Rapport - Algemene Rekenkamer
Rapport - Algemene Rekenkamer
Rapport - Algemene Rekenkamer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8 Tweede kamer, vergaderjaar 2001–2002,<br />
27 925, nr. 10.<br />
9 Tweede kamer, vergaderjaar 2001–2002,<br />
27 925, nr. 34.<br />
Doorzoeken schepen<br />
Personen kunnen zich in schepen, vooral grote vrachtschepen, gemakkelijk<br />
verbergen om zich aan controle te onttrekken. De Vreemdelingenwet<br />
bepaalt dat ambtenaren belast met grensbewaking bevoegd zijn om<br />
schepen (net als vliegtuigen en voertuigen) te doorzoeken als zij een<br />
redelijk vermoeden hebben dat iemand zich er schuilhoudt. In de praktijk<br />
bestaat veel onduidelijkheid over deze bevoegdheid. Zo stellen veel<br />
grensbewakingsambtenaren dat sprake moet zijn van een verdenking en<br />
dat er toestemming nodig is van de Officier van Justitie voordat zij de<br />
scheepruimten kunnen doorzoeken. Ook stellen zij dat privé-ruimten van<br />
schepen niet mogen worden doorzocht. De uitvoeringsorganisaties<br />
ervaren het ontbreken van een algemene bevoegdheid tot doorzoeking als<br />
een belemmering voor het realiseren van de doelen van de grensbewaking.<br />
Het Ministerie van Justitie stelt dat uit het Vreemdelingenbesluit<br />
volgt dat de controlerende instanties aan een kapitein van een<br />
schip alle aanwijzingen kunnen geven die noodzakelijk zijn voor het<br />
uitvoeren van een goede grenscontrole aan boord van diens schip. Dit kan<br />
dus ook de aanwijzing zijn om toegang te verlenen tot alle ruimten aan<br />
boord van dat schip.<br />
2.2.3 Gebruik voor terrorismebestrijding<br />
Beleid van de minister van Justitie<br />
De minister van Justitie heeft geen analyse gemaakt van de, met het oog<br />
op terrorismebestrijding, sterke en zwakke punten van het grenscontrolesysteem.<br />
Wel stelde de regering na de aanslagen in de Verenigde Staten<br />
in oktober 2001 het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid op. Dit<br />
Actieplan omvatte maatregelen («actiepunten») op tal van terreinen om<br />
het internationaal terrorisme te bestrijden. Eén van de actiepunten was<br />
het versterken van de grenscontroles om ongewenste binnenkomst in<br />
Nederland tegen te gaan. Uit de uitleg van dit actiepunt 8 moet begrepen<br />
worden dat het zich alleen richtte op de personencontrole en niet op de<br />
goederencontrole.<br />
Later dat jaar 9 werkte de regering uit met welke concrete activiteiten de<br />
personencontroles verbeterd zouden moeten worden. Het betrof:<br />
1 het intensiever raadplegen van opsporingsregisters;<br />
2 het vergroten van de deskundigheid op het gebied van reisdocumenten,<br />
bijvoorbeeld om valse paspoorten te herkennen;<br />
3 het versterken van de informatiepositie;<br />
4 verschillende maatregelen in de haven van Rotterdam, waaronder het<br />
opvoeren van het aantal patrouilles en (personen)controles;<br />
5 verschillende maatregelen op de luchthaven Schiphol, waaronder het<br />
komen tot zogenaamde «Schengenconforme controles» (dat wil<br />
zeggen het nakomen van de verplichting om al het extra-Schengen<br />
personenverkeer fysiek te controleren) en het intensiveren van het<br />
toezicht in de niet-Schengen transitzone.<br />
De <strong>Algemene</strong> <strong>Rekenkamer</strong> constateert dat de meeste van deze maatregelen<br />
niet nader zijn onderbouwd, geconcretiseerd of genormeerd.<br />
Daarom blijft veelal onduidelijk waarom deze aspecten verbeterd moeten<br />
worden, wat de beoogde streefcijfers of resultaten zijn en wanneer ze<br />
moeten zijn bereikt. Beleidsdocumenten die daarna zijn verschenen op het<br />
terrein van terrorismebestrijding bevatten geen nadere uitwerkingen van<br />
de uitgangspunten die de regering in 2001 heeft geformuleerd. De KMar<br />
en de Zeehavenpolitie vinden dat het Actieplan weinig gevolgen heeft<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 315, nrs. 1–2 22