25.09.2013 Views

van zeggen - Fenac

van zeggen - Fenac

van zeggen - Fenac

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

moge duidelijk zijn dat een en ander een sterke ondersteuning<br />

voor het geheugen voor taal betekent.<br />

Op het einde <strong>van</strong> de voorschool kunnen de kinderen wel<br />

een honderd <strong>van</strong> dergelijke lesjes geleerd hebben,<br />

welke ze in hun associatie-schriften bewaren. Vaak bevatten<br />

ze alles bijeen een flexibele woordenschat <strong>van</strong><br />

een 600, soms zelfs 1000 woorden. - Het is de bedoeling,<br />

dat ook de ouders in deze geest met hun kinderen<br />

werken.<br />

Dit gaat zo door tot ongeveer 8-9 j. leeftijd. Op die leeftijd<br />

worden de associatie-schriften of dagboeken meer en<br />

meer albums, waarin de kinderen wat ze geleerd hebben<br />

bij elkaar houden.<br />

Omdat dit leesmateriaal enkel normale gesprekstaal bevat,<br />

worden de taalvormen aan de kinderen niet geprogrammeerd<br />

gepresenteerd, maar flexibel gehouden,<br />

in een grote gevarieerdheid. Ze vormen een goudmijn<br />

voor het werk <strong>van</strong> het 'geleid ontdekkend leren' <strong>van</strong> de<br />

structuur <strong>van</strong> de taal. Omdat de meeste woorden <strong>van</strong> de<br />

kinderen zelf 'opge<strong>van</strong>gen' zijn, worden zij gemotiveerd<br />

ze natuurlijkerwijze te gebruiken, ook buiten de klas: de<br />

kinderen worden natuurlijkerwijze oraal en verbaal, als<br />

door een moedertaal.<br />

3. Het ontdekkende leren <strong>van</strong> de taalstructuur<br />

We onderscheiden, vooral in de lagere klassen:<br />

'gesprekken <strong>van</strong> hart tot hart' waarbij de empathie<br />

voorop staat:<br />

'taal-gesprekslessen' waarin het taai-ontdekkende leren<br />

voorop staat met ook correct spreken.<br />

In de eerste soort lessen probeert men de voortgang <strong>van</strong><br />

het gesprek zo min mogelijk te onderbreken. Zegt een<br />

kind een foute zin, gebruikt het een fout woord enz. en<br />

kan dat snel verbeterd worden, dan geschiedt dat ook.<br />

Maar wanneer dit teveel tijd in beslag gaat nemen, zal de<br />

leerkracht een en ander proberen te onthouden om het<br />

later met het betrokken kind nog eens individueel door te<br />

nemen.<br />

In de 'taal-gesprekslessen' zal de leerkracht meer 'op<br />

ieder slakje zout leggen', d.w.z. de kinderen helpen zich<br />

correct uit te drukken, spreekfouten te corrigeren, tenzij<br />

dit aan de spreekleerkracht moet worden toevertrouwd,<br />

enz. Deze taalgesprekslessen betreffen dan vooral het<br />

'ontdekkende leren' <strong>van</strong> de structuur <strong>van</strong> de taal.<br />

Zo groeien 'gesprekken <strong>van</strong> hart tot hart' en 'taal-gesprekslessen'<br />

steeds meer naar elkaar toe. naarmate<br />

eventuele fouten sneller gecorrigeerd kunnen worden.<br />

Menig dovenonderwijzer meent, bewust of onbewust,<br />

dat het gebruiken <strong>van</strong> vrije, natuurlijke taal onmogelijk te<br />

