grond <strong>van</strong> nationaliteit veranderden.<br />

Om de balans sluitend te maken is de verderop<br />

staande grenspaal 124 (bij de vroegere<br />

Torensteeg) enkele meters richting Duitsland<br />

verplaatst, zodat het aantal vierkante meters<br />

grondgebied <strong>van</strong> Nederland en Duitsland gelijk<br />

bleef.<br />

De oude Hulppaal 122-VI is in <strong>19</strong>94 gebruikt<br />

om de weer opengestelde groene grensovergang<br />

te markeren, een herinneringsplaat geeft deze<br />

gebeurtenis aan. Deze steen staat dus niet als<br />

officiële grenssteen te boek, dat is steen 123-1,<br />

die aan de andere kant <strong>van</strong> de weg zou moeten<br />

staan.<br />

7


Herinneringsplaat, aangebracht op de grenspaal<br />

122-VI<br />

De genoemde Sallandse- of Torensteeg is met de rui<br />

verkaveling verdwenen, (heette toen Toeslagweg).<br />

Het was vroeger kennelijk een belangrijke<br />

verbinding tussen Laar en<br />

Hoofdpaal 124. Vroeger was hier een grensovergang<br />

naar het Duitse Felgenhorst. Op oude<br />

kaarten staat de weg als Torensteeg, later de<br />

Toeslagweg, maar verdwenen bij de ruilverkaveling.<br />

In het <strong>van</strong> 1824 wordt deze weg<br />

Sallandse- of Torensteeg genoemd. De paal was nu<br />

bijna niet te vinden, mi<strong>dd</strong>en in de struiken<br />

Gramsbergen/Hardenberg. De naam Torensteeg<br />

doet vermoeden dat dit ooit een kerkpad was,<br />

waarlangs de mensen ter kerke gingen, of in Laar<br />

of in Hardenberg/Heemse of in Gramsbergen. Hier<br />

staat hoofdpaal 124, die we bij onze zoektocht<br />

maar moeilijk konden vinden, omdat hij mi<strong>dd</strong>en in<br />

een wilgenstruik stond. Nu niet meer zo'n<br />

belangrijke plaats dus.<br />

Op wacht in de eerste Wereldoorlog (<strong>19</strong>14-<strong>19</strong>18) bij<br />

grenspaal 124. Uit het archief <strong>van</strong> de familie<br />

Schuurhuis-Schuurman Heemserveen.<br />

Na de Vecht loopt de grens langs een watergang in<br />

de richting <strong>van</strong> de kolk bij de gemalen aan de weg<br />

naar Coevorden. Paal 133 is de laatste in de<br />

provincie Overijssel en staat in de dijk <strong>van</strong> de kolk.<br />

Volgens het traktaat: " waar de Provinciën<br />

Overijssel en Drenthe en het Graafschap Bentheim<br />

aan elkander stooten."


"Plat ni-js"<br />

"As 't kind maar een name hef". Met dit gezegde valt de warkgroep Dialect met de deure in huus.<br />

Oons onderwarp is namelijk niet in een paar woorden samen te vatten want het handelt over<br />

geboorte, naamgeving, vernumen, verjoardagen en de hele kroam d'r umhèn. Wi-j hebt ok de<br />

ruumte niet um een volledig beeld te geven <strong>van</strong> alle gewoonten en gebruken rond dit gebeuren,<br />

wat natuurlijk in elke streek ok weer verschillend is. Wi-j wilt gewoon deurgeven wat in oonze<br />

herinnering op eslagen lig en wat 'r an de oppervlakte kwam toen wi-j gezamenlijk het onderwarp<br />

