25.09.2013 Views

Collega: - OK Nieuws

Collega: - OK Nieuws

Collega: - OK Nieuws

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

7 E JAARGANG, NR. 4, juli 2012<br />

Sectio<br />

Voorlichting<br />

helpt patiënt<br />

Resistentie<br />

RIVM belicht<br />

oorzaken en<br />

aanpak<br />

<strong>OK</strong>-manager<br />

Rob van den Dool:<br />

‘Loyaliteit is mijn<br />

drijfveer’<br />

Manipulatie<br />

Kan ook<br />

jou overkomen!<br />

Schiphol<br />

De <strong>OK</strong> als<br />

luchthaven<br />

Implantaten<br />

Per stuk<br />

steriel verpakt<br />

<strong>Collega</strong>:<br />

<strong>OK</strong> Management-<br />

katern vanaf pagina 21<br />

Anesthesiemedewerker<br />

Peter van Dun draait<br />

verzoeknummers voor patiënten


Je eigen groei<br />

gratis scholing<br />

van TMI<br />

ZZP’er of Maatschap? Ontdek de + van TMI<br />

Slechts 7 procent bemiddelingsfee + De garantie dat jouw omzet binnen twee weken op je<br />

rekening staat + De grootste kans op de hoogste omzet + De grootste kans op werken<br />

dichtbij huis. Kijk snel op www.tmi-interim.nl/zzp of bel met de ZZP informatiedesk:<br />

020-7173527<br />

LVO-informatie<br />

Charmaine Betzema, voorzitter,<br />

voorzitter@lvo.nl<br />

Hennie Mulder, penningmeester<br />

en bestuurslid Media<br />

operationeel@lvo.nl<br />

Jeanine Stuart, secretaris en<br />

bestuurslid Onderwijs a.i.<br />

secretaris@lvo.nl en<br />

onderwijs@lvo.nl<br />

Nicole Dreessen, bestuurslid<br />

Beroepsbelangen<br />

beroepsbelang@lvo.nl<br />

Monique de Kort, bestuurslid<br />

Congres, congres@lvo.nl<br />

Femke Wienen, bestuurslid<br />

PR&V, prvoorlichting@lvo.nl<br />

LVO TELEFOON NUMMER:<br />

024-645 47 71 van maandag<br />

t/m zaterdag van 9.00 tot<br />

17.00 uur<br />

Adres: LVO, Postbus 9058<br />

1006 AB Amsterdam<br />

Lid worden van de LVO?<br />

Surf naar www.lvo.nl of bel met<br />

024-645 47 71.<br />

Opzegging van lidmaatschap<br />

dient voor 1 oktober schriftelijk<br />

te gebeuren – het lidmaatschap<br />

wordt dan per 1 januari van het<br />

jaar daarop beëindigd.<br />

Internet:<br />

www.lvo.nl<br />

Lidmaatschap opzeggen:<br />

Secretariaat LVO<br />

Postbus 9058<br />

1006 AB Amsterdam


Deze publicatie en alle teksten, illustraties, foto’s, namen, logo’s en merken die daarin zijn opgenomen, zijn beschermd door<br />

het auteursrecht, merkenrecht en andere intellectuele eigendomsrechten van Biomet Nederland BV of van aan haar gelieerde<br />

ondernemingen of zijn in licentie gegeven aan Biomet Nederland BV. Deze brochure mag noch in zijn geheel, noch gedeeltelijk,<br />

worden gebruikt, gekopieerd of gereproduceerd voor andere dan marketingdoeleinden van Biomet Nederland BV of haar<br />

gemachtigden. Elk ander gebruik is verboden.<br />

www.biomet.nl


Muziek, resistentie en manipulatie<br />

Onder narcose gaan op de <strong>OK</strong> terwijl je op de achtergrond je favoriete<br />

muziek hoort: het is mogelijk in het Tilburgse St. Elisabeth Ziekenhuis.<br />

Het initiatief dat anesthesiemedewerker Peter van Dun enige<br />

tijd geleden nam, is een succes. Daarom heeft het ziekenhuis dit op<br />

alle operatiekamers mogelijk gemaakt. Patiënten raken minder gestrest<br />

onder narcose als ze tot rust komen en worden daarna ook rustiger<br />

wakker. ‘Thuis vinden wij het normaal om met behulp van onze<br />

zintuigen een ontspannen sfeer te scheppen. Waarom zouden we die<br />

kennis niet ook toepassen in een stressvolle ziekenhuissfeer?’, zegt<br />

Van Dun. De proef bleek een groot succes. Omdat Van Dun werkt met<br />

internet kunnen de patiënten echt verzoeknummers doorgeven. In<br />

de rubriek ‘<strong>Collega</strong>’ lees je alles over dit bijzondere initiatief.<br />

Een minder positief onderwerp is de toenemende resistentie tegen<br />

antibiotica. Hoewel de invloed van dragerschap van of infectie met<br />

een resistente bacterie niet eenvoudig hard te maken is, is de ziektelast<br />

van resistentie in Europa zeker een indicator voor het effect:<br />

circa 25.000 extra sterfgevallen per jaar en 2,5 miljoen meer ziekenhuisligdagen.<br />

<strong>OK</strong> Operationeel bezocht de 22e Transmissiedag van<br />

het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, volledig gewijd<br />

aan infectieziekten en resistente bacteriën. Alice Oldenbroek, operatieassistent<br />

in de Isala klinieken, onderzocht voor haar studie<br />

gezondheidspsychologie per- en postoperatieve angst, controlebesef<br />

en ziekenhuisverblijfsduur bij patiënten die een geplande of acute<br />

sectio ondergingen. Uit de resultaten bleek dat patiënten gebaat<br />

zijn bij voorlichting. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor<br />

operatieassistenten en anesthesiemedewerkers.<br />

In het <strong>OK</strong> Management-katern lees je een artikel van VMS Zorg over de<br />

ideeën en crosslinks die Patiëntveiligheid Awardwinnaar, intensivist<br />

en medisch manager KV&I Ralph So van het Albert Schweitzer ziekenhuis<br />

meenam na een bezoek aan luchthaven Schiphol. Ook vind je hier<br />

een interview met arts en neurobioloog Ronald Siecker, die een boek<br />

schreef over manipulatie en de mogelijkheden om je daartegen te verweren.<br />

Een casus hierbij illustreert manipulatie op de <strong>OK</strong>. ‘Iedereen is<br />

een potentieel slachtoffer’, weet Siecker. Je bent dus gewaarschuwd.<br />

Menno Goosen, bladmanager <strong>OK</strong> Operationeel en <strong>OK</strong> Management<br />

-katern. Hennie Mulder, penningmeester LVO en bestuurslid media<br />

okoperationeel@y-publicaties.nl<br />

020-520 60 77<br />

4 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

<strong>Collega</strong><br />

Peter van Dun<br />

Anesthesiemedewerker Peter van Dun draait<br />

verzoeknummers voor patiënten. Met succes.<br />

Portret<br />

Rob van den Dool<br />

10<br />

24<br />

Als leidinggevende wil <strong>OK</strong>-manager Rob van<br />

den Dool voeling houden met de werkvloer.


Voorlichting helpt<br />

patiënt bij sectio<br />

Draag bij aan een mooie bevallingservaring door<br />

sectiopatiënten goed voor te lichten.<br />

‘Wees op je hoede<br />

voor manipulatie’<br />

Arts/neurobioloog Ronald Siecker schreef een<br />

boek over manipulatie. ‘Iedereen is een<br />

potentieel slachtoffer.’<br />

Crosslinks tussen <strong>OK</strong><br />

en luchthaven<br />

Schiphol<br />

Een bezoek aan Schiphol bracht het Albert<br />

Schweitzer ziekenhuis veel herkenning.<br />

<strong>OK</strong> Operationeel wordt mede<br />

mogelijk gemaakt door:<br />

Antibioticaresistentie: probleem en aanpak<br />

De 22e Transmissiedag van het RIVM belicht de keerzijde van bacteriebestrijding.<br />

12 16<br />

28<br />

33 36<br />

Per stuk verpakte<br />

schroeven en platen<br />

Het Spaarne Ziekenhuis gebruikt per stuk<br />

steriel verpakte schroeven en platen.<br />

Verder in dit nummer:<br />

4 Redactioneel<br />

6 <strong>Nieuws</strong><br />

21 <strong>OK</strong> Management-katern<br />

38 Boeken<br />

39 Column Ed Schoemaker<br />

39 Colofon<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 5


Tekst: Menno Goosen<br />

1e Nationale Traumadag<br />

Op 2 september organiseert de Ongevalstichting<br />

voor het eerst de Nationale<br />

Traumadag, in het UMC St Radboud in<br />

Nijmegen. De dag bestaat uit twee onderdelen:<br />

een wetenschappelijk deel en<br />

een publieksdeel. Het wetenschappelijke<br />

deel is bedoeld voor traumachirurgen,<br />

orthopedisch chirurgen, SEH-artsen,<br />

operatieassistenten en anesthesiemedewerkers.<br />

Het publieksdeel is voor ieder-<br />

Diakonessenhuis lanceert<br />

voorlichtingsfilm liesbreukoperatie<br />

Hoe concreter patiënten weten wat er bij<br />

een operatie komt kijken, hoe minder<br />

spanning zij ervaren. Dit blijkt uit diverse<br />

onderzoeken. Reden voor het Diakonessenhuis<br />

om een voorlichtingsfilm aan te<br />

bieden over de verschillende stappen rond<br />

een laparoscopische liesbreukcorrectie.<br />

Centraal in de film staat Hans Molenaar,<br />

ex-patiënt bij het Liesbreukcentrum Nederland<br />

van het Diakonessenhuis locatie<br />

Zeist. Door hem te volgen krijgen toekomstige<br />

patiënten een goed beeld en basisinformatie<br />

over wat ze kunnen verwachten<br />

vóór, tijdens en na de liesbreukoperatie.<br />

Patiënten bekijken de film voor het<br />

Margot Kinds van de Universiteit<br />

Utrecht gebruikte digitale analyse van<br />

knieröntgenfoto’s om artrose sneller op<br />

te sporen. Met de knee images digital analysis<br />

(KIDA) kan de ontwikkeling van<br />

afzonderlijke artrosekenmerken op<br />

knieröntgenfoto’s in een vroeg stadium<br />

gedetailleerd gemeten worden. Dit heeft<br />

duidelijke voordelen vergeleken met de<br />

huidige grove analyse van het kniegewricht<br />

als geheel. Om dit te bestuderen<br />

gebruikte Kinds het Cohort-Heup-En-<br />

Cohort-Knie (CHECK), bestaande uit duizend<br />

mensen met beginnende artrosege-<br />

een toegankelijk. Ook bestaat de mogelijkheid<br />

om een kijkje te nemen in de<br />

MICU, de traumahelikopter en op de<br />

<strong>OK</strong>/SEH. Het wetenschappelijke deel is<br />

tegen een vergoeding te bezoeken. Door<br />

het beperkte aantal plaatsen wordt gewerkt<br />

met een aanmeldingsprocedure,<br />

waarbij de aanmelding en betaling als<br />

definitief worden gezien. Aanmelden<br />

kan via www.paoheyendael.nl.<br />

gesprek met de specialist, waardoor ze<br />

beter voorbereid zijn en gerichter vragen<br />

kunnen stellen. De<br />

film Goed en snel geholpen<br />

geeft ook antwoord<br />

op de meest<br />

gestelde vragen van<br />

patiënten met een<br />

liesbreuk. De film is<br />

te bekijken op www.<br />

liesbreukcentrum.nl<br />

en duurt ongeveer 8<br />

minuten. Per jaar<br />

worden er in Nederland<br />

meer dan<br />

relateerde klachten aan heup en/of knie.<br />

Met KIDA identificeerde Kinds vroege<br />

kenmerken van knieartrose op röntgenfoto’s,<br />

die gedurende de tijd verslechteren.<br />

Dit was met de huidige analysetech-<br />

HEEFT U NIEUWS?<br />

Mail naar oko pera tioneel<br />

@y-publicaties.nl<br />

<strong>OK</strong> NIEUWS<br />

Het actueelste<br />

<strong>OK</strong>-nieuws vindt u op<br />

www.oknieuws.nl<br />

Artrose beter in beeld dankzij digitale analyse<br />

6 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

30.000 patiënten geopereerd aan een liesbreuk;<br />

95 procent van hen zijn mannen.<br />

nieken niet mogelijk. Zo kan bij iemand<br />

die met beginnende klachten van knieartrose<br />

bij de (huis)arts komt veel eerder<br />

(vijf keer zo snel) en beter voorspeld<br />

worden of er de komende vijf jaar ernstigere<br />

gewrichtsschade zal optreden. En<br />

nog belangrijker: door het meten van de<br />

afzonderlijke kenmerken identificeerde<br />

Kinds specifieke subtypes van artrose die<br />

zich ieder anders ontwikkelen. Deze<br />

kennis is belangrijk om uit alle uiteenlopende<br />

artrosepatiënten een subgroep<br />

te selecteren en die gericht te behandelen.


Patiënt bij chirurg in opleiding<br />

in veilige handen<br />

Chirurgen in opleiding voeren een blinde- die in het onderzoek werden geëvalueerd,<br />

darmoperatie even veilig uit als ervaren, werd bij 23 procent de blindedarm ver-<br />

afgestudeerde chirurgen. Dat is aangewijderd door een gediplomeerd chirurg.<br />

toond door arts-assistent chirurgie Leon Bij de overige patiënten werd de operatie<br />

Graat van het St. Elisabeth Ziekenhuis in uitgevoerd door een chirurg in opleiding.<br />

Tilburg, die hier onderzoek naar deed. De Een deel van hen deed dat onder supervi-<br />

uitkomsten zijn gepubliceerd in het mesie van een ervaren chirurg, een deel niet.<br />

disch-wetenschappelijke tijdschrift The Het aantal gevallen waarin complicaties<br />

Annals of Surgery. ‘Soms geven patiënten optraden en het aantal gevallen waarin de<br />

aan dat ze niet geopereerd willen worden geopereerde patiënten opnieuw moesten<br />

door een arts die nog in opleiding is’, licht worden geopereerd, was voor alle drie de<br />

Graat toe. ‘Ik vroeg me af of deze groep groepen artsen hetzelfde, zelfs nadat er<br />

artsen in opleiding tot specialist (AIOS) gecorrigeerd was voor de ernst van de<br />

werkelijk minder presteert, of dat het blindedarmontsteking.<br />

slechts een verwachting van de<br />

patiënten is dat ze alleen bij ervaren<br />

chirurgen in vertrouwde handen<br />

zijn.’ Daarom onderzocht<br />

Graat de medische gegevens van<br />

alle blindedarmoperaties die tussen<br />

2000 en 2009 werden uitgevoerd<br />

in zijn ziekenhuis. Daaruit<br />

blijkt dat er bij operaties waarbij<br />

problemen voorkwamen geen<br />

enkel verband was met de ervarenheid<br />

van de chirurg. Graat onderzocht<br />

blindedarmoperaties omdat<br />

dit een van de eerste operaties is<br />

die chirurgen in opleiding uitvoe- Onderzoeker Leon J. Graat, chirurg in opleiding<br />

ren. Van de ruim 1400 patiënten in het St. Elisabeth Ziekenhuis.<br />

Omega 3 voor beter functioneel<br />

herstel na gedeeltelijke verwijdering<br />

van de lever<br />

Patiënten met leververvetting (steatose)<br />

bij wie een deel van het orgaan moet worden<br />

verwijderd, hebben na de ingreep een<br />

groter risico op complicaties. Non-invasieve<br />

metingen van steatose met behulp van<br />

MRI-technieken blijken een nauwkeurig<br />

alternatief voor een leverbiopt. Promovendus<br />

Hendrik Marsman van het AMC keek<br />

ook naar het effect van een behandeling<br />

met omega 3-vetzuren. Hij laat zien dat<br />

afname van steatose gepaard gaat met<br />

minder schade door zuurstofgebrek en de<br />

daarop volgende reperfusie (het weer op<br />

gang komen van de bloeddoorstroming),<br />

en leidt tot verbetering van de leverfunctie.<br />

Omega 3-vetzuurbehandeling resulteerde<br />

ook in beter functioneel herstel na<br />

gedeeltelijke verwijdering van de lever.<br />

Diploma-uitreiking<br />

logistiek medewerker<br />

Op 7 mei ontvingen dertien logistiek<br />

medewerkers hun diploma aan de<br />

Fontys Hogeschool in Eindhoven. In<br />

de cursus leerden zij onder andere<br />

medische terminologie, hygiëne en<br />

steriliteit, transport en beheer van<br />

medische hulpmiddelen op de <strong>OK</strong>.<br />

Logistiek medewerkers worden meer<br />

en meer ingezet voor magazijnwerkzaamheden,<br />

niet-patiëntgebonden<br />

omloopwerkzaamheden en op steriele<br />

gangen voor het klaarzetten en<br />

openen van instrumentensets. Meer<br />

informatie: m.versantvoort@fontys.nl.<br />

Bijeenkomst<br />

personeelstekort<br />

op de <strong>OK</strong><br />

<strong>OK</strong>-inside heeft een onderzoek afgesloten<br />

naar de omvang en oorzaken van<br />

het personeelstekort onder anesthesiemedewerkers<br />

en operatieassistenten.<br />

De uitkomsten worden op dinsdag<br />

26 juni vanaf 18.30 uur gepresenteerd<br />

op Landgoed Zonnestraal in Hilversum.<br />

Naar aanleiding daarvan wordt u uitgedaagd<br />

aan de hand van prikkelende<br />

stellingen het debat aan te gaan. De<br />

kosten bedragen 50 euro. Meer informatie<br />

is te vinden op www.ok- inside.nl.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 7


Tekst: Menno Goosen<br />

Robotchirurgie nu ook voor<br />

darm- en nieraandoeningen in Amphia<br />

In het Amphia Ziekenhuis wordt robotchirurgie<br />

nu ook ingezet voor de<br />

behandeling van darmaandoeningen.<br />

Daarnaast worden sinds kort niersparende<br />

operaties met de robot uitgevoerd.<br />

In april 2011 werd binnen<br />

Amphia de eerste robotoperatie uitgevoerd<br />

bij de behandeling van prostaatkanker.<br />

Inmiddels zijn er in Nederland<br />

zestien ziekenhuizen in het<br />

bezit van een operatierobot. ‘Breda is<br />

Penisprothese: door ultrasonografie<br />

en endoscopie minder problemen<br />

Het implanteren van een penisprothese<br />

is een uitdaging en kan gepaard gaan<br />

met een teleurstellend resultaat, blijvende<br />

klachten of zelfs het falen van de hele<br />

procedure. Osama Kamal Zaki Mahmoud<br />

van het AMC beschrijft in zijn proefschrift<br />

de chirurgische technieken waar-<br />

SEH-artsen gebruiken sinds kort een<br />

echoapparaat om patiënten sneller, gerichter<br />

en minder pijnlijk te kunnen<br />

onderzoeken op de Spoedeisende Hulp<br />

van het Sint Franciscus Gasthuis. Arthur<br />

Rosendaal, SEH-arts en initiatiefnemer<br />

van dit project: ‘Door bijvoorbeeld de<br />

onderste holle ader te bekijken kunnen<br />

we nu sneller constateren of een patiënt<br />

is uitgedroogd of juist te veel vocht vasthoudt.<br />

In een levensbedreigende situatie,<br />

bijvoorbeeld bij een verdenking op een<br />

gesprongen buikslagader, zijn we snel in<br />

staat dit vast te stellen. Na enkele technische<br />

aanpassingen aan het apparaat<br />

kunnen we binnenkort ook botbreuken<br />

lokaliseren of zenuwen gericht verdoven.’<br />

mee deze problemen voorkomen kunnen<br />

worden. In de beschreven technieken<br />

wordt gebruikgemaakt van ultrasonografie,<br />

endoscopie of een combinatie van<br />

beide. Ondanks het geringe aantal patiënten<br />

concludeert de promovendus dat<br />

door het gebruik van de genoemde me-<br />

Nieuwe toepassingen echoapparaat<br />

op SEH Sint Franciscus Gasthuis<br />

8 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

niet uniek met het inzetten van de<br />

robot binnen de chirurgie, maar<br />

behoort hiermee wel tot de koplopers<br />

als het om geavanceerde<br />

minimaal invasieve chirurgie gaat’,<br />

zegt Olof Suttorp, voorzitter van de<br />

raad van bestuur. ‘Wij zullen in het<br />

eerste jaar zo’n vijftig patiënten<br />

met endeldarmklachten met de<br />

robot opereren. Dat aantal zal jaarlijks<br />

toenemen.’<br />

thoden bestaande en moeilijke obstakels<br />

in de penischirurgie overwonnen kunnen<br />

worden. Urologen die penisprotheseimplantaten<br />

inbrengen, zouden met<br />

deze technieken bekend moeten zijn<br />

voordat zij bij een patiënt met de behandeling<br />

beginnen.


