Collega: - OK Nieuws
Collega: - OK Nieuws
Collega: - OK Nieuws
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7 E JAARGANG, NR. 4, juli 2012<br />
Sectio<br />
Voorlichting<br />
helpt patiënt<br />
Resistentie<br />
RIVM belicht<br />
oorzaken en<br />
aanpak<br />
<strong>OK</strong>-manager<br />
Rob van den Dool:<br />
‘Loyaliteit is mijn<br />
drijfveer’<br />
Manipulatie<br />
Kan ook<br />
jou overkomen!<br />
Schiphol<br />
De <strong>OK</strong> als<br />
luchthaven<br />
Implantaten<br />
Per stuk<br />
steriel verpakt<br />
<strong>Collega</strong>:<br />
<strong>OK</strong> Management-<br />
katern vanaf pagina 21<br />
Anesthesiemedewerker<br />
Peter van Dun draait<br />
verzoeknummers voor patiënten
Je eigen groei<br />
gratis scholing<br />
van TMI<br />
ZZP’er of Maatschap? Ontdek de + van TMI<br />
Slechts 7 procent bemiddelingsfee + De garantie dat jouw omzet binnen twee weken op je<br />
rekening staat + De grootste kans op de hoogste omzet + De grootste kans op werken<br />
dichtbij huis. Kijk snel op www.tmi-interim.nl/zzp of bel met de ZZP informatiedesk:<br />
020-7173527<br />
LVO-informatie<br />
Charmaine Betzema, voorzitter,<br />
voorzitter@lvo.nl<br />
Hennie Mulder, penningmeester<br />
en bestuurslid Media<br />
operationeel@lvo.nl<br />
Jeanine Stuart, secretaris en<br />
bestuurslid Onderwijs a.i.<br />
secretaris@lvo.nl en<br />
onderwijs@lvo.nl<br />
Nicole Dreessen, bestuurslid<br />
Beroepsbelangen<br />
beroepsbelang@lvo.nl<br />
Monique de Kort, bestuurslid<br />
Congres, congres@lvo.nl<br />
Femke Wienen, bestuurslid<br />
PR&V, prvoorlichting@lvo.nl<br />
LVO TELEFOON NUMMER:<br />
024-645 47 71 van maandag<br />
t/m zaterdag van 9.00 tot<br />
17.00 uur<br />
Adres: LVO, Postbus 9058<br />
1006 AB Amsterdam<br />
Lid worden van de LVO?<br />
Surf naar www.lvo.nl of bel met<br />
024-645 47 71.<br />
Opzegging van lidmaatschap<br />
dient voor 1 oktober schriftelijk<br />
te gebeuren – het lidmaatschap<br />
wordt dan per 1 januari van het<br />
jaar daarop beëindigd.<br />
Internet:<br />
www.lvo.nl<br />
Lidmaatschap opzeggen:<br />
Secretariaat LVO<br />
Postbus 9058<br />
1006 AB Amsterdam
Deze publicatie en alle teksten, illustraties, foto’s, namen, logo’s en merken die daarin zijn opgenomen, zijn beschermd door<br />
het auteursrecht, merkenrecht en andere intellectuele eigendomsrechten van Biomet Nederland BV of van aan haar gelieerde<br />
ondernemingen of zijn in licentie gegeven aan Biomet Nederland BV. Deze brochure mag noch in zijn geheel, noch gedeeltelijk,<br />
worden gebruikt, gekopieerd of gereproduceerd voor andere dan marketingdoeleinden van Biomet Nederland BV of haar<br />
gemachtigden. Elk ander gebruik is verboden.<br />
www.biomet.nl
Muziek, resistentie en manipulatie<br />
Onder narcose gaan op de <strong>OK</strong> terwijl je op de achtergrond je favoriete<br />
muziek hoort: het is mogelijk in het Tilburgse St. Elisabeth Ziekenhuis.<br />
Het initiatief dat anesthesiemedewerker Peter van Dun enige<br />
tijd geleden nam, is een succes. Daarom heeft het ziekenhuis dit op<br />
alle operatiekamers mogelijk gemaakt. Patiënten raken minder gestrest<br />
onder narcose als ze tot rust komen en worden daarna ook rustiger<br />
wakker. ‘Thuis vinden wij het normaal om met behulp van onze<br />
zintuigen een ontspannen sfeer te scheppen. Waarom zouden we die<br />
kennis niet ook toepassen in een stressvolle ziekenhuissfeer?’, zegt<br />
Van Dun. De proef bleek een groot succes. Omdat Van Dun werkt met<br />
internet kunnen de patiënten echt verzoeknummers doorgeven. In<br />
de rubriek ‘<strong>Collega</strong>’ lees je alles over dit bijzondere initiatief.<br />
Een minder positief onderwerp is de toenemende resistentie tegen<br />
antibiotica. Hoewel de invloed van dragerschap van of infectie met<br />
een resistente bacterie niet eenvoudig hard te maken is, is de ziektelast<br />
van resistentie in Europa zeker een indicator voor het effect:<br />
circa 25.000 extra sterfgevallen per jaar en 2,5 miljoen meer ziekenhuisligdagen.<br />
<strong>OK</strong> Operationeel bezocht de 22e Transmissiedag van<br />
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, volledig gewijd<br />
aan infectieziekten en resistente bacteriën. Alice Oldenbroek, operatieassistent<br />
in de Isala klinieken, onderzocht voor haar studie<br />
gezondheidspsychologie per- en postoperatieve angst, controlebesef<br />
en ziekenhuisverblijfsduur bij patiënten die een geplande of acute<br />
sectio ondergingen. Uit de resultaten bleek dat patiënten gebaat<br />
zijn bij voorlichting. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor<br />
operatieassistenten en anesthesiemedewerkers.<br />
In het <strong>OK</strong> Management-katern lees je een artikel van VMS Zorg over de<br />
ideeën en crosslinks die Patiëntveiligheid Awardwinnaar, intensivist<br />
en medisch manager KV&I Ralph So van het Albert Schweitzer ziekenhuis<br />
meenam na een bezoek aan luchthaven Schiphol. Ook vind je hier<br />
een interview met arts en neurobioloog Ronald Siecker, die een boek<br />
schreef over manipulatie en de mogelijkheden om je daartegen te verweren.<br />
Een casus hierbij illustreert manipulatie op de <strong>OK</strong>. ‘Iedereen is<br />
een potentieel slachtoffer’, weet Siecker. Je bent dus gewaarschuwd.<br />
Menno Goosen, bladmanager <strong>OK</strong> Operationeel en <strong>OK</strong> Management<br />
-katern. Hennie Mulder, penningmeester LVO en bestuurslid media<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl<br />
020-520 60 77<br />
4 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
<strong>Collega</strong><br />
Peter van Dun<br />
Anesthesiemedewerker Peter van Dun draait<br />
verzoeknummers voor patiënten. Met succes.<br />
Portret<br />
Rob van den Dool<br />
10<br />
24<br />
Als leidinggevende wil <strong>OK</strong>-manager Rob van<br />
den Dool voeling houden met de werkvloer.
Voorlichting helpt<br />
patiënt bij sectio<br />
Draag bij aan een mooie bevallingservaring door<br />
sectiopatiënten goed voor te lichten.<br />
‘Wees op je hoede<br />
voor manipulatie’<br />
Arts/neurobioloog Ronald Siecker schreef een<br />
boek over manipulatie. ‘Iedereen is een<br />
potentieel slachtoffer.’<br />
Crosslinks tussen <strong>OK</strong><br />
en luchthaven<br />
Schiphol<br />
Een bezoek aan Schiphol bracht het Albert<br />
Schweitzer ziekenhuis veel herkenning.<br />
<strong>OK</strong> Operationeel wordt mede<br />
mogelijk gemaakt door:<br />
Antibioticaresistentie: probleem en aanpak<br />
De 22e Transmissiedag van het RIVM belicht de keerzijde van bacteriebestrijding.<br />
12 16<br />
28<br />
33 36<br />
Per stuk verpakte<br />
schroeven en platen<br />
Het Spaarne Ziekenhuis gebruikt per stuk<br />
steriel verpakte schroeven en platen.<br />
Verder in dit nummer:<br />
4 Redactioneel<br />
6 <strong>Nieuws</strong><br />
21 <strong>OK</strong> Management-katern<br />
38 Boeken<br />
39 Column Ed Schoemaker<br />
39 Colofon<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 5
Tekst: Menno Goosen<br />
1e Nationale Traumadag<br />
Op 2 september organiseert de Ongevalstichting<br />
voor het eerst de Nationale<br />
Traumadag, in het UMC St Radboud in<br />
Nijmegen. De dag bestaat uit twee onderdelen:<br />
een wetenschappelijk deel en<br />
een publieksdeel. Het wetenschappelijke<br />
deel is bedoeld voor traumachirurgen,<br />
orthopedisch chirurgen, SEH-artsen,<br />
operatieassistenten en anesthesiemedewerkers.<br />
Het publieksdeel is voor ieder-<br />
Diakonessenhuis lanceert<br />
voorlichtingsfilm liesbreukoperatie<br />
Hoe concreter patiënten weten wat er bij<br />
een operatie komt kijken, hoe minder<br />
spanning zij ervaren. Dit blijkt uit diverse<br />
onderzoeken. Reden voor het Diakonessenhuis<br />
om een voorlichtingsfilm aan te<br />
bieden over de verschillende stappen rond<br />
een laparoscopische liesbreukcorrectie.<br />
Centraal in de film staat Hans Molenaar,<br />
ex-patiënt bij het Liesbreukcentrum Nederland<br />
van het Diakonessenhuis locatie<br />
Zeist. Door hem te volgen krijgen toekomstige<br />
patiënten een goed beeld en basisinformatie<br />
over wat ze kunnen verwachten<br />
vóór, tijdens en na de liesbreukoperatie.<br />
Patiënten bekijken de film voor het<br />
Margot Kinds van de Universiteit<br />
Utrecht gebruikte digitale analyse van<br />
knieröntgenfoto’s om artrose sneller op<br />
te sporen. Met de knee images digital analysis<br />
(KIDA) kan de ontwikkeling van<br />
afzonderlijke artrosekenmerken op<br />
knieröntgenfoto’s in een vroeg stadium<br />
gedetailleerd gemeten worden. Dit heeft<br />
duidelijke voordelen vergeleken met de<br />
huidige grove analyse van het kniegewricht<br />
als geheel. Om dit te bestuderen<br />
gebruikte Kinds het Cohort-Heup-En-<br />
Cohort-Knie (CHECK), bestaande uit duizend<br />
mensen met beginnende artrosege-<br />
een toegankelijk. Ook bestaat de mogelijkheid<br />
om een kijkje te nemen in de<br />
MICU, de traumahelikopter en op de<br />
<strong>OK</strong>/SEH. Het wetenschappelijke deel is<br />
tegen een vergoeding te bezoeken. Door<br />
het beperkte aantal plaatsen wordt gewerkt<br />
met een aanmeldingsprocedure,<br />
waarbij de aanmelding en betaling als<br />
definitief worden gezien. Aanmelden<br />
kan via www.paoheyendael.nl.<br />
gesprek met de specialist, waardoor ze<br />
beter voorbereid zijn en gerichter vragen<br />
kunnen stellen. De<br />
film Goed en snel geholpen<br />
geeft ook antwoord<br />
op de meest<br />
gestelde vragen van<br />
patiënten met een<br />
liesbreuk. De film is<br />
te bekijken op www.<br />
liesbreukcentrum.nl<br />
en duurt ongeveer 8<br />
minuten. Per jaar<br />
worden er in Nederland<br />
meer dan<br />
relateerde klachten aan heup en/of knie.<br />
Met KIDA identificeerde Kinds vroege<br />
kenmerken van knieartrose op röntgenfoto’s,<br />
die gedurende de tijd verslechteren.<br />
Dit was met de huidige analysetech-<br />
HEEFT U NIEUWS?<br />
Mail naar oko pera tioneel<br />
@y-publicaties.nl<br />
<strong>OK</strong> NIEUWS<br />
Het actueelste<br />
<strong>OK</strong>-nieuws vindt u op<br />
www.oknieuws.nl<br />
Artrose beter in beeld dankzij digitale analyse<br />
6 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
30.000 patiënten geopereerd aan een liesbreuk;<br />
95 procent van hen zijn mannen.<br />
nieken niet mogelijk. Zo kan bij iemand<br />
die met beginnende klachten van knieartrose<br />
bij de (huis)arts komt veel eerder<br />
(vijf keer zo snel) en beter voorspeld<br />
worden of er de komende vijf jaar ernstigere<br />
gewrichtsschade zal optreden. En<br />
nog belangrijker: door het meten van de<br />
afzonderlijke kenmerken identificeerde<br />
Kinds specifieke subtypes van artrose die<br />
zich ieder anders ontwikkelen. Deze<br />
kennis is belangrijk om uit alle uiteenlopende<br />
artrosepatiënten een subgroep<br />
te selecteren en die gericht te behandelen.
Patiënt bij chirurg in opleiding<br />
in veilige handen<br />
Chirurgen in opleiding voeren een blinde- die in het onderzoek werden geëvalueerd,<br />
darmoperatie even veilig uit als ervaren, werd bij 23 procent de blindedarm ver-<br />
afgestudeerde chirurgen. Dat is aangewijderd door een gediplomeerd chirurg.<br />
toond door arts-assistent chirurgie Leon Bij de overige patiënten werd de operatie<br />
Graat van het St. Elisabeth Ziekenhuis in uitgevoerd door een chirurg in opleiding.<br />
Tilburg, die hier onderzoek naar deed. De Een deel van hen deed dat onder supervi-<br />
uitkomsten zijn gepubliceerd in het mesie van een ervaren chirurg, een deel niet.<br />
disch-wetenschappelijke tijdschrift The Het aantal gevallen waarin complicaties<br />
Annals of Surgery. ‘Soms geven patiënten optraden en het aantal gevallen waarin de<br />
aan dat ze niet geopereerd willen worden geopereerde patiënten opnieuw moesten<br />
door een arts die nog in opleiding is’, licht worden geopereerd, was voor alle drie de<br />
Graat toe. ‘Ik vroeg me af of deze groep groepen artsen hetzelfde, zelfs nadat er<br />
artsen in opleiding tot specialist (AIOS) gecorrigeerd was voor de ernst van de<br />
werkelijk minder presteert, of dat het blindedarmontsteking.<br />
slechts een verwachting van de<br />
patiënten is dat ze alleen bij ervaren<br />
chirurgen in vertrouwde handen<br />
zijn.’ Daarom onderzocht<br />
Graat de medische gegevens van<br />
alle blindedarmoperaties die tussen<br />
2000 en 2009 werden uitgevoerd<br />
in zijn ziekenhuis. Daaruit<br />
blijkt dat er bij operaties waarbij<br />
problemen voorkwamen geen<br />
enkel verband was met de ervarenheid<br />
van de chirurg. Graat onderzocht<br />
blindedarmoperaties omdat<br />
dit een van de eerste operaties is<br />
die chirurgen in opleiding uitvoe- Onderzoeker Leon J. Graat, chirurg in opleiding<br />
ren. Van de ruim 1400 patiënten in het St. Elisabeth Ziekenhuis.<br />
Omega 3 voor beter functioneel<br />
herstel na gedeeltelijke verwijdering<br />
van de lever<br />
Patiënten met leververvetting (steatose)<br />
bij wie een deel van het orgaan moet worden<br />
verwijderd, hebben na de ingreep een<br />
groter risico op complicaties. Non-invasieve<br />
metingen van steatose met behulp van<br />
MRI-technieken blijken een nauwkeurig<br />
alternatief voor een leverbiopt. Promovendus<br />
Hendrik Marsman van het AMC keek<br />
ook naar het effect van een behandeling<br />
met omega 3-vetzuren. Hij laat zien dat<br />
afname van steatose gepaard gaat met<br />
minder schade door zuurstofgebrek en de<br />
daarop volgende reperfusie (het weer op<br />
gang komen van de bloeddoorstroming),<br />
en leidt tot verbetering van de leverfunctie.<br />
Omega 3-vetzuurbehandeling resulteerde<br />
ook in beter functioneel herstel na<br />
gedeeltelijke verwijdering van de lever.<br />
Diploma-uitreiking<br />
logistiek medewerker<br />
Op 7 mei ontvingen dertien logistiek<br />
medewerkers hun diploma aan de<br />
Fontys Hogeschool in Eindhoven. In<br />
de cursus leerden zij onder andere<br />
medische terminologie, hygiëne en<br />
steriliteit, transport en beheer van<br />
medische hulpmiddelen op de <strong>OK</strong>.<br />
Logistiek medewerkers worden meer<br />
en meer ingezet voor magazijnwerkzaamheden,<br />
niet-patiëntgebonden<br />
omloopwerkzaamheden en op steriele<br />
gangen voor het klaarzetten en<br />
openen van instrumentensets. Meer<br />
informatie: m.versantvoort@fontys.nl.<br />
Bijeenkomst<br />
personeelstekort<br />
op de <strong>OK</strong><br />
<strong>OK</strong>-inside heeft een onderzoek afgesloten<br />
naar de omvang en oorzaken van<br />
het personeelstekort onder anesthesiemedewerkers<br />
en operatieassistenten.<br />
De uitkomsten worden op dinsdag<br />
26 juni vanaf 18.30 uur gepresenteerd<br />
op Landgoed Zonnestraal in Hilversum.<br />
Naar aanleiding daarvan wordt u uitgedaagd<br />
aan de hand van prikkelende<br />
stellingen het debat aan te gaan. De<br />
kosten bedragen 50 euro. Meer informatie<br />
is te vinden op www.ok- inside.nl.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 7
Tekst: Menno Goosen<br />
Robotchirurgie nu ook voor<br />
darm- en nieraandoeningen in Amphia<br />
In het Amphia Ziekenhuis wordt robotchirurgie<br />
nu ook ingezet voor de<br />
behandeling van darmaandoeningen.<br />
Daarnaast worden sinds kort niersparende<br />
operaties met de robot uitgevoerd.<br />
In april 2011 werd binnen<br />
Amphia de eerste robotoperatie uitgevoerd<br />
bij de behandeling van prostaatkanker.<br />
Inmiddels zijn er in Nederland<br />
zestien ziekenhuizen in het<br />
bezit van een operatierobot. ‘Breda is<br />
Penisprothese: door ultrasonografie<br />
en endoscopie minder problemen<br />
Het implanteren van een penisprothese<br />
is een uitdaging en kan gepaard gaan<br />
met een teleurstellend resultaat, blijvende<br />
klachten of zelfs het falen van de hele<br />
procedure. Osama Kamal Zaki Mahmoud<br />
van het AMC beschrijft in zijn proefschrift<br />
de chirurgische technieken waar-<br />
SEH-artsen gebruiken sinds kort een<br />
echoapparaat om patiënten sneller, gerichter<br />
en minder pijnlijk te kunnen<br />
onderzoeken op de Spoedeisende Hulp<br />
van het Sint Franciscus Gasthuis. Arthur<br />
Rosendaal, SEH-arts en initiatiefnemer<br />
van dit project: ‘Door bijvoorbeeld de<br />
onderste holle ader te bekijken kunnen<br />
we nu sneller constateren of een patiënt<br />
is uitgedroogd of juist te veel vocht vasthoudt.<br />
In een levensbedreigende situatie,<br />
bijvoorbeeld bij een verdenking op een<br />
gesprongen buikslagader, zijn we snel in<br />
staat dit vast te stellen. Na enkele technische<br />
aanpassingen aan het apparaat<br />
kunnen we binnenkort ook botbreuken<br />
lokaliseren of zenuwen gericht verdoven.’<br />
mee deze problemen voorkomen kunnen<br />
worden. In de beschreven technieken<br />
wordt gebruikgemaakt van ultrasonografie,<br />
endoscopie of een combinatie van<br />
beide. Ondanks het geringe aantal patiënten<br />
concludeert de promovendus dat<br />
door het gebruik van de genoemde me-<br />
Nieuwe toepassingen echoapparaat<br />
op SEH Sint Franciscus Gasthuis<br />
8 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
niet uniek met het inzetten van de<br />
robot binnen de chirurgie, maar<br />
behoort hiermee wel tot de koplopers<br />
als het om geavanceerde<br />
minimaal invasieve chirurgie gaat’,<br />
zegt Olof Suttorp, voorzitter van de<br />
raad van bestuur. ‘Wij zullen in het<br />
eerste jaar zo’n vijftig patiënten<br />
met endeldarmklachten met de<br />
robot opereren. Dat aantal zal jaarlijks<br />
toenemen.’<br />
thoden bestaande en moeilijke obstakels<br />
in de penischirurgie overwonnen kunnen<br />
worden. Urologen die penisprotheseimplantaten<br />
inbrengen, zouden met<br />
deze technieken bekend moeten zijn<br />
voordat zij bij een patiënt met de behandeling<br />
beginnen.
