13.02.2015 Views

Oplossingsgerichte gespreksvoering - ThiemeMeulenhoff

Oplossingsgerichte gespreksvoering - ThiemeMeulenhoff

Oplossingsgerichte gespreksvoering - ThiemeMeulenhoff

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Werken met jonge kinderen<br />

<strong>Oplossingsgerichte</strong><br />

<strong>gespreksvoering</strong><br />

Jos Kienhuis<br />

Je kunt oplossingsgerichte <strong>gespreksvoering</strong> zien als<br />

een dans met je gesprekspartner. Hoe beter je op<br />

elkaar afstemt, des te eleganter de dans verloopt. In<br />

dit artikel vind je uitgangspunten voor het vormgeven<br />

van oplossingsgerichte <strong>gespreksvoering</strong> op school.<br />

Vaak wordt de vraag gesteld of oplossingsgerichte <strong>gespreksvoering</strong><br />

wel toegepast kan worden bij jonge kinderen.<br />

Veel professionals geloven dat je bij het werken<br />

met jonge kinderen aanpakken of technieken nodig<br />

hebt die minder afhankelijk zijn van taal, in tegenstelling<br />

tot wanneer je aan het werk bent met volwassenen.<br />

Sommigen geloven ook dat jonge kinderen breekbaarder<br />

en gevoeliger zijn en daardoor kwetsbaar voor interventies<br />

wanneer we hen verkeerd verstaan. Met jonge<br />

kinderen werken wordt door velen gezien als een mysterieus<br />

proces dat lastiger te begrijpen is. Dit omdat zij een<br />

beperktere woordenschat hebben en minder bekwaam<br />

zijn om zich helder uit te drukken (Berg & Steiner, 2004).<br />

Deze ervaringen en bevindingen gebruiken we om te<br />

achterhalen hoe we kunnen aansluiten bij jonge kinderen<br />

om daarvan te leren.<br />

• Foto’s: Hanneke Verkleij<br />

Ga samen met het kind vanuit een<br />

onderzoekende houding op zoek naar<br />

oplossingen<br />

12 HJK februari 2010<br />

12_15_kienhuis_HJK_feb_10.indd 12 15-01-2010 08:48:18


<strong>Oplossingsgerichte</strong> <strong>gespreksvoering</strong> is ontwikkeld in het<br />

Brief Family Therapy Center in Milwaukee (USA) door Steve<br />

de Shazer, Insoo Kim Berg en hun collega’s. Onderzoeksliteratuur<br />

vermeldt verschillende voorbeelden van<br />

succesvolle toepassing van deze <strong>gespreksvoering</strong> voor<br />

het onderwijs (Kelly, Kim & Franklin, 2008). De <strong>gespreksvoering</strong><br />