Ziekenhuizen eind 2012 in bezit van<br />

veiligheidsmanagementsysteem<br />

Alle Nederlandse ziekenhuizen verwachten<br />

op 31 december 2012 een veiligheidsmanagementsysteem<br />

(VMS) te<br />

hebben. In 96 procent van alle ziekenhuizen<br />

is dit VMS dan ook al geaccrediteerd<br />

of gecertificeerd. Dit blijkt uit een<br />

inventarisatie die het VMS Veiligheidsprogramma<br />

onder de Nederlandse ziekenhuizen<br />

heeft gehouden. Met een<br />

VMS leggen de ziekenhuizen een stevige<br />

basis voor het terugdringen van vermijdbare<br />

patiëntschade. In ziekenhuizen<br />

kunnen patiënten onbedoeld vermijdbare<br />

schade oplopen door technische,<br />

organisatorische of menselijke<br />

Eierstokkanker komt uit de baarmoeder<br />

Gynaecologen en pathologen van het<br />

UMC St Radboud hebben sterke aanwijzingen<br />

gevonden dat eierstokkanker<br />

niet in de eierstok zelf ontstaat. Eerder<br />

waren er al voorstadia van eierstokkanker<br />

ontdekt in de eileiders; nu ook in de<br />

baarmoeder. Eierstokkanker zou veroorzaakt<br />

worden door oplopende schade<br />

aan de eierstokken als gevolg van de<br />

maandelijkse eisprong. Prof. dr. Leon<br />

Massuger, hoogleraar gynaecologische<br />

oncologie bij het UMC St Radboud, heeft<br />

altijd al getwijfeld aan deze theorie over<br />

het ontstaan van eierstokkanker. ‘Het<br />

verklaart niet waarom bij gesteriliseerde<br />

vrouwen, die elke maand gewoon een<br />

eisprong hebben, aantoonbaar minder<br />

eierstokkanker optreedt. Bovendien<br />

hebben de cellen van eierstoktumoren<br />

niets gemeen met de cellen van de eierstok.<br />

Er is in de eierstokken ook nog<br />

nooit een voorstadium van kanker gezien.’<br />

De enige plek in het lichaam waar<br />

tot nu toe wel een voorstadium van<br />

eierstokkanker is aangetroffen, is in de<br />

eileiders. Zo’n vijftien jaar geleden werd<br />

in de baarmoeder een zeldzame tumor<br />

fouten. Het VMS bestaat uit tien deelgebieden<br />

waarvoor normen zijn vastgelegd.<br />

Een belangrijke voorwaarde is<br />

een veilige en open cultuur, waarin<br />

zorgverleners zich vrij voelen (bijna-)<br />

fouten te melden om ervan te leren. Een<br />

ander belangrijk deelgebied is het leren<br />

inschatten van risico’s vooraf. Met de<br />

invoering van een VMS wordt het fundament<br />

gelegd om structureel, concreet,<br />

toetsbaar en ziekenhuisbreed te werken<br />

aan veilige zorg voor de patiënten. Met<br />

de inventarisatie is ook gevraagd hoe<br />

ver ziekenhuizen zijn met de implementatie<br />

van de tien inhoudelijke the-<br />

ontdekt. Ook<br />

het voorstadium<br />

ervan<br />

werd in de<br />

baarmoeder<br />

gevonden. De<br />

cellen van dit<br />

voorstadium<br />

zijn pathologischonderzocht<br />

en vertonenopmerkelijk<br />

veel<br />

verwantschap met de cellen van eierstoktumoren.<br />

Zou dit misschien ook het<br />

voorstadium van eierstokkanker kunnen<br />

zijn?, vroegen Massuger en anderen<br />

zich af. Dan zouden deze verdachte cellen<br />

ook te vinden moeten zijn in de<br />

baarmoeder van vrouwen met eierstokkanker.<br />

Onderzoeker Thijs Roelofsen<br />

heeft dit onderzocht in alle beschikbare<br />

coupes van baarmoederweefsel van<br />

vrouwen die in het UMC St Radboud<br />

zijn geopereerd aan eierstokkanker.<br />

Hoewel deze coupes niet voor dit doel<br />

geprepareerd waren, trof hij toch in<br />

ma’s waarmee de vermijdbare schade<br />

wordt teruggedrongen. De resultaten<br />

laten zien dat in 95 procent van de ziekenhuizen<br />

alle tien de inhoudelijke<br />

thema’s zijn opgepakt. Bij de andere 5<br />

procent is dat minimaal acht van de<br />

tien thema’s. Een groot deel van de ziekenhuizen<br />

is zover dat de verandering<br />

in de hele organisatie is doorgevoerd en<br />

de effectiviteit daarvan wordt gemeten.<br />

In de overige ziekenhuizen is men voorbij<br />

de pilotfase, maar is de implementatie<br />

zo complex dat zij nog minimaal<br />

dit jaar nodig hebben om de doelstellingen<br />

te behalen.<br />

negen ervan de verdachte cellen aan. En<br />

dat niet alleen, hij vond ook treffende<br />

overeenkomsten in genetische mutaties<br />

tussen de verdachte baarmoedercellen<br />

en het tumorweefsel van de betreffende<br />

vrouwen. ‘Het lijkt er dus heel sterk op<br />

dat we hiermee een voorstadium van<br />

eierstokkanker te pakken hebben’, aldus<br />

Massuger. Om meer zekerheid te<br />

krijgen is er nu een onderzoek opgezet<br />

waarbij het volledige baarmoederslijmvlies<br />

van vrouwen met eierstokkanker<br />

onderzocht wordt op de aanwezigheid<br />

van verdachte cellen.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 9


10 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012


Hoe ben je ooit op het idee gekomen om<br />

muziek te gebruiken bij narcose?<br />

‘Noem het voortschrijdend inzicht. Ik werk<br />

al dertig jaar in dit vak, en heb gemerkt<br />

dat patiënten in een stressvolle situatie<br />

– en dat is een operatie nu eenmaal –<br />

behoefte hebben aan professionals die<br />

oprechte betrokkenheid tonen. Ik doe mijn<br />

best mensen te helpen bij het vinden van<br />

rust, zodat ze minder gestrest zijn. Wie<br />

ontspannen de ogen sluit, wordt meestal<br />

ook ontspannen wakker. Dat probeer ik<br />

altijd te bereiken door de patiënt aan iets<br />

ontspannends te laten denken. Bij een<br />

oudere dame voor een oncologische ingreep<br />

hielp dat niet. Ten einde raad vroeg<br />

ik haar bij welke muziek ze zich goed kon<br />

ontspannen. Ze koos direct voor de muziek<br />

die bij haar kinderen in de huwelijksmis<br />

was gedraaid. Ze zong het stuk mee tot ze<br />

ontspannen ging slapen. Een persoonlijke<br />

stap voorwaarts in mijn leerproces.’<br />

Wat is de meerwaarde van muziek?<br />

‘De manier waarop iemand gaat slapen<br />

heeft grote impact op het hele proces. Ook<br />

in het dagelijks leven is het effect van muziek<br />

groot. Thuis vinden wij het normaal<br />

om met behulp van onze zintuigen een<br />

ontspannen sfeer te scheppen. Waarom<br />

zouden we die kennis niet ook toepassen<br />

in een stressvolle ziekenhuissfeer?<br />

Anesthesiemedewerker Peter van Dun:<br />

‘Muziek is een prachtige<br />

afleidingsmanoeuvre’<br />

Anesthesiemedewerker Peter van Dun (51) is een van de laatste mensen die patiënten in het Tilburgse<br />

St. Elisabeth Ziekenhuis voor een operatie in de ogen kijkt. Hij kwam op het succesvolle idee hen bij<br />

hun favoriete muziek onder narcose te laten gaan. ‘Wie ontspannen de ogen sluit, wordt meestal ook<br />

Ik zag ooit een filmpje met Jaap van Zweden<br />

over zijn autistische zoon. Een muziektherapeut<br />

maakte hem erop attent dat<br />

melodieuze klanken konden helpen om<br />

contact te maken met moeilijk bereikbare<br />

mensen. Die theorie klonk mij als muziek<br />

in de oren. Tegelijkertijd realiseerde ik<br />

me dat ik me zou moeten inspannen om<br />

zorgverleners te overtuigen. Als dit al niet<br />

voor de hand ligt bij een wereldberoemde<br />

violist en dirigent als Jaap van Zweden,<br />

hoe zouden medisch specialisten – niet gespecialiseerd<br />

in muziek – dit dan moeten<br />

weten?’<br />

Zorgt muziek echt voor de gewenste<br />

ontspanning?<br />

‘Het is breder dan dat. Voorafgaand aan<br />

de ingreep span ik me in om de patiënt<br />

zich te laten ontspannen. Hoe hoger het<br />

spanningsniveau, hoe ontvankelijker<br />

iemand vaak is voor coaching. Je favoriete<br />

muziek is een prachtige afleidingsmanoeuvre.<br />

Zodra de patiënt zich eraan<br />

overgeeft, heb ik mijn taak volbracht en<br />

mijn handen vrij om me, samen met mijn<br />

collega’s, op de techniek te richten.<br />

Laatst kwam een patiënt speciaal naar de<br />

afdeling om mij persoonlijk te bedanken.<br />

Het ging om een vrouw met depressieve<br />

klachten die elektroshocktherapie onderging.<br />

De narcose verliep in stroomver-<br />

ontspannen wakker.’<br />

TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO’S (INCLUSIEF COVER): EDWIN WIEKENS<br />

snelling. Gelukkig kon ik wel even mijn<br />

hand op haar schouder leggen en haar<br />

adviseren naar haar favoriete klassieke<br />

muziek te luisteren. Dat had precies de<br />

gewenste rust in haar hoofd gebracht.’<br />

Voert muziek nu de boventoon bij de narcose?<br />

‘Ik ben zo langzamerhand ervaringsdeskundige<br />

geworden in veranderingsprocessen;<br />

in ons ziekenhuis hebben alle<br />

anesthesiewerkstations nu luidsprekers,<br />

zodat mensen met hun lievelingsmuziek<br />

onder narcose kunnen gaan. Voor wie<br />

in plaats van muziek stilte prefereert,<br />

regelen we optimale rust. In alle gevallen<br />

vermijden we een storende kakofonie van<br />

geluiden. Door rekening te houden met<br />

de wensen van de patiënt geef je hem het<br />

gevoel grip te hebben op zijn gevoel van<br />

spanning en niet louter overgeleverd te<br />

zijn aan het medisch team. Dat schept vertrouwen,<br />

en juist daardoor kan de patiënt<br />

zich gemakkelijker overgeven. Protocollen<br />

zijn een goede leidraad in de zorg, maar ze<br />

moeten wel ruimte laten voor verbetering,<br />

bijvoorbeeld in de interactie zorgverlenerpatiënt.<br />

Variaties op een thema kunnen<br />

daaraan bijdragen.’<br />

Waar slaap je zelf het liefst bij in?<br />

‘Bij “A whiter shade of pale” van Procol Harum,<br />

liefst de live versie uit Denemarken.’<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 11


Studie onderstreept rol operatieassistenten en<br />

anesthesiemedewerkers<br />

Sectiopatiënt geholpen<br />

door voorlichting<br />

Operatieassistenten en anesthesiemedewerkers kunnen bijdragen aan een positieve<br />

bevallingservaring door patiënten goed voor te lichten. Patiëntenvoorlichting helpt namelijk<br />

het controlebesef tijdens een sectio te vergroten. Dat blijkt uit afstudeeronderzoek van<br />

Alice Oldenbroek, waarvoor ze – afhankelijk zijnde van 250 collega’s – de nodige drempels<br />

moest overwinnen.<br />

TEKST: ALICE OLDENBROEK, OPERATIEASSISTENT, ISALA KLINIEKEN, ZWOLLE | FOTO’S: I STOCKPHOTO<br />

12 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012


Bevallen is spannend: de aanstaande<br />

moeder kan onzeker zijn over de<br />

gezondheid van de baby, ze kan<br />

bang zijn voor de bevalling en er kan controleverlies<br />

plaatsvinden. Dit geldt zeker<br />

als voor of tijdens de bevalling indicaties<br />

bestaan voor een ziekenhuisbevalling.<br />

Wanneer een vrouw dan ook nog een sectio<br />

moet ondergaan, kan de bevalling<br />

door angst en controleverlies een traumatische<br />

ervaring worden.<br />

De gevolgen daarvan kunnen groot zijn.<br />

Een negatieve bevallingservaring kan<br />

leiden tot een depressie postpartum, een<br />

posttraumatisch stresssyndroom en gebrekkig<br />

seksueel functioneren. Ook kan<br />

een dergelijke ervaring ertoe leiden dat<br />

een vrouw bij toekomstige zwangerschappen<br />

slechts per sectio wil bevallen of zelfs<br />

abortus wil plegen. Daarbij zijn er gevolgen<br />

voor het kind. Een traumatische<br />

bevalling kan de binding met het kind en<br />

het geven van borstvoeding in de weg<br />

staan en tot verwaarlozing of misbruik<br />

van het kind leiden.* Alles in het werk te<br />

stellen een bevallingservaring positief te<br />

laten verlopen is dus heel belangrijk.<br />

Het is voorstelbaar dat het veel uitmaakt<br />

of een vrouw van tevoren weet dat ze een<br />

sectio krijgt. Voorafgaand aan een primaire<br />

(geplande) sectio kan ze zich rustig<br />

voorbereiden en krijgt ze veel informatie<br />

en adviezen: van de gynaecoloog tijdens<br />

consulten, van de anesthesist bij de preoperatieve<br />

screening, van de verpleegkundige<br />

bij de opname, en via brochures.<br />

Vrouwen die een secundaire (acute) sectio<br />

ondergaan, missen deze patiëntenvoorlichting.<br />

Er is nauwelijks of geen tijd om<br />

hen van informatie te voorzien of instructies<br />

en adviezen te geven.<br />

Zou er een effect van patiëntenvoorlichting<br />

te zien zijn op de mate van angst en<br />

controlebesef bij deze twee groepen patiënten?<br />

En op hun verblijfsduur in het<br />

ziekenhuis? Deze vragen stonden centraal<br />

in de afstudeerscriptie waarmee ik de<br />

studie gezondheidspsychologie aan de<br />

Open Universiteit heb afgerond. Het on-<br />

derzoek hiervoor vond plaats de Isala<br />

klinieken, locatie Sophia, in Zwolle.<br />

Voorbereiding<br />

Voor het onderzoek kon beginnen, moesten<br />

al de nodige drempels worden overwonnen.<br />

Toen het onderzoeksplan klaar<br />

was, werd het ter beoordeling naar de<br />

Ethische Commissie Psychologie van de<br />

Open Universiteit gestuurd. Deze commissie<br />

uitte haar twijfels over de WMO-plichtigheid<br />

van het onderzoek (WMO = Wet<br />

medisch-wetenschappelijk onderzoek met<br />

mensen). Er was vooral weerstand tegen<br />

het plan om de vrouwen tijdens het hechten<br />

twee vragen te laten beantwoorden<br />

over de peroperatieve angstervaring en<br />

controlebesef. De commissie kon zich<br />

voorstellen dat dit een te grote belasting<br />

voor de vrouwen zou zijn en vroeg zich af<br />

hoe het met de aansprakelijkheid zat als<br />

er complicaties zouden optreden tijdens<br />

en na de bevalling. In reactie op deze feedback<br />

heb ik het onderzoeksplan aangepast<br />

en voorgelegd aan de Medisch Ethische<br />

Toetsings Commissie van de Isala<br />

klinieken en bij de Centrale Commissie<br />

Mensgebonden Onderzoek. Na drie maanden<br />

bleek dat het onderzoek helemaal<br />

niet volgens de criteria van de WMO getoetst<br />

had hoeven worden. Ik voelde opluchting<br />

en blijdschap, maar ook teleurstelling<br />

omdat het onderzoek zeker drie<br />

maanden onnodige vertraging had opgelopen.<br />

Hierna moest ik het onderzoek goed<br />

voorbereiden en introduceren. De gynaecologen<br />

werden via een PowerPointpresentatie<br />

geïnformeerd. Zij gaven toestemming<br />

het onderzoek bij hun patiënten te<br />

doen. Daarna werd het onderzoek gepresenteerd<br />

bij de maatschap anesthesiologie,<br />

de hoofden zorgteam van de chirurgie,<br />

anesthesie, recovery en verloskamers<br />

én de overkoepelende leidinggevende, de<br />

manager <strong>OK</strong>/IC.<br />

Er vinden gemiddeld tien sectio’s per<br />

week plaats. Het is onmogelijk als onderzoeker<br />

dag en nacht bij alle sectio’s aanwezig<br />

te zijn. Daarom had ik de hulp van<br />

mijn collega’s nodig. <strong>Collega</strong>’s van de<br />

chirurgie, anesthesie, recovery en verloskamers<br />

kregen allemaal een voorlichtingsbrief<br />

waarin het onderzoek werd<br />

geïntroduceerd, de gang van zaken werd<br />

uitgelegd en hun medewerking werd gevraagd.<br />

Hun werd verzocht sectiopatiënten<br />

op de recovery te vragen mee te doen<br />

aan het onderzoek en deze patiënten de<br />

vragenlijst te geven. In totaal moesten 250<br />

collega’s op de hoogte worden gesteld. Dit<br />

gebeurde per mail.<br />

Draagvlak creëren<br />

Voor mij was het onderzoek heel belangrijk,<br />

maar dit was natuurlijk minder het<br />

geval voor de mensen wier hulp ik nodig<br />

had. Om draagvlak te creëren heb ik het<br />

onderzoek op meerdere manieren onder<br />

de aandacht van de betrokkenen gebracht.<br />

Het werd bijvoorbeeld feestelijk<br />

gestart met een traktatie voor alle betrokken<br />

afdelingen.<br />

Toen bleek dat een aantal betrokkenen<br />

hun mail niet of maar deels las – waardoor<br />

ze niets wisten van het onderzoek,<br />

de sectiopatiënten niet informeerden en<br />

hen de vragenlijsten niet lieten invullen<br />

– ondernam ik verdere actie. Elke dag<br />

rond 17.00 uur belde ik de late dienst en<br />

om 23.00 uur de nachtdienst met het<br />

verzoek aan het onderzoek te denken.<br />

Ook in de weekenden belde ik alle diensten.<br />

Daarnaast heb ik de vragenlijsten op<br />

geel papier afgedrukt, zodat ze extra<br />

zouden opvallen. Daarop druppelden de<br />

vragenlijsten binnen. Bij de vijftigste<br />

deelnemer heb ik getrakteerd en ook<br />

later heb ik nog geregeld het onderzoek<br />

onder de aandacht gebracht via traktaties.<br />

Dit bleek te werken. Verder bleek<br />

heel duidelijk dat ik als onderzoeker<br />

zichtbaar moest zijn om draagvlak voor<br />

het onderzoek te creëren. Door op de<br />

afdelingen rond te lopen, collega’s aan te<br />

spreken, te vragen of er onduidelijkheden<br />

of problemen waren en blijdschap<br />

en dankbaarheid te tonen over ingevulde<br />

lijsten, ontstond er meer draagvlak.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 13