Ziekenhuizen eind 2012 in bezit van<br />
veiligheidsmanagementsysteem<br />
Alle Nederlandse ziekenhuizen verwachten<br />
op 31 december 2012 een veiligheidsmanagementsysteem<br />
(VMS) te<br />
hebben. In 96 procent van alle ziekenhuizen<br />
is dit VMS dan ook al geaccrediteerd<br />
of gecertificeerd. Dit blijkt uit een<br />
inventarisatie die het VMS Veiligheidsprogramma<br />
onder de Nederlandse ziekenhuizen<br />
heeft gehouden. Met een<br />
VMS leggen de ziekenhuizen een stevige<br />
basis voor het terugdringen van vermijdbare<br />
patiëntschade. In ziekenhuizen<br />
kunnen patiënten onbedoeld vermijdbare<br />
schade oplopen door technische,<br />
organisatorische of menselijke<br />
Eierstokkanker komt uit de baarmoeder<br />
Gynaecologen en pathologen van het<br />
UMC St Radboud hebben sterke aanwijzingen<br />
gevonden dat eierstokkanker<br />
niet in de eierstok zelf ontstaat. Eerder<br />
waren er al voorstadia van eierstokkanker<br />
ontdekt in de eileiders; nu ook in de<br />
baarmoeder. Eierstokkanker zou veroorzaakt<br />
worden door oplopende schade<br />
aan de eierstokken als gevolg van de<br />
maandelijkse eisprong. Prof. dr. Leon<br />
Massuger, hoogleraar gynaecologische<br />
oncologie bij het UMC St Radboud, heeft<br />
altijd al getwijfeld aan deze theorie over<br />
het ontstaan van eierstokkanker. ‘Het<br />
verklaart niet waarom bij gesteriliseerde<br />
vrouwen, die elke maand gewoon een<br />
eisprong hebben, aantoonbaar minder<br />
eierstokkanker optreedt. Bovendien<br />
hebben de cellen van eierstoktumoren<br />
niets gemeen met de cellen van de eierstok.<br />
Er is in de eierstokken ook nog<br />
nooit een voorstadium van kanker gezien.’<br />
De enige plek in het lichaam waar<br />
tot nu toe wel een voorstadium van<br />
eierstokkanker is aangetroffen, is in de<br />
eileiders. Zo’n vijftien jaar geleden werd<br />
in de baarmoeder een zeldzame tumor<br />
fouten. Het VMS bestaat uit tien deelgebieden<br />
waarvoor normen zijn vastgelegd.<br />
Een belangrijke voorwaarde is<br />
een veilige en open cultuur, waarin<br />
zorgverleners zich vrij voelen (bijna-)<br />
fouten te melden om ervan te leren. Een<br />
ander belangrijk deelgebied is het leren<br />
inschatten van risico’s vooraf. Met de<br />
invoering van een VMS wordt het fundament<br />
gelegd om structureel, concreet,<br />
toetsbaar en ziekenhuisbreed te werken<br />
aan veilige zorg voor de patiënten. Met<br />
de inventarisatie is ook gevraagd hoe<br />
ver ziekenhuizen zijn met de implementatie<br />
van de tien inhoudelijke the-<br />
ontdekt. Ook<br />
het voorstadium<br />
ervan<br />
werd in de<br />
baarmoeder<br />
gevonden. De<br />
cellen van dit<br />
voorstadium<br />
zijn pathologischonderzocht<br />
en vertonenopmerkelijk<br />
veel<br />
verwantschap met de cellen van eierstoktumoren.<br />
Zou dit misschien ook het<br />
voorstadium van eierstokkanker kunnen<br />
zijn?, vroegen Massuger en anderen<br />
zich af. Dan zouden deze verdachte cellen<br />
ook te vinden moeten zijn in de<br />
baarmoeder van vrouwen met eierstokkanker.<br />
Onderzoeker Thijs Roelofsen<br />
heeft dit onderzocht in alle beschikbare<br />
coupes van baarmoederweefsel van<br />
vrouwen die in het UMC St Radboud<br />
zijn geopereerd aan eierstokkanker.<br />
Hoewel deze coupes niet voor dit doel<br />
geprepareerd waren, trof hij toch in<br />
ma’s waarmee de vermijdbare schade<br />
wordt teruggedrongen. De resultaten<br />
laten zien dat in 95 procent van de ziekenhuizen<br />
alle tien de inhoudelijke<br />
thema’s zijn opgepakt. Bij de andere 5<br />
procent is dat minimaal acht van de<br />
tien thema’s. Een groot deel van de ziekenhuizen<br />
is zover dat de verandering<br />
in de hele organisatie is doorgevoerd en<br />
de effectiviteit daarvan wordt gemeten.<br />
In de overige ziekenhuizen is men voorbij<br />
de pilotfase, maar is de implementatie<br />
zo complex dat zij nog minimaal<br />
dit jaar nodig hebben om de doelstellingen<br />
te behalen.<br />
negen ervan de verdachte cellen aan. En<br />
dat niet alleen, hij vond ook treffende<br />
overeenkomsten in genetische mutaties<br />
tussen de verdachte baarmoedercellen<br />
en het tumorweefsel van de betreffende<br />
vrouwen. ‘Het lijkt er dus heel sterk op<br />
dat we hiermee een voorstadium van<br />
eierstokkanker te pakken hebben’, aldus<br />
Massuger. Om meer zekerheid te<br />
krijgen is er nu een onderzoek opgezet<br />
waarbij het volledige baarmoederslijmvlies<br />
van vrouwen met eierstokkanker<br />
onderzocht wordt op de aanwezigheid<br />
van verdachte cellen.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 9
10 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012
Hoe ben je ooit op het idee gekomen om<br />
muziek te gebruiken bij narcose?<br />
‘Noem het voortschrijdend inzicht. Ik werk<br />
al dertig jaar in dit vak, en heb gemerkt<br />
dat patiënten in een stressvolle situatie<br />
– en dat is een operatie nu eenmaal –<br />
behoefte hebben aan professionals die<br />
oprechte betrokkenheid tonen. Ik doe mijn<br />
best mensen te helpen bij het vinden van<br />
rust, zodat ze minder gestrest zijn. Wie<br />
ontspannen de ogen sluit, wordt meestal<br />
ook ontspannen wakker. Dat probeer ik<br />
altijd te bereiken door de patiënt aan iets<br />
ontspannends te laten denken. Bij een<br />
oudere dame voor een oncologische ingreep<br />
hielp dat niet. Ten einde raad vroeg<br />
ik haar bij welke muziek ze zich goed kon<br />
ontspannen. Ze koos direct voor de muziek<br />
die bij haar kinderen in de huwelijksmis<br />
was gedraaid. Ze zong het stuk mee tot ze<br />
ontspannen ging slapen. Een persoonlijke<br />
stap voorwaarts in mijn leerproces.’<br />
Wat is de meerwaarde van muziek?<br />
‘De manier waarop iemand gaat slapen<br />
heeft grote impact op het hele proces. Ook<br />
in het dagelijks leven is het effect van muziek<br />
groot. Thuis vinden wij het normaal<br />
om met behulp van onze zintuigen een<br />
ontspannen sfeer te scheppen. Waarom<br />
zouden we die kennis niet ook toepassen<br />
in een stressvolle ziekenhuissfeer?<br />
Anesthesiemedewerker Peter van Dun:<br />
‘Muziek is een prachtige<br />
afleidingsmanoeuvre’<br />
Anesthesiemedewerker Peter van Dun (51) is een van de laatste mensen die patiënten in het Tilburgse<br />
St. Elisabeth Ziekenhuis voor een operatie in de ogen kijkt. Hij kwam op het succesvolle idee hen bij<br />
hun favoriete muziek onder narcose te laten gaan. ‘Wie ontspannen de ogen sluit, wordt meestal ook<br />
Ik zag ooit een filmpje met Jaap van Zweden<br />
over zijn autistische zoon. Een muziektherapeut<br />
maakte hem erop attent dat<br />
melodieuze klanken konden helpen om<br />
contact te maken met moeilijk bereikbare<br />
mensen. Die theorie klonk mij als muziek<br />
in de oren. Tegelijkertijd realiseerde ik<br />
me dat ik me zou moeten inspannen om<br />
zorgverleners te overtuigen. Als dit al niet<br />
voor de hand ligt bij een wereldberoemde<br />
violist en dirigent als Jaap van Zweden,<br />
hoe zouden medisch specialisten – niet gespecialiseerd<br />
in muziek – dit dan moeten<br />
weten?’<br />
Zorgt muziek echt voor de gewenste<br />
ontspanning?<br />
‘Het is breder dan dat. Voorafgaand aan<br />
de ingreep span ik me in om de patiënt<br />
zich te laten ontspannen. Hoe hoger het<br />
spanningsniveau, hoe ontvankelijker<br />
iemand vaak is voor coaching. Je favoriete<br />
muziek is een prachtige afleidingsmanoeuvre.<br />
Zodra de patiënt zich eraan<br />
overgeeft, heb ik mijn taak volbracht en<br />
mijn handen vrij om me, samen met mijn<br />
collega’s, op de techniek te richten.<br />
Laatst kwam een patiënt speciaal naar de<br />
afdeling om mij persoonlijk te bedanken.<br />
Het ging om een vrouw met depressieve<br />
klachten die elektroshocktherapie onderging.<br />
De narcose verliep in stroomver-<br />
ontspannen wakker.’<br />
TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO’S (INCLUSIEF COVER): EDWIN WIEKENS<br />
snelling. Gelukkig kon ik wel even mijn<br />
hand op haar schouder leggen en haar<br />
adviseren naar haar favoriete klassieke<br />
muziek te luisteren. Dat had precies de<br />
gewenste rust in haar hoofd gebracht.’<br />
Voert muziek nu de boventoon bij de narcose?<br />
‘Ik ben zo langzamerhand ervaringsdeskundige<br />
geworden in veranderingsprocessen;<br />
in ons ziekenhuis hebben alle<br />
anesthesiewerkstations nu luidsprekers,<br />
zodat mensen met hun lievelingsmuziek<br />
onder narcose kunnen gaan. Voor wie<br />
in plaats van muziek stilte prefereert,<br />
regelen we optimale rust. In alle gevallen<br />
vermijden we een storende kakofonie van<br />
geluiden. Door rekening te houden met<br />
de wensen van de patiënt geef je hem het<br />
gevoel grip te hebben op zijn gevoel van<br />
spanning en niet louter overgeleverd te<br />
zijn aan het medisch team. Dat schept vertrouwen,<br />
en juist daardoor kan de patiënt<br />
zich gemakkelijker overgeven. Protocollen<br />
zijn een goede leidraad in de zorg, maar ze<br />
moeten wel ruimte laten voor verbetering,<br />
bijvoorbeeld in de interactie zorgverlenerpatiënt.<br />
Variaties op een thema kunnen<br />
daaraan bijdragen.’<br />
Waar slaap je zelf het liefst bij in?<br />
‘Bij “A whiter shade of pale” van Procol Harum,<br />
liefst de live versie uit Denemarken.’<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 11
Studie onderstreept rol operatieassistenten en<br />
anesthesiemedewerkers<br />
Sectiopatiënt geholpen<br />
door voorlichting<br />
Operatieassistenten en anesthesiemedewerkers kunnen bijdragen aan een positieve<br />
bevallingservaring door patiënten goed voor te lichten. Patiëntenvoorlichting helpt namelijk<br />
het controlebesef tijdens een sectio te vergroten. Dat blijkt uit afstudeeronderzoek van<br />
Alice Oldenbroek, waarvoor ze – afhankelijk zijnde van 250 collega’s – de nodige drempels<br />
moest overwinnen.<br />
TEKST: ALICE OLDENBROEK, OPERATIEASSISTENT, ISALA KLINIEKEN, ZWOLLE | FOTO’S: I STOCKPHOTO<br />
12 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012
Bevallen is spannend: de aanstaande<br />
moeder kan onzeker zijn over de<br />
gezondheid van de baby, ze kan<br />
bang zijn voor de bevalling en er kan controleverlies<br />
plaatsvinden. Dit geldt zeker<br />
als voor of tijdens de bevalling indicaties<br />
bestaan voor een ziekenhuisbevalling.<br />
Wanneer een vrouw dan ook nog een sectio<br />
moet ondergaan, kan de bevalling<br />
door angst en controleverlies een traumatische<br />
ervaring worden.<br />
De gevolgen daarvan kunnen groot zijn.<br />
Een negatieve bevallingservaring kan<br />
leiden tot een depressie postpartum, een<br />
posttraumatisch stresssyndroom en gebrekkig<br />
seksueel functioneren. Ook kan<br />
een dergelijke ervaring ertoe leiden dat<br />
een vrouw bij toekomstige zwangerschappen<br />
slechts per sectio wil bevallen of zelfs<br />
abortus wil plegen. Daarbij zijn er gevolgen<br />
voor het kind. Een traumatische<br />
bevalling kan de binding met het kind en<br />
het geven van borstvoeding in de weg<br />
staan en tot verwaarlozing of misbruik<br />
van het kind leiden.* Alles in het werk te<br />
stellen een bevallingservaring positief te<br />
laten verlopen is dus heel belangrijk.<br />
Het is voorstelbaar dat het veel uitmaakt<br />
of een vrouw van tevoren weet dat ze een<br />
sectio krijgt. Voorafgaand aan een primaire<br />
(geplande) sectio kan ze zich rustig<br />
voorbereiden en krijgt ze veel informatie<br />
en adviezen: van de gynaecoloog tijdens<br />
consulten, van de anesthesist bij de preoperatieve<br />
screening, van de verpleegkundige<br />
bij de opname, en via brochures.<br />
Vrouwen die een secundaire (acute) sectio<br />
ondergaan, missen deze patiëntenvoorlichting.<br />
Er is nauwelijks of geen tijd om<br />
hen van informatie te voorzien of instructies<br />
en adviezen te geven.<br />
Zou er een effect van patiëntenvoorlichting<br />
te zien zijn op de mate van angst en<br />
controlebesef bij deze twee groepen patiënten?<br />
En op hun verblijfsduur in het<br />
ziekenhuis? Deze vragen stonden centraal<br />
in de afstudeerscriptie waarmee ik de<br />
studie gezondheidspsychologie aan de<br />
Open Universiteit heb afgerond. Het on-<br />
derzoek hiervoor vond plaats de Isala<br />
klinieken, locatie Sophia, in Zwolle.<br />
Voorbereiding<br />
Voor het onderzoek kon beginnen, moesten<br />
al de nodige drempels worden overwonnen.<br />
Toen het onderzoeksplan klaar<br />
was, werd het ter beoordeling naar de<br />
Ethische Commissie Psychologie van de<br />
Open Universiteit gestuurd. Deze commissie<br />
uitte haar twijfels over de WMO-plichtigheid<br />
van het onderzoek (WMO = Wet<br />
medisch-wetenschappelijk onderzoek met<br />
mensen). Er was vooral weerstand tegen<br />
het plan om de vrouwen tijdens het hechten<br />
twee vragen te laten beantwoorden<br />
over de peroperatieve angstervaring en<br />
controlebesef. De commissie kon zich<br />
voorstellen dat dit een te grote belasting<br />
voor de vrouwen zou zijn en vroeg zich af<br />
hoe het met de aansprakelijkheid zat als<br />
er complicaties zouden optreden tijdens<br />
en na de bevalling. In reactie op deze feedback<br />
heb ik het onderzoeksplan aangepast<br />
en voorgelegd aan de Medisch Ethische<br />
Toetsings Commissie van de Isala<br />
klinieken en bij de Centrale Commissie<br />
Mensgebonden Onderzoek. Na drie maanden<br />
bleek dat het onderzoek helemaal<br />
niet volgens de criteria van de WMO getoetst<br />
had hoeven worden. Ik voelde opluchting<br />
en blijdschap, maar ook teleurstelling<br />
omdat het onderzoek zeker drie<br />
maanden onnodige vertraging had opgelopen.<br />
Hierna moest ik het onderzoek goed<br />
voorbereiden en introduceren. De gynaecologen<br />
werden via een PowerPointpresentatie<br />
geïnformeerd. Zij gaven toestemming<br />
het onderzoek bij hun patiënten te<br />
doen. Daarna werd het onderzoek gepresenteerd<br />
bij de maatschap anesthesiologie,<br />
de hoofden zorgteam van de chirurgie,<br />
anesthesie, recovery en verloskamers<br />
én de overkoepelende leidinggevende, de<br />
manager <strong>OK</strong>/IC.<br />
Er vinden gemiddeld tien sectio’s per<br />
week plaats. Het is onmogelijk als onderzoeker<br />
dag en nacht bij alle sectio’s aanwezig<br />
te zijn. Daarom had ik de hulp van<br />
mijn collega’s nodig. <strong>Collega</strong>’s van de<br />
chirurgie, anesthesie, recovery en verloskamers<br />
kregen allemaal een voorlichtingsbrief<br />
waarin het onderzoek werd<br />
geïntroduceerd, de gang van zaken werd<br />