combineren is met het leren <strong>van</strong> de taalstructuur, of<br />

hoogstens mogelijk is in zeer uitzonderlijke omstandigheden,<br />

als:<br />

hoge intelligentie:<br />

een heel sterk articulatorisch en visueel geheugen;<br />

een geheel normale en oraal eentalige omgeving;<br />

ouders met een grote inzet;<br />

grote ijver bij het kind;<br />

een vroegtijdige ontdekking <strong>van</strong> de doofheid met dien-<br />

100<br />

overeenkomstige behandeling;<br />

geen meervoudige stoornissen.<br />

Een duidelijk voorbeeld is Helen Keiler: niettegenstaande<br />

een totale doofheid en blindheid sinds 1 ;7 jaar, bereikte<br />

ze een volmaakte taai-controle en werd zelfs schrijfster.<br />

Persoonlijk ken ik meerdere prelinguaal doven, die een<br />

volmaakte taai-controle bereikten, te vergelijken met die<br />

<strong>van</strong> een 4-5 j. normaal horend kind, zowel in taai-verstaan<br />

als in taai-uiting, één op 10 j. leeftijd, twee andere<br />

op 12-13 j. leeftijd, dus altijd nog met een behoorlijke<br />

retardatie. Niettegenstaande dat: het is in wezen mogelijk.<br />

Is er nu een methode te bedenken, waardoor meer doven,<br />

ook in minder gunstige omstandigheden, bij vrij<br />

taalgebruik toch tot een volmaakte \aa\-controle komen,<br />

eventueel op latere leeftijd, en zo niet tot een volmaakte,<br />

dan toch tot een acceptabele taai-controle, zowel actief<br />

als passief? Wij menen <strong>van</strong> wel.<br />

a. Een paradoxale combinatie <strong>van</strong> vrij taalgebruik met<br />

desniettegenstaande leren beheersen <strong>van</strong> de taalstructuur?<br />

De geschiedenis <strong>van</strong> het dovenonderwijs doet ons, globaal<br />

gesproken, kennis maken met twee soorten <strong>van</strong><br />

methoden om prelinguaal dove kinderen de taal te leren<br />

beheersen:<br />

De constructivistische methoden,<br />

en de imitatieve of occasionele methoden.<br />

Door omstandigheden hadden wij de gelegenheid, <strong>van</strong>af<br />

1946 tot en met 1957, met beide methoden grondig<br />

kennis te maken. In de twee afdelingen, die ons instituut<br />

indertijd bezat, werd in de ene afdeling een vrije, imitatieve<br />

methode gevolgd, en in de andere een constructivistische.<br />

Wij moesten in beide afdelingen les geven,<br />

soms <strong>van</strong> het ene uur op het andere.<br />

De dove kinderen die een constructivistische methode<br />

volgden, schreven in het algemeen beter gestructureerde<br />

zinnen, maar wel vaak stijve, soms zelfs betekenisloze<br />

(b.v. 'Ik kwam in de klas voor ik op mijn stoel ging<br />

zitten'; wij noemden dit soort zinnen 'metselzinnen'); de<br />

mate <strong>van</strong> echte gespreksvoering in de klas was gering;<br />

het liplezen bleef achter omdat het door het geprogrammeerde<br />

werken te weinig werd uitgedaagd, hetzelfde wat<br />

betreft hoortraining; de kinderen maakten meer en meer<br />

gebaren onder elkaar en spraken minder.<br />

De dove kinderen die de occasionele methoden volgden,<br />

schreven in het algemeen minder goed gestructureerde<br />

zinnen, maar deze waren wel altijd betekenisvol en ook<br />

flexibel; er was veel echte gespreksvoering in de klas;<br />

het lezen <strong>van</strong> normale leesboeken was duidelijk beter;<br />

de kinderen waren ook meer oraal onder elkaar, spraken<br />

meer spontaan en maakten minder gebaren, zo zelfs dat<br />

ze zonder spreken elkaar haast niet konden begrijpen.<br />

Sinds 1955 echter begonnen wij te werken aan een<br />

derde weg, onze 'reflecterende moedertaal-methode',<br />

met deze vier karakteristieken:<br />

het vrije, spontane gesprek wordt centraal gesteld;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!