Bodemverbeterende eigenschappen van sloot - Stowa
Bodemverbeterende eigenschappen van sloot - Stowa
Bodemverbeterende eigenschappen van sloot - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
STOWA 2003-06 BEMESTENDE WAARDE<br />
4<br />
VOORBEELD<br />
CONSEQUENTIES VOOR EEN<br />
AKKERBOUWER OP KLEIGROND<br />
Anno 2002 geldt dat landbouwers jaarlijks zuiveringsslib (kwaliteitseisen vermeld in bijlage I<br />
<strong>van</strong> het Besluit ‘kwaliteit en gebruik Overige Organische Meststoffen (BOOM)’) mogen doseren<br />
tot 2 ton droge stof per ha op bouwland en 1 ton op grasland. Voor bermmaaisel geldt<br />
dat in de brief <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> LNV aan het College <strong>van</strong> Gedeputeerde Staten in de<br />
provincie Noord-Brabant dd 8 april 2002 met als onderwerp ‘Ontheffing bermmaaisel als<br />
meststof’ wordt uitgegaan <strong>van</strong> een gewenste aanvoer <strong>van</strong> 3750 kg organische stof. Voor de<br />
toepassing <strong>van</strong> <strong>sloot</strong>maaisel is hier <strong>van</strong> deze gegevens uitgegaan.<br />
TABEL 2 geeft inzicht in de werkzaamheid <strong>van</strong> het <strong>sloot</strong>maaisel in termen <strong>van</strong> stikstofefficiëntie:<br />
hoeveel stikstof wordt er uit opgenomen door een gewas en hoeveel kan er daarmee<br />
op kunstmest worden bespaard bij verschillende toegediende hoeveelheden.<br />
Uitgangseenheid is een perceel <strong>van</strong> 1 ha groot waarop in 2002 aardappels of snijmaïs worden<br />
geteeld op een kleigrond. De streefopbrengst is respectievelijk 50 en 39 ton droge stof,<br />
te realiseren met alleen kunstmest of met combinaties <strong>van</strong> kunstmest en <strong>sloot</strong>maaisel: 2 ton<br />
ds <strong>sloot</strong>maaisel per ha (de zuiveringsslibvariant) en 3,75 ton ds per ha (de bermmaaiselvariant).<br />
Voor het tijdstip <strong>van</strong> toediening zijn twee varianten berekend: in week 15 (vlak voor het seizoen)<br />
en in week 40 (na het seizoen). Voor de typering <strong>van</strong> de meststof zijn twee varianten<br />
gekozen: varkensmest en compost, omdat gegevens over de werkelijke mineralisatie gedurende<br />
een seizoen voor <strong>sloot</strong>maaisel niet beschikbaar zijn. Varkensmest wijkt vooral af <strong>van</strong><br />
<strong>sloot</strong>maaisel door stikstofverlies na toediening (vervluchtiging <strong>van</strong> ammoniak), maar de<br />
(snelle) mineralisatie lijkt wel overeen te komen. Compost heeft geen grote verliezen na toediening,<br />
maar heeft een tragere mineralisatie dan <strong>sloot</strong>maaisel. Voor een meer precieze<br />
berekening <strong>van</strong> het stikstofoverschot zijn nauwkeurige gegevens nodig <strong>van</strong> de mineralisatiesnelheid<br />
<strong>van</strong> <strong>sloot</strong>maaisel.<br />
TABEL 2 geeft een indicatie <strong>van</strong> de te verwachten reductie <strong>van</strong> de kunstmestgift bij toediening<br />
<strong>van</strong> <strong>sloot</strong>maaisel. Wanneer de typering <strong>van</strong> <strong>sloot</strong>maaisel overeenkomt met compost, blijkt<br />
het toedieningstijdstip <strong>van</strong> weinig belang voor de stikstofkunstmestgift, er wordt 1-3%<br />
bespaard bij toediening <strong>van</strong> 3,75 ton ds <strong>sloot</strong>maaisel. Komt de typering meer overeen met<br />
varkensmest, dan blijkt toepassing in het voorjaar gunstiger, er kan dan 6-17% worden<br />
bespaard op de stikstofkunstmestgift. Bij toepassing in het najaar bedraagt de reductie 4-11%.<br />
Welke typering <strong>sloot</strong>maaisel het best karakteriseert, is zoals eerder vermeld niet bekend.<br />
Volgens metingen <strong>van</strong> Zwart (2001) zou toediening <strong>van</strong> slechts 2 ton ds <strong>sloot</strong>maaisel per ha<br />
leiden tot ongeveer 10% lagere drogestofproductie <strong>van</strong> het gewas vergeleken een hoeveelheid<br />
kunstmest waarmee evenveel stikstof wordt toegediend. Daarnaast vergt de toediening<br />
<strong>van</strong> maaisel waarschijnlijk een grotere inspanning dan <strong>van</strong> kunstmest. Voor een akker-<br />
6