Collega: - OK Nieuws
Collega: - OK Nieuws
Collega: - OK Nieuws
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7 E JAARGANG, NR. 8, december 2012<br />
Traumadagen<br />
Traumazorg als<br />
traumaketen<br />
Cataractchirurgie<br />
Alles over de<br />
grondleggers<br />
Instrumentarium<br />
tellen?<br />
Niet meer nodig<br />
met de Smarttray<br />
Topsport<br />
AMC gebruikt<br />
metafoor voor<br />
opereren<br />
Benchmark <strong>OK</strong><br />
Resultaten en<br />
succesfactoren<br />
<strong>OK</strong>-manager<br />
Maurice Sluik<br />
<strong>Collega</strong>:<br />
<strong>OK</strong> Management-<br />
katern vanaf pagina 27<br />
Operatieassistent Rina Koopman:<br />
‘Altijd omschakelen na een missie’
Medical Vacuum Technology for Healthcare Professionals<br />
WIJ BIEDEN NIEUWE PERSPECTIEVEN<br />
Medische vacuümtechnologie speelt in ieder ziekenhuis en in iedere gezondheidsinstelling een cruciale rol. Onze medische<br />
vacuümsystemen en -oplossingen worden door medische deskundigen gebruikt om mensen te behandelen, te verzorgen<br />
en hun leven te redden. Medela heeft vijftig jaar ervaring met onderzoekgestuurde innovaties. Wij brengen expertise en<br />
wetenschappelijk onderzoek tot leven, voor u en uw patiënten, op het gebied van:<br />
• Professionele vacuümsystemen<br />
• Thoraxdrainage systemen<br />
• Vloeistof beheersystemen<br />
Meer informatie over Medela en wat wij voor u kunnen betekenen, vindt u op www.medela.nl<br />
Precious life - Progressive care
Jouw baan<br />
maakt Duitsland<br />
gezonder<br />
Heb jij altijd al eens in het buitenland willen wonen en werken? Een<br />
andere cultuur opsnuiven en nieuwe ervaringen opdoen? Grijp dan nu<br />
je kans! TMI is dé detacheerder in de Zorg en heeft een groeiend aantal<br />
vacatures in Duitsland. Onder andere in historische steden net over<br />
de grens als Keulen, Aken en Düsseldorf.<br />
Wij zoeken<br />
IC verpleegkundigen<br />
Operatie-assistenten<br />
Kijk voor ons actuele vacature overzicht op<br />
www.tmi-interim.nl/vacatures en meld je aan!<br />
Snel op de<br />
<strong>OK</strong> nieuws.nl<br />
hoogte met<br />
Ontwikkelingen in de wereld van de <strong>OK</strong> volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.<strong>OK</strong>nieuws.nl dagelijks:<br />
• het laatste nieuws • filmpjes • achtergrondverhalen • agenda<br />
• weblogs van vakgenoten • vacatures • Twitterberichten • <strong>OK</strong> <strong>Nieuws</strong> Linked In groep<br />
Dé nieuwssite voor or de <strong>OK</strong>: <strong>OK</strong> van operatieassistent tot to<br />
anesthesiemedewerker en van <strong>OK</strong>-manager tot chirurg. .<br />
Meld u aan voor de<br />
gratis nieuwsbrief.<br />
Dan ontvangt u het<br />
laatste oknieuws vanzelf<br />
in uw mailbox!
Traumadagen & Smarttrays<br />
Op 1 en 2 november 2012 was het weer tijd voor de Traumadagen,<br />
georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie<br />
(NVT) en de Nederlandse Vereniging voor Orthopaedische<br />
Traumatologie (NVOT) in nauwe samenwerking met de LVO. Uiteraard<br />
was <strong>OK</strong> Operationeel aanwezig met een journalist én een fotograaf<br />
om een verslag van deze bijzondere dagen te maken.<br />
In dit nummer besteden we in de serie ‘Beroemde namen’ aandacht<br />
aan de grondleggers van de cataractchirurgie. In de achttiende eeuw<br />
verwijderde Jacques Daviel – per ongeluk – de troebele lens bij een<br />
staarpatiënt. Uiteindelijk leidde dit tot de cataractoperaties die<br />
tegenwoordig nog steeds worden uitgevoerd. Wie waren deze pioniers en<br />
hoe kwamen ze op hun ideeën? <strong>OK</strong> Operationeel ging op onderzoek uit.<br />
Zo af en toe (veel te weinig!) ontvangen wij kopij van operatieassistenten.<br />
Marja Versantvoort en Illse Bimmel uit het St. Anna Ziekenhuis in<br />
Geldrop schreven een boeiend artikel over ‘De Smarttray’. Met dit<br />
systeem, ontwikkeld in het St. Anna Ziekenhuis, is het mogelijk om in één<br />
oogopslag te kunnen zien of je instrumentarium compleet is. Simpel en<br />
doeltreffend: met het Smarttray-systeem fi xeer je de instrumenten op<br />
vaste plekken in de tray. Zo hoef je niet ieder instrument in een net te<br />
tellen maar kun je in één oogopslag zien of de set compleet is.<br />
Diederich Cornelisse, bedrijfsleider operatiecentrum van het<br />
Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, schreef voor het <strong>OK</strong><br />
Management-katern een artikel over de beste manier om de organisatie<br />
binnen het operatiecentrum toekomstbestendig in te richten.<br />
Verder in het Management-katern: het project Benchmarking <strong>OK</strong> is de<br />
afgelopen jaren uitgegroeid tot een volwassen samenwerking tussen de<br />
acht UMC’s in Nederland. Het leerproces is goed op gang gekomen.<br />
Waar heeft dit toe geleid en welke succesfactoren zijn te onderscheiden?<br />
We wensen je veel leesplezier!<br />
Menno Goosen, hoofdredacteur <strong>OK</strong> Operationeel en <strong>OK</strong> Management<br />
Hennie Mulder, bestuurslid media LVO en penningmeester LVO<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl<br />
020-520 60 77<br />
4 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
Traumadagen 2012<br />
over traumaketen<br />
Op de Traumadagen was veel aandacht voor<br />
de prehospitale traumazorg.<br />
Metafoor is<br />
nuttig instrument<br />
12<br />
28<br />
In het AMC bleek de metafoor ‘opereren<br />
is topsport’ organisatorisch nuttig.
Grondleggers van de<br />
cataractchirurgie<br />
Hoe kwamen de grondleggers van de<br />
cataractchirurgie tot hun innovaties?<br />
20<br />
32<br />
Bedrijfsvoering<br />
baat bij benchmarks<br />
Wat heeft het project Benchmarking <strong>OK</strong> de<br />
afgelopen jaren opgeleverd?<br />
Smarttray maakt<br />
tellen overbodig<br />
Met de Smarttray kun je makkelijk zien<br />
of instrumentarium compleet is.<br />
Portret<br />
Maurice Sluik<br />
<strong>OK</strong>-manager Maurice Sluik leerde door<br />
fouten te maken en goed te kijken.<br />
<strong>OK</strong> Operationeel wordt mede<br />
mogelijk gemaakt door:<br />
24<br />
34<br />
Verder in dit nummer:<br />
4 Redactioneel LVO<br />
6 LVO-<strong>Nieuws</strong><br />
10 <strong>Collega</strong><br />
18 LVO-congres 2013<br />
23 Boeken<br />
27 <strong>OK</strong> Management-katern<br />
38 Redactioneel NVLO<br />
39 Column Paul Meijsen<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 5
Laat zien dat je kwaliteit in huis hebt!<br />
Registreer je in het nieuwe LVO-kwaliteitsregister<br />
TEKST: COMMISSIE ONDERWIJS (JEANINE STUART)<br />
Kwaliteitsregistratie is dé manier om patiënten, medezorg -<br />
verleners, werkgevers en zorgverzekeraars de garantie te<br />
bieden dat ze te maken hebben met een operatieassistent<br />
die voldoet aan de vastgestelde beroepseisen, beschreven<br />
in het beroepsprofiel van de operatieassistent. Dit geheel<br />
vernieuwde profiel heeft de LVO begin 2012 uitgegeven. Het<br />
LVO-bestuur meent dat nu de tijd gekomen is om de registratie<br />
van operatieassistenten en de accreditatie van scholingen<br />
in eigen beheer te nemen, en de samenwerking met KABIZ<br />
(Kwaliteitsregistratie en Accreditatie Beroepsbeoefenaren in<br />
de Zorg) op te zeggen.<br />
Voordelen<br />
De voordelen van registratie en accreditatie in eigen beheer<br />
zijn onder andere:<br />
• gratis registratie voor LVO-leden;<br />
• goedkoper accrediteren voor scholingsaanbieders;<br />
• eenvoudig scholingen laten accrediteren, gegeven in<br />
ziekenhuizen.<br />
In de besprekingen die gevoerd worden voor het verkrijgen<br />
van de hbo-erkenning en de bescherming van ons beroep<br />
staan we veel sterker als onze leden geregistreerd zijn in ons<br />
kwaliteitsregister. Bovendien denken wij dat op termijn registratie<br />
verplicht zal worden gesteld.<br />
Voor ziekenhuizen is het volgende van belang. Ziekenhuizen<br />
die iedere gediplomeerde operatieassistent lid maken<br />
van de LVO kunnen gratis accreditatie aanvragen voor<br />
interne scholingen. Iedereen die geregistreerd is kan digitaal<br />
een portfolio bijhouden, dat ook gebruikt kan worden tijdens<br />
een functioneringsgesprek. Ziekenhuizen kunnen zo makkelijk<br />
aantonen dat hun medewerkers voldoende geschoold<br />
Jaaroverzicht <strong>OK</strong> Operationeel<br />
Op www.oknieuws.nl vindt u het uitgebreide jaaroverzicht met overzichtelijk onder elkaar alle<br />
artikelen die in 2012 zijn verschenen in <strong>OK</strong> Operationeel en het <strong>OK</strong> Management-katern.<br />
6 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
en getraind zijn volgens de Kwaliteitswet zorginstellingen. Op<br />
deze manier hoeven ze geen eigen registratie te verzorgen.<br />
Hoe (her)registreren?<br />
In de loop van december ontvangen alle LVO-leden een brief<br />
met het verzoek zich te registreren in ons kwaliteitsregister.<br />
Dit is geheel gratis. In januari is het mogelijk digitaal een<br />
portfolio bij te houden.<br />
De registratie is vijf jaar geldig. Gedurende deze vijf jaar moet<br />
de operatieassistent bewijzen verzamelen van gevolgde scholingen<br />
en deze invoeren in een digitaal portfolio: Na vijf jaar<br />
volgt een herregistratie. Daarbij zal gekeken worden of de<br />
benodigde punten zijn behaald. Voor herregistratie hanteren<br />
we de volgende criteria:<br />
Werkervaring: 1600 uur patiëntgebonden werkzaamheden<br />
per vijf jaar, behaald in minimaal 36 maanden. Scholing : Het<br />
volgen van scholing die bijdraagt aan het verhogen van de<br />
kwaliteit van de beroepsuitoefening. Activiteiten : Bijvoorbeeld<br />
deelname aan commissies, ontwikkeling van protocollen,<br />
presentaties op congressen of symposia.<br />
Voor de categorieën ‘scholing’ en ‘activiteiten’ gelden de volgende<br />
minimale eisen:<br />
• 100 punten totaal in vijf jaar;<br />
• minimaal 40 punten behaald uit het volgen van scholingen;<br />
• minimaal 40 punten behaald uit activiteiten.<br />
Alle informatie over registratie en het bijhouden van de<br />
gevolgde scholingen in het portfolio is binnenkort na te lezen<br />
op de LVO-website. Ook tijdens het komende LVO-congres<br />
op 7 en 8 februari 2013 zullen wij aandacht besteden aan de<br />
registratie en accreditatie.<br />
Bij vragen kun je een mailtje sturen naar secretaris@lvo.nl.
Ingezonden I<br />
brief<br />
Beste redactie,<br />
Tot mijn grote verbazing zie ik in <strong>OK</strong> Operationeel 5/6 een foto op pagina 12 die mij<br />
geheel tegen de borst stuit. Een leuke operatieassistente met een ketting om en<br />
oorbellen in. Wat mijn gedachten hierbij zijn kunt u raden. En nadat ik de Zemblauitzending<br />
over vieze ziekenhuizen heb gezien helemaal. Staan wij als beroepsgroep<br />
nog steeds boven de wet en/of IGZ? Ik vind het jammer te moeten constateren dat<br />
ik in mijn eigen vakblad nog steeds operatiekamers zie die zich niet houden aan de<br />
WIP-richtlijnen (WIP = Stichting Werkgroep Infectiepreventie, red.). Verder hoop ik<br />
dat de redactie van de LVO weet wat er speelt in het land der <strong>OK</strong>’s zodat men de volgende<br />
keer nadenkt wat voor een foto men kan plaatsen in een vakblad. Ik denk dat<br />
we iedere situatie moeten aangrijpen om onze beroepsgroep duidelijk te maken dat<br />
ook wij bereid zijn te veranderen. Ik neem aan dat de foto is gemaakt op een operatiecomplex.<br />
Daarmee wordt de suggestie gewekt dat je op een <strong>OK</strong>C wel met oorbellen en<br />
kettingen mag lopen. Zodra wij omgekleed zijn heb je toegang tot de <strong>OK</strong>, en ik neem<br />
aan dat een operatieassistent niet op de gangen wel oorbellen en kettingen draagt en<br />
in de operatiekamers niet. Maar goed, ik snap de redenatie van een geposeerde foto<br />
wel, maar nogmaals, mensen zien wat ze willen zien en de link is gauw gelegd: de<br />
<strong>OK</strong>-assistent in het vakblad droeg ook oorbellen en een ketting. Dit geeft misschien<br />
ook aan hoe moeilijk het is de beroepsgroep en specialisten te veranderen.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Karin te Spenke, praktijkbegeleider operatiekamers Ziekenhuisgroep Twente<br />
Beste Karin,<br />
De coverfoto en de foto behorende bij de rubriek ‘<strong>Collega</strong>’ zijn altijd geposeerde<br />
foto’s die niet genomen zijn tijdens een werksituatie, en dus ook niet hoeven te<br />
voldoen aan de kleding- en hygiënevoorschriften.<br />
Daarnaast is de redactie het inhoudelijk niet eens met je kritiek. De WIP-richtlijnen<br />
verbieden alleen hand- en polssieraden en zeggen niets over het dragen<br />
van halskettingen en oorbellen. Uit hygiënisch oogpunt zijn die dus toegestaan,<br />
net als piercings. Er bestaat geen bewijs dat kettingen, oorbellen en piercings<br />
een rol spelen bij het veroorzaken van wondinfecties.<br />
Operatieafdelingen verbieden ze vaak onder de noemer algemene discipline<br />
en verwijzen daarbij dan ook nog weleens ten onrechte naar de IGZ en de WIP. Overigens laten<br />
onderzoeken wel zien dat echte belangrijke hygiënemaatregelen (deurenbeleid, handhygiëne) door alle commotie veel te<br />
weinig aandacht krijgen. Zaken die er toe doen voeren we dus niet uit en onbelangrijke zaken zorgen voor “schone schijn”.<br />
Terecht schrijf je dat veranderen van “professionals” moeilijk is, maar de eerste stap van professioneel gedrag is het opvolgen<br />
van richtlijnen die op basis van bewijzen zijn samengesteld. Eigen interpretaties daarvan hebben nogal eens nadelige gevolgen<br />
van mild tot levensgevaarlijk.<br />
In 2013 gaan we in <strong>OK</strong> Operationeel uitgebreid aandacht besteden aan de hygiënerichtlijnen.<br />
Redactie <strong>OK</strong> Operationeel, Paul Meijsen<br />
12 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL SEPTEMBER/<strong>OK</strong>TOBER 2012<br />
Sieraden (WIP-richtlijn):<br />
Tijdens de werkzaamheden worden<br />
geen ringen, armbanden of polshorloges<br />
gedragen. Motivatie: ringen, armbanden<br />
en polshorloges mogen niet<br />
worden gedragen omdat:<br />
• Zij in de weg zitten bij de uitvoering<br />
van handhygiëne.<br />
• Op de huid onder ringen en horloges<br />
hogere aantallen bacteriën aanwezig<br />
zijn dan op de overige huid van de<br />
handen.<br />
• Ringen kunnen leiden tot maandenlang<br />
persisterende aanwezigheid van<br />
potentieel pathogene bacteriën.<br />
• Het dragen van ringen een risicofactor<br />
is voor de aanwezigheid van<br />
hogere aantallen bacteriën en ook<br />
potentieel pathogene bacteriën op de<br />
handen.<br />
• Handhygiëne gemeten aan de reductie<br />
van het aantal bacteriën op de<br />
handen minder effectief is bij ringdragers.<br />
Een piercing dient te worden verwijderd<br />
wanneer het sieraad hinderlijk<br />
is bij de correcte uitvoering van hygienemaatregelen,<br />
of bij verzorging of<br />
behandeling van patiënten, of wanneer<br />
de piercing ontstoken is.<br />
Bedeesd kwam de Belgische Hilde Alenis-Lemmens (47) in 1986 naar Nederland om zich te<br />
specialiseren tot operatieassistent. De verpleegkundigeopleiding had ze toen al achter de rug.<br />
Ze werkt nu in het Amphiaziekenhuis, locatie Langendijk, Breda.<br />
land direct ging verdienen. En dankzij = Chirurgische Opleiding en Bijscholing<br />
mijn verpleegkundige achtergrond kon Randstad Academies, red.), die iedere<br />
‘Het idee ontstond rond mijn <strong>OK</strong>-stage. Het ik terecht in de gediplomeerdenflat, met twee jaar in Noordwijkerhout worden ge-<br />
