pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV
pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV
pkvw nb 2011 - R2B Inspecties BV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
GEBOUW<br />
G11 PARKEERGARAGE BEHOREND BIJ EEN COMPLEX VAN WONINGEN<br />
WAT Parkeergarages voor bewoners behorende bij een complex van woningen of woongebouw zijn sociaal veilig en goed beheerbaar.<br />
HOE • Een garage is afgesloten en alleen toegankelijk voor bewoners en/of bezitters van een parkeerplaats.<br />
• Buitenopeningen met een dagmaat van vijftien centimeter of groter moeten worden afgeschermd. Als de parkeergaragedeur in de<br />
buitengevel ook door fietsers gebruikt moet worden, dan moet er doorzicht zijn.<br />
• De toegang tot de parkeergarage vanuit het complex is afgesloten met een deur die voldoet aan eis G4.<br />
• In de parkeergarage mogen maximaal 25 individuele bergingen rechtstreeks uitkomen als er een gegarandeerde vrije ruimte is van<br />
minimaal één meter tussen de berging en het geparkeerde voertuig of de rijbaan, bijvoorbeeld door een hek of biggenruggen. Bij<br />
toepassing van biggenruggen dienen deze op minimaal 1,5 meter van de bergingsdeuren geplaatst te worden. Dit in verband met de<br />
overstek van de voor- of achterzijde van personenauto’s.<br />
• Als deuren van individuele bergingen in het parkeergedeelte liggen:<br />
- voldoet de deur aan eis G8;<br />
- ligt de bergingsdeur goed in het zicht;<br />
- is de berging goed bereikbaar via een looppad van minimaal één meter breed. Dit pad is afgeschermd voor auto’s.<br />
• Er is sprake van heldere, niet-verblindende en gelijkmatige verlichting over de hele oppervlakte van de ruimte, gemeten op de vloer,<br />
met een gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van tenminste 40 lux ( ), een gelijkmatigheid is 0,50 Uh en een kleurweergave<br />
van minimaal 60 (Ra).<br />
• Bij kleinschalige woongebouwen (maximaal 25 parkeerplaatsen) is de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte in de bijbehorende<br />
parkeergarage - op de vloer gemeten - tenminste 20 lux ( ) met een gelijkmatigheid van 0,50 Uh en een kleurweergave van<br />
tenminste 60 (Ra).<br />
• Voor de mogelijkheid tot dimmen in de parkeergarage zie G5.<br />
• Bij in- en/of uitgang(en) van parkeergarages voor auto’s is buitenverlichting aangebracht conform G4. Als de in- en/of uitgangen<br />
van de parkeergarage beneden het maaiveld ligt, is het verlichtingsniveau minimaal 15 lux (Egem) op de vloer en een gelijkmatigheid<br />
van 0,3 Uh. De kleurweergave bedraagt minimaal 60 (Ra).<br />
• De parkeergarage is overzichtelijk en sociaal veilig door:<br />
- dat stijgpunten en toegangen tot de entreehal, of andere gemeenschappelijke ruimten, zichtbaar zijn vanuit de garage;<br />
- doorzicht. Eventuele dode hoeken worden overzichtelijk gemaakt door het plaatsen van slagvaste spiegels (SKG KE 572);<br />
- identificatie van parkeerplaatsen;<br />
- bewegwijzering binnen de parkeergarage;<br />
- doorzicht vanuit het trappenhuis naar de hal/parkeervloer.<br />
• Andere collectieve voorzieningen vormen een apart compartiment in de parkeergarage met een toegangsdeur die voldoet aan eis G4.<br />
Zie ook O3<br />
Mensen ervaren parkeergarages vaak als onveilig en niet prettig. Parkeergarages<br />
maken deel uit van het woongebouw. Ze worden gebruikt<br />
door een vaste groep bewoners. Als onderdeel van het gebouw/complex<br />
valt de garage onder het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Voor parkeergarages<br />
bij een woongebouw gelden andere eisen dan voor ope<strong>nb</strong>are<br />
parkeergarages.<br />
De belangrijkste achtergronden bij het beoordelen van de sociale veiligheid<br />
van parkeergarages zijn controleerbaarheid en het voorkomen van<br />
anonimiteit. Als een parkeergarage bij een woongebouw gecombineerd<br />
wordt met een ope<strong>nb</strong>are parkeergarage moeten deze fysiek van elkaar<br />
gescheiden zijn (zie O3). Deze fysieke scheiding geldt ook voor toegangen<br />
vanuit de ope<strong>nb</strong>are parkeergarage naar het woongebouw en toegangen<br />
vanuit deze parkeergarage naar de ope<strong>nb</strong>are ruimte. Publiek kan dus<br />
niet vanuit het ope<strong>nb</strong>aar toegankelijke deel van de parkeergarage in de<br />
garage van het woongebouw (met eventuele bergingen) komen. Bezoekers<br />
vallen niet in de categorie bevoegden. Bevoegden zijn bewoners en<br />
sleutelkaarthouders, maar kunnen ook medewerkers van bedrijven zijn<br />
die in de plint van het gebouw werken. Deze medewerkers mogen dan<br />
geen toegang hebben tot andere algemene ruimten van het woongebouw.<br />
90 POLITIEKEURMERK VEILIG WONEN<br />
TOEPASSING EN INTERPRETATIE<br />
In praktijk is de inrichting van parkeergarages onder een woongebouw<br />
gebonden aan vele randvoorwaarden, door dragende constructies, leidingkokers<br />
etc. Kenmerken van een overzichtelijke garage zijn:<br />
• Doorzicht langs de parkeerplaatsen. Bij voorkeur kan iemand die de<br />
garage binnenkomt in één oogopslag de hele ruimte overzien;<br />
• Geen donkere hoeken waar iemand zich kan verstoppen;<br />
• Geen functieloze ruimten;<br />
• De route van de parkeerplek naar de entreehal is duidelijk aangegeven<br />
en in één oogopslag te overzien;<br />
• Deuren zijn makkelijk te hanteren en sluiten snel.<br />
Compartiment voor bergingen<br />
Deuren van individuele bergingen (boxen) liggen bij voorkeur in een<br />
apart compartiment, afgesloten met een deur die voldoet aan eis G4.<br />
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen geeft er de voorkeur aan dat bergingen<br />
of fietsenstallingen niet via parkeergarages worden ontsloten. Dit<br />
maakt het gebruik van deze voorzieningen onaantrekkelijk. Bij voorkeur<br />
hebben deze voorzieningen een directe, eigen ingang op de begane<br />
grond. Op deze manier komen geen onoverzichtelijke gangen in de garage<br />
uit. Voor bergingsgangen geldt eis G7. Het is toegestaan dat er door