ansneden. 't Is een gezellig (baker)proatie ewörden!<br />

Geboorte<br />

Wi-j hebt vastesteld dat er tot op heden gien<br />

veraandering ekommen is in het geboren worden<br />

op zichzölf(!) maar dat de gebruken en<br />

gewoonten rond de geboorte hemelsbreed verschilt<br />

met die <strong>van</strong> vrogger. Ten eerste kreeg de<br />

jonge moeder toen weinig medische veurlichting<br />

want ongeveer een moand veur de bevalling<br />

stelden ze de dokter of de vroedvrouw pas<br />

in kennis <strong>van</strong> de kommende gebeurtenis. Wel<br />

worden heur deur femilie en buurvrouwen heel<br />

wat "wieze" roadgevingen an de haand edoane:<br />

"Ie mut niet meer onder de liende deurlopen<br />

want dan kreg het kind een streep over 't<br />

gezichte en gien knienn meer voeren want dan<br />

he'j kaans dat het kind een hazelip-pie kreg" en<br />

veule <strong>van</strong> dat soort bi-jgeleuvige uutspraken.<br />

Ok het woord "zwanger" worden zelden<br />

gebruukt. Eerder de gezegdes: "die hef wat<br />

onder de schölk" en "doar kriegt ze d'r iene bij"<br />

of "doar kriegt ze wat jongs".<br />

Wi-j kunt oons ok niet herinneren dat er vrogger<br />

een ooievaar in de tuun eplaatst worden met een<br />

wasliende vol kinderkleerties; geboortekaarties<br />

loaten drukken was zeldzaam, de femilie worden<br />

zo veule mogelijk mondeling anezegd, en<br />

vri-je dagen veur va zaten d'r ok niet in!<br />

Meestal waren de noaste buurvrouwen anwezig<br />

bi-j de bevalling die onder leiding <strong>van</strong> een<br />

vroedvrouw stund. De kroamvrouw mos negen<br />

dagen op be<strong>dd</strong>e blieven. Die negende dag was<br />

beslissend en as die zonder narigheid verstreken<br />

was, ko'j weer gerust oademhalen. Sommige<br />

Warkgroep Dialect<br />

vrouwen zaten op de derde dag al weer onder de<br />

koe of voerden de varkens maar de 9e dag<br />

gungen ze toch veur de wissigheid maar weer op<br />

be<strong>dd</strong>e liggen. Dit alles zulle wi-j maar op het<br />

bördtie <strong>van</strong> het bi-jgeleuf schoeven.<br />

Kroamvrouw<br />

De verzorging <strong>van</strong> moeder en kind lag bi-j de<br />

noaste buurvrouwen, al heuld de vroedvrouw<br />

of de dokter ok wel een ogie in 't zeil. Het kind<br />

kreeg elke dag een wasbeurte maar de moeder<br />

bleef doar gedeeltelijk <strong>van</strong> verschoond want<br />

met (kold) water an een kroamvrouw kommen<br />

was levensgevoarlijk! Een kroamvrouw mos<br />

"eten en drinken en... ".(zie jaargang 18, nr. 2,<br />

pag. 17) Sommige gezinnen beschikten over<br />

een zogenuumde "baakster". (Het woord baker<br />

klunk te mannelijk) En mannen kwamen d'r bij<br />

de verzorging niet an te passé. Ze mochten<br />

hoogstens het kind ange-<br />

9


ven .... bi-j de burgerlijke stand en ok nog niet<br />

zonder twee getugen. Tot an 't begun <strong>van</strong> de<br />

20ste eeuw was dat verplicht. Meestal waren<br />

d'r op 't gemeentuus wel een paar personen die<br />

dit opknapten maar soms gungen d'r ok een<br />

paar buren met. En dan worden d'r onderweg<br />

ok nog wel even anelegd! ( " Kindverzoepen ")<br />

Buurvrouwen ha<strong>dd</strong>en tot taak um 's morgens<br />

en 's oamds het kind te verzorgen. Het zogenaamde<br />

"kind lös doen ". Het kleine "poppie "<br />

worden doarnoa weer stevig in ebakerd: vier<br />

spelden an de luier en dan in 't pak. Een pakluier<br />

was <strong>van</strong> flanel met een gehaakt raandtie.<br />

Het woord luier was niet arg in zwang. Het<br />

kind had een "doek" veur, ie gaven het kind<br />

een dreuge doek, en was die nat, dan ha'j een<br />

pisdoek.<br />

In de kroamtied worden de kroamvrouw deur<br />

de buren verwend met allerlei lekker eten, zoas<br />

riest met krenten, riest met proemen, pu<strong>dd</strong>ing<br />

en soep. As 't even kon kreeg de kleine de<br />

börste. As dat niet wol lukken was dat vrogger<br />

een groot probleem. Verdunde koemelk was<br />

dan een alternatief. Ok bint er veul kinderties<br />

groot ebracht met geitemelk en beschuten!<br />

In sommige buurten ha'j bekwoame vrouwen<br />

met een zeker natuurtalent um kraamvrouwen<br />

bi-j te stoan onder allerlei umstandigheden.<br />

Disse vrouwen worden d'r ok steevaste bi-j<br />

eroepen as "de vrouw op 't leste leup ". Een<br />

jonge vader die wereldkundig maakten dat zien<br />

vrouw een kind ekregen had, kon vol-<br />

<strong>10</strong><br />

stoan met de mededeling: " 'k Heb de vrouw in<br />

be<strong>dd</strong>e". En as de mensen vreugen: "Nou, wat<br />

is 't ewörden?" Dan kon 't gebeuren dat e zee:<br />

"Een plaggenstekkertie" (jochie) of een "kousenstoppertie"<br />

(magie). Zo was d'r toen 't rolpatroon<br />

bi-j in ebakken!<br />

Ooievaar<br />

De buren mossen "an ezegd" worden. Dat was<br />

meestal-het wark <strong>van</strong> oldere kinder. Ze gungen<br />

dan de hele buurte deur um te vertellen dat er<br />

bi-j die en die een jongezeune of jongedochter<br />

geboren was. Ze waren in de veronderstelling<br />

dat het ni-js veur iederiene uut de lucht kwam<br />

vallen! Want een kind wus meestal <strong>van</strong> niks.<br />

Over de oorsprong <strong>van</strong> 't leven worden niks<br />

verteld, doar lag een groot taboe op. Wel worden<br />

er verwezen noar de Schepper <strong>van</strong> alle<br />

leven maar het gros <strong>van</strong> de kinder worden wies<br />

emaakt dat de dokter of vroedvrouw het kleintie<br />

bracht. In Hardnbarg was dat vrogger dokter<br />

Kattewinkel. Die had een heel vruchtbaar<br />

koffertie dat onuutputtelijk was. De ooievaar<br />

had ok heel wat op zien geweten en op de<br />

veulgestelde vroage: "Woar kom ik <strong>van</strong>doan?"<br />

kreeg een kind de meest onnozele antwoorden,<br />

b.v. "Ie bint uut de boerenkool ekommen of<br />

wi-j hebt oe achter een boom evunden met een<br />

kwattie in de haand". Dat moeder een beetie<br />

ziek was noa de geboorte <strong>van</strong> het ni-je breurtie<br />

of zussie worden uut elegd met de doo<strong>dd</strong>oener<br />

dat ze deur de ooievaar epikt was. Leek dat de<br />

olders wat te verre gezocht, dan kreeg de hane<br />

't op de kop! Op ieder arf leup immers wel een<br />

hane? Wat hebt ze oons veur de gek eholden!<br />

Kleine Luuksie heurden 's morgens <strong>van</strong> zien<br />

va: "De ooievaar hef oe <strong>van</strong>nacht een klein<br />

zussie ebracht". "Weet ik", zee e. "Ik heurden<br />

oe tegen de ooievaar zeggen: 't Regent, wi'j ok<br />

een paraplu met hebben?" en kleine Henkie,<br />

die evroagd worden of e zien zussie wol zien,<br />

schreewden: "Nee, ik wil de ooievaar zien!"<br />

Vernuming<br />

Het vernumen <strong>van</strong> het kind was ok iets bijzunders.<br />

En eigenlijk ok weer niet umdat de regels<br />

doarveur vaste stunden. Was het eerste kind<br />

een jochie, dan was de va <strong>van</strong> va an de


eurte, maar was het een meissie dan mos de<br />

moe <strong>van</strong> va vernuumd worden. Het tweede<br />

jochie worden vernuumd noar de va <strong>van</strong> moe.<br />

Was 't een meissie dan noar de moe <strong>van</strong> moe.<br />

Ze waren in ieder geval um en um an de beurte.<br />

Een grootvader gaf te kennen noa de<br />

geboorte <strong>van</strong> zien eerste kleindochter: "Ik wil<br />

niet in de rökke ". Hi-j bedoelden dat zien<br />

name niet an een wicht egeven mocht worden.<br />

Een opoe: "Ik wil niet in de bokse ". As ze b.v.<br />

Zwaantje heetten, had ze liever een wicht dat<br />

zo enuumd worden dan een jochie Zwaantinus<br />

te numen. In 't geval <strong>van</strong> allene maar "wichter<br />

of jongs " zal d'r ok wel een oplossing evunden<br />

ween.<br />

Veul variatie en fantasie in de naamgeving was<br />

d'r vrogger niet. (Tegenwoordig veul variatie<br />

en te veul fantasie!) In <strong>19</strong>13 was d'r een gezin<br />

in E. in oonze gemeente woar 5 kinder waren.<br />

De namen: Hendrika, Hendrik, Hendrikje,<br />

Hendrik Jan en Jan Hendrik. In sommige<br />

gezinnen kwamen twee Fenna's veur, as de<br />

beide opoes Fenna heetten. Of twee Jennegies<br />

maar dan worden 't vake oonze Jenne en oonze<br />

Jennegie. Of grote Rieke en kleine Rieke. Of 't<br />

oldste kind heetten gewoon "Zusse" of<br />

"Breur". Vernumen was een serieuze plicht!<br />

Tegenwoordig wordt er ok nog wel vernuumd!<br />

Oma Lammegien b.v. kreeg een kleindochter:<br />

Laetitia...en we noemen haar Kim!<br />

Ok worden een kind wel is vernuumd noar een<br />

kinderloze Diekemeuje of Harm-ome, en dan<br />

maar ofwachten. Sommigen stunden d'r op dat<br />

ze vernuumd worden. Was het kind noar<br />

groffa enuumd die nogal driftig was en het<br />

kind was ok met disse karaktereigenschap<br />

ezegend, dan heuren ie 't gezegde: "Hi-j oardt<br />

noar de name!" Tegenwoordig zegt ze " ( t Zit<br />

in de genen ".<br />

Kroamvesite<br />

En dan kwamen de kroamvesites. Familie en<br />

bekenden kwamen "ansprekken " "met een<br />

kromme arm". Dat wol zeggen da'j een<br />

geschenk bi-j oe ha<strong>dd</strong>en. B.v. een koeke of een<br />

krentestoete. Grote krentenwegges geven, is,<br />

dunkt oons, echt iets <strong>van</strong> noa de oorlog. De<br />

buurvrouwen kwamen ok gezamenlijk op<br />

kroamvesite. Meestal op een mi<strong>dd</strong>ag, in de<br />

weke veur 't deupen. Op 't plattelaand ha'j<br />

vrogger een hele reeks buren die in geval <strong>van</strong><br />

huwelijk, geboorte en dood de helpende haand<br />

beuden. An de vrouwen was het veurbeholden<br />

um op kroamvisite te goan. D'r worden dan<br />

gezellig ekletst bi-j een koppie koffie of thee<br />

met koeke. D'r is een tied ewest dat de vrouwen<br />

bi-j die gelegenheid jenever en citroen<br />

drunken. Ondertussen worden de jonggeborene<br />

etoond en <strong>van</strong> schoot noar schoot deur egeven.<br />

An 't ende <strong>van</strong> de vesite legden de vrouwen de<br />

"goave " noast het koppie op 't schöt-teltie.<br />

Zo'n 40 of 50 joar eleden was dat een kwattie<br />

of 30 cent. Doar waren vaste ofspra-ken veur<br />

in de boerschoppen. In Kloosterhaar worden<br />

de kroamvisite "beschutenmoal" enuumd.<br />

Maar "beschuit met muisjes " kenden ze toen<br />

nog niet. Beschuten waren veur kleine kinder<br />

en zieke mensen.<br />

Verjoardagen.<br />

An verjoardagen worden vrogger heel weinig<br />

andacht besteed. De doatum kon zölfs<br />

helemoale in 't vergeetboek raken. Dan zee<br />

men: "Oonze zusse is in de bouw geboren" (dat<br />

was in 't roggemeien) of "Appie is in 't<br />

jappelkrabben geboren ". Heel olde mensen<br />

weet nog te vertellen dat 'r een dag noa ow<br />

verjoardag ezegd worden: "Oonze Gaigien hef<br />

verduid gistern okjoarig ewest." En echte<br />

cadeaugies worden d'r ok niet egeven. Een paar<br />

ni-je kousen, een ni-je pette, een paar klompen,<br />

enz. A'j as kind 't geluk ha<strong>dd</strong>en um op dezölde<br />

dag joarig te ween as de inwonende grootolder<br />

worden oe deur 't bezuuk <strong>van</strong> alles toe estopt.<br />

In tegenstelling tot de uutgebreide<br />

kinderfeessies <strong>van</strong> <strong>van</strong>dage an de dag vreugen<br />

wi-j oons of: Tracteerden wi-j vrogger ok op<br />

schoele a'w joarig waren? Ja, wi-j kregen een<br />

zak pinda's met die toen nog apeneuten heetten,<br />

en verdeelden die op 't schoelplein, weet<br />

sommigen zich nog te herinneren.<br />

En zo kunne wi-j nog wel een poossie deurgoan<br />

want alles is nog lange niet verteld maar an<br />

elke kroamvesite komp een ende. Tot de volgende<br />

keer.<br />

11


Erve Spalink<br />

In het zuidoostelijkste deel <strong>van</strong> Kloosterhaar en dus ook <strong>van</strong> de gemeente Hardenberg, aan het<br />

eind <strong>van</strong> de Groenedijk, op nr. 17, ligt in een omgeving <strong>van</strong> bos en groen het beheerdershuisje <strong>van</strong><br />

het landgoed Oldhorst, <strong>van</strong>ouds "erve Spalink".<br />

Het huis is in RdH 2000/4 door mij al eens<br />

aangehaald in het artikel over bijnamen in<br />

Kloosterhaar als woning <strong>van</strong> "Jan Lubben" (J.<br />

Schepers Lzn.) Ook dhr. K. Oosterkamp heeft<br />

in datzelfde nummer in zijn artikel over de<br />

Oldhorst en de familie Reyers het als "Hans en<br />

Grietje-huisje" aangegeven. Erve Spalink is<br />

oud. Het voormalige oude huis dateert uit de<br />

eerste helft <strong>van</strong> de <strong>19</strong> de eeuw. Bewoond door<br />

verschillende families Spalink. Deze namen<br />

komen we nog vaak tegen in o.a. Kloosterhaar<br />

en Bruinehaar. Ook de familie Markfluwer had<br />

nog een deel Spalinkbloed door de moeder <strong>van</strong><br />

Harm Hendrik, Berendiena Spalink. En in de<br />

Luismansstam komen we ook Spalinks tegen.<br />

Het erve Spalink<br />

12<br />

J. Reinders<br />

In 1856, toen het kanaal naar de Haandrik<br />

klaar was, liet veenderij Van Royen de Van<br />

Royenswijk graven <strong>van</strong> Bergentheim naar<br />

Kloosterhaar en werd begonnen met de exploitatie<br />

<strong>van</strong> de venen aan weerszijde <strong>van</strong> deze<br />

wijk en verder de Kloosterhaarse venen. Bij de<br />

aankoop <strong>van</strong> de veengronden behoorde ook de<br />

aankoop <strong>van</strong> het boerderijtje op erve Spalink<br />

en later, begin <strong>19</strong>00, grote delen <strong>van</strong> de<br />

Vriezenveense venen, "de Supelplus".<br />

Erve Spalink lag in de hoek Groenedijk -<br />

Striepedijk - Zwartedijk.<br />

De Groenedijk liep <strong>van</strong>af Kloosterhaar rechtdoor<br />

naar Bruinehaar. De Striepedijk als karre


spoor en schapendrift <strong>van</strong>af de Striepe, later<br />

"de Klinge", langs grenspaal 99, welke ongeveer<br />

300 meter op Nederlandse grond staat. Op<br />

deze steen staan drie namen: Salland, Twenthe<br />

en Bentheim.<br />

Verder liep de Striepedijk langs erve Spalink<br />

en over de Groenedijk dwars door de venen als<br />

Zwartedijk richting Sibculo. Als smokkel-pad<br />

is de Striepedijk veel gebruikt. Vanaf de<br />

Striepe richting Sibculo, en Kloosterhaar was<br />

vroeger ook Sibculo, werd veel gebruik<br />

gemaakt <strong>van</strong> de Groenedijk. Het landschap<br />

was in die jaren anders dan tegenwoordig. Nu<br />

golvende, vaak aangeplante,<br />

bossen en struiken, akkers en weiden, toen uitgestrekte<br />

heide en uitzicht naar alle kanten.<br />

Vanaf erve Spalink zag je zuid-west over de<br />

Barghaar en verder over het veel lagere<br />

Vriezenveense veld, verdeeld in smalle kavels<br />

<strong>van</strong>af Vriezenveen tot aan Kloosterhaar, eigendom<br />

<strong>van</strong> diverse Vriezenveense inwoners.<br />

Richting zuid-oost en oost over de Striepedijk<br />

over de heide en erve de Schutte en verder tot<br />

Bruinehaar en richting de Brink met de erven<br />

Grootboers, Jansboer en Albertsboer, en tot de<br />

grenspaal 99 en de Striepe. Richting noord<br />

overzag je dan het woeste veld <strong>van</strong> de<br />

Kloosterhaarse venen.<br />

13


Het huis tijdens de bewoning door fam J. Lubben<br />

De huidige situatie<br />

14


Een deel <strong>van</strong> de heide vinden we nu nog over<br />

de voormalige Striepedijk en verder op de<br />

hoogte bij Bruinehaar.<br />

De Spalinks waren kleine boeren die naast het<br />

boeren bijverdienden met schapen houden en<br />

turfsteken.<br />

De Groenedijk is al in de 18 de eeuw op oude<br />

kaarten aangegeven. Ze loopt nu <strong>van</strong>af erve<br />

Spalink verder als Driehoeksweg, genoemd<br />

naar veenderij de Driehoek <strong>van</strong> gebr. Dekker.<br />

Toen er nog geen sprake was <strong>van</strong> veenderij<br />

Dekker, was het gewoon Groenedijk tot aan<br />

Bruinehaar.<br />

In die tijd een slechte tot zeer slechte weg met<br />

een ondergrond <strong>van</strong> veen, wat in het najaar bij<br />

het drukke vervoer <strong>van</strong> turf en boekweit grote<br />

problemen gaf.<br />

Vooral het lage gedeelte tussen erve de Schutte<br />

en Bruinehaar, het lage gat, was dan slechts<br />

met grote moeite begaanbaar. Het lage gat liep<br />

hier door het veen. Als we kijken naar de<br />

hoogteverschillen, is het geen wonder: het<br />

hoogste punt op de Striepe is <strong>26</strong>,7 m + AP en<br />

het hoogste punt <strong>van</strong> Sibculo is 21,3 m + AP.<br />

Daartussen de Vriezenveense venen met 14,1<br />

m + AP.<br />

Over deze problemen is veel en voortdurend<br />

geklaagd bij de betrokken instanties, maar de<br />

burgemeesters <strong>van</strong> Hardenberg en Vriezenveen<br />

speelden elkaar de bal toe en samen de bal naar<br />

de graaf <strong>van</strong> Rechteren in Almelo, de eigenaar<br />

<strong>van</strong> de gronden en dus ook <strong>van</strong> de weg. Het<br />

