30.09.2013 Views

Samenvatting Textiel 2011-2012 - Studiant

Samenvatting Textiel 2011-2012 - Studiant

Samenvatting Textiel 2011-2012 - Studiant

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Samenvatting</strong> : <strong>Textiel</strong><br />

1 <strong>Textiel</strong>grondstoffen<br />

1.1 Indeling vezels<br />

Welke soorten vezels hebben we?<br />

1. Natuurlijke<br />

2. Kunstmatige<br />

3. Synthetische<br />

1.1.1 Natuurlijke vezels<br />

Wat zijn natuurlijke vezels?<br />

= groei afh v klimatologische en andere omstandigheden<br />

Vertonen daarom verschillen in kwaliteit + komen niet in onbeperkte hoeveelheden voor<br />

Welke soorten natuurlijke vezels zijn er?<br />

• Plantaardige: Cellulose<br />

= saccharide door planten aangemaakt + geeft de plant stevigheid<br />

Deze stof zit in veel natuurlijke vezels<br />

Bv katoen is zuivere cellulose<br />

Zaadvezels: katoen en kapok<br />

Stengel- of bastvezels: vlas (linnen), hennep, jute, ramee<br />

Bladvezels: Manilla en sisal<br />

Vruchtvezels: Kapok en kokos<br />

• Dierlijke: bestaan uit eiwitten<br />

• Minerale<br />

Wol: schaap, angora- en kasjmiergeit, angorakonijn<br />

Haar: Kameel, lama<br />

Zijde: Zijderups<br />

Asbest<br />

De belangrijkste zijn Katoen, Vlas en Jute<br />

1.1.2 Kunstmatige vezels<br />

Geef een ander woord voor?<br />

Halfsynthetische: gemaakt uit veranderde natuur producten


• Plantaardige:<br />

• Dierlijke:<br />

• Minerale<br />

Rayon( kunstzijde) en viscose<br />

Papiergarens<br />

Celluloseacetaat<br />

Rubber( latex)<br />

Proteïnevezels( melkwol)<br />

Metaaldraden (gouddraad, zilverdraad)<br />

Glasvezel<br />

1.1.3 Synthetische vezels<br />

= gemaakt ui chemische producten<br />

Wat gebeurt er in de oorlogstijd?<br />

• Gebrek aan natuurlijke vezels in oorlogstijd + uitvinding vd synthetische vezel gebruik<br />

synth. Vezels<br />

stijging olieprijzen: remmen opnieuw af<br />

Geef 2 etappes die kenmerkend zijn voorde ontwikkeling synthetische vezels?<br />

• Cellulose uit hout gewonnen<br />

→ Daaruit maakt men kunstmatige vezels en draden<br />

→ “ halfsynthetische vezels”<br />

→ Geen goede eigenschappen (bv zoals katoen)<br />

→ 1938:° nylonOntwikkelen van synthetische vezels<br />

Wat bedoeld men met vezels op maat?<br />

• Talrijke vezelsoorten + varianten<br />

• Vezels kunnen ofwel eindeloos als filamentgarens (op natuurlijk lijkend) ofwel in iedere<br />

gewenste lengte gesneden en daarna tot vezelgaren versponnen worden<br />

daardoor volumineuzer en lijken meer op katoen en op wollen garen


Wat is kenmerkend voor chemische vezels?<br />

• Chemische vezels kunnen in verschillende doorsneevormen en fijnheden gemaakt worden<br />

