Morfologische Typologie van netwerken - TU Delft

..
. - -- --_._- - -.. ~_
. ~ '"" ..._---'_.-------------,
De hierarchie van de verharde wegen in het stedelijke gebied zou men voorlopig
als volgt kunnen styleren.
,VOORLOPIGE OlWE-TYPOLOGIE VERHARDE WEGEN
IN STEDELIJK NEDERLAND
------------------------------------------------------------------------------
SCII,\ALNI VEAlI
(km straal)
ORDE SOORT WEG
llREEDTE CAPACITEIT
m mvt/uur
DICHTHEID
km/km2
MAASWIJDTE
km
Landsdeel ( 100) 8 Autosnelweg 60 20 000 0.02** 100
Regio (30) 7 Autosnelweg 50 10 000 0.07* 30
Agglom. (10) 6 Stadsautoweg 40 5 000 0.2 10
Stad(sdeel, 3) 5 Hoofdverkeersweg 30 2 500 0.7 3 7 ...
I"ijk (1) 4 IHjkstraat 30 1 000 2 *** 1
lluurt (0.3) 3 I3uurtstraat 20 500 7 ** 0.3
Vlek (0.1) 2 Vlekontsluiting 10 100 20 * 0.1
I3ouwgroep(0.03) I Perceelontsl. 3 30 70 0.03
--------------------------------------------------------------------------------
"*
**'>:
fungeert plaatselijk ook als ontsluiting op het eerstvolgende lagere niveau
illem op de eerstvolgende twee lagere niveaus
illeln op de eerstvolgende drie lagere niveaus
liet stedelijke gebied van Nederland (woongebied, bedrijfsgebied, .
nutsvoorzieningen en recreatie) beslaat 4169 km2. De lengte van verharde •
wegen
"~innen de bebouwde kom is 41298 km. De gemiddelde wegendichtheid binnen het
stedelijke gebied is dus ca. 10 km/km2. Deze varieert echter met de bestemming
(in bovenstaande tabel is vooral van de meest intensieve woon bestemming
uitgegaan).
liet Iliet-stetlelijke gebied (landbouw, bos en natuur, binnenwater en
verbindingen) beslaat ca. 31 000 km2. De lengte van verharde wegen buiten de
bebouwde kom is ca. 54 000 km2. De gemiddelde wegendichtheid is dus ca. 1.75
km/km2, hetgeen overeenkomt met een gemiddelde maaswijdte van ruim I km x I km.
Dat wil zeggen, dat een overeenkomstige tabel als bovenstaand voor het
landelijke gebied niet verder zou gaan dan het wijkniveau.
Ook hier geldt, dat er variaties in dichtheid zijn, afhankelijk van de
bestemming. Op deze variaties komen wij afzonderlijk terug in hoofdstuk 3.
De mazen van een netwerk hoeven niet even lang als breed te zijn. Zij zijn zelfs
ruimtelijk gezien deste efficienter naarmate zij langwerpiger zijn. In
onderstaande grafiek staan bij verschillende dichtheden de verschillende
mogelijkheden van lengte en breedte afgebeeld voor verschillende
netwerkdichtheden van (d) 0.5 tot 5 km/km2.
5