resulteerde in een afwijzing. Ook Spalink<br />

krijgt op <strong>10</strong> juli 1853 op zijn klacht een<br />

afwijzing. Op 27 juli 1853 wordt dit door<br />

Spalink weer aan de burgemeester <strong>van</strong><br />

Hardenberg voorgelegd. De burgervader is op<br />

bezoek en ziet met eigen ogen hoe slecht de<br />

weg is. Ook na het voorgelegd te hebben aan<br />

de Gedeputeerde Staten in september 1853<br />

krijgt hij te horen dat dit college geen enkel<br />

machtsmi<strong>dd</strong>el heeft om de weg in orde te laten<br />

brengen. Dit heeft geduurd tot <strong>19</strong>21 toen de<br />

eerste verharde Groenedijk werd aangelegd.<br />

(P. G. J. Groenewold: Heemkunde ) Het zal<br />

duidelijk zijn dat het gedeelte <strong>van</strong> het lage gat<br />

flink opgehoogd moest worden. Als we nu<br />

over de al weer vernieuwde Driehoeksweg<br />

gaan, zien we nog het hoogteverschil met de<br />

lage akkers tot aan de Engbertsdijk.<br />

Het oude boerenhuis <strong>van</strong> erve Spalink is later<br />

geheel of gedeeltelijk vernieuwd. De familie<br />

Reyers die na de vervening gronden aankocht<br />

<strong>van</strong> veenderij Van Royen, stichtte na <strong>19</strong>33<br />

twee boerderijen: de Petronellahoeve en<br />

Heerjansland, en bouwde op het landgoed De<br />

Oldhorst, een prachtig zomerverblijf. Ze kreeg<br />

eveneens erve Spalink in eigendom. Het huis is<br />

door diverse Spalinkfamilies bewoond<br />

geweest. Daarna, bij de aankoop door<br />

veenderij Van Royen en later door de familie<br />

Reyers, werd het huis verhuurd. Hier hebben<br />

achtereenvolgens gewoond (o.a.) fam. W.<br />

Zoomer, P Klos, J. Lubben (J. Schepers Lzn),<br />

A. Veldhuizen, J. H. Ekkel, J. Schouwink.<br />

In 2001 werd het huis <strong>van</strong> het vroegere erve<br />

geheel gerenoveerd en uitgebreid naar de eisen<br />

<strong>van</strong> deze tijd. Tot volle tevredenheid <strong>van</strong> de<br />

huidige eigenaar Mr. M. J. G. Reyers.<br />

Na deze renovatie wordt het beheerdershuisje<br />

nu met groot genoegen bewoond door de familie<br />

Jan-Henk en Githa Sickman-Kampmann en<br />

kleine Tim.<br />

Zowel bij Jan-Henk als bij Githa stromen<br />

<strong>van</strong>af betovergrootmoederszij de nog enkele<br />

spatjes Spalinkbloed door de aderen.<br />

15


Het gevelbeeld <strong>van</strong> de Groene Welle (Beelden <strong>van</strong> ons 1)<br />

In onze directe omgeving zijn een aantal kunstwerken te zien. Ze zijn <strong>van</strong> ons, omdat ze opgesteld<br />

staan of hangen in de publieke ruimte of <strong>van</strong> daaruit voor ieder zichtbaar zijn. Bovendien hebben<br />

opdrachtgevers en kunstenaars met deze objecten geprobeerd een beeld te geven <strong>van</strong> hoe zij de<br />

werkelijkheid beleefden, of hoe ze de werkelijkheid graag wilden zien. Tenslotte zijn het onze<br />

beelden, omdat wijzelf als toeschouwers, ons er - soms en misschien - in kunnen herkennen. In deze<br />

eerste aflevering het gevelbeeld <strong>van</strong> de Groene Welle aan de Piet Heinstraat.<br />

Op 6 februari <strong>19</strong>67 opende mr. B. W.<br />

Biesheuvel, minister <strong>van</strong> Landbouw en<br />

Visserij, de nieuwe Chr. Mi<strong>dd</strong>elbare<br />

Landbouwschool aan de Piet Heinstraat in<br />

Hardenberg. De CBTB had in <strong>19</strong>21 al het initiatief<br />

genomen om christelijk mi<strong>dd</strong>elbaar<br />

landbouwonderwijs te starten. Het stond toen<br />

nog in de kinderschoenen en het begin was<br />

bijna symbolisch: in een oude bewaarschool<br />

Het beeld <strong>van</strong> de terugkerende verspieders<br />

16<br />

K.Oosterkamp<br />

aan het Mi<strong>dd</strong>enpad. Al in <strong>19</strong>23 kon aan De<br />

Brink een nieuw gebouw worden betrokken<br />

dat na 44 jaar weer werd verlaten voor de<br />

modern ingerichte locatie aan de Piet<br />

Heinstraat.<br />

De strakke gevel <strong>van</strong> het gebouw wordt boven<br />

de toegangsdeur gesierd met een monumentaal<br />

gevelbeeld in reliëf <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> de beeldhouwer<br />

Willem H. Berkhemer. Het beeld is


Bestuur:<br />

Stephanoten<br />

Mededelingen <strong>van</strong> het bestuur en werkgroepen<br />

Bijlage <strong>Rondom</strong> den Herdenbergh 2e kwartaal <strong>2002</strong><br />

Tijdens de jaarvergadering heeft het bestuur toestemming gekregen <strong>van</strong> de leden om een vacature in het<br />

bestuur t.z.t. in te vullen. In de meivergadering heeft het bestuur unaniem ingestemd om mevr. D. Reefman te<br />

benoemen tot algemeen bestuurslid. Daarmee zijn alle negen bestuursfuncties ingevuld. Verder is Erwin<br />

Wolbink naast secretaris benoemd tot penningmeester. Mevr. Alie <strong>van</strong> der Kamp-Wildeboer zal voortaan als<br />

algemeen adjunct optreden. Het bestuur ziet er derhalve als volgt uit: Harm Hoving (voorzitter), Erwin<br />

Wolbink (secretaris, penningmeester), Alie <strong>van</strong> der Kamp-Wildeboer (algemeen adjunct), Jan Sierink (lid),<br />

Henny Reinders (lid), Arnoud Pullen (lid), Koop Drenth (lid), Grietje Bakker-Altena (lid) en Dieky Reefman<br />

(lid).<br />

Nieuwe leden<br />

N. Ballast, Anerweg-Zuid 61, 7775 AR Lutten<br />

M. Benjamins, Allmendstrasse 9, CH 3014<br />

Bern, Zwitserland<br />

H. Breukelman, Ed Flipsestraat 16, 7558 DS<br />

Hengelo<br />

E. Enting, Handelsstraat 36, 7772 TR<br />

Hardenberg<br />

E.H. Geerligs, Hoekweg 2a, 7793 HR<br />

Hoogenweg<br />

A. Geertjes-Huisjes, Sallandsestraat 30, 7772<br />

BZ Hardenberg<br />

J.H. Grootoonk, Roskampweg 3, 7778 HJ<br />

Loozen<br />

L. Hi<strong>dd</strong>ing, Anerweg-Noord 76, 7775 AT<br />

Lutten<br />

J.H. Hutten, Eduard Verkadestraat 93, 7558<br />

TK Hengelo<br />

J. Jans, Parallelweg 20, 7691 AA<br />

Bergentheim<br />

W.H. Lugers, Stieltjeskanaal 27, 7764 AH<br />

Zandpol<br />

M. Luisman-de Haan, Kerkweg 23, 7691 AJ<br />

Bergentheim<br />

H. Merjenburgh, Nering-Bögelstraat 48, 7731<br />

EM Ommen<br />

G. Nijman, Akkerweg 1, 7693 PL Sibculo<br />

A.J. Odink, Kometenlaan 2, 7771 EM<br />

Hardenberg<br />

L. Oldengarm, Kiezelweg 8, 7775 PE Lutten<br />

H.B. Ooihorst, Witte de Withstraat 25, 7772<br />

XV Hardenberg<br />

E. <strong>van</strong> den Poll, Hofsteeweg 2, 7798 CB<br />

Collendoorn<br />

H. <strong>van</strong> den Poll, Hofsteeweg 4, 7798 CB<br />

Collendoorn<br />

H. Pullen, 't Lijntje 4, 7695 SB Bruchterveld<br />

A. te Rietstap, Verdiweg 233, 3816 KG<br />

Amersfoort<br />

H. <strong>van</strong> Rijn, Hanzelaan 78, 7607 NX Almelo<br />

G.E.A.U. Schouw, Van Bossestraat 15, 4384<br />

BG Vlissingen<br />

H.J. Schutte, Begherstraat 6, 7671 BG<br />

Vriezenveen<br />

R. Siebelink, Dr. Albert Schweitzerplein 7,<br />

7772 ED Hardenberg


• J. Tempelman, Catharinadaal 49, 6715 KA Ede<br />

• G. Tol, Waterlelie 9, 7772 MS Hardenberg<br />

• J.A. ter Voorde, Radewijkerweg 12, 7791 RG<br />

Radewijk<br />

• H.H. Welink, Jan Vermeerstraat 48, 7771 WH<br />

Hardenberg<br />

Nieuwe aanwinsten<br />

• boek: 'Wi'j bakt graag veule', <strong>van</strong> Schipper's<br />

Bakkerij tot Schipper Groep<br />

• origineel bonboekje <strong>van</strong> 'distributiekantoor<br />

Hardenberg' met bijbehorende bonnen, schenking<br />

<strong>van</strong> W.T. v.d. Meer uit Zwijndrecht<br />

• het getranscribeerde markeboek <strong>van</strong><br />

Bergentheim, schenking <strong>van</strong> HJ. Hilberink uit<br />

Emmeloord<br />

• boek: 'Hervormde kerk Bergentheim, 75 jaar',<br />

schenking <strong>van</strong> HJ. Hilberink uit Emmeloord<br />

• boek: 'De Winterkraaien' (Ie druk), <strong>19</strong>45, <strong>van</strong> Aar<br />

