Wie is Jezus? Preek over zondag 5-6 - Hans-Jan Roosenbrand
Wie is Jezus? Preek over zondag 5-6 - Hans-Jan Roosenbrand
Wie is Jezus? Preek over zondag 5-6 - Hans-Jan Roosenbrand
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Wie</strong> <strong>is</strong> <strong>Jezus</strong>? <strong>Preek</strong> <strong>over</strong> <strong>zondag</strong> 5-6<br />
Ik zal me eerst even fatsoenlijk voorstellen. Ik ben <strong>Hans</strong>-<strong>Jan</strong> <strong>Roosenbrand</strong>, bouwjaar<br />
1978. Zoon van <strong>Jan</strong> Willem en Tea. Ik ben geboren in Kampen, opgegroeid in<br />
Rotterdam. Getrouwd met <strong>Jan</strong>neke. We hebben samen drie kinderen: Hanna van 7,<br />
Femke van 4 en Sari van 1.<br />
Ik heb hier ook mijn paspoort meegenomen, dan kan je zien dat het echt waar <strong>is</strong>. Kan<br />
je het geloven? M<strong>is</strong>schien nu wel. Maar zouden mensen ook na 100 jaar nog geloven<br />
wie ik ben? Of na 1000 jaar? Dat ik heb geleefd, wie ik was en wat ik heb gedaan?<br />
Als het goed gedocumenteerd <strong>is</strong> wel, denk ik. Alleen, waarschijnlijk <strong>is</strong> die vraag niet<br />
zo interessant. Het wordt pas interessant voor mensen om na 1000 jaar nog te weten<br />
wie ik was, als ik iets gedaan zou hebben waardoor mensen nóg <strong>over</strong> mij praten. Iets<br />
groots. Anders komt mijn naam hoogstens nog voor bij iemand die<br />
stamboomonderzoek doet. Iemand met een hele specifieke interesse, een hobby<strong>is</strong>t.<br />
Bij <strong>Jezus</strong> liggen de zaken anders. Hij heeft 2000 jaar geleden op aarde geleefd. En nog<br />
zijn er miljarden mensen die zeggen iets met Hem te hebben. Dat ze in hem geloven.<br />
Dat kan je moeilijk een bijkomstigheid noemen, een hobby.<br />
Daarom <strong>is</strong> de vraag wie ik ben niet zo interessant. Maar wie <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong>, des te meer. Het<br />
gaat vanmiddag <strong>over</strong> het laatste deel van de inleiding van de catech<strong>is</strong>mus, het<br />
leerboek van de kerk. In die inleiding hebben we het tot nu toe gehad <strong>over</strong> wie wij<br />
zijn, <strong>over</strong> wie God <strong>is</strong>. En dan nu: wie <strong>is</strong> <strong>Jezus</strong>?<br />
Met die laatste (inleidende) vraag gaan we ons vanmiddag bezighouden. <strong>Wie</strong> was<br />
<strong>Jezus</strong>? <strong>Wie</strong> <strong>is</strong> <strong>Jezus</strong>?<br />
Laat ik beginnen met een voorbeeld. Het was buitengewoon gezellig g<strong>is</strong>teren, je bent<br />
tot laat op stap geweest. Je had flink wat op en op de terugweg nam je nog een<br />
lekkere hap shoarma. De volgende dag ben je nogal brak en je hebt last van<br />
hoofdkloppingen.<br />
En zo komt het, dat je de deur van je kamer pas om een uur of één (voor de<br />
duidelijkheid: ’s middags dus) open doet om met je haar in de war, in je iets te kleine<br />
onderbroek en met een adem waarmee je onkruid kan verdelgen naar de badkamer<br />
te lopen voor een eerste slok water.