Het onderzoek<br />

In totaal werkten ongeveer 250 collega’s<br />

van de chirurgie, anesthesie, recovery en<br />

verloskamers mee bij de dataverzameling.<br />

Tijdens de onderzoeksperiode – die liep van<br />

oktober 2010 tot en met maart 2011 – vonden<br />

276 sectio’s plaats. Patiënten die aan de<br />

inclusiecriteria voldeden – ten minste 18<br />

jaar, beheersing Nederlandse taal, bevallen<br />

van een levend geboren kind, spinale/epidurale<br />

anesthesie – werden gevraagd mee<br />

te doen. In totaal deden 129 patiënten mee.<br />

Zij vulden een vragenlijst in die gebaseerd<br />

was op bestaande valide en betrouwbare<br />

meetinstrumenten. Meteen na afloop van<br />

de sectio beantwoordden ze op de recovery<br />

de eerste vier vragen, waarmee de<br />

per- en postoperatieve angst en controle<br />

gemeten werden. Ze zetten een kruisje op<br />

een lijn met een range van 0 tot en met<br />

10. De rest van de vragenlijst (met vragen<br />

over eventueel ontvangen voorlichting)<br />

ging in de status mee naar de afdeling,<br />

waar de patiënten hem de volgende dag<br />

verder invulde. Na afloop kregen ze een<br />

kleinigheid aangeboden voor hun baby.<br />

Bij de dataverzameling werden ook gegevens<br />

uit diverse medische computerprogramma’s<br />

gebruikt, uiteraard na schriftelijke<br />

toestemming van de respondenten.<br />

Onderzoeksvariabelen<br />

Mijn centrale vraagstelling was: wat zijn<br />

de verschillen in angst, controlebesef en<br />

postoperatieve verblijfsduur tussen vrouwen<br />

die een primaire sectio en vrouwen<br />

die een secundaire sectio ondergaan<br />

(waarbij gecontroleerd wordt voor eerdere<br />

bevallingservaringen)? Deze heb ik opgesplitst<br />

in twaalf deelvragen.<br />

Hiermee werden negen onderzoeksvariabelen<br />

gemeten. Behalve naar angst, controlebesef<br />

en postoperatief ziekenhuisverblijf<br />

heb ik ook gekeken naar de invloed<br />

van eerdere bevallingservaringen (zowel<br />

vaginaal als via een sectio). Verder heb ik<br />

‘angstige zwangeren’ als een subgroep in<br />

14 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

het onderzoek meegenomen. Deze groep<br />

wordt in de Isala klinieken behandeld met<br />

behulp van het POP-protocol (POP = psychiatrische<br />

obstetrische patiënten). Deze<br />

groep patiënten bestaat uit vrouwen die<br />

erg bang zijn voor de bevalling, die traumatische<br />

gebeurtenissen hebben meegemaakt<br />

of die antidepressiva slikken. Het is<br />

voorstelbaar dat een eerdere traumatische<br />

bevalling of psychische problemen de<br />

gerapporteerde angst en het controlebesef<br />

van een patiënt beïnvloeden.<br />

Ook werd de locus of control gemeten.<br />

Iemand met een interne locus of control<br />

gelooft sterk in het eigen kunnen en is<br />

gewend om zelf beslissingen te nemen.<br />

Mensen met een externe locus of control<br />

laten beslissingen graag aan anderen over<br />

(‘beslist u maar, dokter, u weet wel wat<br />

goed voor me is’).<br />

Tot slot werden vragen gesteld over de<br />

voorlichting die de patiënten voorafgaand<br />

aan de operatie hadden ontvangen. Zo<br />

wilde ik nagaan of de primairesectiogroep<br />

inderdaad meer voorlichting had ontvangen<br />

dan de andere groep, en of eventuele<br />

verschillen tussen beide groepen hiermee<br />

verband hielden.<br />

Resultaten<br />

Na diverse analysemethodes konden de<br />

volgende significante (dus niet op toeval<br />

berustende) conclusies worden getrokken:<br />

• Patiënten die een primaire sectio ondergingen,<br />

rapporteerden niet minder<br />

angst per- en postoperatief dan patiënten<br />

die een secundaire sectio ondergingen.<br />

Een deel van de verklaring zou<br />

kunnen zijn dat vrouwen meteen na de<br />

sectio minder angst aangeven dan zij<br />

tijdens de sectio ervaren hebben. Blijkbaar<br />

is de geruststelling dat het geboren<br />

kind gezond is zo groot dat meteen<br />

alle angst vergeten is, zowel bij een<br />

primaire als bij een secundaire sectio.<br />

Deze bevinding is in overeenstemming<br />

met ander wetenschappelijk onder-<br />

zoek. Ter illustratie: een operatieassistent<br />

hielp een patiënt bij het binnenkomen<br />

op de operatieafdeling. De patiënt,<br />

die kwam voor een secundaire<br />

sectio, was zo angstig dat de operatieassistent<br />

continu tegen haar moest<br />

praten en oogcontact moest houden<br />

om paniek te voorkomen. Het kind<br />

werd snel gehaald en alles was goed.<br />

Alle angst was meteen weg. Toen de<br />

operatieassistent meteen na de ingreep<br />

op de recovery de vragenlijst aan de<br />

patiënt overhandigde, zag ze dat deze<br />

respondent nauwelijks peroperatieve<br />

angst aangaf. De echtgenoot reageerde<br />

verbaasd en zei tegen zijn vrouw: ‘Hoe<br />

kun je nu nauwelijks angst aangeven?<br />

Je was bijna in paniek en zeer angstig.’<br />

Waarop de vrouw antwoordde: ‘Maar X<br />

is toch gezond?’<br />

• Patiënten die een primaire sectio ondergingen<br />

gaven aan peroperatief meer<br />

controlebesef te hebben dan patiënten<br />

die een secundaire sectio ondergingen;<br />

postoperatief was er geen significant<br />

verschil tussen beide groepen.<br />

• Beide groepen patiënten lagen postoperatief<br />

ongeveer even lang in het ziekenhuis.<br />

• Patiënten met een groter controlebesef<br />

vermeldden peroperatief een lager<br />

angstniveau; postoperatief was het<br />

verschil niet meer significant.<br />

• Patiënten met een meer interne locus<br />

of control rapporteerden peroperatief<br />

een groter verschil tussen de gewenste<br />

en ervaren mate van controle dan de<br />

patiënten met een meer externe locus<br />

of control.<br />

• Er was geen effect meetbaar van eerdere<br />

vaginale bevallingen, eerdere sectio’s<br />

en een premorbide psychische situatie<br />

op de relatie tussen primaire of secundaire<br />

sectio en angst, controlebesef en<br />

verblijfsduur in het ziekenhuis.<br />

• Patiënten die een primaire sectio ondergingen<br />

bleken meer voorlichting


Patiëntenvoorlichting bij sectio’s lijkt het controlebesef te verhogen en daardoor angst te verminderen. Operatieassistenten en anesthesiemedewerkers<br />

kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.<br />

gehad te hebben dan patiënten die een<br />

secundaire sectio ondergingen.<br />

• Patiënten die aangaven voorlichting te<br />

hebben gehad, rapporteerden per- en<br />

postoperatief meer controlebesef dan<br />

patiënten die aangaven geen voorlichting<br />

te hebben gehad voorafgaand aan<br />

de sectio (of deze voorlichting niet hadden<br />

gelezen).<br />

Conclusie en aanbevelingen<br />

Dit onderzoek laat zien dat patiënten die<br />

een primaire sectio ondergaan een significant<br />

groter controlebesef hebben dan<br />

patiënten die een secundaire sectio ondergaan.<br />

Deze groep vrouwen heeft vaker<br />

voorlichting gekregen. Daarbij rapporteerden<br />

vrouwen met een groter controlebesef<br />

een lager angstniveau. Het ligt<br />

voor de hand te concluderen dat vrouwen<br />

die weinig angst rapporteren de<br />

geboorte van hun kind als een positieve<br />

ervaring zien. Er lijkt dus een positief<br />

effect van patiëntenvoorlichting aanwezig<br />

te zijn.<br />

Daarom beveel ik aan in andere ziekenhuizen<br />

in Nederland een soortgelijk onderzoek<br />

te doen. Mochten de resultaten<br />

van mijn onderzoek bevestigd worden en<br />

nog bestaande onduidelijkheden helder<br />

worden, dan kunnen maatregelen genomen<br />

worden om het peroperatieve<br />

controlebesef ook bij secundaire sectiopatiënten<br />

te verhogen. Hopelijk helpt dit de<br />

nadelige gevolgen van een negatieve bevallingservaring<br />

te verminderen en neemt<br />

het aantal positieve bevallingervaringen<br />

hierdoor toe.<br />

Rol oa/am<br />

Patiëntenvoorlichting bij sectio’s lijkt dus<br />

het controlebesef te verhogen en daardoor<br />

angst te verminderen. Operatieassistenten<br />

en anesthesiemedewerkers kunnen hier-<br />

bij een belangrijke rol spelen. Anesthesiemedewerkers<br />

hebben gedurende de hele<br />

ingreep contact met de patiënt en kunnen<br />

haar (en haar partner) op de hoogte houden<br />

van de voortgang, uitleggen wat er<br />

gebeurt en eventuele vragen beantwoorden.<br />

Voor operatieassistenten is het belangrijk<br />

uit te leggen wat je gaat doen<br />

voor het desinfecteren van de buik en<br />

eventueel het inbrengen van de katheter.<br />

Wanneer we de patiënt en haar partner<br />

tijdens de ingreep centraal stellen en<br />

respectvol behandelen, dragen we bij aan<br />

een positievere bevallingservaring. Zo’n<br />

ervaring gun je toch alle vrouwen en<br />

hun hun partner en kinderen?<br />

▼<br />

Bron<br />

* Goodman P, Mackey MC, &Tavakoli AS.<br />

Factors related to childbirth satisfaction.<br />

Journal of Advanced Nursing 2004. 46:212-<br />

219.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 15


Transmissiedag Infectieziekten belicht keerzijde<br />

bacteriebestrijding<br />

Resistentie,<br />

een gevoelige zaak<br />

Antibiotica zijn de belangrijkste wapens tegen infectieziekten, maar<br />

resistentie ligt op de loer. Terughoudendheid is dus gewenst. Veroorzakers van<br />

groeiende resistentie en de rol van ziekenhuizen kwamen aan bod op de 22ste<br />

Transmissiedag van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,<br />

volledig gewijd aan infectieziekten en resistentie.<br />

TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO’S: SHUTTERSTOCK<br />

Vlees eten is riskant, groente<br />

eten is lang niet altijd safe en<br />

ook water drinken is soms tricky.<br />

In de context van de lezingen op de<br />

22ste Transmissiedag krijgt ‘leven van<br />

de lucht’ een nieuwe lading. Roel Coutinho,<br />

sectordirecteur Rijksinstituut<br />

voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM),<br />

geeft een korte vooruitblik op het programma<br />

van de dag. De weerstand van<br />

micro-organismen tegen de werking van<br />

antibiotica vertoont een stijgende lijn.<br />

Met het verplaatsen van patiënten tussen<br />

zieken- en verpleeghuizen kunnen<br />

ook resistente micro-organismen zich<br />

verspreiden.<br />

Nederland is terughoudend met antibioticagebruik<br />

(vooral vanwege het risico<br />

van groeiende resistentie). Ziekteverwekkers<br />

die immuun zijn voor antibiotica<br />

trekken zich echter niets aan van landsgrenzen.<br />

Toeristische trips en medisch<br />

toerisme naar risicovolle landen als India,<br />

Turkije en Marokko dragen bij aan<br />

een stijgend weerstandsvermogen van<br />

16 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

schadelijke bacteriën op wereldschaal.<br />

Is er dan wel een landelijke koers te<br />

bedenken om dit tegen te gaan? Als stap<br />

in de goede richting benoemt Roel Coutinho<br />

heldere voorlichting zonder al te<br />

veel technisch jargon. Als tweede actie<br />

ziet hij de bereidheid van ziekenhuizen<br />

om over uitbraken van besmettelijke<br />

ziekten open en transparant te zijn.<br />

‘Zo’n situatie is namelijk geen geïsoleerd<br />

probleem van dat ene ziekenhuis,<br />

maar kan een veel groter uitstralend<br />

effect hebben. Bijvoorbeeld door de verplaatsing<br />

van patiënten naar een andere<br />

instelling of simpelweg naar huis.’<br />

30.000 jaar oud<br />

In vogelvlucht, dat is een goede beschrijving<br />

van het perspectief van Ewout Fanoy<br />

(Centrum Infectieziektebestrijding<br />

GGD Midden-Nederland/RIVM). Hij<br />

opent zijn betoog met resistente bacteriën<br />

in de ontlasting van meeuwen. Hoe<br />

zijn die daarin gekomen? ‘Het ontstaan<br />

van antibioticaresistentie is een natuur-<br />

lijk proces dat al zo’n 30.000 jaar terug<br />

in Rusland plaatsvond, weet Fanoy. ‘In<br />

langdurige ijslagen zijn al resistente bacteriën<br />

aangetroffen. Ook antibiotica<br />

worden in de vrije natuur geproduceerd<br />

door schimmels, en sommige bacteriën<br />

hebben van nature afweermechanismen<br />

ontwikkeld tegen deze voor hen schadelijke<br />

stoffen.’<br />

Van recentere datum (1928) is Flemings<br />

ontdekking van penicilline. In de Tweede<br />

Wereldoorlog kreeg de antibioticaproductie<br />

een boost, en in 1947 werd<br />

voor het eerst officieel melding gemaakt<br />

van een resistente bacteriële infectie.<br />

‘Het antibioticagebruik groeit, zeker de<br />

laatste decennia’, aldus Ewout Fanoy. Dit<br />

heeft behalve toename en verspreiding<br />

van resistente bacteriestammen nog<br />

meer nadelen. Niet alleen de ziekmakende<br />

maar ook de commensale bacteriele<br />

flora wordt gedood, met als effect<br />

bijvoorbeeld diarree. Bovendien kunnen<br />

antibiotica toxische bijwerkingen<br />

hebben.


Escherichia coli is een gram-negatieve staafvormige bacterie.<br />

Fanoy geeft aan hoe antibioticaresistentie<br />

kan worden bepaald. ‘Met behulp<br />

van geautomatiseerde determinatie en<br />

gevoeligheid. Op basis van optische meting<br />

van bacteriële groei in reeksen met<br />

verschillende antibioticaconcentraties<br />

kan onderscheid gemaakt worden tussen<br />

gevoelig, intermediate of resistent.<br />

Ook moleculaire technieken zoals de<br />

PCR (polymerase chain reaction) zijn in<br />

opkomst.’<br />

Hoewel de invloed van dragerschap van<br />

of infectie met een resistente bacterie<br />

niet eenvoudig hard te maken is, is de<br />

ziektelast van resistentie in Europa zeker<br />

een indicator voor het effect: circa<br />

25.000 extra sterfgevallen per jaar en 2,5<br />

miljoen meer ziekenhuisligdagen.<br />

Afsluitend benadrukt Ewout Fanoy dat<br />

diagnostiek en uitbraakbestrijding elkaar<br />

nodig hebben. En ook buiten het<br />

ziekenhuis zijn hechte contacten belangrijk.<br />

Datzelfde geldt voor goede<br />

voorlichting aan het grote publiek.<br />

Alarmfase<br />

Winfred Schop is MPH (Master of Public<br />

Health) en hoofd van de afdeling Infectieziekten<br />

van GGD Rotterdam-Rijnmond.<br />

Hij werkt ruim twee decennia in<br />

de infectieziektebestrijding. Een van<br />

zijn indrukwekkendste recente ervaringen<br />

is de uitbraak van de Klebsiella Oxa-<br />

48-bacterie in het Maasstad Ziekenhuis<br />

in Rotterdam.<br />

‘Onze GGD ontvangt zo’n 1350 individuele<br />

meldingen per jaar en wordt geconfronteerd<br />

met circa 120 bacteriële uitbraken’,<br />

schetst Schop. Tot die reeks<br />

behoort ook het bericht op 26 mei 2011<br />

– per fax – van het laboratorium van het<br />

Maasstad Ziekenhuis: er is een ongebruikelijke,<br />

multiresistente Klebsiella-bacterie<br />

aangetroffen bij drie of vier patiënten<br />

op de afdeling Intensive Care. Bij de<br />

GGD gingen niet direct de alarmbellen<br />

rinkelen, vooral omdat het aanvankelijk<br />

om een intern ziekenhuisprobleem leek<br />

te gaan. De confirmatietest maakte ech-<br />

ter duidelijk dat het de Klebsiella Oxa-<br />

48-bacterie betrof, een unieke stam van<br />

een resistente bacterie die, voor zover<br />

bekend, niet eerder in Nederland had<br />

gecirculeerd. Nader onderzoek bewees<br />

dat de besmetting niet beperkt was gebleven<br />

tot de IC maar ook op andere<br />

afdelingen in het ziekenhuis was aangetroffen,<br />

en misschien zelfs naar buiten<br />

was gegaan. Toen ging het snel: media<br />

en politiek raakten in rep en roer en het<br />

verdere proces (met als rode draad de<br />

bestrijding van de uitbraak) kreeg een<br />

crisisachtig karakter.<br />

Maatwerk<br />

Volgens de richtlijnen van de LCI<br />

(Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding),<br />

artikel 26 Wet publieke gezondheid,<br />

hebben ziekenhuizen een<br />

meldingsplicht aan de GGD bij een ongewone<br />

toename van besmettelijke ziekten.<br />

Vooral omdat er sprake kan zijn van<br />

verspreiding buiten het ziekenhuis en<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 17


