2004/007 - Martinusschool
2004/007 - Martinusschool
2004/007 - Martinusschool
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SECUNDAIR ONDERWIJS<br />
Onderwijsvorm:<br />
ASO<br />
Graad:<br />
tweede graad<br />
Jaar:<br />
eerste en tweede leerjaar<br />
BASISVORMING<br />
Vak(ken): AV Chemie 1/1 lt/w<br />
Vakkencode:<br />
WW-k<br />
Leerplannummer: <strong>2004</strong>/<strong>007</strong><br />
(vervangt 2002/003)<br />
Nummer inspectie: <strong>2004</strong> / 9 // 1 / I / BV / 1 / II / / D/<br />
(vervangt 2002/209//1/I/BV/1/II/ /V/04)
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd 1<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
INHOUD<br />
Visie..........................................................................................................................................................2<br />
Beginsituatie.............................................................................................................................................5<br />
Algemene doelstellingen..........................................................................................................................6<br />
Leerplandoelstellingen / leerinhouden / specifieke wenken.....................................................................8<br />
Pedagogisch-didactische wenken en timing..........................................................................................28<br />
Minimale materiële vereisten .................................................................................................................39<br />
Evaluatie.................................................................................................................................................40<br />
Bibliografie .............................................................................................................................................43
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd 2<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
VISIE<br />
1. Chemie als kennisdomein<br />
Chemie is een natuurwetenschap. Ze bestudeert de ‘moleculaire’ structuur van stoffen, eigenschappen<br />
die er uit voortvloeien, transformaties en energie-uitwisselingen die kunnen optreden.<br />
Net als andere natuurwetenschappen biedt chemie ook een kader aan om de fysische werkelijkheid te<br />
interpreteren door ordenen en verklaren en om er handelend mee om te gaan. Dit handelings- en<br />
denkkader bevat begrippen en modellen, wetten en regels die toelaten problemen in de fysische realiteit<br />
te herkennen en te formuleren, er oplossingen voor te zoeken en deze ook uit te testen. Aldus is chemie<br />
ook in essentie een probleemherkennende en probleemoplossende activiteit. Dit wezenlijk kenmerk moet<br />
uiteraard ook in het onderwijs van de chemie een centrale plaats toebedeeld krijgen.<br />
Natuurwetenschappen onderscheiden zich onderling en van andere kennisvormen door de aard van de<br />
probleemstellingen, door de criteria waaraan aanvaardbare oplossingen moeten voldoen en door de<br />
hulpmiddelen die worden ingezet om oplossingen te bereiken. Met andere natuurwetenschappen heeft<br />
chemie een aantal kenmerken gemeen. Ze onderscheidt zich echter van deze door haar<br />
onderzoeksobject (probleemstelling) en door de eigen aard van haar onderzoeksmethoden (hulpmiddelen).<br />
De chemie onderzoekt entiteiten op een organisatieniveau tussen dat van de fysica en de biologie. Haar<br />
verklaringsmodellen zijn bij uitstek corpusculair. Ze onderzoekt de bereiding en de eigenschappen van<br />
stoffen en de transformaties die deze kunnen ondergaan. Ze verklaart eigenschappen en structuren van<br />
stoffen op macroniveau door deze terug te voeren op de eigenschappen en structuren van<br />
submicroscopische entiteiten zoals moleculen, die zelf zijn samengesteld uit atomen van een beperkt<br />
aantal chemische elementen. Ze verklaart omzettingen van stoffen in termen van hun corpusculaire<br />
structuur en in termen van energie-uitwisselingen die hierbij kunnen optreden.<br />
In deze zin is chemie een ‘moleculaire’ wetenschap. Beschrijvende aspecten spelen een grotere rol dan<br />
in fysica, maar minder dan in biologie. Ze laat minder kwantitatieve conclusies toe dan de fysica, maar is<br />
sterker geformaliseerd dan de biologie. Voor het onderwijs betekent dit dat via chemie in het bijzonder het<br />
corpusculair modeldenken en het ordenen volgens waarnemingscriteria zullen worden ingeoefend.<br />
De uitbouw van het chemieonderwijs vereist een bijzondere aandacht voor het tonen van de expliciete<br />
samenhang tussen de diverse onderdelen van de chemie als wetenschap:<br />
- chemie beschrijft en ordent de submicroscopische corpusculaire structuren waaruit de stoffen zijn<br />
opgebouwd;<br />
- chemie karakteriseert en classificeert stoffen op basis van hun samenstelling en eigenschappen;<br />
- chemie ordent en beschrijft stofveranderingen en interacties tussen stoffen op corpusculair niveau;<br />
- chemie beschrijft de dynamische en energetische aspecten van de interactie tussen stoffen.<br />
Chemie reikt middelen aan om:<br />
- stoffen kwalitatief en kwantitatief te detecteren;<br />
- stoffen te isoleren uit mengsels;<br />
- stoffen te synthetiseren.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 3<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
2. Chemie als onderwijsvak<br />
Chemie als onderwijsvak in het secundair onderwijs wordt gestructureerd rond volgende pijlers:<br />
chemie als wetenschap, chemie als maatschappelijk verschijnsel en chemie als toegepaste en<br />
praktische wetenschap.<br />
2.1 Chemie als wetenschap<br />
In dit luik wordt chemie als zuivere natuurwetenschap geïntroduceerd. De leerinhouden worden intern,<br />
d.w.z. binnen de wetenschappelijke vakstructuur, bepaald en geselecteerd op basis van de spilfunctie<br />
die ze vervullen bij het op- en uitbouwen van de conceptuele basisstructuur van de chemie.<br />
Wetten, theorieën en modellen worden bij voorkeur op een zodanig niveau geformuleerd dat ze ook<br />
kwantitatieve conclusies toelaten.<br />
Taal en denken zijn nauw met elkaar verbonden: helder denken in chemie veronderstelt een<br />
ondubbelzinnig taalgebruik. Aan het correct leren hanteren van de chemische vaktaal moet bijgevolg<br />
bijzondere aandacht worden besteed, te meer omdat begrippen uit de alledaagse omgangstaal vaak<br />
geproblematiseerd worden in de chemie en er een heel andere betekenis krijgen. Concepten,<br />
stofnamen en symbolen moeten zorgvuldig en eenduidig worden gebruikt.<br />
Zoals in elke andere natuurwetenschap neemt ook in de chemie het experiment een belangrijke plaats<br />
in. In het onderwijs mag het experiment niet uitsluitend een visualiseringsmiddel van chemische<br />
verschijnselen zijn maar zal het ook en vooral worden aangewend om het onderzoekend handelen als<br />
onderdeel van de wetenschappelijke onderzoeksmethode te illustreren en te ontwikkelen. Tevens<br />
biedt het zelfstandig experimenteren door leerlingen de mogelijkheid typische vaardigheden en<br />
attitudes te verwerven.<br />
De leerinhouden en vaardigheden die via dit luik aan de leerlingen worden aangeboden zullen hen<br />
ertoe aanzetten eigen mogelijkheden en voorkeuren te exploreren en hen helpen eigen waarden en<br />
doelen te bepalen.<br />
2.2 Chemie als maatschappelijk verschijnsel<br />
Traditioneel is het wetenschapsonderwijs erg productgericht: centraal staat de bekommernis de<br />
leerlingen zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij het corpus van de thans algemeen aanvaarde<br />
chemische kennis en hen de vaardigheden te doen verwerven om deze kennis op nieuwe, maar<br />
aanverwante problemen en probleemgebieden te kunnen toepassen. Chemie wordt beschouwd als<br />
gedreven door haar interne dynamiek, waarbij externe factoren geen wezenlijke rol vervullen.<br />
Voor historische, sociale en ethische beschouwingen was in het traditionele, productgerichte<br />
chemieonderwijs weinig plaats. Het succes van de chemie is ongetwijfeld voor een deel aan deze<br />
benadering te danken. Aan de andere kant heeft dit er ook toe geleid dat chemie door velen als een<br />
cultuurvreemd en soms zelfs als een cultuurvijandig element wordt ervaren.<br />
Door de menselijke aspecten uitdrukkelijk in het onderwijs te betrekken, toont de chemie via onderwijs<br />
hoe ze een bijdrage kan leveren aan een harmonische persoonlijkheidsontwikkeling.<br />
Het onderwijs in chemie mag zich bijgevolg niet beperken tot het overdragen van instrumentele,<br />
vakspecifieke kennis, vaardigheden en attituden, maar moet ook expliciet aandacht vragen voor de<br />
chemie als maatschappelijk proces, tijdens hetwelk ook externe randvoorwaarden van sociale, historische,<br />
filosofische of ethische aard een rol spelen.<br />
De diverse leerinhouden zullen zo worden uitgebouwd dat op exemplarische wijze aandacht kan<br />
worden besteed aan de interrelaties tussen chemie en samenleving, aan de cultuurhistorische en de<br />
maatschappelijke context waarin chemie functioneert en tot ontwikkeling komt. Alleen op deze wijze is<br />
een genuanceerd oordeel over het belang, de waarde en beperkingen van chemie mogelijk en kan de<br />
band met de algemene cultuur worden gevrijwaard.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 4<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Er is bovendien ook een didactisch argument om historische aspecten in het chemieonderwijs te<br />
betrekken. Opvattingen over chemie ontstaan vaak vanuit de media (milieu- en afvalproblematiek) of<br />
vanuit dagelijkse ervaringen in de omgang met stoffen. Daardoor kunnen conflicten ontstaan tussen<br />
‘gezond verstand’ en ‘desinformatie via onkritische berichtgeving’ enerzijds en ‘de wetenschappelijke<br />
chemie’ anderzijds.<br />
Kritisch en zinvol leren ontstaat pas als vooraf dergelijke preconcepties op een actieve wijze worden<br />
afgebouwd. De verschillende stadia in de ontwikkeling van de historische chemie zijn erg illustratief<br />
voor de moeilijkheden die onze jongeren ondervinden om hun misconcepties af te bouwen. Ze kunnen<br />
een weg wijzen om nieuwe kennis in de cognitieve structuur van de lerenden te integreren.<br />
2.3 Chemie als toegepaste en praktische wetenschap<br />
Zoals elke natuurwetenschap kan ook chemie onder een dubbel aspect worden beschouwd. Enerzijds<br />
is ze een conceptueel kader om fenomenen te beschrijven, te ordenen, te verklaren of te voorspellen.<br />
De chemie-als-theorie is dan losgemaakt van haar concrete voedingsbodem van steeds wisselende<br />
en fluctuerende verschijnselen om, onafhankelijk ervan, tot de stabiele en gemeenschappelijke kern<br />
achter deze verschijnselen door te dringen. Anderzijds staat niet het uitbouwen van dit conceptuele<br />
kader centraal, maar wordt de toepassing ervan in de courante ervaringswereld of voor het vervullen<br />
van specifieke materiële noden en behoeften beoogd. Het accent ligt dan niet meer op verklaren of<br />
beschrijven, maar op het omgaan met en het maken van stoffen. Het is vooral via dit technischindustriële<br />
aspect dat de natuurwetenschappen in het algemeen en de chemie in het bijzonder onze<br />
hedendaagse materiële cultuur verregaand bepalen. In een algemeen chemische vorming mogen<br />
basiselementen van de industriële chemie en van haar impact op de samenleving en milieu bijgevolg<br />
niet ontbreken. Een accentverschuiving naar toegepaste chemie zal er bovendien toe bijdragen de<br />
waarde van de tweedeling tussen denken en doen, tussen zuivere en toegepaste kennis te<br />
relativeren.<br />
In het onderwijs bestaat tussen beide aspecten een onmiskenbaar onevenwicht. Traditioneel wordt<br />
aan het uitbouwen van het conceptuele kader zoveel aandacht en tijd besteed dat aspecten van<br />
toegepaste chemie zeer beperkt of nauwelijks aan bod kunnen komen. De hogere waardering die het<br />
zuivere, abstracte denken in onze cultuur geniet, in vergelijking met toepassingsgericht denken, is<br />
hiervoor een belangrijke oorzaak. Doordat ze vele disparate feiten onder één noemer brengt is<br />
theoretische kennis denkeconomisch ongetwijfeld nuttig. Sommigen zullen er, precies door het<br />
afstandelijke en abstracte karakter ervan, door aangetrokken worden. Het is niettemin ook<br />
onmiskenbaar dat kennis die geen of onvoldoende ankerpunten in de concrete ervaringswereld vindt,<br />
vaak niet beklijft en dat haar relevantie in vraag kan worden gesteld.<br />
Zowel met het oog op een evenwichtige vorming door chemie, als om leerpsychologische redenen is<br />
het bijgevolg van belang de lesdoelstellingen zodanig uit te bouwen dat ook aan de technische en<br />
toepassingsgerichte aspecten van de chemie aandacht kan worden besteed.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 5<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
BEGINSITUATIE<br />
Bepaling van de leerlingengroep<br />
Dit leerplan is bestemd voor leerlingen die slechts een lestijd chemie per week (= minor) volgen in de<br />
tweede graad algemeen secundair onderwijs.<br />
Leerlingen met twee lestijden chemie per week volgen een ander leerplan: het majorleerplan, met een<br />
specifieke benaderingswijze en andere accenten.<br />
Om de veiligheid bij het uitvoeren van leerlingenproeven niet in het gedrang te brengen is het<br />
aangewezen dat het aantal leerlingen niet meer dan 20 bedraagt.<br />
De leraar oordeelt of hij, rekening houdend met het aantal leerlingen, met de uitrusting van zijn<br />
laboratorium en de aard van de te gebruiken toestellen en producten, de door het leerplan<br />
voorgeschreven demonstratie- en leerlingenproeven zonder gevaar kan uitvoeren of laten uitvoeren.<br />
Indien hij oordeelt dat de beschikbare uitrusting gevaar voor hemzelf of voor de leerlingen oplevert,<br />
verwittigt hij onmiddellijk het instellingshoofd, die de nodige maatregelen treft om de activiteiten in<br />
