Vrij verkeer van kapitaal: Een woningcorporatie over de grens: het ...
Vrij verkeer van kapitaal: Een woningcorporatie over de grens: het ...
Vrij verkeer van kapitaal: Een woningcorporatie over de grens: het ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
50<br />
<strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale volkshuisvesting in Ne<strong>de</strong>rland.<br />
32<br />
Wat ook <strong>van</strong> <strong>de</strong> toekomstige ontwikkelingen zij, inherent<br />
aan <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> een dui<strong>de</strong>lijke scheiding tussen<br />
sociale en administratieve activiteiten is <strong>het</strong> risico <strong>van</strong><br />
(ongeoorloof<strong>de</strong>) kruissubsidiëring, en dus ongeoorloof<strong>de</strong><br />
staatssteun. Nu <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wettelijke regime een<br />
dui<strong>de</strong>lijk staatssteunrisico in zich bergt, en Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong><br />
consequenties daar<strong>van</strong> al lang aanvaardt, is onaannemelijk<br />
dat een voorafgaan<strong>de</strong> goedkeuringsregeling voor buitenlandse<br />
activiteiten als evenredig kan wor<strong>de</strong>n aangemerkt<br />
voor z<strong>over</strong> <strong>de</strong> rechtvaardiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> beperking <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>kapitaal</strong><strong>verkeer</strong> wordt gezocht in <strong>het</strong> voorkomen <strong>van</strong><br />
staatssteun aan (buitenlandse) on<strong>de</strong>rnemingen. Of dat nu<br />
in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> artikel 86 lid 2 EG-Verdrag gebeurt of<br />
niet.<br />
Het is mogelijk dat <strong>de</strong>ze omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> niet-ont<strong>van</strong>kelijkheid<br />
<strong>van</strong> vraag zeven (na<strong>de</strong>r) verklaren, maar zij lijken<br />
daarvoor geen rechtvaardiging te kunnen vormen.<br />
Gevolgen arrest<br />
Zoals gezegd, een schending <strong>van</strong> artikel 56 EG-Verdrag<br />
staat op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> arrest in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige zaak wel<br />
vast. Het is aan <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> experimenteerregeling<br />
aan <strong>de</strong> evenredigheidseisen voldoet.<br />
Gezien <strong>de</strong> aanwijzing <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof op dat punt is <strong>de</strong> kans<br />
niet groot dat een beroep op <strong>de</strong> rule of reason wordt aanvaard.<br />
Gebeurt dat in<strong>de</strong>rdaad niet, dan komt <strong>het</strong> in eerste<br />
instantie aan op beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>het</strong> beroep op artikel 86<br />
lid 2 EG-Verdrag. Nu <strong>de</strong> prejudiciële vragen hier<strong>over</strong> in<br />
feite onbeantwoord retour zijn gezon<strong>de</strong>n, dient <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling<br />
zelf tot uitlegging <strong>van</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> verdragsbepalingen<br />
<strong>over</strong> te gaan, dan wel opnieuw vragen voor te leggen<br />
aan <strong>het</strong> Hof. Mocht geen <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> opties tot enthousiasme<br />
lei<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling, dan zal zij zich bij<br />
<strong>de</strong> afwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak vermoe<strong>de</strong>lijk niet haasten. De<br />
kans op een schikking in <strong>de</strong> zaak tussen <strong>de</strong> minister en<br />
Servatius is namelijk reëel in verband met <strong>de</strong> financiële en<br />
bestuurlijke problemen bij <strong>de</strong> toegelaten instelling. De<br />
minister bevindt zich in een tamelijk riante on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie<br />
en <strong>het</strong> lijkt hem wel toevertrouwd om die<br />
geheel ten eigen voor<strong>de</strong>el uit te buiten.<br />
Indien <strong>het</strong> beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister wordt verworpen en<br />
<strong>het</strong> nieuwe besluit op bezwaar wordt vernietigd, zal <strong>de</strong><br />
minister een nieuw besluit moeten nemen. Daarbij zal <strong>de</strong><br />
minister ex nunc een oor<strong>de</strong>el moeten vellen <strong>over</strong> <strong>het</strong> verzoek<br />
<strong>van</strong> Servatius om <strong>het</strong> project in Luik te ontwikkelen.<br />
Het is niet per se zo dat die toestemming alsnog door <strong>de</strong><br />
minister zal wor<strong>de</strong>n gegeven. Dat hangt af <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />
dat ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> nieuwe besluit op bezwaar geldt. In<br />
dit verband mag wor<strong>de</strong>n veron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong> minister,<br />
welke gevolgtrekkingen <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling ook aan <strong>het</strong> arrest <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> Hof mag verbin<strong>de</strong>n, zijn eigen conclusies heeft getrok-<br />
32. Kamerstukken II 2009/10, 29453, nr. 143 en beschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> Commissie<br />
in zaken nr. E 2/2005 en nr. N 642/2009 betreffen<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
en bijzon<strong>de</strong>re steun aan <strong>woningcorporatie</strong>s ().<br />
ken en werkt aan een nieuw beleid ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> toepassing<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> experimenteerregeling. 33 Het zou wellicht<br />
een i<strong>de</strong>e zijn om <strong>het</strong> ‘buitenlandbeleid’ voor toegelaten<br />
