STOWA 2003-06 ONKRUIDKUNDIGE EFFECTEN GROTE BRANDNETEL (Urtica dioica) Familie Urticaceae Hoogte 0,30-1,30 m Bloemkleur geelgroen Bloeitijd juni-oktober Standplaats zonnig tot lichte schaduw Bodem vrij droog tot vrij vochtig, zeer voedselrijk Groeiplaats puin, ooijbos, bosranden, wilgenbos, bronbos, oevers, bemeste bermen, storingsmilieus Grote brandnetel vormt een uitgebreid en sterk vertakt stelsel <strong>van</strong> wortelstokken. Grote brandnetel is een stikstofminnende plant die langs sloten met name goed groeit op matig vochtige plekken met een aanvoer <strong>van</strong> meststoffen door verontreinigd water en een wisselende waterstand. Grote brandnetel breidt zich vegetatief uit met behulp <strong>van</strong> zijn wortelstokken, maar vormt ook veel zaden. GROTE BRANDNETEL FLUITENKRUID (Anthriscus sylvestris) Fam. Umbelliferae Hoogte 0,60-1,50 m Bloemkleur wit Bloeitijd mei-juni Standplaats zonnig tot lichte schaduw Bodem vochthoudend tot vochtig, voedselrijk, meest klei Groeiplaats loofbos, bermen, dijken, heggen, bosranden, oevers, braakland, plantsoenen, ruige grasvelden, ruig rietland, hooiland, parkbos, lanen, krengenbosjes, griendbos Fluitenkruid bloeit vroeg in het jaar. Fluitenkruid overwintert als okselknop <strong>van</strong> de onderste bladeren. Deze knoppen groeien uit tot nieuwe planten. Na zaadzetting sterft de plant bovengronds af met uitzondering <strong>van</strong> de onderste bladeren. Fluitenkruid komt voor op voedselrijke, vochthoudende bodem en daar op grazige plaatsen en in matig beschaduwde bossen of parken. Fluitekruid kan slecht tegen beweiding. JACOBSKRUISKRUID (Senecio jacobea) Fam. Compositae Hoogte 0,30-1,50 m Bloemkleur geel Standplaats zonnig tot lichteschaduw Bodem droog tot vochthoudend, kalkhoudend, voedselarm tot vrij voedselrijk, zand, leem, löss, krijt en zavel Groeiplaats duinen, dijken, bermen, langs spoorwegen en zandpaden, haven- en industrieterreinen, (half)verhardingen, plantsoen, grasland, braakland, akkerranden, bosranden, afgravingen, doornheggen Kieming <strong>van</strong>uit zaad <strong>van</strong> Jacobskruiskruid vindt vooral in nazomer en herfst plaats (er kan in het voorjaar een tweede kiemingsgolf optreden). De soort vormt zeer snel een rozet met een scheefliggende wortelstok. De rozetten kunnen meerdere jaren in leven blijven, totdat de plant gebloeid heeft. Jacobskruiskruid vormt geen uitlopers, wel kan wanneer de plant 35
STOWA 2003-06 ONKRUIDKUNDIGE EFFECTEN afgevreten of afgemaaid wordt, de wortelstok zich vertakken en meerdere rozetten voortbrengen. Wanneer de rozet grotendeels vernietigd wordt kunnen op wortelfragmenten knoppen ontstaan en nieuwe rozetten. De zaden hebben voor kieming licht nodig en kiemen het best onder een zandlaagje <strong>van</strong> 1 à 2 mm. Een zandlaag <strong>van</strong>af 4 mm verhindert kieming. De zaden blijven dan minstens 10 jaar kiemkrachtig. 36