• Kunnen door mechanische behandelingen veranderd worden. Bv rekbaarheid<br />

Welke soorten synthetische vezels hebben we?<br />

• Polycondensatie<br />

Polymide: nylon, rilsan, enkalon<br />

Polyester: Terlenka<br />

• Polymerisatie<br />

PVC<br />

Dralon<br />

Acrilan<br />

• Polyaddities<br />

Polystreen ( durabass, shalon)<br />

Polyurethaan (lycra)<br />

<strong>Samenvatting</strong><br />

Natuurlijke<br />

* Plantaardige<br />

* Dierlijke<br />

*Minerale<br />

1.2 Eigenschappen vezels<br />

Welke eigenschappen zijn er?<br />

• Vezellengte<br />

• Vezelfijnheid<br />

• Vezelsterkte<br />

• Elasticiteit<br />

Vezel<br />

Kunstmatige<br />

* Plantaardige<br />

* Dierlijke<br />

*minerale<br />

Synthetische<br />

*Polycondensatie<br />

* Polymerisatie<br />

* polyaddities


1.2.1 Vezellengte<br />

Wat is de vezellengte?<br />

• Belangrijkste technische eigenschap<br />

• Hoe langer de vezel, hoe fijner de draad die kan gesponnen worden hoe beter de kwaliteit<br />

• Steeds vezelsoorten met een regelmatige vezellengte<br />

1.2.2 Vezelfijnheid<br />

Wat is de vezelfijnheid?<br />

• Uitgedrukt in tex (massa in gram voor 1 km lengte)<br />

bv vezel 0.1tex (1dtex): 0.1 g/km lengte<br />

(mensenhaar: 5tex)<br />

Diameter van de vezel in µm maar niet praktisch, niet alle vezels zijn rond<br />

1.2.3 Vezelsterkte<br />

Wat is de vezelsterkte?<br />

= de kracht die nodig is om de vezel door rekken te breken<br />

• Vezels kunnen beschadigd worden tijdens verschillende bewerkingen<br />

“ Rkm” : breeklengte<br />

=Lengte die vezel of draad kan aannemen tot wanneer die breekt onder zijn eigen gewicht.<br />

Men bekomt een kwaliteitsgetal door de Sterkte in Newton delen door texnummer (N/tex)<br />

hoe hoger het cijfer, hoe sterker de draad<br />

1.2.4 Elasticiteit(= veerkracht)<br />

Wat is elasticiteit?<br />

= de eigenschap waarbij een vezel na vervorming zijn oorspronkelijke lengte terug aanneemt<br />

→ hoe sterker de vezel hoe minder elastisch<br />

→ hoe elastischer de vezel, hoe beter kreukherstellend het eindartikel zal zijn<br />

1.3 Natuurlijke vezels<br />

1.3.1 Katoen<br />

Wat is katoen en zijn kenmerken?<br />

=Zaadpluizen van de katoenstruik (cellulose) lijkt op watten


Kenmerken:<br />

• Vezellengte van 35mm – 50mm en meer Kunnen tot fijner garen versponnen worden<br />

bv. middelmatige lengte<br />

korte vezels<br />

korter dan 10 mm (kunnen niet meer versponnen worden)<br />

• Sterk en slijtvast<br />

• Goed vochtabsorberend<br />

• Kookbestendig (95°), hoge krimpwaarden<br />

• Brandbaar<br />

• Niet bestand tegen zuren<br />

• Sterke neiging tot kreuken<br />

• Geen elektrostatische oplading<br />

1.3.2 Vlas (linnen)<br />

Wat is vlas en wat zijn de kenmerken?<br />

• Uit plantaardige vlasstengel verkregen<br />

Kenmerken:<br />

vlasstengels aan buitenlucht blootstellen ROTTINGSPROCES<br />

=> vlasstengels komen los vd houtpijp<br />

• Sterkste van alle natuurlijke vezels (droog:0.52N/tex; nat 10% hoger) dekzeilen<br />

