26.09.2013 Views

pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV

pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV

pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een grote bouwlocatie<br />

Bij de bouw van een groter nieuwbouwproject is het verstandig om<br />

de uitgangspunten voor de wijk(en) op basis van de eisen van het<br />

handboek vast te stellen. Het gaat dan over de indeling van de hele<br />

wijk, de locatie van de langzaamverkeerroutes etc. Op deze wijze<br />

wordt voorkomen dat een ontwikkelaar van een deelproject te<br />

maken krijgt met omissies in een aangrenzend project. In eerste<br />

aanleg wordt immers de ope<strong>nb</strong>are ruimte van de gehele wijk<br />

getoetst (S- en O-eisen) en vervolgens wordt gekeken naar het deelproject.<br />

Wanneer projecten in uitvoering zijn conform het handboek 2008 en de<br />

eisen uit de handboeken van <strong>2011</strong> op een relevant punt lichter zijn dan in<br />

de handboeken van 2008, dan mag de uitvoerder of projectleider op dat<br />

moment uitgaan van de lichtere eis. Er mogen niet naar eigen inzicht<br />

combinaties gemaakt worden. Als bij een vluchtvriendelijke slot er<br />

binnen één meter glas in of naast de deur zit, hoort daarvoor P5A te worden<br />

gebruikt. Nu de vluchtvriendelijke deur een aa<strong>nb</strong>eveling is geworden,<br />

dient er gekozen te worden voor een volledig correct uitgevoerde<br />

vluchtvriendelijke deur inclusief bijbehorende glasspecificaties of voor<br />

een andere deur dan de vluchtvriendelijke. Het is niet mogelijk om wel<br />

het vluchtvriendelijke slot en niet het juiste glas te plaatsen aangezien<br />

deze eisen bij elkaar horen.<br />

Aa<strong>nb</strong>evelingen<br />

Aa<strong>nb</strong>evelingen mogen, op verzoek van de opdrachtgever, mee beoordeeld<br />

worden. Wanneer zij niet worden gehaald, dan heeft dat geen<br />

invloed op het verkrijgen van het certificaat Veilige Wijk. Uiteraard kunnen<br />

aa<strong>nb</strong>evelingen die goed worden opgevolgd, bijdragen aan op maat<br />

gesneden oplossingen in de wijk. Vanuit het Politiekeurmerk Veilig<br />

Wonen wordt dan ook sterk aa<strong>nb</strong>evolen om de aa<strong>nb</strong>evelingen goed door<br />

te nemen en om een keuze te maken qua relevantie voor de nieuwbouwwijk.<br />

Voor de gemeente zijn gegevens van omliggende wijken zeer waardevol,<br />

zoals criminaliteitscijfers, trendanalyses over de ontwikkeling van<br />

het aantal i<strong>nb</strong>raken, meldingen van graffiti en vandalisme etc. Met deze<br />

gegevens kan rekening worden gehouden bij de opzet van de nieuw te<br />

realiseren wijk, zodat problemen met dergelijke vormen van overlast en<br />

criminaliteit in een vroeg stadium kunnen worden voorkomen.<br />

Vrije kavel en gefaseerd opleveren<br />

Het uitgangspunt voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw is<br />

de veilige wijk. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen kent een regeling voor<br />

individuele woningen, die in een wijk staan die nog niet geheel het<br />

Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw heeft ontvangen. Als een<br />

individuele woning aan de woningeisen van het keurmerk voldoet, kan<br />

de inspectie-instelling, bij wijze van uitzondering, toch een certificaat<br />

Veilige Woning afgeven. Dit kan bij de volgende gevallen:<br />

• Als er sprake is van een individuele woning op een vrije kavel.<br />

• Als een woningbouwproject gefaseerd wordt opgeleverd. Bewoners<br />

hoeven niet te wachten tot het gehele project is opgeleverd als dit<br />

jaren duurt. Een inspectie-instelling moet deze woningen dan nog wel<br />

keuren. Na de eindinspectie kan een certificaat Veilige Woning verstrekt<br />

worden indien de eisen van kavels (K), gebouw (G) en woning (W)<br />

in orde bevonden zijn en documentatie voorhanden is van de overige<br />

onderdelen. De ope<strong>nb</strong>are verlichting in de directe omgeving is dan al<br />

beoordeeld. Het certificaat Veilige Wijk zal dan in een later stadium na<br />

een afzonderlijke inspectie van de ope<strong>nb</strong>are ruimte worden afgegeven.<br />

