VM85 Kwaliteitsborgingsaspecten bij de vervaardiging van ... - Induteq
VM85 Kwaliteitsborgingsaspecten bij de vervaardiging van ... - Induteq
VM85 Kwaliteitsborgingsaspecten bij de vervaardiging van ... - Induteq
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
47<br />
Hoofdstuk 4<br />
Krimp en vervorming<br />
4.1 Krimp<br />
Krimpen is een belangrijke factor <strong>bij</strong> <strong>de</strong> lastechniek en dientengevolge<br />
<strong>van</strong> invloed op <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> las, respectievelijk<br />
lasconstructie.<br />
Het krimpen en <strong>de</strong> <strong>bij</strong>behoren<strong>de</strong> verschijnselen behoren tot<br />
<strong>de</strong> grootste problemen die <strong>de</strong> lastechniek kent.<br />
Definitie krimp:<br />
"Krimp is <strong>de</strong> afname <strong>van</strong> het volume ("volumekrimp"), als<br />
gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> temperatuurdaling, zon<strong>de</strong>r dat er een faseovergang<br />
plaatsvindt".<br />
Naast het krimpen komt het verschijnsel slinken voor,<br />
waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie als volgt luidt:<br />
"Slink is <strong>de</strong> afname <strong>van</strong> het volume, als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
overgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> vloeibare naar <strong>de</strong> vaste fase".<br />
Aan krimpen gaat verwarming vooraf. Bij het lassen wordt<br />
plaatselijk warmte in <strong>de</strong> te verbin<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len gebracht.<br />
Deze warmte wordt door <strong>de</strong> geleiding <strong>van</strong> het materiaal<br />
verspreid.<br />
Door het vullen <strong>van</strong> een naad (figuur 4.1) met vloeibaar<br />
lasmetaal, en dus het verwarmen <strong>van</strong> het basismateriaal,<br />
bewegen <strong>de</strong> punten A en B naar elkaar toe (geldt voor een<br />
ingespannen lasverbinding als I en II niet vrij kunnen bewegen).<br />
Bij <strong>de</strong> afkoeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> las wordt <strong>de</strong> afstand AB kleiner,<br />
doordat <strong>de</strong> krimp <strong>van</strong> het lasmetaal aanzienlijk groter is<br />
dan <strong>de</strong> krimp <strong>bij</strong> het afkoelen <strong>van</strong> het ingespannen basismateriaal.<br />
figuur 4.1 AB wordt kleiner door:<br />
- uitzetting I en II<br />
- krimpen <strong>van</strong> het lasmetaal<br />
Elke verwarming veroorzaakt uitzetting en elke afkoeling<br />
veroorzaakt krimp. Hieruit volgt <strong>de</strong> basisregel voor krimpen:<br />
"Alle lassen zijn kleiner, dat wil zeggen korter, smaller en<br />
dunner, dan <strong>de</strong> voorbewerkte naad".<br />
Langs experimentele weg is vastgesteld, dat <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke<br />
inhoud <strong>van</strong> een V-las circa 20% min<strong>de</strong>r is dan <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> V-naad op tekening.<br />
Deze vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijke inhoud treedt het<br />
sterkst op <strong>bij</strong> kleine afmetingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> platen en indien ze<br />
vrij zijn opgelegd.<br />
Indien echter het uitzetten en/of het krimpen wor<strong>de</strong>n belemmerd,<br />
ontstaan er hoge inwendige spanningen, waar<strong>bij</strong><br />
<strong>de</strong> vloeigrens wordt overschre<strong>de</strong>n en als gevolg waar<strong>van</strong><br />
elastische/plastische vervormingen ontstaan.<br />
Figuur 4.2 toont <strong>de</strong> vervorming tengevolge <strong>van</strong> het lassen<br />
<strong>van</strong> een V-naad. De vrij opgeleg<strong>de</strong> platen <strong>van</strong> <strong>de</strong> a-symmetrische<br />
verbinding vervormen door <strong>de</strong> dwarskrimp.<br />
figuur 4.2 Krimpvervorming <strong>van</strong> een asymmetrische las<br />
AB krimpt meer dan CD (AB>CD). De krimp <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenste<br />
lagen in <strong>de</strong> V-naad wordt tegengewerkt door <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rste lagen.<br />
Hierdoor ontstaan spanningen en vervormingen.<br />
Zoals reeds eer<strong>de</strong>r opgemerkt, treedt <strong>de</strong> krimp in alle richtingen<br />
op. Bij een las kunnen we on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n (figuur 4.3):<br />
diktekrimp;<br />
lengtekrimp;<br />
dwarskrimp.<br />
figuur 4.3 Krimp in alle richtingen<br />
Sterke belemmering <strong>van</strong> <strong>de</strong> krimp treedt op in <strong>de</strong> langsrichting<br />
<strong>van</strong> een las. In die richting tre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>rhalve hoge<br />
trekspanningen op. Van min<strong>de</strong>r sterke belemmering is doorgaans<br />
sprake in <strong>de</strong> dwarsrichting, zodat ook <strong>de</strong> spanningen<br />
in die richting in het algemeen lager zijn.<br />
De belemmering en <strong>de</strong> resulteren<strong>de</strong> spanning in <strong>de</strong> dikterichting<br />
spelen alleen een rol <strong>bij</strong> lassen in dik materiaal.<br />
Het ontstaan <strong>van</strong> spanningen en vervormingen is een onprettige<br />
<strong>bij</strong>komstigheid <strong>van</strong> het lassen en het beheersen<br />
en/of minimaliseren er<strong>van</strong> is erg belangrijk.<br />
Kennis <strong>van</strong> krimp en vervorming is één <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />
met betrekking tot <strong>de</strong> kwaliteitsbeheersing <strong>bij</strong> het lassen.<br />
De literatuur is een belangrijk hulpmid<strong>de</strong>l <strong>bij</strong> <strong>de</strong> start.<br />
Ervaring opdoen is dan ook hetgeen waar alles om draait<br />
<strong>bij</strong> krimp en vervorming.<br />
De belangrijkste groothe<strong>de</strong>n <strong>bij</strong> <strong>de</strong> laskrimp zijn <strong>de</strong> langskrimpkracht<br />
F l en <strong>de</strong> daar<strong>bij</strong> behoren<strong>de</strong> langskrimpspanning,<br />
<strong>de</strong> dwarskrimp d en <strong>de</strong> hoekverdraaiing β (zie figuur 4.4).<br />
Uit een eenvoudige berekening blijkt, dat <strong>de</strong> langskrimpspanning<br />
in <strong>de</strong> las, na afkoeling tot omgevingstemperatuur,<br />
vrijwel altijd <strong>de</strong> vloeigrenswaar<strong>de</strong> (trekspanning) heeft.<br />
On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> lasomstandighe<strong>de</strong>n en<br />
<strong>de</strong> lasuitvoering op <strong>de</strong> krimpverschijnselen heeft een aantal<br />
krimpregels opgeleverd.<br />
figuur 4.4 Krimpgroothe<strong>de</strong>n<br />
4.2 Enkele krimpregels<br />
Ingespannen lassen: kleine krimpvervorming en grote<br />
krimpspanning.<br />
Vrijliggend lassen: grote krimpvervorming en kleine krimpspanning.<br />
Hoge begintemperatuur: weinig krimp.<br />
Lage begintemperatuur: veel krimp.<br />
Grote lassnelheid: weinig krimp.<br />
Kleine lassnelheid: veel krimp.<br />
Veel lagen: veel krimp.<br />
Weinig lagen: weinig krimp.<br />
Dunne platen: veel krimpvervorming weinig krimpspanning.