Koolzaad, van zaad tot olie - Vlaanderen
Koolzaad, van zaad tot olie - Vlaanderen
Koolzaad, van zaad tot olie - Vlaanderen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Figuur 2: Gehalte aan <strong>olie</strong>-, linol- en linoleenzuur en verzadigde vetzuren (% <strong>van</strong> <strong>tot</strong>aal vetzuurgehalte) in plantaardige oliën<br />
22<br />
Bron: Fatty acids in foods and their health implications, Chow (1992)<br />
Het hoog gehalte aan ‘andere vetzuren’ in kool<strong>zaad</strong> bestaat<br />
voornamelijk uit erucazuur en eicoseenzuur.<br />
4.2 Veevoeding<br />
Bij de winning <strong>van</strong> <strong>olie</strong> uit kool<strong>zaad</strong> blijft een interessante<br />
veevoedergrondstof over, waar<strong>van</strong> de voederwaarde en<br />
de toepassingsmogelijkheden variëren naargelang het<br />
productieprocédé. Men onderscheidt hierbij drie belangrijke<br />
bijproducten namelijk perskoek, schilfers en schroot. De<br />
toepassingsmogelijkheden zijn afhankelijk <strong>van</strong> de diersoort.<br />
4.2.1 Perskoek, kool<strong>zaad</strong>schilfers, kool<strong>zaad</strong>schroot<br />
Deze producten worden meestal als gedeeltelijke of volledige<br />
ver<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> sojaschroot aangewend. Tabel 11 vergelijkt de<br />
meest rele<strong>van</strong>te waarden voor kool<strong>zaad</strong>schroot, -schilfers, en<br />
–koek met sojaschroot. Voor kool<strong>zaad</strong>koek werden de waarden<br />
afgeleid op basis <strong>van</strong> deze <strong>van</strong> schroot, schilfers en <strong>zaad</strong>.<br />
4.2.1.1 Vetsamenstelling en energiewaarde<br />
<strong>Kool<strong>zaad</strong></strong>schilfers en -koek bevatten nog relatief veel <strong>olie</strong>. Deze<br />
bestaat voor 60 % uit mono-onverzadigde vetzuren (hoofdzakelijk<br />
<strong>olie</strong>zuur), 32 % polyonverzadigde vetzuren, (waar<strong>van</strong> 75 % linolzuur<br />
en 25 % linoleenzuur) en 8 % verzadigde vetzuren (voornamelijk<br />
palmitinezuur). Vroeger bevatte kool<strong>zaad</strong><strong>olie</strong> soms meer dan<br />
50 % erucazuur. Aangezien dit vetzuur aanleiding kan geven <strong>tot</strong><br />
leververvetting en hartproblemen, werden <strong>van</strong>af de jaren ’70<br />
rassen met een laag gehalte geselecteerd.<br />
Als het kool<strong>zaad</strong>product meer vet bevat, is ook de energiewaarde<br />
hoger. Het ruwe celstofgehalte <strong>van</strong> kool<strong>zaad</strong>producten is bijna<br />
dubbel zo hoog als dat <strong>van</strong> sojaschroot (11,6 % tegenover 6,2 %). De<br />
meeste celstof bevindt zich in de <strong>zaad</strong>huid die <strong>tot</strong> 30 % kan uitmaken<br />
in kool<strong>zaad</strong>schroot. Het is mogelijk om de <strong>zaad</strong>pellen te verwijderen<br />
waardoor de energiewaarde <strong>van</strong> de kool<strong>zaad</strong>producten toeneemt,<br />
maar ook de kostprijs.<br />
De energiewaarde <strong>van</strong> kool<strong>zaad</strong>schroot en kool<strong>zaad</strong>schilfers zijn<br />
vergelijkbaar. Ze bedraagt slechts 80 % <strong>van</strong> de energiewaarde<br />
<strong>van</strong> sojaschroot, terwijl kool<strong>zaad</strong>koek een duidelijk hogere<br />
energiewaarde heeft.<br />
4.2.1.2 Eiwit en aminozuren<br />
In vergelijking met sojaschroot bevat kool<strong>zaad</strong>schroot zo’n 20<br />
% minder ruw eiwit (340 - 390 g/kg); schilfers bevatten 300 - 340<br />
g/kg en koek 260 - 300 g/kg. <strong>Kool<strong>zaad</strong></strong>producten zijn arm aan<br />
lysine, maar relatief rijk aan methionine en cystine. Volgens tabel<br />
11 bedraagt de DVE-waarde <strong>van</strong> kool<strong>zaad</strong>producten slechts 55 -<br />
K o o l z a a d