vak sprak me erg aan, maar de verhalen die grotere kamers en een andere sfeer dan de organiseerd. Bij deze na- en bijscholings-<br />
de ronde deden over de mentaliteit van de leerlingenhuisvesting. Ik voelde me snel activiteiten zijn er ook parallelsessies voor<br />
artsen schrokken me af. Destijds heerste in thuis, en bovendien ging ik ieder weekend operatieassistenten. En eind 2011 ben ik<br />
België nog een enorme hiërarchie, en zo’n terug naar Antwerpen. Eerst per trein, later met twee collega’s en twee gynaecologen<br />
werksfeer beangstigde me. Via mijn sta- carpoolend met een collega uit Mechelen.’ naar Straatsburg geweest voor het leren van<br />
gebegeleider kwam ik terecht in Breda, in<br />
de robotchirurgie die we nu uitoefenen bij<br />
het toenmalige Sint Ignatiusziekenhuis. Na<br />
de gynaecologie.’<br />
een brief en telefonisch contact kreeg ik al ‘Wat me opviel was de vrijere houding<br />
vrij snel de uitnodiging voor een persoon- van Nederlandse collega’s. Zelf heb ik echt<br />
lijke kennismaking met Personeelszaken. moeten leren mondiger te worden en te<br />
Mijn ouders gingen mee, want ik had nog zeggen dat ik denk dat iets beter kan. In ‘Haha, ik hang er een beetje tussenin. In<br />
geen auto. Bovendien was het voor hen Nederland wordt dat meedenken aange- Nederland wordt gelachen om mijn “amai”<br />
gevoelsmatig een hele stap dat hun jongste moedigd; er wordt vaak iets met je tips en “allé”, terwijl ze thuis in België grinni-<br />
(van vier kinderen) nu ook de deur uit zou gedaan. In België wordt assertiviteit sneller ken om mijn Hollandse “kom op zeg”.<br />
gaan. En nog wel naar het buitenland.’ beschouwd als “grote mond”. Ook contact Toen ik vorig jaar zomer mijn 25-jarig<br />
tussen doktoren en patiënten en hun jubileum vierde, gebeurde dat op mijn<br />
familie is in Nederland directer en opener. verzoek in een Bredaas café. Het werd een<br />
‘Anders dan in België kon ik me in In België staat de dokter toch meer op bruisend feest met honderd collega’s. De<br />
Nederland specialiseren tot operatieassis- afstand. Zelf spreek ik de artsen ook nog al- zeventien gynaecologen voor wie ik werk<br />
tent. In het Belgische systeem is de voortijd aan met “u” en met hun achternaam.’ waren bijna allemaal van de partij. In<br />
bereiding van de operatie meer een taak<br />
België zou dat niet zo snel gebeuren. Hier-<br />
van de specialisten onderling, terwijl ik<br />
door voelde ik me als Belgische in Neder-<br />
juist graag taken als instrumenteren en as- ‘Absoluut. In ben al twaalf jaar specialisatieland extra gewaardeerd. Ook door het bijsisteren<br />
aan mijn pakket wilde toevoegen. oudste Gynaecologie, een interessant zondere cadeau: een “gouden” speculum<br />
In Breda kreeg ik de kans me daarin te vakgebied waarin je niet snel “vastroest”, met de tekst: “Zegt de één(denbek) tegen<br />
bekwamen. Op 30 juni 1986 kreeg ik mijn want dit heeft zo veel verschillende de ander: amai, die Hilde is een gouden<br />
diploma verpleegkundige, en op 1 juli facetten. Ook de ontwikkelingen in het kracht.” Ik vind het “gewoon mijn job” om<br />
startte ik het traject tot operatieassistent. vak volg ik met plezier, bijvoorbeeld door me voor 120 procent in te zetten, maar<br />
Nog een voordeel was dat ik in Neder- het bezoeken van de COBRA-dagen (COBRA met dit compliment was ik echt verguld.’<br />
Waarom maakt een Belgische de overstap<br />
naar het Noorden?<br />
Voelde het voor jezelf ook als ver weg?<br />
Operatieassistent Hilde Alenis-Lemmens:<br />
Geen cultuurshock?<br />
Hoop je nog lang in Nederland te werken?<br />
‘Ik spreek artsen nog<br />
met “u” aan’<br />
TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO’S (INCLUSIEF COVER): EDWIN WIEKENS<br />
Ben je gevoelsmatig een beetje Nederlandse<br />
geworden?<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL SEPTEMBER/<strong>OK</strong>TOBER 2012 13<br />
<strong>OK</strong>O005 <strong>OK</strong>O005-0612.indd 0612 indd 12 12<br />
9/3/12 5:13 PM <strong>OK</strong>O005 <strong>OK</strong>O005-0612.indd 0612 i dd 113 9/3/12 5:13 PM<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 7
LVO reikt Traumaboekje uit<br />
De LVO heeft op de Traumadagen (zie pagina 14 en verder) het boekje Trauma is meer dan<br />
fracturen alleen uitgereikt. Het boekje is gratis te verkrijgen voor alle LVO-leden. Het wordt<br />
uitgedeeld op evenementen zoals het LVO-congres op 7 en 8 februari 2013. Op de foto van<br />
links naar rechts: Hennie Mulder, penningmeester LVO en bestuurslid media, prof. Bos<br />
(UMC Groningen), dr. Kolkman (Ziekenhuis Rijnstate), dr. Weber (Central Hospital of Federal<br />
Armed Forces, Koblenz) en dr. Kollig (Central Hospital of Federal Armed Forces, Koblenz).<br />
8 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
EEN HANDREIKING VOOR OPERATIEASSISTENTEN<br />
EMC Bosch en Duin is een kliniek met het ZKN keurmerk, welke<br />
gespecialiseerd is in het uitvoeren van behandelingen binnen<br />
<br />
diverse andere specialismen uitgevoerd binnen de kliniek<br />
<br />
Wij zoeken voor het EMC voor minimaal 32 uur per week een:<br />
A F D E L I N G S H O O F D M E D I S C H<br />
<br />
nog graag enkele dagen per week meewerkt met het team<br />
<br />
verpleegkundigen<br />
<br />
betrokken en verantwoordelijk is<br />
<br />
<br />
<br />
Bekendheid met een kwaliteitskeurmerk is een pre!<br />
TRAUMA IS MEER DAN<br />
FRACTUREN ALLEEN...<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Werken<br />
op de <strong>OK</strong><br />
<br />
Foto: Johannes Abeling
LVO-film ‘Het beroep van de operatieassistent’ online<br />
TEKST: ERICA VOS<br />
De LVO-film Het beroep van de operatieassistent staat sinds begin<br />
november online. De film, die zeventien minuten duurt, is te<br />
vinden op YouTube via de zoektermen ‘beroep’ en ‘operatieassistent’.<br />
De film is bedoeld voor middelbare scholieren en<br />
nadrukkelijk geen instructie- maar een introductiefilm. Hij<br />
probeert een zo juist mogelijk beeld te geven van het beroep. In<br />
de film worden de verschillende taken van de operatieassistent<br />
toegelicht tijdens de voorbereiding voor een galblaasoperatie.<br />
In eenvoudige bewoordingen krijgt de kijker uitleg bij de beelden.<br />
Als eerste wordt verteld dat voor een operatie instrumenten<br />
nodig zijn en dat deze zich in een speciale ruimte bevinden.<br />
De benodigde instrumenten worden bij elkaar gezocht en naar<br />
de opdekruimte gebracht. Er wordt duidelijk dat diverse acties<br />
tegelijk plaatsvinden, zoals het ‘in bad gaan’ van de instrumenterende,<br />
de aankomst van de patiënt op het operatiekamercomplex<br />
en het bedrijfsklaar maken van de operatiekamer.<br />
Ook het uitpakken van de instrumentensets en de controle op<br />
de heelheid van de pakketten komen in beeld. Verder worden<br />
de handen gewassen en gedesinfecteerd en worden de opera-<br />
Lid worden,<br />
heeft vele voordelen!<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
www.LVO.nl<br />
tiejas en steriele handschoenen<br />
aangetrokken. Daarna<br />
wordt de instrumententafel<br />
klaargemaakt voor een<br />
galblaasoperatie. Ondertussen<br />
komt de patiënt aan op<br />
het operatiekamercomplex.<br />
Na controle van een aantal<br />
gegevens wordt hij meegenomen naar de operatiekamer om<br />
in slaap te worden gebracht. De omloopmedewerker heeft de<br />
operatiekamer dan al bedrijfsklaar gemaakt. Als de patiënt<br />
slaapt komt de instrumenterende binnen, die verder gaat met<br />
de voorbereidingen om de patiënt operatieklaar te maken.<br />
De chirurg komt binnen en heel kort wordt iets getoond van<br />
de ingreep, waarna de wondpleisters alweer kunnen worden<br />
geplakt. Als laatste worden alle gebruikte spullen weggebracht<br />
en wordt de operatiekamer weer klaargemaakt voor de volgende<br />
operatie. In zeventien minuten tijd wordt zo een indruk<br />
gegeven van het uitdagende beroep van operatieassistent.<br />
LVO-informatie<br />
Charmaine Betzema, voorzitter,<br />
voorzitter@lvo.nl<br />
Hennie Mulder, penningmeester<br />
en bestuurslid Media<br />
operationeel@lvo.nl<br />
Jeanine Stuart, secretaris en<br />
bestuurslid Onderwijs a.i.<br />
secretaris@lvo.nl en<br />
onderwijs@lvo.nl<br />
Nicole Dreessen, bestuurslid<br />
Beroepsbelangen<br />
beroepsbelang@lvo.nl<br />
Monique de Kort, bestuurslid<br />
Congres, congres@lvo.nl<br />
Femke Wienen, bestuurslid<br />
PR&V, prvoorlichting@lvo.nl<br />
LVO TELEFOON NUMMER:<br />
024-645 47 71 van maandag<br />
t/m zaterdag van 9.00 tot<br />
17.00 uur<br />
Adres: LVO, Postbus 9058<br />
1006 AB Amsterdam<br />
Lid worden van de LVO?<br />
Surf naar www.lvo.nl of bel met<br />
024-645 47 71.<br />
Opzegging van lidmaatschap<br />
dient voor 1 oktober schriftelijk<br />
te gebeuren – het lidmaatschap<br />
wordt dan per 1 januari van het<br />
jaar daarop beëindigd.<br />
Internet:<br />
www.lvo.nl<br />
Lidmaatschap opzeggen:<br />
Secretariaat LVO<br />
Postbus 9058<br />
1006 AB Amsterdam<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 9
10 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012
Wat is je grootste drijfveer?<br />
‘Mezelf blijven ontwikkelen én mensen<br />
helpen. Die combinatie is uitstekend te<br />
realiseren in de gezondheidszorg. Mijn<br />
opleiding tot verpleegkundige (met achttien<br />
gestart) verliep voorspoedig, ook<br />
dankzij de ideale formule van werken<br />
en leren. Daarna was er even een pas op<br />
de plaats vanwege de toenmalige emigratieplannen<br />
van mijn man en mij naar<br />
Nieuw-Zeeland. We konden er terecht –<br />
ik in de verpleging, hij in de staalindustrie<br />
– maar hebben toch besloten hier te<br />
blijven, bang om Nederland te missen en<br />
alle personen die daarbij horen.’<br />
Hoe zag ‘plan B’ eruit?<br />
‘In 1981 begon ik de studie sociale dienstverlening<br />
en werkte ik in de nachtdienst<br />
van de psychiatrie. Van 1985 tot 1987<br />
deed ik de opleiding tot operatieassistent<br />
en eind jaren tachtig wilde ik nog een<br />
stapje verder. Dat werd de kaderopleiding<br />
in Amsterdam. Als het leren je<br />
eenmaal in het bloed zit, is het moeilijk<br />
te stoppen. De volgende stap was verplegingswetenschap,<br />
een vijfjarige deeltijdstudie<br />
die ik in Utrecht kon volgen. In<br />
1999 zat het studeren erop. Toen kwam<br />
er een nieuwe uitdaging op mijn pad.’<br />
Het leger?<br />
‘Ja! Rond 2000 maakte Defensie een<br />
“verkenningsrondje” langs de Nederlandse<br />
ziekenhuizen om hun interesse<br />
voor samenwerking te polsen. Teamwork<br />
met het Rode Kruis Ziekenhuis<br />
Rina Koopman<br />
‘Altijd weer even omschakelen’<br />
Operatieassistent in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk, dat is de officiële functie van<br />
Rina Koopman (53). Maar ze is ook verpleegkundige, studeerde verplegingswetenschap en is<br />
Beverwijk – klein en perifeer – lag niet<br />
direct voor de hand. Maar we zijn wél<br />
gespecialiseerd in brandwonden, en dat<br />
gaf ons een voorsprong. Een van onze<br />
chirurgen sprak zo enthousiast over de<br />
nieuwe mogelijkheden, dat hij ook mijn<br />
interesse aanwakkerde.’<br />
Had je al eerder affiniteit met Defensie?<br />
‘Tijdens de diensttijd van mijn broers<br />
had ik gretig naar hun verhalen geluisterd,<br />
nu kon ik zelf de praktijk gaan<br />
ervaren. In korte tijd werden we klaargestoomd:<br />
zes weken “herenopleiding”<br />
bij de Koninklijke Militaire Academie in<br />
Breda. Een intensieve tijd, met zelfs een<br />
verblijf op een legerbasis in Curaçao om<br />
het militaire leven – van tent opzetten<br />
tot schietoefeningen – mee te maken,<br />
om je beter te kunnen verplaatsen in de<br />
situatie van soldaten tijdens een missie.<br />
Ik ben best trots op mijn luitenantsrang,<br />
die op de kazerne een zekere autoriteit<br />
uitstraalt. En Nederland vertegenwoordigen<br />
vind ik een eer.’<br />
Harmoniëren ziekenhuis en Defensie<br />
voor jou?<br />
‘Ja, ook omdat er in ons ziekenhuis relatief<br />
veel medewerkers voor Defensie<br />
werken: twee teams (chirurgen, anesthesisten,<br />
operatieassistenten, IC’ers),<br />
in totaal zo’n vijftien personen.<br />
Wel moet ik altijd weer even omschakelen.<br />
Vooral als ik veel kinderleed heb<br />
gezien kan ik de aanschaf van een Björn<br />
Borg-onderbroek van een paar tientjes<br />
regelmatig op militair- medische missie.<br />
TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO (INCLUSIEF COVER): JOHANNES ABELING<br />
niet zo goed plaatsen. In Irak hebben<br />
veel kinderen niet eens schoenen.<br />
Sommige herinneringen blijven hangen,<br />
zoals die aan het vijfjarige Afghaanse<br />
meisje dat in haar buik was geschoten.<br />
De gecompliceerde operatie overleefde<br />
ze, maar ze had wel een arm verloren.<br />
Toen we haar vader een paar dagen later<br />
hadden opgespoord, wilde hij haar niet<br />
meer vanwege die “beschadiging”.<br />
Ik denk ook soms aan het jongetje<br />
met ernstige brandwonden in Afghanistan.<br />
Geen idee of hij nog leeft. Misschien<br />
is hij wel doodgeschoten door de Taliban.’<br />
Heb je een persoonlijke passie?<br />
‘Voor mensen zorgen. Als ik heel rijk<br />
was, zou ik mijn grootste wens realiseren:<br />
een opvang voor al die kindslachtoffers.<br />
Ik ben bezorgd over hun toekomst.<br />
Hoe kun je een gelukkig en evenwichtig<br />
mens worden als je opgroeit<br />
in een wereld waar altijd oorlog en<br />
armoede heerst? Maar ook volwassenen<br />
hebben het moeilijk. In Kandahar schijnen<br />
dagelijks een paar Amerikaanse soldaten<br />
zelfmoord te plegen omdat ze de<br />
verschrikkingen emotioneel niet meer<br />
aankunnen. Hun ouders krijgen hun<br />
overleden kind terug zonder enig ceremonieel<br />
eerbetoon. Ook in Nederland<br />
valt veel hulp te bieden. In ons gespecialiseerde<br />
brandwondencentrum, en<br />
in het hospice waar ik iedere zondagmorgen<br />
als vrijwilliger mensen in hun<br />
laatste levensfase ondersteun. Allemaal<br />
ervaringen die mijn leven rijker maken.’<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 11
Traumadagen 2012<br />
Traumaopvang, damage control,<br />
1 en 2 november 2012 was het weer tijd voor de Traumadagen, georganiseerd door de<br />
Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT) en de Nederlandse Vereniging voor<br />
Orthopaedische Traumatologie (NVOT) in samenwerking met de LVO. Dit jaar met een<br />
feestelijk randje, omdat de NVT haar dertigjarig bestaan viert. Veel aandacht was er voor<br />
de traumaketen, waarin de operatieassistent uiteraard een onmisbare schakel is.<br />
TEKST: LINDA ZOON | FOTO’S: JOHANNES ABELING<br />
12 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012
fracturen en nog veel meer …<br />
Traumazorg is teamsport. Toch is<br />
een jaarlijks terugkerend onderdeel<br />
van de Traumadagen: battles.<br />
Hierin bevechten traumachirurgen en<br />
orthopedisch traumachirurgen hun<br />
standpunt over een onderwerp in de<br />
traumachirurgie. Diverse trukendozen<br />
worden opengetrokken om de battle te<br />
winnen: tekeningen van dochters en<br />
zonen, afbeeldingen van vrouwelijk<br />
schoon en de altijd gewaardeerde humor.<br />
Het belangrijkste doel is uiteindelijk<br />
echter niet zozeer de battle te winnen,<br />
maar met elkaar tot een eenduidige<br />
conclusie te komen: de beste optie voor<br />
de patiënt.<br />
Gips na stelschroef?<br />
De eerste dag werd een plenaire opening<br />
gehouden in samenwerking met de LVO.<br />
Direct hierna startten de plenaire battles.<br />
In een van de eerste battles nam<br />
