pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV
pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV
pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
WAT Tunnels en onderdoorgangen voor langzaam verkeer zijn sociaal veilig en goed verlicht.<br />
Tunnels en onderdoorgangen kunnen zeer onaangename plekken zijn in<br />
het gebruik. Zij hebben meerdere kenmerken van plaatsen die mensen<br />
als onveilig ervaren. Zo ontbreekt bijvoorbeeld het informeel toezicht<br />
vanuit de omgeving. Basisgedachte achter eis O4 is om geen tunnels of<br />
onderdoorgangen in een plan op te nemen. Als een tunnel of onderdoorgang<br />
onvermijdelijk is, moet gekozen worden voor een zo sociaal veilig<br />
mogelijke oplossing.<br />
TUNNELS EN ONDERDOORGANGEN O4<br />
HOE • Tunnels korter dan vijftien meter zijn minimaal vier meter breed en minimaal drie meter hoog.<br />
• Tunnels langer dan vijftien meter zijn minimaal vijf meter breed en minimaal drie meter hoog.<br />
• Verschillende soorten verkeer gebruiken de tunnel of onderdoorgang.<br />
• Het fietspad, het voetpad en de rijweg liggen op gelijke hoogte en/of in het zicht van elkaar. Als wordt gekozen voor een aparte tunnel<br />
of onderdoorgang voor langzaam verkeer, dan is de breedte hiervan minimaal vijf meter en de hoogte ervan minimaal drie meter.<br />
• Daarnaast voldoen tunnels en onderdoorgangen aan de volgende eisen:<br />
- aan- en afvoer via een rechtstand, met een zichtlijn door de tunnel of onderdoorgang;<br />
- er is zicht op (de toegangen van) de tunnel en de onderdoorgang vanuit tenminste twee woningen, op een maximale afstand van<br />
75 meter. Er zijn bij in- en uitgang geen zichtbelemmerende obstakels en/of groen;<br />
- de wanden van de tunnel of onderdoorgang zijn vlak. Er zijn geen nissen/inspringingen of onoverzichtelijke trappen;<br />
- in onderdoorgangen en tunnels ontbreken deuren die toegang geven tot de woning (zoals bij poortwoningen), individuele bergingen<br />
en/of bergingscomplexen.<br />
Zie ook G11<br />
Verlichting<br />
• Tunnels en onderdoorgangen voor langzaam verkeer - met een lengte die kleiner is dan tien maal de hoogte - hebben:<br />
- geen verlichting overdag;<br />
- ‘s avonds en in de nacht - gemeten op het wegdek – een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van minimaal 15 lux ( ), een<br />
gelijkmatigheid van 0,3 Uh en een kleurweergave van tenminste 60 (Ra).<br />
• Tunnels met een lengte die groter is dan tien maal de hoogte, hebben:<br />
- verlichting op hoofdlijnen concreet aangeven conform NSVV-richtlijn.<br />
Overzichtelijke fietstunnel<br />
Tip<br />
Voorzie muren en andere bereikbare constructiedelen van tunnels<br />
en onderdoorgangen van verfraaiingen, graffitiwerende coating of<br />
eenvoudig te reinigen materiaal.<br />
TOEPASSING EN INTERPRETATIE<br />
OPENBARE RUIMTE<br />
Goed overzicht is mogelijk in een rechte tunnel zonder aftakkingen, met<br />
goede verlichting. Verschillende soorten gebruikers (fietsers, voetgangers,<br />
automobilisten) gebruiken de tunnel.<br />
• Om de overzichtelijkheid te vergroten moeten aan- en afvoerwegen en<br />
de tunnel in één lijn liggen.<br />
• De wanden van tunnels en onderdoorgangen moeten om dezelfde<br />
reden recht zijn. In nissen en inspringingen van de wand kunnen zich<br />
mensen ophouden wat voor andere gebruikers van de tunnel een hinderlijke<br />
of gevaarlijke situatie kan opleveren.<br />
• De sociale controle wordt vergroot als zowel fietsers als voetgangers<br />
en auto’s van dezelfde tunnel gebruik maken en als de paden op gelijke<br />
hoogte en in het zicht van elkaar liggen.<br />
• Flauwe hellingen geven fietsers en voetgangers meer doorzicht.<br />
• Onderhoud is belangrijk. Voor tunnels gaat het hierbij vooral om de<br />
vervanging van verlichtingsarmaturen en het verwijderen van graffiti<br />
(zie onder andere eis O10).<br />
In onderdoorgangen ontbreken woning- en bergingsdeuren. Dit voorkomt<br />
nissen in wanden. Dit vermijdt het risico van een hangplek voor<br />
een entree van de woning. Juist in onderdoorgangen blijven snel groepjes<br />
staan. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen gaat uit van het altijd veilig<br />
kunnen betreden van een woning.<br />
Nissen en dode hoeken<br />
Een nis is een inspringing. Deze inspringing heeft daarbij een minimale<br />
diepte van 40 centimeter en is tenminste twee keer zo breed als diep en<br />
maximaal drie keer zo breed als diep. Een dode hoek is een locatie die<br />
vanaf de looproute onoverzichtelijk is. Zie ook bijlage 2 Leidraad beoordeling<br />
onoverzichtelijke gedeelten in parkeergarages.<br />
HANDBOEK NIEUWBOUW <strong>2011</strong> 47