gunstige omstandigheden te laten doorgaan.<br />
Beginsituatie<br />
Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die de tweede graad aanvatten de<br />
minimumdoelstellingen van de eerste graad (A-stroom) hebben bereikt.<br />
Chemie start als onderwijsvak pas in de tweede graad van het secundair onderwijs. Een reden<br />
hiervoor is dat de beschrijving van macroscopische fenomenen met corpusculaire modellen, waarop in<br />
de chemie voortdurend een beroep wordt gedaan, een cognitieve ontwikkeling van de leerlingen<br />
vereist die bij de aanvang van de tweede graad meestal niet is bereikt. Dit neemt evenwel niet weg dat<br />
leerlingen al lang voordien hebben leren omgaan met dagelijkse stoffen en materialen, deze hebben<br />
leren herkennen en enige vertrouwdheid met sommige chemische reacties hebben verworven.<br />
Sommige eindtermen voor wereldoriëntatie in het lager onderwijs en voor aardrijkskunde, technologische<br />
opvoeding en biologie in de eerste graad van het secundair onderwijs bieden een geschikt<br />
aangrijpingspunt om in de tweede graad macroscopisch waarneembare verschijnselen en<br />
eigenschappen, chemisch - d.w.z. corpusculair- te vertalen.<br />
Voorbeelden<br />
De leerlingen kunnen gangbare materialen benoemen en kunnen op basis van eigen waarnemingen<br />
of eenvoudige proefjes deze materialen groeperen volgens minstens twee gemeenschappelijke<br />
eigenschappen. (Lager onderwijs: wereldoriëntatie, eindterm 1.13)<br />
De leerlingen kunnen enkele gesteenten op monsters benoemen op basis van proefondervindelijke<br />
waarnemingen. (Eerste graad SO: aardrijkskunde, eindterm 9)<br />
De leerlingen kunnen het belang van de stofwisseling beschrijven voor de instandhouding van het<br />
menselijk lichaam en verduidelijken dat het opnemen, het transport en de verwerking van<br />
voedingsstoffen en zuurstof daarbij een belangrijke rol spelen. (Eerste graad SO: biologie, eindterm 8)
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 6<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
Deze doelstellingen stemmen overeen met gemeenschappelijke eindtermen die gelden voor het<br />
geheel van de wetenschappen in de 2de graad ASO.<br />
Ze worden op een voor de tweede graad aangepast beheersingsniveau aangeboden. Ze worden,<br />
telkens waar mogelijk, in concrete lesdoelstellingen omgezet.<br />
1 Onderzoekend leren / leren onderzoeken<br />
Met betrekking tot een concreet wetenschappelijk of toegepast wetenschappelijk probleem,<br />
vraagstelling of fenomeen kunnen de leerlingen<br />
G 1 relevante parameters of gegevens aangeven, hierover informatie opzoeken en deze<br />
oordeelkundig aanwenden;<br />
G 2 een eigen hypothese (bewering, verwachting) formuleren en aangeven hoe deze kan worden<br />
onderzocht;<br />
G 3 voorwaarden en omstandigheden die een hypothese (bewering, verwachting) weerleggen of<br />
ondersteunen, herkennen of aangeven;<br />
G 4 ideeën en informatie verzamelen om een hypothese (bewering, verwachting) te testen en te<br />
illustreren;<br />
G 5 omstandigheden die een waargenomen effect kunnen beïnvloeden, inschatten;<br />
G 6 aangeven welke factoren een rol kunnen spelen en hoe ze kunnen worden onderzocht;<br />
G 7 resultaten van experimenten en waarnemingen afwegen tegenover de verwachte, rekening<br />
houdende met de omstandigheden die de resultaten kunnen beïnvloeden;<br />
G 8 resultaten van experimenten en waarnemingen verantwoord en bij wijze van hypothese,<br />
veralgemenen;<br />
G 9 experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden;<br />
G10 doelgericht, vanuit een hypothese of verwachting, waarnemen;<br />
G11 waarnemings- en andere gegevens mondeling en schriftelijk verwoorden en weergeven in<br />
tabellen, grafieken, schema's of formules;<br />
G12 alleen of in groep, een opdracht uitvoeren en er een verslag over uitbrengen.<br />
2 Wetenschap en samenleving<br />
De leerlingen kunnen met betrekking tot vakinhouden van de vakspecifieke eindtermen<br />
G13 voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de<br />
natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen;<br />
G14 met een voorbeeld verduidelijken hoe de genese en de acceptatie van nieuwe begrippen en<br />
theorieën verlopen;<br />
G15 de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de<br />
leefomstandigheden van de mens met een voorbeeld illustreren;<br />
G16 een voorbeeld geven van positieve en nadelige (neven)effecten van natuurwetenschappelijke<br />
toepassingen;<br />
G17 met een voorbeeld sociale en ecologische gevolgen van natuurwetenschappelijke toepassingen<br />
illustreren;<br />
G18 met een voorbeeld illustreren dat economische en ecologische belangen de ontwikkeling van de<br />
natuurwetenschappen kunnen richten, bevorderen of vertragen;
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 7<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
G19 met een voorbeeld de wisselwerking tussen natuurwetenschappelijke en filosofische<br />
opvattingen over de werkelijkheid illustreren;<br />
G20 met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, nl. verworven<br />
opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar<br />
zijn;<br />
G21 met een voorbeeld de ethische dimensie van natuurwetenschappen illustreren.<br />
3 Attitudes<br />
De leerlingen<br />
G22* zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden;<br />
G23* houden rekening met de mening van anderen;<br />
G24* zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen;<br />
G25* zijn bereid om samen te werken;<br />
G26* onderscheiden feiten van meningen of vermoedens;<br />
G27* beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief;<br />
G28* trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden;<br />
G29* hebben aandacht voor het correct en nauwkeurig gebruik van wetenschappelijke terminologie,<br />
symbolen, eenheden en data;<br />
G30* zijn ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment;<br />
G31* houden zich aan de instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten.<br />
Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid. Het volstaat<br />
om deze eindtermen na te streven.<br />
Omwille van de leesbaarheid worden de leerplandoelstellingen, de leerinhouden en de methodologische<br />
wenken in afzonderlijke cellen geplaatst per hoofdstuk.<br />
Binnen deze cellen werd getracht de horizontale lezing zo veel als mogelijk door te trekken. Daarom dient<br />
elk blok als een geheel te worden beschouwd.<br />
De vakgebonden eindtermen voor chemie worden opgenomen in de eerste kolom, voorafgegaan door<br />
een C.<br />
De niet-verplichte uitbreidingsdoelstellingen zijn met de letter ‘U’ aangeduid.<br />
Voor meer informatie, o.a. richtlijnen, lesmateriaal, nuttige links, zie:<br />
http://www.rago.be/wetenschappen/Chemie/Startchemie.htm
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 8<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN / SPECIFIEKE WENKEN<br />
1ste leerjaar<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
De leerlingen kunnen:<br />
1 Stoffen en mengsels<br />
1 Stoffen en mengsels<br />
C2<br />
G16<br />
- de chemie in algemene termen als natuurwetenschap<br />
beschrijven;<br />
- aangeven wat de chemie bestudeert;<br />
- door voorbeelden illustreren dat men de chemie<br />
zowel ten goede als ten kwade kan toepassen;<br />
1.1 Wat is chemie?<br />
Chemie als natuurwetenschap<br />
Contextgebied: chemie is overal<br />
Er kan vertrokken worden vanuit het idee dat leerlingen zelf<br />
over chemie hebben en de vertoning van de video ‘Chemie<br />
voor vandaag en morgen’ van SIREV.<br />
Mogelijk contexten:<br />
G15<br />
- het verband tussen chemie en samenleving<br />
aangeven;<br />
- onderzoek van de omgeving<br />
- geneesmiddelen, huishoudproducten, …<br />
C4<br />
C4<br />
C3<br />
C2<br />
- de rol van chemici in het beroepsleven illustreren;<br />
- studie- en beroepsmogelijkheden in verband met<br />
chemie opnoemen en er enkele algemene<br />
kenmerken van aangeven;<br />
- aantonen dat het laboratorium centraal staat in de<br />
empirische wetenschap chemie;<br />
- een aantal praktische tips opsommen om veilig en<br />
verantwoord te werken in het laboratorium;<br />
- gevarensymbolen interpreteren en R- en S-zinnen<br />
opzoeken;<br />
Chemie als beroep<br />
Het laboratorium<br />
- wapens, giftige stoffen, drugs,…<br />
- kunststoffen versus natuurproducten.<br />
Studie- en beroepsmogelijkheden kunnen o.a. bij de<br />
Federatie van de Chemische Nijverheid: www.fedichem.be/<br />
en bij de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging<br />
bekomen worden.<br />
Bij elk experiment moet rekening gehouden worden met de<br />
nodige veiligheidsmaatregelen.<br />
Voor praktische tips rond ‘Veiligheid in de schoollaboratoria’:<br />
www.gemeenschapsonderwijs.be/pbd/<br />
Vooral tijdens de leerlingenpractica zullen de attitudinale<br />
eindtermen (G*-22 t/m G*-31) nagestreefd worden.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 9<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
U<br />
- aan de hand van een aantal dagelijkse gebruiksvoorwerpen<br />
het onderscheid uitleggen tussen een<br />
voorwerp en de stof(fen) waaruit dat voorwerp<br />
bestaat;<br />
1.2 Voorwerpen en stoffen In de vakken fysica en technologische opvoeding in de 1ste<br />
graad is reeds aandacht besteed aan grondstoffen,<br />
materialen en voorwerpen.<br />
Mogelijke context: stoffen herkennen.<br />
C5<br />
- het verschil tussen fysische en chemische<br />
eigenschappen van een stof verwoorden;<br />
- aangeven dat stoffen door fysische en chemische<br />
eigenschappen van elkaar verschillen;<br />
1.3 Fysische en chemische<br />
eigenschappen<br />
De verschillen tussen stoffen zoals azijn, water, alcohol,<br />
ijzer, koper, zout, kristalsuiker, enz. zijn te omschrijven als<br />
fysische en chemische eigenschappen.<br />
C25<br />
C25<br />
C25<br />
C25<br />
C5<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een oplossing is;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een emulsie is;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een suspensie is;<br />
- aan de hand van bovenstaande en andere<br />
voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen een<br />
homogeen en heterogeen mengsel;<br />
- mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de<br />
hand van gegeven of van waargenomen fysische<br />
eigenschappen;<br />
1.4 Mengsels<br />
Mogelijke context: chemie thuis<br />
Enkele mengsels die in het dagelijkse leven voorkomen<br />
worden bij voorkeur als voorbeelden gebruikt: dranken (o.a.<br />
spuitwater, limonade, wijn) voedingswaren (o.a. mayonaise),<br />
cosmetica (o.a. huidcrèmes).<br />
Aan bv. suikerwater en jenever ziet men niet dat het<br />
mengsels zijn, zelfs niet met optische hulpmiddelen; aan<br />
witbier, vette bouillon, bierschuim of melk wel.<br />
C2<br />
- het belang van water uitleggen;<br />
2 Water<br />
2.1 Belang<br />
2 Water<br />
Het biologische, huishoudelijke en industriële belang van<br />
water laten opzoeken en weergeven.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 10<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C2<br />
- de aggregatietoestanden van water beschrijven en<br />
verklaren door een verschillende beweeglijkheid van<br />
de samenstellende deeltjes (moleculen,...);<br />
2.2 Aggregatietoestanden De waterkringloop in de natuur verklaren door de<br />
verandering van aggregatietoestanden.<br />
C5<br />
- een verzameling van gelijke moleculen als een<br />
zuivere stof herkennen;<br />
2.3 Moleculen Het kleinste deeltje van een stof noemen we voorlopig een<br />
molecule en wordt als een bolletje voorgesteld.<br />
Het verband tussen de aggregatietoestanden en de<br />
warmtebeweging van de moleculen uitleggen.<br />
C25<br />
- filtratie, indamping, destillatie, adsorptie en extractie<br />
beschrijven als belangrijkste methoden om zuivere<br />
stoffen uit mengsels te isoleren;<br />
2.4 Scheiding van mengsels Mogelijke contexten: winning van zout uit zeewater,<br />
drinkwaterbereiding, het zetten van koffie en thee, gebruik<br />
van gasmaskers.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- met eenvoudig materiaal een chromatografie veilig<br />
uitvoeren;<br />
Leerlingenpracticum 1<br />
Bijvoorbeeld: papierchromatogram van een viltstiftvlek.<br />
Bij het uitvoeren van leerlingenpractica zullen de eindtermen<br />
onderzoekend leren / leren onderzoeken (G-1 t/m G-12) bij<br />
de leerlingen bereikt worden. Vanaf het begin wordt<br />
gewezen op de nodige veiligheids- en milieuaspecten, door<br />
o.a. de leerlingen telkens de betreffende R- en S-zinnen te<br />
laten opzoeken en noteren.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- met eenvoudig materiaal volgende scheidingstechnieken<br />
veilig uitvoeren: filtratie, extractie;<br />
Leerlingenpracticum 2<br />
Bijvoorbeeld: scheiden van zeewater (zout, zand, water);<br />
extractie van olie uit pindanoten, bladgroen uit bladeren, …
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 11<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
U<br />
U<br />
U<br />
- het verschil tussen hard en zacht water beschrijven;<br />
- de invloed van het zuurstofgehalte op de biologische<br />
kwaliteit van oppervlaktewater uitleggen;<br />
- de werking van een rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />
beschrijven;<br />
2.5 Waterkwaliteit De oorzaken van de waterhardheid, nl. de aanwezigheid<br />
van opgeloste calcium- en magnesiumzouten en de<br />
gevolgen ervan in het dagelijks leven beschrijven.<br />
Het zuurstofgehalte als belangrijke parameter voor de<br />
kwaliteit van oppervlaktewater aangeven (cf. biologie).<br />
De afvalwaterzuivering in verschillende stappen<br />
(mechanische, biologische en chemische) beschrijven.<br />
3 Stoffen en reacties<br />
3 Stoffen en reacties<br />