voorvrachtwagens; naaigaren; touw<br />

• Pluizen niet! Tafellinnen, handdoeken, beddenlakens, gordijnen<br />

• Goed vochtabsorberend (tot 20%) drooghanddoeken, zomerkleding<br />

• Niet kreukvrij<br />

1.3.3 Wol<br />

Wat is wol en wat zijn de kenmerken?<br />

= Afgeschoren haar van schapen<br />

→ Haren van andere dieren: bv kasjmierwol, mohair,…<br />

• Kwaliteit hangt af van:<br />

Gezondheid vd dieren<br />

Voedsel en verzorging<br />

Manier van scheren<br />

Ras<br />

Leeftijd


Elk wolhaar kan 70% groter worden door te rekken<br />

Kenmerken:<br />

• Voelt warm aan<br />

• Goede warmte-isolator<br />

• Neemt veel vocht op<br />

• Kreukvrij (elastisch)<br />

Toepassingen: bovenkleding, sokken, dekens, tapijten, …<br />

Welke soorten schapen hebben we?<br />

• Merinoschapen: fijne wol<br />

Ter vervaardiging van elegante lichtgewicht weefsels en breisels<br />

• Cheviotschapen :Grove wol<br />

Sportkledij , Winterjassen ,Meubels,Tapijten<br />

• Crossbredschapen :Middelfijne wol<br />

Sportkledij , Winterjassen, Meubels, Tapijten<br />

Hoe gebeurt de wolwinning?<br />

• Blootwol: = huidwol : chemische behandeling van vel van geslachte dieren, vezels worden<br />

afgeschraapt<br />

• Looiwol: wol die vd huid wordt verwijderd alvorens de huis tot leder gelooid wordt<br />

• Scheerwol: wolschapen worden 1x per jaar geschoren<br />

Lamswol: 1 ste schering (korte, zachte vezel, maar niet sterk)<br />

Jaarlinsgwol: 2 de schering (sterker)<br />

Moederwol: volgende scheringen ( 3 de tot 5 de jaar is veruit de beste kwaliteit)<br />

Wat zijn de belangrijkste soorten wol?<br />

• Mohair:<br />

Haar vd angorageit<br />

Gald, glanzend


• Alpaca:<br />

Haar van een soort lama<br />

Fijn en glanzend<br />

Weinig gekroest<br />

Gebruikt in breiwaren<br />

• Kasjmier:<br />

Haar van de kasjmiergeit<br />

Glanzend, zeer zacht<br />

Erg elastisch<br />

Fijne damesbovenkleding, pullovers, shawls<br />

• Angora:<br />

Haar van angorakonijn<br />

Toegevoegd aan het vilt van hoeden, garen voor ondergoed,..<br />

BRANDPROEF:<br />

1.3.4 Natuurzijde<br />

Wat is natuurzijde en wat zijn de kenmerken?<br />

• Door de zijderups gesponnen<br />

• Zijderups: voedt zich met bladeren vd moerbeiboom spint zich in tot een cocon (waarin hij<br />

zich ontwikkelt tot pop en daarna tot vlinder)<br />

• Cocon bestaat uit 1 enkele draad ( 4km lang!!!)<br />

Kenmerken:<br />

• Goed vochtopnemend<br />

• Glanzend,soepel en licht, fijn<br />

• Elastisch en kreukherstellend<br />

• Concurrentie van nylon


1.4 Kunstmatige vezels<br />

Wat gebruiken we bij kunstmatige vezels?<br />

• Grondstof: cellulose uit naaldhout (40-50% cellulose)<br />

viscose-rayon<br />

cellulose-acetaat (mooie glans)<br />

1.5 Synthetische vezels<br />

Wat zijn synthetische vezels?<br />

= kunststoffen die de vorm van vezels kregen<br />

• Volledig door de mens opgebouwd<br />

grondstof: aardolie<br />

• Samenstelling: macromoleculen<br />

opgebouwd door chemische aaneenschakeling van kleinere eenheden(monomeren)<br />

1.5.1 Polymerisatie<br />

Wat is polymerisatie?<br />

• Monomeren worden als bouwstenen aaneengevoegd<br />

• Koppelingen komen tot stand omdat de uitgangsproducten onverzadigd (dus reactief)<br />

genoeg zijn<br />

• Aantal monomeren (dat voorkomt in het polymeer) bepaalt de moleculegrootte<br />

Merknamen: orlon, acribel, crylon, dralon, zefran<br />

Toepassingen:<br />

Brandproef: DRALON<br />

Polyacrylonitril : dekens, tapijten; beroepskledij (bestendig tegen zuren)<br />

PVC: vloerbedekking, regenjassen<br />

Bij de vlam In de vlam Uit de vlam Geur As<br />

Pvc /dralon Smelt Brandt<br />

moeilijk met<br />

rokende vlam<br />

Dooft uit Stikkende<br />

chloorgeur<br />

Onregelmatig,<br />

zwart


1.5.2 Polycondensatie<br />

Wat is polycondensatie?<br />

=Aaneenkoppelen van verschillende monomeren + door afsplitsen ve product (meestal water)µ<br />