er dan ook externe bestrijdingsactiviteiten<br />

moeten worden ondernomen.<br />

‘Er waren destijds nog geen geschreven<br />

GGD-richtlijnen voor dergelijke situaties,<br />

dus de GGD moest nieuw maatwerk<br />

leveren’, vertelt Winfred Schop. Daarbij<br />

stonden vier taken centraal: bestrijding<br />

van eventuele verspreiding buiten het<br />

ziekenhuis, afstemming van beleid met<br />

ketenpartners, contacten met politiek,<br />

bestuur en voorlichting, en risicocommunicatie.<br />

De GGD Rotterdam heeft een eigen outbreak<br />

management team (OMT), bestaande<br />

uit artsen infectieziektebestrijding,<br />

verpleegkundigen, management<br />

en een communicatieadviseur. In de<br />

periode rond de geconstateerde Klebsiella<br />

Oxa-48-besmetting was de GGD<br />

ook deel van het OMT van het Maasstad<br />

Ziekenhuis, om meer direct inzicht te<br />

krijgen in de omvang van de uitbraak.<br />

Bij de GGD zelf kwamen veel ongeruste<br />

informatieverzoeken binnen, zowel van<br />

besmette ex-patiënten en hun familieleden<br />

als van ketenpartners. Deze zijn zo<br />

veel mogelijk verwezen naar de betreffende<br />

artsen in het ziekenhuis.<br />

18 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

Testen<br />

Meer dan veertig patiënten in het Maasstad<br />

Ziekenhuis werden via afgenomen<br />

kweken positief bevonden na geconstateerde<br />

ziekteverschijnselen. Ook alle<br />

zaalgenoten van deze met de Klebsiella<br />

Oxa-48-bacterie besmette patiënten werden<br />

getest op dragerschap. Van deze<br />

groep van zo’n vierduizend personen<br />

bleken er meer dan zestig besmet. Het<br />

betrof mensen die al uit het ziekenhuis<br />

waren vertrokken; hetzij naar huis, hetzij<br />

naar een andere instelling. Van het<br />

geteste personeel (zowel op de IC als op<br />

andere afdelingen) bleek niemand positief.<br />

Sinds 18 juli 2011 waren er geen besmettingen<br />

meer bij gekomen, maar de Klebsiella-uitbraak<br />

had wel consequenties<br />

voor het Maasstad Ziekenhuis: verscherpt<br />

directietoezicht, het aanstellen van een<br />

interim-directeur en assistentie van microbiologen<br />

en ziekenhuishygiënisten<br />

van het Leids Universitair Medisch Centrum.<br />

Deze extern aangetrokken deskundigen<br />

wezen bij 3 van 28 besmette overleden<br />

patiënten de Klebsiella Oxa-48-bacterie<br />

als oorzaak van het overlijden aan.<br />

Het geslacht Staphylococcus zijn bacteriën<br />

die behoren tot de familie Micrococcaceae.<br />

Het geslacht heeft ongeveer 20 soorten.<br />

Nuttig netwerk<br />

Terugkijkend concludeert Winfred Schop<br />

dat de Klebsiella Oxa-48-uitbraak in het<br />

Maasstad Ziekenhuis serieus en grondig<br />

is aangepakt. Niet alleen in de vorm van<br />

rigoureuze maatregelen binnen het ziekenhuis,<br />

maar vooral ook door de samenwerking<br />

buiten de muren van de eigen<br />

organisatie. ‘Bestrijding van resistente<br />

bacteriën is geen geïsoleerd ziekenhuisprobleem,<br />

maar een volksgezondheidskwestie<br />

op grote schaal waarbij het nodig<br />

is over de grenzen van de eigen discipline<br />

te kijken. Voor microbiologen en<br />

hygiënisten van omliggende ziekenhuizen<br />

was het regionale microbiologenoverleg<br />

van de GGD Rotterdam-Rijnmond<br />

een platform voor de ontwikkeling van<br />

gezamenlijk beleid.’<br />

De groeiende samenwerking tussen de<br />

humane en veterinaire sector vindt Schop<br />

eveneens een goede zaak. ‘De bereidheid<br />

tot internationaal partnerschap komt<br />

gelukkig ook van de grond. Met de uitbreiding<br />

van (medisch) toerisme naar<br />

verre oorden met de bijbehorende ri-


sico’s van verspreiding van resistente<br />

bacteriën is dat ook bijna een must.’<br />

Toekomstgericht<br />

No action today, no cure tomorrow, luidt het<br />

motto van Aimée Tjon-a-Tsien, arts en<br />

projectadviseur bij GGD Rotterdam-Rijnmond.<br />

Met zo’n zeventig stemkastjes probeert<br />

zij uit de zaal cijfermatige reacties<br />

te ontlokken, maar omdat de kastjes ‘at<br />

random’ zijn uitgedeeld, komt dit programmaonderdeel<br />

niet helemaal uit de<br />

verf. De cijfers die Aimée Tjon-a-Tsien zelf<br />

presenteert liegen er echter niet om. Volgens<br />

het ECDC (European Centre for Disease<br />

Prevention and Control) lijden jaarlijks<br />

zo’n 400.000 mensen aan infecties<br />

met resistente bacteriën en overlijden<br />

circa 25.000 mensen hieraan. De hiermee<br />

gemoeide kosten bedragen 1,5 miljard<br />

euro.<br />

Inhakend op de door haar voorganger<br />

geschetste situatie in het Rotterdamse<br />

Maasstad Ziekenhuis ziet ook Aimée Tjona-Tsien<br />

een spilpositie voor de GGD’s. ‘Ondanks<br />

dat er in Nederland een actief beleid<br />

tegen antibioticaresistentie wordt<br />

gevoerd, neemt dit probleem toe. De be-<br />

ginnende resistentie van de veel voorkomende<br />

E. coli-bacterie en toename van<br />

de ESBL (Extended Spectrum Bèta-Lactamase)-producerende<br />

stammen zijn zorgwekkend.<br />

Huisartsen, ziekenhuisspecialisten<br />

en specialisten in ouderengeneeskunde<br />

worden steeds meer geconfronteerd<br />

met problemen bij de antibiotische behandeling<br />

van hun patiënten. De GGD zal<br />

in toenemende mate een verbindende rol<br />

moet spelen op het gebied van antibioticaresistentie’,<br />

voorspelt ze.<br />

The circle of life<br />

Veterinair microbioloog en deeltijdhoogleraar<br />

diergeneeskunde Dik Mevius ziet<br />

geen duidelijke ESBL-associatie tussen<br />

mens en dier. Hij erkent wel dat sinds een<br />

paar jaar ook in de Nederlandse veehouderij<br />

resistentieniveaus een gevoelig onderwerp<br />

zijn. ‘Transmissie van dier naar<br />

mens kan op verschillende manieren<br />

plaatsvinden, zoals via de voedselketen/<br />

vleesconsumptie, door direct contact met<br />

dieren of door besmetting van het milieu.<br />

Het antibioticagebruik in de veehouderij<br />

is hoog, zeker in vergelijking met de humane<br />

sector. De bezorgdheid over gevol-<br />

gen voor de volksgezondheid heeft geleid<br />

tot reductiedoelstellingen.’<br />

De focus van Henk Aarts, afdelingshoofd<br />

Voedsel, Laboratorium voor Zoönose en<br />

Omgevingsmicrobiologie CIb/RIVM, ligt<br />

bij groente en fruit, naar zijn zeggen voor<br />

6 procent verantwoordelijk voor de ziektelast<br />

(voornamelijk ESBL). ‘Bij verse (gesneden)<br />

groente en fruit kan de overdracht<br />

van antibioticaresistente bacteriën<br />

verlopen via mest of irrigatie met besmette<br />

waterzuivering.’ Daarbij maakt Aarts<br />

onderscheid tussen gewassen die groeien<br />

in of op de grond en boven de grond. Bij<br />

producten boven de grond is het risico<br />

een stuk lager.<br />

Een laatste advies, in het algemeen: ‘Vooral<br />

verse groenten en fruit blijven eten,<br />

want dit is gezond!’<br />

Nederland-Duitsland<br />

De confrontatie Nederland-Duitsland laat<br />

vaker de gemoederen hoog oplopen, maar<br />

deze keer is het een twijfelachtige eer<br />

om met de hoogste scores uit de bus te<br />

komen. Alex Friedrich, microbioloog in<br />

het Universitair Medisch Centrum Groningen,<br />

trekt de vergelijking tussen de<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 19


De Streptokokken (Streptococcus) zijn een bacterie-geslacht van Gram-positieve facultatief<br />

anaerobe kokken.<br />

gezondheidszorg in ons land en in Noordrijn-Westfalen,<br />

met 18 miljoen inwoners<br />

vergelijkbaar met Nederland. ‘De besmetting<br />

met de MRSA (Meticilline-resistente<br />

Staphylococcus aureus)-bacterie is daar<br />

twintigmaal zo hoog als hier. Terwijl de<br />

rivieren zich niets van de grenzen aantrekken<br />

en gewoon doorstromen, lijkt die<br />

bacterie niet over de landsgrenzen te<br />

gaan.’<br />

Als mogelijke oorzaak noemt Alex Friedrich<br />

de kleinschaligere zorgstructuur in<br />

Noordrijn-Westfalen. ‘Minder bedden per<br />

ziekenhuis, dus meer kans op verplaatsing<br />

van patiënten, met alle risico’s van<br />

verspreiding van bacteriën van dien.’ En<br />

een tweede mogelijkheid: ‘De export van<br />

varkensvlees (met risico van overdracht<br />

van bacteriën) verloopt van Nederland<br />

naar Duitsland, en niet andersom.’ De<br />

wachttijd voor bepaalde ingrepen, zoals<br />

een heupoperatie, ligt in Duitsland ook<br />

vele malen lager dan in ons land, maar er<br />

is in ons buurland dus wel een groter<br />

20 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

risico op besmetting.<br />

Alex Friedrich pleit voor regionale infectiepreventie<br />

in de grensstreek: samenwerkingsverbanden<br />

tussen Duitse en Nederlandse<br />

GGD’s en ziekenhuizen in een<br />

gezamenlijke strijd tegen MRSA.<br />

Euregiokeurmerk<br />

Tien minuten zijn voor Ellen Stobberingh<br />

(staflid Bacteriologie in het Academisch<br />

Ziekenhuis Maastricht) lang genoeg om<br />

kort en krachtig inzicht te geven in de<br />

successen van samenwerking in de grensstreek<br />

tussen België, Duitsland en Nederland.<br />

Een belangrijke aanleiding voor<br />

deze samenwerking is dat verschillen in<br />

antibioticaresistentie de internationale<br />

uitwisseling van patiënten tussen zorginstellingen<br />

belemmeren. Verbetering van<br />

mobiliteit en veiligheid is een gezamenlijk<br />

streven in de Euregio.<br />

Stobberingh noemt de verschillende percentages<br />

van de E. coli-bacterie op de poli<br />

Urologie en de Intensive Care in respectie-<br />

velijk Duitsland (8 procent), België (5 procent)<br />

en Nederland (3 procent). Ook de<br />

percentages van de multiresistentie (drie<br />

klassen antibiotica en meer) lopen uiteen:<br />

België 10 procent, Duitsland 5 procent en<br />

Nederland 4 procent.<br />

De regionale ziekenhuizen werkten al<br />

succesvol samen binnen het MRSA-net. De<br />

samenwerking is nu uitgebreid in het<br />

EurSafety Health-net. De voornaamste<br />

doelstelling is het samenbrengen van<br />

ziekenhuizen en andere instellingen in<br />

een kwaliteitskring om patiënten tegen<br />

multiresistente ziekteverwekkers te beschermen.<br />

Onder deze noemer zijn grensoverschrijdende<br />

gemeenschappelijke kwaliteitsdoelstellingen<br />

vastgelegd, zoals het<br />

harmoniseren van protocollen over antibioticagebruik.<br />

Deelnemers die hieraan<br />

voldoen, worden beloond met een euregionaal<br />

kwaliteits- en transparantiekeurmerk.<br />

En dan is het lunchpauze, met alle<br />

risico’s van dien.


Rob van den Dool<br />

(Maasstad Ziekenhuis):<br />

‘Loyaliteit is<br />

mijn drijfveer’<br />

Manipulatie: het kan ook jou overkomen!<br />

Crosslinks tussen <strong>OK</strong> en Schiphol<br />

KATERN VOOR LEIDINGGEVENDEN VAN OPERATIEAFDELINGEN


Donderdag 27 en vrijdag 28 september 2012<br />

Woudschoten Conferentiecentrum, Zeist<br />

Meer informatie en inschrijven op<br />

www.congresscompany.com of www.nvlo.nl.<br />

22 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />

JAARCONGRES<br />

Thema: ‘De weerbarstige managementpraktijk’<br />

Wat ze je vergaten te vertellen toen je leidinggevende werd<br />

Met onder andere de volgende sprekers:<br />

Patrick van Veen (bioloog en apendeskundige):<br />

Apenstreken op de werkvloer.<br />

Jef Staes (expert op het vlak van business- en<br />

cultuur innovatie):<br />

Culturele verandering in organisaties.<br />

Joop Hazenberg (netwerkgeneratie):<br />

Dit wordt binnenkort je collega (of medewerker of baas).<br />

Prof. dr. ir. Iteke Weeda (socioloog):<br />

Waarom mannen zo lomp zijn – en vrouwen niet tegen kritiek<br />

kunnen.<br />

Snel op de<br />

<strong>OK</strong> nieuws.nl<br />

hoogte met<br />

Ontwikkelingen in de wereld van de <strong>OK</strong> volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.<strong>OK</strong>nieuws.nl dagelijks:<br />

het laatste nieuws filmpjes achtergrondverhalen agenda weblog Paul Meijsen mijn dag vacatures<br />

Dé nieuwssite voor or de <strong>OK</strong>: van operatieassistent tot<br />

anesthesiemedewerker en van <strong>OK</strong>-manager tot chirurg. .<br />

Meld u aan voor de<br />

gratis nieuwsbrief.<br />

Dan ontvangt u het<br />

laatste oknieuws vanzelf<br />

in uw mailbox!


Grenzeloos<br />

<strong>OK</strong> Management<br />

Tja, Europa staat momenteel weer volop<br />

in de belangstelling. Is het niet voor<br />

wat betreft de zorg dan wel wat betreft<br />

de politiek. De discussies over wat Europa<br />

ons nu heeft gebracht en opgeleverd<br />

staan tegenover de vraag wat het ons<br />

kost. Feit is dat we veel rijker zijn dan<br />

pakweg 20 jaar geleden. Dat we grenzeloos<br />

kunnen reizen, kopen en werken.<br />

Als het lastig wordt is de mens geneigd<br />

om vooral naar de ander te kijken. U<br />

NVLO-informatie<br />

De NVLO is dé professionele en ondernemende<br />

beroepsvereniging voor leidinggevenden op de<br />

operatieafdeling.<br />

De vereniging stelt zich tot doel om de communicatie<br />

tussen leidinggevenden van operatieafdelingen<br />

te bevorderen, informatie te verstrekken, op<br />

persoonlijk en juridisch vlak te ondersteunen, en<br />

onderwijs en managementtraining te geven. De<br />

NVLO heeft de status van beroepsvereniging.<br />

Voordelen lidmaatschap:<br />

-Acht keer per jaar het vakblad <strong>OK</strong> Operationeel<br />

gratis thuisbezorgd. <strong>OK</strong> Operationeel bevat ieder<br />

nummer een managementkatern van minimaal<br />

acht pagina’s, waarin het vak van leidinggevende<br />

<strong>OK</strong>, de toepassingen van leiderschap en<br />

de diversiteit van de beroepspraktijk in beeld<br />

worden gebracht. Het katern brengt inspiratie,<br />

professionalisering, visie, verbondenheid en de<br />

mogelijkheid om kennis en ervaring te delen met<br />

collega-leidinggevenden <strong>OK</strong>.<br />

-Korting op het jaarlijkse congres. Een unieke<br />

gelegenheid om te netwerken en je kennis te<br />

verbreden.<br />

kent het wel, het oer-Hollandse zwartepietenspel.<br />

Op de <strong>OK</strong> kent u het ook,<br />

als de ingreep niet goed lukt ligt het<br />

overal aan behalve aan de operateur<br />

zelf … Ander voorbeeld: als er slecht<br />

beeld uit de monitor komt ligt het aan<br />

de monitor … Uiteraard zijn er uitzonderingen<br />

op deze regel. Het heeft alles<br />

te maken met verantwoordelijk durven<br />

te zijn en volwassen gedrag.<br />

Ik schrijf dit stukje om u ervan te<br />

overtuigen dat u op 26 juni a.s. mee<br />

kunt praten over een belangrijk onderwerp:<br />

het tekort aan personeel op<br />

de <strong>OK</strong>. Zoals u weet heeft een onderzoek<br />

plaatsgevonden naar dit tekort.<br />

U heeft het ongetwijfeld ingevuld via<br />

internet. De resultaten worden op 26<br />

juni gepresenteerd, maar vooral is dit<br />

onderzoek, en de resultaten daarvan,<br />

aanleiding om met elkaar in debat te<br />

gaan over de status quo in de verschillende<br />

ziekenhuizen, de oplossingen<br />

van tekorten op de <strong>OK</strong> en de inzet van<br />

buitenlands personeel op de <strong>OK</strong>.<br />

-Minimaal eenmaal per jaar een themadag waarbij<br />

een professioneel onderwerp centraal staat.<br />

-Verder is de NVLO actief op het gebied van contacten<br />

met het bedrijfsleven, diverse overheidsinstanties<br />

en andere belangrijke instanties die<br />

vormgeven aan de operatieve zorg in Nederland.<br />

Lid worden:<br />

Elke leidinggevende die op de operatieafdeling<br />

werkt binnen één van de drie disciplines<br />

chirurgie, anesthesie of recovery en een formele<br />

benoeming heeft, kan lid worden van de<br />

vereniging. Lid worden kan via de website van<br />

de NVLO. Surf naar www.nvlo.nl. De kosten<br />

voor het lidmaatschap bedragen € 150,00 per<br />

jaar. Deze kosten worden door middel van automatische<br />

incasso geïnd. Het lidmaatschap is<br />

persoonlijk en loopt van 1 januari tot en met 31<br />

december.<br />

Lidmaatschap opzeggen?<br />

Mail naar info@nvlo.nl. Opzegging van het lidmaatschap<br />

uiterlijk twee maanden voor de start<br />

van het nieuwe kalenderjaar.<br />

Want het is toch bijzonder dat de IGZ<br />

eraan te pas moest komen om het probleem<br />

van buitenlands <strong>OK</strong>-personeel<br />

te onderzoeken. Het is toch bijzonder<br />

dat in ons tweetafelsysteem alleen<br />

door ons opgeleid personeel hier adequaat<br />

kan werken? Zijn wij dan beter<br />

dan anderen? Vraagt u dat eens aan de<br />

IGZ als ze voor het zoveelste TOP-onderzoek<br />

langskomen… Verliezen we<br />

hier meer mensen op de operatiekamer<br />

dan in andere landen? En weten<br />

wij als <strong>OK</strong>-personeel dat dan?<br />

U begrijpt het al. De Lagerhuissessie<br />

op 26 juni wordt leuk en dynamisch.<br />

Vooral als u komt. Want u heeft ongetwijfeld<br />

een mening over de <strong>OK</strong>, de<br />

zorg en Europa en dan vooral in die<br />

combinatie. Neemt u vooral veel personeelsleden<br />

en collega’s mee? Komt<br />

de discussie eens buiten de <strong>OK</strong>…<br />

Eduard Monteban<br />

Voorzitter NVLO<br />

emonteban@nvlo.nl<br />

Bestuur:<br />

Eduard Monteban,<br />

Voorzitter<br />

emontenban@nvlo.nl<br />

06-54 73 67 42<br />

Christa Tigchelaar,<br />

Secretaris en<br />

penningmeester<br />

info@nvlo.nl<br />

06-305 109 12<br />

Jan Bronts, Website<br />

jbronts@nvlo.nl<br />

06-54 68 26 43<br />

Jeannette Ronchetti,<br />

Redactie<br />

(Zie onder redactie <strong>OK</strong><br />

Management-katern)<br />

Mimoen Ahmidi,<br />

Sponsoring en<br />

marketing<br />

06-22 77 88 72<br />

Redactie <strong>OK</strong><br />

Management-katern:<br />

Menno Goosen,<br />

Bladmanager<br />

okmanagement@<br />

y-publicaties.nl<br />

020-520 60 77<br />

Marianne van Dongen,<br />

Redactie<br />

okmanagement@<br />

y-publicaties.nl<br />

Jeannette Ronchetti,<br />

Redactie en<br />

bestuurslid NVLO<br />

jronchetti@nvlo.nl én<br />

okmanagement@<br />

y-publicaties.nl<br />

06-55 73 33 11<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 23


24 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012


Rob van den Dool (Maasstad Ziekenhuis):<br />

Rob van den Dool had geen vooropgezet plan om leidinggevende te worden. Via het go with the flow-<br />

principe en zelfkennis kwam hij uiteindelijk terecht in zijn huidige functie als zorgmanager operatieafdeling<br />

in het Maasstad Ziekenhuis. Hier kreeg hij onder meer te maken met de uitbraak van de Klebsiella<br />