<strong>van</strong> der Werfhorst, schenking <strong>van</strong> A.A.C.<br />

Maaskant te Zwolle<br />

• schilderij: 'De Grendel', boerderij te Mariënberg,<br />

schenking <strong>van</strong> A.A.C. Maaskant te Zwolle<br />

• 2 boeken familiegeschiedenis <strong>van</strong> het geslacht<br />

Seinen<br />

• boek: 'Van toverlantaarn tot kinematograaf',<br />

schenking <strong>van</strong> A. de Boer-Martens te Sloten<br />

• foto <strong>van</strong> ereboog tijdens 600 jaar Hardenberg en<br />

olieverf schilderij, geschonken door B. Nieborg<br />

te Hardenberg<br />

• boek: 'Nederland in den goeden ouden tijd,<br />

zijnde het dagboek <strong>van</strong> hunne reis te voet, per<br />

Klepperavondtoer <strong>2002</strong><br />

Het programmaboekje <strong>van</strong> de Klepperavondtoer<br />

<strong>van</strong> dit jaar wordt door Gerrit Rosier (namens<br />

comité Hardenberg Klepperstad) ingeleid met de<br />

volgende woorden:<br />

'Omdraaien...<br />

Gewoon eens omdraaien en de andere kant op<br />

kijken. Je weet niet half wat er achter je ligt. Soms<br />

is opzij kijken al voldoende; kijken naar<br />

2<br />

• J.H. Wemekamp, Hancate-Oost 11, 7447 TL<br />

Hellendoorn<br />

• G. Willems-Hakkers, Stenendijk 2, 7685 PE<br />

Beerzerveld<br />

• H. Withaar, Broekdijk 52, 7695 TE<br />

Bruchterveld<br />

trekschuit en per diligence <strong>van</strong> Jacob <strong>van</strong> Lennep<br />

en zijn vriend Dirk <strong>van</strong> Hogendorp door de<br />

Noord-Nederlandsche provintièn, in den j are<br />

1823'<br />

• boek: 'Karel Overijssel, een Christenrebel', o.a.<br />

over de verzetsgroep 'Trouw' te Bergentheim,<br />

door H.W. Poorterman<br />

• boekje: 'Landgoed Beerze', uitgave <strong>van</strong><br />

Vereniging Overijssels Particulier Grondbezit<br />

• boek: 'Oostloorn, Dorpsschetsen', door S.<br />

Ulfers<br />

• boek: 'Volcmar de Ommelandvaarder', door A.<br />

v.d. Werfhorst<br />

• boek: 'De grote stille knecht', door A. v.d.<br />

Werfhorst<br />

• 3 ansichtkaarten 'Pastorie Hardenberg, anno<br />

<strong>19</strong>03', 'Voorstraat bij de Brug' en 'Jeugdherberg 't<br />

Weidehuis te Heemse, anno <strong>19</strong>42'<br />

• voorzittershamer, in <strong>19</strong>63 geschonken aan de<br />

gemeente Hardenberg (bij opening nieuwe<br />

gemeentehuis) door waterschap De Bovenvecht;<br />

in bruikleen<br />

J. Zandman, Venneweg 13, 7798 CW<br />

Collendoorn<br />

dat wat er naast je ligt. Want naast Hardenberg, ligt<br />

een gebied waar de - voor ons zo vertrouwde -<br />

Vecht haar water <strong>van</strong>daan krijgt. Opnieuw is de<br />

Historische Vereniging Hardenberg er in geslaagd<br />

een buitengewoon afwisselend programma samen te<br />

stellen, waar u volop <strong>van</strong> kunt genieten. Samen met<br />

de vrienden <strong>van</strong> de Heimatverein Emlichheim und<br />

Umgebung hebben een aantal enthousiaste<br />

vrijwilligers <strong>van</strong>


de vereniging ook dit jaar weer een tocht weten te<br />

organiseren, die wij met trots De Klepperavondtoer<br />

noemen.'<br />

Een rustig rijdende comfortabele bus met een<br />

vertellende gids, onderbroken door enkele stops,<br />

staan garant voor een succesvolle formule.<br />

Rele<strong>van</strong>te informatie over natuur en cultuurhistorie,<br />

landbouw en waterhuishouding kweekt begrip en<br />

kan de liefde en de beleving voor het omringende<br />

landschap versterken. Evenals voorgaande jaren<br />

ont<strong>van</strong>gen de deelnemers een boekje om het een en<br />

ander nog eens rustig na te kunnen lezen. Op het<br />

programma staan onder meer een bezoek aan de<br />

gerestaureerde historische schans 'Katshaar' en een<br />

demonstratie zandtapijt-strooien in een oude<br />

boerderij. De koffieshop in een voormalige turfstrooiselfabriek<br />

roept herinneringen op aan het<br />

Kalender<br />

verleden <strong>van</strong> de verveningen. Aansprekende projecten<br />

langs de route zijn het Europark Coevorden-<br />

Emlichheim en de noodoverloop (retentiegebied)<br />

De Meene tussen De Haandrik en Anerveen.<br />

Elke dinsdagavond vertrekt <strong>van</strong>af het<br />

Stephanusplein een (of meer) touringcar(s) <strong>van</strong> de<br />

firma Sickman om u door het prachtige gebied <strong>van</strong><br />

'Velt en Vecht' te toeren. Nadat u deze tocht hebt<br />

meegemaakt, weet u o.a. alles <strong>van</strong> de vloeivelden<br />

in De Krim, het rustieke plaatsje Dalen en het<br />

veendorp Steenwijksmoer. U kunt de buskaartjes<br />

voor de klepperavondtoer kopen bij Tabaksshop De<br />

Poort aan de Stationsstraat la in Hardenberg, voor €<br />

<strong>10</strong>,- per persoon (programmaboekje inbegrepen).<br />

Namens het bestuur <strong>van</strong> de vereniging, prettige<br />

reis!<br />

28 mei - 27 augustus <strong>2002</strong>: Elke dinsdagavond Kleppertoer. Aanmelding en € <strong>10</strong>,- per persoon betaling<br />

vóóraf bij Tabaksshop De Poort, Stationsstraat la, Hardenberg. Vertrek 18.00<br />

uur (in augustus 17.00 uur) <strong>van</strong>af het Stephanusplein<br />

Woensdag <strong>19</strong> juni <strong>2002</strong>: Dagexcursie - bus 1; zie Excursie Friesland; vertrek 08.00 uur <strong>van</strong>af het<br />

Stephanusplein<br />

Donderdag 20 juni <strong>2002</strong>: Dagexcursie - bus 2; zie Excursie Friesland; vertrek 08.00 uur <strong>van</strong>af het<br />

Stephanusplein<br />

Dinsdag 22 oktober <strong>2002</strong>: Wim Vlaanderen vertelt over 'Begraven door de eeuwen heen'<br />

Knallend begin samenwerking vier historische verenigingen (musea) in<br />

de gem. Hardenberg<br />

De Napoleonschans te Loozen, tussen Gramsbergen<br />

en Hardenberg, is ruim 200 jaar geleden<br />

aangelegd. Maar een kanonschot is er - zeer<br />

waarschijnlijk - nooit gevallen. Tót vrijdag 17 mei<br />

jongstleden, toen er maar liefst vijf keer een<br />

oorverdovende knal was te horen. De eerste vier<br />

schoten werden afgevuurd door vertegenwoordigers<br />

<strong>van</strong> de samenwerkende musea in de gemeente<br />

Hardenberg (Stichting Oudheidkamer<br />

Hardenberg, Cultuurhistorisch Infocentrum<br />

Vechtdal te Gramsbergen, Museum 't Oale<br />

Meestershuus Slagharen en Oudheidkamer<br />

Dedemsvaart) en de laatste - met het echte grote<br />

kanon - door wethouder Max Westbroek. Op deze<br />

historische plek, pas geleden door Staatsbosbeheer<br />

aangekocht en op termijn toegankelijk voor<br />

publiek, werd het startsein gegeven voor een<br />

intensieve(re) samenwerking.


Het eerste zichtbare resultaat <strong>van</strong> de samenwerking<br />

is een cultuurhistorische fiets-/autoroute <strong>van</strong><br />

Kadastrale Atlas voor Avereest en Gramsbergen<br />

In de Turfschuur <strong>van</strong> de Historische Vereniging<br />

Avereest is onlangs de Kadastrale Atlas Avereest-<br />

Gramsbergen gepresenteerd. Het is de negende<br />

atlas die onder auspiciën <strong>van</strong> de stichting<br />

Kadastrale Atlas 1832 Overijssel werd uitgebracht.<br />

Dalfsen en Hardenberg gingen al voor en Ommen<br />

zit nog in de pen. In totaal is nu ongeveer éénderde<br />

<strong>van</strong> het Overijssels grondgebied te boek<br />

gesteld. Dhr. Den Otter, in het dagelijks<br />

.<br />

ongeveer <strong>10</strong>0 kilometer tussen Vecht, Reest en<br />

Dedemsvaart. Het eerste exemplaar werd overhandigd<br />

aan de wethouder. In het routemapje zitten<br />

vier folders met informatie over de musea in<br />

Slagharen, Gramsbergen, Dedemsvaart en<br />

Hardenberg.<br />

Op de oude Schans in Loozen werden de folders<br />

door mi<strong>dd</strong>el <strong>van</strong> een echt kanonschot gepresenteerd.<br />

De wethouder prees het initiatief <strong>van</strong> de<br />

verenigingen om samen te werken, want tenslotte<br />

zijn we niet eikaars concurrenten maar collega's,<br />

met een gezamenlijk doel, het bevorderen <strong>van</strong> de<br />

cultuurhistorie in de gemeente Hardenberg.<br />

Foto 's gemaakt door: Roel Gritter<br />

leven medewerker <strong>van</strong> het Historisch Centrum<br />

Overijssel (voorheen: Rijksarchief), reikte de<br />

eerste exemplaren uit aan Ignaat Simons uit<br />

Dedemsvaart, Frits Krikke uit Gramsbergen en<br />

wethouder Max Westbroek <strong>van</strong> de gemeente<br />

Hardenberg.<br />

Er zijn 400 exemplaren gedrukt waar<strong>van</strong> het<br />

merendeel reeds bij inschrijving is verkocht. Bij<br />

de historische verenigingen in Gramsbergen en<br />

Avereest kunt u de atlas kopen.