Als voorbeelden kunnen omzettingen van eetwaren<br />
gekozen worden, bv. bakken en braden, zuur worden van<br />
melk en wijn, gisting van deeg, rottingsprocessen.<br />
- het begrip chemische reactie beschrijven en met<br />
voorbeelden illustreren;<br />
3.1 Chemische reactie<br />
C7<br />
- onderscheid maken tussen enkelvoudige en<br />
samengestelde stoffen, steunend op hun verschil in<br />
chemische eigenschappen en met voorbeelden<br />
illustreren;<br />
3.2 Enkelvoudige en samengestelde<br />
stoffen<br />
Stoffen die niet kunnen ontleed worden in andere stoffen<br />
noemt men enkelvoudige stoffen, stoffen die wel ontleed<br />
kunnen worden noemt men samengestelde stoffen.<br />
Als voorbeeld kan de ontleding van suiker door verhitting<br />
gekozen worden: er ontstaat kool en water.<br />
Water kan door elektrolyse ontleed worden in waterstofgas<br />
en zuurstofgas.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 12<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
G14<br />
C8<br />
- de atoomtheorie van Dalton formuleren;<br />
- enkelvoudige en samengestelde stoffen definiëren<br />
als functie van hun opbouw uit één of meer<br />
atoomsoorten of elementen en dit met voorbeelden<br />
illustreren;<br />
- het symbool schrijven als de naam gegeven is en de<br />
naam noemen als het symbool gegeven is van<br />
minstens twintig elementen;<br />
- aangeven dat de chemische symbolen universeel zijn<br />
en ook in andere schrijftalen gebruikt worden;<br />
3.3 Atomen, elementen,<br />
symbolen<br />
Als context kunnen historische aspecten rond de<br />
atoomtheorie gekozen worden, bv. Democritus, Dalton.<br />
Atomen zijn uiterst kleine deeltjes die bij een chemische<br />
reactie niet vernietigd worden.<br />
In de natuur komen 92 atoomsoorten (elementen) voor; ze<br />
verschillen in grootte en in massa.<br />
Elementen worden door symbolen voorgesteld.<br />
Het is aan te raden volgende symbolen te kennen: Cl, I, O,<br />
S, N, P, C, H, He, Ne, Ar, Na, Ca, Mg, Fe, Zn, Hg, Al, Pb,<br />
Cu, Ag, Au.<br />
Het voorbeeld van de ontleding van suiker kan hier verder<br />
uitgewerkt worden. Suiker (C,H,O) wordt ontleed in kool (C)<br />
en water (H,O). Water kan ontleed worden in waterstofgas<br />
(H) en zuurstofgas (O).<br />
- een stof voorstellen door haar elementformule,<br />
waarbij de elementsymbolen, gescheiden door<br />
komma’s, tussen haakjes worden geplaatst;<br />
C18<br />
- een chemische reactie voorstellen door een<br />
reactieschema, waarbij de uitgangsstoffen en de<br />
reactieproducten worden vermeld met hun elementformule<br />
en eventueel boven de pijl de omstandigheden<br />
worden geschreven;<br />
- in een reactieschema de toestand van de stoffen<br />
aanduiden met (v) voor vast, (vl) voor vloeibaar, (g)<br />
voor gasvormig en (aq) voor opgelost in water;<br />
3.4 Reactieschema’s Voorbeelden van reactieschema’s:<br />
verwarmen<br />
suiker kool + water<br />
(C,H,O) (C) (H,O)<br />
De enkelvoudige stof (C) die uit suiker bekomen wordt, is<br />
suikerkool; zo bestaat ook houtskool, beenderkool,<br />
bloedkool, enz. Het element C is koolstof.<br />
elektrolyse<br />
water waterstofgas + zuurstofgas<br />
(H,O) vl (H) g (O) g
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 13<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
G13<br />
C7<br />
C7<br />
- het historisch belang van het periodiek systeem<br />
toelichten;<br />
- op het periodiek systeem aanwijzen dat de<br />
elementen gerangschikt zijn volgens stijgende massa<br />
van de atomen;<br />
- op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen<br />
waarvan de enkelvoudige stoffen overeenkomstige<br />
chemische eigenschappen hebben, onder elkaar<br />
staan en dus behoren tot dezelfde groep;<br />
- op het periodiek systeem afleiden dat de metalen<br />
links staan en de niet-metalen rechts;<br />
- in het periodiek systeem de groep van de edelgassen<br />
aanwijzen;<br />
3.5 Periodiek systeem Het historisch belang van het periodiek systeem wordt<br />
uitgelegd: D. I. Mendelejev kon voorspellingen doen over<br />
het bestaan van elementen en eigenschappen van de<br />
overeenstemmende stoffen<br />
De eigenschappen van alkalimetalen onderzoeken en<br />
vergelijken met die van een aardalkalimetaal.<br />
Een Nederlandstalige versie van het periodiek systeem van<br />
de elementen, met ontdekking, voorkomen, eigenschappen,<br />
bereiding, enz. is te raadplegen op:<br />
www.periodieksysteem.com<br />
Het gebruik van edelgassen bv. in lampen toelichten.<br />
C7,<br />
C24<br />
- van de enkelvoudige stoffen diwaterstof, dizuurstof,<br />
trizuurstof, dichloor, dijood, diamant, grafiet,<br />
octazwavel, natrium, magnesium, aluminium, ijzer,<br />
zink, lood, koper, kwik, goud, zilver één of meer van<br />
de volgende aspecten bespreken: voorkomen,<br />
winning, bereiding, fysische eigenschappen,<br />
chemische eigenschappen, toepassingen;<br />
3.6 Kennismaking met<br />
enkelvoudige stoffen<br />
Voorbeelden<br />
Octazwavel (S) is een gele vaste stof. Men vindt zwavel in<br />
de grond in de omgeving van vulkanen. Zwavel zit in de kop<br />
van een lucifer, in buskruit, in vuurwerk,... omdat hij goed<br />
brandt. Tientallen miljoenen ton zwavel worden jaarlijks<br />
omgezet in zwavelzuur (H,S,O).<br />
Kwikmetaal (Hg) is het enige metaal dat bij kamertemperatuur<br />
vloeibar is. Men gebruikt het in thermometers<br />
en barometers. Zilverkoper-amalgaam wordt gebruikt als<br />
tandvulling.<br />
Om bij metalen het onderscheid tussen het element en de<br />
enkelvoudige stof te maken, spreken we van natriummetaal,<br />
ijzermetaal, kopermetaal, enz. Pas als de leerlingen duidelijk<br />
het verschil inzien tussen het element en de enkelvoudige<br />
stof, kan voor metalen de uitgang -metaal weggelaten<br />
worden.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 14<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C24,<br />
G1-12<br />
- enkele eenvoudige experimenten met enkelvoudige<br />
en samengesteld stoffen uitvoeren;<br />
Leerlingenpracticum 3 Eigenschappen van metalen (bv. Fe) en niet-metalen (bv. S)<br />
onderzoeken.<br />
Verwarmen van bv. bakpoeder, suiker, ammoniumchloride.<br />
C24<br />
C6,<br />
G18<br />
- van de samengestelde stoffen waterstofchloride,<br />
(di)waterstofsulfaat, natriumhydroxide, ammoniak,<br />
calcium(di)hydroxide, natriumchloride,<br />
natriumwaterstofcarbonaat en calciumcarbonaat ten<br />
minste een toepassing, een zintuiglijk of een fysicochemisch<br />
kenmerk aangeven;<br />
- uitleggen dat de oorsprong van een zuivere stof,<br />
natuurlijk ontstaan of synthetisch bereid, geen<br />
invloed heeft op haar eigenschappen;<br />
3.7 Kennismaking met<br />
samengestelde stoffen<br />
Voorbeelden<br />
Waterstofchloride (H,Cl) : verwijdering van cementresten<br />
Zwavelzuur (H,S,O): accu<br />
Natriumhydroxide (Na,O,H): ontstopper van afvoerbuizen<br />
Ammoniak (N,H): ontvettingsmiddel<br />
Calciumhydroxide (Ca,O,H): bepleisteren van muren<br />
Natriumchloride (Na,Cl): keukenzout<br />
Natriumwaterstofcarbonaat (Na,H,C,O): maagzout<br />
Calciumcarbonaat (Ca,C,O): krijt, marmer<br />
C23<br />
C23<br />
- de betekenis van chemische energie uitleggen;<br />
- voorbeelden aanhalen van stoffen die als bron van<br />
chemische energie gebruikt worden;<br />
- de begrippen exo- en endo-energetisch illustreren<br />
met voorbeelden van chemische processen;<br />
- de elektrolyse van water herkennen als een endoenergetisch<br />
proces;<br />
4 Verbranding en chemische<br />
energie<br />
4.1 Exo-energetische en endoenergetische<br />
reacties<br />
4 Verbranding en chemische energie<br />
Exo-energetische reacties omschrijven als reacties die<br />
energie vrijmaken onder de vorm van:<br />
- warmte, bv. verbranding<br />
- licht, bv. light-stick<br />
- elektriciteit, bv. batterij<br />
- beweging, geluid, …<br />
Endo-energetische reacties omschrijven als reacties die<br />
energie opnemen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 15<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C23<br />
- een verbranding herkennen als een exo-energetische<br />
reactie;<br />
- de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren<br />
als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide<br />
gevormd wordt;<br />
4.2 Verbranding van enkelvoudige<br />
stoffen<br />
Houtskool<br />
Bij de verbranding van houtskool ontstaat er een gas dat<br />
kalkwater troebel maakt: koolstofdioxide. Houtskoolpoeder<br />
kan vanaf een bepaalde temperatuur stofexplosies<br />
veroorzaken.<br />
C1<br />
- de verbranding van een enkelvoudige stof in een<br />
reactieschema weergeven;<br />
- een reactie met zuurstofgas als een oxidatie<br />
beschrijven;<br />
Steenkool<br />
In de cokesfabrieken wordt steenkool ontleed in een aantal<br />
fracties: steenkoolgas, ammoniak en teer. Het residu<br />
bestaat uit bijna zuivere kool: cokes.<br />
- met eenvoudig materiaal enkele verbrandingen<br />
uitvoeren (koolstofdioxide aantonen);<br />
Gebruik van cokes in hoogovens.<br />
- de verbranding van een samengestelde stof<br />
beschrijven als een reactie met zuurstofgas waarbij<br />
verschillende oxiden gevormd worden;<br />
- de verbranding van een samengestelde stof in een<br />
reactieschema weergeven;<br />
4.3 Verbranding van<br />
samengestelde stoffen<br />
Aardgas<br />
Bij de verbranding van aardgas ontstaan er water en<br />
koolstofdioxide.<br />
Bij zeer snelle verbranding van aardgas treedt er een<br />
explosie op.<br />
U<br />
- het onderscheid uitleggen tussen een volledige en<br />
onvolledige verbranding;<br />
Bij de onvolledige verbranding van aardgas blijven er<br />
gloeiende kooldeeltjes over, die de vlam geel kleuren.<br />
Daarnaast kan het zeer giftige koolstofmonoxide ontstaan.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- eenvoudige verbrandingsreacties van enkelvoudige<br />
stoffen uitvoeren en bestuderen;<br />
Leerlingenpracticum 4<br />
Bijvoorbeeld: verbranding van magnesiummetaal, houtskool,<br />
aardgas.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- eenvoudige verbrandingsreacties van samengestelde<br />
stoffen uitvoeren en bestuderen;<br />
Identificatie van koolstofdioxide.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 16<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C12<br />
C18,C<br />
21<br />
C18<br />
- met voorbeelden en aan de hand van de begrippen<br />
molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;<br />
- een eenvoudige verbrandingsreactie corpusculair<br />
voorstellen, symbolisch weergeven en interpreteren<br />
en de wet van het behoud van atomen toepassen;<br />
- gebruik maken van de gegeven formules om de<br />
reactievergelijking te schrijven van de verbranding<br />
van enkelvoudige en samengestelde stoffen;<br />
4.4 Formules en<br />
reactievergelijkingen<br />
Verbrandingsreacties<br />
Uit bv. vergelijking van koolstofdioxide en koolstofmonoxide<br />
blijkt dat de elementformule (C,O) niet genoeg informatie<br />
verschaft om deze stoffen te kunnen onderscheiden.<br />
Voorstelling van stoffen door moleculetekeningen.<br />
Moleculeformules van stoffen, bv. CO 2 , CO, O 2 , C.<br />
Voorstelling van reacties door moleculetekeningen.<br />
Reactievergelijkingen, bv.<br />
C + O 2 CO 2<br />
2 C + O 2 2 CO<br />
U<br />
U<br />
- aardolie beschrijven als mengsel van<br />
koolwaterstoffen;<br />
- de namen geven van de alkanen met 1 tot 8 C-<br />
atomen en hun moleculen voorstellen;<br />
- het verband uitleggen tussen de grootte van de<br />
moleculen en de vluchtigheid van de overeenkomstige<br />
stoffen;<br />
4.5 Koolwaterstoffen Aardolie<br />
Bij de gefractioneerde destillatie van aardolie wordt het<br />
mengsel gedeeltelijk gescheiden. Samenstelling en<br />
toepassingen van de verschillende fracties. De vluchtigste<br />
fracties zijn het meest ontvlambaar. Vaste stoffen zoals<br />
kaarsvet moeten eerst smelten, waarna de vloeistof met<br />
behulp van een wiek moet verdampen om te kunnen<br />
branden.<br />
C8<br />
C21<br />
- het roesten van metalen beschrijven als trage<br />
oxidatie;<br />
- de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van<br />
metalen en de naam van de gevormde oxiden geven<br />
als de formules gekend zijn;<br />
- de wet van behoud van massa formuleren en<br />
uitleggen aan de hand van de oxidatie van een<br />
metaal;<br />
4.6 Oxidatie Bij het roesten van ijzermetaal treedt een oxidatie op. Roest<br />
is een volksnaam voor ijzeroxide.<br />
De verbranding van metalen zoals Mg en Al wordt toegepast<br />
in wegwerpflitslampjes en in vuurwerk.<br />
De massa van het verbrandingsproduct van ijzer is groter<br />
dan de massa van het ijzer vóór de verbranding. De massa<br />
van het wegwerpflitslampje is voor en na de (flits) reactie<br />
even groot.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 17<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
U<br />
- de samenstelling van lucht geven;<br />
- met voorbeelden uitleggen wat legeringen zijn;<br />
Bij verbranding van ijzerwol in een afgesloten ruimte kan<br />
men aantonen dat slechts 1/5 volume van de lucht de<br />
verbranding onderhoudt en dus uit zuurstofgas bestaat.<br />
Metalen kunnen onderling legeringen vormen. Deze<br />
legeringen hebben meestal betere technische eigenschappen<br />
dan de zuivere metalen.<br />
Metalen gebruiksvoorwerpen worden meestal gemaakt uit<br />
legeringen van minstens twee metalen, bv.: roestvrij staal,<br />
dural (aluminiumkookpotten),...<br />
Deze legeringen zijn veel steviger dan de zuivere metalen<br />
en roesten langzamer.<br />
U<br />
U<br />
- een reductie definiëren als een reactie waarbij een<br />
samengestelde stof zuurstof afgeeft;<br />
- een ontploffing beschrijven als een zeer snelle<br />
exotherme reactie;<br />
- een ontploffing beschrijven door gebruik te maken<br />
van de begrippen oxidatie en reductie.<br />
4.7 Reductie Buskruit<br />