Oxa-48-bacterie.<br />

Tekst: Linda van Pelt | Foto’s (inclusief themacover): Eric van Nieuwland<br />

De besmetting in het Maasstad Ziekenhuis betrof een<br />

unieke stam van een resistente bacterie. Nooit eerder<br />

had deze in Nederland gecirculeerd, voor zover bekend.<br />

Een primeur zonder glamoureuze allure. Rob van den Dool<br />

beseft het maar al te goed: aan de naam Maasstad Ziekenhuis<br />

kleeft voor langere tijd een ‘zweem met negatieve lading’. ‘Maar<br />

we moeten vooruit: nog striktere regels naleven om dit in de<br />

toekomst absoluut te voorkomen!’<br />

Het Rotterdamse ziekenhuis werd geconfronteerd met een<br />

keten van gebeurtenissen die hun sporen hebben nagelaten:<br />

verscherpt toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg,<br />

vertrek van de voorzitter van de raad van bestuur, aanstellen<br />

van een interim-directeur, en assistentie van externe microbiologen<br />

en ziekenhuishygiënisten. ‘Zo’n ingrijpende gebeurtenis<br />

straalt uit naar de hele organisatie. De saamhorigheid binnen<br />

ons ziekenhuis is erdoor vergroot, en gelukkig hebben we met<br />

z’n allen genoeg veerkracht om de toekomst met vertrouwen<br />

tegemoet te zien. Het was voor alle betrokkenen een vreselijke<br />

ervaring, maar heeft ook de welwillendheid voor een nieuwe,<br />

nog striktere werkwijze in ons ziekenhuis in een stroomversnelling<br />

gebracht. Er was geen enkele ruimte meer voor discussie’,<br />

bewijst Rob van den Dool zijn vermogen om zich ondanks alle<br />

misère te focussen op positieve zaken.<br />

GO WITH THE FLOW<br />

Van den Dools loopbaan verliep ook min of meer via het go with<br />

the flow-principe. Veel carrièresprongen gebeurden op uitnodiging<br />

van anderen. Zelf had hij niet het vooropgezette doel om<br />

Portret<br />

‘Loyaliteit is mijn drijfveer’<br />

leidinggevende te worden. Na de hbs-a lag een studie rechten,<br />

economie of talen voor de hand, maar als zeventienjarige deed<br />

Rob van den Dool in 1971 eerst mee aan een uitwisselingsprogramma<br />

met de Verenigde Staten.<br />

Dat betekende een jaar meedraaien als senior op een high school<br />

én als lid van zijn gastgezin in Ohio, in het middenwesten van<br />

Amerika. ‘Ik kwam terecht in een klein dorpje onder Michigan<br />

en moest erg wennen aan de conservatieve cultuur daar. Het<br />

wekelijkse kerkbezoek was mij van huis uit onbekend.’<br />

Ook het fanatieke sportbeleid was een nieuw fenomeen voor<br />

de jonge Van den Dool, maar daarmee had hij minder moeite.<br />

‘In Nederland had ik veel gezwommen, dus lid worden van het<br />

zwemteam leek me een leuke uitdaging. Toen het er zo fanatiek<br />

aan toe begon te gaan dat mijn gezondheid eronder ging lijden,<br />

ben ik overgeschakeld op honkbal.’<br />

Hoewel hij op het Amerikajaar terugkijkt als interessante blikverruiming,<br />

voelde terugkeer naar Nederland als thuiskomen.<br />

‘Ik zou daar niet altijd willen wonen, zeker niet in de regio<br />

Ohio, die in mijn ogen nogal kleinburgerlijk was. Bovendien<br />

moet je in de Verenigde Staten ergens in uitblinken, hetzij in<br />

sport, hetzij intellectueel. Competitie is onlosmakelijk verbonden<br />

met de cultuur, maar zelf ben ik van nature niet zo competitief<br />

ingesteld.’<br />

HECHTE CONTACTEN<br />

Gevoelsmatig was het toen tijd geworden voor een academische<br />

opleiding: economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.<br />

Het eerste jaar verliep vlot, maar daarna gingen verwachting en<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 25


ealiteit steeds verder uiteenlopen. ‘Ik had de grootste moeite<br />

om de leerstof in mijn hoofd te krijgen, vooral omdat die me<br />

niet boeide. Halverwege het derde jaar – in 1975 – ben ik overgeschakeld<br />

op iets waarover ik positieve berichten had gehoord<br />

van een goede vriendin: een inserviceopleiding verpleegkundige<br />

A in het Zuiderziekenhuis Rotterdam, waar de combinatie studeren<br />

en werken me meteen financieel zelfstandig maakte.’<br />

Het laatste jaar van de opleiding werkte Van den Dool op de<br />

afdeling Spoedeisende Hulp en in de gipskamer. De combinatie<br />

van zorg en techniek (apparatuur, monitoring, de fysiologie<br />

van het menselijk lichaam) sprak hem het meest aan. Ook het<br />

samenwerken met een rijke schare aan professionals in de operatiekamer<br />

vond hij aantrekkelijk. ‘Het Zuiderziekenhuis was<br />

een gemeente- en opleidingsziekenhuis, en het opbouwen van<br />

hechte teamworkcontacten met de assistent-specialisten verliep<br />

in een ongedwongen, informele sfeer.’<br />

EDUCATIEF TEKSTWERK<br />

Nog volledig in de studieflow deed Rob van den Dool aansluitend<br />

de opleiding tot anesthesiemedewerker. Begin jaren tachtig<br />

begon hij als gediplomeerd anesthesiemedewerker, nog steeds in<br />

het Zuiderziekenhuis. ‘Die periode was ook een kennismaking<br />

met leidinggeven, vooral in de rol van waarnemer voor het toenmalige<br />

hoofd Anesthesie.’<br />

En nog was er voldoende energie over voor het vertalen van<br />

een Amerikaans anesthesieboek. Van den Dools drijfveer was<br />

persoonlijk. ‘Tijdens mijn opleiding tot anesthesiemedewerker<br />

was er eigenlijk maar één goed Nederlandstalig studieboek.<br />

Dat harde gegeven was voor Uitgeverij de Tijdstroom een goede<br />

reden om met mij in zee te gaan. Een jaar lang werkte ik ieder<br />

weekend om ruim vijfhonderd pagina’s te vertalen. Het was een<br />

intensief project, maar ik vond het ook zeer interessant om het<br />

hele proces dat voorafgaat aan het tot stand komen van een boek<br />

van nabij mee te maken.’<br />

KARAKTERKENNISMAKING<br />

Rob van den Dool raakte ook op een andere manier betrokken<br />

bij kennisoverdracht. Kort na de afronding van zijn anesthesiestudie<br />

werd hij gevraagd voor de begeleiding van leerlingen en<br />

het verzorgen van praktijklessen. Dit mondde in 1983 uit in een<br />

baan als hoofd van de Regionale opleiding operatie- en anesthesieassistenten<br />

in het St. Clara Ziekenhuis in Rotterdam.<br />

Toen volgde een stap met minder gelukkige afloop: de switch<br />

naar het bedrijfsleven. In 1985 werd Van den Dool als hoofd Verkoop<br />

binnendienst verantwoordelijk voor onder meer de telefonische<br />

verkoop en klachtenbehandeling van orthopedische en<br />

traumatologische implantaten en instrumenten. Wat een definitieve<br />

switch had kunnen zijn, bleef beperkt tot een uitstapje van<br />

een jaar. ‘Ik ben duidelijk niet commercieel genoeg, kan mezelf<br />

26 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />

niet enthousiasmeren met succesvolle verkoopcijfers. Ik kijk nu<br />

wel wat genuanceerder naar vertegenwoordigers van commerciele<br />

firma’s die naar het ziekenhuis komen om producten te verkopen,<br />

omdat ik weet wat er zich achter de schermen afspeelt.<br />

Evengoed zou ik nooit hoofd Inkoop kunnen worden, want er<br />

schuilt geen harde onderhandelaar in mij.’ Na kennismaking<br />

met de ‘softe en a-commerciële’ kant van zijn karakter keerde<br />

Rob van den Dool vol overtuiging terug in de ziekenhuiswereld.<br />

PROMOTIE<br />

In 1986 begon Van den Dool als anesthesiemedewerker in<br />

Ziekenhuis Eudokia in Rotterdam. Een jaar later werd hij hier,<br />

als hoofd van de operatieafdeling, verantwoordelijk voor onder<br />

andere personeels- en operatieplanning, bedrijfsvoering en materiaal-<br />

en apparatuurbeheer. Er stonden in die tijd drie Rotterdamse<br />

ziekenhuizen (Bergweg-, Eudokia en Van Dam Bethesda)<br />

op de nominatie voor sluiting en verhuizing naar twee nieuwbouwlocaties:<br />

het IJsselland Ziekenhuis in Capelle a/d IJssel en<br />

het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse.<br />

Na het fusietraject en een uitvoerig sociaal plan voor alle medewerkers<br />

kwam Rob van den Dool terecht in het Ruwaard van<br />

Putten Ziekenhuis. Van 1990 tot 1993 eerst als hoofd Behandelcentrum,<br />

met zo’n 75 medewerkers (operatieafdeling, behandelpolikliniek,<br />

spoedeisende hulp, dagverpleging, centrale<br />

sterilisatieafdeling) onder zijn supervisie.<br />

Na een nieuwe reorganisatieronde promoveerde hij in 1993 tot<br />

hoofd Ambulante zorg. In deze rol kreeg hij de verantwoordelijkheid<br />

voor het opstellen van de begroting en het jaarplan, en voor<br />

beheer en bewaking van het budget. Als lid van het managementteam<br />

adviseerde hij de directie op het vlak van ziekenhuisbeleid,<br />

bedrijfsvoering, personeels-, middelen- en opleidingsbeleid.<br />

Ook deelname aan commissies en overleggroepen behoorde<br />

tot zijn takenpakket: materiaaladviescommissie, <strong>OK</strong>-commissie,<br />

arbocommissie, stuurgroep Nieuwbouw, ruimtecommissie, medischdossier-<br />

en registratiecommissie en opnamecommissie.<br />

Tevens trad hij op als secretaris van de klachtencommissie.<br />

TIJD VAN BEZINNING<br />

Het uitdagende van deze nieuwe functie verdween in de loop<br />

der tijd steeds meer naar de achtergrond door de lastige positie<br />

waarin Rob van den Dool zich gevoelsmatig bevond.<br />

‘Ik voelde me min of meer gemangeld. In die periode liep ik<br />

herhaaldelijk tegen grenzen aan. Vooral die van mijn eigen gezondheid.<br />

Dat laatste was voor mij het signaal om mijn functie<br />

neer te leggen.’<br />

Via een outplacementtraject bezon Van den Dool zich op zijn<br />

toekomst. ‘Zeker geen gemakkelijke periode, maar misschien<br />

wel de leerzaamste van mijn hele loopbaan. Ik moest nadenken<br />

over zowel mijn sterke als mijn zwakke punten, en dat was


ehoorlijk confronterend. In mijn laatste positie werkte ik dicht<br />

op de raad van bestuur, maar voor mijn idee op te grote afstand<br />

van het primaire proces. Leidinggeven zonder voeling met de<br />

werkvloer bleek voor mij duidelijk niet de manier.’ Die tijd van<br />

bezinning maakte hem nogmaals duidelijk waar zijn voorliefde<br />

ligt: bij inhoud en betrokkenheid.<br />

NIEUWE PERSPECTIEVEN<br />

De gewenste managementpositie dicht op het primaire zorgproces<br />

vond Van den Dool in 1997 in het Nijmeegse Canisius-Wilhelmina<br />

Ziekenhuis. Acht jaar achtereen was hij hier manager<br />

bedrijfsvoering van de operatieafdeling. De kans om bedrijfskunde<br />

te gaan studeren aan de Radboud Universiteit heeft hij<br />

met beide handen aangegrepen.<br />

‘Enerzijds om een einde te maken aan de frustratie dat het me<br />

niet was gelukt een universitaire studie af te ronden’, meldt hij<br />

met lichte zelfspot. ‘In de jaren tachtig had ik al mijn propedeuse<br />

Nederlands recht behaald en alle verplichte doctoraalvakken<br />

Nederlands recht afgerond aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />

Anderzijds wilde ik deze bedrijfskundige studie ook volgen<br />

vanuit loopbaanperspectief. Ik zag (en zie nog steeds) een sterke<br />

toename van academisch geschoolde professionals op zorgmanagerposities<br />

en realiseerde me dat ik, als ik mijn positie wilde<br />

handhaven, moest investeren in mijn eigen kennis. Zo’n studie<br />

geeft je financiële, organisatorische en marketingtools die je<br />

goed kunt gebruiken.’<br />

Motivatie leidt tot resultaten, en in 2005 ontving Rob van den<br />

Dool de doctoraalscriptieprijs voor zijn scriptie over doorlooptijden<br />

op de operatieafdeling; oorzaken en gevolgen van vertragingen<br />

in verschillende fasen in het operatieproces.<br />

DICHTERBIJ<br />

De acht jaar pendelen tussen zijn woonplaats in De Hoeksche<br />

Waard en Nijmegen begon zijn tol te eisen. En na lang overwegen<br />

meldde Rob van den Dool zich bij een headhunterbureau<br />

met de mededeling dat hij ‘in de markt’ was voor een baan in de<br />

regio Rotterdam.<br />

Snel daarop volgde een aanbod. Dat creëerde een aarzeling toen<br />

Van den Dool hoorde dat in de betreffende organisatie in de<br />

zeven voorgaande jaren een groot aantal <strong>OK</strong>-managers vertrokken<br />

was. ‘Dat leek me een te hoog afbreukrisico.’ Bij het tweede,<br />

nu wat dringender, verzoek nam hij het aanbod alsnog in overweging<br />

en zei ja.<br />

En zo werd hij vanaf 2006 als <strong>OK</strong>-manager nauw betrokken bij de<br />

samenvoeging van Zuiderziekenhuis en Clara Ziekenhuis tot het<br />

nieuwe Maasstad Ziekenhuis. ‘De integratie van twee <strong>OK</strong>-complexen<br />

biedt veel mogelijkheden. Onze afdeling bestaat uit tien<br />

klinische operatiekamers, een dagopname-<strong>OK</strong> en een brandwonden-<strong>OK</strong>.<br />

Met zo’n 150 medewerkers worden er ongeveer 18.000<br />

operaties per jaar uitgevoerd. Wij zijn bovendien een robotexpertisecentrum<br />

(in urologie, gynaecologie en chirurgie), een vaatcentrum<br />

(wij beschikken over een hybride <strong>OK</strong>) en we doen veel<br />

bariatrische en plastische pols-handchirurgie. Ook traumatologie<br />

en brandwondenchirurgie behoren tot onze specialisaties.’<br />

CIRCLE OF LIFE<br />

Zijn aantreden bij het Maasstad Ziekenhuis voelde ook een<br />

beetje als thuiskomen. ‘Bij een van de fusiepartners – het Zuiderziekenhuis<br />

– ben ik mijn verpleegkundige carrière ooit gestart.<br />

Er is uiteraard veel veranderd in de loop der jaren: richtlijnen,<br />

protocollen, procedures en ook meer externe druk tot efficiency<br />

en kostenreductie. Kwaliteitseisen zijn verder aangescherpt, en<br />

de technische ontwikkelingen gaan in sneltreinvaart. Toch vind<br />

ik de medische sector nog steeds een aantrekkelijke branche.’<br />

Van den Dool is nu 58 en hoopt zeker tot zijn 62ste te blijven.<br />

‘Ik heb dan veertig werkzame jaren achter de rug, waarvan zo’n<br />

dertig als leidinggevende.’ Helemaal niets meer doen lijkt hem<br />

geen aanlokkelijk perspectief. ‘Als ik dan nog gezond van lijf en<br />

leden ben, zou ik graag als interim-manager actief zijn voor een<br />

paar dagen per week. Liefst wel bij één organisatie, want jobhoppen<br />

en mijn aandacht verdelen over diverse ziekenhuizen past<br />

niet bij mijn karakter. Loyaliteit, me verbinden op structurele<br />

basis, is mijn persoonlijke drijfveer. Dat is me tijdens mijn werkzame<br />

leven wel duidelijk geworden.’<br />

Vanuit die levensinstelling gaat Van den Dool in augustus zijn<br />

Amerikaanse gastgezin opzoeken. ‘Er komt een reünie van mijn<br />

high school. Als ik dan toch in de Verenigde Staten ben, wil ik<br />

ook deze mensen graag even “live” ontmoeten. Al die jaren hebben<br />

we contact gehouden, weliswaar niet heel intensief, maar<br />

we zijn elkaar niet uit het oog verloren. Een bewuste keuze.’<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 27