uitgelegd en hun medewerking werd gevraagd.<br />
Hun werd verzocht sectiopatiënten<br />
op de recovery te vragen mee te doen<br />
aan het onderzoek en deze patiënten de<br />
vragenlijst te geven. In totaal moesten 250<br />
collega’s op de hoogte worden gesteld. Dit<br />
gebeurde per mail.<br />
Draagvlak creëren<br />
Voor mij was het onderzoek heel belangrijk,<br />
maar dit was natuurlijk minder het<br />
geval voor de mensen wier hulp ik nodig<br />
had. Om draagvlak te creëren heb ik het<br />
onderzoek op meerdere manieren onder<br />
de aandacht van de betrokkenen gebracht.<br />
Het werd bijvoorbeeld feestelijk<br />
gestart met een traktatie voor alle betrokken<br />
afdelingen.<br />
Toen bleek dat een aantal betrokkenen<br />
hun mail niet of maar deels las – waardoor<br />
ze niets wisten van het onderzoek,<br />
de sectiopatiënten niet informeerden en<br />
hen de vragenlijsten niet lieten invullen<br />
– ondernam ik verdere actie. Elke dag<br />
rond 17.00 uur belde ik de late dienst en<br />
om 23.00 uur de nachtdienst met het<br />
verzoek aan het onderzoek te denken.<br />
Ook in de weekenden belde ik alle diensten.<br />
Daarnaast heb ik de vragenlijsten op<br />
geel papier afgedrukt, zodat ze extra<br />
zouden opvallen. Daarop druppelden de<br />
vragenlijsten binnen. Bij de vijftigste<br />
deelnemer heb ik getrakteerd en ook<br />
later heb ik nog geregeld het onderzoek<br />
onder de aandacht gebracht via traktaties.<br />
Dit bleek te werken. Verder bleek<br />
heel duidelijk dat ik als onderzoeker<br />
zichtbaar moest zijn om draagvlak voor<br />
het onderzoek te creëren. Door op de<br />
afdelingen rond te lopen, collega’s aan te<br />
spreken, te vragen of er onduidelijkheden<br />
of problemen waren en blijdschap<br />
en dankbaarheid te tonen over ingevulde<br />
lijsten, ontstond er meer draagvlak.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 13
Het onderzoek<br />
In totaal werkten ongeveer 250 collega’s<br />
van de chirurgie, anesthesie, recovery en<br />
verloskamers mee bij de dataverzameling.<br />
Tijdens de onderzoeksperiode – die liep van<br />
oktober 2010 tot en met maart 2011 – vonden<br />
276 sectio’s plaats. Patiënten die aan de<br />
inclusiecriteria voldeden – ten minste 18<br />
jaar, beheersing Nederlandse taal, bevallen<br />
van een levend geboren kind, spinale/epidurale<br />
anesthesie – werden gevraagd mee<br />
te doen. In totaal deden 129 patiënten mee.<br />
Zij vulden een vragenlijst in die gebaseerd<br />
was op bestaande valide en betrouwbare<br />
meetinstrumenten. Meteen na afloop van<br />
de sectio beantwoordden ze op de recovery<br />
de eerste vier vragen, waarmee de<br />
per- en postoperatieve angst en controle<br />
gemeten werden. Ze zetten een kruisje op<br />
een lijn met een range van 0 tot en met<br />
10. De rest van de vragenlijst (met vragen<br />
over eventueel ontvangen voorlichting)<br />
ging in de status mee naar de afdeling,<br />
waar de patiënten hem de volgende dag<br />
verder invulde. Na afloop kregen ze een<br />
kleinigheid aangeboden voor hun baby.<br />
Bij de dataverzameling werden ook gegevens<br />
uit diverse medische computerprogramma’s<br />
gebruikt, uiteraard na schriftelijke<br />
toestemming van de respondenten.<br />
Onderzoeksvariabelen<br />
Mijn centrale vraagstelling was: wat zijn<br />
de verschillen in angst, controlebesef en<br />
postoperatieve verblijfsduur tussen vrouwen<br />
die een primaire sectio en vrouwen<br />
die een secundaire sectio ondergaan<br />
(waarbij gecontroleerd wordt voor eerdere<br />
bevallingservaringen)? Deze heb ik opgesplitst<br />
in twaalf deelvragen.<br />
Hiermee werden negen onderzoeksvariabelen<br />
gemeten. Behalve naar angst, controlebesef<br />
en postoperatief ziekenhuisverblijf<br />
heb ik ook gekeken naar de invloed<br />
van eerdere bevallingservaringen (zowel<br />
vaginaal als via een sectio). Verder heb ik<br />
‘angstige zwangeren’ als een subgroep in<br />
14 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
het onderzoek meegenomen. Deze groep<br />
wordt in de Isala klinieken behandeld met<br />
behulp van het POP-protocol (POP = psychiatrische<br />
obstetrische patiënten). Deze<br />
groep patiënten bestaat uit vrouwen die<br />
erg bang zijn voor de bevalling, die traumatische<br />
gebeurtenissen hebben meegemaakt<br />
of die antidepressiva slikken. Het is<br />
voorstelbaar dat een eerdere traumatische<br />
bevalling of psychische problemen de<br />
gerapporteerde angst en het controlebesef<br />
van een patiënt beïnvloeden.<br />
Ook werd de locus of control gemeten.<br />
Iemand met een interne locus of control<br />
gelooft sterk in het eigen kunnen en is<br />
gewend om zelf beslissingen te nemen.<br />
Mensen met een externe locus of control<br />
laten beslissingen graag aan anderen over<br />
(‘beslist u maar, dokter, u weet wel wat<br />
goed voor me is’).<br />
Tot slot werden vragen gesteld over de<br />
voorlichting die de patiënten voorafgaand<br />
aan de operatie hadden ontvangen. Zo<br />
wilde ik nagaan of de primairesectiogroep<br />
inderdaad meer voorlichting had ontvangen<br />
dan de andere groep, en of eventuele<br />
verschillen tussen beide groepen hiermee<br />
verband hielden.<br />
Resultaten<br />
Na diverse analysemethodes konden de<br />
volgende significante (dus niet op toeval<br />
berustende) conclusies worden getrokken:<br />
• Patiënten die een primaire sectio ondergingen,<br />
rapporteerden niet minder<br />
angst per- en postoperatief dan patiënten<br />
die een secundaire sectio ondergingen.<br />
Een deel van de verklaring zou<br />
kunnen zijn dat vrouwen meteen na de<br />
sectio minder angst aangeven dan zij<br />
tijdens de sectio ervaren hebben. Blijkbaar<br />
is de geruststelling dat het geboren<br />
kind gezond is zo groot dat meteen<br />
alle angst vergeten is, zowel bij een<br />
primaire als bij een secundaire sectio.<br />
Deze bevinding is in overeenstemming<br />
met ander wetenschappelijk onder-<br />
zoek. Ter illustratie: een operatieassistent<br />
hielp een patiënt bij het binnenkomen<br />
op de operatieafdeling. De patiënt,<br />
die kwam voor een secundaire<br />
sectio, was zo angstig dat de operatieassistent<br />
continu tegen haar moest<br />
praten en oogcontact moest houden<br />
om paniek te voorkomen. Het kind<br />
werd snel gehaald en alles was goed.<br />
Alle angst was meteen weg. Toen de<br />
operatieassistent meteen na de ingreep<br />
op de recovery de vragenlijst aan de<br />
patiënt overhandigde, zag ze dat deze<br />
respondent nauwelijks peroperatieve<br />
angst aangaf. De echtgenoot reageerde<br />
verbaasd en zei tegen zijn vrouw: ‘Hoe<br />
kun je nu nauwelijks angst aangeven?<br />
Je was bijna in paniek en zeer angstig.’<br />
Waarop de vrouw antwoordde: ‘Maar X<br />
is toch gezond?’<br />
• Patiënten die een primaire sectio ondergingen<br />
gaven aan peroperatief meer<br />
controlebesef te hebben dan patiënten<br />
die een secundaire sectio ondergingen;<br />
postoperatief was er geen significant<br />
verschil tussen beide groepen.<br />
• Beide groepen patiënten lagen postoperatief<br />
ongeveer even lang in het ziekenhuis.<br />
• Patiënten met een groter controlebesef<br />
vermeldden peroperatief een lager<br />
angstniveau; postoperatief was het<br />
verschil niet meer significant.<br />
• Patiënten met een meer interne locus<br />
of control rapporteerden peroperatief<br />
een groter verschil tussen de gewenste<br />
en ervaren mate van controle dan de<br />
patiënten met een meer externe locus<br />
of control.<br />
• Er was geen effect meetbaar van eerdere<br />
vaginale bevallingen, eerdere sectio’s<br />
en een premorbide psychische situatie<br />
op de relatie tussen primaire of secundaire<br />
sectio en angst, controlebesef en<br />
verblijfsduur in het ziekenhuis.<br />
• Patiënten die een primaire sectio ondergingen<br />
bleken meer voorlichting
Patiëntenvoorlichting bij sectio’s lijkt het controlebesef te verhogen en daardoor angst te verminderen. Operatieassistenten en anesthesiemedewerkers<br />
kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.<br />
gehad te hebben dan patiënten die een<br />
secundaire sectio ondergingen.<br />
• Patiënten die aangaven voorlichting te<br />
hebben gehad, rapporteerden per- en<br />
postoperatief meer controlebesef dan<br />
patiënten die aangaven geen voorlichting<br />
te hebben gehad voorafgaand aan<br />
de sectio (of deze voorlichting niet hadden<br />
gelezen).<br />
Conclusie en aanbevelingen<br />
Dit onderzoek laat zien dat patiënten die<br />
een primaire sectio ondergaan een significant<br />
groter controlebesef hebben dan<br />
patiënten die een secundaire sectio ondergaan.<br />
Deze groep vrouwen heeft vaker<br />
voorlichting gekregen. Daarbij rapporteerden<br />
vrouwen met een groter controlebesef<br />
een lager angstniveau. Het ligt<br />
voor de hand te concluderen dat vrouwen<br />
die weinig angst rapporteren de<br />
geboorte van hun kind als een positieve<br />
ervaring zien. Er lijkt dus een positief<br />
effect van patiëntenvoorlichting aanwezig<br />
te zijn.<br />
Daarom beveel ik aan in andere ziekenhuizen<br />
in Nederland een soortgelijk onderzoek<br />
te doen. Mochten de resultaten<br />
van mijn onderzoek bevestigd worden en<br />
nog bestaande onduidelijkheden helder<br />
worden, dan kunnen maatregelen genomen<br />
worden om het peroperatieve<br />
controlebesef ook bij secundaire sectiopatiënten<br />
te verhogen. Hopelijk helpt dit de<br />
nadelige gevolgen van een negatieve bevallingservaring<br />
te verminderen en neemt<br />
het aantal positieve bevallingervaringen<br />
hierdoor toe.<br />
Rol oa/am<br />
Patiëntenvoorlichting bij sectio’s lijkt dus<br />
het controlebesef te verhogen en daardoor<br />
angst te verminderen. Operatieassistenten<br />
en anesthesiemedewerkers kunnen hier-<br />
bij een belangrijke rol spelen. Anesthesiemedewerkers<br />
hebben gedurende de hele<br />
ingreep contact met de patiënt en kunnen<br />
haar (en haar partner) op de hoogte houden<br />
van de voortgang, uitleggen wat er<br />
gebeurt en eventuele vragen beantwoorden.<br />
Voor operatieassistenten is het belangrijk<br />
uit te leggen wat je gaat doen<br />
voor het desinfecteren van de buik en<br />
eventueel het inbrengen van de katheter.<br />
Wanneer we de patiënt en haar partner<br />
tijdens de ingreep centraal stellen en<br />
respectvol behandelen, dragen we bij aan<br />
een positievere bevallingservaring. Zo’n<br />
ervaring gun je toch alle vrouwen en<br />
hun hun partner en kinderen?<br />
▼<br />
Bron<br />
* Goodman P, Mackey MC, &Tavakoli AS.<br />
Factors related to childbirth satisfaction.<br />
Journal of Advanced Nursing 2004. 46:212-<br />
219.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 15
Transmissiedag Infectieziekten belicht keerzijde<br />
bacteriebestrijding<br />
Resistentie,<br />
een gevoelige zaak<br />
Antibiotica zijn de belangrijkste wapens tegen infectieziekten, maar<br />
resistentie ligt op de loer. Terughoudendheid is dus gewenst. Veroorzakers van<br />
groeiende resistentie en de rol van ziekenhuizen kwamen aan bod op de 22ste<br />
Transmissiedag van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,<br />
volledig gewijd aan infectieziekten en resistentie.<br />
TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO’S: SHUTTERSTOCK<br />
Vlees eten is riskant, groente<br />
eten is lang niet altijd safe en<br />
ook water drinken is soms tricky.<br />
In de context van de lezingen op de<br />
22ste Transmissiedag krijgt ‘leven van<br />
de lucht’ een nieuwe lading. Roel Coutinho,<br />
sectordirecteur Rijksinstituut<br />
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM),<br />
geeft een korte vooruitblik op het programma<br />
van de dag. De weerstand van<br />
micro-organismen tegen de werking van<br />
antibiotica vertoont een stijgende lijn.<br />
Met het verplaatsen van patiënten tussen<br />
zieken- en verpleeghuizen kunnen<br />
ook resistente micro-organismen zich<br />
verspreiden.<br />
Nederland is terughoudend met antibioticagebruik<br />
(vooral vanwege het risico<br />
van groeiende resistentie). Ziekteverwekkers<br />
die immuun zijn voor antibiotica<br />
trekken zich echter niets aan van landsgrenzen.<br />
Toeristische trips en medisch<br />
toerisme naar risicovolle landen als India,<br />
Turkije en Marokko dragen bij aan<br />
een stijgend weerstandsvermogen van<br />
16 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
schadelijke bacteriën op wereldschaal.<br />
Is er dan wel een landelijke koers te<br />
bedenken om dit tegen te gaan? Als stap<br />
in de goede richting benoemt Roel Coutinho<br />
heldere voorlichting zonder al te<br />
veel technisch jargon. Als tweede actie<br />
ziet hij de bereidheid van ziekenhuizen<br />
om over uitbraken van besmettelijke<br />
ziekten open en transparant te zijn.<br />
‘Zo’n situatie is namelijk geen geïsoleerd<br />
probleem van dat ene ziekenhuis,<br />
maar kan een veel groter uitstralend<br />
effect hebben. Bijvoorbeeld door de verplaatsing<br />
van patiënten naar een andere<br />
instelling of simpelweg naar huis.’<br />
30.000 jaar oud<br />
In vogelvlucht, dat is een goede beschrijving<br />
van het perspectief van Ewout Fanoy<br />
(Centrum Infectieziektebestrijding<br />
GGD Midden-Nederland/RIVM). Hij<br />
opent zijn betoog met resistente bacteriën<br />
in de ontlasting van meeuwen. Hoe<br />
zijn die daarin gekomen? ‘Het ontstaan<br />
van antibioticaresistentie is een natuur-<br />
lijk proces dat al zo’n 30.000 jaar terug<br />
in Rusland plaatsvond, weet Fanoy. ‘In<br />
langdurige ijslagen zijn al resistente bacteriën<br />
aangetroffen. Ook antibiotica<br />
worden in de vrije natuur geproduceerd<br />
door schimmels, en sommige bacteriën<br />
hebben van nature afweermechanismen<br />
ontwikkeld tegen deze voor hen schadelijke<br />
stoffen.’<br />
Van recentere datum (1928) is Flemings<br />
ontdekking van penicilline. In de Tweede<br />
Wereldoorlog kreeg de antibioticaproductie<br />
een boost, en in 1947 werd<br />
voor het eerst officieel melding gemaakt<br />
van een resistente bacteriële infectie.<br />
‘Het antibioticagebruik groeit, zeker de<br />
laatste decennia’, aldus Ewout Fanoy. Dit<br />
heeft behalve toename en verspreiding<br />
van resistente bacteriestammen nog<br />
meer nadelen. Niet alleen de ziekmakende<br />
maar ook de commensale bacteriele<br />
flora wordt gedood, met als effect<br />
bijvoorbeeld diarree. Bovendien kunnen<br />
antibiotica toxische bijwerkingen<br />
hebben.