enige vierkante meters groot en is uitgevoerd<br />

in blauwe hardsteen. De voorstelling is ontleend<br />

aan Numeri 13 vers 23: Toen zij (de<br />

twaalf verspieders) in het dal Eskol gekomen<br />

waren, sneden zij daar een rank met één tros<br />

druiven af, die zij met hun tweeën aan een<br />

draagstok droegen; ook enige granaatappelen<br />

en vijgen. We zien inderdaad twee personen<br />

met de genoemde vruchten. De overige tien<br />

zijn niet uitgebeeld: zij zouden niet gepast<br />

hebben binnen de proporties <strong>van</strong> het beeldhouwwerk.<br />

Willem Berkhemer (<strong>19</strong>17 - <strong>19</strong>98) had deze<br />

opdracht gekregen. Hij was geboren in Batavia<br />

(Ned.-Indië). Zijn leven lang zou hij zich beïnvloed<br />

weten door de Oost-Aziatische kunst en<br />

cultuur. Na zijn HBS - tijd studeerde hij in Den<br />

Haag en Amsterdam om tekenleraar te worden.<br />

De oorlog doorkruiste echter zijn plannen. Hij<br />

raakte betrokken bij de illegaliteit en ook<br />

ontwikkelde hij in de bezettingsjaren zijn<br />

affiniteit met het toneel verder. In Batavia had<br />

hij al ontdekt dat hij kon beschikken over een<br />

goede voordracht. Vooral na de oorlog zou hij<br />

naam maken als voordrachtskunstenaar. Daartoe<br />

had hij een aantal om<strong>van</strong>grijke teksten in zijn<br />

geheugen opgeslagen welke hij voor publiek<br />

declameerde. Zijn voorkeur ging uit naar bijbelgedeelten,<br />

zowel uit het Oude als uit het<br />

Nieuwe Testament. Daarnaast stonden sprookjes<br />

<strong>van</strong> Andersen op het repertoire, maar ook teksten<br />

<strong>van</strong> de Russische schrijver Tsjechov. Hij<br />

werd, mede <strong>van</strong>wege zijn tekstkeuze, vooral<br />

bekend in christelijke kring. Zijn optreden werd<br />

zeer gewaardeerd, vooral toen zijn voordrachten<br />

<strong>van</strong> de Psalmen omlijst en begeleid gingen worden<br />

door de harpiste Rosa Spier.<br />

Beginjaren '60 verzette de heer Berkhemer de<br />

bakens en hij werd beeldhouwer. Bij het ontwerpen<br />

kwam zijn tekenopleiding goed <strong>van</strong><br />

pas, de beeldhouwtechniek maakte hij zichzelf<br />

eigen, in die zin was hij autodidact. Van het<br />

begin af aan toonde hij een bijzonder sterke<br />

voorkeur voor harde steensoorten. Hoe harder,<br />

hoe beter: graniet, marmer, blauwe hardsteen,<br />

lavasteen. Daarnaast maakte hij ook beelden in<br />

brons. Zijn bekendheid in christelijke groe-<br />

pen en organisaties, opgebouwd door zijn<br />

voordrachten, leverden hem al gauw opdrachten<br />

op. Zo wilden diverse kerken graag een<br />

nieuw doopvont <strong>van</strong> hem. Na enige jaren in<br />

Wageningen en Arnhem gewoond te hebben,<br />

kreeg hij in <strong>19</strong>75 de unieke kans om te wonen<br />

en werken op het landgoed Velhorst, tussen<br />

Lochem en Vorden, Het gezin betrok de tuinmanswoning,<br />

de voormalige orangerie werd<br />

Berkhemers werkplaats. In deze paradijselijke<br />

omgeving kon hij naar hartelust zijn talent<br />

ontwikkelen en werken. Hoewel er een enkel<br />

abstract beeld <strong>van</strong> hem bestaat, was de<br />

figuratie bij Berkhemer eigenlijk steeds zijn<br />

uitgangspunt. Het resultaat was echter nooit<br />

een realistische weergave <strong>van</strong> de<br />

werkelijkheid. Berkhemer zocht altijd naar een<br />

vorm <strong>van</strong> stilering, waarbij allerlei onbelangrijke<br />

detaillering werd weggelaten, zodat de<br />

essentie beter tot uitdrukking kon worden<br />

gebracht. Uiteraard keek hij met belangstelling<br />

naar de beelden <strong>van</strong> zijn grote tijdgenoten als<br />

Moore, Zadkine en Brancusi, maar zijn grote<br />

betrokkenheid, kennis en liefde toonde hij voor<br />

de Romaanse kunst, in het bijzonder die in<br />

Frankrijk. Deze bijna altijd kerkelijke kunst<br />

kent ook een zekere stilering waarbij de figuren<br />

ontheven worden <strong>van</strong> hun individualiteit<br />

en daardoor algemene geldigheid krijgen. De<br />

Romaanse beeldhouwkunst is monumentaal<br />

<strong>van</strong> aard, zij ondersteunt de architectuur en<br />

vormt een onderdeel er<strong>van</strong>: ze bestaat voor<br />

De heer W. Berkhemer in zijn atelier<br />

een groot deel uit reliëfs.<br />

Willem Berkhemer had zijn geestelijk onder-<br />

17


dak gevonden bij de Christengemeenschap,<br />

een christelijke groepering die streefde naar<br />

religieuze en geestelijke vernieuwing onder<br />

invloed <strong>van</strong> Rudolf Steiners antroposofie.<br />

Berkhemers beelden bevatten altijd een duidelijke<br />

symboliek: ze verwijzen naar een hogere<br />

geestelijke werkelijkheid. Ze waren nooit<br />

alleen maar bedoeld als decoratie. Deze hang<br />

naar het geestelijke beleefde hij ook in de<br />

muziek en de poëzie. Niet alleen las en interpreteerde<br />

hij gedichten, hij gaf daar ook les in<br />

en hij schreef poëzie. Vooral de dichter Gerrit<br />

Achterberg fascineerde hem, in Wageningen<br />

werd zijn monument voor Achterberg<br />

geplaatst.<br />

Vanuit deze achtergrond is het begrijpelijk dat<br />

Berkhemer voor een christelijke landbouwschool<br />

dit bijbels motief gebruikte. Het valt<br />

ook prachtig samen: het beeldt de opdracht uit<br />

aan de jonge boeren en tuinders om het<br />

beloofde land, het land overvloeiende <strong>van</strong><br />

melk en honig, dichterbij te brengen, zelfs te<br />

realiseren. De verspieders <strong>van</strong> de landbouwwetenschap<br />

laten zien dat het er is en dat het<br />

haalbaar is. Niet alleen nationaal, ook mondiaal<br />

is er de opdracht aan de landbouw om de<br />

hongerigen <strong>van</strong> deze aarde te voeden.<br />

18<br />

In <strong>19</strong>67 leek een dergelijk perspectief in het<br />

licht <strong>van</strong> de zich sterk ontwikkelende landbouwwetenschap<br />

haalbaar. Helaas is sindsdien<br />

dat toekomstbeeld aan erosie onderhevig<br />

geweest. De landbouw werd geplaagd door de<br />

schadelijke milieueffecten, door grootschalige<br />

uitbraken <strong>van</strong> veeziekten, door toenemend<br />

consumentenwantrouwen ten aanzien <strong>van</strong> de<br />

voedselveiligheid. De sector kreeg het zwaar te<br />

verduren en ging zich bezinnen over de koers<br />

die er nu naar de toekomst moet worden<br />

gevolgd. Een toekomst waarin zaken als duurzame<br />

ontwikkeling, zorg voor het milieu, voldoende<br />

en veilig voedsel voor alle mensen<br />

essentieel zullen zijn.<br />

Ook binnen dit perspectief kan het gevelbeeld<br />

functioneren: daarvoor is het hecht verankerd in<br />

het ideaal <strong>van</strong> het land <strong>van</strong> melk en honig. Dat<br />

ideaal vertoont nog steeds geen erosie, evenmin<br />

als het beeld dat toont in letterlijke zin: daarvoor<br />

heeft beeldhouwer Berkhemer een steensoort<br />

<strong>van</strong> voldoende hardheid gebruikt.<br />

Met dank aan de heer Koning, oud-directeur <strong>van</strong><br />

de Mi<strong>dd</strong>elbare Landbouwschool en de heren M.<br />

en J. Berkhemer, zonen <strong>van</strong> W. Berkhemer.


Schanszicht<br />

(Huizen <strong>van</strong> naam 17)<br />

Het huis aan de Hoogenweg 53 dat de naam Schanszicht draagt, nodigt ons uit om <strong>van</strong>uit het<br />

huis ook weer even zicht te krijgen op de oude Venebrugger schans.<br />

Het huis is in <strong>19</strong><strong>26</strong> gebouwd in opdracht <strong>van</strong><br />

de heer J. Lennips. Het was niet zijn bedoeling<br />

om er te wonen: hij belegde graag in huizen en<br />

de bouw <strong>van</strong> nr. 53 paste in dit streven. De<br />

heer Lennips had een levensmi<strong>dd</strong>elenzaak aan<br />

de Hoogenweg, zijn dorpsgenoten deden hun<br />

boodschappen bij hem, bij Lennips-Jan.<br />

Familie Wolbers heeft eerst enige jaren in het<br />

huis gewoond. Daarna mocht familie Olsman<br />

het pand bewonen. De heer H. Olsman was<br />

werknemer bij de firma Lennips. In augustus<br />

<strong>19</strong>61 kocht de heer R. Huisjes het huis en ging<br />

het <strong>van</strong>af <strong>19</strong>62 met zijn gezin ook bewonen. Na<br />

enige tijd ontstond het idee om dit huis,<br />

opvallend door het in verhouding hoge puntdak,<br />

een naam te geven. Het werd dus Schanszicht,<br />

in <strong>19</strong>84, een enigszins voor de hand liggende<br />

naam, omdat men <strong>van</strong>uit het huis kan kijken<br />

naar het laatste restant <strong>van</strong> de schans.<br />

De heer J. T. A. te Gussinklo laat in zijn bijdrage<br />

in het eerste nummer <strong>van</strong> ons tijdschrift<br />

Hoogenweg 53: Schanszicht<br />

K. Oosterkamp<br />

in <strong>19</strong>84 de geschiedenis <strong>van</strong> de schans beginnen<br />

in 1593, toen de Spaanse veldheer<br />

Verdugo dit verdedigingswerk liet aanleggen<br />

tegen de mogelijke invallen <strong>van</strong> de Nassause<br />

troepen. Het strategisch belang <strong>van</strong> deze plek,<br />

een smalle doorgang tussen uitgestrekte veengebieden,<br />

had ook de bisschop <strong>van</strong> Utrecht al<br />

onderkend door er een versterkt huis te stichten<br />

(ca. 1400). Diverse bronnen laten de eerste<br />

aanleg <strong>van</strong> de schans daarmee samenvallen. In<br />

de 80-jarige oorlog hebben zich op en rond de<br />

schans ook inderdaad gevechtshandelingen<br />

voorgedaan.<br />

Daarna bleef het lange tijd rustig in<br />

Venebrugge. Pas in de Franse tijd, 1799-1800,<br />

volgde vernieuwing en uitbreiding met redoutes<br />

(veldschansen met alleen uitspringende<br />

hoeken), aarden wallen en grachten. Dit complex<br />

is goed waar te nemen op de detailkaart<br />

uit de Grote Historische Atlas 1830 - 1855 <strong>van</strong><br />

Wolters-Noordhoff. De Venebrugger schans<br />

maakte deel uit <strong>van</strong> de eerste verdedigingsgordel,<br />

de tweede was de Loozense linie,<br />

verder landinwaarts.<br />

De militaire betekenis zou voor de moderne<br />

oorlogvoering echter snel aan betekenis inboeten<br />

en in de 20 ste eeuw geheel verdwijnen. De<br />

schans raakte in verval, werd vergraven en<br />

geëgaliseerd, de grond werd landbouwkundig<br />

aangewend.<br />

Er rest nog een klein restant, een redoute met<br />

nog duidelijk zichtbare punten, ca. één hectare<br />

groot, gelegen tussen akkers en weilanden en<br />

<strong>van</strong>af de openbare weg als bosje zichtbaar. Het<br />

is eigenlijk een door bos bedekte aarden<br />

verhoging omringd door een gracht die lijkt te<br />

<strong>19</strong>


Detailkaartje met de schans tussen de venen na de Franse tijd<br />

De schans als landschappelijk element<br />

verlanden. Ze is echter nog steeds verraderlijk<br />

diep, gevuld met water en mo<strong>dd</strong>er. Het als<br />

monument 13331 aangeduide geheel wordt<br />

20<br />

omschreven als een terrein <strong>van</strong> hoge archeologische<br />

waarde. Daarom moeten alle verstorende<br />

grondwerkzaamheden achterwege blijven. (Het<br />

Oversticht, Zwolle)<br />

Het resultaat is een aardig natuurlijk en landschappelijk<br />

element dat vooral dienst doet als<br />

broed- en rustplaats voor het wild. Het historisch<br />

aspect manifesteert zich vooral in het weten <strong>van</strong> de<br />

geschiedenis.<br />

In elk geval hebben de bewoners <strong>van</strong> Schanszicht<br />

nog steeds zicht op de laatste restanten <strong>van</strong> dit<br />

historisch verdedigingswerk.<br />

Met dank aan de fam. R. Huisjes en H. J.<br />

Timmerman


Het stadhuis <strong>van</strong> Hardenberg<br />

De Historische Vereniging Hardenberg en omgeving is enkele jaren geleden bij het Museum<br />

Oudheidkamer ingetrokken. Onder de naam HistorieKamer zijn ze te vinden in het oude stadhuis<br />

aan de Voorstraat. Dit stadhuis verloor haar functie in <strong>19</strong>41 toen Stad- en Ambt Hardenberg werden<br />

samengevoegd en de nieuw gevormde gemeente het raadhuis <strong>van</strong> Ambt Hardenberg te Heemse<br />

betrok. Voordat het stadhuis - in <strong>19</strong>69 - als museum werd ingericht diende het als onderkomen voor<br />

de afdeling gemeentewerken. Ook bood het onderdak aan de Usselcentrale, Belastingdienst,<br />