En daar staat ze. Dat me<strong>is</strong>je, dat je al een paar keer hebt gezien. Je weet niet precies<br />
waar en bij wie, maar vanaf het moment dat je haar voor het eerst zag w<strong>is</strong>t je: dit <strong>is</strong><br />
de ware. Wat blijkt? Ze <strong>is</strong> de zus van een hu<strong>is</strong>genoot. Nooit geweten. Maar nu <strong>is</strong> het<br />
te laat. Zij ziet jou en jij ziet haar.<br />
Wat doe je? Je gaat door de grond natuurlijk. Of, ging je maar door de grond. Maar je<br />
blijft staan. Snel stamel je iets wat op een groet lijkt en je vlucht je kamer in. Je denkt<br />
na: kan dit nog goed komen? M<strong>is</strong>schien dat je hu<strong>is</strong>genoot iets voor je kan doen. Hij<br />
kent jou en hij kent haar.<br />
Zomaar een voorbeeld om duidelijk te maken wat er in <strong>zondag</strong> 5 gebeurt als daar met<br />
die wat lange aanloop wordt uitgelegd dat mensen een middelaar nodig hebben, wil<br />
het ooit nog wat worden inde relatie met God. Iemand die tussen de partijen in staat.<br />
Eigenlijk nog meer dan dat, méér dan een mediator. Wij mensen hebben iemand<br />
nodig die ons vertegenwoordigt. Die in onze naam doet waartoe wij niet in staat zijn.<br />
Een ambassadeur. Als je binnen wilt komen bij een groot bedrijf of een belangrijk<br />
iemand <strong>is</strong> het handig als je iemand kent van binnenuit.<br />
Wat moet je weten <strong>over</strong> <strong>Jezus</strong>? Wanneer het gaat <strong>over</strong> de vraag wie <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong> – als<br />
middelaar – dan valt meteen de donkere achtergrond op waartegen zijn portret<br />
afsteekt. Een middelaar heb je niet nodig als het goed gaat (denk even aan de<br />
rijdende rechter of programma’s als het familiediner) maar alleen in conflictsituaties.<br />
<strong>Wie</strong> de middelaar <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong>, <strong>is</strong> volgens het leerboek het best te begrijpen tegen de<br />
achtergrond van twee woorden, waaraan steeds twee kanten zitten. Een donkere en<br />
een lichte: [dia 1]<br />
• (menselijke) schuld, met als positieve keerzijde: verantwoordelijkheid. God<br />
neemt ieder mens serieus. Hij verwacht van jou en mij dat wij doen waarvoor<br />
we gemaakt zijn: dat we leven als beelddragers van God, als profeten,<br />
priesters en koningen.<br />
• (goddelijke) rechtvaardigheid, met als positieve keerzijde: liefde. Gods<br />
gerechtigheid betekent dat God niet zomaar van alles door de vingers ziet,<br />
maar dat Hij oordeelt en daardoor herstelt wat kapot ging. Dat herstel kost<br />
wat, en dat noemen we in <strong>zondag</strong> 5 betaling. Vorige week gebruikten we het<br />
beeld van een kapotte auto en een kapotte relatie. In beide gevallen moet je,<br />
wil je werken aan herstel, betalen. Zo <strong>is</strong> het ook in de relatie met God. <strong>Wie</strong><br />
denkt dat het allemaal wel losloopt heeft geen middelaar nodig, hoogstens<br />
een leermeester. <strong>Wie</strong> tot zich laat doordringen wat dit betekent heeft<br />
begrepen dat dat niet genoeg <strong>is</strong>.