Arts/neurobioloog Ronald Siecker schreef een boek over manipulatie<br />

‘Wees op je hoede!’<br />

Een manipulator op de afdeling kan veel schade veroorzaken. Gelukkig bent ú<br />

niet te manipuleren – dacht u. ‘Iedereen is een potentieel slachtoffer’, weet arts<br />

en neurobioloog Ronald Siecker. Hij schreef een boek over manipulatie en de<br />

mogelijkheden om je daartegen te verweren.<br />

Tekst: Linda van Pelt | Illustratie: Shutterstock<br />

Met zijn boek Manipulatie, van marionet tot regisseur wil<br />

Ronald Siecker de lezer helpen zich te wapenen tegen<br />

manipulatie. De arts en neurobioloog beschrijft hierin<br />

allerhande manipulatieve technieken, en tips om deze zo snel<br />

mogelijk een halt toe te roepen. De 20 hoofdstukken en 360<br />

pagina’s van Manipulatie, van marionet tot regisseur staan boordevol<br />

met voorbeelden van manipulatie. Van lichte vergrijpen waaraan<br />

iedereen zich wel eens bezondigt tot ernstige delicten in de sfeer<br />

van chantage en indoctrinatie. Maar het boek besteedt vooral<br />

ook aandacht aan contramanipulatie, met tips en tricks om beter<br />

bestand te zijn tegen manipulatieve technieken.<br />

JE LATEN INPAKKEN<br />

Toen hoogleraar cognitieve en sociale psychologie Diederik<br />

Stapel onderzoeksgegevens bleek te hebben gemanipuleerd<br />

(vervalst!), werd dat scherp veroordeeld. Maar lang niet altijd<br />

is manipulatie zo ernstig dat het predicaat ‘valsheid in geschrifte’<br />

erop van toepassing is. Politici, verkopers, managers,<br />

therapeuten en coaches maken stuk voor stuk gebruik van<br />

manipulatie. Vakgebieden als de reclame kunnen zelfs niet<br />

zonder. Siecker: ‘De grens tussen manipulatie en alledaags,<br />

algemeen geaccepteerd gedrag zit hem vooral in twee punten:<br />

hoe ver is iemand bereid te gaan en hoe sterk benadeelt hij de<br />

mensen die hij manipuleert?’ Het lastige is dat manipulators<br />

hun gedrag goed camoufleren. ‘Vaak kom je er pas laat achter<br />

dat iets wat eerst nog acceptabel leek, eigenlijk veel verder<br />

gaat’, vertelt Siecker. ‘Mogelijk kun je dit sneller ontdekken als<br />

je weet dat iemand de grenzen van de moraal al eerder heeft<br />

opgerekt. De kans dat iemand manipulatief gedrag herhaalt is<br />

namelijk groot.’<br />

28 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />

HAND BOVEN HET HOOFD<br />

Manipulatie is een onderwerp dat Siecker van nature interesseert.<br />

Met een verleden als arts in de psychiatrie en in de Bijlmerbajes,<br />

en als bedrijfsarts in de sociale werkvoorziening, kan hij bovendien<br />

putten uit een breed scala aan praktijkervaringen. ‘Maar<br />

manipulatie kan zich in elk bedrijf en elke organisatie voordoen’,<br />

vertelt Siecker. Hij herinnert zich nog het ‘verborgen’ verbond<br />

tussen medewerkers in een bedrijf. Hun relatief kleine afdeling<br />

presteerde al jaren beneden niveau. Toen Siecker om advies werd<br />

gevraagd, ontdekte hij al snel dat het klagen over de hoge werkdruk<br />

niet realistisch was. ‘Door met z’n allen systematisch te<br />

simuleren dat harder werken niet tot de mogelijkheden behoorde,<br />

konden ze zich als groep tijdenlang aan taken onttrekken die tot<br />

de normale functie-uitvoering behoorden. De zes collega’s hielden<br />

elkaar voortdurend de hand boven het hoofd, bijvoorbeeld tijdens<br />

functioneringsgesprekken’, belicht hij de hier gevoerde strategie.<br />

‘Zo was de werkgever jarenlang bezig om de problemen met de<br />

werkdruk op te lossen terwijl het er eigenlijk rustiger was dan<br />

op de andere afdelingen. Pas als een werkgever dit doorheeft kan<br />

hij dat ingesleten patroon doorbreken.’ Het vereist niet per se een<br />

bovengemiddelde intelligentie om goed te kunnen manipuleren.<br />

Eerder een zekere mate van ‘slimheid’ om te kunnen inschatten<br />

welke manipulatieve tactiek in een bepaalde situatie de meeste<br />

kans van slagen heeft.<br />

LEVENSGEVAARLIJKE SITUATIES<br />

Ook in de gezondheidszorg komt manipulatie voor. ‘Er zijn patiënten<br />

die hun behandelaars onder druk zetten met valse beschuldigingen<br />

van aanranding of erger. Als iemands dossier een patroon<br />

van valse beschuldigingen laat zien, is het belangrijk je hiertegen


in te dekken door altijd in gezelschap van een collega met deze<br />

patiënt te praten.’ Zeker in de medische sector kan manipulatie tot<br />

levensgevaarlijke situaties leiden. Siecker vertelt over een ervaring<br />

in een ziekenhuis waar hij zijdelings betrokken was bij onvrede<br />

op de werkvloer. ‘Toen een van de artsen een totaal verkeerde<br />

inschatting had gemaakt over de behandelwijze van een patiënt,<br />

spraken de verpleegkundigen af dit te laten gebeuren. Welbewust<br />

namen zij gezamenlijk het besluit hem niet te corrigeren, omdat<br />

ze hem op deze manier “een lesje wilden leren” voor zijn jarenlange<br />

oncollegiale en autoritaire gedrag.’ Hoewel Siecker deze<br />

gedachtegang enigszins kon begrijpen, heeft hij alles in het werk<br />

gesteld om deze beslissing te doorkruisen. ‘Doorgaan op deze weg<br />

had de dood van een patiënt kunnen betekenen, en dat is uiteraard<br />

een prijs die nooit betaald mag worden. Over mijn lijk!’, stelt<br />

hij ferm. ‘Manipulatie is nooit goed te praten, maar zeker niet in<br />

een werkomgeving waar mensenlevens in het geding zijn. Dat mag<br />

absoluut niet gebeuren. Je moet elkaar blind kunnen vertrouwen.’<br />

VALKUILEN<br />

Een kracht van bijna alle manipulators is mensenkennis.<br />

‘Logisch’, redeneert Siecker. ‘Want dit is de basisvoorwaarde om<br />

iemand te kunnen bespelen. Er zijn talloze manieren om keuzes<br />

en beslissingen van mensen subtiel te beïnvloeden. Een simpele<br />

tactiek is vleien en iemand in een goede stemming brengen. Als je<br />

een stap verder gaat, kun je iemand ook geschenken geven en zo<br />

proberen te paaien. Voer je dit op naar een hogere graad, dan ben<br />

je iemand aan het omkopen. En zo loopt alles op in gradaties, tot<br />

en met indoctrinatie en chantage aan toe.’<br />

Een manipulator stemt zijn strategie af op iemands karakter,<br />

is Sieckers ervaring. Ook denkt de auteur dat iedereen een<br />

potentieel manipulatieslachtoffer is. ‘Bij de een werkt een andere<br />

methode dan bij de ander, maar we hebben allemaal onze<br />

zwakke plekken. Van zo’n zwakke plek maakt de manipulator<br />

misbruik.’ Wie zich bewust is van de eigen valkuilen, kan<br />

zichzelf beter beschermen, weet Siecker. Mogelijke valkuilen<br />

behandelt hij in het tweede gedeelte van het boek, met gerichte<br />

tips en aanwijzingen voor contramanipulatie. ‘Wees op je<br />

hoede’, adviseert hij. Specifiekere verdedigingsmechanismen<br />

beginnen bij het (h)erkennen van je eigen zwakheden. Deze<br />

lopen uiteen van gebrek aan zelfvertrouwen of weinig eigenwaarde<br />

tot een groot verantwoordelijkheidsgevoel of een sterke<br />

beschermingsdrang. Denken dat jijzelf nooit zult worden gemanipuleerd<br />

is het grootste risico. ‘Juist als je denkt: ik sta stevig<br />

in mijn schoenen, dat gaat mij niet gebeuren, bevind je je in<br />

de gevarenzone. Je valt namelijk altijd in de valkuil die je niet<br />

ziet.’ Een van de punten die bij de contramanipulatie ter sprake<br />

komen, is de schijnbare ongevoeligheid van manipulators. Ze<br />

houden tenslotte geen rekening met andermans gevoelens en<br />

wensen. Siecker: ‘Het hoeft ze ook helemaal niet te interesseren<br />

dat we hun gedrag niet prettig vinden. Maar ze zijn wel degelijk<br />

ergens gevoelig voor, namelijk voor het doel dat ze willen bereiken.<br />

Degene die gemanipuleerd wordt heeft dat doel in handen.<br />

Logisch, want anders hoefde de manipulator al die moeite niet<br />

te doen. Die situatie biedt kans voor tegenzetten.’<br />

CV’S CHECKEN<br />

Iets waarover Siecker zich verbaast, is dat rond sollicitatieprocedures<br />

niet strikt wordt gecheckt wat iemands achtergrond<br />

is. ‘Cv’s worden vaak “opgeklopt” en evengoed wordt de inhoud<br />

simpelweg voor kennisgeving aangenomen. Waarom wordt niet<br />

vaker de moeite genomen om te controleren of het ook werkelijk<br />

klopt?’, uit hij zijn verbijstering. ‘Sterker nog: als later blijkt dat<br />

de sollicitant wat in zijn voordeel heeft overdreven, wordt dat nog<br />

wel gewaardeerd, ook omdat dit gedrag wordt beschouwd als bewijs<br />

van gedrevenheid. Maar daarbij wordt over het hoofd gezien<br />

dat list en bedrog kunnen uitmonden in een storend patroon,<br />

met negatieve effecten op de werksfeer. Eén manipulator op de afdeling<br />

kan veel schade veroorzaken en het kost de baas gigantisch<br />

veel tijd om de schade te beperken. Terwijl met wat meer achtergrondinformatie<br />

veel ellende had kunnen worden voorkomen.’<br />

SUBTIELE SCHAAKMAT<br />

Ook is het verstandig zo veel mogelijk te registreren in het personeelsdossier.<br />

‘Dan hoeft bij overplaatsing van de medewerker<br />

of het aantreden van een nieuwe leidinggevende niet opnieuw<br />

het wiel uitgevonden te worden’, meldt Siecker praktisch. ‘Met<br />

zo’n persoonlijke “gebruiksaanwijzing” achter de hand is de<br />

kans dat werkleiders zich tegen elkaar laten uitspelen al flink<br />

gereduceerd. Elkaar informeren vormt de basis van een goede<br />

contratechniek.’ Tot slot nog een belangrijk advies: ‘Blijf alert,<br />

maar laat nooit merken dat je de trucs van de manipulator doorhebt.<br />

Daarmee maak je hem alleen maar slimmer en geslepener.<br />

Manipulatie is te vergelijken met een schaakspel. Daadwerkelijke<br />

winst bereik je alleen als je erin slaagt de manipulator op subtiele<br />

wijze schaakmat te zetten.’ ■<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 29


Hoe Liesbeth haar baan had kunnen behouden<br />

Manipulatie op de <strong>OK</strong><br />

Interim-<strong>OK</strong>-manager Liesbeth komt ernstig in de problemen door een manipulerende<br />

operatieassistent. Hoe had ze dat kunnen voorkomen? Arts en neurobioloog Ronald<br />

Siecker – schrijver van Manipulatie, Van marionet tot regisseur – geeft advies.<br />

Tekst: Menno Goosen<br />

De namen van de <strong>OK</strong>-manager, de operatieassistent en de regio van het ziekenhuis zijn gefingeerd. Delen van de casus zijn<br />

waar gebeurd. De persoon op de foto is een model en heeft geen verband met de casus.<br />

Casus<br />

Liesbeth is sinds een klein halfjaar interim-<strong>OK</strong>-manager bij<br />

een middelgroot ziekenhuis in het oosten van Nederland.<br />

Hoewel ze erg veel ervaring en mensenkennis heeft, heeft<br />

ze niet vaak iemand als Jesse ontmoet. Jesse is een charmante<br />

jonge operatieassistent van 22, en de hele afdeling is dol op hem.<br />

Met name onder de dames scoort hij hoge ogen. Niet alleen door<br />

zijn uiterlijk, maar ook door zijn zeer collegiale omgang. Hij is<br />

nooit te beroerd om koffie mee te nemen, of een collega die in<br />

een echtscheiding ligt een hart onder de riem te steken. Bovendien<br />

is hij het zonnetje in huis. Altijd vrolijk, vriendelijk en<br />

opgewekt. Toch zijn er wel wat negatieve zaken die Liesbeth als<br />

buitenstaander al snel opmerkt, terwijl de rest van het team er<br />

blijkbaar geen enkele aanstoot aan neemt. Zo instrumenteert<br />

Jesse bijna nooit bij grote, zware ingrepen, terwijl hij toch met<br />

glans zijn opleiding tot operatieassistent heeft afgerond. Het<br />

liefst instrumenteert hij bij overzichtelijke, kleine ingrepen zoals<br />

bij oogheelkunde of kaakchirurgie. Ook het omlopen is een<br />

van zijn favoriete taken. Vaak is hij erg lang weg als hij naar het<br />

magazijn moet omdat hij dan tussendoor een sigaretje rookt.<br />

Maar er is niemand die er iets van zegt.<br />

30 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />

ALARMBELLEN<br />

Bijzonder is ook dat het Jesse altijd lukt om vrij te krijgen.<br />

Hoe druk het ook is. Er is altijd wel een collega die zijn dienst<br />

wil overnemen. Zelf neemt hij eigenlijk nooit diensten over<br />

voor zijn collega’s, maar dat lijkt alleen Liesbeth op te vallen.<br />

Liesbeth besluit paal en perk te stellen aan dit gedrag, en de<br />

eerstvolgende keer dat Jesse zijn rooster wil omgooien nee te<br />

zeggen. Lang hoeft ze hier niet op te wachten, want de volgende<br />

week is het weer raak en staat Jesse in haar kantoortje.<br />

Maar dit keer heeft hij een goede reden: hij moet naar de begrafenis<br />

van zijn ‘lievelingstante’. Dit woord laat bij Liesbeth<br />

alle alarmbellen afgaan. Ze ervaart een flashback. ‘Had jij toen<br />

ik hier net werkte niet ook al een begrafenis van je lievelingstante?’<br />

Als door een wesp gestoken draait Jesse zich om. Van de<br />

vriendelijke oogopslag die hij normaal heeft, is weinig meer<br />

over. ‘Wat probeer jij nu te insinueren? Dat ik een partijtje sta<br />

te liegen over zoiets? Daar ga ik werk van maken! Hoe haal je<br />

het in je hoofd om mij van zoiets te beschuldigen! Hier krijg<br />

je spijt van!’ Met grote passen beent hij weg, de deur met een<br />

knal achter zich dichtgooiend.


Foto: Shutterstock<br />

KOUDE OORLOG<br />

En inderdaad krijgt Liesbeth spijt van haar opmerking. Na het<br />

incident met Jesse is de werksfeer grondig verziekt. Het hele<br />

team neemt het voor Jesse op. Liesbeth wordt niet meer gedag<br />

gezegd, en haar aanwijzingen worden niet meer serieus genomen.<br />

De floormanager bijt haar tussen neus en lippen toe<br />

dat het een grof schandaal is om iemand die in de rouw is zo<br />

te behandelen. Ook in de koffiekamer is de sfeer tot het nulpunt<br />

gedaald. <strong>Collega</strong>’s groeten haar niet meer, en bespreken<br />

Advies Ronald Siecker<br />

Het spel tegen een manipulator is een schaakspel, en<br />

je wint het alleen als je enkele zetten vooruitdenkt.<br />

Het eerste ‘alarmsignaal’ dat Liesbeth op had kunnen<br />

merken was dat niemand ooit klaagde over het gedrag van<br />

Jesse. Iedereen sprong voor hem in of nam diensten van hem<br />

over. Dat betekende dat hij een behoorlijke invloed op de groep<br />

had. En dan kun je het feitelijk al aan zien komen dat Jesse<br />

die invloed ook zal gebruiken om de groep tegen jou te keren<br />

wanneer je de confrontatie met hem aangaat. En wanneer dat<br />

eenmaal gebeurd is, is het lastig om dit nog terug te draaien.<br />

Het simpele feit dat Jesse zo veel voor elkaar krijgt, dat hij<br />

anderen concreet en systematisch kan benadelen zonder dat<br />

alleen het hoogst noodzakelijke met haar. Soms stokken de<br />

gesprekken als ze binnenkomt. Liesbeth wordt ook consequent<br />

overgeslagen als er een schaal met koekjes rondgaat. Op het<br />

oog onbelangrijke dingen, maar ze kan er niet meer van slapen<br />

en heeft regelmatig huilbuien. Na een paar weken ‘Koude<br />

Oorlog’ neemt Liesbeth een ingrijpende beslissing. Ze besluit<br />

haar baan op te zeggen en bij een ander ziekenhuis aan de slag<br />

te gaan.<br />

dit hem ooit problemen oplevert, is de eerste aanwijzing dat<br />

je met een vrij behendig manipulator te maken hebt. Dit betekent<br />

automatisch dat de gewone, directe manieren van aansturen<br />

(zoals iemand ergens rechtstreeks op aanspreken om<br />

er samen uit te komen) niet zullen werken. Je moet nadenken<br />

over de stappen die je neemt, en ze echt voorbereiden. Nu weet<br />

ik dat we daar in de drukte van alledag eigenlijk geen tijd voor<br />

hebben. Maar kijk naar de gevolgen ervan als je het niet doet:<br />

Liesbeth heeft uiteindelijk haar baan opgezegd. Als je dit met<br />

een kwartiertje goede voorbereiding kunt voorkomen, is dat<br />

toch echt wel de moeite waard. De volgende stappen zijn dan<br />

van belang.<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 31


Foto: Johannes Abeling<br />

Manipulatie-expert arts / neurobioloog Ronald Siecker.<br />

BRENG DE MANIPULATOR IN KAART<br />

Neem de tijd om op een rij te zetten waar je werkelijk mee te<br />

maken hebt. De meeste manipulatoren hebben zo’n drie of vier<br />

tactieken tot hun beschikking, die ze telkens opnieuw gebruiken.<br />

Bij Jesse zien we: hij charmeert, om de mensen om hem heen<br />

aan hem te binden. Maar zoals veel manipulatoren verandert hij<br />

zijn gedrag abrupt wanneer iemand kritisch op hem is. Dan is hij<br />

intimiderend, en dreigt zelfs. Deze sterke wisseling van houding<br />

zorgt dat zijn collega’s onbewust moeite doen om hem niet boos<br />

te maken. En tot slot splitst hij: zodra iemand een bedreiging<br />

voor hem wordt, zorgt hij dat de rest van de groep zich tegen<br />

diegene keert. Het is gegarandeerd niet de eerste keer dat hij dit<br />

doet. Daarvoor is hij er al veel te goed in. Observeren en een kort<br />

(maar doelgericht) gesprekje met zijn collega’s of een vroegere<br />

leidinggevende had al veel hiervan aan het licht kunnen brengen,<br />

waardoor Liesbeth beter voorbereid was geweest.<br />

VERZAMEL OBJECTIEVE FEITEN<br />

We hebben allemaal zo’n hekel aan administratie en het schrijven<br />

van dossiers. En toch is dat wat in deze situatie je huid redt.<br />

Liesbeth herinnert zich – ongetwijfeld terecht – dat Jesse al eerder<br />

vrij heeft gevraagd voor de begrafenis van zijn lievelingstante.<br />

Maar het is haar woord tegen het zijne, en Jesse heeft meer vertrouwen<br />

van zijn collega’s. Als ze bij zijn eerdere verlofaanvraag<br />

(in één zin, tien seconden werk) de reden van zijn verlofaanvraag<br />

had genoteerd in het dossier, had ze nu zwart-op-wit gehad dat<br />

Jesse twee keer dezelfde reden opgaf. Met als belangrijkste effect<br />

32 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />

dat ze concreet bewijs had kunnen tonen aan de collega’s van<br />

Jesse toe, die haar aanspraken. Daardoor had ze hun kunnen<br />

laten zien dat zíj juist degenen waren die bedrogen werden, en<br />

Liesbeth degene die het voor hen opnam.<br />

PLAN JE TEGENZETTEN<br />

Op welk moment Liesbeth Jesse ook aan had gesproken, hij had<br />

altijd op deze manier gereageerd. Want dat is zijn tactiek. Maar<br />

dat geeft Liesbeth de tijd om haar acties te plannen. Het beste wat<br />

ze had kunnen doen, was zichzelf de tijd geven om het concrete<br />

bewijs, dat ik net noemde, te verzamelen. Desnoods nu beginnen<br />

met dossieropbouw en wachten op volgende verzuimmeldingen –<br />

die er zeker zouden komen – om goede documentatie te krijgen.<br />

Dit bewijs is de sleutelfactor. Want dit kan gebruikt worden om<br />

het eigen draagvlak onder de collega’s te vergroten. Denk nooit<br />

dat dit vanzelf gaat. Jesse is actief bezig mensen in zijn kamp te<br />

trekken; en Liesbeth zou net zo actief hetzelfde hebben moeten<br />

doen. Maar zij hoeft lang niet iedereen te overtuigen. In de praktijk<br />

zijn zelfs één of twee medestanders al voldoende om het front<br />

dat Jesse vormt te doorbreken en de situatie op de afdeling veel<br />

gunstiger te houden.<br />

NEEM FORMELE STAPPEN<br />

En tot slot: met concreet bewijs kunnen ook ‘hogere machten’<br />

worden ingeschakeld, zoals P&O of het management. Als Jesse<br />

aantoonbaar fraudeert met zijn afwezigheid, en zich daarnaast<br />

ook nog intimiderend opstelt (en er zijn één of twee getuigen<br />

die Liesbeth steunen en dit bevestigen), dan kunnen er formele<br />

stappen worden genomen. En omdat een manipulator zich vaak<br />

niet thuis voelt in een situatie die hij niet meer helemaal onder<br />

controle heeft, zou het dan eerder Jesse zijn geweest die ervoor<br />

had gekozen om zijn baan op te zeggen. Al zou hij natuurlijk tot<br />

het laatst toe hebben volgehouden dat het niet aan hem lag en dat<br />

hij een onschuldig slachtoffer was – want dat is nu eenmaal zijn<br />

tactiek en daar zal hij nooit van afwijken. ■<br />

MANIPULATIE<br />

Van marionet tot regisseur<br />

Auteur: Ronald Siecker<br />

Uitgeverij: Y-Publicaties<br />

ISBN: 9789086961535<br />

Prijs: € 29,95<br />

Ronald Siecker schreef eerder de boeken Signalen en valkuilen: Inzicht in<br />

psychische handicaps (9789087170035) en ‘Ik heb een tijdbom in mijn<br />

hoofd’: Werken met psychisch gehandicapten (9789087170042).