Escherichia coli is een gram-negatieve staafvormige bacterie.<br />
Fanoy geeft aan hoe antibioticaresistentie<br />
kan worden bepaald. ‘Met behulp<br />
van geautomatiseerde determinatie en<br />
gevoeligheid. Op basis van optische meting<br />
van bacteriële groei in reeksen met<br />
verschillende antibioticaconcentraties<br />
kan onderscheid gemaakt worden tussen<br />
gevoelig, intermediate of resistent.<br />
Ook moleculaire technieken zoals de<br />
PCR (polymerase chain reaction) zijn in<br />
opkomst.’<br />
Hoewel de invloed van dragerschap van<br />
of infectie met een resistente bacterie<br />
niet eenvoudig hard te maken is, is de<br />
ziektelast van resistentie in Europa zeker<br />
een indicator voor het effect: circa<br />
25.000 extra sterfgevallen per jaar en 2,5<br />
miljoen meer ziekenhuisligdagen.<br />
Afsluitend benadrukt Ewout Fanoy dat<br />
diagnostiek en uitbraakbestrijding elkaar<br />
nodig hebben. En ook buiten het<br />
ziekenhuis zijn hechte contacten belangrijk.<br />
Datzelfde geldt voor goede<br />
voorlichting aan het grote publiek.<br />
Alarmfase<br />
Winfred Schop is MPH (Master of Public<br />
Health) en hoofd van de afdeling Infectieziekten<br />
van GGD Rotterdam-Rijnmond.<br />
Hij werkt ruim twee decennia in<br />
de infectieziektebestrijding. Een van<br />
zijn indrukwekkendste recente ervaringen<br />
is de uitbraak van de Klebsiella Oxa-<br />
48-bacterie in het Maasstad Ziekenhuis<br />
in Rotterdam.<br />
‘Onze GGD ontvangt zo’n 1350 individuele<br />
meldingen per jaar en wordt geconfronteerd<br />
met circa 120 bacteriële uitbraken’,<br />
schetst Schop. Tot die reeks<br />
behoort ook het bericht op 26 mei 2011<br />
– per fax – van het laboratorium van het<br />
Maasstad Ziekenhuis: er is een ongebruikelijke,<br />
multiresistente Klebsiella-bacterie<br />
aangetroffen bij drie of vier patiënten<br />
op de afdeling Intensive Care. Bij de<br />
GGD gingen niet direct de alarmbellen<br />
rinkelen, vooral omdat het aanvankelijk<br />
om een intern ziekenhuisprobleem leek<br />
te gaan. De confirmatietest maakte ech-<br />
ter duidelijk dat het de Klebsiella Oxa-<br />
48-bacterie betrof, een unieke stam van<br />
een resistente bacterie die, voor zover<br />
bekend, niet eerder in Nederland had<br />
gecirculeerd. Nader onderzoek bewees<br />
dat de besmetting niet beperkt was gebleven<br />
tot de IC maar ook op andere<br />
afdelingen in het ziekenhuis was aangetroffen,<br />
en misschien zelfs naar buiten<br />
was gegaan. Toen ging het snel: media<br />
en politiek raakten in rep en roer en het<br />
verdere proces (met als rode draad de<br />
bestrijding van de uitbraak) kreeg een<br />
crisisachtig karakter.<br />
Maatwerk<br />
Volgens de richtlijnen van de LCI<br />
(Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding),<br />
artikel 26 Wet publieke gezondheid,<br />
hebben ziekenhuizen een<br />
meldingsplicht aan de GGD bij een ongewone<br />
toename van besmettelijke ziekten.<br />
Vooral omdat er sprake kan zijn van<br />
verspreiding buiten het ziekenhuis en<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 17
er dan ook externe bestrijdingsactiviteiten<br />
moeten worden ondernomen.<br />
‘Er waren destijds nog geen geschreven<br />
GGD-richtlijnen voor dergelijke situaties,<br />
dus de GGD moest nieuw maatwerk<br />
leveren’, vertelt Winfred Schop. Daarbij<br />
stonden vier taken centraal: bestrijding<br />
van eventuele verspreiding buiten het<br />
ziekenhuis, afstemming van beleid met<br />
ketenpartners, contacten met politiek,<br />
bestuur en voorlichting, en risicocommunicatie.<br />
De GGD Rotterdam heeft een eigen outbreak<br />
management team (OMT), bestaande<br />
uit artsen infectieziektebestrijding,<br />
verpleegkundigen, management<br />
en een communicatieadviseur. In de<br />
periode rond de geconstateerde Klebsiella<br />
Oxa-48-besmetting was de GGD<br />
ook deel van het OMT van het Maasstad<br />
Ziekenhuis, om meer direct inzicht te<br />
krijgen in de omvang van de uitbraak.<br />
Bij de GGD zelf kwamen veel ongeruste<br />
informatieverzoeken binnen, zowel van<br />
besmette ex-patiënten en hun familieleden<br />
als van ketenpartners. Deze zijn zo<br />
veel mogelijk verwezen naar de betreffende<br />
artsen in het ziekenhuis.<br />
18 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
Testen<br />
Meer dan veertig patiënten in het Maasstad<br />
Ziekenhuis werden via afgenomen<br />
kweken positief bevonden na geconstateerde<br />
ziekteverschijnselen. Ook alle<br />
zaalgenoten van deze met de Klebsiella<br />
Oxa-48-bacterie besmette patiënten werden<br />
getest op dragerschap. Van deze<br />
groep van zo’n vierduizend personen<br />
bleken er meer dan zestig besmet. Het<br />
betrof mensen die al uit het ziekenhuis<br />
waren vertrokken; hetzij naar huis, hetzij<br />
naar een andere instelling. Van het<br />
geteste personeel (zowel op de IC als op<br />
andere afdelingen) bleek niemand positief.<br />
Sinds 18 juli 2011 waren er geen besmettingen<br />
meer bij gekomen, maar de Klebsiella-uitbraak<br />
had wel consequenties<br />
voor het Maasstad Ziekenhuis: verscherpt<br />
directietoezicht, het aanstellen van een<br />
interim-directeur en assistentie van microbiologen<br />
en ziekenhuishygiënisten<br />
van het Leids Universitair Medisch Centrum.<br />
Deze extern aangetrokken deskundigen<br />
wezen bij 3 van 28 besmette overleden<br />
patiënten de Klebsiella Oxa-48-bacterie<br />
als oorzaak van het overlijden aan.<br />
Het geslacht Staphylococcus zijn bacteriën<br />
die behoren tot de familie Micrococcaceae.<br />
Het geslacht heeft ongeveer 20 soorten.<br />
Nuttig netwerk<br />
Terugkijkend concludeert Winfred Schop<br />
dat de Klebsiella Oxa-48-uitbraak in het<br />
Maasstad Ziekenhuis serieus en grondig<br />
is aangepakt. Niet alleen in de vorm van<br />
rigoureuze maatregelen binnen het ziekenhuis,<br />
maar vooral ook door de samenwerking<br />
buiten de muren van de eigen<br />
organisatie. ‘Bestrijding van resistente<br />
bacteriën is geen geïsoleerd ziekenhuisprobleem,<br />
maar een volksgezondheidskwestie<br />
op grote schaal waarbij het nodig<br />
is over de grenzen van de eigen discipline<br />
te kijken. Voor microbiologen en<br />
hygiënisten van omliggende ziekenhuizen<br />
was het regionale microbiologenoverleg<br />
van de GGD Rotterdam-Rijnmond<br />
een platform voor de ontwikkeling van<br />
gezamenlijk beleid.’<br />
De groeiende samenwerking tussen de<br />
humane en veterinaire sector vindt Schop<br />
eveneens een goede zaak. ‘De bereidheid<br />
tot internationaal partnerschap komt<br />
gelukkig ook van de grond. Met de uitbreiding<br />
van (medisch) toerisme naar<br />
verre oorden met de bijbehorende ri-
sico’s van verspreiding van resistente<br />
bacteriën is dat ook bijna een must.’<br />
Toekomstgericht<br />
No action today, no cure tomorrow, luidt het<br />
motto van Aimée Tjon-a-Tsien, arts en<br />
projectadviseur bij GGD Rotterdam-Rijnmond.<br />
Met zo’n zeventig stemkastjes probeert<br />
zij uit de zaal cijfermatige reacties<br />
te ontlokken, maar omdat de kastjes ‘at<br />
random’ zijn uitgedeeld, komt dit programmaonderdeel<br />
niet helemaal uit de<br />
verf. De cijfers die Aimée Tjon-a-Tsien zelf<br />
presenteert liegen er echter niet om. Volgens<br />
het ECDC (European Centre for Disease<br />
Prevention and Control) lijden jaarlijks<br />
zo’n 400.000 mensen aan infecties<br />
met resistente bacteriën en overlijden<br />
circa 25.000 mensen hieraan. De hiermee<br />
gemoeide kosten bedragen 1,5 miljard<br />
euro.<br />
Inhakend op de door haar voorganger<br />
geschetste situatie in het Rotterdamse<br />
Maasstad Ziekenhuis ziet ook Aimée Tjona-Tsien<br />
een spilpositie voor de GGD’s. ‘Ondanks<br />
dat er in Nederland een actief beleid<br />
tegen antibioticaresistentie wordt<br />
gevoerd, neemt dit probleem toe. De be-<br />
ginnende resistentie van de veel voorkomende<br />
E. coli-bacterie en toename van<br />
de ESBL (Extended Spectrum Bèta-Lactamase)-producerende<br />
stammen zijn zorgwekkend.<br />
Huisartsen, ziekenhuisspecialisten<br />
en specialisten in ouderengeneeskunde<br />
worden steeds meer geconfronteerd<br />
met problemen bij de antibiotische behandeling<br />
van hun patiënten. De GGD zal<br />
in toenemende mate een verbindende rol<br />
moet spelen op het gebied van antibioticaresistentie’,<br />
voorspelt ze.<br />
The circle of life<br />
Veterinair microbioloog en deeltijdhoogleraar<br />
diergeneeskunde Dik Mevius ziet<br />
geen duidelijke ESBL-associatie tussen<br />
mens en dier. Hij erkent wel dat sinds een<br />
paar jaar ook in de Nederlandse veehouderij<br />
resistentieniveaus een gevoelig onderwerp<br />
zijn. ‘Transmissie van dier naar<br />
mens kan op verschillende manieren<br />
plaatsvinden, zoals via de voedselketen/<br />
vleesconsumptie, door direct contact met<br />
dieren of door besmetting van het milieu.<br />
Het antibioticagebruik in de veehouderij<br />
is hoog, zeker in vergelijking met de humane<br />
sector. De bezorgdheid over gevol-<br />
gen voor de volksgezondheid heeft geleid<br />
tot reductiedoelstellingen.’<br />
De focus van Henk Aarts, afdelingshoofd<br />
Voedsel, Laboratorium voor Zoönose en<br />
Omgevingsmicrobiologie CIb/RIVM, ligt<br />
bij groente en fruit, naar zijn zeggen voor<br />
6 procent verantwoordelijk voor de ziektelast<br />
(voornamelijk ESBL). ‘Bij verse (gesneden)<br />
groente en fruit kan de overdracht<br />
van antibioticaresistente bacteriën<br />
verlopen via mest of irrigatie met besmette<br />
waterzuivering.’ Daarbij maakt Aarts<br />
onderscheid tussen gewassen die groeien<br />
in of op de grond en boven de grond. Bij<br />
producten boven de grond is het risico<br />
een stuk lager.<br />
Een laatste advies, in het algemeen: ‘Vooral<br />
verse groenten en fruit blijven eten,<br />
want dit is gezond!’<br />
Nederland-Duitsland<br />
De confrontatie Nederland-Duitsland laat<br />
vaker de gemoederen hoog oplopen, maar<br />
deze keer is het een twijfelachtige eer<br />
om met de hoogste scores uit de bus te<br />
komen. Alex Friedrich, microbioloog in<br />
het Universitair Medisch Centrum Groningen,<br />
trekt de vergelijking tussen de<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 19
De Streptokokken (Streptococcus) zijn een bacterie-geslacht van Gram-positieve facultatief<br />
anaerobe kokken.<br />
gezondheidszorg in ons land en in Noordrijn-Westfalen,<br />
met 18 miljoen inwoners<br />
vergelijkbaar met Nederland. ‘De besmetting<br />
met de MRSA (Meticilline-resistente<br />
Staphylococcus aureus)-bacterie is daar<br />
twintigmaal zo hoog als hier. Terwijl de<br />
rivieren zich niets van de grenzen aantrekken<br />
en gewoon doorstromen, lijkt die<br />
bacterie niet over de landsgrenzen te<br />
gaan.’<br />
Als mogelijke oorzaak noemt Alex Friedrich<br />
de kleinschaligere zorgstructuur in<br />
Noordrijn-Westfalen. ‘Minder bedden per<br />
ziekenhuis, dus meer kans op verplaatsing<br />
van patiënten, met alle risico’s van<br />
verspreiding van bacteriën van dien.’ En<br />
een tweede mogelijkheid: ‘De export van<br />
varkensvlees (met risico van overdracht<br />
van bacteriën) verloopt van Nederland<br />
naar Duitsland, en niet andersom.’ De<br />
wachttijd voor bepaalde ingrepen, zoals<br />
een heupoperatie, ligt in Duitsland ook<br />
vele malen lager dan in ons land, maar er<br />
is in ons buurland dus wel een groter<br />
20 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
risico op besmetting.<br />
Alex Friedrich pleit voor regionale infectiepreventie<br />
in de grensstreek: samenwerkingsverbanden<br />
tussen Duitse en Nederlandse<br />
GGD’s en ziekenhuizen in een<br />
gezamenlijke strijd tegen MRSA.<br />
Euregiokeurmerk<br />
Tien minuten zijn voor Ellen Stobberingh<br />
(staflid Bacteriologie in het Academisch<br />
Ziekenhuis Maastricht) lang genoeg om<br />
kort en krachtig inzicht te geven in de<br />
successen van samenwerking in de grensstreek<br />
tussen België, Duitsland en Nederland.<br />
Een belangrijke aanleiding voor<br />
deze samenwerking is dat verschillen in<br />
antibioticaresistentie de internationale<br />
uitwisseling van patiënten tussen zorginstellingen<br />
belemmeren. Verbetering van<br />
mobiliteit en veiligheid is een gezamenlijk<br />
streven in de Euregio.<br />
Stobberingh noemt de verschillende percentages<br />
van de E. coli-bacterie op de poli<br />
Urologie en de Intensive Care in respectie-<br />
velijk Duitsland (8 procent), België (5 procent)<br />
en Nederland (3 procent). Ook de<br />
percentages van de multiresistentie (drie<br />
klassen antibiotica en meer) lopen uiteen:<br />
België 10 procent, Duitsland 5 procent en<br />
Nederland 4 procent.<br />
De regionale ziekenhuizen werkten al<br />
succesvol samen binnen het MRSA-net. De<br />
samenwerking is nu uitgebreid in het<br />
EurSafety Health-net. De voornaamste<br />
doelstelling is het samenbrengen van<br />
ziekenhuizen en andere instellingen in<br />
een kwaliteitskring om patiënten tegen<br />
multiresistente ziekteverwekkers te beschermen.<br />
Onder deze noemer zijn grensoverschrijdende<br />
gemeenschappelijke kwaliteitsdoelstellingen<br />
vastgelegd, zoals het<br />
harmoniseren van protocollen over antibioticagebruik.<br />
Deelnemers die hieraan<br />
voldoen, worden beloond met een euregionaal<br />
kwaliteits- en transparantiekeurmerk.<br />
En dan is het lunchpauze, met alle<br />
risico’s van dien.
Rob van den Dool<br />
(Maasstad Ziekenhuis):<br />
‘Loyaliteit is<br />
mijn drijfveer’<br />
Manipulatie: het kan ook jou overkomen!<br />
Crosslinks tussen <strong>OK</strong> en Schiphol<br />
KATERN VOOR LEIDINGGEVENDEN VAN OPERATIEAFDELINGEN
Donderdag 27 en vrijdag 28 september 2012<br />
Woudschoten Conferentiecentrum, Zeist<br />
Meer informatie en inschrijven op<br />
www.congresscompany.com of www.nvlo.nl.<br />
22 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />
JAARCONGRES<br />
Thema: ‘De weerbarstige managementpraktijk’<br />
Wat ze je vergaten te vertellen toen je leidinggevende werd<br />
Met onder andere de volgende sprekers:<br />
Patrick van Veen (bioloog en apendeskundige):<br />
Apenstreken op de werkvloer.<br />
Jef Staes (expert op het vlak van business- en<br />
cultuur innovatie):<br />
Culturele verandering in organisaties.<br />
Joop Hazenberg (netwerkgeneratie):<br />
Dit wordt binnenkort je collega (of medewerker of baas).<br />
Prof. dr. ir. Iteke Weeda (socioloog):<br />
Waarom mannen zo lomp zijn – en vrouwen niet tegen kritiek<br />
kunnen.<br />
Snel op de<br />
<strong>OK</strong> nieuws.nl<br />
hoogte met<br />
Ontwikkelingen in de wereld van de <strong>OK</strong> volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.<strong>OK</strong>nieuws.nl dagelijks:<br />
het laatste nieuws filmpjes achtergrondverhalen agenda weblog Paul Meijsen mijn dag vacatures<br />
Dé nieuwssite voor or de <strong>OK</strong>: van operatieassistent tot<br />
anesthesiemedewerker en van <strong>OK</strong>-manager tot chirurg. .<br />
Meld u aan voor de<br />
gratis nieuwsbrief.<br />
Dan ontvangt u het<br />
laatste oknieuws vanzelf<br />
in uw mailbox!
Grenzeloos<br />
<strong>OK</strong> Management<br />
Tja, Europa staat momenteel weer volop<br />
in de belangstelling. Is het niet voor<br />
wat betreft de zorg dan wel wat betreft<br />
de politiek. De discussies over wat Europa<br />
ons nu heeft gebracht en opgeleverd<br />
staan tegenover de vraag wat het ons<br />
kost. Feit is dat we veel rijker zijn dan<br />
pakweg 20 jaar geleden. Dat we grenzeloos<br />
kunnen reizen, kopen en werken.<br />
Als het lastig wordt is de mens geneigd<br />
om vooral naar de ander te kijken. U<br />
NVLO-informatie<br />
De NVLO is dé professionele en ondernemende<br />
beroepsvereniging voor leidinggevenden op de<br />
operatieafdeling.<br />
De vereniging stelt zich tot doel om de communicatie<br />
tussen leidinggevenden van operatieafdelingen<br />
te bevorderen, informatie te verstrekken, op<br />
persoonlijk en juridisch vlak te ondersteunen, en<br />
onderwijs en managementtraining te geven. De<br />
NVLO heeft de status van beroepsvereniging.<br />
Voordelen lidmaatschap:<br />
-Acht keer per jaar het vakblad <strong>OK</strong> Operationeel<br />
gratis thuisbezorgd. <strong>OK</strong> Operationeel bevat ieder<br />
nummer een managementkatern van minimaal<br />
acht pagina’s, waarin het vak van leidinggevende<br />
<strong>OK</strong>, de toepassingen van leiderschap en<br />
de diversiteit van de beroepspraktijk in beeld<br />
worden gebracht. Het katern brengt inspiratie,<br />
professionalisering, visie, verbondenheid en de<br />
mogelijkheid om kennis en ervaring te delen met<br />
collega-leidinggevenden <strong>OK</strong>.<br />
-Korting op het jaarlijkse congres. Een unieke<br />
gelegenheid om te netwerken en je kennis te<br />
verbreden.<br />
kent het wel, het oer-Hollandse zwartepietenspel.<br />
Op de <strong>OK</strong> kent u het ook,<br />
als de ingreep niet goed lukt ligt het<br />
overal aan behalve aan de operateur<br />
zelf … Ander voorbeeld: als er slecht<br />
beeld uit de monitor komt ligt het aan<br />
de monitor … Uiteraard zijn er uitzonderingen<br />
op deze regel. Het heeft alles<br />
te maken met verantwoordelijk durven<br />
te zijn en volwassen gedrag.<br />
Ik schrijf dit stukje om u ervan te<br />
overtuigen dat u op 26 juni a.s. mee<br />
kunt praten over een belangrijk onderwerp:<br />
het tekort aan personeel op<br />
de <strong>OK</strong>. Zoals u weet heeft een onderzoek<br />
plaatsgevonden naar dit tekort.<br />
U heeft het ongetwijfeld ingevuld via<br />
internet. De resultaten worden op 26<br />
juni gepresenteerd, maar vooral is dit<br />
onderzoek, en de resultaten daarvan,<br />
aanleiding om met elkaar in debat te<br />
gaan over de status quo in de verschillende<br />
ziekenhuizen, de oplossingen<br />
van tekorten op de <strong>OK</strong> en de inzet van<br />
buitenlands personeel op de <strong>OK</strong>.<br />
-Minimaal eenmaal per jaar een themadag waarbij<br />
een professioneel onderwerp centraal staat.<br />
-Verder is de NVLO actief op het gebied van contacten<br />
met het bedrijfsleven, diverse overheidsinstanties<br />
en andere belangrijke instanties die<br />
vormgeven aan de operatieve zorg in Nederland.<br />
Lid worden:<br />
Elke leidinggevende die op de operatieafdeling<br />
werkt binnen één van de drie disciplines<br />
chirurgie, anesthesie of recovery en een formele<br />
benoeming heeft, kan lid worden van de<br />
vereniging. Lid worden kan via de website van<br />
de NVLO. Surf naar www.nvlo.nl. De kosten<br />