heeft een aantal werkzame ingrediënten waaronder<br />

het formuleren van een concreet doel, het krijgen<br />

van complimenten en hoop op verandering, het ontvangen<br />

van positieve opmerkingen over wat je doet,<br />

het geloof van de ander in je capaciteiten, waardoor je<br />

in je eigen capaciteiten gelooft.<br />

De kracht van de leerkracht<br />

We kunnen veel van jonge kinderen leren door ze respectvol<br />

en aandachtig te observeren en naar ze te luisteren.<br />

Veel ouders hebben dit door de jaren heen al succesvol<br />

gedaan – zonder training – vol liefde, complimenteus<br />

en met waardering voor de uniciteit van hun kind<br />

ten aanzien van temperament, karaktertrekken en voorkeuren.<br />

Als je met plezier werkt, leren kinderen snel dat ze<br />

aangenaam gezelschap zijn. Dit draagt bij aan hun gevoel<br />

van welzijn als uniek individu. In het licht van dit artikel<br />

noemen we hier enkele praktische punten waarmee<br />

je te maken hebt als je met jonge kinderen werkt:<br />

• Jonge kinderen zijn nog volop in ontwikkeling om de<br />

taal goed te leren: daarom dien je kennis te hebben<br />

van verschillende communicatiemiddelen waarbij<br />

kinderen niet afhankelijk zijn van talige vaardigheden.<br />

• Het is van cruciaal belang om de ‘normale’ of de<br />

‘gemiddelde’ ontwikkelingslijn te kennen.<br />

• Je werkt eigenlijk altijd met twee ‘cliënten’ tegelijkertijd,<br />

omdat ouders of verzorgers de meest belangrijke<br />

personen zijn in het leven van een kind.<br />

• Het kan zijn dat je soms ‘vertaalster’ bent voor het<br />

kind om de kloof te overbruggen tussen het kind en<br />

de betrokken volwassene(n).<br />

• Je dient soms de leiderschapsrol op je te nemen. Het<br />

kan zijn dat je besluiten neemt die van invloed zijn op<br />

het leven van het kind.<br />

<strong>Oplossingsgerichte</strong> <strong>gespreksvoering</strong> gaat uit van enkele<br />