Buskruit is een mengsel van kaliumnitraat (75%), houtskool<br />
(15%) en zwavel (10%). Bij de ontploffing van buskruit wordt<br />
kaliumnitraat gereduceerd:<br />
2 KNO 3 2 KNO 2 + O 2<br />
Dank zij het zuurstofgas, vrijgekomen bij deze reductie,<br />
worden zwavel en kool zo snel geoxideerd dat de reactie<br />
explosief verloopt.<br />
Dynamiet<br />
Dynamiet is een springstof op basis van glyceroltrinitraat,<br />
vroeger ook wel nitroglycerine genoemd.<br />
Glyceroltrinitraat bevat moleculen die de twee vereiste<br />
eigenschappen voor een explosie in zich dragen. Een deel<br />
van de molecule kan gemakkelijk zuurstof opnemen, terwijl<br />
een ander deel van de molecule zuurstof afgeeft.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 18<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
2de leerjaar<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
De leerlingen kunnen:<br />
5 Zouten<br />
5 Zouten<br />
C11<br />
C11<br />
C13<br />
C18<br />
C8<br />
C13<br />
C24<br />
U<br />
- een elektrische stroom definiëren als een verplaatsing<br />
van geladen deeltjes;<br />
- het elektrisch geleidingsvermogen van gesmolten of<br />
opgelost natriumchloride met ionen uitleggen;<br />
- de corpusculaire bouw van zouten beschrijven aan de<br />
hand van natriumchloride en met gebruik van de<br />
begrippen ion, ionbinding, ionrooster en ionkristal;<br />
- het smelten en oplossen van natriumchloride als een<br />
dissociatie in ionen voorstellen;<br />
- natriumchloride benoemen als een elektrolyt;<br />
- ionroosters in verband brengen met de formule, de<br />
bindingsaard en de eigenschappen van zouten;<br />
- voorbeelden en eigenschappen geven van andere<br />
zouten, die belangrijk zijn voor onze samenleving;<br />
- het voorkomen van kristalwater met voorbeelden<br />
beschrijven;<br />
5.1 Formules en corpusculaire<br />
structuur van zouten<br />
Keukenzout in de samenleving:<br />
- in het menselijk lichaam<br />
- in de voeding<br />
- winning<br />
- gebruik<br />
Geleidingsvermogen van:<br />
- zuiver water<br />
- vast keukenzout<br />
- keukenzout opgelost in water<br />
- gesmolten keukenzout<br />
Keukenzout is natriumchloride.<br />
NaCl Na + + Cl -<br />
Andere zouten in de samenleving, bv.<br />
- bakpoeder of maagzout (NaHCO 3 )<br />
- strooizout (CaCl 2 )<br />
- glas (CaNa 2 SiO 14 )<br />
- mineralen<br />
- gips: hydratatie van pleister<br />
bouwmaterialen:<br />
- pleister: de witte afwerkinglaag van stucwerk<br />
- cement = calciumsilicaat<br />
- mortel: hydratatie van calciumsilicaat.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 19<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
G19<br />
C9<br />
C9<br />
C9<br />
C10<br />
C11<br />
C11<br />
C11<br />
- het atoommodel van Rutherford-Bohr beschrijven;<br />
- met voorbeelden de betekenis van het begrip<br />
atoommassa uitleggen;<br />
- de samenstelling van een atoom afleiden uit het<br />
atoomnummer en de atoommassa (nucleonental);<br />
- voor atomen met Z ≤ 18, hun elektronenconfiguratie<br />
en hun plaats in het periodiek systeem van de<br />
elementen geven;<br />
- voor atomen uit de hoofdgroepen, het aantal<br />
elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats<br />
in het periodiek systeem;<br />
- het verband leggen tussen de stabiliteit van de<br />
edelgasatomen en hun octetstructuur;<br />
- beredeneren dat neutrale metaalatomen (uit de a-<br />
groepen) door verlies van één of meer elektronen, in<br />
positieve ionen met een stabiele edelgasstructuur<br />
worden omgezet;<br />
- beredeneren dat neutrale niet-metaalatomen door<br />
opname van één of meer elektronen, in negatieve<br />
ionen met een stabiele edelgasstructuur worden<br />
omgezet;<br />
- éénatomige ionen benoemen;<br />
5.2 Atoombouw Demonstratie met de buis van Crookes:<br />
enkel de negatieve ladingen komen uit de negatieve<br />
elektrode vrij, hetgeen fluorescentie van het glas<br />
veroorzaakt en een schaduw achter de positieve elektrode;<br />
de positieve ladingen kunnen niet vrijkomen, ook niet uit de<br />
positieve elektrode.<br />
De beeldbuis<br />
In de kathodestraalbuis van een tv komen uiterst kleine<br />
negatieve deeltjes (elektronen) vrij uit de gloeiende kathode.<br />
Ze botsen tegen een scherm en veroorzaken de<br />
fluorescentie van zouten. Hierdoor ontstaat er een beeld.<br />
Synthese van natriumchloride<br />
2 Na + Cl 2 2 NaCl<br />
Lijst met belangrijke éénatomige ionen.<br />
C23<br />
- de elektrolyse van een natriumchloride-oplossing<br />
voorstellen op het elektrisch schema van de<br />
stroomkring en de bijhorende vergelijkingen met<br />
elektronenuitwisseling schrijven;<br />
5.3 Elektrolyse Industriële elektrolyse van natriumchloride:<br />
- reeds in 1898 toegepast door E. Solvay<br />
- bereiding van chloorgas (uitgangsstof voor PVC)<br />
(alles over chloor: www.belgochlor.be )<br />
- bereiding van waterstofgas (raketbrandstof; synthese van<br />
ammoniak)<br />
- bereiding van natriumhydroxide: ontstoppen van leidingen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 20<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
5.4 Meeratomige ionen Stikstofmeststoffen<br />
C24<br />
- de bereiding aangeven van ammoniak;<br />
C12<br />
- eigenschappen aangeven van stoffen waarin de<br />
volgende meeratomige ionen voorkomen:<br />
ammonium-, nitraat-, sulfaat-, carbonaaten<br />
fosfaationen;<br />
Bereiding van ammoniak volgens het Haber-Bosch-procédé:<br />
N 2 + 3 H 2 2 NH 3<br />
Bereiding van ammoniumzouten uit ammoniak en zuren<br />
C2<br />
- tabellen raadplegen met de naam en de formule van<br />
één- en meeratomige ionen;<br />
C14<br />
- door gebruik te maken van deze tabellen en door<br />
toepassing van de neutraliteitsregel, de formules van<br />
zouten schrijven en hun namen geven;<br />
C18<br />
C17<br />
C2<br />
- dissociatievergelijkingen van zouten voorstellen;<br />
- de massaconcentratie van een oplossing definiëren<br />
als het aantal gram opgeloste stof per 100 ml<br />
oplossing;<br />
- de oplosbaarheid van een stof definiëren als de<br />
hoogst mogelijke concentratie<br />
- een tabel met oplosbaarheid van zouten raadplegen;<br />
5.5 Oplossingen van zouten<br />
Componenten in de grond.<br />
In België treft men o.m. volgende bodems aan:<br />
- zand = SiO 2<br />
- klei = AlKSi 3 O 8<br />
- kalk = CaCO 3<br />
- leem = zand + klei<br />
- mergel = zand + kalk<br />
Zouten in water:<br />
massaconcentratie van natriumchloride oplossing<br />
(gebruikelijke eenheid: gram per 100 ml)<br />
massaconcentratie van chloride-ionen in zeewater,<br />
rivierwater, leidingwater, mineraal water, …<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- eenvoudige neerslagreacties uitvoeren en voorstellen<br />
met ionen;<br />
Leerlingenpracticum 5<br />
De leerlingen vertrekken van de vaste zouten, die ze zelf in<br />
water oplossen, zodat ze een idee krijgen van de<br />
oplosbaarheid van zouten.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 21<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C2<br />
C19<br />
- door gebruik van tabellen met ionen en met<br />
oplosbaarheden, neerslagreacties voorstellen door<br />
reactievergelijkingen met ionen;<br />
5.6 Neerslagreacties<br />
Bereiden van een neerslag door samenvoegen van twee<br />
oplossingen bv. zilverchloride, calciumcarbonaat.<br />
Drinkwater:<br />
in sommige waterwinningsgebieden zijn er teveel<br />
ijzerzouten opgelost in het water, hetgeen een roestkleur en<br />
slechte smaak geeft aan het drinkwater;<br />
door toevoeging van natriumfosfaat slaat ijzerfosfaat neer.<br />
C11,<br />
C12<br />
C11<br />
C11<br />
C11<br />
- uit de vaststelling dat sommige stoffen in een smelt<br />
niet elektrisch geleiden, afleiden dat ze uit ongeladen<br />
deeltjes bestaan, namelijk moleculen;<br />
- het model van de atoombinding als gemeenschappelijk<br />
elektronenpaar tussen twee atomen kenschetsen;<br />
- bespreken dat men het bereiken van de octetstructuur<br />
en de vorming van neutrale moleculen met elkaar in<br />
overeenstemming kan brengen;<br />
- eenvoudige structuurformules schrijven;<br />
6 Aardolieproducten<br />
6.1 Atoombinding<br />
6 Brandstoffen<br />
Het voorkomen van methaan in de natuur: moerasgas,<br />
biogas, mijngas, aardgas.<br />
Het ontstaan van aardolie en aardgas.<br />
Vaststellen dat moleculeverbindingen de elektrische stroom<br />
niet geleiden.<br />
De verbranding van methaan in de bunsenbrander:<br />
structuurformules van CH 4 , O 2 , H 2 O, CO 2 .<br />
C13<br />
C13<br />
- een moleculerooster als een regelmatige stapeling van<br />
moleculen kenschetsen;<br />
- algemene eigenschappen van moleculeverbindingen,<br />
zoals laag smelt- en kookpunt, verklaren door kleine<br />
aantrekkingskrachten (vanderwaalskrachten) tussen<br />
neutrale moleculen;<br />
Vanderwaalskrachten<br />
Sublimeren van dijoodkristallen<br />
Met behulp van simulatieprogramma’s (o.a. Simchemistry)<br />
kunnen de wisselwerkingen tussen bewegende moleculen<br />
getoond worden
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 22<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C8,<br />
G20<br />
C14<br />
C22<br />
C13<br />
- de historische en de hedendaagse betekenis van de<br />
term "organische stof" aangeven en het onderscheid<br />
maken tussen organische en anorganische stoffen;<br />
- de formules en de namen van eenvoudige alkanen<br />
geven;<br />
- uit de moleculeformule en de atoommassa's, de<br />
moleculemassa berekenen;<br />
- de aggregatietoestand van alkanen verklaren;<br />
6.2 Alkanen Tot in de 18de eeuw worden organische stoffen uitsluitend<br />
gewonnen uit plantaardig en dierlijk materiaal, bv.<br />
kleurstoffen zoals indigo, karmijnrood, …<br />
Campinggas, LPG<br />
Noot: Naar analogie van atoommassa schrijven we<br />
moleculemassa (i.p.v. moleculenmassa).<br />
C22<br />
C22<br />
C22<br />
- uitleggen wat een mol materie is;<br />
- eenvoudige omrekeningen maken van een stofhoeveelheid<br />
(in mol) van een bepaalde stof naar de<br />
massa (in g) van die stof en omgekeerd;<br />
- een reactievergelijking in mol en in gram interpreteren;<br />
6.3 Hoeveelheid stof Broeikaseffect: koolstofdioxide als belangrijke oorzaak van<br />
het broeikaseffect.<br />
Berekenen hoeveel koolstofdioxide ontstaat door verbranding<br />
van een gegeven hoeveelheid methaan.<br />
Airbag: berekenen hoeveel natriumazide (NaN 3 ) nodig is om<br />
een airbag te vullen met stikstofgas.<br />
U<br />
U<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een substitutiereactie<br />
is;<br />
- aangeven dat halogeenalkanen ontstaan wanneer in<br />
alkanen één of meer waterstofatomen vervangen<br />
worden door halogeenatomen (F, Cl, Br, I);<br />
6.4 Substitutiereacties CFK's:<br />
chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) als mogelijke oorzaak<br />
van het "gat" in de ozonlaag.<br />
Het gebruik van halogeenalkanen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 23<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C14<br />
U<br />
- het verschijnsel isomerie uitleggen;<br />
- reforming omschrijven als een reactie waarbij<br />
onvertakte alkanen in vertakte alkanen worden<br />
omgezet;<br />
6.5 Isomerie Benzine:<br />
de samenstelling en het octaangetal van benzine.<br />
loodvrije benzine en auto-uitlaatgas-katalysatoren.<br />
U<br />
C14<br />
U<br />
U<br />
- met behulp van een voorbeeld het kraakproces<br />
beschrijven;<br />
- de structuurformule van etheen en ethyn schrijven en<br />
enkele toepassingen opsommen;<br />
- additiereacties van etheen schrijven;<br />
- polymerisatiereacties als een bijzonder geval van<br />
additiereacties beschrijven;<br />
6.6 Alkenen en alkynen Kunststoffen:<br />
etheen als belangrijke uitgangsstof voor het bereiden van<br />
kunststoffen.<br />
Lassen:<br />
het gebruik van ethyn (acetyleen) om te lassen.<br />
Uit vinylchloride wordt polyvinylchloride (PVC) gemaakt.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- eenvoudige reageerbuisproeven met organische<br />
stoffen uitvoeren;<br />
Leerlingenpracticum 6<br />
Bijvoorbeeld: bereiding van koolwaterstoffen en aantonen<br />
van de brandbaarheid, bereiding van een kunststof.<br />
C14<br />
U<br />
G21<br />
- de structuurformule van methanol en ethanol schrijven;<br />
- de bereiding van ethanol door additie van water aan<br />
etheen schrijven;<br />
- het gebruik van methanol en ethanol beschrijven;<br />
6.7 Alcoholen Alcoholische brandstoffen: het gebruik van methanol en<br />
ethanol als brandstof.<br />
Wijzen op de giftigheid van methanol.<br />
Alcoholische dranken.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 24<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
U<br />
U<br />
- de structuur van benzeen beschrijven;<br />
- het belang van enkele substitutieproducten van<br />
benzeen beschrijven;<br />
6.8 Aromatische verbindingen Het belang van benzeen voor de bereiding van o.a.<br />
geneesmiddelen (bv. aspirine), kleurstoffen en kunststoffen<br />
(bv. polystyreen).<br />
C15<br />
C13<br />
C13<br />
C13<br />
C13<br />
- voor een watermolecule het verband leggen tussen de<br />
polariteit van de molecule enerzijds en anderzijds de<br />
ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegatieve<br />
waarde van de samenstellende atomen;<br />
- driedimensionale modellen van moleculen in verband<br />
brengen met hun polariteit;<br />
- polaire moleculeverbindingen benoemen als stoffen<br />
die opgebouwd zijn uit dipoolmoleculen;<br />
- apolaire moleculeverbindingen benoemen als stoffen<br />
die opgebouwd zijn uit apolaire moleculen;<br />
- de oplosbaarheid van polaire en apolaire moleculeverbindingen<br />
en van ionverbindingen in verband<br />
brengen met de polariteit van het oplosmiddel;<br />
7 Zuren en basen<br />
7.1 Dipoolmoleculen<br />
7 Zuren en basen<br />
IJskristallen en sneeuw<br />
In ijskristallen houden de watermoleculen stevig aan elkaar.<br />
