rapport - Vlaamse Landmaatschappij
rapport - Vlaamse Landmaatschappij
rapport - Vlaamse Landmaatschappij
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.2. Gebruikersprofielen dierlijke N<br />
Dit hoofdstuk heeft tot doelstelling binnen de steekproef verschillende profielen te beschrijven<br />
naargelang hun gebruik van dierlijke mest.<br />
Vanuit de doelstelling van dit onderzoek wordt beoogd dat de landbouwer zijn wettelijke<br />
plaatsingsruimte voor dierlijke en andere N vanuit een oordeelkundig perspectief meer invult.<br />
Dit impliceert dat kunstmest en andere meststoffen waar mogelijk vervangen worden door<br />
dierlijke mest, binnen de marges van de maximale plaatsingsruimte en oordeelkundige<br />
bemesting. Deze verhouding werd beschreven in hoofdstuk 2.1.<br />
Met de doelstelling de verschillende gebruiksprofielen onder de laagaccepterende bedrijven<br />
te beschrijven wordt best rekening gehouden met beide componenten: enerzijds het gebruik<br />
van dierlijke, chemische en andere meststoffen en anderzijds de acceptatiegraad.<br />
5.2.1. Clusteranalyse<br />
Om de verschillen in het gebruik van N uit dierlijke, chemische en andere meststoffen binnen<br />
de populatie in kaart te brengen werd in hoofdstuk 2.5 reeds clusteranalyse toegepast (kmeans<br />
clustering) op basis van twee variabelen met betrekking tot het productiejaar 2005:<br />
- Acceptatiegraad voor N uit dierlijke en andere meststoffen<br />
- Acceptatiegraad voor N uit chemische mest<br />
De analyse wordt uitgevoerd op de steekproef en op de volledige populatie van<br />
laagaccepterende bedrijven. Dit laat toe de consequenties van de enquêteresultaten in te<br />
schatten voor de hele populatie van laagaccepterende bedrijven.<br />
Op basis van hiërarchische clusteranalyse (eigenvalues) wordt bepaald dat een vierclusteroplossing<br />
optimaal is. Vervolgens wordt door middel van k-means clustering de clusters en<br />
het lidmaatschap van elke respondent berekend. De scores op de clustervariabelen worden<br />
weergegeven in Tabel 11. Door de gemiddelde scores per subgroep te interpreteren kunnen<br />
de clusters beschreven worden.<br />
Tabel 11: Cluster-analyse steekproef<br />
Acceptatiegraad N uit<br />
dierlijke en andere<br />
meststoffen (%)<br />
Acceptatiegraad N uit<br />
chemische meststoffen<br />
(%)<br />
Laagaccepterende bedrijven (clusteranalyse)<br />
1 2 3 4<br />
Hoogaccepterend<br />
e bedrijven<br />
(referentiegroep)<br />
60,9 57,7 12,7 11,7 95,8<br />
9,0 44,6 69,8 8,4 30,0<br />
Aantal bedrijven 135 126 35 83 59<br />
% van tot. aantal<br />
laagaccepterende<br />
bedrijven 31,0 28,9 8,0 19,0<br />
In Tabel 11 worden de vier clusters beschreven. Daarbij worden de gemiddelde scores<br />
weergegeven voor elk van de clustervariabelen, wat een eerste oppervlakkige interpretatie<br />
toelaat.<br />
De overeenstemming tussen de clusters in de steekproef en de populatie wordt afgebeeld in<br />
Figuur 12. Zowel naar omvang van de cluster als naar acceptatiegraden worden vier<br />
gelijkaardige clusters bekomen. Enkel cluster 3 heeft in de steekproef een hogere<br />
gemiddelde acceptatiegraad voor N uit kunstmest dan in de populatie.<br />
36