Sociale structuurschets en sociale wijkvisie Hoensbroek - Forum ...

omslagpunt bij het naar de middelbare school gaan. De dingen georganiseerd voor kinderen zijn
niet leuk meer en verder zijn er geen of weinig andere dingen te doen.” De leerlingen denken dat
dit voor veel middelbare scholieren geldt en niet alleen voor Hoensbroek. [gesprek St. Janscollege]
Dat kinderen een prettige jeugd in Hoensbroek beleven wordt - zij het niet met
zoveel woorden - door de jongere kinderen bevestigd. Overwegend komen zij in
hun verhalen over de buurt over als zorgeloos en vrij. Soms lukt het ze om zonder
speelinstrumenten en speciaal ingerichte plekken toch op bepaalde plekken
te spelen, zoals op het Wolfshoofdplein waar ze ondanks de poep toch “lekker
skaten en fietsen, want daar is een vlakke straat.” [gesprek kinderen De Regenboog]
3.4.6 Onveilige verkeerssituaties
Op verschillende plekken in Hoensbroek komen, ondanks ingrepen door de gemeente,
nog steeds verkeersonveilige situaties voor. Als onveilige plekken worden
met name de gebieden rondom scholen en sommige straten met onduidelijke
bebording of weinig zicht door bochten en heuvels genoemd.
Het verkeer is op sommige plekken heel onveilig. De ouders zeggen: “Onze kinderen kunnen niet
voor op de straat. Kunnen niet alleen oversteken. (...) Het risico zit hem in auto’s die andere auto’s
inhalen die zich wel aan de snelheid houden.” [gesprek ouders Regenboog]
Ook kinderen zelf noemen het verkeer als gevaar, maar een gedeelte van het
gevaar wordt door de ouders zelf veroorzaakt.
“Bij het schoolplein, ouders die hun kinderen komen halen stoppen bij de deur. En ze gaan hier
gewoon op de stoep staan. En ze rijden best hard hier. De politie staat hier wel vaker te controleren,
maar dan rijden ze juist rustig. En er staan met borden aangegeven dat er schoolkinderen zijn,
maar daar letten ze niet eens op. Ze zouden bloembakken ofzo daar neer moeten zetten.”
3.5 Over de drempel
In deze paragraaf (het derde luik) gaan wij in op de sfeer tussen de eigen voordeur
(privé) en de straat (publiek). Daarbij richten we ons in eerste instantie op
wat bewoners op dit vlak voor elkaar betekenen. Het aanbod van professionele
organisaties, dat vaak juist is gericht op die ‘schakelfunctie’, door bijvoorbeeld
het activeren van werkzoekenden, door de ‘outreachende’ aanpak van maatschappelijk
werk, of door middel van huisbezoek vanuit de kerk, komt in hoofdstuk
vijf aan de orde. Daar gaan we in op de vraag wat organisaties van het
maatschappelijk middenveld aanbieden om datgene te realiseren wat bewoners
graag in hun buurt zouden willen bereiken. De focus op bewoners in deze paragraaf
betekent dat we inzoomen op de thema’s informeel contact en onderlinge
steun, collectieve actie c.q. organiserend vermogen en vrijwilligerswerk.
Informeel contact is een belangrijk smeermiddel voor sociale structuren, mogelijk
nog belangrijker om vooruit te komen dan sterke sociale relaties, zoals die met
familie of vrienden. Informeel contact betreft contacten die vooral in de openbare
ruimte worden opgedaan en die men ook in de private sfeer kan aanwenden om
56 Onderzoeksinstituut OTB