= Het onderling verbinden van een groot aantal monomeren gaat gepaard met de afsplitsing van<br />

kleine organische moleculen<br />

VOORSTELLING: -A-B-A-B-A-B + afsplitsing<br />

1.5.2.1 Polyesters<br />

Wat zijn polyesters?<br />

= Condensatie tussen een hydroxylgroep en een carboxylgroep met afsplitsing van water<br />

• Gebruikte zuur moet minstens voor 85% uit tereftaalzuur bestaan; gebruikte alcohol<br />

kan verschillen<br />

• Handelsnamen: dacron, terlenka<br />

Wat zijn de kenmerken?<br />

• Bijzonder sterk<br />

• Grote elasticiteit: vezel komt na vervorming terug in oorspronkelijke vorm<br />

kreukherstellend<br />

• Neemt weinig water op<br />

droogt snel, gevoelig voor statische elektriciteit<br />

• Goed bestand tegen solventen (chemische reiniging geen probleem)<br />

• Mot-en schimmelvrij<br />

• Brandt met roetende vlam + smelten


Brandproef polyester:<br />

Bij de vlam In de vlam Uit de vlam Geur As<br />

Polyester Smelt Sterk,<br />

roetende<br />

vlam<br />

Brandt<br />

smeltend<br />

verder<br />

• Toepassing<br />

o Mengvezel met wol als kostuumstof<br />

o Met katoen als lakenstof<br />

o Zuiver: zakken voor wasgoed, visnetten<br />

1.5.2.2 Polyamide<br />

Wat is een polyamide?<br />

= ontstaan door condensatie tussen een carboxylgroep en een aminogroep<br />

• Handelsnamen: Nylon, Bruylon, Celon, Enkalon , Rislan<br />

Wat zijn de kenmerken?<br />

• Sterke vezel, goed bestand tegen schuren en wrijven<br />

• Gering vochtopnemend<br />

• Mot-en schimmelvrij<br />

• Vezel brandt traag en druipt (geur van selder)<br />

BRANDPROEF POLYAMIDE<br />

Polyamide<br />

(nylon<br />

Bij de vlam In de vlam Uit de<br />

vlam<br />

Smelt Sterk<br />

druipend<br />

Brandt<br />

traag en<br />

smeltend<br />

verder<br />

Zoet, flauw Bruin tot<br />

zwart , hard<br />

Geur as<br />

Selder Bruingrijs,<br />

vlasachtig


• Toepassingen:<br />

Breigoed: kousen, ondergoed, blouses<br />

Weefnijverheid: regenjassen, tentzeilen, valschermen<br />

Scheepstouwen, alpinistenkoorden, tapijten<br />

1.5.3 Polyadditie<br />

Wat is polyadditie?<br />

= Reactie tussen de karakteristieke groepen van de monomeren zonder afsplitsing van een kleine<br />

molecule<br />

Vb. lycra<br />

Schematische voorstelling


2 Van vezel tot doek<br />

Hoe bekom je vanaf een vezel een doek?<br />

Vezel → SPINNEN → garen<br />

Garen → WEVEN → weefsel<br />

of<br />

Garen → BREIEN → tricot<br />

<strong>Textiel</strong>veredeling<br />

confectionering<br />

2.1 Het garen<br />

Wat verstaat men onder het garen?<br />

• Als grondstof heb je steeds garen nodig<br />

• Bestaat uit korte vezels (bv katoen, wol,..)<br />

Moeten versponnen worden tot garen<br />

Wat is spinnen?<br />

Het omvormen van een vezelmassa tot draad<br />

Wat moet men doen bij spinnen?<br />

• Uitgangspunt: massa vezels van (on)gelijke lengte: natuurlijke vezels en alle gesneden<br />