Veiligheid garanderen in een multifactorieel proces<br />

De <strong>OK</strong> als luchthaven<br />

Als <strong>OK</strong>-manager wilt u nummer één<br />

zijn en blijven voor al uw stakeholders.<br />

Een ambitie die u deelt met luchthaven<br />

Schiphol, net zoals de <strong>OK</strong> een locatie<br />

waar verschillende partijen de meest<br />

risicovolle en multifactoriële processen<br />

moeten stroomlijnen om integrale<br />

veiligheid te kunnen garanderen. Het<br />

Albert Schweitzer ziekenhuis, winnaar van<br />

de Patiëntveiligheid Award 2011, bezocht<br />

de luchthaven op zoek naar crosslinks en<br />

ideeën. Tekst: VMS Zorg | FOTO’S: SHUTTERSTOCK<br />

Schiphol heeft de ambitie ‘Europe’s preferred airport te zijn<br />

en te blijven voor al zijn stakeholders’. Met de doelstelling<br />

preferred te zijn koppelt het bedrijf zijn ambitie<br />

direct aan kwaliteit in de vorm van vijf Schipholkernwaarden:<br />

betrouwbaar, efficiënt, duurzaam, inspirerend en gastvrij. In<br />

de bedrijfsvoering van Schiphol wordt veiligheid aan betrouwbaarheid<br />

gekoppeld. In het overkoepelende Veiligheidsplatform<br />

Schiphol werkt Schiphol samen met alle bedrijven die<br />

een directe rol hebben in het luchtvaartproces van veiligheid.<br />

Het platform maakt een doorvertaling naar alle medewerkers<br />

die betrokken zijn bij de processen, van het landen tot het<br />

opstijgen van een vliegtuig.<br />

In de zorg wordt kwaliteit vaak opgedeeld in vergelijkbare<br />

waarden: effectiviteit, tijdigheid, efficiëntie, gelijkheid, patiëntoriëntatie<br />

en veiligheid (‘Crossing the Quality Chasm’, Institute<br />

Of Medicine). Intensivist Ralph So: ‘In het Albert Schweitzer<br />

ziekenhuis hebben we uiteraard ook organisatiebrede waarden,<br />

zoals klantgerichtheid, samenwerking en professionaliteit. In<br />

het kwaliteitsbeleid zijn de dimensies, waaronder veiligheid,<br />

verder uitgewerkt. Opmerkelijk is dat Schiphol veiligheid niet<br />

meer opneemt als een kernwaarde omdat het een algemeen gedachtegoed<br />

is. Daaruit blijkt dat het een stuk verder is dan wij.’<br />

Het ziekenhuis staat nog aan het begin, constateert So. ‘Dat<br />

hoeven wij onszelf niet te verwijten. De luchtvaart en andere<br />

hoogrisico-industrieën laten zien dat er gemiddeld vijf jaar nodig<br />

is om naar een volgende (cultuur)fase te komen. Ik zie dat de aanspreekcultuur<br />

al anders is geworden. Zo’n tien jaar geleden was<br />

het ondenkbaar dat de medische staf zou werken met individuele<br />

functioneringsgesprekken. Nu melden hele maatschappen zich<br />

vrijwillig aan voor het appraisal and assessment-traject.’<br />

GEEN CONCURRENTIE ROND VEILIGHEID<br />

‘Wanneer een vliegtuig Schiphol nadert, staan meerdere partijen<br />

klaar om iets met dat vliegtuig te doen’, vertelt programmamanager<br />

van het Veiligheidsplatform Schiphol (VpS) Fauzia Aouden.<br />

‘Dat lijkt op een patiënt die geopereerd moet worden en die het<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 33


ziekenhuis doorloopt van opname tot ontslag. Het volbrengen van<br />

een dergelijk multifactorieel proces en het neerzetten van een<br />

klantgeoriënteerd proces is en blijft een behoorlijke uitdaging.<br />

Zeker als elk betrokken bedrijf behalve het gezamenlijk belang<br />

ook nog een eigen bedrijfsbelang heeft. Het is een proces dat om<br />

regie maar vooral ook om samenwerking vraagt. Samenwerking<br />

tussen alle partijen die betrokken zijn in het reisproces en waarbij<br />

“klantdenken” en de “win-wingedachte” centraal staan.’<br />

‘Heel herkenbaar’, vindt Ralph So. ‘De zorg wordt steeds complexer.<br />

Technische ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller<br />

op, waardoor je ook ziet dat professionals steeds specifieker opgeleid<br />

zijn. Daarnaast zie je een “taakherschikking” plaatsvinden,<br />

waarbij taken worden opgedeeld en verdeeld. Per saldo heb je<br />

dus meer mensen nodig om de zorg te kunnen bieden. Wanneer<br />

je dan in de van oudsher bekende “silo’s” blijft denken – dus<br />

alleen binnen je eigen teams of afdelingen praat – gaat het mis.<br />

Betere resultaten op je eigen stuk behaal je niet alleen met harder<br />

werken en meer scholing. Op een gegeven moment bereik je een<br />

grens. Je kunt simpelweg niet alle kennis alleen opdoen en de<br />

zorg in je eentje aanbieden. Je ontkomt gewoon niet aan multidisciplinaire<br />

samenwerking.’<br />

Fauzia Aouden: ‘Ook bij Schiphol zijn de partijen op interfaces<br />

van elkaar afhankelijk. Daardoor zien ze de voordelen van<br />

samenwerking. Bovendien voelen ze ook hier de druk van buitenaf.<br />

Op het gebied van veiligheid spreken de partijen heel<br />

open over incidenten en hebben ze met elkaar afgesproken op<br />

dit onderwerp geen concurrentie te kennen. Zo zijn<br />

er randvoorwaarden als geheimhoudingsverklaringen<br />

en is sinds de oprichting van het VpS in 2003<br />

een vertrouwensband ontstaan. Die vormt het<br />

fundament onder deze open besprekingen<br />

gericht op het verbeteren van de veiligheid.’<br />

34 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />

INDIVIDUELE WINST DOOR SAMENWERKING<br />

Het VpS streeft naar integrale veiligheid door de processen te<br />

beheersen en continu te verbeteren, maar de eigen verantwoordelijkheid<br />

van de bedrijven te behouden. De ondertekende VpSbeleidsverklaring<br />

vormt de grondslag van het VpS, maar commitment<br />

blijkt tevens uit de investering van tijd, middelen en geld<br />

van de bedrijven. Deelname aan het VpS is vrijwillig maar niet<br />

vrijblijvend. De partijen in het VpS streven naar het delen van<br />

incidenten en knowhow, gezamenlijke analyses van voorvallen en<br />

draagvlak voor maatregelen.<br />

‘De partijen zijn vooral op een collectieve aanpak gebrand omdat<br />

ze zich realiseren deze concrete resultaten individueel niet te<br />

kunnen behalen’, vertelt Fauzia Aouden. ‘Elke partij haalt voor<br />

zichzelf winst uit dit samenwerkingsverband. Concrete winst<br />

wordt onder meer geboekt met het lopen van veiligheidsrondes<br />

door managers binnen elkaars bedrijf. Elk bedrijf heeft eigen<br />

kwaliteits- en veiligheidseisen, maar wanneer managers van<br />

achter hun bureau in het primaire proces worden gezet, geeft dat<br />

veel inzicht in risico’s. Ook het gezamenlijk houden van prospectieve<br />

risico-inventarisaties levert veel inzichten op. Een gedegen<br />

methodiek hiervoor is in (gezamenlijke) ontwikkeling.’<br />

CONCENTRATIE VS. DECENTRALISATIE<br />

‘Ik denk dat de afdeling Kwaliteit in veel ziekenhuizen een centrale<br />

rol speelt bij het formuleren van veiligheidsbeleid en het monitoren<br />

ervan’, vertelt intensivist So. ‘Het magische woord voor een<br />

succesvolle veiligheidsaanpak is echter “regievoering”. Dit houdt<br />

in dat het iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid behoudt.’<br />

In het Albert Schweitzer ziekenhuis voeren de raad van bestuur<br />

en de medische staf centraal de coördinatie op het kwaliteits-<br />

en veiligheidsbeleid, met de VAR [Verpleegkundige<br />

Adviesraad, red.] in een sterke adviserende rol. Daaronder<br />

valt per ‘resultaatverantwoordelijke eenheid’ het<br />

duale management van een medisch manager<br />

en bedrijfsleider. So: ‘Op die manier


lijven de verantwoordelijkheden in de lijn liggen. Het is hun<br />

eigen verantwoordelijkheid middels een plan-controlcyclus de<br />

vooruitgang op het gebied van veiligheid centraal aan te geven<br />

bij de raad van bestuur. Resultaten worden bijgehouden op<br />

een “balanced zorg card”, een onlangs ingevoerde en uitgeteste<br />

managementtool voor een ziekenhuisbrede verslaglegging.<br />

Geheel vrijblijvend is het dus niet.’<br />

Dat veel ziekenhuizen kwaliteit vooral centraal regelen, begrijpt<br />

So wel. ‘Dat werkt toch het snelst. Bovendien heb je te<br />

maken met strategische keuzen, zoals de concentratie van zorg<br />

die op gang is gekomen. Je kunt niet voor elke klus overal 24/7<br />

mensen klaar hebben staan. Toch blijft de vraag hoe je hierbij<br />

goede basiszorg kunt blijven leveren. Je kunt de zorg wel concentreren,<br />

maar acuut zieke mensen zul je door heel Nederland<br />

blijven vinden. Dat alle zorgverleners dan goede zorg kunnen<br />

leveren, is een must. Dit houdt ook in dat veiligheid een integraal<br />

onderdeel is van hun eigen werk en dat het veiligheidsdenken<br />

dus gedecentraliseerd is.’<br />

NADENKEN OVER VERANTWOORDELIJKHEID<br />

Het VpS focust behalve op samenwerken en concrete veiligheidsresultaten<br />

(zoals bird control) ook continu op safety awareness.<br />

Programmamanager Aouden: ‘Het is belangrijk dat<br />

medewerkers zelf nadenken over hun verantwoordelijkheid om<br />

doelen te bereiken en dat ze waarden voor zichzelf invullen:<br />

wat versta ik onder veilig werken? En welke bijdrage kan ik zelf<br />

leveren?’ So: ‘Ook in het ziekenhuis is dat een wezenlijke vraag.<br />

Veel collega’s denken bij veiligheid vooral aan de uitkomstmaat.<br />

Maar het is even belangrijk om de protocollen op orde te hebben,<br />

visitaties te houden en heldere taken en bevoegdheden te<br />

formuleren. Je moet veiligheid breder trekken.’<br />

Het VpS gaat verder dan het stellen van vragen, het faciliteert<br />

ook. Programmamanager Aouden: ‘Als er geen concrete activiteiten<br />

van medewerkers volgen en geen randvoorwaarden<br />

worden gecreëerd vanuit het VpS, blijft het immers bij een<br />

mooie droom. Bovendien faciliteert het VpS<br />

wel, maar blijft veiligheid toch een lijnverantwoordelijkheid.’<br />

Niettemin kennen ze bij het VpS maar al te<br />

goed de dilemma’s van elkaar wel/niet aanspreken<br />

op de werkvloer en wel/niet straffen<br />

na een incident. ‘Ook op de luchthaven is het<br />

verleidelijk om na een incident te roepen: “Wie<br />

Wanneer een vliegtuig Schiphol nadert, staan<br />

meerdere partijen klaar om iets met dat vliegtuig<br />

te doen. Dat lijkt op een patiënt die geopereerd<br />

moet worden en die het ziekenhuis doorloopt van<br />

opname tot ontslag.<br />

was dat? Die kop gaat rollen.” Het blijft een eerste reactie. Men<br />

stapt er heel snel overheen. We weten uit onderzoek dat straffen<br />

contraproductief werkt. Vandaar ook dat het thema van het<br />

Safety Event vorig jaar luidde: leren is veiliger dan straffen.’<br />

GESPANNEN KLANTEN, ONVEILIGE SITUATIES<br />

Bij het nastreven van de ambitie Europe’s preferred airport te<br />

zijn past tenslotte ook een extern gerichte cultuur die zich<br />

tot doel stelt de verwachtingen van de klant en de omgeving<br />

te vervullen of zelfs te overtreffen. De klant bepaalt immers<br />

of de luchthaven werkelijk preferred is. Bij het beheersen van<br />

de beleving en directe ervaring die klanten hebben als zij via<br />

Schiphol reizen of met Schiphol zakendoen, speelt gastvrijheid<br />

een essentiële rol. Gastvrijheid houdt in dat er aandacht is voor<br />

de belevingswereld van de klanten. Dat zij het gevoel hebben<br />

welkom te zijn en dat er op hen wordt gelet. Alleen hiermee<br />

kan de gespannenheid en de angst die reizigers voelen worden<br />

weggenomen; gespannenheid en angst door een gebrek aan<br />

controle over het proces of onbekendheid met de locatie of het<br />

eindresultaat: ‘komen ook mijn koffers veilig aan?’.<br />

Gespannenheid kan er ook zijn bij patiënten die het ziekenhuis<br />

bezoeken. Het Albert Schweitzer ziekenhuis probeert het ondanks<br />

de situatie toch aangenamer te maken voor de patiënt. So geeft de<br />

komst van een ‘slaap-waakcentrum’ als voorbeeld. ‘Patiënten met<br />

slaapproblemen kunnen alle onderzoeken nu in één of twee dagen<br />

ondergaan en met een multidisciplinair opgesteld plan naar<br />

huis, in plaats van meerdere keren terug te moeten komen voor<br />

gefragmenteerde informatie. Naast het gemak voor de patiënt,<br />

brengt het gestroomlijnde zorgproces ook minder risico’s van<br />

overdrachts- en communicatieproblemen met zich mee.’<br />

Dat spanning ook effect kan hebben op de bijdrage die de<br />

reizigers zelf kunnen leveren aan veiligheid, realiseert Schiphol<br />

zich. ‘Spanning om het reizen en onbekendheid met de luchthaven<br />

kunnen tot gevolg hebben dat ze niet goed meer kunnen<br />

opletten’, vertelde president-directeur Jos Nijhuis van Schiphol<br />

Group tijdens het Jeroen Bosch Symposium in juni 2011. ‘Ze lezen<br />

de borden minder goed, volgen instructies minder goed op. Daar<br />

houden wij rekening mee: wij proberen reizigers vanaf thuis al<br />

goed te informeren, zodat zij kunnen anticiperen op het vinden<br />

van de beste parkeerplek, looproutes kunnen bekijken, vooraf<br />

kunnen inchecken en de tijd kunnen inschatten die het kost om<br />

bij de gate aan te komen. Hierdoor voorkomen wij veel ongewenste<br />

situaties.’ ■<br />

PATIËNTVEILIGHEID AWARD 2012<br />

Kans maken? Kijk op www.vmszorg.nl voor de voorwaarden.<br />

Initiatieven inzenden kan tot 31 augustus 2012.<br />

<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 35


Spaarne Ziekenhuis vergroot patiëntveiligheid en bespaart<br />

kosten<br />

Per stuk steriel verpakte<br />

schroeven en platen<br />

Het Spaarne Ziekenhuis<br />

heeft per stuk steriel<br />

verpakte schroeven en<br />

platen geïntroduceerd. Doel<br />

is de patiëntveiligheid te<br />

vergroten en kosten te<br />

besparen.<br />

TEKST: PAULIEN VAN LANGE<br />

FOTO’S: WIL WOERTMAN<br />

De laatste jaren is er veel veranderd<br />

op de <strong>OK</strong>. Alle procedures<br />

zijn aangescherpt, en vooral patiëntveiligheid<br />

en zorgkwaliteit staan<br />

hoog in het vaandel. De Inspectie voor de<br />

Gezondheidszorg (IGZ) en de verzekeraars<br />

besteden hier veel aandacht aan. Ook aan<br />

de traceerbaarheid van implantaten worden<br />

steeds strengere eisen gesteld. Een<br />

reden voor de operatiekamerafdeling van<br />

het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp om<br />

over te gaan op per stuk steriel verpakte<br />

schroeven en platen, een noviteit in Nederland.<br />

Dit kwam ook tegemoet aan de<br />

wens van de traumatologen om te allen<br />

tijde hoekstabiele fractuurbehandeling te<br />

kunnen aanbieden naast de conventionele<br />

techniek. Daarvoor moest het bestaande<br />

assortiment AO-instrumentarium worden<br />

uitgebreid en moesten de implantaten<br />

36 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

sowieso worden vervangen. Carolien Kuijs<br />

en Mary Melchior, operatieassistenten in<br />

het Spaarne Ziekenhuis, waren betrokken<br />

bij de implementatie van deze nieuwe<br />

werkwijze.<br />

Kwestie van tijd<br />

‘In Schotland zijn per stuk steriel verpakte<br />

schroeven en platen al enkele jaren<br />

verplicht’, weet Kuijs. ‘En in Engeland is al<br />

60 procent van de ziekenhuizen over op<br />

deze werkwijze. Hier spreekt de politiek<br />

ook al over gecodeerde, per stuk verpakte<br />

materialen. Het lijkt ons een kwestie van<br />

tijd voordat deze in de Nederlandse ziekenhuizen<br />

ook verplicht worden. Vooruitlopend<br />

op wettelijke richtlijnen hebben<br />

we daarom alles al omgezet naar per stuk<br />

steriel verpakte schroeven en platen.’<br />

Hoe draagt deze manier van werken bij<br />

aan de veiligheid voor de patiënt? ‘Bij de<br />

oude werkwijze werden alle implantaten<br />

na de operatie schoongemaakt’, vertelt<br />

Melchior. ‘Wanneer implantaten dit jarenlang<br />

ondergaan, resulteert dat in microbeschadigingen<br />

van de implantaten. Dat is<br />

met de per stuk en steriel verpakte materialen<br />

verleden tijd.’ De materialen hebben<br />

zelfs een houdbaarheid van tien jaar,<br />

een lotnummer en een barcode, en zijn<br />

dus per patiënt altijd traceerbaar.’<br />

De nieuwe werkwijze bespaart ook kosten.<br />

Mary Melchior legt uit: ‘Voorheen<br />

moest je van weinig gebruikte implantaten<br />

per set alle bijzondere maten drie tot<br />

vier keer op voorraad hebben, want ze<br />

waren een aantal uren niet beschikbaar<br />

in verband met wassen en steriliseren.<br />

Nu volstaat een kleine voorraad. Ook<br />

hoeven we minder vaak instrumentenen<br />

implantatensets te huren omdat we<br />

een breder assortiment platen op voorraad<br />

hebben. Het instrumentarium is al<br />

in ons bezit. Eventueel kunnen we via<br />

een zichtorder afwijkende implantaten<br />

bestellen.’<br />

Kleurcodes<br />

De orthopedisch en chirurgisch traumatologen,<br />

de inkoopafdeling, de specialismeoudsten<br />

traumatologie, de centrale sterilisatieafdeling<br />

en de leiding van de <strong>OK</strong> hebben<br />

in dit project samengewerkt. Gezamenlijk<br />

hebben ze in één jaar tijd alle<br />

wensen, mogelijkheden en te verwachte<br />

problemen in kaart gebracht. Daarnaast<br />

heeft een afvaardiging van de projectgroep<br />

met leverancier Synthes een bezoek<br />

gebracht aan het Elliot Hospital in Manchester,<br />

waar al met per stuk steriel verpakte<br />

schroeven en platen wordt gewerkt.<br />

Kuijs: ‘Na dit bezoek waren we overtuigd<br />

van de haalbaarheid.’<br />

Het lastigste was het bepalen van de voorraad<br />

en hoeveelheden hiervan. Leidend in<br />

het vaststellen was een overzicht van het<br />

verbruik van de voorafgaande twee jaar.<br />

‘Ook hebben we gekeken hoeveel ruimte<br />

de implantaten in het steriele magazijn<br />

van het Elliot Hospital innamen. Dit was<br />

vooraf niet goed in te schatten’, vertelt<br />

Kuijs.<br />

In Manchester werken ze met kleurcodes.<br />

Dat maakt het onderscheid tussen verschil-


Operatieassistenten Mary Melchior en Carolien Kuijs in de steriele ruimte waar de materialen liggen.<br />