• Het kan zijn dat, ondanks eerdere afspraken, de nieuwbouwwijk niet<br />

onder keurmerk wordt opgeleverd, maar een bewoner toch een certificaat<br />

Veilige Woning wenst. Dit kan gebeuren wanneer bijvoorbeeld<br />

een van de partijen zich niet aan de afspraken heeft gehouden. Het<br />

initiatief om een certificaat aan te vragen berust in deze situaties bij<br />

de betreffende bewoner of bewoners. Het is aan de bewoner om vervolgens<br />

de partij die het keurmerk heeft beloofd, aansprakelijk te stellen<br />

voor de gemaakte kosten voor de individuele eindinspectie van de<br />

woning door een inspectie-instelling. Het helpt in dergelijke gevallen<br />

als er bewijs is waarin staat vermeld dat de wijk en de woningen onder<br />

keurmerk zouden komen, bijvoorbeeld een brochure of een koopcontract.<br />

Wanneer de bewoner de opdracht verleent aan de inspectieinstelling<br />

dan zijn de kosten (in eerste instantie) voor rekening van de<br />

bewoner. Er is op dat moment geen garantie dat de bewoner de kosten<br />

terugkrijgt.<br />

In deze drie uitzonderingen wordt de woning inclusief de eventuele berging<br />

en garage door de inspectie-instelling geïnspecteerd aan de hand<br />

van de woningeisen. De bewoner neemt hiervoor zelf het initiatief. Ook<br />

wanneer er meerdere eigenaren zich aanmelden om in aanmerking te<br />

komen voor de regeling, wordt er niet steekproefsgewijs geïnspecteerd.<br />

Bij de gefaseerde opleveringsinspectie neemt de projectontwikkelaar/<br />

aannemer het initiatief en betaalt de rekening. Hier wordt steekproefsgewijs<br />

geïnspecteerd volgens een inspectiestaffel.<br />

I<strong>nb</strong>reidingslocatie<br />

Een nieuwbouwblok in de bestaande bouw of op een kleine bouwlocatie<br />

aan de rand van de gemeente, wordt beschouwd als i<strong>nb</strong>reidingslocatie.<br />

Hiervoor geldt dat niet alle eisen van toepassing zijn. De stede<strong>nb</strong>ouwkundige<br />

randvoorwaarden worden buiten beschouwing gelaten, omdat<br />

er aan de infrastructuur meestal niets gewijzigd kan worden. De ope<strong>nb</strong>are<br />

verlichting, eis O1, is niet van toepassing indien er slechts één<br />

gebouw of één rij woningen (maximaal twintig) wordt gebouwd en er<br />

vanuit de planvorming geen maatregelen aan de ope<strong>nb</strong>are verlichting<br />

worden genomen. De overige eisen uit het handboek gelden, indien van<br />

toepassing, wel voor een i<strong>nb</strong>reidingslocatie. Vragen hierover kunnen<br />

gesteld worden aan het betrokken adviesbureau of aan het PKVW-servicebureau<br />

van het CCV.<br />

Kennis en advies<br />

Wenst de opdrachtgever kennis in eigen huis te hebben, dan kunnen<br />

medewerkers opgeleid worden tot bouwplanadviseur om het gehele<br />

traject tot aan de eindinspectie zelf te begeleiden. Een andere mogelijkheid<br />

is om ervaren adviseurs in te huren, die het project voor de regiehouder<br />

al dan niet ter plaatse begeleiden.<br />

Landelijke beoordelingscommissie<br />

Voor meer zekerheid aan het begin van het traject kan de opdrachtgever<br />

gebruikmaken van de Landelijke beoordelingscommissie. Deze commissie<br />

beoordeelt het ingezonden plan, maar is geen adviesbureau. Zie voor<br />

meer informatie over de Landelijke beoordelingscommissie de website<br />

www.politiekeurmerk.nl.<br />

HANDBOEK NIEUWBOUW <strong>2011</strong> 9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!