traumachirurg Tim Schepers van het<br />
AMC het op tegen Arvid Munzebrock,<br />
traumachirurg in het UMCG. Ze bevochten<br />
ieder hun eigen standpunt bij de<br />
vraag: moet na het plaatsen van een<br />
stelschroef bij een enkelfractuur de enkel<br />
worden ingegipst of niet?<br />
Schepers pleit voor ingipsen, maar vertelt<br />
dat er weinig literatuur is over ingipsen<br />
versus niet ingipsen bij het plaatsen<br />
van een stelschroef. Er zijn slechts tien<br />
studies te vinden, waarbij de outcome<br />
over het algemeen beter is voor wel ingipsen.<br />
Schepers erkent dat gips nadelen<br />
heeft. Zo is de beweeglijkheid uiteraard<br />
minder en de kans op trombose groter<br />
dan wanneer je niet ingipst en zo snel<br />
mogelijk begint met oefenen. De voordelen<br />
van gips wegen bij Schepers echter<br />
zwaarder dan de nadelen. Zo voorkom je<br />
met gips dat er een schroefbreuk op-<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 13
treedt, zijn er minder wondinfecties<br />
– die per patiënt 500 euro kosten – en<br />
voorkom je het ontstaan van een spitsvoet.<br />
Hij stelt dan ook voor om na het<br />
plaatsen van een stelschroef de enkel zes<br />
tot acht weken in te gipsen.<br />
Uiteraard pleitte Arvid Munzebrock voor<br />
het tegenovergestelde. ‘Ingipsen is als het<br />
dragen van bretels én een riem’, zo stelt<br />
Munzebrock. ‘Je moet op je osteosynthese<br />
vertrouwen en niet ook nog eens gips<br />
gebruiken om je osteosynthese te beschermen.<br />
Niet ingipsen levert veel meer<br />
voordelen op: de patiënt ontwikkelt geen<br />
trombose, is zekerder bij het lopen,<br />
scoort mentaal goed in de revalidatiefase<br />
en gaat sneller weer aan het werk.’<br />
Na afloop erkenden beide heren elkaars<br />
voor- en nadelen, maar kon geen<br />
zwaarstwegend argument voor wel of<br />
niet ingipsen worden geformuleerd. Een<br />
eenduidige conclusie kon dan ook niet<br />
worden getrokken.<br />
Traumazorg = teamwork<br />
Na het plenaire gedeelte splitsten de<br />
leden van de Nederlandse Vereniging<br />
voor Traumachirurgie (NVT) zich af van<br />
de leden van de LVO om ieder hun eigen<br />
14 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
parallelsessie te volgen. Binnen de sessies<br />
van de LVO lag de nadruk op de traumazorg<br />
als traumaketen, op damage<br />
control en op het belang van teamwork<br />
in acute situaties.<br />
Prehospitale traumazorg<br />
Voordat een traumapatiënt in het ziekenhuis<br />
komt en uiteindelijk misschien<br />
wel op de <strong>OK</strong>, gaat er veel aan vooraf: de<br />
prehospitale zorg. Leo Geeraedts, traumachirurg<br />
binnen het VUmc en voormalig<br />
MMT-arts op de Lifeliner 1 en 3<br />
(traumahelikopter Amsterdam en Nijmegen),<br />
vertelt – onder andere middels een<br />
filmpje – hoe de prehospitale zorg in<br />
Nederland geregeld is.<br />
Meldkamer Ambulancezorg<br />
Als er een ongeluk gebeurd is en een<br />
patiënt heeft een trauma opgelopen,<br />
krijgt de MKA (Meldkamer Ambulancezorg)<br />
een melding van een getuige. Op<br />
basis van uitvraagprotocollen bepaalt de<br />
centralist welke hulp nodig is. Als er een<br />
ambulance nodig is, dan stuurt de centralist<br />
deze op de situatie af. De ambulancezorg<br />
is in Nederland heel goed geregeld.<br />
We kennen goed opgeleid ambulancepersoneel<br />
en de meeste ambulances kunnen<br />
al binnen acht minuten ter plaatse zijn. Is<br />
ambulancezorg in een bepaalde situatie<br />
niet voldoende en is specialistischer hulp<br />
nodig? Dan komt het Mobiel Medisch<br />
Team (MMT) ter plaatse.<br />
Mobiel Medisch Team<br />
Nederland kent sinds 1995 de Mobiel<br />
Medisch Team(MMT)-zorg. Een MMT<br />
bestaat uit een arts (traumachirurg of<br />
anesthesioloog), een verpleegkundige en<br />
een piloot/bestuurder. MMT-zorg behelst<br />
het get the hospital to the patient-principe.<br />
Dit betekent dat als ambulancepersoneel<br />
een specialist in consult wil roepen, of<br />
als de MKA beslist dat er een specialist<br />
nodig is, de specialist naar de patiënt<br />
komt. De patiënt hoeft dan dus niet pas<br />
specialistische zorg op de SEH te krijgen.<br />
Dit is tijdswinst, omdat de patiënt al op<br />
de plaats van het ongeval gestabiliseerd<br />
kan worden volgens het ABCDE-systeem.<br />
Dit houdt in dat de ademweg (A), de<br />
ademhaling (B), de bloeddruk (C), de<br />
hartslag (C) en de neurologische toestand<br />
(D) van de patiënt onder controle<br />
zijn. Ook de rest van het lichaam is dan<br />
al onderzocht op letsels (E).<br />
Om MMT’s zo snel mogelijk naar de patiënt<br />
te vervoeren gebruiken de MMT’s<br />
de traumahelikopter. In Nederland hebben<br />
we vier MMT’s en dus vier traumahelikopters<br />
(en twee reservehelikopters).<br />
We hebben de Lifeliner 1 (Amsterdam),<br />
Lifeliner 2 (Rotterdam), Lifeliner 3 (Nijmegen)<br />
en Lifeliner 4 (Groningen). De
helikopters vliegen binnen hun eigen<br />
regio, maar indien nodig ook in elkaars<br />
regio. Tegenwoordig vliegen de traumahelikopters<br />
ook ’s nachts en is er dus een<br />
24/7-helikopterbezetting. Is vervoer per<br />
helikopter niet mogelijk, dan verplaatst<br />
het MMT zich met het MMT-voertuig. Bij<br />
iedere inzet vormt het MMT een aanvulling<br />
op de ambulancezorg.<br />
Een inzet<br />
Het MMT heeft een responstijd van twee<br />
minuten. Na een melding maakt de piloot<br />
de heli zo snel mogelijk vliegklaar.<br />
De verpleegkundige en de arts zoeken de<br />
ongevalslocatie op de kaart en de verpleegkundige<br />
voert de locatiegegevens in<br />
op de NAV-pc (een soort TomTom) en<br />
bekijkt hoe lang de aanvliegtijd is. Als<br />
alle teamleden in de heli zitten, vliegt de<br />
piloot zo snel mogelijk naar de ongevalslocatie.<br />
Om een beeld te krijgen bij de<br />
snelheid waarmee een traumahelikopter<br />
ter plaatse komt: een traumahelikopter<br />
legt in 12 minuten 45 kilometer af. In de<br />
lucht vraagt de arts de meldkamer om<br />
zoveel mogelijk informatie (een sitrap)<br />
om zich zo goed mogelijk voor te bereiden<br />
op de zorg die hij/zij moet bieden.<br />
De arts laat weten hoe snel het team<br />
aanwezig is. Eenmaal aangekomen op de<br />
ongevalslocatie stappen de arts en de<br />
verpleegkundige uit en begeven zich<br />
naar de patiënt. De piloot bewaakt de<br />
helikopter en helpt de arts en de verpleegkundige<br />
als dat mogelijk is.<br />
Vervoer van de patiënt<br />
Als het MMT de patiënt ABCDE-stabiel<br />
heeft gekregen, moet de patiënt zo snel<br />
mogelijk naar het ziekenhuis. Slechts in<br />
10 procent van de gevallen gebeurt dit<br />
met de traumahelikopter.<br />
In het ziekenhuis<br />
Eenmaal in het ziekenhuis wordt de patiënt<br />
overgedragen aan het traumateam<br />
op de SEH. Hier vindt verdere diagnostiek<br />
en behandeling plaats. Bij veel traumapatiënten<br />
is damagecontrolchirurgie<br />
nodig. Dit gebeurt soms al op straat en<br />
op de SEH, maar ook zeker op de operatiekamer.<br />
En dit is nu exact de locatie<br />
waar de operatieassistent erbij komt …<br />
Damage control<br />
Edward Tan, traumachirurg in het UMC<br />
St Radboud en MMT-arts bij de Lifeliner<br />
3, vertelt dat bij veel ernstig gewonde<br />
traumapatiënten damage control plaats<br />
moet vinden. De term ‘damage control’<br />
is afkomstig van de marine en betekent<br />
binnen deze context dat je een schip op<br />
een geïmproviseerde manier moet kunnen<br />
laten drijven, na bijvoorbeeld schade<br />
door een aanslag. Damage control<br />
kan ook worden toegepast op een traumapatiënt.<br />
In dit geval houd je een patiënt<br />
door onconventionele maatregelen<br />
in leven. Het doel van damage control is<br />
dan de levensbedreigende situatie waarin<br />
de patiënt zich bevindt onder controle<br />
te krijgen, zonder direct alle aanwezige<br />
letsels definitief te herstellen.<br />
Vroeger bestond het idee dat alle letsels<br />
bij een traumapatiënt in één keer behandeld<br />
moesten worden. Het is echter voor<br />
te stellen dat een beknelde patiënt met<br />
meerdere letsels, lichamelijk niet in<br />
staat is om een 2,5 uur durende operatie<br />
te doorstaan. Damage control heeft inmiddels<br />
dan ook zijn entree in de medische<br />
wereld gemaakt.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 15
Sommige patiënten verkeren in een situatie<br />
van lethal triad of death. Dit is een stadium<br />
waarbij de patiënt fysiologisch instabiel<br />
is en op het randje van de dood<br />
staat. Er is sprake van onderkoeling, verzuring<br />
en een verstoring van de stollingsfactoren.<br />
Bij deze patiënten is een directe<br />
behandeling van alle letsels niet mogelijk<br />
en niet goed. Op deze patiënten moet dan<br />
ook damage control worden toegepast.<br />
Damage control begint al bij de stabilisatie<br />
van de patiënt op straat en op de<br />
SEH. Alle letsels worden bekeken, waarna<br />
de patiënt op de <strong>OK</strong> terechtkomt.<br />
Voordat de patiënt op de <strong>OK</strong> terechtkomt<br />
is het de taak van de operatieassistent<br />
om te bepalen wat er klaargelegd<br />
moet worden. Dit betekent dat de operatieassistent<br />
de chirurg of assistent die<br />
de patiënt aanmeldt goed bevraagt over<br />
wat er nodig is. Meestal zullen er onder<br />
andere laparotomiesets, eventueel thoracotomiesets,<br />
voldoende instrumentarium<br />
en veel buikgazen nodig zijn.<br />
Tan benadrukt dat de gehele patiënt<br />
moet worden afgedekt, omdat de situatie<br />
anders kan lopen dan bij een geplande<br />
operatie. De chirurgische behandeling in<br />
een situatie van damage control bestaat<br />
16 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
uit het controleren en stoppen van bloedingen<br />
en het voorkomen van verdere<br />
contaminatie door bijvoorbeeld een<br />
darm te staplen. Een damagecontroloperatie<br />
duurt maximaal 60 tot 90 minuten.<br />
Edward Tan zegt met klem: ‘Kom niet in<br />
de verleiding om stukken darm aan elkaar<br />
te hechten of de buik mooi te sluiten.<br />
Dit kost allemaal tijd en de buik<br />
moet soms in een later stadium weer<br />
open om de gebruikte buikgazen, bij<br />
bijvoorbeeld een packing van de lever, te<br />
verwijderen. Kom ook niet in de verleiding<br />
om een fractuur met een pen te<br />
herstellen, maar plaats een fixateur externe.<br />
Dit scheelt veel tijd, en dat is het<br />
doel van damage control.’<br />
Verder raadt Tan de operatieassistent aan<br />
goed contact te houden met de anesthesioloog.<br />
Een chirurg is hiervoor vaak te<br />
druk, terwijl het kan voorkomen dat een<br />
patiënt dusdanig slecht wordt dat de<br />
operatie moet worden gestopt. Aangezien<br />
er veel instrumentarium en gazen<br />
worden gebruikt, is het zaak dat je als<br />
operatieassistent goed de gazen telt en<br />
het instrumentarium inventariseert bij<br />
het (tijdelijk) sluiten van de buik.<br />
Na de damagecontroloperatie wordt de<br />
patiënt naar de IC overgebracht, waar<br />
zijn milieu interieur wordt geoptimali-<br />
seerd (stolling verbeteren, opwarmen et<br />
cetera). Als de patiënt fysiologisch op<br />
orde is, kan de definitieve behandeling<br />
op de <strong>OK</strong> plaatsvinden.<br />
Duidelijk wordt dat een ‘damagecontrol’situatie<br />
een goede samenwerking vereist<br />
en de nodige stress oplevert. Edward Tan<br />
sluit dan ook af met een geruststelling:<br />
‘Is er stress op de operatiekamer tijdens<br />
een damagecontroloperatie? Dat ligt niet<br />
aan jullie. Iedereen is gestrest, neem het<br />
niet te persoonlijk!’<br />
Dedicated teams<br />
In het verlengde van de presentatie van<br />
Edward Tan over damage control vertelt<br />
Arie van Vught, traumachirurg in het<br />
MST, dat op de <strong>OK</strong> sprake moet zijn van<br />
een dedicated team in het geval van damage<br />
control. Hierbij is volgens Van<br />
Vught de operatieassistent een volwaardig<br />
teamlid. De operatieassistent is niets<br />
meer of minder dan de arts. ‘Damage<br />
control is teamwork. De operatieassistent<br />
is hier heel hard bij nodig!’<br />
Traumazorg in andere landen<br />
Gedurende het middagprogramma laten<br />
traumachirurgen uit andere landen van<br />
Europa zien hoe hun traumazorg geregeld<br />
is. Opmerkelijke punten hierbij zijn<br />
onder andere dat België geen traumaspecialist<br />
kent, Duitsland geen SEH-artsen<br />
heeft en dat Engeland sinds kort een<br />
enorme verbeterslag maakt in de trauma-
service. Algemene conclusie is dat het in<br />
Nederland bijzonder goed geregeld is.<br />
Oorlogsgebied<br />
Niet alleen de traumachirurgie in Nederland<br />
en andere Europese landen komt<br />
aan bod. Ook traumachirurgen die in<br />
oorlogsgebieden werken als defensiechirurg<br />
vertellen over hun werk. Uit<br />
deze presentaties blijkt dat traumazorgverleners<br />
in oorlogsgebieden bijzonder<br />
hard nodig zijn, zowel voor militairen<br />
als voor de plaatselijke bevolking. Pijnlijk<br />
duidelijk wordt dat je je doelen als<br />
traumazorgverlener in oorlogsgebieden<br />
vaak moet aanpassen aan de omgeving.<br />
Zo vertelt de Duitse traumachirurg Erwin<br />
Kollig, regelmatig werkzaam in het Afghaanse<br />
Kunduz, over de behandeling van<br />
brandwonden aan de handen van kinderen.<br />
Die vormen 40 procent van de trauma’s<br />
bij de plaatselijke bevolking. Omdat<br />
patiënten uit de bergen komen en dus ver<br />
moeten reizen, moet een eenmalige behandeling<br />
een zo goed mogelijk effect<br />
hebben. Patiënten komen namelijk niet<br />
meer terug voor een controleafspraak.<br />
De behandeling bestaat bij Kollig dan<br />
ook allereerst uit het weghalen van de<br />
verbrande huid. Hieroverheen plakt hij<br />
Matriderm, waarover hij weer huid van<br />
bijvoorbeeld de kruin prepareert. Omdat<br />
de duim bij een verbrande hand vaak<br />
naar binnen trekt en de getransplanteerde<br />
huid zo strak mogelijk moet staan om<br />
goed te kunnen aanhechten, immobiliseert<br />
Kollig de vingers in strekstand met<br />
K-draden voor maximaal drie weken. Na<br />
die tijd is de huid meestal ‘voldoende’<br />
genezen en kan de patiënt vertrekken.<br />
De patiënt ziet Kollig hoogstwaarschijnlijk<br />
nooit meer terug.<br />
Hieruit blijkt dat er een schril contrast is<br />
tussen de doelen binnen de traumachirurgie<br />
in bijvoorbeeld Europa en in een<br />
oorlogsgebied als Kunduz. Waar we in<br />
Nederland gaan voor functioneel én cosmetisch<br />
herstel, kan Erwin Kollig in Kunduz<br />
eigenlijk alleen maar beoordelen of<br />
het cosmetisch herstel is gelukt. Postoperatief<br />
beleid voor functioneel herstel is<br />
simpelweg niet mogelijk, omdat er geen<br />
fysiotherapeuten in de bergen zijn en<br />
omdat patiënten niet meer terugkomen.<br />
Cosmetisch herstel is echter wel erg<br />
belangrijk in een land waar de rechterhand<br />
in het bijzonder een grote waarde<br />
heeft. Dat Kollig hier als defensiechirurg<br />
een bijdrage aan kan leveren, geeft hem<br />
al veel voldoening. Al zou hij uiteraard<br />
het liefst de patiënt begeleiden tot aan<br />
volledig herstel, een onderdeel van de<br />
Nederlandse traumaketen.<br />
Boekje<br />
Al met al waren de Traumadagen ook dit<br />
jaar een groot succes en waren weer veel<br />
operatieassistenten van de partij. Tussen<br />
de bedrijven door maakte Hennie Mulder<br />
(penningmeester LVO) van de gelegenheid<br />
gebruik om het zesde deel van<br />
de reeks ‘Werken op de <strong>OK</strong> – Trauma is<br />