instellingen geheel uit <strong>de</strong> sfeer <strong>van</strong> <strong>de</strong> experimenteerregeling<br />
in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> artikel 49 lid 1 BBSH te trekken en<br />
zelfstandige criteria te formuleren. In dit verband is in<br />
aanmerking te nemen <strong>de</strong> subtiliteit dat <strong>het</strong> Hof heeft<br />
geoor<strong>de</strong>eld op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> premisse dat er een Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
regeling bestaat op grond waar<strong>van</strong> voorafgaan<strong>de</strong><br />
toestemming voor buitenlandse activiteiten moet wor<strong>de</strong>n<br />
gevraagd. In werkelijkheid voorziet <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> regeling<br />
alleen in <strong>de</strong> goedkeuring voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> een<br />
experiment. Dat is niet <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> omdat dit, alleen gezien<br />
<strong>de</strong> term ‘experiment’, een zekere mate <strong>van</strong> onzekerheid<br />
impliceert ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> handhaving of duur <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
goedkeuring. Dit is een aspect dat <strong>het</strong> Hof bij zijn beoor<strong>de</strong>ling<br />
niet lijkt te hebben meegewogen.<br />
Ver<strong>de</strong>r kunnen <strong>de</strong> meest recente ontwikkelingen op <strong>het</strong><br />
terrein <strong>van</strong> staatssteun implicaties hebben voor <strong>het</strong> buitenlandbeleid<br />
voor toegelaten instellingen. Indien <strong>de</strong> door<br />
<strong>de</strong> Commissie gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> wetgeving op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />
transparantie 34 er werkelijk toe leidt dat ie<strong>de</strong>re vorm <strong>van</strong><br />
kruisbestuiving ten voor<strong>de</strong>le <strong>van</strong> <strong>de</strong> commerciële activiteiten<br />
<strong>van</strong> toegelaten instellingen in beginsel is uitgesloten,<br />
zou dat gevolgen kunnen hebben voor <strong>de</strong> grip die <strong>de</strong><br />
minister op <strong>de</strong> buitenlandse commerciële activiteiten <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> instellingen houdt. Sterker nog, in dat geval zou, zoals<br />
hiervoor al is aangegeven, <strong>de</strong> vraag kunnen rijzen of <strong>de</strong><br />
minister nog een beroep kan doen op <strong>het</strong> door <strong>het</strong> Hof in<br />
<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige zaak erken<strong>de</strong> dwingend belang <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
behoud <strong>van</strong> evenwichtige financiering <strong>van</strong> een stelsel <strong>van</strong><br />
sociale huisvesting. <strong>Een</strong> beroep op artikel 86 lid 2 EG-<br />
Verdrag zal in dat geval voor een toegelaten instelling in<br />
beginsel ook geen uitkomst bie<strong>de</strong>n. Niet valt uit te sluiten<br />
dat <strong>de</strong> toegelaten instellingen volledig vrij zullen zijn waar<br />
<strong>het</strong> commerciële projecten in <strong>het</strong> buitenland betreft.<br />
Hoe dan ook, <strong>de</strong>ze twee bijzon<strong>de</strong>re aspecten buiten<br />
beschouwing latend, <strong>de</strong> minister zal objectieve en nondiscriminatoire<br />
criteria moeten formuleren en die kenbaar<br />
maken. Het zal niet meevallen om op enige wijze te objectiveren<br />
wanneer een buitenlands project <strong>van</strong> een toegelaten<br />
instelling <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> volkshuisvesting in Ne<strong>de</strong>rland<br />
dient. Parameters als locatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> project, en in <strong>het</strong><br />
bijzon<strong>de</strong>r <strong>het</strong> aantal kilometers <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>grens</strong> en <strong>het</strong><br />
bestaan <strong>van</strong> geografische belemmeringen, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
bestaan<strong>de</strong> druk op <strong>de</strong> woningmarkt in <strong>het</strong> statutaire werkgebied,<br />
zou<strong>de</strong>n daarbij kunnen wor<strong>de</strong>n betrokken.<br />
33. Kamervragen (Aanhangsel) II, 2009/10, nr. 521. Op vragen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Kamerlid Jansen heeft <strong>de</strong> minister laten weten dat <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Hof en <strong>het</strong> uitein<strong>de</strong>lijke eindoor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling bij <strong>de</strong> in voorbereiding<br />
zijn<strong>de</strong> nieuwe corporatieregelgeving (Woningwet) zal wor<strong>de</strong>n<br />
betrokken. Overigens is daarbij ook dui<strong>de</strong>lijk te kennen gegeven dat uit<br />
<strong>het</strong> arrest <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof niet geconclu<strong>de</strong>erd mag wor<strong>de</strong>n dat bouwen in<br />
Luik of in <strong>het</strong> vergelijkbare situaties in <strong>het</strong> buitenland zou moeten wor<strong>de</strong>n<br />
toegestaan.<br />
34. Beschikking <strong>van</strong> <strong>de</strong> Commissie <strong>van</strong> 15 <strong>de</strong>cember 2009, punt 43, met verwijzing<br />
naar Richtlijn 2006/111/EG <strong>van</strong> <strong>de</strong> Commissie <strong>van</strong> 16 november<br />
2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> doorzichtigheid in <strong>de</strong> financiële betrekkingen tussen<br />
<strong>de</strong> lidstaten en openbare bedrijven en <strong>de</strong> financiële doorzichtigheid binnen<br />
bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen, Pb. EG 2006, L 318/17.<br />
NtEr maart 2010 | nr. 2