Om het te zeggen met de woorden van <strong>zondag</strong> 6: <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong> de perfecte middelaar<br />
tussen God en mensen omdat Hij echt en rechtvaardig mens <strong>is</strong> en <strong>is</strong> geweest om te<br />
kunnen antwoorden namens mensen – Hij kon betalen in de natuur waarin de schuld<br />
begaan <strong>is</strong>. Hij was en <strong>is</strong> wat Adam & Eva en jij en ik hadden moeten zijn: een<br />
verantwoordelijk mens.<br />
En Hij was echt God om dat ook te kunnen doen: om de last van de toorn van God te<br />
kunnen dragen en ons de gerechtigheid en het leven (de relatie met God zoals die<br />
was in het paradijs) te kunnen teruggeven.<br />
[dia 2 – leeg scherm] Van <strong>Jezus</strong> wordt hier dus met zoveel woorden gezegd dat Hij<br />
een rechtvaardig mens en waarachtig God <strong>is</strong>. Niet half-mens, half-god of een mens<br />
en een god. Maar de hele tijd mens en de hele tijd god. Of, nog nauwkeuriger gezegd<br />
[dia 3]: één persoon in wie twee naturen zich verenigen. De goddelijke en de<br />
menselijke natuur.<br />
Zoals onze kinderen echte, unieke personen zijn, samengesteld uit mijn DNA en dat<br />
van <strong>Jan</strong>neke. Zo <strong>is</strong> <strong>Jezus</strong> God uit God, Licht uit Licht én vlees geworden uit de maagd<br />
Maria (Nicea). Of, met de woorden van Chalcedon: ‘twee naturen, onvermengd […],<br />
ongedeeld, ongescheiden.’<br />
We gaan snel door naar het tweede punt. [dia 4 – leeg scherm] <strong>Wie</strong> <strong>Jezus</strong> Chr<strong>is</strong>tus <strong>is</strong>,<br />
<strong>is</strong> een mysterie (een geheim, o.a. Kol. 4,3). Je kunt je afvragen of de catech<strong>is</strong>mus hier<br />
niet te veel redeneert – alsof het log<strong>is</strong>ch <strong>is</strong> wie <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong>. Alsof Paulus in de bijbel niet<br />
heeft geschreven dat God zijn evangelie bestemd heeft voor wie Hem liefheeft. Niet<br />
voor de wijzen of de machtigen van deze wereld: ‘wat het oog niet heeft gezien en<br />
het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart <strong>is</strong> opgekomen, dat heeft God<br />
bestemd voor wie hem liefheeft.’<br />
Paulus schrijft ook, nuchter en veelzeggend: als het mensen log<strong>is</strong>ch was geweest wie<br />
<strong>Jezus</strong> Chr<strong>is</strong>tus was, dan ‘zouden ze de Heer die deelt in Gods lu<strong>is</strong>ter niet hebben<br />
gekru<strong>is</strong>igd.’ (1 Kor. 2). De boodschap <strong>over</strong> het kru<strong>is</strong> <strong>is</strong> dwaasheid voor wie verloren<br />
gaan, maar voor ons die worden gered <strong>is</strong> het de kracht van God (1 Kor. 1,18).<br />
Het besef dat geloven nooit log<strong>is</strong>ch <strong>is</strong>, <strong>is</strong> in de loop van de tijd een belangrijk (en<br />
begrijpelijk) kritiekpunt geweest op de <strong>zondag</strong>en 5 en 6 van de catech<strong>is</strong>mus. Daarom<br />
hecht ik eraan om ook hier met nadruk te zeggen: <strong>Jezus</strong> leer je kennen vanuit de<br />
bijbel.<br />
V/a 19: waaruit weet u dat? M<strong>is</strong>schien <strong>is</strong> dit nog wel de belangrijkste vraag van<br />
vanmiddag. <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong> iemand die je leert kennen uit de bijbel.