meer dan fracturen alleen – uit te reiken<br />
aan de auteurs. Elke aanwezige operatieassistent<br />
kreeg het boekje, dat de LVO in<br />
samenwerking met Y-Publicaties uitgeeft,<br />
mee naar huis. Conclusie van deze<br />
traumadagen was, zoals de titel van het<br />
uitgereikte boekje al aangeeft, dat traumachirurgie<br />
zo veel meer is dan fracturen<br />
alleen en dat de operatieassistent<br />
een enorm belangrijke rol speelt in deze<br />
vorm van ketenzorg.<br />
▼<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 17
Algemene informatie<br />
Locatie<br />
NH Koningshof Hotel, Locht 117, 5504 RM Veldhoven, Tel: 040 - 2537475<br />
Diner & feestavond<br />
Donderdag 7 februari 2013 wordt aansluitend aan het programma een borrel op de<br />
expositie geserveerd voorafgaand aan het diner en het feest. De eigen bijdrage voor het<br />
diner & feest bedraagt € 45 per persoon. U kunt bij uw registratie kenbaar maken of u<br />
hieraan wilt deelnemen.<br />
Kosten inschrijving (incl. programma/abstractboek, koffie, thee en lunch)<br />
Tot en met 16 december 2012 Dagregistratie Gehele congres<br />
LVO & NVLO leden € 145 € 200<br />
Niet-leden € 185 € 260<br />
Vanaf 17 december 2012<br />
LVO & NVLO leden € 165 € 220<br />
Niet-leden € 210 € 280<br />
Deelname diner & feestavond € 45 € 45<br />
Hotelaccommodatie<br />
Het is mogelijk in NH Koningshof Hotel te overnachten. U kunt bij uw congres registratie<br />
uw wensen kenbaar maken. Hotelreserveringen worden op volgorde van binnenkomst<br />
behandeld. De persoon die de tweepersoonskamer reserveert moet bij reservering het<br />
volledige bedrag voldoen.<br />
Kosten hotelkamer (incl. ontbijt)<br />
Eénpersoonskamer € 113<br />
Tweepersoonskamer € 144<br />
Betaling<br />
Uitsluitend door middel van het afgeven van een éénmalige machtiging.<br />
Congressecretariaat<br />
Tel 073 - 700 35 00<br />
info@congresscompany.com<br />
www.congresscompany.com<br />
WOENSDAG 6 FEBRUARI 2013<br />
19:00 - 20:00 Registratie<br />
19:30 - 21:00 Algemene Ledenvergadering (ALV) LVO<br />
21:00 - 22:30 Borrel<br />
In samenwerking met:<br />
27<br />
LVO Congres<br />
2013<br />
e<br />
Neem jij de UITDAGING aan?!<br />
7 en 8 februari 2013<br />
NH Koningshof Hotel, Veldhoven<br />
Voor meer informatie over het program
PROGRAMMA<br />
DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013<br />
08:30 - 09:30 Ontvangst en registratie<br />
PLENAIR PROGRAMMA<br />
Dagvoorzitter: Drs. K. Foets, hoofd zorg,<br />
Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam<br />
09:30 Opening<br />
Monique de Kort, voorzitter congrescommissie,<br />
ZorgSaam Ziekenhuis, locatie Terneuzen<br />
09:50 Registratie, accreditatie en (de grote uitdaging)<br />
erkenning<br />
Project van Jeanine Stuart en Nicole Dreessen,<br />
bestuursleden LVO<br />
10:30 Crew Resource Management, lessen uit de luchtvaart<br />
B. Gerritse, Amphia Ziekenhuis, Breda<br />
11:00 - 11:30 Koffiepauze<br />
11:30 Partiële nefrectomie<br />
Drs. V.J. Zambon, uroloog, Orbis Medisch Centrum,<br />
Sittard-Geleen<br />
12:00 Aspecten rondom kinderveiligheid<br />
Dr. W.L.M. Kramer, kinderchirurg/kindertraumatoloog,<br />
UMC Utrecht<br />
12:30 - 14:00 Lunch<br />
14:00 - 15:00 PARALLELSESSIES 1 & 2<br />
PARALLELSESSIE 1<br />
14:00 Bariatrie…waar ligt de uitdaging?<br />
Dr. E.R.E. Totté, chirurg, MCL, Leeuwarden<br />
14:30 Postbariatrische reconstructies<br />
Dr. M.M. Hoogbergen, plastisch chirurg,<br />
Catharina Ziekenhuis, Eindhoven<br />
PARALLELSESSIE 2<br />
14:00 Orgaandonatie / ZUT procedure<br />
Medewerker van NTS (Nederlandse Transplantatie Stichting)<br />
14:30 BISLIFE: Passing on, improving life!<br />
Medewerker van BISLIFE Foundation<br />
15:00 - 15:30 Theepauze<br />
15:30 - 16:30 PARALLELSESSIES 3 & 4<br />
PARALLELSESSIE 3<br />
15:30 Ergocoaching een uitdaging in het bewegingsproces!<br />
L. van der Meulen, operatieassistente, MCL, Leeuwarden<br />
16:00 Is de deskundige steriele medische hulpmiddelen<br />
lastig… of handig?<br />
H. Oussoren, Deskundige Steriele Medische Hulpmiddelen, AMC<br />
Voorzitter DSMH<br />
PARALLELSESSIE 4<br />
15:30 - 16:30 Defensie: Uitdagingen of grenzen?<br />
Spreker nnb<br />
16:30 - 18:00 Borrel (op de expositie)<br />
19:00 Diner & feestavond<br />
VRIJDAG 8 FEBRUARI 2013<br />
09:00 - 09:30 Registratie en ontvangst<br />
09:30 - 10:30 PARALLELSESSIES 5 t/m 7<br />
ma en registratie: www.lvo.nl<br />
PARALLELSESSIE 5<br />
09:30 - 10:30 Het Lagerhuis<br />
Is de <strong>OK</strong> voor jou uitdagend genoeg?<br />
PARALLELSESSIE 6<br />
09:30 Kansen en valkuilen van Social Media voor<br />
zorgmedewerkers<br />
Dr. B. Nieboer, gynaecoloog, UMC St Radboud, Nijmegen<br />
10:00 Inspectie en de <strong>OK</strong><br />
Mr. Drs. C. Hofstra - van Benthem, senior inspecteur, IGZ<br />
PARALLELSESSIE 7<br />
09:30 -10:30 Laat je HIER uitdagen!<br />
Een mengeling van quiz, workshop en presentatie over<br />
ons beroep.<br />
P. Meijsen ism studenten en docenten van Fontys<br />
Hogeschool Eindhoven<br />
10:30 - 11:00 Koffiepauze<br />
11:00 - 12:30 PARALLELSESSIES 8 t/m 10<br />
PARALLELSESSIE 8<br />
11:00 - 12:30 Het Lagerhuis<br />
Is de <strong>OK</strong> voor jou uitdagend genoeg?<br />
PARALLELSESSIE 9<br />
11:00 Ouderenbeleid<br />
H. Westra, IC / brandwondenverpleegkundige, Rode Kruis<br />
Ziekenhuis, Beverwijk<br />
11:30 Dedicated teams vs allround, welke uitdaging zoek jij?<br />
K. Westgeest<br />
12:00 Het Rijnstate protocol voor fast track Weightloss chirurgie<br />
Dr. F.J. Berends, gastro-intestinaal en bariatrisch chirurg,<br />
Rijnstate, Arnhem<br />
PARALLELSESSIE 10<br />
11:00 EVAR<br />
Dr. L.H. Bouwman, vaatchirurg, Atrium MC, Heerlen<br />
11:45 Awareness<br />
Spreker nnb<br />
12:30 - 13:30 Lunch<br />
13:30 - 15:00 PLENAIR PROGRAMMA<br />
13:30 De uitdaging van nieuwe technieken op de <strong>OK</strong><br />
Dr. ing. F.P. Wieringa, Medisch Technoloog, TNO Eindhoven<br />
14:15 Transgender<br />
Drs. M.B. Bouman, plastisch chirurg, VUmc, Amsterdam<br />
15:00 Afsluiting
Grondleggers van de<br />
In de achttiende eeuw verwijderde Jacques Daviel – per<br />
ongeluk – de troebele lens bij een staarpatiënt. Uiteindelijk<br />
leidde dit tot de cataractoperaties die tegenwoordig nog<br />
steeds worden uitgevoerd. Ook de Spanjaard Ignacio<br />
Barraquer en de Engelsman Nicholas Harold Lloyd Ridley<br />
hebben hieraan bijgedragen. Wie waren deze mannen en<br />
hoe kwamen ze op hun ideeën?<br />
TEKST: JEANINE STUART, PRAKTIJKCOORDINATOR <strong>OK</strong>C, BOVENIJ-ZIEKENHUIS<br />
Al in de tweede eeuw na Christus<br />
werd in geschriften melding<br />
gemaakt van cataractoperaties.<br />
Cataract, ook wel grijze of grauwe staar<br />
genoemd, is een vertroebeling van de<br />
ooglens. Hierdoor kunnen lichtstralen<br />
niet meer goed op het netvlies worden<br />
geprojecteerd en vermindert het zicht.<br />
Figuur 2 Jean-Louis Petit.<br />
20 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
Tot de achttiende eeuw werd cataract<br />
behandeld met staarsteken. Hierbij stak<br />
men met een naald door de oogwand in<br />
het verduisterde pupilvlak en drukte<br />
men de punt van de naald naar beneden.<br />
Dikwijls verbeterde het gezichtsvermogen<br />
daarna plotseling, doordat de troebele<br />
lens verplaatst werd en het licht het<br />
netvlies weer kon bereiken. Het oog<br />
werd gewassen met warme boter en<br />
vervolgens verbonden.<br />
Jacques Daviel<br />
De Fransman Jacques Daviel (1695-1762,<br />
figuur 1) is de grondlegger van de operatieve<br />
behandeling van cataract. In 1745<br />
prikte Daviel zijn staarnaald in het linkeroog<br />
van broeder Felix, die zijn rechteroog<br />
al had verloren door een mislukte<br />
staarsteek. Hij wilde de troebele lens<br />
achter de pupil naar beneden duwen,<br />
maar de lens brak. De voorste oogkamer,<br />
de ruimte achter het hoornvlies, vulde<br />
zich met stukken lens en met bloed.<br />
Hij herinnerde zich toen dat Jean-Louis<br />
Petit (figuur 2), in 1708, succesvol via<br />
een snee in het hoornvlies een lens had<br />
Figuur 1 Jacques Daviel.<br />
verwijderd die bij een staarsteek in de<br />
voorste oogkamer was gevallen. Daviel<br />
besloot toen het hoornvlies te openen en<br />
de stukken lens uit de voorste oogkamer<br />
te verwijderen. Dit lukte, maar het oog<br />
ging verloren door een infectie.<br />
Daviel besloot toen de lens voortaan niet<br />
meer naar beneden te drukken, maar<br />
deze meteen via de voorste oogkamer te<br />
verwijderen. Uiteindelijk is het uitnemen<br />
van de lens de klassieke operatie bij<br />
staar geworden.<br />
Daviel had echter veel complicaties en<br />
stopte met deze methode. Toen hij in<br />
1747 bij de kapper en pruikenmaker
cataractchirurgie<br />
Figuur 3 Het Barraquer-oogheelkundig<br />
centrum in Barcelona werd in 1941<br />
gesticht door Ignacio. Tot vandaag<br />
werken daar oogartsen van de familie<br />
Barraquer, zoals Elena en Rafael,<br />
kleinkinderen van Ignacio.<br />
Garion het rechteroog met de staarsteek<br />
wilde behandelen en de lens brak, besloot<br />
hij toch weer de stukken lens te<br />
verwijderen via een snede in het hoornvlies.<br />
Dit ging goed en vanaf deze dag<br />
behandelde hij de staar alleen nog met<br />
deze methode. Het duurde wel een aantal<br />
jaar voordat hij de techniek beheerste.<br />
Daviel hield in 1752 twee lezingen over<br />
zijn techniek voor de Academie Royale<br />
de Chirurgie in Parijs. Zijn resultaat: van<br />
de 206 lensextracties waren er 183 gelukt!<br />
Hij schreef ook een artikel over zijn<br />
operatie, dat de Engelsman Samuel<br />
Sharp onder ogen kreeg. Deze introduceerde<br />
de operatie in 1753 in Engeland.<br />
Dit gebeurde allemaal zonder verdoving;<br />
pas in 1884 werd een vorm van verdoving<br />
gebruikt, druppels op basis van<br />
cocaïne.<br />
Barraquer<br />
Als we nu aan oogheelkunde denken,<br />
denken we aan de naam Barraquer. Dit is<br />
een bekende Spaanse familie met veel<br />
oogartsen (zie figuur 3). Ignacio Barraquer<br />
y Barraquer (1884-1965, figuur 4),<br />
zoon van een beroemde professor in de<br />
oogheelkunde, studeerde medicijnen in<br />
Barcelona. Hij had een brede interesse<br />
en volgde cursussen natuur- en scheikunde<br />
en plantkunde. Hij studeerde in<br />
Parijs en Montpellier histologie, oogheelkunde,<br />
embryologie en parasitologie. In<br />
navolging van zijn vader José Antonio<br />
Barraquer Roviralta legde hij zich volledig<br />
toe op de oogheelkunde. Hij was<br />
zeer geïnteresseerd in de behandeling<br />
van cataract.<br />
Toen hij een bloedzuiger een steentje<br />
van de bodem van zijn aquarium zag<br />
Figuur 4 Ignacio Barraquer y Barraquer.<br />
vastpakken, kreeg hij het idee om troebele<br />
lenzen te verwijderen met behulp<br />
van een zuignapje. Door de pneumatische<br />
zuigkracht breekt het ligament<br />
waarmee de lens gefixeerd is en kan de<br />
lens uit het oog worden gehaald zonder<br />
dit te beschadigen.<br />
Ignacio Barraquer ontwierp het benodigde<br />
instrumentarium en fabriceerde het<br />
zuignapje en een apparaat dat instelbaar<br />
Figuur 5 Ooglidspreider volgens Barraquer. Figuur 6 Naaldvoerder volgens Barraquer. Figuur 7 Pincet volgens Barraquer.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 21
ontwerpen van medische apparatuur<br />
waren zijn grootste hobby’s auto’s en<br />
dierkunde. De liefde voor dieren was zo<br />
groot dat hij in de tuin van de kliniek<br />
een dierentuin liet bouwen. In zijn eigen<br />
huis had hij een chimpansee, Jocko,<br />
waarmee hij zich in zijn vrije tijd vermaakte.<br />
Hij was getrouwd met Josefa Moner, met<br />
wie hij zeven kinderen kreeg. Twee zonen,<br />
José Ignacio (figuur 8) en Joaquín,<br />
werden eveneens oogarts. Ook twee van<br />
zijn kleinkinderen zijn oogarts geworden.<br />
Figuur 8 José Ignacio Barraquer.<br />
Nicholas Harold Lloyd Ridley<br />
Tot ver in de twintigste eeuw was een<br />
dikke staarbril het enige hulpmiddel om<br />
weer scherp te zien na verwijdering van<br />
Figuur 9 Nicholas Harold Lloyd Ridley.<br />
vacuüm geeft om de kristallijne lens te een troebele lens uit het oog. Op zoek plaatste deze in november 1949. Maar<br />
verwijderen. In 1917 bewees hij dat de naar een alternatief verving de Engelse pas in 1950 liet hij een kunstlens per-<br />
procedure effectief was en noemde hij oogarts Nicholas Harold Lloyd Ridley manent in een oog achter.<br />
deze facoéresis (phak is Grieks voor ‘lens’, (1906-2001, figuur 9) de natuurlijke lens Ridley werkte hard om complicaties de<br />
erysis voor ‘start’).<br />
door een implantaat.<br />
baas te worden. Aan het eind van de<br />
De uitvinding schokte de gehele<br />
Toen Ridley gewonde piloten behandelde jaren zestig had hij zijn techniek zo ver-<br />
oogheelkundige wereld en veroorzaakte in de Tweede Wereldoorlog, merkte hij beterd dat deze wereldwijd werd erkend.<br />
een revolutie onder de bestaande tech- dat zij vaak deeltjes perspex in hun oog In 1981 werd de intraoculaire lens goednieken.<br />
Oogartsen vanuit de gehele we- hadden, doordat het raam van het vlieggekeurd door de Amerikaanse Food and<br />
reld kwamen naar Barcelona om deze tuig was versplinterd. Deze deeltjes ver- Drug Administration. Hij ontving vele<br />
techniek te leren.<br />
oorzaakten echter geen infectie. Naar prijzen en werd in 2000 door koningin<br />
Op een oogheelkundig congres woedde aanleiding van deze ontdekking rede- Elisabeth geridderd.<br />
een hevige discussie tussen voor- en teneerde Ridley dat er ook lenzen van dit Cataract verwijderen gevolgd door het<br />
genstanders van de techniek van Barra- materiaal konden worden gemaakt. implanteren van een intraoculaire lens<br />
quer. Om hier een eind aan te maken Hij liet een lens van perspex maken, en is tegenwoordig nog steeds de meest<br />
stond deze op en zei: ‘Heren, vergelijk<br />
de staarnaald met de nagel van een kat,<br />
uitgevoerde oogoperatie.<br />
en mijn zuignap met de lippen van een<br />
Literatuur<br />
mooie vrouw. Welke van de twee kiest u<br />
• Hubble, Alvin A. ‘Samuel Sharp, the First<br />
om op uw wang te voelen?’<br />
surgeon to make the corneal incision in<br />
Gedurende zijn carrière voerde Ignacio<br />
cataract extraction with a single knife. A<br />
Barraquer meer dan dertigduizend facoé-<br />
biographical and historical sketch’. In:<br />
resisoperaties uit, en de patiënten kwa-<br />
Medical Library and Historical Journal<br />
men van heinde en ver. Een van zijn<br />
1904; 2(4):242-268.<br />
beroemde patiënten was Eugenia de<br />
• Stoorvogel P. Oogchirurgie. Elsevier Ge-<br />
Montijo, vrouw van Napoleon III.<br />
zondheidszorg. Maarssen, 1998.<br />
Hij gaf les in verschillende landen, be-<br />
• www.whonamedit.com<br />
dacht vernieuwende operatietechnieken<br />
• www.barraquer.com<br />
en ontwierp veel oogheelkundig instru-<br />
• www.treatmentinspain.com<br />
mentarium (figuren 5-7). Behalve het Figuur 10 De kliniek in 1941.<br />
22 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
▼
Tekst: Menno Goosen<br />
Obstetrie en gynaecologie<br />
Auteur: M.J. Heineman (red.)<br />
Uitgeverij: Reed Business<br />
ISBN: 9789035234895<br />
Prijs: € 159,50<br />
Het leerboek ‘Obstetrie en gynaecologie -<br />
De voortplanting van de mens’ is een modern<br />
standaardwerk. De didactische opbouw, de stijl en de<br />
illustraties maken het tot een uitstekend leerboek.<br />
Elk hoofdstuk begint met leerdoelen en definities en<br />
