Jan Olde Rikkert - Protestantse Gemeente Zevenaar - Protestantse ...
Jan Olde Rikkert - Protestantse Gemeente Zevenaar - Protestantse ...
Jan Olde Rikkert - Protestantse Gemeente Zevenaar - Protestantse ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6<br />
Volgens de hiërarchie is het gezamenlijk vieren van de eucharistie dan wel het avondmaal niet<br />
middel, maar doel en eindpunt van de oecumene. Het verbod op intercommunie beschouwde <strong>Jan</strong> als<br />
een rem op het oecumenische elan. Eenheid was voor hem meer een uitgangspunt dan een<br />
doelstelling: zodra je streeft naar eenheid, lijken de verschillen niet meer te mogen bestaan; maar<br />
geloof je dat mensen ten diepste één zijn en dus op elkaar aangewezen, dan moet je de verschillen<br />
benoemen en elkaar aansporen om de tegenstellingen te verkleinen. Je moet er niet naar streven<br />
dat alles een beetje hetzelfde wordt. De geschiedenis heeft geleerd dat daar oorlog van komt. Je<br />
moet de verschillen vruchtbaar maken.<br />
De pastores van de parochies Sint Andreas en Maria Koningin kwamen enkele malen per jaar<br />
bijeen met de pastores van de Hervormde <strong>Gemeente</strong> en Gereformeerde Kerk (de latere<br />
<strong>Protestantse</strong> <strong>Gemeente</strong>) in een ‘convent’. Vanuit een grondhouding van gespreksbereidheid in<br />
standvastigheid benoemden ze de verschillen in visie op ondermeer kerk, ambt en sacramenten, en<br />
zochten vervolgens samen in alle openheid naar mogelijkheden om de tegenstellingen te<br />
overbruggen, zonder alle standpunten te neutraliseren. <strong>Jan</strong> was vooral degene die kritische vragen<br />
stelde. Je moet wel alert en kritisch zijn, zo zei hij, want anders maak je jezelf tot toeschouwer en<br />
in wezen dus overbodig. Je moet met een open vizier de ander tegemoet treden. Een in zichzelf<br />
gekeerde kerk die zich blind staart op de eigen geloofsovertuigingen, wordt zelfgenoegzaam en wat<br />
nog erger is: ze verzaakt haar pastorale taak. Tijdens de bijeenkomsten van het convent was de<br />
intercommunie een telkens terugkerend thema. De door <strong>Jan</strong> verdedigde visie was, dat door de<br />
gezamenlijke viering van de maaltijd kerken en christenen op elkaar worden gericht en worden<br />
geïnspireerd om zich gezamenlijk daadwerkelijk in te zetten voor vrede, gerechtigheid en een<br />
duurzame ecologie.<br />
Geseculariseerd polytheïsme<br />
Toen de voorbereidingen werden getroffen voor het afscheid van <strong>Jan</strong> als pastoor van de <strong>Zevenaar</strong>se<br />
parochies, werd hem gevraagd wat hij als cadeau wilde. Het antwoord was snel gegeven: een<br />
minisymposium, waarop de vraag naar de rol en de plaats van de kerk in de samenleving centraal<br />
staat. Het symposium vond plaats op 8 januari 1999. Naar aanleiding van mijn bijdrage –<br />
‘Mondigheid als uitdaging’ – spraken we, als we elkaar ontmoetten, meerdere malen over nieuwe<br />
ontwikkelingen in kerk en maatschappij. Van de flarden die ik me ervan herinner, aangevuld door<br />
mijn eigen waarneming, ontstond het volgende beeld dat ik hier kort aanduid.<br />
We worden in West-Europa geconfronteerd met een geseculariseerd polytheïsme: er bestaan<br />
geen duidelijke en algemeen aanvaarde visies meer over de aard van de werkelijkheid en over onze<br />
opdracht in de wereld. Weliswaar is het religieuze bewustzijn bij veel mensen nog springlevend en<br />
zoeken velen nog naar immateriële bronnen van zingeving (omdat ze niet kunnen of willen leven<br />
met de idee dat hun bestaan volstrekt toevallig en zinloos is) en naar verhalen die een gevoel van<br />
een alles te boven gaande verantwoordelijkheid, oorspronkelijke wijsheid en diep vertrouwen<br />
aanreiken, toch beleven we in zekere zin het einde van de grote verhalen: onze samenleving is<br />
grotendeels de beelden en begrippen kwijt die haar de toekomst in een zinvol verband deden zien;<br />
ze laat zich eerst en vooral door een per definitie onvoorspelbare technologische ontwikkeling<br />
beheersen en verliest daardoor meer en meer het zicht op haar toekomstige structuur. Op het<br />
persoonlijk vlak wordt het einde van de grote verhalen hierin zichtbaar, dat de mens in een<br />
radicalere zin dan ooit te voren zich in de wereld aantreft – radicaler omdat in-de-wereld-zijn nu<br />
ook helemaal van-de-wereld-zijn moet betekenen. Zijn problemen formuleert hij niet meer in<br />
termen van de traditionele religies, maar in die van de psychologie; en waar hij niet zo radicaal<br />
durft te zijn, zoekt hij zijn heil in allerlei alternatieven, waarin psychologie en religie nauw<br />
verweven zijn. In het laatste geval genieten meermalen mystiek-spirituele auteurs uit de<br />
traditionele religies zijn belangstelling, vooral als hij lijdt onder de leegte van de samenleving: het<br />
platte vermaak, het ongeremd toenemende consumentisme, de onzekerheid over en gebrek aan een<br />
toekomstperspectief - een leegte die gelijk oploopt met een doorgeslagen individualisme (ieder<br />
voor zich en God – welke eigenlijk? – voor ons allen).<br />
met God en onder de mensen en van daaruit dienstbetoon binnen en vanuit de kerk ten bate van de samenleving<br />
(Intercommunie en ambt. Bijbelse achtergronden en kerkelijke perspectieven. Uitgave van de commissie Intercommunie en<br />
Ambt van de Raad van Kerken in Nederland, ’s-Gravenhage: Boekencentrum 1976).<br />
De bisschoppen wezen het conceptrapport af, omdat het niet - zo zeiden ze - volledig in overeenstemming was met<br />
'de traditie en de leer van de kerk'. Onder kerk verstonden ze blijkbaar de Rooms Katholieke Kerk, gezien het feit dat ze op<br />
de volgende tekorten van het document wezen: 'de werkelijke tegenwoordigheid van het lichaam en bloed van Christus; het<br />
eigen offerkarakter van de eucharistische viering; de noodzaak van sacramenteel priesterschap' (Geciteerd door W.L.<br />
Boelens, 'Verantwoorde open viering van Schrift en Tafel', in: H. van der Linde, H.J. van Hout, red., Oecumenisch pastoraat.<br />
opbouw van oecumenische gemeenschap tussen plaatselijke kerken, Kampen: Kok 1980, 64).