Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Op Figuur 5 (links) is te zien dat het aandeel hoge inkomens hoger is en het aandeel lage<br />
inkomens lager dan in Vlaanderen als geheel. Dat is nog meer het geval in vergelijking met<br />
Brussel. De provincie Vlaams-Brabant kent ook een veel groter aandeel inkomens uit wedden en<br />
lonen dan Vlaanderen als geheel (Figuur 5, rechts) Het omgekeerde geldt voor alle andere<br />
inkomensbronnen, afgezien van de inkomsten uit onroerend goed. Deze verschillen zijn meestal<br />
nog meer uitgesproken als er vergeleken wordt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hoewel<br />
daar de inkomens uit onroerend goed een wat hoger aandeel hebben.<br />
Tegelijkertijd is de inkomensongelijkheid in Vlaams-Brabant, en vooral in <strong>Halle</strong>-Vilvoorde, heel<br />
wat groter dan in Vlaanderen als geheel, maar lager dan in Brussel. Figuur 6 geeft voor deze<br />
gebieden de evolutie van de gini-coëfficiënt, die een indicatie geeft van de<br />
inkomensongelijkheid (na belastingen). Wanneer deze coëfficiënt nul bedraagt, heeft iedereen<br />
perfect hetzelfde netto inkomen. Wanneer deze coëfficiënt één bedraagt is al het inkomen in<br />
handen van één huishouden. De inkomensongelijkheid neemt toe voor alle deelgebieden.<br />
Figuur Figuur 6: Evolutie van de inkomensongelij<br />
inkomensongelijkheid inkomensongelij<br />
kheid ( (gini (<br />
gini gini-coëfficiënt<br />
gini coëfficiënt coëfficiënt) coëfficiënt )<br />
0,375<br />
0,35<br />
0,325<br />
0,3<br />
0,275<br />
0,25<br />
0,225<br />
0,2<br />
1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008<br />
Provincie Vlaams-Brabant Vlaams Gewest<br />
Arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />
Arrondissement Leuven<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
2 Vervangingsinkomens<br />
Vervangingsinkomens<br />
Om na te gaan of iemand in armoede leeft of een armoederisico kent, wordt vaak gebruik<br />
gemaakt van de armoedegrens of armoederisicogrens. Deze grens wordt vaak gebruikt in<br />
internationale vergelijkingen, onder meer door de EU. De waarde hiervan wordt vastgelegd op<br />
60% van het nationaal mediaan inkomen, gemeten in de door Europa gecoördineerde SILC-<br />
enquêtes. 13<br />
Wanneer iemand een inkomen heeft lager dan deze waarde, wordt hij of zij<br />
beschouwd als arm of blootgesteld aan een armoederisico. In België gold dit in 2008 voor<br />
14,7% van de bevolking, in Vlaanderen voor 10,1% en in Brussel voor 26,3%.<br />
Personen met een vervangingsinkomen zijn een bijzondere risicogroep voor armoede. De<br />
uitkeringen liggen immers vaak onder de armoedegrens. Tabel 1 geeft de sociale uitkeringen in<br />
België als aandeel van deze grens, zowel voor alleenstaanden als voor een koppel met twee<br />
kinderen. Ook het minimumloon wordt als referentie aangegeven. Daaruit blijkt dat de situatie<br />
vooral problematisch is voor koppels met kinderen, en dat vooral het leefloon, de<br />
17