Hondenbescherming - CBF

ACTIVITEITEN
Inspectiedienst Gezelschapsdieren
De Inspectiedienst Gezelschapsdieren (IDG) is de landelijke opsporings- en toezichthoudende dienst van de
Hondenbescherming. De dienst bestaat uit een directeur IDG, een administratief medewerker en twaalf
inspecteurs, allen vrijwilligers. Aan het einde van 2010 zwaait de heer Te Riet af als inspecteur van de
Inspectiedienst Gezelschapsdieren (IDG) na tien jaar trouwe dienst. De Hondenbescherming bedankt hem
hartelijk voor zijn inzet al die jaren.
In 2010 zijn de inspecteurs 687 (1135) 1 dagen als deeltijdvrijwilliger op pad geweest, waarvan 376 als
dagvergoeding werden uitbetaald. Met elkaar reden zij 95.342 (93.932) kilometers. Er werden in totaal
403 (385) klachten behandeld waarvan 87 (92) voor de LID. Van het totale aantal klachten bleken er 143
(202) ongegrond en/of overdreven te zijn. Er zijn 104 (117) controles verricht op de Gezondheids- en
Welzijnswet dieren, 1045 (1276) nacontroles gehouden, 6 (0) voorcontroles, 1300 (1246) rapporten
geschreven en 220 (196) brieven opgemaakt voor het Openbaar Ministerie, Regiopolitie, LID, AID en
Hondenbescherming en de Manders-Brada Stichting. Er is 49 maal gecontroleerd op de aanwezigheid van
honden in voertuigen bij warm weer. Daarbij zijn ‘warm weer’ flyers met tips en waarschuwingen
uitgedeeld. Hoewel de IDG er naar streeft om tot een optimale oplossing voor zowel dier als mens te
komen heeft de IDG toch 2 processen verbaal opgemaakt en 1 (1) aangifte opgenomen. Opmerkelijke
zaken worden gepubliceerd op de achterpagina van het nieuwsmagazine met in achtneming van onderzoek
en privacy.
Op directieniveau zijn er regelmatig besprekingen met collega organisaties Landelijke Inspectiedienst
(LID) en Algemene Inspectiedienst (AID). Inspecteurs wisselen ook kennis en ervaring uit met inspecteurs
van de AID en LID en met afdelingen van de Dierenbescherming binnen hun regio.
In 2010 is na beraad besloten de rechtspersoon van de IDG niet te wijzigen. De IDG blijft dus ongewijzigd
deel uitmaken van de Hondenbescherming. Het Openbaar Ministerie heeft in 2010 besloten om de aktes
van de inspecteurs aan te passen. De inspecteurs vallen nu onder Milieu en Welzijn. De bevoegdheden
voor elke inspecteur zijn nu geldig voor heel Nederland.
Ter illustratie van het werk van de IDG beschrijven we hier een casus die op
de achterzijde van het nieuwsmagazine Hond is gepubliceerd in 2010:
Limburg
Na meerdere klachten over de mogelijke verwaarlozing van een hond, nam
de inspecteur in Limburg polshoogte. De hond zou de hele dag in de bench
zitten en noodgedwongen zijn behoefte hierin doen.
Na flink bonzen op het raam en de deur werd er opengedaan. Op het eerste gezicht zag de hond er goed
uit en was ook de bench waar de hond in zat schoon. De hond was voorzien van water en voer. Op het
moment dat de eigenaresse de hond ‘vrij’ liet, gedroeg de hond zich zeer uitgelaten en ‘blij’. De
inspecteur sprak daarop zijn vermoeden uit dat de hond niet of nauwelijks werd uitgelaten. De
eigenaresse reageerde aanvankelijk woedend op deze aantijging, maar gaf na een tijdje praten toe dat ze
de hond bijna niet uitliet. Ze zag zelf in dat dit geen wenselijke situatie voor de hond was en dat er snel
verbetering in moest komen. Ze sprak af met de inspecteur dat ze de hond meer ging uitlaten en dat ze
in haar grote tuin een mooie en ruime plek voor de hond zou maken. De hond zal hierdoor meer beweging
krijgen. Uiteraard houdt de inspecteur nauwlettend in de gaten of de eigenaresse ook de daad bij het
woord voegt.
1 Getallen tussen haakjes betreffen 2009.
8