William Schrikker Groep Tactus_ Jonge delinquenten_LVB_problematisch middelengebruik (2)
William Schrikker Groep Tactus_ Jonge delinquenten_LVB_problematisch middelengebruik (2)
William Schrikker Groep Tactus_ Jonge delinquenten_LVB_problematisch middelengebruik (2)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlage 3 Interventies voor delinquente <strong>LVB</strong> jongeren met<br />
middelenproblematiek<br />
B.3.1 Stay-a-way Plus<br />
Omschrijving<br />
Stay-a-way is een gedragsinterventie bedoeld voor jeugdige <strong>delinquenten</strong> met een midden of hoog<br />
dynamisch risicoprofiel (DRP), bij wie sprake is van risicovol <strong>middelengebruik</strong>.<br />
Doelen<br />
Het hoofddoel van Stay-a-way is het verkleinen van de kans op recidive via vermindering van <strong>middelengebruik</strong><br />
en het voorkomen van middelenafhankelijkheid bij jongeren met een verhoogd risico daartoe.<br />
Stay-a-way hanteert een individuele aanpak, waarbij sterk wordt ingezet op motivatie voor gedragsverandering,<br />
vergroting van de zelfcontrole en versterking van de binding met naasten. Afhankelijk<br />
van de aard en ernst van de middelenproblematiek en aanwezige risicofactoren biedt Stay-away<br />
verschillende persoonsgerichte trajecten voor de jeugdige delinquent met aandacht voor zowel<br />
het verminderen van risico’s als het versterken van positieve vaardigheden.<br />
Opbouw<br />
Stay-a-way is opgebouwd uit een startmodule, een motivatietraining en zelfcontroletraining met ingebouwde<br />
trainingsgesprekken voor de ouder(s) en ouder-kind bijeenkomsten. Voor jongeren met <strong>LVB</strong><br />
is een de Stay-a-way Plus variant beschikbaar (zie verderop). Het verkrijgen van inzicht in het gebruik<br />
(eventueel in relatie tot het delict) en het aanleren van gedragsalternatieven staan voorop.<br />
Binnen Stay-a-way is er bijzondere aandacht voor:<br />
• het opbouwen van een (individuele) band tussen trainer en jongere.<br />
• het beïnvloeden van cognities.<br />
• het versterken van vaardigheden en copingstijlen<br />
• beïnvloeden van contextuele factoren en binding.<br />
Het opbouwen van een band tussen trainer en jongere wordt gezien als een belangrijke factor in een<br />
goede communicatie met en het blijven motiveren van de jongere. De cognitieve interventies zijn erop<br />
gericht om de positieve verwachtingen die de jongere ten opzichte van <strong>middelengebruik</strong> heeft af te<br />
laten nemen en copingvaardigheden en self-efficacy te versterken (Handleiding Stay-a-way). De individuele<br />
aanpak voorkomt negatieve beïnvloeding door delinquente leeftijdgenoten, en het versterken<br />
van de context waarin de jongere verblijft alsmede binding met belangrijke anderen wordt gezien als<br />
een van de beschermende factoren ten aanzien van relapse in gebruik en/of delinquent gedrag.<br />
Stay-a-way is bedoeld voor <strong>delinquenten</strong> van 12 tot en met 18 jaar, met een matig of hoog recidiverisico,<br />
en bij wie sprake is van risicovol <strong>middelengebruik</strong>. Met ‘risicovol <strong>middelengebruik</strong>’ wordt gedoeld<br />
op de range van licht gebruik in combinatie met risicofactoren voor verslaving, tot en met afhankelijkheid<br />
van middelen. Risicofactoren zijn omgevingsfactoren en persoonlijkheidskenmerken zoals erfelijkheid<br />
(aanwezigheid van verslavingsproblematiek bij ouders),<br />
impulsiviteit, en sensation-seeking.<br />
45<br />
<strong>Jonge</strong> <strong>delinquenten</strong> van 16-23 jaar met een lichte verstandelijke beperking en <strong>problematisch</strong> <strong>middelengebruik</strong><br />
J. van der Nagel en R. Kea