voor het lidmaatschap bedragen € 150,00 per<br />
jaar. Deze kosten worden door middel van automatische<br />
incasso geïnd. Het lidmaatschap is<br />
persoonlijk en loopt van 1 januari tot en met 31<br />
december.<br />
Lidmaatschap opzeggen?<br />
Mail naar info@nvlo.nl. Opzegging van het lidmaatschap<br />
uiterlijk twee maanden voor de start<br />
van het nieuwe kalenderjaar.<br />
Want het is toch bijzonder dat de IGZ<br />
eraan te pas moest komen om het probleem<br />
van buitenlands <strong>OK</strong>-personeel<br />
te onderzoeken. Het is toch bijzonder<br />
dat in ons tweetafelsysteem alleen<br />
door ons opgeleid personeel hier adequaat<br />
kan werken? Zijn wij dan beter<br />
dan anderen? Vraagt u dat eens aan de<br />
IGZ als ze voor het zoveelste TOP-onderzoek<br />
langskomen… Verliezen we<br />
hier meer mensen op de operatiekamer<br />
dan in andere landen? En weten<br />
wij als <strong>OK</strong>-personeel dat dan?<br />
U begrijpt het al. De Lagerhuissessie<br />
op 26 juni wordt leuk en dynamisch.<br />
Vooral als u komt. Want u heeft ongetwijfeld<br />
een mening over de <strong>OK</strong>, de<br />
zorg en Europa en dan vooral in die<br />
combinatie. Neemt u vooral veel personeelsleden<br />
en collega’s mee? Komt<br />
de discussie eens buiten de <strong>OK</strong>…<br />
Eduard Monteban<br />
Voorzitter NVLO<br />
emonteban@nvlo.nl<br />
Bestuur:<br />
Eduard Monteban,<br />
Voorzitter<br />
emontenban@nvlo.nl<br />
06-54 73 67 42<br />
Christa Tigchelaar,<br />
Secretaris en<br />
penningmeester<br />
info@nvlo.nl<br />
06-305 109 12<br />
Jan Bronts, Website<br />
jbronts@nvlo.nl<br />
06-54 68 26 43<br />
Jeannette Ronchetti,<br />
Redactie<br />
(Zie onder redactie <strong>OK</strong><br />
Management-katern)<br />
Mimoen Ahmidi,<br />
Sponsoring en<br />
marketing<br />
06-22 77 88 72<br />
Redactie <strong>OK</strong><br />
Management-katern:<br />
Menno Goosen,<br />
Bladmanager<br />
okmanagement@<br />
y-publicaties.nl<br />
020-520 60 77<br />
Marianne van Dongen,<br />
Redactie<br />
okmanagement@<br />
y-publicaties.nl<br />
Jeannette Ronchetti,<br />
Redactie en<br />
bestuurslid NVLO<br />
jronchetti@nvlo.nl én<br />
okmanagement@<br />
y-publicaties.nl<br />
06-55 73 33 11<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 23
24 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012
Rob van den Dool (Maasstad Ziekenhuis):<br />
Rob van den Dool had geen vooropgezet plan om leidinggevende te worden. Via het go with the flow-<br />
principe en zelfkennis kwam hij uiteindelijk terecht in zijn huidige functie als zorgmanager operatieafdeling<br />
in het Maasstad Ziekenhuis. Hier kreeg hij onder meer te maken met de uitbraak van de Klebsiella<br />
Oxa-48-bacterie.<br />
Tekst: Linda van Pelt | Foto’s (inclusief themacover): Eric van Nieuwland<br />
De besmetting in het Maasstad Ziekenhuis betrof een<br />
unieke stam van een resistente bacterie. Nooit eerder<br />
had deze in Nederland gecirculeerd, voor zover bekend.<br />
Een primeur zonder glamoureuze allure. Rob van den Dool<br />
beseft het maar al te goed: aan de naam Maasstad Ziekenhuis<br />
kleeft voor langere tijd een ‘zweem met negatieve lading’. ‘Maar<br />
we moeten vooruit: nog striktere regels naleven om dit in de<br />
toekomst absoluut te voorkomen!’<br />
Het Rotterdamse ziekenhuis werd geconfronteerd met een<br />
keten van gebeurtenissen die hun sporen hebben nagelaten:<br />
verscherpt toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg,<br />
vertrek van de voorzitter van de raad van bestuur, aanstellen<br />
van een interim-directeur, en assistentie van externe microbiologen<br />
en ziekenhuishygiënisten. ‘Zo’n ingrijpende gebeurtenis<br />
straalt uit naar de hele organisatie. De saamhorigheid binnen<br />
ons ziekenhuis is erdoor vergroot, en gelukkig hebben we met<br />
z’n allen genoeg veerkracht om de toekomst met vertrouwen<br />
tegemoet te zien. Het was voor alle betrokkenen een vreselijke<br />
ervaring, maar heeft ook de welwillendheid voor een nieuwe,<br />
nog striktere werkwijze in ons ziekenhuis in een stroomversnelling<br />
gebracht. Er was geen enkele ruimte meer voor discussie’,<br />
bewijst Rob van den Dool zijn vermogen om zich ondanks alle<br />
misère te focussen op positieve zaken.<br />
GO WITH THE FLOW<br />
Van den Dools loopbaan verliep ook min of meer via het go with<br />
the flow-principe. Veel carrièresprongen gebeurden op uitnodiging<br />
van anderen. Zelf had hij niet het vooropgezette doel om<br />
Portret<br />
‘Loyaliteit is mijn drijfveer’<br />
leidinggevende te worden. Na de hbs-a lag een studie rechten,<br />
economie of talen voor de hand, maar als zeventienjarige deed<br />
Rob van den Dool in 1971 eerst mee aan een uitwisselingsprogramma<br />
met de Verenigde Staten.<br />
Dat betekende een jaar meedraaien als senior op een high school<br />
én als lid van zijn gastgezin in Ohio, in het middenwesten van<br />
Amerika. ‘Ik kwam terecht in een klein dorpje onder Michigan<br />
en moest erg wennen aan de conservatieve cultuur daar. Het<br />
wekelijkse kerkbezoek was mij van huis uit onbekend.’<br />
Ook het fanatieke sportbeleid was een nieuw fenomeen voor<br />
de jonge Van den Dool, maar daarmee had hij minder moeite.<br />
‘In Nederland had ik veel gezwommen, dus lid worden van het<br />
zwemteam leek me een leuke uitdaging. Toen het er zo fanatiek<br />
aan toe begon te gaan dat mijn gezondheid eronder ging lijden,<br />
ben ik overgeschakeld op honkbal.’<br />
Hoewel hij op het Amerikajaar terugkijkt als interessante blikverruiming,<br />
voelde terugkeer naar Nederland als thuiskomen.<br />
‘Ik zou daar niet altijd willen wonen, zeker niet in de regio<br />
Ohio, die in mijn ogen nogal kleinburgerlijk was. Bovendien<br />
moet je in de Verenigde Staten ergens in uitblinken, hetzij in<br />
sport, hetzij intellectueel. Competitie is onlosmakelijk verbonden<br />
met de cultuur, maar zelf ben ik van nature niet zo competitief<br />
ingesteld.’<br />
HECHTE CONTACTEN<br />
Gevoelsmatig was het toen tijd geworden voor een academische<br />
opleiding: economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.<br />
Het eerste jaar verliep vlot, maar daarna gingen verwachting en<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 25
ealiteit steeds verder uiteenlopen. ‘Ik had de grootste moeite<br />
om de leerstof in mijn hoofd te krijgen, vooral omdat die me<br />
niet boeide. Halverwege het derde jaar – in 1975 – ben ik overgeschakeld<br />
op iets waarover ik positieve berichten had gehoord<br />
van een goede vriendin: een inserviceopleiding verpleegkundige<br />
A in het Zuiderziekenhuis Rotterdam, waar de combinatie studeren<br />
en werken me meteen financieel zelfstandig maakte.’<br />
Het laatste jaar van de opleiding werkte Van den Dool op de<br />
afdeling Spoedeisende Hulp en in de gipskamer. De combinatie<br />
van zorg en techniek (apparatuur, monitoring, de fysiologie<br />
van het menselijk lichaam) sprak hem het meest aan. Ook het<br />
samenwerken met een rijke schare aan professionals in de operatiekamer<br />
vond hij aantrekkelijk. ‘Het Zuiderziekenhuis was<br />
een gemeente- en opleidingsziekenhuis, en het opbouwen van<br />
hechte teamworkcontacten met de assistent-specialisten verliep<br />
in een ongedwongen, informele sfeer.’<br />
EDUCATIEF TEKSTWERK<br />
Nog volledig in de studieflow deed Rob van den Dool aansluitend<br />
de opleiding tot anesthesiemedewerker. Begin jaren tachtig<br />
begon hij als gediplomeerd anesthesiemedewerker, nog steeds in<br />
het Zuiderziekenhuis. ‘Die periode was ook een kennismaking<br />
met leidinggeven, vooral in de rol van waarnemer voor het toenmalige<br />
hoofd Anesthesie.’<br />
En nog was er voldoende energie over voor het vertalen van<br />
een Amerikaans anesthesieboek. Van den Dools drijfveer was<br />
persoonlijk. ‘Tijdens mijn opleiding tot anesthesiemedewerker<br />
was er eigenlijk maar één goed Nederlandstalig studieboek.<br />
Dat harde gegeven was voor Uitgeverij de Tijdstroom een goede<br />
reden om met mij in zee te gaan. Een jaar lang werkte ik ieder<br />
weekend om ruim vijfhonderd pagina’s te vertalen. Het was een<br />
intensief project, maar ik vond het ook zeer interessant om het<br />
hele proces dat voorafgaat aan het tot stand komen van een boek<br />
van nabij mee te maken.’<br />
KARAKTERKENNISMAKING<br />
Rob van den Dool raakte ook op een andere manier betrokken<br />
bij kennisoverdracht. Kort na de afronding van zijn anesthesiestudie<br />
werd hij gevraagd voor de begeleiding van leerlingen en<br />
het verzorgen van praktijklessen. Dit mondde in 1983 uit in een<br />
baan als hoofd van de Regionale opleiding operatie- en anesthesieassistenten<br />
in het St. Clara Ziekenhuis in Rotterdam.<br />
Toen volgde een stap met minder gelukkige afloop: de switch<br />
naar het bedrijfsleven. In 1985 werd Van den Dool als hoofd Verkoop<br />
binnendienst verantwoordelijk voor onder meer de telefonische<br />
verkoop en klachtenbehandeling van orthopedische en<br />
traumatologische implantaten en instrumenten. Wat een definitieve<br />
switch had kunnen zijn, bleef beperkt tot een uitstapje van<br />
een jaar. ‘Ik ben duidelijk niet commercieel genoeg, kan mezelf<br />
26 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />
niet enthousiasmeren met succesvolle verkoopcijfers. Ik kijk nu<br />
wel wat genuanceerder naar vertegenwoordigers van commerciele<br />
firma’s die naar het ziekenhuis komen om producten te verkopen,<br />
omdat ik weet wat er zich achter de schermen afspeelt.<br />
Evengoed zou ik nooit hoofd Inkoop kunnen worden, want er<br />
schuilt geen harde onderhandelaar in mij.’ Na kennismaking<br />
met de ‘softe en a-commerciële’ kant van zijn karakter keerde<br />
Rob van den Dool vol overtuiging terug in de ziekenhuiswereld.<br />
PROMOTIE<br />
In 1986 begon Van den Dool als anesthesiemedewerker in<br />
Ziekenhuis Eudokia in Rotterdam. Een jaar later werd hij hier,<br />
als hoofd van de operatieafdeling, verantwoordelijk voor onder<br />
andere personeels- en operatieplanning, bedrijfsvoering en materiaal-<br />
en apparatuurbeheer. Er stonden in die tijd drie Rotterdamse<br />
ziekenhuizen (Bergweg-, Eudokia en Van Dam Bethesda)<br />
op de nominatie voor sluiting en verhuizing naar twee nieuwbouwlocaties:<br />
het IJsselland Ziekenhuis in Capelle a/d IJssel en<br />
het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse.<br />
Na het fusietraject en een uitvoerig sociaal plan voor alle medewerkers<br />
kwam Rob van den Dool terecht in het Ruwaard van<br />
Putten Ziekenhuis. Van 1990 tot 1993 eerst als hoofd Behandelcentrum,<br />
met zo’n 75 medewerkers (operatieafdeling, behandelpolikliniek,<br />
spoedeisende hulp, dagverpleging, centrale<br />
sterilisatieafdeling) onder zijn supervisie.<br />
Na een nieuwe reorganisatieronde promoveerde hij in 1993 tot<br />
hoofd Ambulante zorg. In deze rol kreeg hij de verantwoordelijkheid<br />
voor het opstellen van de begroting en het jaarplan, en voor<br />
beheer en bewaking van het budget. Als lid van het managementteam<br />
adviseerde hij de directie op het vlak van ziekenhuisbeleid,<br />
bedrijfsvoering, personeels-, middelen- en opleidingsbeleid.<br />
Ook deelname aan commissies en overleggroepen behoorde<br />
tot zijn takenpakket: materiaaladviescommissie, <strong>OK</strong>-commissie,<br />
arbocommissie, stuurgroep Nieuwbouw, ruimtecommissie, medischdossier-<br />
en registratiecommissie en opnamecommissie.<br />
Tevens trad hij op als secretaris van de klachtencommissie.<br />
TIJD VAN BEZINNING<br />
Het uitdagende van deze nieuwe functie verdween in de loop<br />
der tijd steeds meer naar de achtergrond door de lastige positie<br />
waarin Rob van den Dool zich gevoelsmatig bevond.<br />
‘Ik voelde me min of meer gemangeld. In die periode liep ik<br />
herhaaldelijk tegen grenzen aan. Vooral die van mijn eigen gezondheid.<br />
Dat laatste was voor mij het signaal om mijn functie<br />
neer te leggen.’<br />
Via een outplacementtraject bezon Van den Dool zich op zijn<br />
toekomst. ‘Zeker geen gemakkelijke periode, maar misschien<br />
wel de leerzaamste van mijn hele loopbaan. Ik moest nadenken<br />
over zowel mijn sterke als mijn zwakke punten, en dat was
ehoorlijk confronterend. In mijn laatste positie werkte ik dicht<br />
op de raad van bestuur, maar voor mijn idee op te grote afstand<br />
van het primaire proces. Leidinggeven zonder voeling met de<br />
werkvloer bleek voor mij duidelijk niet de manier.’ Die tijd van<br />
bezinning maakte hem nogmaals duidelijk waar zijn voorliefde<br />
ligt: bij inhoud en betrokkenheid.<br />
NIEUWE PERSPECTIEVEN<br />
De gewenste managementpositie dicht op het primaire zorgproces<br />
vond Van den Dool in 1997 in het Nijmeegse Canisius-Wilhelmina<br />
Ziekenhuis. Acht jaar achtereen was hij hier manager<br />
bedrijfsvoering van de operatieafdeling. De kans om bedrijfskunde<br />
te gaan studeren aan de Radboud Universiteit heeft hij<br />
met beide handen aangegrepen.<br />
‘Enerzijds om een einde te maken aan de frustratie dat het me<br />
niet was gelukt een universitaire studie af te ronden’, meldt hij<br />
met lichte zelfspot. ‘In de jaren tachtig had ik al mijn propedeuse<br />
Nederlands recht behaald en alle verplichte doctoraalvakken<br />
Nederlands recht afgerond aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />
Anderzijds wilde ik deze bedrijfskundige studie ook volgen<br />
vanuit loopbaanperspectief. Ik zag (en zie nog steeds) een sterke<br />
toename van academisch geschoolde professionals op zorgmanagerposities<br />
en realiseerde me dat ik, als ik mijn positie wilde<br />
handhaven, moest investeren in mijn eigen kennis. Zo’n studie<br />
geeft je financiële, organisatorische en marketingtools die je<br />
goed kunt gebruiken.’<br />
Motivatie leidt tot resultaten, en in 2005 ontving Rob van den<br />
Dool de doctoraalscriptieprijs voor zijn scriptie over doorlooptijden<br />
op de operatieafdeling; oorzaken en gevolgen van vertragingen<br />
in verschillende fasen in het operatieproces.<br />
DICHTERBIJ<br />
De acht jaar pendelen tussen zijn woonplaats in De Hoeksche<br />
Waard en Nijmegen begon zijn tol te eisen. En na lang overwegen<br />
meldde Rob van den Dool zich bij een headhunterbureau<br />
met de mededeling dat hij ‘in de markt’ was voor een baan in de<br />
regio Rotterdam.<br />
Snel daarop volgde een aanbod. Dat creëerde een aarzeling toen<br />
Van den Dool hoorde dat in de betreffende organisatie in de<br />
zeven voorgaande jaren een groot aantal <strong>OK</strong>-managers vertrokken<br />
was. ‘Dat leek me een te hoog afbreukrisico.’ Bij het tweede,<br />
nu wat dringender, verzoek nam hij het aanbod alsnog in overweging<br />
en zei ja.<br />
En zo werd hij vanaf 2006 als <strong>OK</strong>-manager nauw betrokken bij de<br />
samenvoeging van Zuiderziekenhuis en Clara Ziekenhuis tot het<br />
nieuwe Maasstad Ziekenhuis. ‘De integratie van twee <strong>OK</strong>-complexen<br />
biedt veel mogelijkheden. Onze afdeling bestaat uit tien<br />
klinische operatiekamers, een dagopname-<strong>OK</strong> en een brandwonden-<strong>OK</strong>.<br />
Met zo’n 150 medewerkers worden er ongeveer 18.000<br />
operaties per jaar uitgevoerd. Wij zijn bovendien een robotexpertisecentrum<br />
(in urologie, gynaecologie en chirurgie), een vaatcentrum<br />
(wij beschikken over een hybride <strong>OK</strong>) en we doen veel<br />
bariatrische en plastische pols-handchirurgie. Ook traumatologie<br />
en brandwondenchirurgie behoren tot onze specialisaties.’<br />
CIRCLE OF LIFE<br />
Zijn aantreden bij het Maasstad Ziekenhuis voelde ook een<br />
beetje als thuiskomen. ‘Bij een van de fusiepartners – het Zuiderziekenhuis<br />
– ben ik mijn verpleegkundige carrière ooit gestart.<br />
Er is uiteraard veel veranderd in de loop der jaren: richtlijnen,<br />
protocollen, procedures en ook meer externe druk tot efficiency<br />
en kostenreductie. Kwaliteitseisen zijn verder aangescherpt, en<br />
de technische ontwikkelingen gaan in sneltreinvaart. Toch vind<br />
ik de medische sector nog steeds een aantrekkelijke branche.’<br />
Van den Dool is nu 58 en hoopt zeker tot zijn 62ste te blijven.<br />
‘Ik heb dan veertig werkzame jaren achter de rug, waarvan zo’n<br />
dertig als leidinggevende.’ Helemaal niets meer doen lijkt hem<br />
geen aanlokkelijk perspectief. ‘Als ik dan nog gezond van lijf en<br />
leden ben, zou ik graag als interim-manager actief zijn voor een<br />
paar dagen per week. Liefst wel bij één organisatie, want jobhoppen<br />
en mijn aandacht verdelen over diverse ziekenhuizen past<br />
niet bij mijn karakter. Loyaliteit, me verbinden op structurele<br />
basis, is mijn persoonlijke drijfveer. Dat is me tijdens mijn werkzame<br />
leven wel duidelijk geworden.’<br />
Vanuit die levensinstelling gaat Van den Dool in augustus zijn<br />
Amerikaanse gastgezin opzoeken. ‘Er komt een reünie van mijn<br />
high school. Als ik dan toch in de Verenigde Staten ben, wil ik<br />
ook deze mensen graag even “live” ontmoeten. Al die jaren hebben<br />
we contact gehouden, weliswaar niet heel intensief, maar<br />
we zijn elkaar niet uit het oog verloren. Een bewuste keuze.’<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 27
Arts/neurobioloog Ronald Siecker schreef een boek over manipulatie<br />
‘Wees op je hoede!’<br />
Een manipulator op de afdeling kan veel schade veroorzaken. Gelukkig bent ú<br />
niet te manipuleren – dacht u. ‘Iedereen is een potentieel slachtoffer’, weet arts<br />
en neurobioloog Ronald Siecker. Hij schreef een boek over manipulatie en de<br />
mogelijkheden om je daartegen te verweren.<br />
Tekst: Linda van Pelt | Illustratie: Shutterstock<br />
Met zijn boek Manipulatie, van marionet tot regisseur wil<br />
Ronald Siecker de lezer helpen zich te wapenen tegen<br />
manipulatie. De arts en neurobioloog beschrijft hierin<br />
allerhande manipulatieve technieken, en tips om deze zo snel<br />
mogelijk een halt toe te roepen. De 20 hoofdstukken en 360<br />
pagina’s van Manipulatie, van marionet tot regisseur staan boordevol<br />
met voorbeelden van manipulatie. Van lichte vergrijpen waaraan<br />
iedereen zich wel eens bezondigt tot ernstige delicten in de sfeer<br />
van chantage en indoctrinatie. Maar het boek besteedt vooral<br />
ook aandacht aan contramanipulatie, met tips en tricks om beter<br />
bestand te zijn tegen manipulatieve technieken.<br />
JE LATEN INPAKKEN<br />
Toen hoogleraar cognitieve en sociale psychologie Diederik<br />
Stapel onderzoeksgegevens bleek te hebben gemanipuleerd<br />
(vervalst!), werd dat scherp veroordeeld. Maar lang niet altijd<br />