wordt afgesloten met een samenvatting en een blik<br />
op de toekomst. In een apart hoofdstuk wordt<br />
aandacht besteed aan diverse operaties, onder<br />
andere: laparatomie, laparoscopie, colpotomie,<br />
vulva- en vaginachirurgie, cervixchirurgie,<br />
uteruschirurgie, ovariumchirurgie, tubachirurgie,<br />
bekkenbodemchirurgie en chirurgie in verband met<br />
urine-incontinentie, fistelchirurgie en obstetrische<br />
chirurgie. De lezer kan via de internetsite beschikken<br />
over aanvullende materiaal zoals extra oefenvragen,<br />
samenvattingen en deeplinks met informatie,<br />
samengesteld door de auteurs van het boek.<br />
Efron. Zijn strijd tegen<br />
kanker<br />
Auteur: Efron van Voorthuisen<br />
Uitgeverij: www.boekscout.nl<br />
(eigen beheer)<br />
ISBN: 9789462062030<br />
Prijs: € 16,95<br />
Het begon op met een epileptische<br />
aanval. De 24-jarige Efron was net<br />
afgestudeerd voor zijn hbo en had grootse plannen<br />
voor zijn toekomst. Het liep anders dan hij dacht.<br />
Er werd een tumor gevonden in zijn hersenen. Iets<br />
wat zijn leven en dat van zijn omgeving volledig op<br />
zijn kop zette. Dit is zijn dagboek, geschreven<br />
vanuit het hart. In dit ontroerende boek beschrijft<br />
hij de gebeurtenissen en zijn ervaringen op soms<br />
humoristische en emotionele wijze. Een prachtig<br />
en zeer aangrijpend boek.<br />
Handboek diabetes mellitus<br />
Auteurs: C.J. Tack, M. Diamant en<br />
E.J.P. de Koning<br />
Uitgeverij: De Tijdstroom<br />
ISBN: 9789058981622<br />
Prijs: € 49,00<br />
Diabetes is een volksziekte geworden<br />
en de organisatie van de diabeteszorg<br />
is actueler dan ooit tevoren. Zorgstandaarden,<br />
multidisciplinair werken en taakdelegatie zijn<br />
sleutelbegrippen, wetenschappelijke en<br />
farmacotherapeutische inzichten ontwikkelen zich snel<br />
en in de behandeling is een sterke trend naar<br />
geïndividualiseerde zorg waarneembaar. Alhoewel bij<br />
diabetes niet meteen aan de <strong>OK</strong> gedacht wordt, is dit<br />
handboek zeker ook interessant voor chirurgische<br />
professionals. Het boek besteedt namelijk ook aandacht<br />
aan pancreastransplantatie, eilandjestransplantatie en<br />
overige vormen van bètaceltransplantatie. Ook is er<br />
uitgebreide aandacht voor micro- en macrovasculaire<br />
complicaties, retinopathie, nierschade, cerebrale<br />
complicaties, bindweefselafwijkingen en uiteraard de<br />
diabetische voet.<br />
Spoed neurologie<br />
Auteurs: M. Flohil en Ch.J. Vecht<br />
Uitgeverij: Bohn Stafleu van<br />
Loghum<br />
ISBN: 9789031390694<br />
Prijs: € 29,50<br />
Patiënten in coma, met traumatisch hersenletstel, l l<br />
vasculaire accidenten, insulten, meningitis, intoxicaties<br />
of verwardheid komen vaak naar de afdeling<br />
Spoedeisende Hulp, al dan niet per ambulance of<br />
traumahelikopter. Opname op de afdeling Neurologie<br />
gaat dan ook meestal via de Spoedeisende Hulp en<br />
vandaar vaak rechtstreeks naar de Stroke Unit of de<br />
Intensive Care. Deze spoed verklaart de grote behoefte<br />
aan up-to-date diagnostische checklists en<br />
behandelschema’s voor acute neurologische<br />
problematiek, zowel bij kinderen als bij volwassenen.<br />
‘Boeken’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden<br />
en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar:<br />
<strong>OK</strong> Operationeel, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 23
Smarttray maakt tellen overbodig<br />
Compleetheidscontrole<br />
Zou het niet mooi zijn om in één oogopslag te kunnen zien of je instrumentarium<br />
compleet is? Niet meer te hoeven weten wat in welke set hoort te liggen en niet meer<br />
alle instrumenten te hoeven tellen? De Smarttray, ontwikkeld in het St. Anna Ziekenhuis,<br />
maakt het mogelijk.<br />
TEKST EN FOTO’S: MARJA VERSANTVOORT EN ILLSE BIMMEL, OPERATIEASSISTENTEN ST. ANNA ZIEKENHUIS, GELDROP<br />
Simpel en doeltreffend: met het<br />
Smarttray-systeem fixeer je de<br />
instrumenten op vaste plekken in<br />
de tray. Zo hoef je niet ieder instrument<br />
in een net te tellen maar kun je in één<br />
oogopslag zien of de set compleet is.<br />
Het idee voor de Smarttray is ontstaan<br />
tijdens een project op de operatieafdeling<br />
van het St. Anna Ziekenhuis. Een projectgroep<br />
bestaande uit operatieassistenten<br />
Illse Bimmel en Marja arja Versantvoort had<br />
de opdracht een proces roces te ontwikkelen<br />
om de compleetheid id van het instrumentarium<br />
te garanderen. anderen. Ze<br />
maakten van deze gelegenheid<br />
gebruik om ook het et<br />
aantal instrumentensets<br />
te optimali-<br />
seren en de diverse e<br />
soorten sets op<br />
elkaar af te stemmen.<br />
Door hier<br />
kritisch naar te<br />
kijken en zo veel<br />
mogelijk te standaardiserenkonden<br />
ze met een<br />
schone lei aan het<br />
Smarttray-project<br />
beginnen. Voordat<br />
een instrumentenset set volgens het<br />
Smarttray-systeem kan worden<br />
ingezet heeft het dus al een heel proces<br />
doorlopen (figuur uur 1).<br />
24 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012<br />
Sets kritisch bekeken<br />
Alle sets zijn afzonderlijk bekeken op<br />
functie en inhoud. Dit heeft geleid tot de<br />
volgende resultaten:<br />
• Sets met dezelfde aanduiding en functie<br />
hebben dezelfde inhoud. Er worden<br />
geen aangepaste sets meer gemaakt voor<br />
individuele specialisten.<br />
• 51 (!) afzonderlijke sets zijn al direct<br />
komen te vervallen door betere<br />
Figuur 1 De instrumentensets<br />
doorlopen een heel proces.<br />
afstemming van sets op de nieuwe<br />
operatieprocedures en functies van<br />
instrumenten.<br />
• Instrumentensets hebben onderling<br />
geen overlap meer. Basisinstrumentarium<br />
is daarom uit specialistische sets<br />
verwijderd.<br />
• Sets met een vrijwel gelijke functie<br />
zijn samengevoegd. De lange thoraxset,<br />
rectumset en lange uroset zijn nu één<br />
lange-instrumentenset. lange-instrumentense Deze sets hadden<br />
onderling al zo veel ooverlap<br />
dat het hier<br />
vooral om een naamswijziging naa<br />
gaat.<br />
De sets zijn nu un universeel, waardoor<br />
het makkelijker iis<br />
om te onthouden<br />
wat wat erin zit.<br />
• Van alle instrumenten<br />
te uit een instrumentenset<br />
m ligt minder<br />
d dan 10 procent<br />
ook o nog los in laminaat<br />
n verpakt. Eerder<br />
was dit 60 procent.<br />
De los verpakte<br />
instrumenten in<br />
zijn zo<br />
veel ve mogelijk aan de<br />
betreffende b sets toegevoegd.<br />
ge Waar dit<br />
niet ni mogelijk was,<br />
zijn nieuwe sets gecre-<br />
eerd. Bijvoorbeel<br />
Bijvoorbeeld extra basisnetten,<br />
voor als een pince pincet valt.<br />
• De inhoud van dde<br />
meeste instru-<br />
mentensets is met de<br />
helft teruggebracht
in één oogopslag<br />
en geoptimaliseerd. Uit de uroset zijn<br />
daardoor bijvoorbeeld al zo’n 70 (!) instrumenten<br />
verwijderd. Er is daarbij<br />
goed gekeken naar de functie van een<br />
set en de instrumenten die echt nodig<br />
zijn.<br />
Keuze voor fixatiesysteem<br />
Bij de volgende fase in het proces – de<br />
keuze voor een fixatiesysteem – hebben<br />
we kunnen leren van de bestaande sets<br />
van orthopedie. De sets die gebruikt<br />
worden bij prothesiologie bieden een<br />
goede oplossing voor een snelle compleetheidscontrole:<br />
insnijden. Ieder instrument<br />
ligt dan in een fixatieopening.<br />
Dit fenomeen levert een tijdsbesparing<br />
op. Vergelijk figuren 2a en 2b. De vraag<br />
die de inspectie stelt is niet hoeveel flesjes<br />
er zijn, maar of de set compleet is. Bij<br />
figuur 2a moet geteld worden om die<br />
vraag te beantwoorden; bij figuur 2b zie<br />
je in één oogopslag dat er nog een flesje<br />
ontbreekt.<br />
Insnijden biedt echter niet voldoende<br />
flexibiliteit. Wanneer een nieuwe arts<br />
een bepaalde schaar of klem extra in de<br />
Figuur 2a en 2b Is de set compleet?<br />
set wil hebben, kan dit lastig geregeld<br />
worden. Ook het verwijderen van instrumenten<br />
uit een set is moeilijk. Wat te<br />
doen?<br />
Vervolgens zijn alle systemen die voldeden<br />
aan de wensen van de projectgroep<br />
bekeken. Eén fixatiesysteem<br />
kwam daarbij als meest geschikt uit de<br />
bus. Het beschermt het instrumentarium,<br />
is net zo flexibel als de wens van<br />
een chirurg tot bepaald instrumentarium<br />
en biedt de mogelijkheid tot compleetheidscontrole<br />
(figuren 3a en 3b).<br />
Fixatiemateriaal gebruiken voor een<br />
compleetheidscontrole werd door de<br />
leverancier als nieuw ervaren.<br />
Opbouw van de set<br />
Gespecialiseerde operatieassistenten<br />
werden betrokken bij de opbouw van de<br />
sets. Er werd nagedacht over logica, de<br />
indeling van instrumentengroepen op<br />
functie en de chronologie van de ingrepen<br />
waarbij de set wordt gebruikt (zie<br />
figuren 4a en 4b).<br />
Het fixatiemateriaal lijkt een beetje op<br />
ministeck en is bijna net zo flexibel.<br />
Fixatieopeningen kunnen worden aangepast<br />
en het materiaal kan makkelijk<br />
worden versneden en veranderd voor<br />
een optimaal resultaat.<br />
Er zijn meerdere modellen met verschillende<br />
soorten openingen beschikbaar.<br />
Hierdoor kunnen alle instrumenten<br />
met hun verschillende vormen gepast<br />
gefixeerd worden. Dit geeft ook<br />
een langere levensduur van het instrumentarium.<br />
Per instrumentenset is een ‘gouden standaard’<br />
(mal) gemaakt. Een medewerker<br />
van de centrale sterilisatieafdeling kan<br />
daardoor makkelijk een nieuw, extra net<br />
fixeren dat er exact hetzelfde uitziet.<br />
Door het gebruik van een vaste methode<br />
is de opbouw van de sets steeds herkenbaar.<br />
Het is verleidelijk om veel instrumenten<br />
op één set te leggen. Je grijpt immers<br />
toch nooit mis. Maar dat is geen professionele<br />
houding. Zo min mogelijk instrumentarium<br />
en dus gewicht in een set<br />
geeft overzicht en daarmee veiligheid.<br />
Eén handeling is dan voldoende om een<br />
naaldvoerder te pakken.<br />
<strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012 25
Figuur 3a Lange-instrumentenset: compleet. Figuur 3b Sectioset: één instrument ontbreekt.<br />
Controle<br />
In het operatieplanningssysteem zijn<br />
zowel de inhoud (instrumentenlijst) als<br />
de foto’s van de set digitaal opgenomen.<br />
Iedere operatieassistent en medewerker<br />
van de centrale sterilisatieafdeling kan<br />
deze openen om zo de set te controleren.<br />
De instrumenterende is op de operatiekamer<br />
verantwoordelijk voor de compleetheidscontrole.<br />
De omloop heeft hier<br />
een controlerende rol. Voorafgaand aan<br />
de ingreep vinkt deze de sets af wanneer<br />
ze zijn gecontroleerd.<br />
Voor het sluiten van de eerste laag dient<br />
de instrumenterende een tweede controle<br />
uit te voeren. De omloop heeft dus<br />
twee afvinkmomenten voor de sets. Als<br />
blijkt dat er iets ontbreekt, is snel te<br />
achterhalen om welk instrument het<br />
gaat door de inhoudslijsten door te nemen<br />
of de foto van de set te bekijken.<br />
Risico’s<br />
Elke innovatie kent gevaren en risico’s.<br />
Voor deze nieuwe toepassing is daarom<br />
een uitgebreide risicoanalyse gedaan,<br />
waarbij de volgende vragen en antwoorden<br />
aan bod kwamen:<br />
• Voldoet deze compleetheidscontrole aan de<br />
eisen van de inspectie?<br />
De inspectie heeft het Smarttray- systeem<br />
goedgekeurd.<br />
• Wat als een set niet compleet is bij aanvang<br />
van een operatie?<br />
In principe is dit niet meer mogelijk:<br />
alleen complete sets mogen worden gesteriliseerd<br />
en in gebruik worden genomen.<br />
• Wat als één instrument onsteriel wordt? Er<br />
zijn immers nauwelijks nog los verpakte extra<br />
instrumenten beschikbaar.<br />
De oplossing ligt in het aanschaffen van<br />
extra basissets en het samenvoegen van<br />
losse instrumenten tot nieuwe sets. Het<br />
openmaken van een nieuwe set is namelijk<br />
nog altijd veel goedkoper dan opslag<br />
en onderhoud van alle losse materialen.<br />
Ervaring<br />
In het St. Anna Ziekenhuis is inmiddels<br />
de ervaring opgedaan met de eerste<br />
Smarttray-sets. De sets worden als zeer<br />
prettig ervaren. Opmerkingen die gehoord<br />
worden zijn bijvoorbeeld:<br />
• ze zijn compleet;<br />
• ze zorgen dat geen extra los instrumentarium<br />
geopend hoeft te worden;<br />
• ze zijn overzichtelijk;<br />
• ze geven rust en tijd bij het opdekken<br />
en weer opruimen van de instrumenten;<br />
• ze bieden de mogelijkheid om in een<br />
spoedsituatie in één handomdraai de<br />
juiste klem te pakken.<br />
Advies?<br />
Na het doorlopen van de hele procedure<br />
zijn de projectgroepleden Marja Versantvoort<br />
en Illse Bimmel experts in het<br />
overzichtelijk maken van sets en functioneel<br />
inbouwen van instrumentarium.<br />
Is het Smarttray-systeem iets voor jouw<br />
ziekenhuis? Kom gerust kijken in het<br />
St. Anna Ziekenhuis in Geldrop. Of doe<br />
mee met de workshop in de Innovation<br />
room van B. Braun Medical op het<br />
LVO-congres.<br />
▼<br />
Meer informatie: Smarttray@st-anna.nl.<br />
Figuur 4a en 4b Gespecialiseerde operatieassistenten houden zich bezig met de opbouw van de sets.<br />
26 <strong>OK</strong> OPERATIONEEL DECEMBER 2012
Maurice Sluik<br />
(Ziekenhuisgroep Twente):<br />
‘Goed kijken,<br />
veel leren’<br />
Opereren is topsport : AMC gaat voor<br />
toekomstbestendig operatiecentrum<br />
Bedrijfsvoering <strong>OK</strong>-complexen gebaat bij<br />
benchmarking<br />
KATERN VOOR LEIDINGGEVENDEN VAN OPERATIEAFDELINGEN
Diederich Cornelisse, bedrijfsleider operatiecentrum, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam.<br />
28 <strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012
Metafoor als organisatorisch instrument<br />
Opereren is topsport<br />
Wat is de beste manier om de organisatie binnen het operatiecentrum toekomstbestendig<br />
in te richten? Deze vraag stelde het operatiecentrum van het AMC zich twee jaar geleden.<br />
De metafoor ‘opereren is topsport’ bleek hierbij een bruikbaar organisatorisch instrument.<br />
Tekst: Diederich Cornelisse, bedrijfsleider operatiecentrum, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam | Foto’s: Audrey van Piggelen<br />
Binnen een operatiecentrum zijn rollen en functies<br />
te onderscheiden waarmee de operatieve zorg georganiseerd<br />
en uitgevoerd wordt. Deze hebben een<br />
duidelijke positionering nodig binnen de afdeling. Voor<br />
het vormgeven van een organisatiestructuur waarin de<br />
leidinggevende en zorginhoudelijke functies duidelijk en<br />
stevig zijn gepositioneerd, is een visie of metafoor nodig<br />
waarin deze functies staan beschreven. Metaforen worden<br />
in diverse organisatievraagstukken gebruikt om processen<br />
te verduidelijken of doelstellingen uit te vergroten<br />
of te benadrukken.<br />
GEWENSTE SITUATIE VERDUIDELIJKEN<br />
Voor het operatiecentrum van het AMC bleek de metafoor<br />
‘opereren is topsport’ een handig hulpmiddel. Toen hier<br />
twee jaar geleden werd nagedacht over organisatiestructuur,<br />
rollen en functies, stond de volgende vraag centraal:<br />
wat is de best passende manier om de organisatie binnen<br />
het operatiecentrum toekomstbestendig in te richten? Om<br />
hier een antwoord op te vinden werd een aantal deelvragen<br />
geformuleerd, zoals:<br />
• Welke functies zijn er binnen het team?<br />
• Welke rollen zijn er binnen het team?<br />