Sneeuw bestaat uit verschillende ijskristallen, die tijdens hun<br />
val zwak aan elkaar hechten.<br />
Aantrekking van een waterstraal door een positief geladen<br />
glazen staaf en door een negatief geladen plastieken staaf.<br />
Oplosbaarheid van stoffen onderzoeken, bv.:<br />
- natriumchloride in water;<br />
- suiker in water;<br />
- dijood in koolstoftetrachloride.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 25<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C26<br />
C1<br />
C8,<br />
C14,<br />
C24<br />
C19<br />
C19<br />
U<br />
- door gebruik van de smaak en van indicatoren een<br />
oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch;<br />
- indicatoren gebruiken om zure oplossingen aan te<br />
tonen;<br />
- aan de hand van de formule (HZ), de volgende stoffen<br />
classificeren als zuur: HCl, H 2 SO 4 , HNO 3 , H 3 PO 4 ,<br />
H 2 CO 3 en CH 3 COOH;<br />
- de ionisatie van zuren in water voorstellen door een<br />
ionisatievergelijking;<br />
- zuren definiëren als stoffen met formule HZ, die in<br />
water H + -ionen vrijmaken;<br />
- onderscheid maken tussen sterke en zwakke zuren;<br />
- enkele belangrijke organische zuren kenschetsen;<br />
7.2 Zuren Zuren in het dagelijks leven en in de industrie<br />
De zure smaak van azijn en de bittere smaak van<br />
natriumcarbonaat neutraliseren elkaar.<br />
Algemene voorstelling van de ionisatie van zuren:<br />
HZ H + + Z - (Z - stelt de zuurrest voor.)<br />
Gebruik van zuur-base-indicatoren.<br />
Bereiding en eigenschappen van zuren.<br />
Onderzoeken van geconcentreerde en verdunde<br />
oplossingen van een sterk zuur.<br />
Het verschil in ionisatie tussen een sterk zuur (bv. HCl) en<br />
een zwak zuur (bv. HAc) aantonen d.m.v. het elektrisch<br />
geleidingsvermogen.<br />
Eigenschappen en toepassingen van vetzuren.<br />
C1<br />
C8,<br />
C24<br />
C19<br />
C19<br />
C19<br />
- indicatoren gebruiken om basische oplossingen aan te<br />
tonen;<br />
- een stof classificeren als een hydroxide aan de hand<br />
van de formule MOH;<br />
- de dissociatie van hydroxiden in water voorstellen<br />
door een dissociatievergelijking;<br />
- basen voorstellen als stoffen die in water OH - -ionen<br />
vrijmaken;<br />
- de ionisatie van ammoniak in water door een<br />
ionisatievergelijking voorstellen;<br />
7.3 Basen Basen in de industrie en het dagelijks leven<br />
Bereiding, eigenschappen en toepassingen van<br />
natriumhydroxide (bijtende soda) en ammoniak.<br />
Reactie van ammoniak met water:<br />
NH 3 + H 2 O NH 4 OH NH + 4 + OH -
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 26<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C26<br />
C26<br />
C26<br />
C1<br />
- de ionisatie van water voorstellen;<br />
- aangeven dat in 1 liter water slechts 10 -7 mol H + en<br />
10 -7 mol OH - aanwezig zijn en dat hiermee een pH =<br />
7 overeenstemt;<br />
- de pH-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met<br />
zure, neutrale en basische oplossingen en met de<br />
concentratie van H + -ionen en OH - -ionen;<br />
- met eenvoudig materiaal de pH van een oplossing<br />
bepalen;<br />
7.4 Zuurtegraad (pH) Gebruik van universeelindicator en/of pH-meter.<br />
pH-schaal van 0 tot 14, met aanduiding van de pH van<br />
oplossingen uit het dagelijks leven.<br />
C19 - neutralisatieredacties door neutralisatievergelijkingen<br />
voorstellen;<br />
7.5 Neutralisatiereacties De neutralisatie van bv. NaOH + HCl door de<br />
reactievergelijking (met ionen) voorstellen.<br />
Neutraliseren van overtollige zuren of basen.<br />
C19 - de reactie tussen een zout en een zuur, met<br />
vrijstelling van een gas, door een reactievergelijking<br />
voorstellen;<br />
7.6 Gasontwikkelingsreacties Aantasting van kalksteen of marmer door zuren, met<br />
vrijstelling van koolstofdioxide.<br />
Reactie van een maagzouttablet (Rennie of andere) met en<br />
zuur. Aantonen van het vrijgekomen koolstofdioxide.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- de pH van allerlei zure en basische oplossingen<br />
bepalen;<br />
Leerlingenpracticum 7<br />
Onderzoek van de zuurtegraad van bv. cola, fruitsap,<br />
keukenazijn, zeepoplossing, detergentoplossing, …. met<br />
indicatoren.<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- eenvoudige neutralisatiereacties uitvoeren en door<br />
ionreactievergelijkingen voorstellen;<br />
Het uitvoeren van eenvoudige neutralisatiereacties kan<br />
gecombineerd worden met metingen van de zuurtegraad.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 27<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN SPECIFIEKE WENKEN<br />
C20<br />
- in verbrandingsreacties, in synthesereacties met<br />
enkelvoudige stoffen en in ontledingsreacties van<br />
binaire stoffen oxidatie en reductie aanduiden aan de<br />
hand van elektronenuitwisseling;<br />
8 Metalen en niet-metalen<br />
8.1 Oxidatie en reductie<br />
8 Metalen en niet-metalen<br />
Bij de<br />
- verbranding van magnesium of van ijzer<br />
- synthese van natriumchloride<br />
- ontleding van kwikoxide (Lavoisier)<br />
worden elektronen uitgewisseld, waardoor oxidatie en<br />
reductie optreedt.<br />
C11<br />
C11,<br />
C13<br />
C24<br />
- uitleggen hoe een metaalbinding tot stand komt en<br />
enkele kenmerken van het metaalrooster beschrijven;<br />
- het verband leggen tussen de eigenschappen van<br />
metalen en de structuur van het metaalrooster;<br />
- bereiding en toepassingen van een metaal beschrijven;<br />
8.2 Metalen Metalen worden al van in de Oudheid aangewend wegens<br />
hun specifieke eigenschappen: vervormbaarheid (kommen),<br />
elasticiteit en hardheid (wapens), glans (sieraden). Later ook<br />
wegens hun goed geleidingsvermogen voor warmte en<br />
elektriciteit.<br />
Bereiding van ruwijzer in de hoogoven. Staal.<br />
Bereiding van koper of van aluminium door elektrolyse.<br />
Edele metalen.<br />
C13<br />
C11,<br />
C13<br />
C24<br />
- het diamant- en het grafietrooster beschrijven;<br />
- het verband leggen tussen de eigenschappen van<br />
diamant en grafiet en de structuur van hun rooster;<br />
- bereiding en toepassingen van een niet-metaal<br />
beschrijven.<br />
8.3 Niet-metalen Grafiet en diamant:<br />
- herkomst<br />
- toepassingen.<br />
Ook andere niet-metalen spelen een belangrijke rol in het<br />
dagelijks leven en in de industrie, bv.<br />
- silicium: chips, siliconen,…<br />
- zwavel: lucifers, vulkaniseren van rubber, zwavelzuur, …<br />
C1,<br />
G1-12<br />
- oxidatie- en reductiereacties (redoxreacties) uitvoeren. Leerlingenpracticum 8 Bijvoorbeeld: reacties van metalen zoals Zn, Fe, Cu, Ag en<br />
hun zoutoplossingen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 28<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Op het einde van de tweede graad kunnen de leerlingen van volgende stoffen ten minste één toepassing<br />
ofwel één zintuiglijk ofwel één fysicochemisch kenmerk aangeven (C24):<br />
Enkelvoudige stoffen<br />
Metalen<br />
Niet-metalen<br />
Na H 2 , O 2 , O 3 , Cl 2 , I 2<br />
Fe, Pb, Al, Zn, Mg<br />
C (diamant, grafiet)<br />
Hg, Ag, Au S 8<br />
Samengestelde stoffen<br />
Ionverbindingen<br />
NaCl<br />
Moleculeverbindingen<br />
HCl<br />
NaOH, Ca(OH) 2 NH 3<br />
NaHCO 3 , CaCO 3 H 2 SO 4
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 29<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING<br />
1. Overzicht van de leerinhouden en timing<br />
Eerste leerjaar<br />
1 STOFFEN EN MENGSELS (ca. 4 lestijden)<br />
1.1 Wat is chemie?<br />
1.2 Voorwerpen en stoffen<br />
1.3 Fysische en chemische eigenschappen<br />
1.4 Mengsels<br />
2 WATER (ca. 6 lestijden)<br />
2.1 Belang<br />
2.2 Aggregatietoestanden<br />
2.3 Moleculen<br />
2.4 Scheiding van mengsels<br />
2.5 Waterkwaliteit<br />
3 STOFFEN EN REACTIES (ca. 7 lestijden)<br />
3.1 Chemische reactie<br />
3.2 Enkelvoudige en samengestelde stoffen<br />
3.3 Atomen, elementen, symbolen<br />
3.4 Reactieschema’s<br />
3.5 Periodiek systeem<br />
3.6 Kennismaking met enkelvoudige stoffen<br />
3.7 Kennismaking met samengestelde stoffen<br />
4 VERBRANDING EN CHEMISCHE ENERGIE (ca. 8 lestijden).<br />
4.1 Exo-energetische en endo-energetische reacties<br />
4.2 Verbranding van enkelvoudige stoffen<br />
4.3 Verbranding van samengestelde stoffen<br />
4.4 Formules en reactievergelijkingen<br />
4.5 Koolwaterstoffen<br />
4.6 Oxidatie van metalen<br />
4.7 Reductie
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 30<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Tweede leerjaar<br />
5 ZOUTEN (ca. 8 lestijden)<br />
5.1 Formules en corpusculaire structuur van zouten<br />
5.2 Atoombouw<br />
5.3 Elektrolyse<br />
5.4 Meeratomige ionen<br />
5.5 Oplossingen van zouten<br />
5.6 Neerslagreacties<br />
6 AARDOLIEPRODUCTEN (ca. 7 lestijden)<br />
6.1 Atoombinding<br />
6.2 Alkanen<br />
6.3 Hoeveelheid stof<br />
6.4 Substitutiereacties<br />
6.5 Isomerie<br />
6.6 Alkenen en alkynen<br />
6.7 Alcoholen<br />
6.8 Aromatische verbindingen<br />
7 ZUREN EN BASEN (ca. 6 lestijden)<br />
7.1 Dipoolmoleculen<br />
7.2 Zuren<br />
7.3 Basen<br />
7.4 Zuurtegraad (pH)<br />
7.5 Zuur-basereacties<br />
7.6 Gasontwikkelingsreacties<br />
8 METALEN EN NIET-METALEN (ca. 5 lestijden)<br />
8.1 Oxidatie en reductie<br />
8.2 Metalen<br />
8.3 Niet-metalen
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 31<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
2. Werken in contexten<br />
In de uitwerking van dit leerplan staan de toepassings- en ervaringsgerichte chemische kennis centraal.<br />
De lessen worden derhalve eerder thematisch dan systematisch uitgebouwd.<br />
De chemische theorie wordt, voor zover in dit kader vereist, ingevoerd vanuit een situatie of context die<br />
zoveel mogelijk bij de dagelijkse ervaring van de leerling aansluit.<br />
Bij het vastleggen van de inhoud van het chemiecurriculum van de basisvorming wordt meer aandacht<br />
gevraagd voor:<br />
- het ontwikkelen van een goed operationaliseerbare kennisbasis;<br />
- het ontwikkelen van onderzoekend leren, met inbegrip van probleemoplossend denken en<br />
onderzoeksvaardigheden rond zelfstandige opdrachten en experimenten;<br />
- het bevorderen van transferbekwaamheid, o.a. door variatie in leercontexten;<br />
- toegepaste (industriële) en praktische aspecten;<br />
- de maatschappelijke, ethische en cultuurhistorische dimensie.<br />
Leerplandoelstellingen zijn niet tot op het concrete lesniveau uitgewerkt. Het uitwerken van deze<br />
doelstellingen tot concrete doelstellingen of lesdoelstellingen gebeurt door de leerkracht in zijn of haar<br />
documenten ter voorbereiding van de lessen.<br />
In deze cursus zullen concepten, wetten en modellen uit de chemische theorie worden geïntroduceerd<br />
aan de hand van voor de leerlingen zo herkenbaar mogelijke situaties. De theorie zal eerder kwalitatief<br />
dan kwantitatief worden ontwikkeld. Dit betekent niet alleen dat relatief weinig aandacht zal worden<br />
besteed aan chemisch rekenen. Het houdt tevens in dat sommige onmisbaar geachte aspecten van de<br />
chemische theorie eerder medegedeeld dan gefundeerd zullen worden. Dit geldt in het bijzonder voor die<br />
gegevens uit de theorie die ver van de waarneming verwijderd zijn, zoals bijvoorbeeld de indexcijfers in<br />
moleculeformules, de elektronenpaarbinding, enz. De aard en diepgang van de aangeboden modellen zal<br />
eerder worden bepaald door hun bruikbaarheid ten behoeve van een elementaire verklaring en<br />
systematisering dan door hun actuele wetenschappelijke waarde.<br />
De in de rechterkolom aangeduide contextgebieden, zoals ‘Water’, ‘Aardolie’ en contexten zoals<br />
afvalwaterzuivering, benzine, hebben een eerder exemplarisch karakter. Ze mogen door andere worden<br />
vervangen, op voorwaarde dat ze voldoende aansluiten bij de ervaringswereld van de leerlingen en een<br />
didactisch verantwoorde introductie en behandeling toelaten van de in de linkerkolom vermelde<br />
leerplandoelstellingen.<br />
3 Werkvormen (o.a leerlingenpractica)<br />
Er dient een goed evenwicht te zijn in het gebruik van de verschillende werkvormen, die elkaar aanvullen.<br />
Best wordt uitgegaan van een probleemstelling, eventueel gekoppeld aan een demonstratieproef.<br />
Om de zelfwerkzaamheid, de betrokkenheid en de interesse van de leerlingen te verhogen, moeten de<br />
leerlingen zo veel als mogelijk actief meewerken. Kijk ook uit naar opdrachten die gebruik maken van<br />
verschillende media, zoals handboek, krant, tijdschrift, cd-rom, internet, … Zo kunnen ook voor meer<br />
theoretische onderwerpen zoals atoombouw, de leerlingen zelf informatie verzamelen, verwerken en<br />
presenteren aan medeleerlingen.<br />
Leerlingenpractica (leerlingenproeven) zijn activiteiten waarbij leerlingen alleen of in kleine groepjes (2 à<br />
3) zelfstandig, maar onder begeleiding en toezicht, experimenteel werk uitvoeren in verband met één of<br />
ander verschijnsel dat tot het leerpakket behoort. Er zullen per leerjaar minimaal gedurende tweemaal<br />
50 minuten leerlingenpractica georganiseerd worden.<br />
Het is daarbij niet nodig om tweemaal één volledige lestijd aan leerlingenproeven te besteden, maar wel<br />
kunnen de leerlingen regelmatig korte, eenvoudige proeven uitvoeren, gespreid over het leerjaar. In het<br />
jaarvorderingsplan dient aangegeven te worden wanneer welke leerlingenproeven georganiseerd worden<br />
(items + duur).<br />
Zeker in grote klassen en met slechts één lestijd bij week, dient de voorziene tijd maximaal te renderen.<br />
Zorg dat alles klaar staat, en laat de leerlingen bij voorkeur met stoffen uit het dagelijks leven zoals azijn,<br />
rode koolsap en met eenvoudig materiaal (reageerbuizen) werken.<br />
Vraag voor het klaarzetten en opruimen via de directie, hulp. Bij leerlingenproeven wordt zeker geen<br />
gebruik gemaakt van giftige (bv. kwikzouten) of van kankerverwekkende stoffen (bv. benzeen).