Het mooie van de bijbel <strong>is</strong> dat de bijbel een boek <strong>is</strong> met formules en tijdloze<br />
waarheden. De bijbel vertelt een verhaal, God gaat een geschieden<strong>is</strong>. Met mensen.<br />
Toen God direct na de zondeval aan Adam en Eva een verlosser beloofde zei God<br />
niet: je kunt iemand verwachten die zowel God als mens <strong>is</strong>. God zei: iemand uit het<br />
nageslacht (het zaad) van Eva. Heel concreet, een mens door een geboorte.<br />
De vraag die vanaf de eerste geboorte in de bijbel als hete lucht boven de grond<br />
hangt bij elke geboorte <strong>is</strong> dan ook steeds: <strong>is</strong> hij het? En steeds weer blijkt dat alle<br />
mensen tekort schieten. Te beginnen met Kaïn en Abel, maar ook Seth <strong>is</strong> het niet.<br />
Noach niet, Abraham niet, Jakob niet, Jozef niet. Saul niet, David niet. Johannes de<br />
Doper niet. Tot God, helemaal aan het einde van die lange geschieden<strong>is</strong> besluit zijn<br />
besl<strong>is</strong>sende woord te spreken door <strong>Jezus</strong> Chr<strong>is</strong>tus. Geboren, niet geschapen.<br />
Het leerboek verwijst hier dus niet naar een of twee teksten, maar naar het grote<br />
verhaal van de bijbel. Naar het goede nieuws dat werd bekend gemaakt aan Adam en<br />
Eva in het paradijs, verkondigd door aartsvaders en profeten, afgebeeld door de wet<br />
en de offerdienst. Er komt iemand die betaalt. Het verhaal van de bijbel <strong>is</strong> het verhaal<br />
van Gods belofte: … er komt iemand die het paradijs weer terug op aarde brengt.<br />
Wat betekent dat voor jou? Dat je <strong>Jezus</strong> (en dus God) niet leert kennen met je<br />
verstand. Dat als eerste. Geloven <strong>is</strong> geen redelijke optie waar je pas op komt als je<br />
slim genoeg bent, of als je veel hebt nagedacht. Ook niet door samen allerlei<br />
wetenswaardigheden te bespreken <strong>over</strong> de bijbel, dat blijft een valkuil van<br />
bijbelstudie. Natuurlijk kan het wel helpen om na te denken <strong>over</strong> de zin en de onzin<br />
van geloven en niet-geloven. Maar je verstand brengt je niet aan de voet van het<br />
kru<strong>is</strong>.<br />
Dat gebeurt ook niet door je gevoel. <strong>Jezus</strong> leer je ook niet in de eerste plaats kennen<br />
door je gevoel. Of het gebrek daaraan. Natuurlijk geldt ook hier, net als bij je<br />
verstand, dat de ervaring onm<strong>is</strong>baar <strong>is</strong> in het leven met God. Maar niet als beginpunt.<br />
En dan nog iets. Ergens zou je met goed recht wel kunnen zeggen dat je <strong>Jezus</strong> leert<br />
kennen door andere mensen. Paulus schrijft ergens <strong>over</strong> chr<strong>is</strong>tenen als leesbare<br />
brieven. En toch blijft het r<strong>is</strong>kant om daarvan afhankelijk te zijn. Dat kan van<br />
bepaalde voorgangers, of van chr<strong>is</strong>tenen waar je m<strong>is</strong>schien tegenop kijkt.<br />
Net zoals je de man of vrouw van je dromen niet leert kennen door er veel <strong>over</strong> na te<br />
denken, te fantaseren, of naar anderen te kijken – zo ga je ook God niet ontmoeten<br />
door te denken, te voelen of te kijken naar anderen. Maar alleen als jij gelooft in<br />
<strong>Jezus</strong>.