Arbeidsbureau en VW. De ruimte gelegen aan de Ganzenstraat (nu Wilhelminaplein) werd later<br />

vergroot en deed dienst als brandweerkazerne. Het noordwestelijk gedeelte <strong>van</strong> dit pand is bijna<br />

twee eeuwen oud en gelegen ten oosten <strong>van</strong> de Hervormde 'Stephanuskerk. Sinds 6 oktober <strong>19</strong>69<br />

staat het gebouw op de Rijksmonumentenlijst, toentertijd vastgesteld door het Ministerie <strong>van</strong><br />

Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk.<br />

D. Hesselink-Zweers<br />

Geschiedenis vergaderden in het stadhuis of, als de burgers<br />

In 1362 werd het stadsrecht <strong>van</strong> Nijenstede hun stem moesten uitbrengen, in de kerk.<br />

(thans Stationsstraat en omgeving) verlegd Doordat de stad twee keer door brand werd<br />

naar het kasteel Hardenberg, dat toen verwoest, zijn samen met het stadhuis, veel<br />

ommuurd en dus veiliger was. De schepenen documenten in vlammen opgegaan. Deze<br />

en raden <strong>van</strong> deze nieuwe stad Hardenberg archiefstukken ha<strong>dd</strong>en misschien opheldering<br />

21


kunnen geven over de precieze locatie <strong>van</strong> het<br />

pand. Niet alleen de grote branden in de jaren<br />

1497 en 1708, maar ook een rigoureuze opruiming<br />

<strong>van</strong> het stadsarchief in de negentiende<br />

eeuw zijn hieraan debet.<br />

Een lakzegel <strong>van</strong> de Stad. In de rand een inscriptie<br />

'1783 den 24 februariï'. Het opschrift luidt 'Sigillum<br />

Civitatis Hardenbergae' en ( S. Stephanus'. (In de<br />

R.S.H. Bakker zaal <strong>van</strong> Museum Oudheidkamer zijn<br />

in <strong>2002</strong> diverse 'bestuurlijke' voorwerpen<br />

tentoongesteld, zoals stempels, zegels en<br />

ambtsketenen.<br />

Na de grote brand <strong>van</strong> 1708 trokken de burgemeesters<br />

het land door om te collecteren, <strong>van</strong><br />

Zeeland tot Groningen en <strong>van</strong> Amsterdam tot<br />

Bentheim. Zij kregen een brief mee welke was<br />

gezegeld met het kleine stadszegel. Telkens<br />

werd vermeld dat het grote zegel was gesmolten<br />

in het raadhuis. Uit de opbrengst <strong>van</strong> deze<br />

inzameling werd een bedrag <strong>van</strong> 74 gulden<br />

uitgetrokken voor de bouw <strong>van</strong> een nieuw<br />

stadhuis. Uit een verdrag dat in 1713 werd<br />

gesloten met de Stad Amsterdam (veel burgers<br />

uit Hardenbergh waren reeds verhuisd naar<br />

Amsteldam) blijkt dat Hardenberg weer een<br />

stadhuis heeft, er is echter nog steeds geen<br />

nieuw groot stadszegel vervaardigd. In een<br />

bewaard gebleven rekenboekje staat dat het<br />

stadsbestuur in 1633 geld uittrok voor het<br />

laten maken <strong>van</strong> 'nieuwe kluisters met slot' in<br />

het raadhuis. Tot in de twintigste eeuw sloot<br />

men de misdadiger op in het cachot <strong>van</strong> het<br />

stadhuis. De kelder <strong>van</strong> ons pand aan de<br />

Voorstraat heeft ook als ge<strong>van</strong>genis gediend.<br />

Het stadhuis werd niet alleen als bestuurlijk<br />

centrum en ge<strong>van</strong>genis gebruikt. Ook in<br />

beslag genomen goederen of onderpanden<br />

werden opgeslagen in het raadhuis. Dit<br />

behoorde tot de taken <strong>van</strong> de stadsdienaar<br />

Stephanus kerk circa 1725. In de huizen ten oosten <strong>van</strong> de kerk woonden onder één dak de families<br />

Woelders en Ribberink en daarnaast Van 't Holt.<br />

22


De burgemeesters B. Oeverman, G. Nijman en<br />

J. Santman Dzn. lenen het geld voor de bouw<br />

<strong>van</strong> dit nieuwe raadhuis <strong>van</strong> hun mederaadsvriend<br />

Rutger Santman en zijn vrouw<br />

Jannigjen Egberdina Rustenberg. Voor de<br />

geleende som <strong>van</strong> elfhonderd gulden geeft de<br />

burgerij het volgende onderpand: de katerstede<br />

op de Bekke met alle daarbij horende landerijen,<br />

alle hooi- en zaailanden <strong>van</strong> Onse Lieve<br />

Vrouwen Vicarie en vijf achtste gedeelte <strong>van</strong><br />

de gehele gemeenschappelijke markte <strong>van</strong><br />

Hardenbergh en Baalder, tezamen groot<br />

negentienhonderd vijfentachtig en een halve<br />

morgen. Na deze hypotheekakte, die werd<br />

geregistreerd op 23 mei 1805, werd op 11 september<br />

dertienhonderd gulden opgenomen <strong>van</strong><br />

de bouwman Derk Tij man en zijn vrouw<br />

Zwaane Schuurhuis, wonende te Wilsum,<br />

Graafschap Bentheim. Enkele dagen hierna<br />

leende men nogmaals negenhonderd gulden<br />

<strong>van</strong> eerdergenoemd echtpaar Santman 'ter<br />

onder schraaging <strong>van</strong> den stadscasse tot den<br />

bouw <strong>van</strong> 't nieuwe stadhuis.' Op 28 oktober<br />

vergaderen de burgemeesters voor het eerst in<br />

het nieuwe raadhuis. Vol trots schrijft<br />

secretaris Van Riemsdijk boven een<br />

gerichtsakte 'ter onzer eerste vergaderinge in<br />

Ook in het trouwboek werd melding gedaan <strong>van</strong> de eerste vergadering<br />

in het nieuwe stadhuis.<br />

deezen op 't nieuwe stadhuis. Coram (zijn verschenen<br />

voor) de burgemeesteren der stad<br />

Hardenbergh Rutger Santman, Berend<br />

Oeverman, Gerrit Nijman en Jan Santman<br />

Dzn.'<br />

In de Franse Tijd ontstonden nieuwe gemeenten.<br />

Het Schoutambt Hardenberg werd in twee<br />

stukken verdeeld. Het oostelijk gedeelte -<br />

Anevelde, Ane, Holthone, Holtheme, Den<br />

Velde, Loozen - werd bij Gramsbergen<br />

gevoegd, de rest - Sibculo, Balderhaar,<br />

Venebrugge, Radewijk, Baalder, Mariënberg,<br />

Bergentheim, Brucht, Diffelen, Rheeze,<br />

Heemse, Collendoorn, Lutten (de onbewoonde<br />

veengebieden reikten tot aan het huidige centrum<br />

<strong>van</strong> Dedemsvaart en de grens met de<br />

provincie Drenthe) - werd verenigd met Stad<br />

Hardenberg. Op 13 april 1811 werd de raad<br />

<strong>van</strong> deze nieuw gevormde Gemeente<br />

Hardenberg officieel beëdigd. Het stadhuis aan<br />

de Voorstraat werd nu gemeentehuis, hier<br />

moesten tevens de bekendmakingen gedaan<br />

worden en wel 's zondags om twaalf uur na het<br />

luiden <strong>van</strong> de raadhuisklok. Toen de Fransen<br />

waren vertrokken werd de oude traditie weer<br />

gevolgd: de gemeentepublicaties verschenen<br />

ook weer aan de kerken <strong>van</strong> Heemse en<br />

Hardenberg.<br />

Het gemeentebestuur zetelde <strong>van</strong> 1811<br />

tot 1818 in het stadhuis. Na veel<br />

trammelant met de oud-scholtus Pruim<br />

- hij weigerde het archief <strong>van</strong> het<br />

voormalig Schoutambt af te geven -<br />

kwam deze papiermassa pas na een jaar<br />

ook richting Voorstraat. Hierop was het<br />

gebouw echter niet berekend. Gelukkig<br />

kwam na zeven jaar aan het<br />

ruimtegebrek een eind door een nieuwe<br />

herindeling. De Gemeente Hardenberg<br />

werd gesplitst in Schoutambt (later<br />

Ambt) en Stad. De eerste gemeente<br />

vond een onderkomen in een huis aan<br />

de Brink te Heemse, met Antoni <strong>van</strong><br />

Riemsdijk als schout en secretaris. In<br />

het stadhuis kon men weer opgeruimd<br />

aan de slag onder aanvoering <strong>van</strong><br />

burgemeester en secretaris Lucas<br />

Hoenderken, een aangetrouwde neef<br />

<strong>van</strong> Van<br />

24


Kadastrale kaart <strong>van</strong> 1832. Het raadhuis <strong>van</strong><br />

Hardenbergh, gelegen tussen de woningen <strong>van</strong> Van 't<br />

Holt ten oosten en dat <strong>van</strong> Hurink ten zuiden (In dit<br />

huis woonde later twee gezinnen: Kropveld en<br />

Zweers). Het oude stadhuis kan ter hoogte <strong>van</strong> de<br />

nieuwe school hebben gestaan. De woning naast<br />

deze nieuwe school behoorde voor 1800 ook aan de<br />

stad en was gelegen aan de zogenaamde<br />

Dwarsstraat. Het pad richting de oude school, gelegen<br />

op Het Zand (later Oude Bosch, Eiermarkt,<br />

Boumanplein) werd de Roode Haanensteeg<br />

genoemd. Is hier de brand <strong>van</strong> 1708 ontstaan?<br />

Riemsdijk. De nieuwe gemeente Stad Hardenbergh<br />

heeft pas in 1895 - na aandringen <strong>van</strong> de overheid -<br />

haar plaatsnaam gewijzigd. Vanaf die tijd wordt de<br />

laatste H niet meer geschreven.<br />

Naast het stadhuis zien we het in <strong>19</strong>08 aangekochte pand <strong>van</strong> Van 't<br />

Holt, een familie die hier al sinds eeuwen woonde.<br />

In 1852 verkeerde het gebouw nog in redelijke staat.<br />

Er moeten echter steeds meer reparaties gedaan<br />

worden. Vooral het steeds weer lekkende platte dak<br />

is een bron <strong>van</strong> ergernis. Het stadhuis verkeert na<br />

ruim honderd jaar in slechte toestand. Er werd niet<br />

al te veel geld besteed aan het onderhoud <strong>van</strong> het<br />

pand. Voor het door de koperslager A. Sierink<br />

gemaakte nieuwe deksel op de schoorsteen betaalde<br />

men in <strong>19</strong>07, inclusief arbeidsloon, het bedrag <strong>van</strong><br />

38 cent. In deze tijd wordt, evenals ruim een eeuw<br />

eerder, druk vergaderd over een nieuw te bouwen<br />

stadhuis.<br />

Nieuwbouw of restauratie<br />

Rond de eeuwwisseling was de bevolking fors in<br />

aantal toegenomen en voldeed het stadhuis niet<br />

meer aan de eisen des tijds. Om te kunnen<br />

uitbreiden kocht de gemeente voor veertienhonderd<br />

gulden het naburige huis <strong>van</strong> Helena Smit de<br />

weduwe <strong>van</strong> Hermannes <strong>van</strong> 't Holt.<br />

Het aangekochte huis werd in <strong>19</strong>12 afgebroken,<br />

maar het gemeentebestuur had nog steeds geen idee<br />

wat er moest gebeuren. Men twijfelde tussen<br />

restauratie of een geheel nieuw stadhuis. Ze lieten<br />

een tekening maken en de raming was dat<br />

nieuwbouw slechts duizend gulden meer hoefde te<br />

kosten. Na een zomer <strong>van</strong> veel vergaderen werd in<br />

oktober de knoop doorgehakt: er zou een interne<br />

verbouwing<br />

25


Het door de stad aangekochte huis <strong>van</strong> de weduwe Van 't Holt werd in <strong>19</strong>12 afgebroken.<br />