vooronderstellingen en inspiratiebronnen om ons dagelijks<br />

werk plezierig en effectief te kunnen doen en vol te<br />

houden. We noemen er enkele:<br />

• Je ontwikkelt een positieve samenwerkrelatie met het<br />

kind: de motor van verandering.<br />

• Je gelooft in de unieke krachtbronnen en de veerkracht<br />

van elk kind.<br />

• Elk kind wil graag succesvol zijn en je bent daarin geinteresseerd,<br />

er nieuwsgierig naar.<br />

• Je ziet kinderen als experts van hun eigen leven.<br />

• Je helpt het kind om doelen in PRIMA termen te beschrijven:<br />

Positief geformuleerd – Realistisch – in de<br />

Ik-vorm – Meetbaar – Aantrekkelijk<br />

Hieronder vind je vijf uitgangspunten die je kunnen helpen<br />

om gesprekken met kinderen mogelijk (nog) meer<br />

oplossingsgericht te laten verlopen. Kinderen kunnen<br />

zich door je aanpak vanuit een oplossingsgerichte houding<br />

(zie figuur 1) hervinden, omdat in de sterke punten<br />

van kinderen veel competentie aanwezig is, die ingezet<br />

kan worden bij de kwestie die opgelost dient te worden.<br />

Uitgangspunten<br />

Je aandacht gaat uit naar oplossingen<br />

Je nadruk ligt op het samen analyseren van oplossingen.<br />

Jonge kinderen hebben van nature een onderzoekende<br />

houding en zijn creatief in het bedenken van oplossingen.<br />

Volwassenen dienen daarop aan te sluiten. Ga dus samen<br />

met het kind vanuit een onderzoekende, nieuwsgierige<br />

houding op zoek naar ‘uitzonderingen’. Dat zijn de<br />

momenten waarop het goed gaat en het probleem er<br />

(bijna) niet is. Je kunt dan vragen stellen als: ‘Wat heb je<br />

vanmorgen fijn gespeeld in de huishoek! Hoe heb je dat<br />

precies gedaan Kun je dit opnieuw laten gebeuren’<br />

‘Dat was moeilijk, hoe is het toch gelukt om op de speelplaats<br />

samen te spelen’<br />

Cauffman (2003) spreekt in dit verband over oplossingsgerichte<br />

<strong>gespreksvoering</strong> als een plezierige 8-stappendans<br />

met je gesprekspartner. Hoe beter je op elkaar afstemt,<br />

des te eleganter de dans verloopt. De leerkracht<br />

heeft als taak het kind te helpen door allerlei vragen te<br />

stellen. In de oplossingsgerichte aanpak worden verschillende<br />

soorten vragen gebruikt; vragen naar doelen, naar<br />

uitzonderingen, naar competenties, schaalvragen, steldat-vragen,<br />

enzovoorts. Vragen die het kind helpen om<br />

gebruik te maken van zijn eigen ‘resources’ (krachtbronnen).<br />

Hieronder staan enkele herkenbare en eenvoudige<br />

aandachtspunten bij het aanboren van krachtbronnen.<br />

Eenvoudig wil trouwens niet zeggen dat het daadwerkelijk<br />

opmerken en aanboren van resources altijd even gemakkelijk<br />

is. Het vraagt om nauwkeurig luisteren, om vragen<br />

stellen die het kind helpen om op het juiste spoor te<br />

komen en om een rotsvast vertrouwen in de oplossingen<br />

van het kind.<br />

Focus op de momenten waarop het kind succes ervaart:<br />

‘Paulien en Herman, vinden jullie het leuk om je<br />

werk aan juf Rita van groep 8 te laten zien’<br />

Vind de momenten van keuzes die kinderen maken<br />

waardoor het beter gaat: ‘Hoi Joep, ik zag dat je de<br />

praathoed hebt gebruikt in je groepje. Hoe is het jullie<br />

gelukt om naar elkaar te luisteren’<br />

HJK februari 2010<br />

13<br />

12_15_kienhuis_HJK_feb_10.indd 13 15-01-2010 08:48:18


Vind momenten wanneer het probleem niet speelt en<br />

het kind plezier kan hebben, hoop en positieve associaties<br />

heeft. Vraag gepast naar details van het gedrag en<br />

de emoties op dat moment. Samen lachen en plezier<br />

herbeleven werkt bemoedigend, bevestigt het positieve<br />

zelfbeeld en geeft een veilige context.<br />

Let op de momenten waar het probleem verwacht<br />

werd op te spelen, maar waar iets anders gebeurde, al<br />

dan niet door toedoen van het kind: ‘Hoe kwam je op<br />

het idee om je favoriete puzzel aan Loes te geven’<br />

Belicht de gebieden van competentie, interesses van het<br />

kind: ‘Zit jij op judo Kun je ons een keertje laten zien wat<br />

je allemaal al kunt Neem je dan ook je judopak mee’<br />

Als een kind het probleem weet te stoppen, vraag dan<br />

hoe dat gelukt is: ‘Dat was niet gemakkelijk, Rob, hoe<br />

heb je dat aangepakt<br />

Kinderen zijn ‘de experts’ als het om hun eigen<br />

leven gaat<br />

Zie kinderen als ‘de experts’ van hun eigen leven. Ze<br />

voelen zich daardoor erkend, gehoord en competent.<br />

Geen enkel probleem is er altijd en in dezelfde mate.<br />