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 32<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
4 Modeldenken in de wetenschappen<br />
Het menselijk bevattingsvermogen is te klein om alle aspecten van de werkelijkheid ineens te begrijpen,<br />
laat staan te beschrijven. Van de dingen of de gebeurtenissen die wij ervaren, trachten we ons een zo<br />
getrouw mogelijke voorstelling te maken, rekening houdend met een aantal karakteristieken en relevant<br />
geoordeelde verbanden, maar met eliminatie van talrijke andere aspecten.<br />
Een dergelijke vereenvoudiging van de realiteit, die tevens een tijdelijke visie inhoudt, noemt men een<br />
"model". Het is belangrijk dat ook de leerlingen beseffen dat het gebruik van modellen onontbeerlijk is.<br />
Wetenschappelijke hypothesen, theorieën en wetten functioneren binnen bepaalde modellen. Zonder<br />
theoretische achtergronden van het modeldenken in de klas te behandelen, kunnen de leerlingen er<br />
bewust van gemaakt worden dat de modellen die in de les gehanteerd worden beperkt zijn door de<br />
voorkennis van de leerlingen, maar ook door de stand van het wetenschappelijk onderzoek zelf. Ook het<br />
feit dat in andere leervakken (fysica, biologie, Nederlands) een verschillende benadering van bepaalde<br />
thema’s zoals de structuur van de materie of de definitie van een zuur, mogelijk is, kunnen de leerlingen<br />
dan begrijpen en aanvaarden.<br />
5 Methodologie van formules en reactievergelijkingen<br />
Bij de initiatie in de chemie behoort noodzakelijkerwijs een kennismaking met een aantal stoffen, hun<br />
wetenschappelijke benaming en de symboliek die deze wetenschap hanteert.<br />
Al zeer vroeg ervaren leerlingen dat de wetenschappelijke taal dikwijls afwijkt van het dagelijks<br />
taalgebruik. We zeggen bv. niet dat suiker in koffie ‘smelt’. De triviale benamingen zuurstof(gas),<br />
stikstof(gas), vitriool, zoutzuur, soda, enz. hebben in de chemie een exacter alternatief. Het hoeft de<br />
leerlingen dan ook niet te verwonderen, dat we de belangrijkste bestanddelen van lucht distikstof en<br />
dizuurstof noemen.<br />
In het eerste leerjaar van de tweede graad wordt het bestaan afgeleid van ‘iets’, dat doorheen chemische<br />
reacties onveranderd blijft bestaan: elementen. Het element als ‘atoomsoort’, is iets totaal anders dan<br />
een enkelvoudige stof, en om dit concreet te beklemtonen gebruiken we bv. voor het element de naam<br />
zuurstof, en voor de enkelvoudige stof de naam dizuurstof. Voor de metalen kan men, als de<br />
enkelvoudige stof bedoeld wordt, het adjectief ‘metallisch’ toevoegen (natrium is het element, metallisch<br />
natrium is de enkelvoudige stof) of het substantief ‘metaal‘, bv. natriummetaal. Op relatief korte tijd<br />
moeten de leerlingen de symbolen kennen van enkele belangrijke elementen.<br />
Het verloop van een chemische reactie beschrijven we eerst verkort als een woordvergelijking, bv.<br />
kopermetaal + dizuurstof koperoxide<br />
Om geleidelijk met formules te leren werken, voeren we een symboliek in, die weergeeft uit welke<br />
elementen de stoffen bestaan, bv.<br />
(Cu) + (O) (Cu,O)<br />
De leerlingen geraken op die manier geleidelijk vertrouwd met het kwalitatief aspect van een formule en<br />
een elementvergelijking.<br />
Uit de vaststelling dat sommige stoffen, (bv. zuurstofgas en ozon, water en waterstofperoxide), uit<br />
dezelfde elementen zijn opgebouwd en toch verschillende eigenschappen bezitten, volgt de noodzaak<br />
om het kwantitatief aspect bij de formules en bij de elementvergelijking te betrekken, en zo tot een<br />
reactievergelijking te komen. Zodra het atoom als materie-eenheid is ingevoerd, kan men de betekenis<br />
van de indices verklaren.<br />
Steunend op het corpusculair model van de materie, en rekening houdend met het feit dat de aard van<br />
een stof niet alleen bepaald wordt door de erin voorkomende elementen, maar ook door de verhouding<br />
van de aantallen van de atomen, komt men tot de definitieve schrijfwijze van moleculeformules<br />
(‘brutoformules’), van niet metalen en van NM-NM-verbindingen, en van verhoudingsformules van M-NMverbindingen.<br />
Voor metalen maken we geen onderscheid tussen de symboliek van het element en de enkelvoudige<br />
stof. Een aanduiding van de aggregatietoestand sluit evenwel elke vergissing uit:<br />
Fe(v): vast ijzer, Hg(vl): vloeibaar kwik, Zn(g): zinkdamp.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 33<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
In het eerste leerjaar besteedt men dus meer aandacht aan het geleidelijk invoeren van benamingen en<br />
schrijfwijzen, dan aan het inoefenen van een aantal nomenclatuurregels. Het is waarschijnlijk dat veel<br />
leerlingen al enkele formules zoals H 2 O en CO 2 kennen uit de lessen biologie van de eerste graad. Vóór<br />
de logica van deze symboliek gekend is, wensen we deze formules in de chemielessen nog niet te<br />
gebruiken.<br />
Nadat de atoombouw en de chemische binding behandeld werd, is het bestaan van bv. Fe 2+ , naast Fe 2+<br />
aanvaardbaar.<br />
Voor ionverbindingen worden, waar nodig, de indices weergegeven door middel van de Griekse<br />
numerieke voorvoegsels, bv. ijzertrichloride, ofwel wordt de ionlading weergegeven door een Arabisch<br />
cijfer, gevolgd door een teken in de naam opgenomen, bv. ijzer(3+)chloride (methode van Ewens-<br />
Bassett). Deze methode is te verkiezen boven de Stock-notatie (met Romeins cijfer), omdat de leerlingen<br />
het begrip oxidatietrap nog niet kennen, en het hier daadwerkelijk ionladingen betreft.<br />
Ternaire verbindingen komen bij de studie van de atoombinding (‘covalente binding’) te pas. Bij de<br />
ionbinding behandelt men dan ook enkel meeratomige ionen (ionen waarin atoombindingen voorkomen),<br />
bv. ammonium-ion, nitraat-ion, sulfaat-ion, fosfaat-ion.<br />
Het is in de tweede graad echter niet gewenst een groot aantal formules, namen of nomenclatuurregels<br />
uit het hoofd te laten leren.<br />
We streven een geleidelijke kennismaking na, die in de derde graad zal geconsolideerd worden.<br />
Daarmee wordt ervoor gezorgd dat de leerlingen, die na de tweede graad nooit meer chemie-onderricht<br />
krijgen, niet in de waan verkeren dat de chemie hoofdzakelijk een kwestie is van formules en<br />
nomenclatuurregels toepassen.<br />
6 Gebruik van ICT<br />
ICT is een middel zowel voor de leerkracht als voor de leerling om snel adequate informatie te zoeken, te<br />
bewerken en te gebruiken.<br />
Educatie wordt meer en meer e-ducatie (elektronische educatie). Naast het gebruik van de computer<br />
door de leraar bv. voor real-time metingen, het tonen van gevaarlijke of moeilijk uitvoerbare<br />
experimenten, zal de leerling het middel gebruiken om bv. extra oefeningen te maken, leerachterstanden<br />
op te halen, vragen door te spelen.<br />
Om scholen verder te ondersteunen bij de invoering en gebruik van ICT publiceerde het departement<br />
Onderwijs de brochure ICT.onderwijs@vlaanderen. Informatie is te vinden op de ICT-website:<br />
www.ond.vlaanderen.be/ict/.<br />
7 Gebruik van handboeken en cursussen<br />
Om de efficiëntie van het onderwijs- en leerproces te optimaliseren zal men er over waken dat naast de<br />
eindtermen ook de andere na te streven leerplandoelstellingen en uitbreidingsdoelstellingen aan bod<br />
komen. De wijze waarop dit in de aangeboden handboeken wordt gerealiseerd, zal in belangrijke mate de<br />
keuze van de gebruikte boeken en/of de aangewende werkstructuren bepalen.<br />
Als wordt geopteerd voor het maken van een eigen cursus, zal men er in elk geval nauwgezet op toezien<br />
de leerinhouden op een zo bevattelijk mogelijke wijze aan te bieden.<br />
Men besteedt daartoe voldoende aandacht aan de lay-out en aan de figuren. Teksten worden zoveel<br />
mogelijk met voorbeelden geïllustreerd. Met het oog op evaluaties worden in de cursus, waar mogelijk,<br />
ook oefeningen ingelast. Oefeningen voor zelfevaluatie kunnen leerlingen toelaten eigen tekorten op te<br />
sporen en zullen eventueel de aanzet vormen voor het bijsturen van het leerproces.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 34<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
8 Vakoverschrijdend leren<br />
De doelstellingen in dit leerplan sluiten nauw aan bij de vakgebonden eindtermen van de tweede graad<br />
ASO, die in de eerste kolom worden aangeduid met het decretale nummer.<br />
Daarnaast levert de leraar chemie ook zijn bijdrage tot de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen.<br />
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een<br />
vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten kunnen worden<br />
gerealiseerd. Ze zijn in eerste instantie een opdracht voor het hele schoolteam. Om uit te maken hoe alle<br />
vakoverschrijdende eindtermen op schoolniveau kunnen gerealiseerd worden, zijn afspraken tussen de<br />
collega’s van alle vakken nodig. Het is aangewezen om deze afspraken formeel vast te leggen in het<br />
schoolwerkplan.<br />
In sommige vakken kunnen bepaalde VOET uitdrukkelijker aan de orde komen dan in andere.<br />
Leerplannen kunnen dan ook verwijzingen naar VOET bevatten als de binding tussen de vakgebonden<br />
doelstellingen en de VOET evident is. Indien de vakgroep nog andere VOET realiseerbaar acht binnen<br />
een vak, wordt dit vastgelegd in een verslag waarin zowel de visie en de planning zijn opgenomen.<br />
Heel wat VOET die behoren tot de domeinen Leren leren en Sociale vaardigheden zitten reeds verweven<br />
in de uitwerking van verschillende vakgebonden doelstellingen in dit leerplan. Door een doordachte keuze<br />
van thema’s, teksten en lesonderwerpen kunnen andere VOET (Opvoeden tot burgerzin, Gezondheidseducatie,<br />
Milieueducatie, Muzisch-creatieve vorming en Technisch-technologische vorming) ook in de<br />
lessen chemie aan bod komen.<br />
Bij de aanvang van het schooljaar maakt de leraar een oordeelkundige keuze van de leerinhouden<br />
waarmee hij de vakgebonden en vakoverschrijdende doelstellingen wil realiseren (bij voorkeur na overleg<br />
met de vakgroep) en stelt een jaar(vorderings)plan op waarin hij de leerstof op een evenwichtige wijze<br />
verdeelt over het beschikbare aantal lestijden.<br />
9 Didactische richtlijnen<br />
- De lesdoelstellingen worden gerealiseerd in leersituaties die op een evenwichtige manier steunen<br />
op de pijlers van chemie als wetenschap, als maatschappelijk verschijnsel en als toegepaste en<br />
praktische wetenschap.<br />
- Bouw elke les in de mate van het mogelijke uit, met experimenten en met contexten uit het<br />
dagelijkse leven.<br />
- De leerlingen moeten zelf ook een minimum aan experimenten uitvoeren.<br />
- Plaats de experimenten in voor de leerlingen herkenbare situaties en maak gebruik van de door<br />
hen gekende stoffen.<br />
- Maak oordeelkundig gebruik van degelijk audiovisueel materiaal, didactische uitstappen en<br />
dgl.<br />
- Breng dynamiek in de les: moedig discussie rond chemische topics aan door ‘denkvragen’; bouw<br />
een les uit rond een ‘probleem’ (probleemstellend onderwijs).<br />
- Actualiseer de chemiecursus met voorbeelden uit de ervaringswereld van de leerlingen. Laat hen<br />
de relevantie van de chemie zien.<br />
- Hanteer en eis van de leerlingen een correct chemisch taalgebruik. Corrigeer of laat "slordige"<br />
definities en dgl. steeds corrigeren.<br />
- Beperk de hoeveelheid notities die de leerlingen moeten nemen tot een minimum (fouten!). Leer<br />
hen een leerboek gebruiken.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 35<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
10 Didactische middelen<br />
Voor het werken in contexten is het nodig dat een aantal materialen, apparaten en producten vooral uit<br />
het dagelijkse leven ter beschikking zijn, zoals<br />
Zuren:<br />
• azijnzuur in de vorm van tafelazijn<br />
• citroenzuur in de vorm van citroensap of kristalvormig citroenzuur<br />
• ‘koolzuurhoudend’ water (bruisend mineraalwater)<br />
• ontkalkingmiddelen (mierenzuur)<br />
Basen:<br />
• ammoniak<br />
• natriumhydroxide in de vorm van gootsteenontstopper, vaatwasmachinemiddel<br />
• gebluste kalk<br />
• kalkwater<br />
Indicatoren:<br />
• rodekoolsap (vers bereid)<br />
• lakmoes<br />
• fenolftaleïne<br />
• universeelindicator<br />
Zouten:<br />
• keukenzout (in originele verpakking)<br />
• maagzout<br />
• kristalsoda<br />
• strooizout (calciumchloride)<br />
• hels zout (zilvernitraat)<br />
• calciumcarbonaat (marmer, eierschalen, oesterschelpen, …)<br />
• gips (calciumsulfaat)<br />
• bruistabletten<br />
• meststoffen (nitraten, fosfaten, …)<br />
• ertsen<br />
Brandstoffen:<br />
• aardolie en aardolieproducten<br />
• cokes en steenkool<br />
• brandspiritus (hoofdbestanddeel ethanol)<br />
• campinggas (een leeg blikje om te laten zien is genoeg)<br />
• kaarsen<br />
Cosmetica:<br />
• nagellak<br />
• schoonheidscrèmes en -melk<br />
• geurstoffen (volle en/of lege verpakkingen van reukwaren)<br />
• dissolvant (aceton)<br />
• zepen (toiletzeep en vloeibare zepen)<br />
• shampoos<br />
• tandpasta
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 36<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Reinigingsmiddelen:<br />
• afwasmiddel<br />
• bleekwater en bleekpoeder<br />
• allesreiniger<br />
• wasmiddelen<br />
Voedingswaren:<br />
• margarine en halvarine<br />
• plantaardige oliën (arachideolie, zonnebloemolie, olijfolie, …)<br />
• aardappelbloem<br />
• bakpoeder<br />
• gelatine<br />
• suiker (kristalsuiker, bloemsuiker)<br />
• kleurstoffen en smaakstoffen<br />
• dranken (melk, limonade, wijn, bier, …)<br />
Metalen:<br />
• aluminium: verpakkingen (bakjes, schaaltjes), folie<br />
• ijzer: poeder, staalwol, spijkers (ook roestige)<br />
• zink<br />
• koper<br />
• lood<br />
• legeringen: roestvrij staal, soldeer, brons, messing, …<br />
Niet-metalen:<br />
• zwavel (lucifers, pijpzwavel)<br />
• houtskool<br />