filamenten.<br />

• Opeenvolgende bewerkingen: (bv katoenspinnerij)<br />

a) reiniging<br />

b) vezels evenwijdig strekken in vezelband<br />

c) vezelband uitrekken<br />

d) torsen<br />

e) opwinden


Hoe gebeurt het reinigen?<br />

plantage → samengeperste katoenbalen<br />

=> 4 soorten reinigingsmachines<br />

↓<br />

vervlokken<br />

= de samengeperste en ineengekoekte vezelmassa openen + in kleinere vlokjes verdelen<br />

om bij de kaarde tot uiterste verdeling te gaan; nl afzonderen van iedere vezel<br />

onreinheden verwijderen<br />

Hoe gebeurt het vormen van een vezelband?<br />

Kaarde = laatste machine waar de reiniging van het spinproduct gebeurt.<br />

vezelmassa: tot uiterste verdeeld<br />

kaarde levert vezelvlies af<br />

wordt tot lont samengebrachtmin of meer evenwijdige vezels<br />

Hoe rekt men de vezelband uit?<br />

Figuur:<br />

• Verder verfijnen door vezels tussen opeenvolgende cilinders te leiden<br />

=> uitrekprincipe<br />

• Verfijnen verhoogt de kans op onregelmatigheden in het afgeleverde product.<br />

Vermijden: verschillende linten samen aanvoeren + als 1 spinproduct afleveren<br />

Wat verstaat men onder torsen?<br />

= omdraaien (omwringen) v/e bundel vezels<br />

Doel: beletten dat bundel vezels uiteenschuift bij bepaalde trekkracht


Wat verstaat men onder opwinden?<br />

• gelijktijdig met torsen<br />

draad opwinden op spinspoel<br />

Z- en S-torsie<br />

2.2 Weven<br />

Wat is een weefsel?<br />

Vlechtwerk van garen<br />

Hoe gebeurt het weven?<br />

• Ketting of schering<br />

= eerste dradenstelsel vooraf opgesteld onder bepaalde spanning<br />

• Inslag<br />

= tweede dradenstelsel dat er daarna draad per draad wordt ingevlochten<br />

• Kruising of binding<br />

= de manier van dooreenvlechten van inslag en ketting<br />

Welke soorten bindingen hebben we?<br />

1. Linnen of platbinding<br />

2. Keperbinding<br />

3. Atlas- of satijnbinding<br />

2.2.1 Linnen- of platbinding (eenvoudigst)<br />

Wat is de linnenbinding?<br />

Iedere kettingdraad komt een keer boven en een keer onder de afzonderlijke inslagdraden te liggen


2.2.2 Keplerbinding<br />

Wat is de keplerbinding?<br />

Bindingspunt wordt verplaatst, schuift telkens op diagonaalstrepen<br />

2.2.3 Atlasbinding<br />

Wat is de atlasbinding?<br />

Ontstaat door gelijkmatig verspreide plaatsing van de kruispunten vlak uitzicht, gladde structuur<br />

2.3 Breien<br />

Wat zijn breisels of tricot?<br />

Doek gevormd door 1 stelsel draden dat door lusvorming (steekvorming) in elkaar wordt gehaakt<br />

Welke soorten tricot hebben we?<br />

1. Inslagtricot<br />

2. Kettingtricot<br />

Wat is een inslagtricot?<br />

Draad wordt door steekvorming horizontaal verwerkt


Wat is een kettingtricot?<br />

Draad wordt door steekvorming verticaal verwerkt<br />

2.4 Non-wovens of vezelvliezen<br />

Wat zijn vezelvliezen?<br />

Onregelmatig dooreengelegde vezels die door bindmiddel of plaatselijk smelten aan elkaar gehecht<br />

worden<br />

• Probleem?<br />

goedkope artikelen<br />

↓<br />

weinig personeel<br />

geen spin-, weef- of (brei)proces<br />

Hoe maakt men vezelvliezen?<br />

Vergelijkbaar met papierproductie:<br />

• Vezels (hout + textielafval) in waterige brij en op transportband uitgestreken<br />

Kenmerken:<br />

=> water uitsijpelen en verdampen<br />

=> papierlaag blijft over<br />

• Toepassingen: Artikelen voor eenmalig gebruik: zakdoeken, luiers, keukenrollen<br />