• Zijn deze rollen en functies de juiste, zijn ze duidelijk<br />
voor de betrokkenen en op de juiste manier gepositioneerd<br />
ten opzichte van elkaar?<br />
• Hoe zouden deze rollen en functies de komende jaren<br />
gepositioneerd moeten zijn (gewenste situatie) in verhouding<br />
tot de ontwikkelingen en innovaties binnen<br />
het operatiecentrum en de operatieve zorg?<br />
• Op welke manier kan de samenstelling van deze rollen<br />
en functies een bijdrage leveren aan de professionalisering<br />
binnen het team?<br />
In de uitwerking van deze vragen zijn vervolgens de op<br />
dat moment geldende rollen en functies, en de manier<br />
waarop deze gepositioneerd waren, beschreven als uitgangssituatie.<br />
Ter verduidelijking van de gewenste situatie,<br />
de rollen, functies en organisatiestructuur is vervolgens<br />
gekozen voor de genoemde metaforische vergelijking<br />
‘opereren is topsport’. In de tabel worden de rollen<br />
en functies binnen een operatiecentrum aan de hand van<br />
een sportteam/teamsport (zoals voetbal, hockey, korfbal<br />
…) verduidelijkt en gepositioneerd.<br />
Het gebruik van de topsportmetafoor past prima in de<br />
filosofie van het AMC: the professional in the lead! In deze<br />
filosofie worden de bestuurlijke en leidinggevende posities<br />
ingevuld door artsen en verpleegkundigen aangevuld<br />
met bedrijfskundig geschoolde medewerkers. Binnen de<br />
topsport is deze filosofie ook van toepassing, want vele<br />
ex-topsporters vervullen trainer-/coach-, management- en<br />
bestuurlijke functies.<br />
VEELZIJDIG HULPMIDDEL<br />
Een vergelijking tussen opereren en topsport in algemene<br />
zin is te maken op basis van onder andere de volgende<br />
overeenkomsten:<br />
• schaars talent; niet voor iedereen weggelegd;<br />
• hoge eisen aan de mensen, prestaties, teams, materiaal<br />
en ondersteuning;<br />
• algemene inhoudelijke basis maar specialistisch op<br />
individueel niveau;<br />
• afgeschermde wereld; prestaties zijn zichtbaar en wor-<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012 29
den nauwlettend gevolgd;<br />
• teamprestatie; ‘in je eentje win je niet’;<br />
• organisatievorm van teams met autonome<br />
professionals.<br />
De meerwaarde voor leidinggevenden ontstaat wanneer<br />
de metafoor gebruikt wordt als krachtig instrument in<br />
de aansturing van individuele medewerkers en teams. Als<br />
de gewenste organisatiestructuur is vastgesteld, kunnen<br />
de metaforische rollen en functies in allerlei gesprekken<br />
als hulpmiddel dienen, eventueel aangevuld met actuele<br />
voorbeelden uit de sport. Bijvoorbeeld in de volgende<br />
situaties:<br />
• medewerkers/teams motiveren, enthousiasmeren,<br />
complimenteren;<br />
• erkenning geven aan rollen en functies als onmisbare<br />
schakels in de processen;<br />
• medewerkers wijzen op de kaders van de rol of functie<br />
in relatie tot persoonlijke mogelijkheden; grenzen<br />
hierin bewaken of terugleggen;<br />
• medewerkers wijzen op de speelruimte/groeikansen in<br />
de rol of functie in relatie tot persoonlijke mogelijkheden;<br />
ontwikkelen en grenzen verleggen;<br />
• verwachtingen uitspreken over de invulling van de rol<br />
of de functie en hierop met consistentie sturen;<br />
• talent benaderen voor een bepaalde rol of functie;<br />
• ambitie, doorzettingsvermogen, professionaliteit, 100<br />
procent inzet en de ‘lat hoog leggen’ continu benadrukken<br />
en stimuleren;<br />
• successen vieren;<br />
• genieten van persoonlijke prestaties en de prestaties<br />
van anderen;<br />
• samenwerken als team; sociale aspect, elkaar helpen,<br />
plezier hebben et cetera;<br />
• leren verliezen: tegenslagen kunnen accepteren, daarna<br />
weer doorgaan en er sterker ‘uitkomen’;<br />
• met het gehele team continu doorontwikkelen naar een<br />
hoger niveau; ieder met zijn eigen mogelijkheden en<br />
onmogelijkheden.<br />
Persoonlijk vind ik topsport – en dan vooral teamsport<br />
– als metafoor zeer goed bruikbaar en passen binnen de<br />
organisatie van een operatiecentrum. Het klinkt idealistisch<br />
en daarmee makkelijk te relativeren, maar het is<br />
ook slechts beeldspraak. Daarnaast haal ik als sportliefhebber<br />
veel ontspanning en inspiratie uit het zelf sporten.<br />
Het geeft een bepaalde fysieke conditie en fitheid die<br />
nodig is voor het werk. Minstens zo belangrijk zijn voor<br />
mij echter de sociale kant van sport, de uitdaging, de ontwikkelingsmogelijkheden<br />
en het plezier.<br />
30 <strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012
Overeenkomsten tussen operatiecentrum en topsport<br />
Rol/functie topsport Rol/functie<br />
operatiecentrum<br />
Positionering en uitvoering van de rol/functie<br />
Raad van<br />
Divisiebestuur Bewaakt en stuurt op afstand. Eindverantwoordelijk voor en stuurt op de strategische/tactische<br />
commissarissen<br />
hoofdlijnen en doelstellingen.<br />
Algemeen directeur Bedrijfsleider <strong>OK</strong> Tactisch/operationeel verantwoordelijk manager aangaande bedrijfsvoering, zorginhoudelijke<br />
processen, beleid en de resultaten.<br />
Trainer/coach Unitmanager <strong>OK</strong> Operationeel leidinggevende van het team. Verantwoordelijk voor alle zaken binnen het team.<br />
Stuurt de individuele professionals en de leerlingen (nieuwe talenten) aan, coacht en motiveert<br />
deze. Nauw betrokken bij het werven van nieuwe teamleden. Neemt beslissingen wanneer iemand<br />
niet naar verwachting presteert. Bepaalt het rooster (‘de selectie’) en bewaakt de weekindeling<br />
(‘de opstelling’). Stuurt en coacht vanaf de zijlijn en ‘speelt’/opereert zelf niet mee;<br />
is wel een doorgewinterde professional die uitgebreide ervaring heeft op eenzelfde niveau.<br />
Participeert in projecten en dagelijkse operationele coördinatie. Bewaakt teamsfeer en cultuur<br />
en stuurt de groepsprocessen. Werkt mee in het opstellen en uitvoeren van het operationele/<br />
tactische afdelingsbeleid. Heeft een groot en belangrijk aandeel in het uiteindelijke resultaat<br />
van het team.<br />
Aanvoerder Senior<br />
Vervult binnen het team de rol van aanvoerder. ‘Speelt’/opereert zelf mee in een voorbeeld-<br />
operatieassistent functie. Steekt letterlijk en figuurlijk de nek uit binnen het team. Neemt in diverse situaties<br />
de verantwoordelijkheid om teamgenoten inhoudelijk bij en aan te sturen, te motiveren of te<br />
remmen. Is de ‘rechterhand’ van de unitmanager, heeft een korte lijn met de unitmanager.<br />
Werkt veel samen met de vakspecialisten van één of meer specialismen. Levert input voor jaargesprekken<br />
en voert deze samen met de unitmanager. Een echte aanvoerder en regelaar in het<br />
operationele zorgproces, en draagt die verantwoordelijkheid op ieder moment. Contactpersoon<br />
voor collega’s voor vakinhoudelijke zaken, heeft ook verantwoordelijkheid/bevoegdheid om te<br />
bepalen: zelf oplossen of doorgeven aan de unitmanager?<br />
Verdedigers, links- en Operatieassistent Teamspeler met zorgspecifieke kwaliteiten (‘specifieke spelpositie’) en specifieke kennis- en<br />
rechtsbuiten en vakspecialist vaardigheden binnen één of meer specialismen. Excelleert in dat specialisme en is volledig op<br />
middenvelders<br />
de hoogte van specifieke ontwikkelingen. Heeft specifieke taken binnen dit/deze specialisme(n).<br />
Kan daarnaast het vak operatieassistent in de breedte uitoefenen. Is medeverantwoordelijk voor<br />
de verspreiding van kennis en vaardigheden behorend bij het specifieke vakgebied. Heeft vakinhoudelijke<br />
afstemming met de desbetreffende senior.<br />
Spitsen Snijdende Medisch specialisten. Moeten ‘de goals’ maken, voeren de operaties uit. Alle processen zijn<br />
specialismen erop gericht hen te bedienen en te ondersteunen, zodat zij de operaties bij de patiënten goed en<br />
doelmatig kunnen uitvoeren.<br />
Hoofd opleidingen Praktijkoplei- Aanvoerder van de praktijkopleiding op de <strong>OK</strong>. Belangrijke schakel in het naar boven hadingscoördinatorlen<br />
van toekomstige collega’s (jonge talentvolle spelers). Werving en selectie. Begeleiding.<br />
Fysiotherapeut,<br />
clubarts, masseur,<br />
sportpsycholoog<br />
Materiaalman,<br />
grasverzorger,<br />
administratie<br />
Beoordeling tot diplomering. Coördinator van de praktijkopleiders, werkbegeleiders,<br />
leerling- operatieassistenten.<br />
Stafadviseurs Team van ondersteunende staf. Van grote waarde voor team en afdeling. Gespecialiseerd in<br />
Medische<br />
administratie,<br />
Logistieke dienst,<br />
Centrale sterilisatie,<br />
Schoonmaak<br />
bijvoorbeeld kwaliteit, veiligheid, ICT of managementinfomatie. Werken ter ondersteuning van<br />
leiding of individuele medewerkers<br />
Zonder deze mensen kan niet geopereerd/gesport worden.<br />
Onmisbaar in de processen. Dragen daardoor voor een<br />
belangrijk deel bij aan de resultaten.<br />
Scheidsrechter Programma- Dagelijkse/operationele ‘baas’ op de werkvloer/het speelveld. Heeft mandaat, macht en gezag<br />
coördinator/dag om het dagelijkse proces te bewaken, te coördineren en te sturen. Anticipeert op allerlei<br />
coördinator situaties, neemt midden in het speelveld van de professionals bindende beslissingen op basis<br />
van de geldende spelregels/beleid/<strong>OK</strong>-reglement.<br />
Publiek Buitenwereld Het publiek en de media zijn zeer geïnteresseerd in de ontwikkelingen in de ‘topsport’/<br />
medische wereld; de schijnwerpers staan erop gericht<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012 31
Bedrijfsvoering <strong>OK</strong>-complexen<br />
Het project Benchmarking <strong>OK</strong> is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een volwassen<br />
samenwerking tussen de acht UMC’s in Nederland.<br />
Tekst: E. Veen-Berkx, projectleider en onderzoeker Benchmarking <strong>OK</strong> UMC’s; S.L.W. Schoch, themadirecteur Spoed, Perioperatief en Intensief Erasmus<br />
MC; prof. dr. G. Kazemier, chirurg en hoogleraar Hepatobiliaire Chirurgie en Transplantatie VUmc<br />
Benchmarking in de gezondheidszorg is een trend. Een<br />
aantal benchmarktrajecten is in de loop der jaren structureel<br />
van aard geworden, een aantal is gesneuveld. Het<br />
project Benchmarking <strong>OK</strong> is inmiddels acht jaar aan de gang. Is<br />
het gelukt de doelstelling te halen: een goede benchmark te organiseren<br />
en verbeterprocessen op gang te krijgen en te houden?<br />
In 2004 startten Mark van Houdenhoven en Geert Kazemier het<br />
project Benchmarking <strong>OK</strong> binnen de Nederlandse Federatie van<br />
Universitair Medische Centra (NFU). In dit project wordt door<br />
alle operatiekamercomplexen binnen de NFU samengewerkt.<br />
Het doel was en is om van elkaar te leren door het onderling<br />
vergelijken van kwantitatieve en kwalitatieve prestaties van die<br />
<strong>OK</strong>-complexen en zo te komen tot verbeteringen en vergroting<br />
van doelmatigheid. 1 Na ruim acht jaar vragen wij ons af: wat zijn<br />
de resultaten en wat zouden andere organisatieonderdelen in<br />
de curatieve zorg kunnen leren van deze benchmark? Om geen<br />
appels met peren te vergelijken is het van belang dat gebruik<br />
wordt gemaakt van eenduidige definities van uitkomsten en<br />
prestaties. Van Houdenhoven schreef in 2006 in Medisch Contact:<br />
‘Goed vergelijken is echter alleen mogelijk als de deelnemers<br />
dezelfde taal spreken, dat wil zeggen met een eenduidig registratiesysteem<br />
werken waarmee de relevante momenten in het<br />
<strong>OK</strong>-proces ondubbelzinnig worden gedefinieerd.’ Hiertoe werd<br />
het model ‘Tijdregistratie <strong>OK</strong>’ ontwikkeld. In dit model zijn eenduidige<br />
definities van alle relevante registratiemomenten in het<br />
<strong>OK</strong>-proces vastgelegd en vastgesteld. 2 Sinds 2005 worden data uit<br />
de verschillende operatieregistratiesystemen van de acht UMC’s<br />
ieder kwartaal opgeslagen in een database. Het model ‘Tijdregistratie<br />
<strong>OK</strong>’ en de daarop gebaseerde prestatie-indicatoren zijn<br />
eenduidig, compleet, relatief eenvoudig en voor iedereen die op<br />
een <strong>OK</strong> werkt herkenbaar. De benchmarkdatabase is omvangrijk<br />
en bevat inmiddels meer dan een miljoen datarecords, om<br />
precies te zijn: 1.017.525 <strong>OK</strong>-zittingen en 298.999 <strong>OK</strong>-dagen. De<br />
prestatie-indicatoren maken inzichtelijk hoe met de uitgedeelde<br />
<strong>OK</strong>-tijd wordt omgegaan. Een <strong>OK</strong>-dag wordt onder andere geëvalueerd<br />
met de ‘nettobenutting’: het percentage van de bedrijfstijd<br />
dat een patiënt aanwezig is op de <strong>OK</strong>. De onbenutte <strong>OK</strong>-tijd wordt<br />
vervolgens verklaard door ‘late start’, ‘wisseltijd’ en ‘vroeg einde<br />
leegstand’. De uitloop is niet meegenomen in de benutting.<br />
32 <strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012<br />
LEREN VAN ELKAAR<br />
Verbeteringen in de bedrijfsvoering werden pas een aantal jaar<br />
na de start van het project Benchmarking <strong>OK</strong> duidelijk zichtbaar<br />
in de cijfers. Dit kwam doordat de eerste jaren de focus<br />
lag op het beschrijven van de systeemkenmerken van de acht<br />
UMC’s en het ontwikkelen van een gezamenlijke taal om onderlinge<br />
uitwisseling van informatie zonder spraak verwarring te<br />
laten verlopen. Hiermee werden vertrouwen en een veilig leerklimaat<br />
gecreëerd. De laatste jaren kon het leerproces pas echt<br />
op gang komen.<br />
LATE START<br />
Leermogelijkheden komen vooral naar voren uit de prestatieindicatoren<br />
die de onbenutte <strong>OK</strong>-tijd verklaren. Bijvoorbeeld de<br />
verschillen in ‘late start’, een indicator om de aanvang van de<br />
<strong>OK</strong>-dag te beoordelen. De ‘late start’ is de tijd tussen de officiële<br />
start van de bedrijfstijd op een <strong>OK</strong> (doorgaans 8.00 uur) en de<br />
aankomst van de eerste patiënt op die <strong>OK</strong>. Te laat starten bleek<br />
regelmatig voor te komen. Een analyse van de verschillen in de<br />
duur van late start in minuten en de frequentie uitgedrukt in<br />
aantal per <strong>OK</strong>-dag, aangevuld met een studiemiddag over dit<br />
onderwerp, heeft verschillende verbeterstrategieën opgeleverd<br />
om late start te reduceren. Bijvoorbeeld de afspraak met de IC<br />
omtrent mogelijkheden om tijdelijk een overbed te creëren.<br />
Of de afspraak met de IC dat de <strong>OK</strong> niet altijd meer hoeft te<br />
wachten met het opstarten van het programma totdat een ICbed<br />
is vrijgegeven. Het verlagen van het aantal en de duur van<br />
late starts op de <strong>OK</strong> bleek een direct positief effect te hebben op<br />
de benutting van beschikbare <strong>OK</strong>-tijd in een aantal UMC’s, en<br />
daarmee op het verbeteren van de efficiency.<br />
IMPLEMENTATIE RICHTLIJNEN<br />
Op kwalitatief niveau is geleerd van elkaars plannen van aanpak<br />
over het implementeren van richtlijnen ontwikkeld naar<br />
aanleiding van het traject Toezicht Operatief Proces (TOP) van<br />
de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De time-outprocedure,<br />
de stopmomenten in het preoperatieve traject en de dubbelcheck<br />
bij het klaarmaken en toedienen van parenteralia zijn<br />
daarbij aan de orde geweest. Er worden formats uitgewisseld
gebaat bij benchmarking<br />
(bijvoorbeeld time-outprocedureposters) zodat niet steeds<br />
opnieuw het wiel uitgevonden hoeft te worden en alleen nog<br />