lende schroeven en implantaten makkelijker.<br />

Die kleurcodering heeft het Spaarne<br />

Ziekenhuis overgenomen. Op een poster<br />

staat een skelet afgebeeld. De implantaten,<br />

gebruikt op verschillende ledematen,<br />

staan hier in diverse kleuren weergegeven.<br />

Gedegen voorbereiding<br />

De grootste uitdaging van het project was<br />

draagvlak creëren voor de nieuwe werkwijze.<br />

‘Het slagen ervan was afhankelijk<br />

van collega’s en operateurs. Hun enthousiasme<br />

en begrip voor kwaliteitsverbetering<br />

heeft geleid tot het welslagen van dit<br />

project’, vertelt Melchior terugkijkend op<br />

de afgelopen periode.<br />

Een gedegen voorbereiding en voorlichting<br />

is essentieel geweest, constateert ze.<br />

‘Maar de implementatie is zonder problemen<br />

verlopen. Presentaties en workshops<br />

door de leverancier aan alle operatieassistenten,<br />

chirurgieassistenten en specialisten<br />

hebben hierbij geholpen. Het omzet-<br />

ten naar steriele implantaten en het aanpassen<br />

van instrumentennetten hebben<br />

we op één dag met behulp van veel medewerkers<br />

en ondersteuning van de firma<br />

gerealiseerd.’<br />

De praktijk<br />

De nieuwe werkwijze is inmiddels geïmplementeerd.<br />

Hoe bevalt deze in de praktijk?<br />

Kuijs: ‘De grootste verandering is dat<br />

de operateur goed op de hoogte moet zijn<br />

van het assortiment. Voor de operatie<br />

moet hij aangeven welk implantaat hij<br />

gaat gebruiken, omdat er geen set met<br />

alle maten en vormen meer voorradig is.<br />

Ter verduidelijking hangen aan alle bakken<br />

met implantaten kaarten met voorbeelden<br />

hiervan. Aan de instrumentensets<br />

zijn linialen toegevoegd om de lengte van<br />

een plaat te bepalen.’<br />

Het Spaarne Ziekenhuis is nu bezig met<br />

implementatie van een digitaal preoperatief<br />

planningssysteem. Binnenkort kunnen<br />

de implantaten voorafgaand aan de operatie<br />

gemeten worden op de röntgenfoto’s.<br />

Er blijven zaken voor verbetering vatbaar.<br />

‘De verpakkingen bijvoorbeeld’, vertelt<br />

Carolien Kuijs. ‘Dit zijn kartonnen doosjes.<br />

Hierdoor zie je niet wat erin zit, en<br />

dat bleek tijdens het werken voor onduidelijkheid<br />

te zorgen. Dit hebben we aangegeven<br />

bij de leverancier. Deze is nu<br />

bezig met het aanpassen van de verpakkingen;<br />

die worden transparant. Ontwikkelingen<br />

hierin zijn samen gedaan.<br />

Ook de etikettering op de verpakking is<br />

aangepast op ons verzoek. Zo staat er nu<br />

bijvoorbeeld een duidelijke links-/rechtsvermelding<br />

op.’<br />

Het Spaarne Ziekenhuis is het eerste ziekenhuis<br />

in Nederland dat volgens deze<br />

methode werkt. Inmiddels zijn er collega’s<br />

uit andere ziekenhuizen komen kijken.<br />

De reacties zijn vooralsnog positief,<br />

en meerdere ziekenhuizen hebben besloten<br />

over te stappen.<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 37


Tekst: Menno Goosen<br />

38 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />

Kwaliteit en veiligheid in<br />

patiëntenzorg<br />

Auteurs: H. Wollersheim, P.J.M.<br />

Bakker, A.B. Bijnen,<br />

D.J. Gouma en C. Wagner<br />

Uitgeverij: Bohn Stafleu van<br />

Loghum<br />

ISBN: 9789031382354<br />

Prijs: € 41,95<br />

Opleidingen in de gezondheidszorg<br />

besteden in toenemende mate aandacht aan<br />

kwaliteitsverbetering en het voorkomen van onveiligheid<br />

in de patiëntenzorg. Kwaliteit en veiligheid<br />

hebben immers een hoge prioriteit. Maar wat betekent<br />

het precies om op een transparante wijze kwalitatief<br />

goede en veilige zorg te leveren? Welke rol<br />

speelt de zorgorganisatie, en hoe kan de arts of verpleegkundige<br />

individueel aan veilige patiëntenzorg<br />

bijdragen? Hoe worden calamiteiten voorkomen?<br />

Maar ook: hoe om te gaan met een gemaakte fout en<br />

hoe daarvan te leren? In dit boek wordt verhelderd<br />

wat kwaliteit van zorg is en wat voorwaarden zijn<br />

voor kwaliteitsverbetering.<br />

Diagnose diabetes 2025<br />

Over de toekomst van de Nederlandse<br />

diabeteszorg<br />

Auteurs: Philip Idenburg, Michel<br />

van Schaik en Inge de Weerdt<br />

Uitgeverij: Scriptum<br />

ISBN: 9789055940448<br />

Prijs: € 35,00<br />

Volgens schattingen zal het aantal Nederlandse<br />

diabetici in 2025 toegenomen zijn tot 1,4 miljoen,<br />

oftewel 8,4 procent van de bevolking. De zorgkosten<br />

die hiermee gemoeid zijn zullen stijgen tot 4,3 miljard<br />

euro. Los van de financiële consequenties zijn<br />

er uiteraard de nodige medische gevolgen: denk aan<br />

diabetische retinopathie, hart- en vaatziekten, diabetische<br />

nefropathie, voetklachten (met in het ergste<br />

geval amputatie), neuropathie, gastroparese,<br />

gewrichtsklachten en ontstekingen. Dit rijk geïllustreerde<br />

boek gaat over de toekomst van de diabeteszorg<br />

en -preventie in Nederland.<br />

De Martini-atlas van de<br />

anatomie<br />

Auteur: Frederic H. Martini<br />

Uitgeverij: Pearson Education<br />

ISBN: 9789043021647<br />

Prijs: € 40,95<br />

De Martini-atlas van de anatomie geeft<br />

een full colour overzicht van de menselijke<br />

anatomie. Aan de hand van 194 foto’s en 53 radiologische<br />

scans wordt de bouw van het menselijk lichaam<br />

op zeer visuele wijze weergegeven. Daarnaast maakt het<br />

boek de menselijke embryologie inzichtelijk, met illustraties<br />

en beschrijvingen van de verschillende ontwikkelingsstadia<br />

van het embryo. Frederic Martini werkt aan de<br />

universiteit van Hawaï (Hilo en Manoa) en het Shoals Marine<br />

Laboratory. Dit boek is bewerkt voor de Nederlandstalige<br />

markt door Ingrid Kerckaert van de Universiteit<br />

Gent.<br />

Snelle interpretatie van<br />

ECG’s<br />

Een nieuwe benadering<br />

van het lezen van<br />

elektrocardiogrammen<br />

Auteur: Dale Dubin<br />

Uitgeverij: Reed Business<br />

ISBN: 9789035232198<br />

Prijs: € 36,00<br />

Het elektrocardiogram is bij de diagnose en de behandeling<br />

van hartafwijkingen een belangrijk hulpmiddel.<br />

Doordat er zo veel ECG’s worden gemaakt,<br />

kan het idee ontstaan dat het beoordelen ervan<br />

‘even’ kan worden geleerd. Toch is dit niet het geval:<br />

elk ecg is uniek. Het is dan ook nodig te weten hoe<br />

het ecg ontstaat om tot een verantwoorde conclusie<br />

te komen. Rapid Interpretation of EKG’s, waarvan dit<br />

boek de Nederlandse vertaling is, wordt al meer dan<br />

35 jaar internationaal op grote schaal verkocht en<br />

gebruikt in 46 talen. De Rotterdamse cardioloog Jaap<br />

Deckers heeft het boek aangepast aan de Nederlandse<br />

situatie.<br />

‘Boeken’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden<br />

en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar:<br />

<strong>OK</strong> Operationeel, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam.


COLOFON<br />

<strong>OK</strong> Operationeel is hét vakblad voor operatieassistenten,<br />

anesthesiemedewerkers en leidinggevenden van operatieafdelingen.<br />

Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij<br />

Y-Publicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke<br />

Vereniging van Operatieassistenten) en de NVLO (Nederlandse<br />

Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling.<br />

<strong>OK</strong> Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is<br />

8.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle<br />

LVO- en NVLO-leden. Verdere verspreiding vindt plaats onder<br />

alle <strong>OK</strong>-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen, particuliere<br />

klinieken en opleidingscentra.<br />

Redactie<br />

Bladmanager: Menno Goosen: okoperationeel@y-publicaties.nl<br />

Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder:<br />

penningmeester@lvo.nl/040-253 89 21<br />

Redactiecoördinatoren NVLO: Jeannette Ronchetti en<br />

Marianne van Dongen: okmanagement@y-publicaties.nl<br />

Kopij of vragen voor <strong>OK</strong> Operationeel kunt u sturen naar alle<br />

genoemde e-mailadressen.<br />

Uitgeverij<br />

Y-Publicaties<br />

Postbus 10208<br />

1001 EE Amsterdam<br />

Telefoon: 020-520 60 77<br />

E-mail: info@y-publicaties.nl<br />

www.y-publicaties.nl<br />

Kijk ook op onze website www.oknieuws.nl<br />

Uitgever: Ralf Beekveldt<br />

Bladmanager: Menno Goosen: m.goosen@y-publicaties.nl<br />

Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los,<br />

Astrid van Pelt, Linda van Pelt<br />

Beeldredactie: Menno Goosen<br />

Eindredactie: Marloes van Hoorn<br />

Fotografen: Johannes Abeling, Jos Heijnen, Eric van<br />

Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp<br />

Tekstcorrectie: Marijn Mostart<br />

Lay-out: Thomson Digital<br />

Opmaakbegeleiding: Hans Jansens (Impaginator.nl)<br />

Druk: BalMedia<br />

Advertenties:<br />

Cross Advertising<br />

Westerkade 2<br />

3116 GJ Schiedam<br />

Telefoon: 010-7421023<br />

E-mail: gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />

Web: www.crossmedianederland.com<br />

Abonnementen:<br />

Voor abonnementen, vragen over het abonnement of<br />

adreswijzigingen:<br />

SP Abonneeservice.<br />

Postbus 105<br />

2400 AC Alphen a/d Rijn<br />

Telefoon: 0172-476085<br />

E-mail: info@spabonneeservice.nl<br />

Toezending van <strong>OK</strong> Operationeel is voor LVO- en NVLO-leden<br />

onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de<br />

volgende abonnementsprijzen:<br />

Jaarabonnement: € 59,50<br />

Losse nummers: € 8,50<br />

Abonnementen buiten Nederland: € 75<br />

Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.<br />

Prijswijzigingen voorbehouden.<br />

Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk<br />

twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij<br />

niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch<br />

met een jaar verlengd.<br />

© 2012 <strong>OK</strong> Operationeel<br />

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder<br />

schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming<br />

van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor<br />

informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen,<br />

aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid.<br />

Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen<br />

gegevens houden zij zich aanbevolen.<br />

ISSN 1872-6712<br />

Vingerwijzen<br />

De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de inzet van buitenlandse (lees: Indiase)<br />

operatieassistenten. Op 22 maart heeft zij de brief met het resultaat daarvan gepubliceerd<br />

(www.igz.nl). Negen ziekenhuizen heeft de inspectie bezocht en één ziekenhuis<br />

aangeschreven na serieuze signalen van operatieassistenten in de LVO-enquête uit<br />

2011 dat de patiëntveiligheid in het geding zou zijn.<br />

Wat bleek: ziekenhuizen hadden goede maatregelen genomen om te voorkomen dat<br />

zaken mis zouden gaan. Hoewel deze operatieassistenten waren aangekondigd als<br />

hoogopgeleide collega’s, bleken zij in werkelijkheid qua kennis en vaardigheden niet<br />

verder te zijn dan het niveau van een Nederlandse leerling-operatieassistent. Er werden<br />

intensieve begeleidingsprogramma’s ontwikkeld, inclusief taal- en communicatiecursussen,<br />

om deze mensen naar het gewenste niveau te brengen. Dat lukte niet in alle<br />

gevallen, waardoor sommige operatieassistenten voortijdig terugkeerden naar India.<br />

Uiteindelijk waren de meeste ziekenhuizen (lees: leiding en collega’s) tevreden over het<br />

bereikte niveau van de Indiase operatieassistenten.<br />

De alarmerende reacties uit de enquête – zoals achterblijven van gazen en verkeerd<br />

labelen van weefselpotjes voor onderzoek – werden niet bevestigd tijdens het inspectieonderzoek.<br />

Ook waren er geen VIM-meldingen over bekend. Wel is tijdens de bezoeken<br />

aangegeven dat fouten mogelijk waren geweest als er geen directe supervisie had<br />

plaatsgevonden. Wellicht is dat ook bedoeld in de enquête.<br />

Veel ziekenhuizen hebben aangegeven dit intensieve traject een volgende keer niet<br />

meer te zullen uitvoeren. Mogelijk is dat ook ingegeven door de ingestelde overheidssubsidie<br />

voor op te leiden operatieassistenten.<br />

In de gesprekken bleek ook dat de begeleiding van de Indiase collega’s een flinke wissel<br />

heeft getrokken op de Nederlandse collega’s. En ondanks dat de Indiase collega’s niet<br />

op hetzelfde niveau werkten als de Nederlandse collega’s, verdienden zij hetzelfde of<br />

meer. Het is best mogelijk dat de verhoogde werkdruk én de beloningsverhouding de<br />

enquête hebben gevoed met negatieve berichten en de beeldvorming hebben beïnvloed.<br />

Op sommige operatieafdelingen heeft de leiding actief moeten ingrijpen om te<br />

voorkomen dat de collegiale verhoudingen werden verstoord. Veel Indiase operatieassistenten<br />

gaven aan dat zij flink last hebben gehad van de negatieve beeldvorming<br />

die rond hun functioneren is ontstaan.<br />

De les die uit deze zaak kan worden getrokken, is dat ziekenhuizen een betere analyse<br />

zouden kunnen maken van de kosten en baten van werknemers uit het buitenland met<br />

wie weinig ervaring bestaat. Verder is er een rol voor de LVO weggelegd om te evalueren<br />

hoe zij is omgegaan met signalen van onvrede uit de beroepsgroep.<br />

Ed Schoemaker<br />

Projectleider Toezicht Operatief Proces<br />

E-mail: top@igz.nl<br />

Twitter: @TOPigz<br />

<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 39


TALENTER ECHTE PROFESSIONALS IN<br />

ZORG, WERK EN INKOMEN<br />

<br />

Beschik jij over de juiste instrumenten om<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

MAQUET Netherlands B.V. gevestigd in Hilversum is een professionele handelsonderneming en telt 54 medewerkers. MAQUET<br />

is onderdeel van de wereldwijd opererende en beursgenoteerde Zweedse Getinge groep. MAQUET houdt zich in de Nederlandse<br />

markt bezig met de inrichting van operatiekamers, intensive care, spoedeisende hulp, onderzoeksruimten en poliklinieken. In onze<br />

branche zijn wij marktleider en wij verkopen hoogwaardige<br />

kwaliteitsproducten.<br />

Je wilt overstappen naar de commercie, maar je hart ligt ook bij de zorg. Deze job biedt je beiden.<br />

APPLICATIESPECIALIST MEDISCHE APPARATUUR m/v<br />

Functie-informatie:<br />

Na een gedegen inwerkperiode wordt jouw belangrijkste aandachtsgebied het aangaan en onderhouden van langdurige<br />

klantcontacten binnen jouw werkgebied in samenwerking met onze Accountmanager. Je inventariseert behoeften en<br />

biedt oplossingen, passend binnen de mogelijkheden in jouw vakgebied en de wensen van de klant. Je weet klanten<br />

te enthousiasmeren door gedegen adviezen te geven over onze concepten, producten en productontwikkelingen. Zo<br />

ben je verantwoordelijk voor de begeleiding van offertes en orders naar bestellingen en leveringen, het organiseren en<br />

begeleiden van demo’s, proefplaatsingen en opleveringen en het trainen van in-en externe klanten over onze producten.<br />

Functie-eisen:<br />

afgeronde opleiding op HBO-niveau, als Operatieassistent, ook als je nog aan het begin van je loopbaan staat;<br />

een relatiemanager met een servicegerichte houding, die met diverse klanttypes op wisselende niveaus weet te<br />

communiceren;<br />

verder ben je bovenal een enthousiaste teamspeler, maar zijn zelfstandigheid en creativiteit je ook niet vreemd.<br />

MAQUET biedt:<br />

Een fulltime baan met een goede werksfeer, waarbij je grotendeels vanuit huis werkt. Prima arbeidsvoorwaarden, zoals<br />

een uitstekend salaris, premievrij pensioen, onkostenvergoeding, studieregeling, leaseauto, bonusregeling en 13e maand.<br />

Reageren? Stuur dan je sollicitatiebrief met CV per e-mail aan:<br />

annette.saas@maquetnetherlands.nl / HR Adviseur;<br />

meer informatie: www.maquetnetherlands.nl of bel dhr. Bert Janssen, Divisiemanager Surgical Workplaces (06-53834453).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!