<strong>26</strong><br />

Tijdens de restauratie in <strong>19</strong>16 werd het<br />

stadhuis aan de oostkant <strong>van</strong> ramen voorzien.


plaatsvinden. Het stadsbestuur besloot dat op<br />

de braakliggende grond een woonhuis moest<br />

worden gebouwd. Een jaar later is men echter<br />

weer <strong>van</strong> mening veranderd en worden diverse<br />

ideeën gelanceerd: dit kavel zou prima kunnen<br />

worden ingericht als Eiermarkt of Botermarkt.<br />

Er gebeurt echter niets en voor velen is het<br />

braakliggende stuk grond een doorn in het oog.<br />

In de raad spreekt men over het plaatsen <strong>van</strong><br />

een hek, zodat het allemaal wat beter oogt. Na<br />

een jarenlange discussie zien we dat het<br />

stadhuis pas in <strong>19</strong>16 wordt gerestaureerd.<br />

Ondanks regelmatig uitgevoerd schilderwerk<br />

en de nodige reparaties verkeert het in <strong>19</strong>16<br />

gerenoveerde pand in <strong>19</strong>32 alweer in desolate<br />

toestand. Men schrijft dat de secretarie al sinds<br />

geruime tijd ongeschikt is om in te werken. De<br />

ambtenaren, zelfs de secretaris, ha<strong>dd</strong>en hun<br />

werkplek in de raadzaal. Bij raad- en<br />

commissievergaderingen en trouwpartijen<br />

moesten ze telkens verhuizen naar de veel te<br />

kleine bodekamer. Ook was er geen kluis om<br />

de dossiers brandvrij te bewaren. Het stadsarchief<br />

was derhalve in Zwolle opgeslagen. Om<br />

de stukken te kunnen raadplegen werd veel<br />

kostbare tijd verspild: een frustrerende en<br />

onwerkbare situatie. Door de nieuwe sociale<br />

wetgeving, maar ook doordat Stad Hardenberg<br />

centrumgemeente was, kreeg het stadhuis de<br />

papierwinkel <strong>van</strong> de vleeskeuringsdienst, het<br />

onderwijs en de mi<strong>dd</strong>enstand te verwerken.<br />

Door de slechte economische tijd, waarin zuinigheid<br />

is geboden, moest een grondige aanpak<br />

<strong>van</strong> al deze problemen nog even wachten.<br />

Na jarenlang tobben verscheen eindelijk een<br />

verbouwingsplan op tafel dat, in eerste instantie,<br />

door de provincie werd afgekeurd.<br />

Aanbouw en restauratie <strong>19</strong>38<br />

Gelukkig bezat de gemeente, al dertig jaar<br />

lang, het nog altijd braakliggende terrein<br />

waardoor uitbreiding mogelijk was. Het aan te<br />

bouwen gedeelte moest architectonisch passen<br />

bij het reeds bestaande. Wegens geldgebrek is<br />

dit niet helemaal gelukt zoals te zien is aan de<br />

ramen. De muren werden gepleisterd zodat het<br />

verschil minder opviel. Vandaag de dag is aan<br />

de barst in de muur rechts naast de ingang nog<br />

te zien welk gedeelte werd aangebouwd.<br />

Deel <strong>van</strong> het plan voor de verbouwing <strong>van</strong> het<br />

stadhuis d.d. 6 januari <strong>19</strong>38.<br />

De oude raadhuisstoep, waar men de afkondigingen<br />

placht te doen, verdween. In plaats<br />

daar<strong>van</strong> werd, in 't belang <strong>van</strong> het verkeer in<br />

deze betrekkelijk nauwe straat, een trottoir<br />

gelegd. In het nieuwe gedeelte kwam de<br />

ingang met portiek, trap en massieve eiken<br />

deuren, geflankeerd door de oude armlampen<br />

en de ovalen raampjes in lood gevat. Dit portaal<br />

kon buiten diensturen door een ijzeren hek<br />

worden afgesloten. Boven dit hek, dat was<br />

vervaardigd in de smederij <strong>van</strong> de heer H.J.<br />

Borneman, werd de oude gevelsteen weer aangebracht.<br />

Deze steen werd <strong>van</strong> nieuwe zij stukken<br />

en bekroning voorzien door Brouwers aardewerk<br />

fabriek te Leiderdorp. Op de gevelsteen<br />

ziet u het wapen <strong>van</strong> Stad Hardenberg<br />

voorstellende Sint Stephanus, de schutspatroon<br />

<strong>van</strong> de kerk en de stad. Het oudst bekende<br />

stadszegel met deze afbeelding stamt uit 1458<br />

en het stadswapen werd in 1782 als volgt<br />

beschreven 'Op een veld <strong>van</strong> azuur de martelaar<br />

Stephanus, in zilveren beeltenis. Staande<br />

onder een kerkgewelf in de gedaante <strong>van</strong> een<br />

heilige, te onderkennen door een ronde kring<br />

om 't hoofd. En hebbende zijne rechter hand<br />

als ter zegening opgeheven en in de linker<br />

hand een rood geverfd boek.'<br />

27


Na de kerkelijke en gemeentelijke hervorming<br />

is Stephanus langzamerhand uit beeld verdwenen.<br />

De Historische Vereniging Hardenberg en<br />

omgeving gebruikt het wapen echter als logo<br />

en de bestuurlijke mededelingen <strong>van</strong> de vereniging<br />

kunt u vier maal per jaar lezen in de<br />

Stephanoten.<br />

Als blijvende herinnering aan onze beschermheilige<br />

zou het gemeentebestuur een jaarlijkse feestdag<br />

kunnen instellen. In 1569 mochten de burgers op<br />

'Sunte Steffensdach' een hele ton bier op stadskos-ten<br />

verteren, waar<strong>van</strong> akte.<br />

In de krant werd het verbouwde pand als volgt<br />

beschreven 'Binnen komt men eerst in de hal,<br />

het centrum <strong>van</strong> de beneden- en bovenvertrekken,<br />

welke ruimte zeer nuttig verdeeld is in:<br />

tochtportaal, lokaalingangen, toilet en trapruimte.<br />

In een der halwanden is aangebracht<br />

een gedenksteen <strong>van</strong> wit marmer, waarin met<br />

vergulde letters staat te lezen: Dit Raadhuis<br />

verbouwd in het jaar <strong>19</strong>38, Chr.F. Bramer,<br />

burgemeester, RWamelink en R.E. de Bruin,<br />

wethouders, G. Draaijer, secretaris.'<br />

J. Onnema, steenhouwer te Coevorden leverde de<br />

gedenksteen voor vijfendertig gulden.<br />

'Op de begane grond bevat het stadhuis: de<br />

secretarie - met ruimte voor het publiek - en de<br />

secretariskamer, zijnde de oppervlakte <strong>van</strong> het<br />

gehele oude raadhuis. De nieuwe aanbouw<br />

omvat de hal, de burgemeesterskamer, de<br />

28<br />

wachtkamer, de ont<strong>van</strong>gstkamer en het stempellokaal:<br />

de beide laatsten met toegang aan<br />

de Ganzenstraat. Voorts een binnenplaats met<br />

rijwielstalling en toegang tot de wachtkamer<br />

en kelder. De verdieping is verdeeld in raadzaal<br />

met publieke tribunes, samen ter grote<br />

<strong>van</strong> het oude raadhuis, een vergaderzaal voor<br />

commissies en een werkkamer voor de<br />

gemeenteopzichter. Over het gehele voorgebouw<br />

is een bekapping met zolder en plat dak<br />

voor de luchtwacht, terwijl het oude torentje<br />

op de nok is aangebracht.'<br />

De Gebr. Dijkhuis, aannemers alhier, deden de verbouw<br />

en vergroting voor de aannemingssom <strong>van</strong><br />

8374 gulden. De raadhuisklok werd verplaatst, <strong>van</strong><br />

boven naar beneden Hendrik Willering, Albert,<br />

Gerrit en Jan Breukelman en daaronder <strong>van</strong> links<br />

naar rechts Hendrik Jan Zweers, Gerrit Willem<br />

Ringenier, Peter en Egbert Jan Dijkhuis.<br />

'De oude en de nieuwe gedeelten zijn <strong>van</strong> buiten<br />

bepleisterd en geverfd en afgedekt met een<br />

kroongootlijst. Zo zijn ook alle ramen <strong>van</strong><br />

ruitverdelingen voorzien, zodat het gehele gebouw<br />

het ouderwetse karakter heeft <strong>van</strong> soberheid<br />

en eenvoud. Binnen zijn alle vertrekken


ook zeer eenvoudig, maar toch smaakvol afgewerkt.<br />

Alleen de werkkamers <strong>van</strong> de burgemeester<br />

en de secretaris zijn behangen, zodat ze<br />

een meer kamer-achtige indruk geven De oude<br />

kolenkelder, vroeger cachot, is omgebouwd tot<br />

brandvrije archiefkluis, gelegen onder de<br />

secretarie en <strong>van</strong> hieruit toegankelijk<br />

Verschillende archiefstukken zijn indertijd<br />

wegens gebrek aan brandvrije ruimte naar Zwolle<br />

overgebracht maar zullen naar Hardenberg<br />

terugkeren. De vroegere raadzaal met haar oude<br />

balkenzolder en witte muren is raadzaal gebleven,<br />

doch nu met een andere ' indeling en groepering.<br />

Een flinke elektrische kroonlamp, een prachtstuk<br />

<strong>van</strong> smeedkunst <strong>van</strong> Schuurman, naar een<br />

ontwerp <strong>van</strong> de monteur <strong>van</strong> het G.E.B., de heer<br />

Versteeg verlicht het mi<strong>dd</strong>en der zaal, waar zich<br />

bevinden de oude tafel in hoefijzervorm met er<br />

omheen de nieuwe raadszetel, stoelen en de oude<br />

gebeeldhouwde gestoelten voor B en W De<br />

raadzaal heeft ook nieuwe brede toegangsdeuren<br />

gekregen voor doorgang <strong>van</strong> de gearmde jonge<br />

bruidsparen.'<br />

De lamp werd gesmeed door Schuurman,<br />

ontwerp <strong>van</strong> Versteeg.<br />

'Overigens zijn de vertrekken voorzien <strong>van</strong><br />

nieuw gestoffeerde en gedeeltelijk nieuwe<br />

meubelen, zodat het geheel een keurig aanzien<br />

neert. De vertrekken worden centraal verwarmd<br />

en geventileerd volgens het nieuwe<br />

verwarmingssysteem Heilker, octrooi no 32463.<br />

Het geheel is het werk <strong>van</strong> de architect W. <strong>van</strong><br />