De schrijver van de brief aan de Hebreeën schrijft dan [dia 5]: ‘Op velerlei wijzen en<br />
langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de<br />
profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon<br />
…’<br />
Langs díe weg houdt Hij jou en mij verantwoordelijk. Zó openbaart zich Gods<br />
gerechtigheid voor wie gelooft. Paulus: [dia 6] ‘In het evangelie openbaart zich dat<br />
God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven<br />
staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’ (Romeinen 1,17)<br />
Eigenlijk zijn we daarmee al op het terrein van <strong>zondag</strong> 7. Bij <strong>Jezus</strong> hoor je door te<br />
geloven. En geloven <strong>is</strong> alles voor betrouwbaar houden wat God in zijn Woord heeft<br />
bekendgemaakt.<br />
Er zijn twee bijbelgedeelten die voor mij altijd bijzonder duidelijk maken wie <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong><br />
voor wie gelooft. [dia 7 – leeg scherm] Het eerste lezen we in Genes<strong>is</strong> 15. Abraham <strong>is</strong><br />
bang dat er van Gods belofte niks terecht zal komen (denk aan de sterren → Fil. 2,15:<br />
‘opdat u zuiver en smetteloos bent, onber<strong>is</strong>pelijke kinderen van God te midden van<br />
een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de<br />
hemel.’) Abraham <strong>is</strong> oud en heeft nog geen kinderen. Wat hij bezit zal <strong>over</strong>gaan op<br />
Eliezer. Dan komt God zijn verbond met Abraham bevestigen door een bizarre<br />
ceremonie, die we met elkaar lezen.<br />
Wat leer ik hieruit? In ieder geval dit: God gaat als enige door de dierhelften heen en<br />
geeft hiermee dus aan dat Hijzelf garant staat voor de vervulling van zijn belofte (NB<br />
tot en met Golgotha!).<br />
Het tweede voorbeeld staat in Numeri 21. Hieruit leer ik veel <strong>over</strong> de manier waarop<br />
ik met <strong>Jezus</strong> mag leven. Mozes maakt een koperen slang en bevestigt die op een<br />
staak. Iedereen die kijkt, werd genezen en bleef leven.<br />
In gebieden waar gevaarlijke slangen leven <strong>is</strong> het soms nog gebruik om de slang, na<br />
het vangen, te tonen aan de bewoners van (bijv.) een dorp. Zodat iedereen kon zien:<br />
hij <strong>is</strong> dood. Dat <strong>is</strong> een mooi voorbeeld van wat geloven <strong>is</strong>. Een andere focus hebben.<br />
Gebeten zijn en toch blijven leven. Niet naar jezelf kijken of naar anderen, maar<br />
samen omhoog zien.
Of, met de woorden van het leerboek: zo ontvang je een andere wijsheid, een andere<br />
rechtvaardigheid, heiliging en een volkomen verlossing. De wijsheid van Jozef, die<br />
veel te verduren had, maar bij de ontmoeting met zijn broers toch kon zeggen: wees<br />
niet bang en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier<br />
ben terecht gekomen want God heeft mij vooruit gestuurd om jullie leven te redden.<br />
De wijsheid van Hanna die onvruchtbaar <strong>is</strong>, maar toch zegt: God kan alles. Je krijgt<br />
een andere rechtvaardigheid en heiligheid. Niet één die afhankelijk <strong>is</strong> van wat<br />
anderen van je vinden, maar alleen van wat God vindt. En een hoop op volkomen<br />
verlossing. Niet de tijdelijke bevrediging die geld, seks, kinderen, opleiding en status<br />
je kunnen geven. Maar echte verlossing: intimiteit bij God, onsterfelijkheid (<strong>over</strong> seks<br />
gesproken) en status in de ogen van God.<br />
Jullie kennen de bekende bijbeltekst, Johannes 3,16? Laat me afsluiten met de twee<br />
verzen die daaraan direct voorafgaan:<br />
‘De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang<br />
omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft.’<br />
[amen]
Liturgie <strong>zondag</strong> 14 oktober 17.00u<br />
Opening van de dienst<br />
Psalm 93,1-3 Komt laat ons juichen<br />
Opw. 174 Juich want <strong>Jezus</strong> <strong>is</strong> HEER<br />
Opw. 268 Hij kwam bij ons<br />
<strong>Wie</strong> <strong>is</strong> <strong>Jezus</strong>?<br />
<strong>Preek</strong> <strong>over</strong> <strong>zondag</strong> 5 en 6<br />
Gezang 89,1.3 <strong>Jezus</strong>, leven van mijn leven<br />
Opw. 461 My Jesus, my Saviour<br />
Opw. 331 Give thanks<br />
Opw. 618 <strong>Jezus</strong>, hoop voor de volken