• Nadeel: Niet zo sterk<br />

Betere kwaliteit door verstevigingtechnieken: dweilen, matrassen<br />

• Vervilten van wol (vilt) Vezels verwarren in elkaar haken<br />

vliezen doorprikken met getande naalden<br />

stapel van vliezen doorprikken<br />

vlies stikken tussen 2 weefsels of tricots<br />

anorak, bedsprei, kamerjas, slaapzak,…<br />

• Hoge productiesnelheid: 300 meter per minuut


2.5 Tapijten<br />

Waar gebruikt men tapijten?<br />

• Woningtextiel<br />

-vloerbekleding<br />

-wandbekleding<br />

• Opbouw:<br />

-grondweefsel<br />

-fluweel of pool : loopvlak vh tapijt<br />

Welke 2 soorten tapijten hebben we?<br />

• Vlaktapijten<br />

• Pooltapijten<br />

Wat verstaan we onder vlaktapijten?<br />

VLAKTAPIJTEN ( = zonder fluweel)<br />

a. Met de hand geweven<br />

• Wandtapijten<br />

• Volgens kelimtechniek (legwerk)<br />

• Vb kelim, gobelin, …<br />

b. Mechanisch geweven (tapisserie)<br />

• Nabootsing van de handgeweven tapijten<br />

• Maken van tekeningen en kortons kunstwerk<br />

c. Matten (+lopers)<br />

• Zeer grof gestructureerde enkelvoudige weefsels o.a uit koehaar- en kokosgaren<br />

d. Naaldvilt<br />

• Vervilting of vervlechting van vliesvezels (3;4 of meer lagen) wordt veroorzaakt door<br />

het prikken met een rij naalden; bevestigd op een onderlaag (jute of synthetisch<br />

weefsel) vloertegels<br />

e. vilttapijten (wol)<br />

• van wol of wolmengsels


Wat verstaan we onder pooltapijten?<br />

POOLTAPIJTEN (=met fluweel)<br />

a. handgeknoopte en geweven tapijten<br />

bv oosterse, chinese tapijten<br />

b. mechanisch geknoopt en geweven<br />

-inzettapijten (andere mechanische manier)<br />

=> getufte tapijten<br />

naalden van machine bevestigen garen in een tuftdoek + pre-coat + secondary backing<br />

lusvormige pool (bouclé)<br />

=> gesneden pool (velours)<br />

=> ongesneden pool (lussentapijt)<br />

Hoe gebeurt de classificatie van tapijten?<br />

• Kwaliteitsnormen<br />

• T-classificatie (België), toegekend door ICCO<br />

T1: licht gebruik in woonhuizen<br />

T2: middelmatig gebruik in woonhuizen<br />

T3: aanzienlijk gebruik in woonhuizen en middelmatig beroepsgebruik<br />

T4: intens gebruik in woonhuizen en aanzienlijk beroepsgebruik<br />

T5: groot comfort in woonhuizen en intens beroepsgebruik<br />

Hoe gebeurt dit in Duitsland en Europa?<br />

• Duitsland (eigen gebruiksetiket)<br />

• Europa= UPEC-classificatie<br />

=> geeft eigenschappen van tapijt aan (schaal van 1 tot 4)<br />

U (usage): weerstand tegen slijtage<br />

P (poinçonnement): weerstand tegen indrukken<br />

E (eau): waterbestendigheid<br />

C (chimiques): gevoeligheid voor chemische stoffen


Duitse classificatie:


3 <strong>Textiel</strong>veredeling<br />

Wat bedoeld men met veredelen?<br />

= Appreteren<br />

Alle bewerkingen die stoffen (of doeken) geschikt moeten maken voor hun gestelde doel, en dat<br />

door hun eigenschappen/uitzicht te verbeteren<br />

Hoe kan men dit uitvoeren?<br />

1. Verven<br />

2. Bedrukken<br />

3. Andere veredelingsbehandelingen<br />

3.1 Verven<br />

Hoe gebeurt het verven?<br />

• Natuurlijke en synthetische kleurstoffen<br />

• Gebruiksechtheden<br />

vb. wasechtheid, wrijfechtheid,…<br />

• Fabricage-echtheden<br />

vb. merceriseerechtheid katoen glans geven die bestand is tegen wassen<br />

• Kleurstoffen (on)oplosbaar in water<br />

• Verftechnieken:<br />

vlokverven<br />

verven van garen<br />

verven van stoffen<br />

3.2 Bedrukken<br />

Hoe gebeurt het bedrukken?<br />

• Verven ≠ bedrukken<br />

Doel: welbepaalde figuren met verschillende kleuren op de textielwaren aanbrengen<br />

• Zelfde kleurstof als bij verven (niet te dik, niet te vloeibaar)<br />

Tekening mag niet uitlopen<br />

Wat zijn de verschillende drukmethodes?<br />

1. Directe druk (+ soms overdruk)<br />

=Witte textiel bedrukt met een tekening die 1 of meer kleuren bevat<br />

Indien toegepast op effen geverfde stoffen = overdruk


2. Etsdruk<br />

=Voorgeverfde stof bedrukt met een pap<br />

Pap: bevat producten om de kleurstof plaatselijk te vernietigen<br />

Men verkrijgt witte motieven op gekleurde achtergrond ‘ wit-ets’<br />

Indien opgedrukte pap met etsmiddel ook kleurstoffen bevat ‘ bont-ets’<br />

3. Reservedruk<br />

=Een niet geverfde stof wordt bedrukt met een pap die produkten bevat, die het opnemen van<br />

kleurstoffen beletten<br />

Bij het verfproces worden de bedrukte plaatsen niet geverfd ‘ wit-reserve’<br />

Bevat de pap kleurstoffen die de stof wel kunnen verven: ‘ bont-reserve’<br />

4. Transferdruk<br />

=Gewenste figuren in spiegelbeeld op papier gedrukt<br />

Wordt met bedrukte kant tegen stof gelegd<br />

Verwarmingsapparaat<br />

Welke soorten drukmachines gebruikt men hiervoor?<br />

1. Roldruk (rouleauxdruk)<br />

=motief gegraveerd in koperen rollen<br />

• Uithollingen gevuld met drukpap<br />

• Worden overgebracht op textiel<br />

= diepdruk<br />

• Elke kleur: afzonderlijk gegraveerde rol<br />

• Moderne machines: 16 kleuren in 1 bewerking<br />

• Bestaan uit:<br />

Grote trommel<br />

Elastische laag


2. Film- of zeefdruk<br />

= sjabloondruk<br />

• Bedrukken van kleine partijen en voor grotere tekeningsrapporten<br />

• 2 types:<br />

Vlakdruk: sjablonen overspannen met gaas<br />

Rotatiefilmdruk<br />

3.3 Andere veredelingen<br />

Hoe kan dit gebeuren?<br />

• Antistatisch maken<br />

• Vlamwerend maken<br />

• Motvrijmaken<br />

• Waterafstotend maken<br />

• Krimpvrij maken<br />

• Kreukherstellend maken<br />

3.3.1 Antistatisch maken<br />

Wat bedoeld men met antistatisch maken?<br />

Probleem:<br />

synthetische stoffen vaak elektrisch geladen<br />

= opeenhoping van statische elektriciteit<br />

Oplossing:<br />

Toevoegen van antistatische of vochtaantrekkende<br />

Middelen => verhogen van de elektrische geleidbaarheid


3.3.2 Vlamwerend maken<br />

Wat bedoeld men met vlamwerend maken?<br />

• Brandgevaar<br />

katoen + andere cellulosevezels!!<br />

synthetische vezels<br />

wol<br />

<br />

• Cellulosevezels behandelen met brandvertragende middelen (vb. freonen) waardoor<br />