lokale aanpassingen nodig zijn.<br />
<strong>OK</strong>-PLANNING<br />
Waar eveneens veel aandacht voor is, en wat druk bezochte<br />
studiebijeenkomsten oplevert, is <strong>OK</strong>-planning. Het plannen van<br />
<strong>OK</strong>’s is een ingewikkeld proces. Als een planning niet realistisch<br />
is, kan dit nadelige gevolgen hebben voor de patiënt, doordat<br />
een operatie kort van tevoren moet worden afgezegd, maar<br />
ook voor het ziekenhuis. De <strong>OK</strong>-afdeling is de duurste plek van<br />
het ziekenhuis en een suboptimale benutting van die faciliteit<br />
heeft dus aanzienlijke financiële consequenties. Optimaliseren<br />
van het gebruik van <strong>OK</strong>’s door het reduceren van de planningsafwijking<br />
– waarmee het verschil tussen de geplande en gerealiseerde<br />
<strong>OK</strong>-zittingsduur wordt bedoeld – kan leiden tot minder<br />
afzeggingen, minder uitloop en minder onverwachte leegstand<br />
aan het einde van de dag.<br />
Kennis over de aanpak van projecten ter vermindering van de<br />
planningsafwijking werd succesvol met elkaar gedeeld, evenals<br />
spelregels waar snijdend specialisten zich aan moeten houden<br />
in relatie tot <strong>OK</strong>-planning. Een goed voorbeeld is het verplicht<br />
plannen met historische zittingstijden die per snijdend specialist<br />
na tien ingrepen opnieuw worden berekend.<br />
SUCCESFACTOREN<br />
Deze benchmark laat zien dat de operationele bedrijfsvoering<br />
van afdelingen gebaat is bij benchmarking. Hieraan liggen twee<br />
succesfactoren ten grondslag: kenmerken en werkmethoden<br />
beschrijven alvorens uitkomsten te vergelijken, en leren van<br />
elkaar actief stimuleren.<br />
NADRUK OP KENMERKEN EN WERKMETHODEN ALVORENS<br />
UITKOMSTEN TE VERGELIJKEN<br />
Vanaf het eerste uur is de <strong>OK</strong>-benchmark gericht op leren van<br />
elkaar. Daarmee is ingezet op het ontwikkelen van een langetermijnoriëntatie.<br />
De intentie om op lange termijn van elkaar<br />
te leren zorgde voor wederzijds vertrouwen. Essentieel in onze<br />
benchmark is dat eerst de kenmerken en werkprocessen van de<br />
organisaties werden beschreven. Pas wanneer kenmerken bekend<br />
zijn, kunnen prestatie-indicatoren worden ontwikkeld die<br />
vergelijkbaar zijn en zinvol om te vergelijken. Op deze manier<br />
kunnen de deelnemers zich herkennen in de uitkomsten van<br />
de indicatoren en wordt leren mogelijk. Het beschrijven van<br />
kenmerken en werkprocessen leverde direct al enkele opvallende<br />
resultaten en genoeg gespreksstof op. Tijdens de bespreking<br />
van het werkproces gedurende de avond, de nacht en het<br />
weekend bleken bijvoorbeeld interessante verschillen in inzet<br />
van dienstploegen. Het verschil zat vooral in het aantal mensen<br />
dat wordt ingezet in de nacht. Voor de kwaliteit van zorg is<br />
het belangrijk om met voldoende mensen alle specialismen te<br />
kunnen bedienen en om de beschikbaarheid bij acute spoed te<br />
kunnen garanderen. Ook voor het kostenaspect speelt de afweging<br />
mee om ófwel mensen in huis te hebben, ófwel hen op te<br />
roepen. Het verschil in aantal mensen ingezet tijdens de nacht<br />
is gedeeltelijk te verklaren doordat een aantal UMC’s bestaat uit<br />
meerdere fysiek gescheiden locaties die elk verantwoordelijk<br />
zijn voor hun eigen spoedopvang. Voor het andere deel hebben<br />
de <strong>OK</strong>’s naar aanleiding van de verschillen nog eens kritisch<br />
naar zichzelf en de alternatieven gekeken, waarna veranderingen<br />
zijn aangebracht in de inzet gedurende de nacht.<br />
LEREN VAN ELKAAR ACTIEF STIMULEREN<br />
Het project Benchmarking <strong>OK</strong> is de afgelopen jaren uitgegroeid<br />
tot een volwassen samenwerking tussen de UMC’s. Met behulp<br />
van het meetinstrumentarium is het de laatste jaren mogelijk<br />
om de logistiek en bedrijfsvoering van operatiekamers te meten<br />
en te vergelijken. Hiernaast worden gezamenlijk diverse<br />
deelprojecten op het gebied van logistiek, kwaliteit en patiëntveiligheid<br />
verzorgd. Sinds 2006 wordt ieder jaar een congres<br />
georganiseerd. Met elke keer meer dan 200 deelnemers en tientallen<br />
presentaties uit alle UMC’s zijn de congressen steeds een<br />
succes. Sinds 2010 nemen ook de operatieafdelingen van algemene<br />
en topklinische ziekenhuizen deel aan het congres. Hiernaast<br />
worden tweemaandelijks op een kleinschaliger niveau<br />
(gemiddeld 25 tot 30 deelnemers vanuit alle UMC’s) interactieve<br />
studiemiddagen rondom een specifiek thema georganiseerd.<br />
Benchmarken is veel meer dan het vergelijken van data. Het<br />
ontdekken van de verhalen achter de cijfers brengt nieuwe<br />
inzichten, en zo kan de bedrijfsvoering van de zorg beter en<br />
efficiënter worden georganiseerd.<br />
VOETNOTEN<br />
1. Hoorn A van, Wendt I. Benchmarking: een kwestie van leren. De<br />
resultaten van drie jaar Benchmarking <strong>OK</strong>. Houten, 2008.<br />
2. Houdenhoven M van. ‘Eenduidige tijdregistratie operatiekamers’.<br />
Definitiesysteem maakt vergelijking werkprocessen<br />
mogelijk. Medisch Contact 2006; 61(2):52-54.<br />
Met dank aan alle leden van de stuurgroep en kerngroep<br />
Benchmarking <strong>OK</strong> met vertegenwoordigingen uit het AMC,<br />
azM, Erasmus MC, LUMC, UMCG, UMC St Radboud, UMCU<br />
en VUmc.<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012 33
34 <strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012
Maurice Sluik (ZGT):<br />
‘Goed kijken, veel leren’<br />
Bestuurskundige, lid van de VVD-steunfractie Oldenzaal (en voormalig kandidaat-Statenlid Overijssel): niet<br />
direct het profiel waaraan je denkt bij een operationeel leidinggevende zorgproces Anesthesiologie. Toch zit<br />
Maurice Sluik (36) in die functie al bijna twee jaar perfect op zijn plek in het ZGT, vooral dankzij de plezie-<br />
rige werkcultuur. Wat een reorganisatie gaat brengen, is nog onbekend.<br />
Tekst: Linda van Pelt | Foto’s (inclusief themacover): Robin Kamphuis<br />
Kun je geboren zijn voor de zorg? Maurice Sluik ontkent<br />
het niet, maar heeft zelf als jonge jongen nooit toekomstdromen<br />
gehad over een loopbaan in de medische<br />
wereld. Zijn persoonlijke drijfveer was iets doen voor de maatschappij.<br />
‘Zolang ik me kan herinneren, had ik de wens tijd en<br />
energie te investeren in dingen waarvan de wereld een beetje<br />
mooier kan worden. Wij leven hier in een westers land, waar<br />
je kunt studeren en waar alles goed geregeld is. Dat is puur<br />
geluk. Maar het echte succes staat of valt met mensen die<br />
bereid zijn iets terug te doen’, klinkt het als spraakwaterval.<br />
‘Wie weet had ik kunnen kiezen voor een commerciëlere<br />
functie en misschien veel meer kunnen verdienen. Maar voor<br />
mij is geld niet de enige drijfveer in het leven. Ik beschouw<br />
het als een betere beloning als ik met een goed gevoel naar<br />
huis ga.’<br />
KORT EN KRACHTIG LEERMOMENT<br />
In de eindfase van zijn hbo-studie, Bestuur en Recht aan de<br />
Hogeschool Enschede, had Sluik een kort en krachtig leermoment.<br />
Zijn eerste sollicitatiegesprek strandde bij de eerste<br />
vraag.<br />
‘Jij wilt manager worden. Wat wil je dan managen?’<br />
Drie seconden bedenktijd, meer werd hem niet gegund.<br />
‘Koeien? Schapen?’ En voorbij was de eerste sprong naar een<br />
stap op de carrièreladder, nog sneller dan de populaire elevatorpitch<br />
waarin mensen zich binnen een minuut moeten zien<br />
te profileren.<br />
Hoewel Maurice even uit het veld was geslagen, wist hij zich<br />
snel te herpakken en van de nood een deugd te maken. Voor<br />
vertrek vroeg hij zijn gesprekspartner om gerichte tips.<br />
‘Wil je manager worden? Zorg dan dat je een mensenmens<br />
Portret<br />
bent. En weet goed wat je niet wilt, dan blijft vanzelf over<br />
waar je je prettig bij voelt’, was de nuttige les waarmee hij<br />
even later weer buiten stond.<br />
DE KUNST AFKIJKEN<br />
De overbrugging tussen theorie en praktijk verloopt voor een<br />
kersvers afgestudeerde via learning on the job, als management<br />
trainee. Toen Maurice Sluik in 2000 zijn eerste schreden zette<br />
op de arbeidsmarkt, realiseerde hij zich direct hoe je het<br />
meest trefzeker ervaring opbouwt: door de kunst af te kijken.<br />
‘Ik vond het prima om onderaan te beginnen en te proberen<br />
vanuit die basis op te klimmen naar een hoger niveau. Met die<br />
aanpak zou ik beter begrijpen hoe de processen op de werkvloer<br />
verlopen’, belicht hij die motivatie van toen. ‘Verder gaf<br />
ik mijn ogen de kost. Door naar anderen te kijken, kun je veel<br />
leren. Ik heb verschillende leidinggevenden gehad, goede en<br />
minder goede. Allemaal hebben ze op hun eigen manier een<br />
zekere voorbeeldrol gespeeld.’<br />
BEGINNERSFOUT<br />
De gebeurtenis die uitmondde in wat Sluik zelf omschrijft als<br />
‘beginnersfout’ heeft zijn latere functioneren beïnvloed. Bij<br />
de verzekeringsmaatschappij waar hij in 2000 als trainee was<br />
begonnen, moest een afdeling gesaneerd worden. ‘Officieel<br />
omdat deze financieel niet goed draaide, maar dat was een<br />
drogreden, want veel kosten van andere afdelingen (korting<br />
op verzekeringen) werden op deze afdeling afgeboekt. Deze<br />
kon dus nooit eindigen met een positief resultaat’, schetst<br />
Maurice summier de situatie.<br />
Het interim-hoofd werd ingezet om 25 medewerkers te vertellen<br />
dat ze hun baan zouden verliezen. Die pikten dat niet<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012 35
zonder meer en eisten dat de directeur het verhaal persoonlijk<br />
zou toelichten. ‘Terecht’, aldus Sluik. ‘Baanverlies heeft immers<br />
gigantische impact op mensenlevens.’<br />
Bij het optreden van de directeur stond Maurice met zijn neus<br />
boven op fout één: deze bleef zich stug baseren op dezelfde<br />
valse motivatie voor het ontslag. ‘Hij was zo nerveus dat het hele<br />
schoteltje van zijn koffiekopje vol kwam te liggen met koffie<br />
door het trillen van zijn handen. Mijn beginnersfout is dat ik na<br />
afloop naar zijn kantoor op de zesde verdieping ben gegaan – ik<br />
was er nog eerder dan hij met de lift – om te vragen waarom hij<br />
niet eerlijk was geweest. Dat werd me niet in dank afgenomen.<br />
Een paar dagen later zat ik vier verdiepingen lager.’<br />
Maurice Sluik hecht nog steeds waarde aan openheid en eerlijkheid.<br />
‘Ik heb wel geleerd genuanceerder te communiceren.<br />
Dat wordt zeker als manager van je verwacht.’ Het onderlinge<br />
contact tussen leidinggevenden en medewerkers (en tussen<br />
collega’s onderling) vergelijkt hij wel eens met een politiek proces,<br />
waarbij niemand gezichtsverlies oploopt. ‘Dingen uitpraten<br />
op een zodanige manier dat mensen daarna samen verder<br />
kunnen. Een win-winsituatie met een laag afbreukrisico.’<br />
VOORUITLOPEN<br />
Van een baan als projectmanager bij een ICT-organisatie<br />
kwam Sluik in 2002 (voor zijn managementtraineeship) terecht<br />
in de medische wereld. Eerst als projectleider ‘meerkeuzesysteem<br />
arbeidsvoorwaarden’ en daarna als stafmedewerker<br />
Informatievoorziening en Financiën in de klinische farmacie<br />
van het Medisch Spectrum Twente.<br />
‘In de warme sfeer van de zorgsector voelde ik mij vrijwel<br />
meteen thuis. Maar er viel me ook iets op’, meldt hij met nog<br />
licht hoorbare verbazing. ‘Ik bleek zakelijker dan de bedrijfscultuur<br />
in het ziekenhuis. Ik zag echter ook dat de zorgsector<br />
zich ontwikkelde. Eerlijk gezegd leek het alsof ik een beetje<br />
op de zaken vooruitliep, en ik hoopte dat die voorsprong me<br />
misschien van pas kon komen.’<br />
Als ‘jonge hond’ – ‘ik ben inmiddels wat bezadigder, en<br />
wat grijzer’ – had Maurice zeker de ambitie om vanuit zijn<br />
staffunctie door te groeien. ‘Dat is de onuitgesproken wet in<br />
de ziekenhuiscultuur: mensen van binnen gaan bij vacatures<br />
voor. Dat vind ik ook logisch en eerlijk. Zij kennen de organisatie<br />
immers veel beter dan een onbekende van buiten die<br />
op hoog niveau instroomt en niet precies weet wat zich in de<br />
lagere regionen afspeelt.’<br />
Om zich goed voor te bereiden op de toekomst startte Sluik<br />
de studie zorgmanager. Met succes. In het voorjaar van 2008<br />
werd hij benoemd tot teamhoofd <strong>OK</strong> in het MST, verantwoordelijk<br />
voor de chirurgie.<br />
WAARSCHUWINGEN<br />
Terwijl Maurice ‘apetrots’ rondliep omdat hij benaderd was<br />
36 <strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012<br />
voor deze functie, werd in zijn directe omgeving sceptisch gereageerd.<br />
‘Door collega’s werd ik gefeliciteerd, maar verder …<br />
De reacties varieerden van een waarschuwend “oeh” tot zelfs<br />
“gecondoleerd”.’<br />
Maurice’ enthousiasme werd er niet minder om. ‘Gevoelsmatig<br />
was ik er klaar voor. Bovendien had ik de organisatie in de<br />
voorgaande jaren goed leren kennen, onder meer doordat ik<br />
een tijdje lid ben geweest van de ondernemingsraad, als voorzitter<br />
van de financiële commissie en vicevoorzitter van de<br />
commissie Zorg. Dat is trouwens een algemene tip voor iedereen<br />
met leidinggevende ambities: neem zitting in de OR, dan<br />
leer je de organisatie kennen vanuit een ander perspectief.’<br />
DOELTREFFENDE COMMUNICATIE<br />
Wat het precies betekent om leidinggevende <strong>OK</strong> te zijn, leerde<br />
Maurice Sluik in de praktijk. ‘Ondanks mijn flinke dosis enthousiasme<br />
moest ik enorm wennen. Aan de medische terminologie,<br />
het werken met de verschillende maatschappen en<br />
de mondigheid in de bedrijfscultuur. <strong>OK</strong>-mensen zijn over het<br />
algemeen extravert, to the point. Hun communicatie is doeltreffend,<br />
en het doel heiligt alle middelen. Voor mij was het een<br />
groot leerproces’, bekent hij.<br />
Zelf is Sluik stapsgewijs in zijn nieuwe rol gegroeid. Begin<br />
2010 maakte hij de overstap naar Streekziekenhuis Koningin<br />
Beatrix te Winterswijk, als manager <strong>OK</strong>. Door ervaringen met<br />
verbouwing, infectiepreventie, inkoop, dagcoördinatie en<br />
vooral het team is hij inmiddels als ‘een vis in het water’ in<br />
de ziekenhuiswereld. Soms bijna letterlijk. ‘Door de taak van<br />
dagcoördinator zat ik in Winterswijk regelmatig in een glazen<br />
ruimte, “de vissenkom”. Dat vergroot de directe betrokkenheid.<br />
Als je ergens met je neus bovenop zit, leer je veel.’<br />
LIJSTJES MAKEN<br />
Vanaf begin 2011 werkt Sluik in zijn huidige baan: leidinggevende<br />
zorgproces Anesthesiologie in het ZGT te Hengelo.<br />
Onder die noemer is hij verantwoordelijk voor het anesthesiologische<br />
proces: de anesthesie, holding, recovery en pijnpoli.<br />
‘Terugblikkend lijkt het soms alsof jobhoppen voor mij een<br />
doel op zich is geweest, maar dat is niet het geval. Ik heb<br />
geen wensenlijstje van “carrièremoves”. Je moet wel eens een<br />
sprong maken en daar komt ook wat toeval en een dosis geluk<br />
bij kijken.’<br />
In zijn vrije tijd maakt Maurice wel van die lijstjes. Een cursus<br />
Italiaans is daar inmiddels van afgestreept. ‘Een impulsieve<br />
actie’, vertelt hij lachend. ‘Afgelopen zomer heb ik me aangemeld<br />
voor drie weken Italiaanse taalles in Toscane. Die hele<br />
periode heb ik gelogeerd op de zolder van Aurora en Renato,<br />
een Italiaans echtpaar op leeftijd met wie ik samen op regenachtige<br />
avonden naar Italiaanse films keek.’<br />
Vloeiend Italiaans spreken doet hij naar eigen zeggen nog niet.