is manipulatie zo ernstig dat het predicaat ‘valsheid in geschrifte’<br />
erop van toepassing is. Politici, verkopers, managers,<br />
therapeuten en coaches maken stuk voor stuk gebruik van<br />
manipulatie. Vakgebieden als de reclame kunnen zelfs niet<br />
zonder. Siecker: ‘De grens tussen manipulatie en alledaags,<br />
algemeen geaccepteerd gedrag zit hem vooral in twee punten:<br />
hoe ver is iemand bereid te gaan en hoe sterk benadeelt hij de<br />
mensen die hij manipuleert?’ Het lastige is dat manipulators<br />
hun gedrag goed camoufleren. ‘Vaak kom je er pas laat achter<br />
dat iets wat eerst nog acceptabel leek, eigenlijk veel verder<br />
gaat’, vertelt Siecker. ‘Mogelijk kun je dit sneller ontdekken als<br />
je weet dat iemand de grenzen van de moraal al eerder heeft<br />
opgerekt. De kans dat iemand manipulatief gedrag herhaalt is<br />
namelijk groot.’<br />
28 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />
HAND BOVEN HET HOOFD<br />
Manipulatie is een onderwerp dat Siecker van nature interesseert.<br />
Met een verleden als arts in de psychiatrie en in de Bijlmerbajes,<br />
en als bedrijfsarts in de sociale werkvoorziening, kan hij bovendien<br />
putten uit een breed scala aan praktijkervaringen. ‘Maar<br />
manipulatie kan zich in elk bedrijf en elke organisatie voordoen’,<br />
vertelt Siecker. Hij herinnert zich nog het ‘verborgen’ verbond<br />
tussen medewerkers in een bedrijf. Hun relatief kleine afdeling<br />
presteerde al jaren beneden niveau. Toen Siecker om advies werd<br />
gevraagd, ontdekte hij al snel dat het klagen over de hoge werkdruk<br />
niet realistisch was. ‘Door met z’n allen systematisch te<br />
simuleren dat harder werken niet tot de mogelijkheden behoorde,<br />
konden ze zich als groep tijdenlang aan taken onttrekken die tot<br />
de normale functie-uitvoering behoorden. De zes collega’s hielden<br />
elkaar voortdurend de hand boven het hoofd, bijvoorbeeld tijdens<br />
functioneringsgesprekken’, belicht hij de hier gevoerde strategie.<br />
‘Zo was de werkgever jarenlang bezig om de problemen met de<br />
werkdruk op te lossen terwijl het er eigenlijk rustiger was dan<br />
op de andere afdelingen. Pas als een werkgever dit doorheeft kan<br />
hij dat ingesleten patroon doorbreken.’ Het vereist niet per se een<br />
bovengemiddelde intelligentie om goed te kunnen manipuleren.<br />
Eerder een zekere mate van ‘slimheid’ om te kunnen inschatten<br />
welke manipulatieve tactiek in een bepaalde situatie de meeste<br />
kans van slagen heeft.<br />
LEVENSGEVAARLIJKE SITUATIES<br />
Ook in de gezondheidszorg komt manipulatie voor. ‘Er zijn patiënten<br />
die hun behandelaars onder druk zetten met valse beschuldigingen<br />
van aanranding of erger. Als iemands dossier een patroon<br />
van valse beschuldigingen laat zien, is het belangrijk je hiertegen
in te dekken door altijd in gezelschap van een collega met deze<br />
patiënt te praten.’ Zeker in de medische sector kan manipulatie tot<br />
levensgevaarlijke situaties leiden. Siecker vertelt over een ervaring<br />
in een ziekenhuis waar hij zijdelings betrokken was bij onvrede<br />
op de werkvloer. ‘Toen een van de artsen een totaal verkeerde<br />
inschatting had gemaakt over de behandelwijze van een patiënt,<br />
spraken de verpleegkundigen af dit te laten gebeuren. Welbewust<br />
namen zij gezamenlijk het besluit hem niet te corrigeren, omdat<br />
ze hem op deze manier “een lesje wilden leren” voor zijn jarenlange<br />
oncollegiale en autoritaire gedrag.’ Hoewel Siecker deze<br />
gedachtegang enigszins kon begrijpen, heeft hij alles in het werk<br />
gesteld om deze beslissing te doorkruisen. ‘Doorgaan op deze weg<br />
had de dood van een patiënt kunnen betekenen, en dat is uiteraard<br />
een prijs die nooit betaald mag worden. Over mijn lijk!’, stelt<br />
hij ferm. ‘Manipulatie is nooit goed te praten, maar zeker niet in<br />
een werkomgeving waar mensenlevens in het geding zijn. Dat mag<br />
absoluut niet gebeuren. Je moet elkaar blind kunnen vertrouwen.’<br />
VALKUILEN<br />
Een kracht van bijna alle manipulators is mensenkennis.<br />
‘Logisch’, redeneert Siecker. ‘Want dit is de basisvoorwaarde om<br />
iemand te kunnen bespelen. Er zijn talloze manieren om keuzes<br />
en beslissingen van mensen subtiel te beïnvloeden. Een simpele<br />
tactiek is vleien en iemand in een goede stemming brengen. Als je<br />
een stap verder gaat, kun je iemand ook geschenken geven en zo<br />
proberen te paaien. Voer je dit op naar een hogere graad, dan ben<br />
je iemand aan het omkopen. En zo loopt alles op in gradaties, tot<br />
en met indoctrinatie en chantage aan toe.’<br />
Een manipulator stemt zijn strategie af op iemands karakter,<br />
is Sieckers ervaring. Ook denkt de auteur dat iedereen een<br />
potentieel manipulatieslachtoffer is. ‘Bij de een werkt een andere<br />
methode dan bij de ander, maar we hebben allemaal onze<br />
zwakke plekken. Van zo’n zwakke plek maakt de manipulator<br />
misbruik.’ Wie zich bewust is van de eigen valkuilen, kan<br />
zichzelf beter beschermen, weet Siecker. Mogelijke valkuilen<br />
behandelt hij in het tweede gedeelte van het boek, met gerichte<br />
tips en aanwijzingen voor contramanipulatie. ‘Wees op je<br />
hoede’, adviseert hij. Specifiekere verdedigingsmechanismen<br />
beginnen bij het (h)erkennen van je eigen zwakheden. Deze<br />
lopen uiteen van gebrek aan zelfvertrouwen of weinig eigenwaarde<br />
tot een groot verantwoordelijkheidsgevoel of een sterke<br />
beschermingsdrang. Denken dat jijzelf nooit zult worden gemanipuleerd<br />
is het grootste risico. ‘Juist als je denkt: ik sta stevig<br />
in mijn schoenen, dat gaat mij niet gebeuren, bevind je je in<br />
de gevarenzone. Je valt namelijk altijd in de valkuil die je niet<br />
ziet.’ Een van de punten die bij de contramanipulatie ter sprake<br />
komen, is de schijnbare ongevoeligheid van manipulators. Ze<br />
houden tenslotte geen rekening met andermans gevoelens en<br />
wensen. Siecker: ‘Het hoeft ze ook helemaal niet te interesseren<br />
dat we hun gedrag niet prettig vinden. Maar ze zijn wel degelijk<br />
ergens gevoelig voor, namelijk voor het doel dat ze willen bereiken.<br />
Degene die gemanipuleerd wordt heeft dat doel in handen.<br />
Logisch, want anders hoefde de manipulator al die moeite niet<br />
te doen. Die situatie biedt kans voor tegenzetten.’<br />
CV’S CHECKEN<br />
Iets waarover Siecker zich verbaast, is dat rond sollicitatieprocedures<br />
niet strikt wordt gecheckt wat iemands achtergrond<br />
is. ‘Cv’s worden vaak “opgeklopt” en evengoed wordt de inhoud<br />
simpelweg voor kennisgeving aangenomen. Waarom wordt niet<br />
vaker de moeite genomen om te controleren of het ook werkelijk<br />
klopt?’, uit hij zijn verbijstering. ‘Sterker nog: als later blijkt dat<br />
de sollicitant wat in zijn voordeel heeft overdreven, wordt dat nog<br />
wel gewaardeerd, ook omdat dit gedrag wordt beschouwd als bewijs<br />
van gedrevenheid. Maar daarbij wordt over het hoofd gezien<br />
dat list en bedrog kunnen uitmonden in een storend patroon,<br />
met negatieve effecten op de werksfeer. Eén manipulator op de afdeling<br />
kan veel schade veroorzaken en het kost de baas gigantisch<br />
veel tijd om de schade te beperken. Terwijl met wat meer achtergrondinformatie<br />
veel ellende had kunnen worden voorkomen.’<br />
SUBTIELE SCHAAKMAT<br />
Ook is het verstandig zo veel mogelijk te registreren in het personeelsdossier.<br />
‘Dan hoeft bij overplaatsing van de medewerker<br />
of het aantreden van een nieuwe leidinggevende niet opnieuw<br />
het wiel uitgevonden te worden’, meldt Siecker praktisch. ‘Met<br />
zo’n persoonlijke “gebruiksaanwijzing” achter de hand is de<br />
kans dat werkleiders zich tegen elkaar laten uitspelen al flink<br />
gereduceerd. Elkaar informeren vormt de basis van een goede<br />
contratechniek.’ Tot slot nog een belangrijk advies: ‘Blijf alert,<br />
maar laat nooit merken dat je de trucs van de manipulator doorhebt.<br />
Daarmee maak je hem alleen maar slimmer en geslepener.<br />
Manipulatie is te vergelijken met een schaakspel. Daadwerkelijke<br />
winst bereik je alleen als je erin slaagt de manipulator op subtiele<br />
wijze schaakmat te zetten.’ ■<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 29
Hoe Liesbeth haar baan had kunnen behouden<br />
Manipulatie op de <strong>OK</strong><br />
Interim-<strong>OK</strong>-manager Liesbeth komt ernstig in de problemen door een manipulerende<br />
operatieassistent. Hoe had ze dat kunnen voorkomen? Arts en neurobioloog Ronald<br />
Siecker – schrijver van Manipulatie, Van marionet tot regisseur – geeft advies.<br />
Tekst: Menno Goosen<br />
De namen van de <strong>OK</strong>-manager, de operatieassistent en de regio van het ziekenhuis zijn gefingeerd. Delen van de casus zijn<br />
waar gebeurd. De persoon op de foto is een model en heeft geen verband met de casus.<br />
Casus<br />
Liesbeth is sinds een klein halfjaar interim-<strong>OK</strong>-manager bij<br />
een middelgroot ziekenhuis in het oosten van Nederland.<br />
Hoewel ze erg veel ervaring en mensenkennis heeft, heeft<br />
ze niet vaak iemand als Jesse ontmoet. Jesse is een charmante<br />
jonge operatieassistent van 22, en de hele afdeling is dol op hem.<br />
Met name onder de dames scoort hij hoge ogen. Niet alleen door<br />
zijn uiterlijk, maar ook door zijn zeer collegiale omgang. Hij is<br />
nooit te beroerd om koffie mee te nemen, of een collega die in<br />
een echtscheiding ligt een hart onder de riem te steken. Bovendien<br />
is hij het zonnetje in huis. Altijd vrolijk, vriendelijk en<br />
opgewekt. Toch zijn er wel wat negatieve zaken die Liesbeth als<br />
buitenstaander al snel opmerkt, terwijl de rest van het team er<br />
blijkbaar geen enkele aanstoot aan neemt. Zo instrumenteert<br />
Jesse bijna nooit bij grote, zware ingrepen, terwijl hij toch met<br />
glans zijn opleiding tot operatieassistent heeft afgerond. Het<br />
liefst instrumenteert hij bij overzichtelijke, kleine ingrepen zoals<br />
bij oogheelkunde of kaakchirurgie. Ook het omlopen is een<br />
van zijn favoriete taken. Vaak is hij erg lang weg als hij naar het<br />
magazijn moet omdat hij dan tussendoor een sigaretje rookt.<br />
Maar er is niemand die er iets van zegt.<br />
30 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />
ALARMBELLEN<br />
Bijzonder is ook dat het Jesse altijd lukt om vrij te krijgen.<br />
Hoe druk het ook is. Er is altijd wel een collega die zijn dienst<br />
wil overnemen. Zelf neemt hij eigenlijk nooit diensten over<br />
voor zijn collega’s, maar dat lijkt alleen Liesbeth op te vallen.<br />
Liesbeth besluit paal en perk te stellen aan dit gedrag, en de<br />
eerstvolgende keer dat Jesse zijn rooster wil omgooien nee te<br />
zeggen. Lang hoeft ze hier niet op te wachten, want de volgende<br />
week is het weer raak en staat Jesse in haar kantoortje.<br />
Maar dit keer heeft hij een goede reden: hij moet naar de begrafenis<br />
van zijn ‘lievelingstante’. Dit woord laat bij Liesbeth<br />
alle alarmbellen afgaan. Ze ervaart een flashback. ‘Had jij toen<br />
ik hier net werkte niet ook al een begrafenis van je lievelingstante?’<br />
Als door een wesp gestoken draait Jesse zich om. Van de<br />
vriendelijke oogopslag die hij normaal heeft, is weinig meer<br />
over. ‘Wat probeer jij nu te insinueren? Dat ik een partijtje sta<br />
te liegen over zoiets? Daar ga ik werk van maken! Hoe haal je<br />
het in je hoofd om mij van zoiets te beschuldigen! Hier krijg<br />
je spijt van!’ Met grote passen beent hij weg, de deur met een<br />
knal achter zich dichtgooiend.
Foto: Shutterstock<br />
KOUDE OORLOG<br />
En inderdaad krijgt Liesbeth spijt van haar opmerking. Na het<br />
incident met Jesse is de werksfeer grondig verziekt. Het hele<br />
team neemt het voor Jesse op. Liesbeth wordt niet meer gedag<br />
gezegd, en haar aanwijzingen worden niet meer serieus genomen.<br />
De floormanager bijt haar tussen neus en lippen toe<br />
dat het een grof schandaal is om iemand die in de rouw is zo<br />
te behandelen. Ook in de koffiekamer is de sfeer tot het nulpunt<br />
gedaald. <strong>Collega</strong>’s groeten haar niet meer, en bespreken<br />
Advies Ronald Siecker<br />
Het spel tegen een manipulator is een schaakspel, en<br />
je wint het alleen als je enkele zetten vooruitdenkt.<br />
Het eerste ‘alarmsignaal’ dat Liesbeth op had kunnen<br />
merken was dat niemand ooit klaagde over het gedrag van<br />
Jesse. Iedereen sprong voor hem in of nam diensten van hem<br />
over. Dat betekende dat hij een behoorlijke invloed op de groep<br />
had. En dan kun je het feitelijk al aan zien komen dat Jesse<br />
die invloed ook zal gebruiken om de groep tegen jou te keren<br />
wanneer je de confrontatie met hem aangaat. En wanneer dat<br />
eenmaal gebeurd is, is het lastig om dit nog terug te draaien.<br />
Het simpele feit dat Jesse zo veel voor elkaar krijgt, dat hij<br />
anderen concreet en systematisch kan benadelen zonder dat<br />
alleen het hoogst noodzakelijke met haar. Soms stokken de<br />
gesprekken als ze binnenkomt. Liesbeth wordt ook consequent<br />
overgeslagen als er een schaal met koekjes rondgaat. Op het<br />
oog onbelangrijke dingen, maar ze kan er niet meer van slapen<br />
en heeft regelmatig huilbuien. Na een paar weken ‘Koude<br />
Oorlog’ neemt Liesbeth een ingrijpende beslissing. Ze besluit<br />
haar baan op te zeggen en bij een ander ziekenhuis aan de slag<br />
te gaan.<br />
dit hem ooit problemen oplevert, is de eerste aanwijzing dat<br />
je met een vrij behendig manipulator te maken hebt. Dit betekent<br />
automatisch dat de gewone, directe manieren van aansturen<br />
(zoals iemand ergens rechtstreeks op aanspreken om<br />
er samen uit te komen) niet zullen werken. Je moet nadenken<br />
over de stappen die je neemt, en ze echt voorbereiden. Nu weet<br />
ik dat we daar in de drukte van alledag eigenlijk geen tijd voor<br />
hebben. Maar kijk naar de gevolgen ervan als je het niet doet:<br />
Liesbeth heeft uiteindelijk haar baan opgezegd. Als je dit met<br />
een kwartiertje goede voorbereiding kunt voorkomen, is dat<br />
toch echt wel de moeite waard. De volgende stappen zijn dan<br />
van belang.<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 31
Foto: Johannes Abeling<br />
Manipulatie-expert arts / neurobioloog Ronald Siecker.<br />
BRENG DE MANIPULATOR IN KAART<br />
Neem de tijd om op een rij te zetten waar je werkelijk mee te<br />
maken hebt. De meeste manipulatoren hebben zo’n drie of vier<br />
tactieken tot hun beschikking, die ze telkens opnieuw gebruiken.<br />
Bij Jesse zien we: hij charmeert, om de mensen om hem heen<br />
aan hem te binden. Maar zoals veel manipulatoren verandert hij<br />
zijn gedrag abrupt wanneer iemand kritisch op hem is. Dan is hij<br />
intimiderend, en dreigt zelfs. Deze sterke wisseling van houding<br />
zorgt dat zijn collega’s onbewust moeite doen om hem niet boos<br />
te maken. En tot slot splitst hij: zodra iemand een bedreiging<br />
voor hem wordt, zorgt hij dat de rest van de groep zich tegen<br />
diegene keert. Het is gegarandeerd niet de eerste keer dat hij dit<br />
doet. Daarvoor is hij er al veel te goed in. Observeren en een kort<br />
(maar doelgericht) gesprekje met zijn collega’s of een vroegere<br />
leidinggevende had al veel hiervan aan het licht kunnen brengen,<br />
waardoor Liesbeth beter voorbereid was geweest.<br />
VERZAMEL OBJECTIEVE FEITEN<br />
We hebben allemaal zo’n hekel aan administratie en het schrijven<br />
van dossiers. En toch is dat wat in deze situatie je huid redt.<br />
Liesbeth herinnert zich – ongetwijfeld terecht – dat Jesse al eerder<br />
vrij heeft gevraagd voor de begrafenis van zijn lievelingstante.<br />
Maar het is haar woord tegen het zijne, en Jesse heeft meer vertrouwen<br />
van zijn collega’s. Als ze bij zijn eerdere verlofaanvraag<br />
(in één zin, tien seconden werk) de reden van zijn verlofaanvraag<br />
had genoteerd in het dossier, had ze nu zwart-op-wit gehad dat<br />
Jesse twee keer dezelfde reden opgaf. Met als belangrijkste effect<br />
32 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />
dat ze concreet bewijs had kunnen tonen aan de collega’s van<br />
Jesse toe, die haar aanspraken. Daardoor had ze hun kunnen<br />
laten zien dat zíj juist degenen waren die bedrogen werden, en<br />
Liesbeth degene die het voor hen opnam.<br />
PLAN JE TEGENZETTEN<br />
Op welk moment Liesbeth Jesse ook aan had gesproken, hij had<br />
altijd op deze manier gereageerd. Want dat is zijn tactiek. Maar<br />
dat geeft Liesbeth de tijd om haar acties te plannen. Het beste wat<br />
ze had kunnen doen, was zichzelf de tijd geven om het concrete<br />
bewijs, dat ik net noemde, te verzamelen. Desnoods nu beginnen<br />
met dossieropbouw en wachten op volgende verzuimmeldingen –<br />
die er zeker zouden komen – om goede documentatie te krijgen.<br />
Dit bewijs is de sleutelfactor. Want dit kan gebruikt worden om<br />
het eigen draagvlak onder de collega’s te vergroten. Denk nooit<br />
dat dit vanzelf gaat. Jesse is actief bezig mensen in zijn kamp te<br />
trekken; en Liesbeth zou net zo actief hetzelfde hebben moeten<br />
doen. Maar zij hoeft lang niet iedereen te overtuigen. In de praktijk<br />
zijn zelfs één of twee medestanders al voldoende om het front<br />
dat Jesse vormt te doorbreken en de situatie op de afdeling veel<br />
gunstiger te houden.<br />
NEEM FORMELE STAPPEN<br />
En tot slot: met concreet bewijs kunnen ook ‘hogere machten’<br />
worden ingeschakeld, zoals P&O of het management. Als Jesse<br />
aantoonbaar fraudeert met zijn afwezigheid, en zich daarnaast<br />
ook nog intimiderend opstelt (en er zijn één of twee getuigen<br />
die Liesbeth steunen en dit bevestigen), dan kunnen er formele<br />
stappen worden genomen. En omdat een manipulator zich vaak<br />
niet thuis voelt in een situatie die hij niet meer helemaal onder<br />
controle heeft, zou het dan eerder Jesse zijn geweest die ervoor<br />
had gekozen om zijn baan op te zeggen. Al zou hij natuurlijk tot<br />
het laatst toe hebben volgehouden dat het niet aan hem lag en dat<br />
hij een onschuldig slachtoffer was – want dat is nu eenmaal zijn<br />
tactiek en daar zal hij nooit van afwijken. ■<br />
MANIPULATIE<br />
Van marionet tot regisseur<br />
Auteur: Ronald Siecker<br />
Uitgeverij: Y-Publicaties<br />
ISBN: 9789086961535<br />
Prijs: € 29,95<br />
Ronald Siecker schreef eerder de boeken Signalen en valkuilen: Inzicht in<br />
psychische handicaps (9789087170035) en ‘Ik heb een tijdbom in mijn<br />
hoofd’: Werken met psychisch gehandicapten (9789087170042).