vlammen niet verder uitbreiden na doven van de vuurbron (zelfdovend)<br />

Stof wordt ook kreukherstellend en krimpvrij + ev waterafstotend<br />

• Belangrijk bij beroepskledij, beddengoed en gordijnen, kindernachtgoed,…<br />

!Opgelet: niet permanent tegen wassen bestand<br />

3.3.3 Mot vrijmaken<br />

Wat bedoeld men met mot vrijmaken?<br />

Wol wordt opgegeten door motten + tapijtkevers<br />

Enkel larven<br />

⇒ Giften toevoegen die de wol voor hen onverteerbaar maakt<br />

⇒ Naftaline<br />

⇒ Nadeel: weg door wassen of chemisch reinigen<br />

⇒ Middelen tegen wassen beschermd: eulan, mitin<br />

⇒ Bv pulls, tapijten, pelsen<br />

3.3.4 Waterafstotend maken?<br />

Wat bedoeld men met waterafstotend maken?<br />

= beletten dat draden in een stof door wateropneming gaan zwellen<br />

‘ Afparelend’ effect op tenten, regenkledij,…<br />

Producten op basis van paraffine of siliconen


3.3.5 Krimpvrij maken<br />

Wat bedoeld men met krimpvrij maken?<br />

• Katoen (cellulosevezels) krimpt 10-15%<br />

Oplossing:<br />

• SANFOR-procédé (stuiken)<br />

Resultaat:<br />

= bevochtigde weefsels in breedte rekken en in lengte met opzet in elkaar drukken<br />

Na wasbeurt slechts 1% krimp!!<br />

3.3.6 Kreukherstellend maken<br />

Wat bedoeld men met kreukherstellend maken?<br />

• Katoen, vlas en viscose: neiging tot kreuken<br />

Scheikundige behandeling + mengen met polyester<br />

(optimaal: 65% polyester, 35% katoen of viscose)<br />

Sanfor – plus; wash and wear


4 Etikettering<br />

Welke 2 soorten etikettering hebben we?<br />

1. Samenstellingsetiketten<br />

2. Behandelingsetiketten<br />

4.1 Samenstellingsetiketten<br />

Wat zijn samenstellingsetiketten?<br />

• Informatie voor consument en verkooppersoneel<br />

• Vezelsamenstelling (opgeteld => 100%)<br />

• Enkel wettelijk voorgeschreven soortnamen<br />

Polyester<br />

Viscose<br />

Enkele regels bij de etiketten<br />

• 1 enkele grondstof<br />

=> ‘ 100%’ of ‘ zuiver’ of ‘ puur’<br />

• 2 of meer grondstoffen, waarvan de ene minstens 85% bevat<br />

Product bevat 85% katoen, 11% zijde en 4 % polyester<br />

=> ‘ 85% katoen 11 %zijde 4 % polyester (onder elkaar)<br />

’ of ‘ tenminste 85% katoen’<br />

• 2 of meer grondstoffen, waarvan geen enkele 85% bereikt<br />

Product bevat 60% katoen, 15% linnen, 13% polyester en 12% wol<br />

=> belangrijkste stof in %<br />

60% katoen, linnen, polyester en wol<br />

60% katoen<br />

15% linnen<br />

13% polyester<br />

12% wol<br />

=> andere in dalende volgorde met of zonder %<br />

• Grondstoffen met minder dan 10%<br />

=> ‘ andere vezels’<br />

78% linnen 22% andere


Wat is zijde?<br />

Enkel voor textielproducten die uitsluitend vervaardigd zijn uit de cocons van zijde spinnende dieren<br />

Wat is ‘ halflinnen’ met vermelding ‘ ketting zuiver katoen – inslag zuiver vlas’ ?<br />

Product met een ketting van zuiver katoen en een inslag van zuiver vlas.<br />

4.2 Behandelingsetiketten<br />

Wat zijn behandelingsetiketten?<br />

= onderhoudsetiketten<br />

Inlichtingen over maximaal toegelaten behandeling<br />

ETITEX (www.etitex.be)<br />

• Gebruik van symbolen voor:<br />

-wassen<br />

-bleken<br />

-drogen<br />

-strijken<br />

-professionele reiniging<br />

• Eigenschappen bepaald door meest gevoelige bestanddeel<br />

• Etikettering geldt voor volledige product<br />

• Europese Unie:<br />

symbolen niet verplicht<br />

samenstellingsetiket wel verplicht

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!