• Norit ® : geneesmiddel, aquariumfilter<br />
• grafiet (potlood, kachelpoets)<br />
• joodwater<br />
• siliciumchip<br />
Kunststoffen:<br />
• polyetheen (verpakkingszakjes, flessen, …)<br />
• pvc<br />
• isolatiematerialen (‘isomo’)<br />
• siliconen<br />
• textielvezels, liefst met etiket (polyester, nylon, …)<br />
Allerlei voorwerpen:<br />
• aquariumfilter<br />
• batterijen<br />
• edelstenen en halfedelstenen<br />
• gasmasker<br />
• geurvreters (schoenen)<br />
• koffiezet (toestel of ander middel)<br />
• petroleumlamp<br />
• spuitbus (haarlak of ander)
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 37<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Bibliotheek met allerlei naslagwerken, tijdschriften, brochures, enz.<br />
Doe-pakketten<br />
Chemie in druppels (Practicumset), Stichting Communicatie-Centrum-Chemie (C 3 ), www.c3.nl<br />
Nieuwe Achtergracht 129, 1018 WS Amsterdam<br />
Platform, een onderwijsdossier over kunststoffen, www.apme.org, (Association of Plastics Manufacturers<br />
in Europe), Afdeling Communicatie, E. Van Nieuwenhuyselaan 4, bus 3, 1160 Bussel<br />
Mengen en scheiden, Stichting FTI, Stormstraat 1, 1000 Brussel<br />
ICT-project: Science Across Europe (Part of Science Across the World), http://www.bp.com/saw<br />
Elke van de units bevat kopieerbaar leerlingenmateriaal, een uitwisselingsformulier en een handleiding<br />
voor de leerkracht.<br />
Transparanten<br />
TTE-reeks (Transparencies To Educate), Antwoordnummer 1796, 7550 WB Hengelo (NL)<br />
DIDAC-reeks, Fedichem, Departement PR, Maria-Louizasquare 49, 1000 Brussel<br />
DIDAC-1<br />
- chemie in het dagelijks leven (10)<br />
- water (8)<br />
- het periodiek systeem van de elementen (31)<br />
- thermodynamica (14)<br />
- colloïdchemie (7)<br />
DIDAC-2<br />
- het chemisch evenwicht (27)<br />
- petrochemie (16)<br />
- fotografie (17)<br />
DIDAC-3<br />
- elektrochemie (22)<br />
- lucht en water (19)<br />
- atoommodellen (21)<br />
DIDAC-4<br />
- polymeren (28)<br />
- biopolymeren (25)<br />
- chemische binding (26)<br />
DIDAC-5<br />
- scheidingstechnieken (19)<br />
- chemie en gezondheid (19)
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 38<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Cd-rom's:<br />
- Het Digitale Archief - Natuur & Techniek, Deel 1 en 2<br />
- Chemie en Samenleving, Van kleurstof tot kunstmest, De Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek -<br />
Natuur & Techniek 1999, Amsterdam<br />
- Corel ChemLab, A realistic, interactive chemistry lab, Corel Corporation, 1996<br />
- Chemistry for Windows, XinMicro Corporation, 1996<br />
- Nederlandstalige Encyclopedie, SoftKey, Amsterdam, ISBN: 90-5432-168-7<br />
- The chemistry set, (geavanceerd Periodiek Systeem met veel video, o.a. moleculestructuren),<br />
Cambridge<br />
- De Grote Encyclopedie '98, ISBN: 90-5167-655<br />
- Science Interactive Encyclopedie, Hachette Multimedia<br />
- Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft<br />
- Chemie en samenleving, Natuur en Techniek, Beek (NL)<br />
Video’s<br />
“De prijs van zuiver water" + leerkrachtenmap, Vlaamse Milieumaatschappij, Documentatiecentrum,<br />
A. Van de Maelestraat 96, 9320 Erembodegem<br />
"Mijlpalen in de scheikunde" + handleiding met kopieerbare werkbladen, Schooltv, Stichting Teleac-NOT,<br />
1200 BB Hilversum<br />
"Chem-bits" + handleiding met kopieerbare werkbladen<br />
Beeldmateriaal uit ‘Bausteine Chemie’ van Bayer, Schooltv, Stichting Teleac-NOT, 1200 BB Hilversum<br />
Inhoud:<br />
1. Het deeltjesmodel van de materie<br />
2. Mengsels en mechanische scheidingsmethoden<br />
3. Thermische scheidingsmethoden<br />
4. Scheiden door kristalliseren, oplossen, sublimeren<br />
5. Element, verbinding, reacties<br />
6. Reacties, moleculen, formules<br />
7. Chemische binding<br />
8. Reacties: omstandigheden en verloop<br />
9. Macromoleculen, polymerisatie, thermoplasten<br />
10. Fossiele grondstoffen en recycling<br />
11. Chemie en landbouw<br />
Een zinvolle en vruchtbare inschakeling van dergelijk audiovisueel materiaal in de les vereist een korte<br />
inleidende toelichting. Enkele vooraf meegedeelde opdrachten bevorderen en richten de actieve<br />
waarneming van de leerlingen. Deze opdrachten zullen een gestructureerde bespreking en discussie<br />
achteraf vergemakkelijken. Een verspreiding van deze verschillende fasen over meer dan één lesuur is<br />
niet aangewezen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 39<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1<br />
Vaklokaal<br />
De lessen moeten steeds gegeven worden in het daartoe bestemde chemielokaal, voorzien van een<br />
goed uitgeruste leraarstafel, leerlingentafels met water, gas en elektriciteit, trekkast(en) en een wandplaat<br />
met het Periodiek Systeem van de elementen.<br />
Het lokaal is uitgerust voor projecties (bv. transparanten, videofilms, cd-rom, dia's).<br />
In de voorraadkamer bevinden zich de nodige veiligheidskasten met de nodige chemicaliën en voldoende<br />
glaswerk (reageerbuizen, bekerglazen, erlenmeyers, trechters,...) voor demonstratie- en<br />
leerlingenproeven.<br />
Algemene uitrusting: balans (bovenweger), bunsenbranders, statieven, ringen, vuurvast gaas, klemmen,<br />
noten, verbrandingslepels, stoppenassortiment, mortier met stamper, elektrolysetoestel, set meetspuiten,<br />
pH-meter, moleculemodellen (1 set per 2 leerlingen), roostermodellen.<br />
Integratie van ICT<br />
Het lokaal is voorzien van ten minste een goed uitgeruste computer met printer, met mogelijkheden voor<br />
'real-time'-metingen en eventueel internetaansluiting en is uitgerust voor projectie.<br />
Veiligheid<br />
Om aan de nodige veiligheids- en milieuvoorschriften te voldoen dienen o.a. aanwezig te zijn:<br />
veiligheidstekens, veiligheidskasten voor de opslag van gevaarlijke producten (voorzien van de<br />
overeenkomstige gevarensymbolen), blustoestel, emmer met zand, branddeken, metalen papiermand,<br />
labojassen, veiligheidsbrillen, oogdouche of oogwasfles, handschoenen, EHBO-kit met brandzalf,<br />
wandplaat en/of lijst met R- en S-zinnen, containers of flessen voor selectief verzamelen van afvalstoffen.<br />
1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:<br />
- Codex (http://www.codex.vlaanderen.be/)<br />
- ARAB (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming)<br />
- AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties)<br />
- Vlarem (http://www.mina.vlaanderen.be/).<br />
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:<br />
- de uitrusting en inrichting van de lokalen;<br />
- de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.<br />
Zij schrijven voor dat:<br />
- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;<br />
- alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;<br />
- de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;<br />
- de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 40<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
EVALUATIE<br />
Algemene schikkingen i.v.m. evaluatie worden zijn vastgelegd door de Vlaamse Regering en te<br />
raadplegen onder: www.ond.vlaanderen.be/secundair/. Netgebonden schikkingen worden door de<br />
inrichtende macht van het Gemeenschapsonderwijs uitgevaardigd.<br />
1. De evaluatie heeft een tweevoudig doel<br />
De evaluatie dient aan de leerling informatie te geven over de mate waarin hij of zij er in geslaagd is om<br />
zowel de kennis als de vaardigheden te beheersen die mogen verwacht worden na het leerproces.<br />
De evaluatie moet aan de leerkracht de feedback geven om vast te stellen of hij of zij de meest aangepaste<br />
methode hanteert om de gestelde doelen te bereiken.<br />
Een evaluatie is meer dan een getal om een rapportcijfer te berekenen. Het is een werkinstrument<br />
waarbij permanent en wederzijds (leerling-leraar) besluiten dienen getrokken te worden over het<br />
onderwijs- en leerproces.<br />
In het kader van het Schoolreglement en het Schoolwerkplan is het aangewezen om ouders en leerlingen<br />
tijdig over de wijze van evalueren in te lichten.<br />
2. Eigenschappen van een goede evaluatie<br />
Door te evalueren wil men bij de leerlingen nagaan in hoeverre de doelstellingen die men met het leerproces<br />
wilde bereiken, bereikt zijn.<br />
De evaluatie moet daarom volgende kenmerken bezitten: ze moet valide, betrouwbaar en efficiënt zijn.<br />
Validiteit: mate de toets of de eindproef overeenstemt met het gegeven onderwijs. Dit betekent o.a. dat er<br />
bij de evaluatie voldoende vragen rond de behandelde contexten moeten voorkomen.<br />
Betrouwbaarheid: het uitschakelen van toevalsinvloeden en het aanwenden van objectieve meetmethoden.<br />
Efficiëntie: de tijd nodig voor het voorbereiden en het afnemen van de toets moet in verhouding staan tot<br />
het bekomen van relevante informatie, liefst in een minimum van tijd.<br />
Onvoldoende resultaten bij individuele leerlingen of bij gedeelten van de klasgroep, zullen de leraar ertoe<br />
aanzetten om remediërend in te grijpen. Indien nodig zal de leraar voor andere werkvormen en<br />
leermiddelen kiezen.<br />
Een evaluatie kan een signaal geven om doelstellingen en /of leerinhouden bij te sturen.<br />
Verder is de evaluatie een belangrijk gegeven bij de pedagogische begeleiding en bij de controle door de<br />
inspectie.<br />
Voor de leerling is het van belang om door de evaluatie te weten te komen hoe zijn evolutie is binnen het<br />
leerproces verloopt. Een evaluatiecijfer voor dagelijks werk zal dus noodzakelijker wijze gesteund zijn op<br />
veelvuldige evaluatiemomenten die zowel kennis, vaardigheden als attitudevorming omvatten.<br />
3 Soorten evaluatie<br />
3.1 Dagelijks werk (deelproeven)<br />
Mondelinge beurten en korte toetsen hebben vooral als doel na te gaan of de leerlingen de<br />
vooropgestelde doelstellingen in voldoende mate bereikt hebben. Leerlingen met achterstand zullen<br />
bijkomende opdrachten en taken krijgen om zo snel mogelijk bij te benen. Het is een belangrijke taak<br />
voor de leraar om de leerlingen individueel te begeleiden, om de oorzaken van de achterstand te<br />
achterhalen, en, mits aangepaste remediëring ,deze leerlingen te helpen (formatieve bijsturing).<br />
‘Leren leren’ krijgt zo een meer concrete betekenis. Via bepaalde technieken zoals beheersingsleren,<br />
geprogrammeerde instructie, hulp van medeleerlingen en eventueel van externe deskundigen (CLB)<br />
zullen deze leerlingen geholpen worden.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 41<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Voor leerlingen die in de betreffende studierichting niet op hun plaats zitten, zal middels afspraken met<br />
collega’s, directie en/of CLB, op de begeleidende klassenraad zo snel mogelijk een oplossing gezocht<br />
worden. De hoofdbedoeling moet blijven, om zo veel als mogelijk leerlingen mee over de meet te krijgen.<br />
Verwacht meer en je zult meer krijgen. Hoge verwachtingen zijn voor iedereen belangrijk, zowel voor<br />
leerlingen die moeilijk meekunnen en voor zij die zich niet erg willen inspannen als voor goede,<br />
gemotiveerde leerlingen.<br />
Het rapportcijfer van het dagelijks werk is gesteund op een zo breed mogelijke permanente evaluatie van<br />
de afgelopen periode.<br />
Zowel cognitieve als affectieve en psychomotorische doelstellingen komen hierbij aan bod. De leerkracht<br />
houdt hiervoor een evaluatieschrift bij. Bij elk cijfergegeven moet summier weer te vinden zijn wat de<br />
bedoeling van de evaluatie was.<br />
Hiervoor kan de leraar beschikken over:<br />
- notities over het leergedrag van de leerling in de klas;<br />
- klasgesprekken;<br />
- mondelinge overhoringen;<br />
- korte schriftelijke toetsen;<br />
- herhalingstoetsen (grotere leerstofgedeelten);<br />
- huis- en klastaken;<br />
- kwalitatieve beoordeling aangaande praktische oefeningen, laboratoriumwerk;<br />
- notities over de mate van het beheersen van de vaardigheden;<br />
3.2 Examens (eindproeven)<br />
Examens houden een productevaluatie in. Na analyse van de resultaten wordt ook hier door de leraar<br />
een diagnose opgesteld, die aanleiding kan zijn tot bijsturing van het leerproces.<br />
Tevens kunnen remediërende maatregelen voor individuele leerlingen ook hier weer uit voortspruiten.<br />
Zowel het gepast aanbieden van de leerstof en de evaluatie als het aanbieden van remediërende<br />
opdrachten zijn essentieel in het door ons beoogde totale leerproces.<br />
Via een grote variatie in vraagvormen (open en halfopen, invulvragen, juist-onjuistvragen, sorteervragen,<br />
rangschikkingvragen en meerkeuzevragen) zullen vooral de minimumdoelstellingen (eindtermen) getoetst<br />
worden. Het gewicht van de contexten in de lessen moet in de examenvragen weerspiegeld worden.<br />
Uitsluitend theorievragen, bv. formules en namen, moeten vermeden worden.<br />
De examens worden afgenomen in aanwezigheid van de vakleraar. Hij deelt de leerlingen, bij aanvang<br />
van de proef mee dat bijkomende vragen ter verduidelijking kunnen gesteld worden. Elke bijkomende<br />
toelichting wordt luidop gegeven, zodat alle leerlingen op een gelijke wijze worden behandeld.<br />
Een exemplaar van de gestelde vragen met aanduiding van de puntenverdeling wordt samen met de<br />
verbeterde examenkopijen in het archief bewaard. Dit exemplaar wordt tevens aangevuld met een nietabsolute<br />
modeloplossing (de leerling kan terecht een andere oplossingsmethode gebruiken) of met een<br />
opsomming van de aandachtspunten die aanwezig moeten zijn voor oplossingen op open vragen en<br />
taken.<br />
Na de proeven hebben de leerlingen het recht de modeloplossing in te zien. Ook hebben zij het recht, op<br />
hun vraag, om hun gecorrigeerd examen in te zien.<br />
Voor de examens worden met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt over het verloop ervan. De<br />
leerkracht zorgt ervoor dat minimum 75% van de examenvragen het bereiken van de<br />