Veiligheid garanderen in een multifactorieel proces<br />
De <strong>OK</strong> als luchthaven<br />
Als <strong>OK</strong>-manager wilt u nummer één<br />
zijn en blijven voor al uw stakeholders.<br />
Een ambitie die u deelt met luchthaven<br />
Schiphol, net zoals de <strong>OK</strong> een locatie<br />
waar verschillende partijen de meest<br />
risicovolle en multifactoriële processen<br />
moeten stroomlijnen om integrale<br />
veiligheid te kunnen garanderen. Het<br />
Albert Schweitzer ziekenhuis, winnaar van<br />
de Patiëntveiligheid Award 2011, bezocht<br />
de luchthaven op zoek naar crosslinks en<br />
ideeën. Tekst: VMS Zorg | FOTO’S: SHUTTERSTOCK<br />
Schiphol heeft de ambitie ‘Europe’s preferred airport te zijn<br />
en te blijven voor al zijn stakeholders’. Met de doelstelling<br />
preferred te zijn koppelt het bedrijf zijn ambitie<br />
direct aan kwaliteit in de vorm van vijf Schipholkernwaarden:<br />
betrouwbaar, efficiënt, duurzaam, inspirerend en gastvrij. In<br />
de bedrijfsvoering van Schiphol wordt veiligheid aan betrouwbaarheid<br />
gekoppeld. In het overkoepelende Veiligheidsplatform<br />
Schiphol werkt Schiphol samen met alle bedrijven die<br />
een directe rol hebben in het luchtvaartproces van veiligheid.<br />
Het platform maakt een doorvertaling naar alle medewerkers<br />
die betrokken zijn bij de processen, van het landen tot het<br />
opstijgen van een vliegtuig.<br />
In de zorg wordt kwaliteit vaak opgedeeld in vergelijkbare<br />
waarden: effectiviteit, tijdigheid, efficiëntie, gelijkheid, patiëntoriëntatie<br />
en veiligheid (‘Crossing the Quality Chasm’, Institute<br />
Of Medicine). Intensivist Ralph So: ‘In het Albert Schweitzer<br />
ziekenhuis hebben we uiteraard ook organisatiebrede waarden,<br />
zoals klantgerichtheid, samenwerking en professionaliteit. In<br />
het kwaliteitsbeleid zijn de dimensies, waaronder veiligheid,<br />
verder uitgewerkt. Opmerkelijk is dat Schiphol veiligheid niet<br />
meer opneemt als een kernwaarde omdat het een algemeen gedachtegoed<br />
is. Daaruit blijkt dat het een stuk verder is dan wij.’<br />
Het ziekenhuis staat nog aan het begin, constateert So. ‘Dat<br />
hoeven wij onszelf niet te verwijten. De luchtvaart en andere<br />
hoogrisico-industrieën laten zien dat er gemiddeld vijf jaar nodig<br />
is om naar een volgende (cultuur)fase te komen. Ik zie dat de aanspreekcultuur<br />
al anders is geworden. Zo’n tien jaar geleden was<br />
het ondenkbaar dat de medische staf zou werken met individuele<br />
functioneringsgesprekken. Nu melden hele maatschappen zich<br />
vrijwillig aan voor het appraisal and assessment-traject.’<br />
GEEN CONCURRENTIE ROND VEILIGHEID<br />
‘Wanneer een vliegtuig Schiphol nadert, staan meerdere partijen<br />
klaar om iets met dat vliegtuig te doen’, vertelt programmamanager<br />
van het Veiligheidsplatform Schiphol (VpS) Fauzia Aouden.<br />
‘Dat lijkt op een patiënt die geopereerd moet worden en die het<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 33
ziekenhuis doorloopt van opname tot ontslag. Het volbrengen van<br />
een dergelijk multifactorieel proces en het neerzetten van een<br />
klantgeoriënteerd proces is en blijft een behoorlijke uitdaging.<br />
Zeker als elk betrokken bedrijf behalve het gezamenlijk belang<br />
ook nog een eigen bedrijfsbelang heeft. Het is een proces dat om<br />
regie maar vooral ook om samenwerking vraagt. Samenwerking<br />
tussen alle partijen die betrokken zijn in het reisproces en waarbij<br />
“klantdenken” en de “win-wingedachte” centraal staan.’<br />
‘Heel herkenbaar’, vindt Ralph So. ‘De zorg wordt steeds complexer.<br />
Technische ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller<br />
op, waardoor je ook ziet dat professionals steeds specifieker opgeleid<br />
zijn. Daarnaast zie je een “taakherschikking” plaatsvinden,<br />
waarbij taken worden opgedeeld en verdeeld. Per saldo heb je<br />
dus meer mensen nodig om de zorg te kunnen bieden. Wanneer<br />
je dan in de van oudsher bekende “silo’s” blijft denken – dus<br />
alleen binnen je eigen teams of afdelingen praat – gaat het mis.<br />
Betere resultaten op je eigen stuk behaal je niet alleen met harder<br />
werken en meer scholing. Op een gegeven moment bereik je een<br />
grens. Je kunt simpelweg niet alle kennis alleen opdoen en de<br />
zorg in je eentje aanbieden. Je ontkomt gewoon niet aan multidisciplinaire<br />
samenwerking.’<br />
Fauzia Aouden: ‘Ook bij Schiphol zijn de partijen op interfaces<br />
van elkaar afhankelijk. Daardoor zien ze de voordelen van<br />
samenwerking. Bovendien voelen ze ook hier de druk van buitenaf.<br />
Op het gebied van veiligheid spreken de partijen heel<br />
open over incidenten en hebben ze met elkaar afgesproken op<br />
dit onderwerp geen concurrentie te kennen. Zo zijn<br />
er randvoorwaarden als geheimhoudingsverklaringen<br />
en is sinds de oprichting van het VpS in 2003<br />
een vertrouwensband ontstaan. Die vormt het<br />
fundament onder deze open besprekingen<br />
gericht op het verbeteren van de veiligheid.’<br />
34 <strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012<br />
INDIVIDUELE WINST DOOR SAMENWERKING<br />
Het VpS streeft naar integrale veiligheid door de processen te<br />
beheersen en continu te verbeteren, maar de eigen verantwoordelijkheid<br />
van de bedrijven te behouden. De ondertekende VpSbeleidsverklaring<br />
vormt de grondslag van het VpS, maar commitment<br />
blijkt tevens uit de investering van tijd, middelen en geld<br />
van de bedrijven. Deelname aan het VpS is vrijwillig maar niet<br />
vrijblijvend. De partijen in het VpS streven naar het delen van<br />
incidenten en knowhow, gezamenlijke analyses van voorvallen en<br />
draagvlak voor maatregelen.<br />
‘De partijen zijn vooral op een collectieve aanpak gebrand omdat<br />
ze zich realiseren deze concrete resultaten individueel niet te<br />
kunnen behalen’, vertelt Fauzia Aouden. ‘Elke partij haalt voor<br />
zichzelf winst uit dit samenwerkingsverband. Concrete winst<br />
wordt onder meer geboekt met het lopen van veiligheidsrondes<br />
door managers binnen elkaars bedrijf. Elk bedrijf heeft eigen<br />
kwaliteits- en veiligheidseisen, maar wanneer managers van<br />
achter hun bureau in het primaire proces worden gezet, geeft dat<br />
veel inzicht in risico’s. Ook het gezamenlijk houden van prospectieve<br />
risico-inventarisaties levert veel inzichten op. Een gedegen<br />
methodiek hiervoor is in (gezamenlijke) ontwikkeling.’<br />
CONCENTRATIE VS. DECENTRALISATIE<br />
‘Ik denk dat de afdeling Kwaliteit in veel ziekenhuizen een centrale<br />
rol speelt bij het formuleren van veiligheidsbeleid en het monitoren<br />
ervan’, vertelt intensivist So. ‘Het magische woord voor een<br />
succesvolle veiligheidsaanpak is echter “regievoering”. Dit houdt<br />
in dat het iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid behoudt.’<br />
In het Albert Schweitzer ziekenhuis voeren de raad van bestuur<br />
en de medische staf centraal de coördinatie op het kwaliteits-<br />
en veiligheidsbeleid, met de VAR [Verpleegkundige<br />
Adviesraad, red.] in een sterke adviserende rol. Daaronder<br />
valt per ‘resultaatverantwoordelijke eenheid’ het<br />
duale management van een medisch manager<br />
en bedrijfsleider. So: ‘Op die manier
lijven de verantwoordelijkheden in de lijn liggen. Het is hun<br />
eigen verantwoordelijkheid middels een plan-controlcyclus de<br />
vooruitgang op het gebied van veiligheid centraal aan te geven<br />
bij de raad van bestuur. Resultaten worden bijgehouden op<br />
een “balanced zorg card”, een onlangs ingevoerde en uitgeteste<br />
managementtool voor een ziekenhuisbrede verslaglegging.<br />
Geheel vrijblijvend is het dus niet.’<br />
Dat veel ziekenhuizen kwaliteit vooral centraal regelen, begrijpt<br />
So wel. ‘Dat werkt toch het snelst. Bovendien heb je te<br />
maken met strategische keuzen, zoals de concentratie van zorg<br />
die op gang is gekomen. Je kunt niet voor elke klus overal 24/7<br />
mensen klaar hebben staan. Toch blijft de vraag hoe je hierbij<br />
goede basiszorg kunt blijven leveren. Je kunt de zorg wel concentreren,<br />
maar acuut zieke mensen zul je door heel Nederland<br />
blijven vinden. Dat alle zorgverleners dan goede zorg kunnen<br />
leveren, is een must. Dit houdt ook in dat veiligheid een integraal<br />
onderdeel is van hun eigen werk en dat het veiligheidsdenken<br />
dus gedecentraliseerd is.’<br />
NADENKEN OVER VERANTWOORDELIJKHEID<br />
Het VpS focust behalve op samenwerken en concrete veiligheidsresultaten<br />
(zoals bird control) ook continu op safety awareness.<br />
Programmamanager Aouden: ‘Het is belangrijk dat<br />
medewerkers zelf nadenken over hun verantwoordelijkheid om<br />
doelen te bereiken en dat ze waarden voor zichzelf invullen:<br />
wat versta ik onder veilig werken? En welke bijdrage kan ik zelf<br />
leveren?’ So: ‘Ook in het ziekenhuis is dat een wezenlijke vraag.<br />
Veel collega’s denken bij veiligheid vooral aan de uitkomstmaat.<br />
Maar het is even belangrijk om de protocollen op orde te hebben,<br />
visitaties te houden en heldere taken en bevoegdheden te<br />
formuleren. Je moet veiligheid breder trekken.’<br />
Het VpS gaat verder dan het stellen van vragen, het faciliteert<br />
ook. Programmamanager Aouden: ‘Als er geen concrete activiteiten<br />
van medewerkers volgen en geen randvoorwaarden<br />
worden gecreëerd vanuit het VpS, blijft het immers bij een<br />
mooie droom. Bovendien faciliteert het VpS<br />
wel, maar blijft veiligheid toch een lijnverantwoordelijkheid.’<br />
Niettemin kennen ze bij het VpS maar al te<br />
goed de dilemma’s van elkaar wel/niet aanspreken<br />
op de werkvloer en wel/niet straffen<br />
na een incident. ‘Ook op de luchthaven is het<br />
verleidelijk om na een incident te roepen: “Wie<br />
Wanneer een vliegtuig Schiphol nadert, staan<br />
meerdere partijen klaar om iets met dat vliegtuig<br />
te doen. Dat lijkt op een patiënt die geopereerd<br />
moet worden en die het ziekenhuis doorloopt van<br />
opname tot ontslag.<br />
was dat? Die kop gaat rollen.” Het blijft een eerste reactie. Men<br />
stapt er heel snel overheen. We weten uit onderzoek dat straffen<br />
contraproductief werkt. Vandaar ook dat het thema van het<br />
Safety Event vorig jaar luidde: leren is veiliger dan straffen.’<br />
GESPANNEN KLANTEN, ONVEILIGE SITUATIES<br />
Bij het nastreven van de ambitie Europe’s preferred airport te<br />
zijn past tenslotte ook een extern gerichte cultuur die zich<br />
tot doel stelt de verwachtingen van de klant en de omgeving<br />
te vervullen of zelfs te overtreffen. De klant bepaalt immers<br />
of de luchthaven werkelijk preferred is. Bij het beheersen van<br />
de beleving en directe ervaring die klanten hebben als zij via<br />
Schiphol reizen of met Schiphol zakendoen, speelt gastvrijheid<br />
een essentiële rol. Gastvrijheid houdt in dat er aandacht is voor<br />
de belevingswereld van de klanten. Dat zij het gevoel hebben<br />
welkom te zijn en dat er op hen wordt gelet. Alleen hiermee<br />
kan de gespannenheid en de angst die reizigers voelen worden<br />
weggenomen; gespannenheid en angst door een gebrek aan<br />
controle over het proces of onbekendheid met de locatie of het<br />
eindresultaat: ‘komen ook mijn koffers veilig aan?’.<br />
Gespannenheid kan er ook zijn bij patiënten die het ziekenhuis<br />
bezoeken. Het Albert Schweitzer ziekenhuis probeert het ondanks<br />
de situatie toch aangenamer te maken voor de patiënt. So geeft de<br />
komst van een ‘slaap-waakcentrum’ als voorbeeld. ‘Patiënten met<br />
slaapproblemen kunnen alle onderzoeken nu in één of twee dagen<br />
ondergaan en met een multidisciplinair opgesteld plan naar<br />
huis, in plaats van meerdere keren terug te moeten komen voor<br />
gefragmenteerde informatie. Naast het gemak voor de patiënt,<br />
brengt het gestroomlijnde zorgproces ook minder risico’s van<br />
overdrachts- en communicatieproblemen met zich mee.’<br />
Dat spanning ook effect kan hebben op de bijdrage die de<br />
reizigers zelf kunnen leveren aan veiligheid, realiseert Schiphol<br />
zich. ‘Spanning om het reizen en onbekendheid met de luchthaven<br />
kunnen tot gevolg hebben dat ze niet goed meer kunnen<br />
opletten’, vertelde president-directeur Jos Nijhuis van Schiphol<br />
Group tijdens het Jeroen Bosch Symposium in juni 2011. ‘Ze lezen<br />
de borden minder goed, volgen instructies minder goed op. Daar<br />
houden wij rekening mee: wij proberen reizigers vanaf thuis al<br />
goed te informeren, zodat zij kunnen anticiperen op het vinden<br />
van de beste parkeerplek, looproutes kunnen bekijken, vooraf<br />
kunnen inchecken en de tijd kunnen inschatten die het kost om<br />
bij de gate aan te komen. Hierdoor voorkomen wij veel ongewenste<br />
situaties.’ ■<br />
PATIËNTVEILIGHEID AWARD 2012<br />
Kans maken? Kijk op www.vmszorg.nl voor de voorwaarden.<br />
Initiatieven inzenden kan tot 31 augustus 2012.<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT JULI 2012 35
Spaarne Ziekenhuis vergroot patiëntveiligheid en bespaart<br />
kosten<br />
Per stuk steriel verpakte<br />
schroeven en platen<br />
Het Spaarne Ziekenhuis<br />
heeft per stuk steriel<br />
verpakte schroeven en<br />
platen geïntroduceerd. Doel<br />
is de patiëntveiligheid te<br />
vergroten en kosten te<br />
besparen.<br />
TEKST: PAULIEN VAN LANGE<br />
FOTO’S: WIL WOERTMAN<br />
De laatste jaren is er veel veranderd<br />
op de <strong>OK</strong>. Alle procedures<br />
zijn aangescherpt, en vooral patiëntveiligheid<br />
en zorgkwaliteit staan<br />
hoog in het vaandel. De Inspectie voor de<br />
Gezondheidszorg (IGZ) en de verzekeraars<br />
besteden hier veel aandacht aan. Ook aan<br />
de traceerbaarheid van implantaten worden<br />
steeds strengere eisen gesteld. Een<br />
reden voor de operatiekamerafdeling van<br />
het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp om<br />
over te gaan op per stuk steriel verpakte<br />
schroeven en platen, een noviteit in Nederland.<br />
Dit kwam ook tegemoet aan de<br />
wens van de traumatologen om te allen<br />
tijde hoekstabiele fractuurbehandeling te<br />
kunnen aanbieden naast de conventionele<br />
techniek. Daarvoor moest het bestaande<br />
assortiment AO-instrumentarium worden<br />
uitgebreid en moesten de implantaten<br />
36 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
sowieso worden vervangen. Carolien Kuijs<br />
en Mary Melchior, operatieassistenten in<br />
het Spaarne Ziekenhuis, waren betrokken<br />
bij de implementatie van deze nieuwe<br />
werkwijze.<br />
Kwestie van tijd<br />
‘In Schotland zijn per stuk steriel verpakte<br />
schroeven en platen al enkele jaren<br />
verplicht’, weet Kuijs. ‘En in Engeland is al<br />
60 procent van de ziekenhuizen over op<br />
deze werkwijze. Hier spreekt de politiek<br />
ook al over gecodeerde, per stuk verpakte<br />
materialen. Het lijkt ons een kwestie van<br />
tijd voordat deze in de Nederlandse ziekenhuizen<br />
ook verplicht worden. Vooruitlopend<br />
op wettelijke richtlijnen hebben<br />
we daarom alles al omgezet naar per stuk<br />
steriel verpakte schroeven en platen.’<br />
Hoe draagt deze manier van werken bij<br />
aan de veiligheid voor de patiënt? ‘Bij de<br />
oude werkwijze werden alle implantaten<br />
na de operatie schoongemaakt’, vertelt<br />
Melchior. ‘Wanneer implantaten dit jarenlang<br />
ondergaan, resulteert dat in microbeschadigingen<br />
van de implantaten. Dat is<br />
met de per stuk en steriel verpakte materialen<br />
verleden tijd.’ De materialen hebben<br />
zelfs een houdbaarheid van tien jaar,<br />
een lotnummer en een barcode, en zijn<br />
dus per patiënt altijd traceerbaar.’<br />
De nieuwe werkwijze bespaart ook kosten.<br />
Mary Melchior legt uit: ‘Voorheen<br />
moest je van weinig gebruikte implantaten<br />
per set alle bijzondere maten drie tot<br />
vier keer op voorraad hebben, want ze<br />
waren een aantal uren niet beschikbaar<br />
in verband met wassen en steriliseren.<br />
Nu volstaat een kleine voorraad. Ook<br />
hoeven we minder vaak instrumentenen<br />
implantatensets te huren omdat we<br />
een breder assortiment platen op voorraad<br />
hebben. Het instrumentarium is al<br />
in ons bezit. Eventueel kunnen we via<br />
een zichtorder afwijkende implantaten<br />
bestellen.’<br />
Kleurcodes<br />
De orthopedisch en chirurgisch traumatologen,<br />
de inkoopafdeling, de specialismeoudsten<br />
traumatologie, de centrale sterilisatieafdeling<br />
en de leiding van de <strong>OK</strong> hebben<br />
in dit project samengewerkt. Gezamenlijk<br />
hebben ze in één jaar tijd alle<br />
wensen, mogelijkheden en te verwachte<br />
problemen in kaart gebracht. Daarnaast<br />