‘Ik heb een magnifieke periode gehad. Er was één zinnetje dat<br />
ik al snel vloeiend kon uitspreken: “Excuses, ik heb mijn huiswerk<br />
niet gedaan, maar wel de Italiaanse cultuur bezocht.”<br />
Geproefd van die cultuur heeft hij volop. Vooral “gelato”.’<br />
De Poolse cursusgenoot die Maurice uitnodigde, heeft hij ook<br />
al bezocht. ‘Zo heb ik Krakow en Auschwitz gezien, ook twee<br />
prachtige ervaringen. Lijstjes maken is nuttig, maar je moet<br />
wel af en toe in actie komen om ook daadwerkelijk dingen<br />
te kunnen afstrepen. Dan is er ook weer ruimte voor nieuwe<br />
initiatieven. Als je wacht tot later, kom je er misschien nooit<br />
aan toe.’<br />
STOELENDANS<br />
Wat zijn werkzame toekomst in petto heeft, is nog onzeker<br />
voor Maurice Sluik. In verband met een op handen zijnde<br />
reorganisatie in het ZGT moeten alle leidinggevenden hun<br />
belangstelling aangeven in een persoonlijk gesprek. Volgens<br />
de officiële normen van de toegestane bandbreedte voor<br />
promotie kan het voor Maurice moeilijk zijn in aanmerking<br />
te komen voor de functie van manager van het nieuwe (uit<br />
samenvoeging ontstane) <strong>OK</strong>-complex.<br />
TALENTER ECHTE PROFESSIONALS IN<br />
ZORG, WERK EN INKOMEN<br />
<br />
Beschik jij over de juiste instrumenten om<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
‘Als een stoelendans met meer dansers dan stoelen’,<br />
omschrijft hij het proces. ‘Ik wil zeker niet voor de muziek<br />
uitlopen. Ik ga wel mijn interesse kenbaar maken<br />
voor de nieuwe functie, maar sta ook open voor nieuwe<br />
uitdagingen.’<br />
Zelfs buiten de zorg? ‘Dat sluit ik niet uit. Feit is dat ik veel<br />
geleerd heb in deze branche en die kennis neem je altijd<br />
met je mee. Het zou wel zonde zijn om hier weg te gaan,<br />
want de sfeer in dit ziekenhuis is heel plezierig. De term<br />
“gasthuis” wordt hier echt waargemaakt. We zijn gastvrij,<br />
niet alleen op papier, maar absoluut ook in de praktijk.<br />
Patiëntgerichtheid is een belangrijk speerpunt in ons beleid.<br />
Een goed grensverleggend initiatief van ons ziekenhuis is<br />
ZGT Overzee, sponsoring in financiën en middelen aan de<br />
derde wereld. Het past in onze bedrijfscultuur om ook te<br />
denken aan dat belang.’<br />
‘Hengelo is een hoogvolumeziekenhuis met veel productie,<br />
en we slagen er nog steeds in met z’n allen die plezierige sfeer<br />
en onderlinge betrokkenheid vast te houden’, stelt Sluik. ‘Wie<br />
weet zit dat hier in het oosten van Nederland wel in de genen?<br />
In ieder geval ben ik trots op het team.’<br />
<strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012 37
NVLO-informatie<br />
De NVLO is dé professionele en ondernemende beroepsvereniging voor<br />
leidinggevenden op de operatieafdeling.<br />
De vereniging stelt zich tot doel om de communicatie tussen leidinggevenden<br />
van operatieafdelingen te bevorderen, informatie te verstrekken, op persoonlijk<br />
en juridisch vlak te ondersteunen, en onderwijs en managementtraining te<br />
geven. De NVLO heeft de status van beroepsvereniging.<br />
Voordelen lidmaatschap<br />
- Acht keer per jaar het vakblad <strong>OK</strong> Operationeel gratis thuisbezorgd. <strong>OK</strong><br />
Operationeel bevat ieder nummer een managementkatern van minimaal<br />
acht pagina’s, waarin het vak van leidinggevende <strong>OK</strong>, de toepassingen van<br />
leiderschap en de diversiteit van de beroepspraktijk in beeld worden gebracht.<br />
Het katern brengt inspiratie, professionalisering, visie, verbondenheid en de<br />
mogelijkheid om kennis en ervaring te delen met collega-leidinggevenden <strong>OK</strong>.<br />
- Korting op het jaarlijkse congres. Een unieke gelegenheid om te netwerken en<br />
je kennis te verbreden.<br />
- Minimaal eenmaal per jaar een themadag waarbij een professioneel<br />
onderwerp centraal staat.<br />
- Verder is de NVLO actief op het gebied van contacten met het bedrijfsleven,<br />
diverse overheidsinstanties en andere belangrijke instanties die vormgeven<br />
aan de operatieve zorg in Nederland.<br />
Lid worden<br />
Elke leidinggevende die op de operatieafdeling werkt binnen één van de drie<br />
disciplines chirurgie, anesthesie of recovery en een formele benoeming heeft,<br />
kan lid worden van de vereniging. Lid worden kan via de website van de NVLO.<br />
Surf naar www.nvlo.nl. De kosten voor het lidmaatschap bedragen € 150,00<br />
per jaar. Deze kosten worden door middel van automatische incasso geïnd. Het<br />
lidmaatschap is persoonlijk en loopt van 1 januari tot en met 31 december.<br />
Lidmaatschap opzeggen?<br />
Mail naar info@nvlo.nl. Opzegging van het lidmaatschap uiterlijk twee<br />
maanden voor de start van het nieuwe kalenderjaar.<br />
Bestuur<br />
Eduard Monteban, Voorzitter<br />
emonteban@nvlo.nl<br />
06-54 73 67 42<br />
Christa Tigchelaar, Secretaris en<br />
penningmeester<br />
info@nvlo.nl<br />
06-513 407 26<br />
Jan Bronts, Website<br />
jbronts@nvlo.nl<br />
06-54 68 26 43<br />
Jeannette Ronchetti, Redactie<br />
(Zie onder redactie <strong>OK</strong><br />
Management-katern)<br />
Mimoen Ahmidi, Sponsoring en<br />
marketing<br />
06-22 77 88 72<br />
Column Jeannette en Marianne<br />
Bouw jij met ons mee?<br />
Zoals tijdens de laatste<br />
ledenvergadering is besproken,<br />
verkeert de NVLO in zwaar weer.<br />
Voorzitter Eduard Monteban deed in<br />
het vorige nummer op deze plaats al<br />
een oproep om mee te denken over de<br />
toekomst van de vereniging.<br />
Langs deze weg willen wij je uitdagen<br />
om niet alleen na te denken over de<br />
toekomst van de vereniging, maar<br />
ook over de toekomst van ons blad<br />
<strong>OK</strong> Management. Het maken van een<br />
managementkatern is soms ook te<br />
vergelijken met topsport. Het is elk<br />
nummer weer een uitdaging om<br />
boeiende onderwerpen te verzamelen<br />
die in de smaak vallen bij onze leden.<br />
Het valt niet mee naast je gewone<br />
werk op de <strong>OK</strong> ook nog op zoek te<br />
moeten gaan naar onderwerpen, en<br />
dat met een beperkt budget.<br />
Na twee jaar de redactie gedaan<br />
te hebben heeft onze inspiratie<br />
38 <strong>OK</strong> MANAGEMENT DECEMBER 2012<br />
een nieuwe boost nodig. Daarom<br />
organiseren wij in januari een<br />
bijeenkomst in het land om met de<br />
leden te discussiëren over de opzet en<br />
inhoud van <strong>OK</strong> Management.<br />
Welke onderwerpen wil je graag lezen<br />
in het magazine? Wat vind je van de<br />
opzet van het katern, en vooral ook:<br />
heb je goede ideeën voor nieuwe<br />
onderwerpen? Vind jij het leuk om<br />
met ons mee te denken en mee te<br />
bouwen aan de toekomst van ons blad<br />
<strong>OK</strong> Management? Meld je dan aan via<br />
Redactie <strong>OK</strong> Management-katern<br />
Menno Goosen, Hoofdredacteur<br />
okmanagement@<br />
y-publicaties.nl<br />
020-520 60 77<br />
Marianne van Dongen, Redactie<br />
okmanagement@<br />
y-publicaties.nl<br />
Jeannette Ronchetti, Redactie en<br />
bestuurslid NVLO<br />
jronchetti@nvlo.nl én<br />
okmanagement@y-publicaties.nl<br />
06-55 73 33 11<br />
Adverteren:<br />
Cross Advertising<br />
010- 742 10 23<br />
gezondheidszorg@<br />
crossadvertising.nl<br />
www.crossmedia nederland.com<br />
jronchetti@nvlo.nl. Aan de hand van<br />
de aanmeldingen worden de datum en<br />
de locatie bepaald.<br />
Wij rekenen op de hulp en steun<br />
van onze leden. We kunnen het als<br />
bestuur niet alleen. Dus … geef je op<br />
voor deze bijeenkomst.<br />
Veel leesplezier!<br />
Jeannette Ronchetti en<br />
Marianne van Dongen<br />
okmanagement@y-publicaties.nl<br />
Foto: Menno Goosen
COLOFON<br />
<strong>OK</strong> Operationeel is hét vakblad voor operatieassistenten,<br />
anesthesiemedewerkers en leidinggevenden van operatieafdelingen.<br />
Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij<br />
Y-Publicaties in samenwerking met de LVO (Landelijke<br />
Vereniging van Operatieassistenten) en de NVLO (Nederlandse<br />
Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling.<br />
<strong>OK</strong> Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is<br />
8.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle<br />
LVO- en NVLO-leden. Verdere verspreiding vindt plaats onder<br />
alle <strong>OK</strong>-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen, particuliere<br />
klinieken en opleidingscentra.<br />
Redactie<br />
Hoofdredacteur/bladmanager: Menno Goosen:<br />
okoperationeel@y-publicaties.nl<br />
Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder:<br />
penningmeester@lvo.nl/040-253 89 21<br />
Redactiecoördinatoren NVLO: Jeannette Ronchetti en<br />
Marianne van Dongen: okmanagement@y-publicaties.nl<br />
Kopij of vragen voor <strong>OK</strong> Operationeel kunt u sturen naar alle<br />
genoemde e-mailadressen.<br />
Uitgeverij<br />
Y-Publicaties<br />
Postbus 10208<br />
1001 EE Amsterdam<br />
Telefoon: 020-520 60 77<br />
E-mail: info@y-publicaties.nl<br />
www.y-publicaties.nl<br />
Kijk ook op onze website www.oknieuws.nl<br />
Uitgever: Ralf Beekveldt<br />
Hoofdredacteur/bladmanager: Menno Goosen:<br />
m.goosen@y-publicaties.nl<br />
Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Astrid van Pelt,<br />
Linda van Pelt, Linda Zoon<br />
Beeldredactie: Menno Goosen<br />
Eindredactie: Marloes van Hoorn<br />
Fotografen: Johannes Abeling, Jos Heijnen, Eric van<br />
Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp<br />
Tekstcorrectie: Marijn Mostart<br />
Lay-out: Thomson Digital<br />
Opmaakbegeleiding: Hans Jansens (Impaginator.nl)<br />
Druk: BalMedia<br />
Advertenties<br />
Cross Advertising<br />
Westerkade 2<br />
3116 GJ Schiedam<br />
Telefoon: 010-7421023<br />
E-mail: gezondheidszorg@crossadvertising.nl<br />
Web: www.crossmedianederland.com<br />
Abonnementen<br />
Voor abonnementen, vragen over het abonnement of<br />
adreswijzigingen:<br />
SP Abonneeservice<br />
Postbus 105<br />
2400 AC Alphen a/d Rijn<br />
Telefoon: 0172-476085<br />
E-mail: info@spabonneeservice.nl<br />
Toezending van <strong>OK</strong> Operationeel is voor LVO- en NVLO-leden<br />
onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden<br />
vanaf 2013 de volgende abonnementsprijzen:<br />
Jaarabonnement: € 65,50<br />
Losse nummers: € 8,50<br />
Abonnementen buiten Nederland: € 82,50<br />
Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten.<br />
Prijswijzigingen voorbehouden.<br />
Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk<br />
twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij<br />
niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch<br />
met een jaar verlengd.<br />
© 2012 <strong>OK</strong> Operationeel<br />
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder<br />
schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming<br />
van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor<br />
informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen,<br />
aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid.<br />
Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen<br />
gegevens houden zij zich aanbevolen.<br />
ISSN 1872-6712<br />
Bakkie troost<br />
Op de <strong>OK</strong> worden miljoenen geïnvesteerd in geavanceerde medische apparatuur,<br />
die vervolgens in een hoekje staat te verstoffen. Op de prominentste<br />
plaats van de afdeling staat het apparaat dat het meest gebruikt wordt: de<br />
koffiemachine. Maar dat ding mag geen cent kosten en wordt tot overmaat<br />
van ramp nog op z’n ‘zunigst’ ingesteld ook. Ik vraag me af hoe het kan dat<br />
die koffie nog bruin is, want smaak zit er niet aan en er is geen enkele relatie<br />
met koffiebonen te ontdekken.<br />
Wantrouw vooral automaten met veel knopjes. Als je de koffiespecialiteiten<br />
leest, sta je je te verkneukelen, maar de betovering is voorbij na de eerste<br />
slok. Naar de kraan lopen moet je sowieso: óf je hebt je mond verbrand, óf je<br />
wilt de smaak wegspoelen. Koffiepauzes van een kwartier zijn te kort om dit<br />
allemaal fysiek en emotioneel te verwerken.<br />
Cappuccino uit automaten is loeiheet spul, met daarop een wonderbaarlijk<br />
tot stand gekomen melkschuimseltje, waar geen koe aan te pas is gekomen.<br />
Het schuim is trouwens alweer verdwenen als het bakkie op drinktemperatuur<br />
is. Bestel je café crème, dan doet de schrijfwijze je vermoeden dat je een<br />
exclusieve Franse spécialité krijgt opgediend, de crème de la crème van de<br />
koffie zal ik maar zeggen. Je fantasie kan even op hol slaan. Je ziet jezelf al zitten<br />
in de Folies Bergère met zo’n exquise koffietje en dames met veren in hun<br />
bilspleet voor je. Maar ook hier zal de illusie kort zijn. Met een beetje pech sta<br />
je even later met een bittere smaak weer bij een sinus pilonidalis. De crème<br />
blijkt namelijk bruin schuim dat zowel visueel als culinair gezien doet denken<br />
aan sop waarin sportsokken zijn gewassen. Latte macchiato boer je vrijwel<br />
onmiddellijk weer op en je wordt van misselijkheid even wit als de latte zelf.<br />
‘Anno 1753’ staat er op het koffiezetapparaat op onze afdeling. Tweehonderdzestig<br />
jaar nadat de Ouwe Egbert begon met het maken van pleur is er aan<br />
kwaliteit niets gewonnen. Alleen is de firma – net als de koffie – uitgekookter<br />
geworden. Wegpleuren die apparaten.<br />
Het bakkie troost op de <strong>OK</strong> doet zijn naam geen eer aan. Ik word er juist<br />
verdrietig van.<br />
Paul Meijsen is operatieassistent in het Catharina-ziekenhuis en docent<br />
operatieve zorg en technieken aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven.
Proven meets Innovation<br />
Introducing Signature Personalised<br />
Patient Care* with the Oxford Partial Knee<br />
The most widely used and clinically proven 1 partial knee system in the world, combined<br />
with an industry leading image-based approach to personalised patient care offers<br />
surgeons tools for preoperative planning and creation of patient-specific positioning<br />
guides designed to increase OR efficiency.<br />
Signature System Partial and Total Knee Applications Available Now. Only from Biomet.<br />
*A collaborative partnership with Materialise N.V.<br />
1. Price, A. and Svard, U. A Second Decade Lifetable Survival Analysis of the Oxford<br />
Unicompartmental Knee Arthroplasty. Clinical Orthopaedics and Related Research.<br />
Published Online 13 August 2010.<br />
biomet.nl +31 786 292 929<br />
©2012 Biomet ® . All trademarks herein are the property of<br />
Biomet, Inc. or its subsidiaries unless otherwise indicated.<br />
0081.0 KW | soxnt<br />
SM<br />
One Surgeon. One Patient.