minimumdoelstellingen (eindtermen en andere minimumdoelstellingen) toetst.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 42<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
4 Algemene richtlijnen<br />
De vragen/opdrachten met aanduiding van de cijferverdeling op de modeloplossing en de aanwijzingen<br />
voor de oplossing van de open vragen, worden opgesteld en vooraf aan de directeur overhandigd.<br />
Om achteraf discussies te vermijden zorgt men ervoor dat de leerlingen beschikken over:<br />
- een duidelijk beeld van wat van hen verwacht wordt;<br />
- de vragen en opdrachten die reeds zijn voorgekomen gedurende het didactisch proces;<br />
- een schriftelijk overzicht van de voor het examen te kennen leerstof;<br />
- een geschreven mededeling waarin staat welke informatiebronnen en welk materiaal ze mogen/<br />
moeten meebrengen op het examen;<br />
- een blad met vragen om overschrijffouten te vermijden.<br />
Indien in een klas leerlingen van verschillende opties of studierichtingen samen alle lessen of een deel<br />
van de lessen volgen, dan is binnen deze klas differentiatie van vragen toegelaten.<br />
Bij eventueel herexamen zal men voor de leerling de leerstof voor dat herexamen zeer nauwkeurig schriftelijk<br />
bepalen.<br />
5 Correctie<br />
Objectieve correctienormen zijn vanzelfsprekend een noodzaak. Wanneer een antwoord verschillende<br />
elementen inhoudt, is het aangewezen per essentieel element een puntenverdeling te maken.<br />
De leraar die aan zelfevaluatie wil doen, zal in tabelvorm een overzicht van de behaalde resultaten per<br />
leerling en per vraag opstellen. Daarop aansluitend wordt dan verwacht dat de leraar zijn besluiten trekt<br />
in verband met de gebruikte onderwijsmethode. Tevens is dit een uitstekend hulpmiddel om gefundeerde<br />
remediërende maatregelen t.o.v. de leerlingen te treffen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 43<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
BIBLIOGRAFIE<br />
Pedagogisch-didactische naslagwerken<br />
BLIECK, A. e.a., Instrumentarium voor leerkrachten en schoolteams, Vakoverschrijdende thema's in het<br />
secundair onderwijs: gezondheidsopvoeding, milieueducatie en relationele vorming, Uitgeverij Garant,<br />
Leuven-Apeldoorn, 1994<br />
BOEKAERTS, M., SIMONS, P., Leren en instructie, Psychologie van de leerling en het leerproces, Van<br />
Gorcum, Assen, 1995<br />
CORNELIS, G.C., Zoeken naar oplossingen, Inleiding tot het probleemgericht denken, VUBPRESS,<br />
Brussel, 1999, ISBN 90 5487 240 3 / NUGI 619<br />
HARGRAVES, A., e.a., International Handbook of Educational Change, Kluwer, 1998<br />
KIEFER D., Barron’s Regents Exams and Answers, ‘Chemistry’, Barron’s Educational Series Inc., New<br />
York, ISBN 0-8120-3163-6<br />
TIELEMANS, J., Psychodidactiek, Uitg. Garant, Leuven, 1993, ISBN 90-5350-151-7<br />
Naslagwerken chemie<br />
Chemische feitelijkheden. Actuele encyclopedie over chemie in relatie tot gezondheid, milieu en<br />
veiligheid, ed. Kon. Ned. Chemische Vereniging, Alphen a.d. Rijn, Losbladige uitgave.<br />
Prisma van de scheikunde, Utrecht, 1990 (Prisma: 2654)<br />
ATKINS, P.W., Moleculen: chemie in drie dimensies, Natuur & Techniek, 1990, ISBN 90 70 175 94 2<br />
ATKINS, P.W., De chemische reacties, Natuur & Techniek, 1993, ISBN 90 73 035 17 1<br />
BENSAUDE-VINCENT B., STENSERS I., Histoire de la chimie, La Decouverte, Paris, 1993<br />
BROEK (VAN DE), J., Over sneeuwballen en glaasjes melk, (100 alledaagse onderwerpen chemisch<br />
ontmaskerd), Uitg. ten Hagen & Stam, Den Haag, 20000<br />
BUKATSCH, F. e.a., So Interessant ist Chemie, Aulis Verlag Deubner & Co, KG Köln, 1997<br />
CHALMERS, A.F., Wat heet Wetenschap?, Boom, Amsterdam, 1994<br />
DREXLER, E., Nanosystems: Molucular Machinery, Manufacturing and Computation, John Wiley<br />
FAUST, R., e.a., World Records in Chemistry, Wiley–VCH, Weinheim, 1999, ISBN 3-527-29574-7<br />
GLÖCKNER, W. e.a., Handbuch der Experimentellen Chemie, Aulis Verlag Deubner & Co, KG Köln,<br />
1997<br />
HÄUSLER, K., SCHMIDKUNZ, H., Tatort Chemie, Ein Lexicon für den Verbraucher, Delphin, München,<br />
1986<br />
HONDEBRINK, J.G., Scheikunde de basis, Uitg. tenHagenStam, Den Haag, 1999, ISBN 070-304 58 88<br />
MEADOWS, J., Geschiedenis van de Wetenschap, Natuur & Techniek, ISBN 90 68251 902<br />
NUNN, A., The essential chemical industry, The Salters Institute of Industrial Chemistry, Department of<br />
Chemistry, University of York, Heslington, YO1 5DD, York, 1995, ISBN 185 342 556 7)<br />
SELINGER, B., Chemistry in the Market Place, London (HBJ), 1988<br />
SIMMONS J., De Top-100 van wetenschappers, Het Spectrum, Utrecht, 1997, ISBN 90-2746-185-6<br />
STÖRIG, H. J., Geschiedenis van de Wetenschap, 3 delen, Prisma, Utrecht<br />
VOLLMER, G., FRANZ, M., Chemische Produkte im Alltag, München, 1985
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 44<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Leerboeken<br />
BRUGGEMANS, K., e.a., Chemie in contexten 1.2 en 2.2, met handleiding voor de leerkracht, (Chemie<br />
voor de minorrichtingen ASO, KSO en TSO), Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, www.uitgeverijdeboeck.be<br />
DE VROEY, J.-C., Handboekenreeks Explosief 1.2 en 2.2, met handleiding voor de leerkracht en cd-rom<br />
voor de leerlingen (Chemie voor de majorrichtingen ASO, KSO en TSO), Uitgeverij De Boeck, Antwerpen<br />
BRUGGEMANS, K., Het periodiek systeem van de elementen, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen<br />
VAN DE WEERDT, J., Tabellenboekje voor Chemie, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen<br />
Tijdschriften<br />
Laboratorium-Praktijk, Kluwer Editorial, Diegem<br />
Natuur & Techniek, NL -1000 BM Amsterdam<br />
NVOX, Tijdschrift voor natuurwetenschappen op school, Uitgave van NVON, de Nederlandse vereniging<br />
voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, http://home.svm.nl/natwet/nvox/index.htm<br />
CHEMIE-Magazine, tweemaandelijkse uitgave van de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging,<br />
Leuven<br />
Chemie-Actueel, tijdschrift voor chemieonderwijs, KPC Groep, Postbus 482, 5201 AL 's-Hertogenbosch<br />
(bestelnummer 2.453.00)<br />
MENS (Milieu-Educatie, Natuur & Samenleving), driemaandelijks tijdschrift, Te Boelaarlei 23, 2140<br />
Antwerpen, www.2mens.com<br />
EOS-Magazine, Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij, Uitg. Cascade, www.eos.be<br />
Velewe, Vereniging Leraars Wetenschappen, Zichem<br />
Journal of Chemical Education, New York<br />
Brochures en repertoria<br />
- Vragen over wetenschap: Energie - Geluid - Water, verhelderende boeken voor 10-14 jarigen, met<br />
eenvoudige experimenten, Artis-Vicindo, Mechelen, 1998, 44 p. per deel<br />
- Lesbladen Water en Lucht, Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst<br />
- Chemiekaartenboek, Kluwer Editorial, Diegem<br />
- EChO, Essays voor Chemie-Onderwijs, KVCV, Leuven<br />
- DE TEY, M., CORNELIS, K., Chemie en veiligheid, De Sikkel (De Boeck)<br />
- KVCV, Veiligheid in de schoollaboratoria, Leuven<br />
- KVCV, Grootheden, eenheden en hun symbolen, Leuven<br />
- KVCV, Chemie voor de burger van morgen, leerinhouden en vaardigheden voor de minorrichtingen in<br />
het ASO, Leuven, 1991
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 45<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Bijlage 1:<br />
vakgebonden eindtermen chemie<br />
De vakgebonden eindtermen chemie gelden voor alle studierichtingen in de tweede graad ASO.<br />
De leerlingen kunnen<br />
C 1 met eenvoudig materiaal volgende technieken veilig uitvoeren:<br />
- filtratie, extractie, chromatografie;<br />
- de pH van een oplossing bepalen;<br />
- eenvoudige chemische reacties uitvoeren.<br />
C 2<br />
C 3<br />
C 4<br />
C 5<br />
C 6<br />
C 7<br />
C 8<br />
C 9<br />
chemische informatie in gedrukte bronnen en langs elektronische weg opzoeken en<br />
gebruiken.<br />
veilig en verantwoord omgaan met stoffen, gevarensymbolen interpreteren en R- en S-zinnen<br />
opzoeken.<br />
studie- en beroepsmogelijkheden in verband met chemie opnoemen en er enkele algemene<br />
kenmerken van aangeven.<br />
mengsels en zuivere stoffen onderscheiden aan de hand van gegeven of waargenomen<br />
fysische eigenschappen.<br />
uitleggen dat de oorsprong van een zuivere stof, natuurlijk ontstaan of synthetisch bereid,<br />
geen invloed heeft op haar eigenschappen.<br />
metalen, niet-metalen en edelgassen aanwijzen in het periodiek systeem van de chemische<br />
elementen en enkele specifieke kenmerken van de overeenstemmende enkelvoudige stoffen<br />
beschrijven.<br />
aan de hand van een chemische formule een representatieve stof classificeren en<br />
benoemen als:<br />
- enkelvoudige of samengestelde stof;<br />
- metaal of niet-metaal;<br />
- oxide, hydroxide, zuur of zout;<br />
- anorganische of organische stof;<br />
- elektrolyt of niet-elektrolyt.<br />
de samenstelling van een atoom afleiden uit nucleonental en atoomnummer en, voor atomen<br />
met Z ≤ 18, hun elektronenconfiguratie en hun plaats in het periodiek systeem van de elementen<br />
geven.<br />
C-10 voor alle atomen uit de hoofdgroepen het aantal elektronen op de buitenste hoofdschil afleiden uit<br />
hun plaats in het periodiek systeem.<br />
C 11<br />
C 12<br />
C 13<br />
met een voorbeeld uitleggen hoe een ionbinding, een atoombinding en een metaalbinding tot<br />
stand komen en het verband leggen tussen bindingstype en elektrisch geleidingsvermogen<br />
van een zuivere stof.<br />
aan de hand van de chemische formule een representatieve stof of stofdeeltje classificeren<br />
als respectievelijk:<br />
- opgebouwd uit atomen, moleculen, mono- en/of polyatomische ionen;<br />
- atoom, molecule of ion.<br />
van representatieve stoffen driedimensionale modellen van moleculen en van atoom-,<br />
molecuul- en ionroosters in verband brengen met chemische formule, bindingsaard en fysische<br />
eigenschappen.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 46<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
C 14<br />
C 15<br />
C 16<br />
C 17<br />
C 18<br />
C 19<br />
C 20<br />
C 21<br />
C 22<br />
C 23<br />
C 24<br />
C 25<br />
C 26<br />
in eenvoudige gevallen, aan de hand van een chemische formule, de overeenstemmende stof<br />
of het overeenstemmende stofdeeltje benoemen en omgekeerd.<br />
voor een watermolecule het verband uitleggen tussen de polariteit enerzijds en anderzijds de<br />
ruimtelijke structuur en het verschil in elektronegatieve waarde van de samenstellende atomen.<br />
het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen van corpusculaire interacties.<br />
de concentratie van een stof in mol per liter berekenen uit de massa opgeloste stof en het<br />
volume van de oplossing.<br />
eenvoudige reacties corpusculair voorstellen, symbolisch weergeven en interpreteren.<br />
aan de hand van gegeven reactievergelijkingen de drie soorten ionenuitwisselingsreacties<br />
onderscheiden (neerslag-, gasontwikkelings- en zuur-base-reacties) en de essentiële<br />
voorstelling van eenvoudige reacties geven.<br />
in verbrandingsreacties, in synthesereacties met enkelvoudige stoffen en in ontledingsreacties<br />
van binaire stoffen oxidatie en reductie aanduiden aan de hand van elektronenuitwisseling.<br />
de wet van behoud van massa en de wet van behoud van atomen (aard en aantal) toepassen<br />
op chemische processen.<br />
op basis van een gegeven formule uit een gegeven massa de stofhoeveelheid in mol<br />
berekenen en omgekeerd.<br />
de begrippen endo- en exo-energetisch illustreren met voorbeelden van chemische processen<br />
waarbij verschillende vormen van energie betrokken zijn.<br />
van volgende stoffen ten minste ofwel één toepassing ofwel één zintuiglijk ofwel één fysicochemisch<br />
kenmerk aangeven:<br />
- diwaterstof, dizuurstof, trizuurstof, dichloor, dijood, diamant, grafiet, octazwavel;<br />
- natrium;<br />
- ijzer, lood, kwik, koper, aluminium, zink, magnesium;<br />
- goud, zilver;<br />
- natriumchloride, natriumwaterstofcarbonaat;<br />
- calciumcarbonaat;<br />
- waterstofchloride, (di)waterstofsulfaat;<br />
- ammoniak, natriumhydroxide, calcium(di)hydroxide.<br />
op basis van aggregatietoestand of informatie over deeltjesgrootte van de componenten<br />
soorten mengsels (homogeen, heterogeen, oplossing, emulsie, suspensie) herkennen en<br />
geschikte methoden suggereren om zuivere stoffen uit mengsels te isoleren.<br />
methoden aangeven om de pH van een oplossing vast te stellen en op basis van deze pHwaarde<br />
de oplossing karakteriseren als zuur, neutraal of basisch.
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 47<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
Bijlage 2: vakoverschrijdende eindtermen<br />
De lijst met de vakoverschrijdende eindtermen is te vinden op: http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/.<br />
In de lessen chemie zal aan de onderstaande vakoverschrijdende eindtermen gewerkt worden.<br />
Leren leren:<br />
VL1, VL2, VL3, VL4, VL5, VL6, VL7, VL8, VL11, VL13, VL14, VL15<br />
Sociale vaardigheden:<br />
VS2, VS3, VS4, VS5, VS6, VS7, VS8, VS12, VS13<br />
Opvoeden tot burgerzin:<br />
VB15<br />
Gezondheidseducatie:<br />
VG1, VG3, VG4, VG6, VG7<br />
Milieueducatie:<br />
VM1, VM2, VM5<br />
Muzisch-creatieve vorming:<br />
VC3
ASO – 2de graad – opties met 1 lestijd chemie 48<br />
AV Chemie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de leerjaar: 1 lestijd/week)<br />
De leerplancommissie verantwoordelijk voor dit leerplan is als volgt samengesteld:<br />
Voorzitter<br />
Jean VAN DE WEERDT, pedagogisch adviseur<br />
Vaste leden<br />
Jean-Claude DE VROEY, KA Etterbeek<br />
Guy VALAEYS, KA-3 Gent<br />
Ingrid VANDEVEN, KA-1 Mechelen<br />
Externe leden<br />
Karel BRUGGEMANS, VRT Brussel<br />
Leo BERGMANS, navormer<br />
Dany ROBBEN, Hogeschool Limburg Hasselt<br />
Variabele leden<br />
Rita DEWULF, KA Asse<br />
Yolande Buelens, KA Dendermonde<br />
Eddy MARIËN, KA Lier