heeft een afvaardiging van de projectgroep<br />
met leverancier Synthes een bezoek<br />
gebracht aan het Elliot Hospital in Manchester,<br />
waar al met per stuk steriel verpakte<br />
schroeven en platen wordt gewerkt.<br />
Kuijs: ‘Na dit bezoek waren we overtuigd<br />
van de haalbaarheid.’<br />
Het lastigste was het bepalen van de voorraad<br />
en hoeveelheden hiervan. Leidend in<br />
het vaststellen was een overzicht van het<br />
verbruik van de voorafgaande twee jaar.<br />
‘Ook hebben we gekeken hoeveel ruimte<br />
de implantaten in het steriele magazijn<br />
van het Elliot Hospital innamen. Dit was<br />
vooraf niet goed in te schatten’, vertelt<br />
Kuijs.<br />
In Manchester werken ze met kleurcodes.<br />
Dat maakt het onderscheid tussen verschil-
Operatieassistenten Mary Melchior en Carolien Kuijs in de steriele ruimte waar de materialen liggen.<br />
lende schroeven en implantaten makkelijker.<br />
Die kleurcodering heeft het Spaarne<br />
Ziekenhuis overgenomen. Op een poster<br />
staat een skelet afgebeeld. De implantaten,<br />
gebruikt op verschillende ledematen,<br />
staan hier in diverse kleuren weergegeven.<br />
Gedegen voorbereiding<br />
De grootste uitdaging van het project was<br />
draagvlak creëren voor de nieuwe werkwijze.<br />
‘Het slagen ervan was afhankelijk<br />
van collega’s en operateurs. Hun enthousiasme<br />
en begrip voor kwaliteitsverbetering<br />
heeft geleid tot het welslagen van dit<br />
project’, vertelt Melchior terugkijkend op<br />
de afgelopen periode.<br />
Een gedegen voorbereiding en voorlichting<br />
is essentieel geweest, constateert ze.<br />
‘Maar de implementatie is zonder problemen<br />
verlopen. Presentaties en workshops<br />
door de leverancier aan alle operatieassistenten,<br />
chirurgieassistenten en specialisten<br />
hebben hierbij geholpen. Het omzet-<br />
ten naar steriele implantaten en het aanpassen<br />
van instrumentennetten hebben<br />
we op één dag met behulp van veel medewerkers<br />
en ondersteuning van de firma<br />
gerealiseerd.’<br />
De praktijk<br />
De nieuwe werkwijze is inmiddels geïmplementeerd.<br />
Hoe bevalt deze in de praktijk?<br />
Kuijs: ‘De grootste verandering is dat<br />
de operateur goed op de hoogte moet zijn<br />
van het assortiment. Voor de operatie<br />
moet hij aangeven welk implantaat hij<br />
gaat gebruiken, omdat er geen set met<br />
alle maten en vormen meer voorradig is.<br />
Ter verduidelijking hangen aan alle bakken<br />
met implantaten kaarten met voorbeelden<br />
hiervan. Aan de instrumentensets<br />
zijn linialen toegevoegd om de lengte van<br />
een plaat te bepalen.’<br />
Het Spaarne Ziekenhuis is nu bezig met<br />
implementatie van een digitaal preoperatief<br />
planningssysteem. Binnenkort kunnen<br />
de implantaten voorafgaand aan de operatie<br />
gemeten worden op de röntgenfoto’s.<br />
Er blijven zaken voor verbetering vatbaar.<br />
‘De verpakkingen bijvoorbeeld’, vertelt<br />
Carolien Kuijs. ‘Dit zijn kartonnen doosjes.<br />
Hierdoor zie je niet wat erin zit, en<br />
dat bleek tijdens het werken voor onduidelijkheid<br />
te zorgen. Dit hebben we aangegeven<br />
bij de leverancier. Deze is nu<br />
bezig met het aanpassen van de verpakkingen;<br />
die worden transparant. Ontwikkelingen<br />
hierin zijn samen gedaan.<br />
Ook de etikettering op de verpakking is<br />
aangepast op ons verzoek. Zo staat er nu<br />
bijvoorbeeld een duidelijke links-/rechtsvermelding<br />
op.’<br />
Het Spaarne Ziekenhuis is het eerste ziekenhuis<br />
in Nederland dat volgens deze<br />
methode werkt. Inmiddels zijn er collega’s<br />
uit andere ziekenhuizen komen kijken.<br />
De reacties zijn vooralsnog positief,<br />
en meerdere ziekenhuizen hebben besloten<br />
over te stappen.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 37
Tekst: Menno Goosen<br />
38 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012<br />
Kwaliteit en veiligheid in<br />
patiëntenzorg<br />
Auteurs: H. Wollersheim, P.J.M.<br />
Bakker, A.B. Bijnen,<br />
D.J. Gouma en C. Wagner<br />
Uitgeverij: Bohn Stafleu van<br />
Loghum<br />
ISBN: 9789031382354<br />
Prijs: € 41,95<br />
Opleidingen in de gezondheidszorg<br />
besteden in toenemende mate aandacht aan<br />
kwaliteitsverbetering en het voorkomen van onveiligheid<br />
in de patiëntenzorg. Kwaliteit en veiligheid<br />
hebben immers een hoge prioriteit. Maar wat betekent<br />
het precies om op een transparante wijze kwalitatief<br />
goede en veilige zorg te leveren? Welke rol<br />
speelt de zorgorganisatie, en hoe kan de arts of verpleegkundige<br />
individueel aan veilige patiëntenzorg<br />
bijdragen? Hoe worden calamiteiten voorkomen?<br />
Maar ook: hoe om te gaan met een gemaakte fout en<br />
hoe daarvan te leren? In dit boek wordt verhelderd<br />
wat kwaliteit van zorg is en wat voorwaarden zijn<br />
voor kwaliteitsverbetering.<br />
Diagnose diabetes 2025<br />
Over de toekomst van de Nederlandse<br />
diabeteszorg<br />
Auteurs: Philip Idenburg, Michel<br />
van Schaik en Inge de Weerdt<br />
Uitgeverij: Scriptum<br />
ISBN: 9789055940448<br />
Prijs: € 35,00<br />
Volgens schattingen zal het aantal Nederlandse<br />
diabetici in 2025 toegenomen zijn tot 1,4 miljoen,<br />
oftewel 8,4 procent van de bevolking. De zorgkosten<br />
die hiermee gemoeid zijn zullen stijgen tot 4,3 miljard<br />
euro. Los van de financiële consequenties zijn<br />
er uiteraard de nodige medische gevolgen: denk aan<br />
diabetische retinopathie, hart- en vaatziekten, diabetische<br />
nefropathie, voetklachten (met in het ergste<br />
geval amputatie), neuropathie, gastroparese,<br />
gewrichtsklachten en ontstekingen. Dit rijk geïllustreerde<br />
boek gaat over de toekomst van de diabeteszorg<br />
en -preventie in Nederland.<br />
De Martini-atlas van de<br />
anatomie<br />
Auteur: Frederic H. Martini<br />
Uitgeverij: Pearson Education<br />
ISBN: 9789043021647<br />
Prijs: € 40,95<br />
De Martini-atlas van de anatomie geeft<br />
een full colour overzicht van de menselijke<br />
anatomie. Aan de hand van 194 foto’s en 53 radiologische<br />
scans wordt de bouw van het menselijk lichaam<br />
op zeer visuele wijze weergegeven. Daarnaast maakt het<br />
boek de menselijke embryologie inzichtelijk, met illustraties<br />
en beschrijvingen van de verschillende ontwikkelingsstadia<br />
van het embryo. Frederic Martini werkt aan de<br />
universiteit van Hawaï (Hilo en Manoa) en het Shoals Marine<br />
Laboratory. Dit boek is bewerkt voor de Nederlandstalige<br />
markt door Ingrid Kerckaert van de Universiteit<br />
Gent.<br />
Snelle interpretatie van<br />
ECG’s<br />
Een nieuwe benadering<br />
van het lezen van<br />
elektrocardiogrammen<br />
Auteur: Dale Dubin<br />
Uitgeverij: Reed Business<br />
ISBN: 9789035232198<br />
Prijs: € 36,00<br />
Het elektrocardiogram is bij de diagnose en de behandeling<br />
van hartafwijkingen een belangrijk hulpmiddel.<br />
Doordat er zo veel ECG’s worden gemaakt,<br />
kan het idee ontstaan dat het beoordelen ervan<br />
‘even’ kan worden geleerd. Toch is dit niet het geval:<br />
elk ecg is uniek. Het is dan ook nodig te weten hoe<br />
het ecg ontstaat om tot een verantwoorde conclusie<br />
te komen. Rapid Interpretation of EKG’s, waarvan dit<br />
boek de Nederlandse vertaling is, wordt al meer dan<br />
35 jaar internationaal op grote schaal verkocht en<br />
gebruikt in 46 talen. De Rotterdamse cardioloog Jaap<br />
Deckers heeft het boek aangepast aan de Nederlandse<br />
situatie.<br />
‘Boeken’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden<br />
en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar:<br />
<strong>OK</strong> Operationeel, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam.
COLOFON<br />
<strong>OK</strong> Operationeel is hét vakblad voor operatieassistenten,<br />
anesthesiemedewerkers en leidinggevenden van operatieafdelingen.<br />
Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij<br />
Y-Publicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke<br />
Vereniging van Operatieassistenten) en de NVLO (Nederlandse<br />
Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling.<br />
<strong>OK</strong> Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is<br />
8.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle<br />
LVO- en NVLO-leden. Verdere verspreiding vindt plaats onder<br />
alle <strong>OK</strong>-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen, particuliere<br />
klinieken en opleidingscentra.<br />
Redactie<br />
Bladmanager: Menno Goosen: okoperationeel@y-publicaties.nl<br />
Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder:<br />
penningmeester@lvo.nl/040-253 89 21<br />
Redactiecoördinatoren NVLO: Jeannette Ronchetti en<br />
Marianne van Dongen: okmanagement@y-publicaties.nl<br />
Kopij of vragen voor <strong>OK</strong> Operationeel kunt u sturen naar alle<br />
genoemde e-mailadressen.<br />
Uitgeverij<br />
Y-Publicaties<br />
Postbus 10208<br />
1001 EE Amsterdam<br />
Telefoon: 020-520 60 77<br />
E-mail: info@y-publicaties.nl<br />
www.y-publicaties.nl<br />
Kijk ook op onze website www.oknieuws.nl<br />
Uitgever: Ralf Beekveldt<br />
Bladmanager: Menno Goosen: m.goosen@y-publicaties.nl<br />
Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los,<br />
Astrid van Pelt, Linda van Pelt<br />
Beeldredactie: Menno Goosen<br />
Eindredactie: Marloes van Hoorn<br />
Fotografen: Johannes Abeling, Jos Heijnen, Eric van<br />
Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp<br />
Tekstcorrectie: Marijn Mostart<br />
Lay-out: Thomson Digital<br />
Opmaakbegeleiding: Hans Jansens (Impaginator.nl)<br />
Druk: BalMedia<br />
Advertenties:<br />
Cross Advertising<br />
Westerkade 2<br />
3116 GJ Schiedam<br />
Telefoon: 010-7421023<br />
E-mail: gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />
Web: www.crossmedianederland.com<br />
Abonnementen:<br />
Voor abonnementen, vragen over het abonnement of<br />
adreswijzigingen:<br />
SP Abonneeservice.<br />
Postbus 105<br />
2400 AC Alphen a/d Rijn<br />
Telefoon: 0172-476085<br />
E-mail: info@spabonneeservice.nl<br />
Toezending van <strong>OK</strong> Operationeel is voor LVO- en NVLO-leden<br />
onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de<br />
volgende abonnementsprijzen:<br />
Jaarabonnement: € 59,50<br />
Losse nummers: € 8,50<br />
Abonnementen buiten Nederland: € 75<br />
Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.<br />
Prijswijzigingen voorbehouden.<br />
Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk<br />
twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij<br />
niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch<br />
met een jaar verlengd.<br />
© 2012 <strong>OK</strong> Operationeel<br />
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder<br />
schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming<br />
van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor<br />
informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen,<br />
aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid.<br />
Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen<br />
gegevens houden zij zich aanbevolen.<br />
ISSN 1872-6712<br />
Vingerwijzen<br />
De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de inzet van buitenlandse (lees: Indiase)<br />
operatieassistenten. Op 22 maart heeft zij de brief met het resultaat daarvan gepubliceerd<br />
(www.igz.nl). Negen ziekenhuizen heeft de inspectie bezocht en één ziekenhuis<br />
aangeschreven na serieuze signalen van operatieassistenten in de LVO-enquête uit<br />
2011 dat de patiëntveiligheid in het geding zou zijn.<br />
Wat bleek: ziekenhuizen hadden goede maatregelen genomen om te voorkomen dat<br />
zaken mis zouden gaan. Hoewel deze operatieassistenten waren aangekondigd als<br />
hoogopgeleide collega’s, bleken zij in werkelijkheid qua kennis en vaardigheden niet<br />
verder te zijn dan het niveau van een Nederlandse leerling-operatieassistent. Er werden<br />
intensieve begeleidingsprogramma’s ontwikkeld, inclusief taal- en communicatiecursussen,<br />
om deze mensen naar het gewenste niveau te brengen. Dat lukte niet in alle<br />
gevallen, waardoor sommige operatieassistenten voortijdig terugkeerden naar India.<br />
Uiteindelijk waren de meeste ziekenhuizen (lees: leiding en collega’s) tevreden over het<br />
bereikte niveau van de Indiase operatieassistenten.<br />
De alarmerende reacties uit de enquête – zoals achterblijven van gazen en verkeerd<br />
labelen van weefselpotjes voor onderzoek – werden niet bevestigd tijdens het inspectieonderzoek.<br />
Ook waren er geen VIM-meldingen over bekend. Wel is tijdens de bezoeken<br />
aangegeven dat fouten mogelijk waren geweest als er geen directe supervisie had<br />
plaatsgevonden. Wellicht is dat ook bedoeld in de enquête.<br />
Veel ziekenhuizen hebben aangegeven dit intensieve traject een volgende keer niet<br />
meer te zullen uitvoeren. Mogelijk is dat ook ingegeven door de ingestelde overheidssubsidie<br />
voor op te leiden operatieassistenten.<br />
In de gesprekken bleek ook dat de begeleiding van de Indiase collega’s een flinke wissel<br />
heeft getrokken op de Nederlandse collega’s. En ondanks dat de Indiase collega’s niet<br />
op hetzelfde niveau werkten als de Nederlandse collega’s, verdienden zij hetzelfde of<br />
meer. Het is best mogelijk dat de verhoogde werkdruk én de beloningsverhouding de<br />
enquête hebben gevoed met negatieve berichten en de beeldvorming hebben beïnvloed.<br />
Op sommige operatieafdelingen heeft de leiding actief moeten ingrijpen om te<br />
voorkomen dat de collegiale verhoudingen werden verstoord. Veel Indiase operatieassistenten<br />
gaven aan dat zij flink last hebben gehad van de negatieve beeldvorming<br />
die rond hun functioneren is ontstaan.<br />
De les die uit deze zaak kan worden getrokken, is dat ziekenhuizen een betere analyse<br />
zouden kunnen maken van de kosten en baten van werknemers uit het buitenland met<br />
wie weinig ervaring bestaat. Verder is er een rol voor de LVO weggelegd om te evalueren<br />
hoe zij is omgegaan met signalen van onvrede uit de beroepsgroep.<br />
Ed Schoemaker<br />
Projectleider Toezicht Operatief Proces<br />
E-mail: top@igz.nl<br />
Twitter: @TOPigz<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL JULI 2012 39
TALENTER ECHTE PROFESSIONALS IN<br />
ZORG, WERK EN INKOMEN<br />
<br />
Beschik jij over de juiste instrumenten om<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
MAQUET Netherlands B.V. gevestigd in Hilversum is een professionele handelsonderneming en telt 54 medewerkers. MAQUET<br />
is onderdeel van de wereldwijd opererende en beursgenoteerde Zweedse Getinge groep. MAQUET houdt zich in de Nederlandse<br />
markt bezig met de inrichting van operatiekamers, intensive care, spoedeisende hulp, onderzoeksruimten en poliklinieken. In onze<br />
branche zijn wij marktleider en wij verkopen hoogwaardige<br />
kwaliteitsproducten.<br />
Je wilt overstappen naar de commercie, maar je hart ligt ook bij de zorg. Deze job biedt je beiden.<br />
APPLICATIESPECIALIST MEDISCHE APPARATUUR m/v<br />
Functie-informatie:<br />
Na een gedegen inwerkperiode wordt jouw belangrijkste aandachtsgebied het aangaan en onderhouden van langdurige<br />
klantcontacten binnen jouw werkgebied in samenwerking met onze Accountmanager. Je inventariseert behoeften en<br />
biedt oplossingen, passend binnen de mogelijkheden in jouw vakgebied en de wensen van de klant. Je weet klanten<br />
te enthousiasmeren door gedegen adviezen te geven over onze concepten, producten en productontwikkelingen. Zo<br />
ben je verantwoordelijk voor de begeleiding van offertes en orders naar bestellingen en leveringen, het organiseren en<br />
begeleiden van demo’s, proefplaatsingen en opleveringen en het trainen van in-en externe klanten over onze producten.<br />
Functie-eisen:<br />
afgeronde opleiding op HBO-niveau, als Operatieassistent, ook als je nog aan het begin van je loopbaan staat;<br />
een relatiemanager met een servicegerichte houding, die met diverse klanttypes op wisselende niveaus weet te<br />
communiceren;<br />
verder ben je bovenal een enthousiaste teamspeler, maar zijn zelfstandigheid en creativiteit je ook niet vreemd.<br />
MAQUET biedt:<br />
Een fulltime baan met een goede werksfeer, waarbij je grotendeels vanuit huis werkt. Prima arbeidsvoorwaarden, zoals<br />
een uitstekend salaris, premievrij pensioen, onkostenvergoeding, studieregeling, leaseauto, bonusregeling en 13e maand.<br />
Reageren? Stuur dan je sollicitatiebrief met CV per e-mail aan:<br />
annette.saas@maquetnetherlands.nl / HR Adviseur;<br />
meer informatie: www.maquetnetherlands.nl of bel dhr. Bert Janssen, Divisiemanager Surgical Workplaces (06-53834453).