Richt je daarop. Het aannemen van een gezonde instelling<br />

voor de dagelijkse humoristische tafereeltjes in de<br />

klas en de houding van ‘het niet weten’ helpen daarbij.<br />

Een ‘niet weten houding’ betekent dat je de zienswijze,<br />

doelen en probleemdefinitie van het kind accepteert.<br />

Je gaat hierover geen discussie aan en vraagt welke<br />

vaardigheid het kind voor het probleem in de plaats wil.<br />

Dat is het uitgangspunt van het gesprek. Het kind doet<br />

dan actief mee, is eigenaar van zijn doel, wordt serieus<br />

genomen en krijgt vertrouwen in zichzelf en in de ander<br />

(Furman, 2006).<br />

<strong>Oplossingsgerichte</strong><br />

houding<br />

Hoe heb je dat gedaan<br />

Gericht op de toekomst<br />

Oplossingstaal<br />

Aandacht voor wat<br />

werkt<br />

Het kind is bekwaam<br />

Het kind is de bron voor<br />

de oplossing<br />

De leerkracht neemt een<br />

‘niet weten houding’ in<br />

Bevrijdt de leerkracht<br />

van de verantwoordelijkheid<br />

om het probleem<br />

‘op te lossen’<br />

Probleemgerichte<br />

houding<br />

Waarom heb je dat gedaan<br />

Nadruk ligt op het verleden<br />

Probleemtaal<br />

Aandacht voor wat fout<br />

gaat<br />

Het kind is onvolkomen<br />

De leerkracht is de bron<br />

voor een oplossing<br />

De leerkracht ‘weet alles’<br />

De leerkracht accepteert<br />

de verantwoordelijkheid<br />

om het probleem<br />

‘op te lossen’<br />

Als leerkracht ben je in deze geen expert in het kennen<br />

van de specifieke hulp- en krachtbronnen van het kind.<br />

Je kunt er wel respectvol naar vragen. Die bronnen (en<br />

de ethische aspecten ervan) kent een kind vaak zelf het<br />

beste. Als leerkracht ben je proces ‘expert’; je bent expert<br />

in het laten zien en horen van een oplossingsgerichte<br />

houding waarvan het stellen van oplossingsgerichte<br />

vragen een belangrijk uitvloeisel is. Zo’n houding<br />

(zie figuur 1) is zichtbaar als een leerkracht kinderen stimuleert<br />

om eigen oplossingen te bedenken voor een<br />

probleem dat speelt. Jonge kinderen staan niet altijd stil<br />

bij hun eigen mogelijkheden om zichzelf of anderen uit<br />

de problemen te helpen. Boor in je gesprek met het kind<br />

daarom zijn brede arsenaal aan oplossingscapaciteiten<br />

aan.<br />

Kinderen zijn competent en hebben krachtbronnen<br />

Je oriëntatie op sterke kanten van kinderen in je groep<br />

zorgt ervoor dat je gericht bent op het opsporen van de<br />

hulp- en krachtbronnen. Je vraagt naar aanpakken die<br />

het kind eerder hielpen om een kwestie op te lossen.<br />

Daarmee gebruik je de positieve energie en competenties,<br />

talenten. Je richt je op datgene wat al goed gaat,<br />

al is het maar een klein beetje. Daarbij kun je de aan de<br />

oppervlakte aanwezige competentie of te leren vaardigheid<br />

helpen door het kind te vragen om een ‘totemfiguur’<br />

te kiezen. Het kind wordt daardoor geholpen zijn<br />

fantasie te gebruiken om een oplossing te vinden en<br />

zich veilig te voelen door zich te verplaatsen in zijn ‘helpfiguren’.<br />

Op de video The Eagle and the Mouse van Therese<br />

Steiner (2004) kiest een jongen twee poppen (een<br />

adelaar en een muis) die hem helpen om zijn angsten<br />

de baas te worden. In Furmans’ boek Kids’Skills (2006)<br />

kunnen kinderen in stap vijf een totemfiguur kiezen die<br />

helpt bij het leren van een vaardigheid. Een jongen met<br />

een dwangstoornis kiest Superman als totemfiguur. De<br />

jongen heeft de gewoonte om als hij langs een lichtknop<br />

komt deze niet 1 keer maar 10 keer aan te raken.<br />

Twee weken later op gesprek wordt hem gevraagd wat<br />

er beter gaat. Hij loopt daarop naar de lichtknop bij de<br />

deur zonder deze aan te raken. Daarna keert hij vervolgens<br />

terug naar zijn stoel. Op de vraag hoe hij dit voor<br />

elkaar krijgt, antwoordt hij trots: ‘Gewoon, net zoals Superman<br />

dit zou doen.’ We hoeven niet in te gaan op<br />

hoe dit precies werkt. Waar het om gaat is dát het<br />

werkt! Een pop of totemfiguur kan – naast de belangrijke<br />

steun van echte mensen of de steun van kinderen – verschillende<br />

functies hebben:<br />

• Als de pop of totemfiguur zichtbaar aangegeven is,<br />

kan deze het kind eraan herinneren dat ze de vaardigheid<br />

dient te oefenen en tegelijkertijd kan dit het<br />

kind meer zelfvertrouwen geven.<br />

14 HJK februari 2010<br />

12_15_kienhuis_HJK_feb_10.indd 14 15-01-2010 08:48:18


onder de oppervlakte aanwezig zijn en die nuttig kunnen<br />