Straten alhier, die er in geslaagd is een<br />

afdoende verbetering voor de gemeentelijke<br />

huisvesting en een verfraaiing <strong>van</strong> het straatbeeld<br />

te scheppen. Het bouwwerk is uitgevoerd<br />

door de aannemers Gebr. P. en E J Dijkhuis<br />

alhier, het loodgieterswerk door Fa<br />

29


De verwarming<br />

Over de verwarming in het gemeentehuis is<br />

veel te doen geweest. Tegelijk met de verbouwing<br />

was een nieuw verwarmingssysteem<br />

geïnstalleerd. Deze speciale luchtverwarmingen<br />

verversing is uitgevonden door de heer<br />

Heilker te Woerden. Voor men met hem in zee<br />

ging had het gemeentebestuur al een kleine<br />

enquête gehouden onder de gebruikers <strong>van</strong><br />

deze revolutionaire techniek. De ervaringen<br />

leken goed. Na de eerste winter concludeerde<br />

men dat het aangelegde systeem aan geen<br />

enkele verwachting voldeed. De hele winter<br />

was men in de weer geweest met elektrischeen<br />

petroleumkachels. Door architect Van<br />

Straten 'werden mogelijke en onmogelijke<br />

30<br />

Door de burgerij werd een gebrand-''<br />

schilderd raam geschonken. Het raam<br />

werd in <strong>19</strong>39 geplaatst en was ver-<br />

vaardigd door 'Almeline', de firma S. L.<br />

v.d. Meulen en Co., ver/fabriek en<br />

glasindustrie te Almelo. Bovenaan de<br />

afbeelding <strong>van</strong> Sint Stephanus, de stad en<br />

symbolen <strong>van</strong> het boerenbedrijf.<br />

Onderaan ligt de nadruk op handel en<br />

industrie, als symbolen zien we een<br />

passer, tandraderen, aambeeld,<br />

voorhamer en de staf en kop <strong>van</strong><br />

Mercurius Hermes, de Romeinse/ Griekse<br />

god <strong>van</strong> handel en winst.<br />

breekerijen aangewend om eenige verbetering<br />

aan te brengen, echter tevergeefsch.' Volgens<br />

de architect was al deze ellende vooral te wijten<br />

aan te weinig bouwkapitaal, waardoor het<br />

nieuwe gedeelte grotendeels <strong>van</strong> afbraak moest<br />

worden gebouwd. Tot aan de verhuizing naar<br />

Heemse in <strong>19</strong>41 hebben B&W en ambtenaren<br />

regelmatig kou geleden. Men kroop onder de<br />

vloeren en hakte gaten voor de lucht-afvoer,<br />

hield temperatuurlijsten bij <strong>van</strong> elk vertrek<br />

enzovoort. Er is een dik dossier overgebleven<br />

waarin, tussen de regels door, te lezen valt dat<br />

men zelf ook niet altijd de<br />

gebruiksaanwijzingen opvolgde. De kolenkachels<br />

werden niet op tijd bijgevuld of er werden<br />

geen voorzetramen aangebracht. Ook was


er in die tijd gebrek aan kolen (antraciet) en<br />

werd soms hout gestookt, waardoor men het<br />

gemeentehuis uitrookte.<br />

Luchtbescherming<br />

Het Vrijwillig Landstormkorps-<br />

Luchtwachtdienst, groep Zwolle had een<br />

opstellingsplaats op het platte dak <strong>van</strong> het<br />

stadhuis. Op de zolder werd door deze militaire<br />

luchtwachtpost - op eigen kosten - een<br />

wachtlokaal ingericht. De groepscommandant<br />

J. Fredriks deed hiervoor een officieel verzoek.<br />

Onder toezicht <strong>van</strong> de gemeenteopzichter<br />

J. Breukelman werd een lokaal <strong>van</strong> ongeveer<br />

drie bij vier meter afgetimmerd, met een<br />

dakraam en een ijzeren dakpan voor het doorlaten<br />

<strong>van</strong> de kachelpijp. Het gemeentebestuur<br />

besloot dat ze wel enige vergoeding voor het<br />

gebruik <strong>van</strong> het stadhuis mocht vragen. Er<br />

moest immers vaker worden schoongemaakt<br />

en de trappen en traplopers ha<strong>dd</strong>en ook veel<br />

meer te lijden. Vanaf 1 september <strong>19</strong>39 werd<br />

de zolder verhuurd voor een wekelijkse huurprijs<br />

<strong>van</strong> f. 2,50. In maart <strong>19</strong>41 is de verschuldigde<br />

huur over de periode <strong>van</strong> 1 september<br />

<strong>19</strong>39 tot 9 mei <strong>19</strong>40 - een bedrag <strong>van</strong> f. 46,42 -<br />

nog steeds niet voldaan. De kapitein <strong>van</strong> de<br />

generale staf A. Baretta, hoofd <strong>van</strong> het<br />

Territoriaal Afwikkelingsbureau in 's<br />

Gravenhage belooft spoedige betaling.<br />

In de vroege morgen <strong>van</strong> <strong>10</strong> mei <strong>19</strong>40 's nachts<br />

om half twee werd commandant Fredriks naar<br />

de post geroepen. Op het stadhuis waren toen<br />

aanwezig: sergeant G.J. M. Wamelink en de<br />

vrijwillige soldaten A. Knobbe, F.G. Vrielink,<br />

G. Hemstede, J.H. Lotterman en A.J. Hofstede.<br />

Er kwamen zeer veel vliegtuigen over en<br />

volgens radioberichten vlogen deze richting<br />

Noord- en Zuid-Holland waar ze de kust<br />

passeerden. Men was <strong>van</strong> mening dat de<br />

vliegtuigen op weg waren naar Engeland en<br />

tegen de morgen terug zouden komen. De<br />

vliegtuigen kwamen echter al rond drie uur<br />

terug en begaven zich langs de grens. De<br />

luchtpost hoorde toen mitrailleur-vuur, hetgeen<br />

door geschutvuur beantwoord werd. Om vijf<br />

voor vier werd de laatste melding doorgegeven<br />

en gingen overal over het<br />

Stadhuis <strong>19</strong>38<br />

Almelose kanaal de<br />

bruggen de lucht in.<br />

De luchtpost kon de<br />

laatste meldingen<br />

echter niet meer<br />

doorgeven, het<br />

scheen dat de<br />

telefoon defect was.<br />

De luchtbescherming<br />

verliet de post om de<br />

mensen, waar<strong>van</strong> de<br />

meesten nog sliepen,<br />

te waarschuwen. De<br />

huizen moesten<br />

ontruimd worden<br />

omdat de brug over<br />

de Vecht opgeblazen zou worden. Frederiks<br />

ging snel naar huis om de huisgenoten te<br />

wekken en haalde zijn helm en gasmasker.<br />

Teruggekomen bij de post trof hij Knobbe aan<br />

die nog tevergeefs probeerde telefonisch<br />

contact te leggen. De onbruikbare telefoon<br />

werd verwijderd, de radio onklaar gemaakt en<br />

de papieren met telefoonnummers en dergelijke<br />

werden vernietigd. Fredriks, Hemstede,<br />

Lotterman en Hofstede vertrokken rond half<br />

vijf richting Heemse en even later ging de brug<br />

de lucht in, de Duitsers stonden reeds in<br />

Hardenberg. Op aanraden <strong>van</strong> kapitein Prins<br />

begaven ze zich per fiets richting Ommen.<br />

Halverwege werden ze opgepikt door een<br />

achterop komende auto, waar<strong>van</strong> de militaire<br />

chauffeur opdracht had gekregen hen naar<br />

Zwolle te brengen. De fietsen werden onklaar<br />

gemaakt en in de bossen verstopt en om kwart<br />

over vijf mel<strong>dd</strong>e het viertal zich bij de kapitein.<br />

Fredriks kwam uit-<br />

31


eindelijk in Amsterdam aan en de overige drie<br />

zijn in Alkmaar beland. De andere leden <strong>van</strong><br />

de luchtwacht ha<strong>dd</strong>en zich op <strong>10</strong> mei in uniform<br />

gekleed en hebben geprobeerd de eerste<br />

groep te volgen. De brug was echter al opgeblazen<br />

en daarom zijn ze over de stuw richting<br />

Ommen vertrokken. Ze waren echter al aan<br />

alle kanten omringd door Duitse militairen en<br />

moesten zich in de bossen verschuilen, 's<br />

Avonds zijn ze noodgedwongen naar<br />

Hardenberg teruggekeerd, waar ze in het stadhuis<br />

alles wat met de post te maken had hebben<br />

vernietigd. Toen de Duitsers de volgende<br />

morgen het gemeentehuis doorzochten vonden<br />

ze alleen nog twee verstopte overjassen, die<br />

werden meegenomen. Op donderdag 23 mei<br />

werd de luchtwachtpost weer opgeroepen op<br />

bevel <strong>van</strong> kapitein Reedijk te Den Haag. Zij<br />

moesten in militair uniform <strong>van</strong> 's morgens<br />

acht uur tot 's avonds acht uur met twee man -<br />

een telefonist en ordonnans - in het wachtlokaal<br />

telefonisch bereikbaar zijn. Tijdelijk werd<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> toestel 23 maar 's avonds<br />

was men al weer onder het oude telefoonnummer<br />

<strong>10</strong>0 bereikbaar. Niemand mocht<br />

de regio verlaten maar er mocht wel thuis<br />

geslapen worden. De volgende mannen mel<strong>dd</strong>en<br />

zich: C.C. Wamelink, B.J. Breukelman, J.<br />

Ten Brinke, AJ. Breukelman, H.J. Zweers, AJ.<br />

Meijer, L. Hamhuis, korporaal J. Breukelman,<br />

F.H. Zweers, G. Wessels, H. Drenthen, A.<br />

Knobbe, sergeant G.J.M. Wamelink, L. Bosch,<br />

H. Pullen, D. Steenwijk, H. Zweers en F.G.<br />

Vrielink en waarnemend<br />

32<br />

commandant wethouder en sergeant R.E. de<br />

Bruin. Er werd een rooster opgesteld waaruit<br />

blijkt dat men om de twee uur werd afgelost.<br />

Op 25 mei kwam commandant Fredriks terug<br />

en bleek dat niemand <strong>van</strong> de luchtwachtpost<br />

was gesneuveld.<br />

Herindeling <strong>19</strong>41<br />

Hardenberg heeft niet lang <strong>van</strong> het nieuwe<br />

stadhuis kunnen profiteren. Tijdens de Duitse<br />

bezetting werd de Stad in april <strong>19</strong>41 - voor de<br />

tweede maal in de geschiedenis - samengevoegd<br />

met Ambt Hardenberg. Het gemeentehuis<br />

<strong>van</strong> Ambt Hardenberg werd ditmaal uitverkoren<br />

als onderkomen <strong>van</strong> de nieuw gevormde<br />

gemeente. Na deze herindeling kwam<br />

er - na ruim 570 jaar - definitief een eind aan<br />

het bestaan <strong>van</strong> Stad Hardenberg en werd het<br />

stadhuis overbodig. Het oude stadhuis heeft<br />

later vele instanties tot onderkomen gediend<br />

en is nog altijd bezit <strong>van</strong> de gemeente. De<br />

geschiedenis <strong>van</strong> het gemeentehuis gaat echter<br />

door. Men betrok in <strong>19</strong>41 het pand te Heemse<br />

en in <strong>19</strong>58 zien we de eerste schets <strong>van</strong> een<br />

nieuw te bouwen gemeentehuis in de krant.<br />

Dit ontwerp <strong>van</strong> architect Mastenbroek werd<br />

jaren later gerealiseerd ten oosten <strong>van</strong> de<br />

Bruchterweg, thans Stephanusplein genoemd.<br />

Dit gemeentehuis werd door Prins Bernhard,<br />

ereburger <strong>van</strong> Hardenberg, in <strong>19</strong>63 plechtig<br />

geopend. Na de laatste herindeling in 2001<br />

wachten we - we kennen onze geschiedenis -<br />

heel rustig af waar het nieuwe gemeentehuis<br />

eens zal verrijzen. De toekomst zal het leren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!