zijn om in de toekomst te gebruiken.<br />

• Ze kan optreden als deskundige die voor het kind optreedt<br />

en advies geeft.<br />

• Ze kan dienen als troost en steun als de vaardigheid<br />

tijdelijk ‘even weg of vergeten is’.<br />

• Ze kan kinderen een competent gevoel geven.<br />

Er is gerichtheid op de toekomst<br />

Een totemfiguur kan dienen als troost en<br />

geeft een kind meer zelfvertrouwen<br />

Een oplossinggericht gesprek richt zich op de toekomst.<br />

Een probleem wordt alleen in details uitgeplozen als een<br />

kind in een moeilijke situatie toch in staat is geweest om<br />

gewenst gedrag te laten zien. Een leerkracht die oplossingsgericht<br />

werkt heeft onvoorwaardelijk vertrouwen in<br />

de competenties van elk kind en vraagt vanuit die houding<br />

of het kind ‘meer kan doen van datgene wat al<br />

werkt’. Je werkt samen met het kind (vanuit zijn successen)<br />

om na te gaan welke eerstvolgende stap het beste<br />

past, concreet, haalbaar en realistisch is. Een kind heeft<br />

daardoor gelijkwaardige inbreng vanuit ‘eigen kracht’<br />

en geeft zo zelf richting aan de gewenste toekomst.<br />

Door middel van zelfhelende capaciteiten worden kinderen<br />

geholpen hun eigen oplossingsarsenaal te ontdekken<br />

en te gebruiken. Dit wordt ook wel utilisatie<br />

genoemd: gebruikmaken van de unieke oplossingscapaciteiten<br />

die eerder voor het kind hebben gewerkt,<br />

Kinderen willen iets heel gewoons, namelijk dat het<br />

goed loopt<br />

Helemaal in lijn met de natuurlijke en optimistische kijk<br />

op kinderen heeft volgens de oplossingsgerichte aanpak<br />

elk kind de wens dat dingen goed en plezierig verlopen.<br />

Elk kind wil succesvol zijn. Het gedrag van een<br />

druk kind is objectief te zien als een signaal of boodschap<br />

aan de individuele leerkracht of aan het schoolteam.<br />

Dit signaal vertelt ons dat dit kind ‘hard aan het<br />

werk is!’. Maar zijn noeste arbeid is contraproductief. Hij<br />

zit nog op het verkeerde spoor en kiest een oplossing die<br />

niet werkt. Milton Erickson (2007) zei hierover dat een<br />

probleem ‘de best beschikbare oplossing is voor díe persoon<br />

in díé situatie’. Dit is een essentieel uitgangspunt<br />

voor elk gesprek en zeker nuttig als opvoedingssituaties<br />

uit de hand dreigen te lopen en onze objectieve blik<br />

vertroebelt dreigt te raken. Het kind wil namelijk net als<br />

de leerkracht uit de strijd en impasse komen. Het kan<br />

dan nuttig zijn die inspanningen positief te labelen (herkaderen)<br />

door te zeggen: ‘Ik zie het, je wilt je uit de problemen<br />

werken.’<br />

Zelf aan de slag<br />

Tot slot drie praktische aanwijzingen (Streeter, 2003), die<br />

de voorwaarden vormen voor starten met oplossingsgerichte<br />

<strong>gespreksvoering</strong>. Ten eerste, ontwikkel sterke interpersoonlijke<br />

en communicatieve vaardigheden. Elk<br />

teamlid dient de kinderen persoonlijk te kennen en gericht<br />

te zijn op het opbouwen van warme, ondersteunende<br />

en bekrachtigende samenwerkingsrelaties met<br />

elk kind. Verder is het belangrijk positief taalgebruik en<br />

complimenten te gebruiken om kinderen te helpen om<br />

hun doelstellingen voor school en hun eigen leven te<br />

bereiken. Gebruik als team de sterke punten en mogelijkheden<br />

bij kinderen. Complimenteer hen dagelijks en<br />

geef standaard constructieve feedback. Iedereen die<br />

betrokken is bij de schoolorganisatie staat model voor<br />

deze aanpak. Zorg er tot slot voor dat lesgeven en leren<br />

gezamenlijk gebeurt en in dialoog.<br />

Literatuur<br />

• Berg, I.K. & Steiner, T. (2004). Het spel van oplossingen. <strong>Oplossingsgerichte</strong> psychotherapie voor kinderen. Amsterdam: Harcourt<br />

Assesments B.V.<br />

• Cauffman, L. (2001). Oplossingsgericht management. Utrecht: Lemma.<br />

• Furman, B. (2006). Kids’Skills. Soest: Nelissen.<br />

• Kelly, M.S., Kim, J.S. & Franklin, C. (2008). Solution-Focused Brief Therapy in Schools. Oxford: University Press.<br />

• Lefevere de Tenhove, M. (2007). Survivalkit voor leerkrachten. Oplossingsgericht werken op school. Fontys OSO-reeks, 26. Garant-<br />

Uitgevers.<br />

• Streeter, C.L. (2003). Solution-focused Accountability Schools for the Twenty First Century: A Traing Manuel for Gonzola Garza<br />

Independence High School.<br />

Jos Kienhuis is orthopedagoog en docent<br />

bij Fontys-OSO HJK februari 2010 15<br />

12_15_kienhuis_HJK_feb_10.indd 15 15-01-2010 08:48:20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!