13.02.2015 Views

Werken met sprookjes: - hjk

Werken met sprookjes: - hjk

Werken met sprookjes: - hjk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VRIJESCHOOL<br />

<strong>Werken</strong> <strong>met</strong> <strong>sprookjes</strong>:<br />

een wegwijzer voor het leven<br />

Hanne looij<br />

Kinderen moeten op school behalve cognitieve vermogens ook<br />

sociale en praktische vaardigheden ontwikkelen. De vrijeschool<br />

ziet het daarnaast als een belangrijke taak om een kiem te leggen<br />

voor levenswijsheid en levenskunst.<br />

In de vrijeschool worden verhalen aan de<br />

kinderen verteld waarin veel wijsheid<br />

over de mens en over het leven verborgen<br />

ligt. Daarvoor wordt geput uit <strong>sprookjes</strong>,<br />

fabels, legenden, verhalen uit het Oude<br />

Testament, de Scandinavische en Griekse<br />

mythologie en de Romeinse sagen. Ieder<br />

schooljaar staat er een bepaalde groep<br />

verhalen centraal, afhankelijk van de leeftijd<br />

van de kinderen. Deze zogenaamde<br />

'vertelstof' kan gezien worden als de<br />

kern van het vrijeschoolonderwijs. Deze<br />

reis begint in groep 1,2 en vooral in groep<br />

3 <strong>met</strong> <strong>sprookjes</strong> uit de Europeese cultuur.<br />

In dit artikel wordt ingegaan op de betekenis<br />

van <strong>sprookjes</strong> voor de ontwikkeling<br />

van kinderen, en op de wijze waarop daar<br />

in de vrijeschool mee wordt omgegaan.<br />

De wereld van de <strong>sprookjes</strong><br />

'Er was eens .. .' Als deze woorden klinken,<br />

zie je aan de ogen van de kinderen dat ze<br />

in een andere wereld kijken. Wat voor een<br />

wereld is dat eigenlijk Kan je het een<br />

fantasiewereld noemenAls je de laatdunkende<br />

uitspraak 'Dat zijn allemaal<br />

maar <strong>sprookjes</strong>' serieus neemt, zou je<br />

zelfs kunnen denken dat het om een<br />

onwerkelijke en zelfs onwaarachtige<br />

wereld zou gaan. Niets is minder waar.<br />

De <strong>sprookjes</strong>wereld is een waarachtige,<br />

echte wereld, die echter een andere laag<br />

van de werkelijkheid beschrijft dan die<br />

van de uiterlijke gebeurtenissen. In de<br />

beeldentaal van de <strong>sprookjes</strong> wordt de<br />

wereld van ons innerlijk beschreven, een<br />

wereld die onzichtbaar is, maar daarom<br />

zeker niet onwaar!<br />

Sprookjes komen niet uit een fantasiewereld.<br />

Ze zijn niet door individuele schrijvers<br />

verzonnen. Het zijn overleveringen<br />

die door de gehele bevolking in een<br />

bepaalde streek levend werden gehouden<br />

en die van generatie op generatie<br />

zijn doorgegeven. Er schuilt een diepe<br />

levenswijsheid in. Het zijn beelden van<br />

een psychische of een geestelijke, hogere<br />

werkelijkheid. Het gaat om universele<br />

waarheden, waardoor de beelden onmiddellijk<br />

herkend kunnen worden: door<br />

mensen uit alle culturen, door mannen en<br />

vrouwen, door jong en oud.<br />

Herkennen we niet allemaal de kracht<br />

van de koning in ons, die autonome<br />

kracht die zich niet van de wijs laat brengen<br />

door wat anderen allemaal vinden,<br />

die tot weloverwogen beslissingen komt,<br />

en die sturend op kan treden tegenover<br />

iedereen die in zijn rijk leeft en bij alles<br />

wat er daar gebeurt Maar hebben we<br />

niet ook allemaal de dodelijke jaloezie<br />

van de stiefmoeder van Sneeuwwitje in<br />

ons, of de agressie van de wolf, of de naïviteit<br />

en onschuld van Roodkapje<br />

Uiteraard identificeren we ons het liefst<br />

<strong>met</strong> de hoofdpersoon van het verhaal,<br />

maar alle andere personages zijn óók in<br />

ons innerlijk aanwezig. Het sprookje<br />

wordt juist interessant en spannend<br />

doordat de hoofdpersoon allerlei gevaren<br />

moet doorstaan, opdrachten moet vervullen,<br />

andere personen of dieren leert ken ­<br />

nen en daartoe een goede verhouding<br />

moet leren vinden. Het zijn <strong>met</strong>aforen<br />

voor situaties en processen waar iedereen<br />

in zijn leven mee te maken krijgt. Er<br />

kunnen momenten in je leven zijn, waarop<br />

je je verdwaald voelt in een groot donker<br />

bos ... en plotseling zie je daar een<br />

klein lichtje. En je weet dan: waar licht is,<br />

is leven . Hieraan kun je vertrouwen ontlenen<br />

dat er weer beweging kan komen in<br />

de situatie en het kan een leidraad zijn<br />

om uit een impasse te komen.<br />

Maar ook beelden van betovering en<br />

gevangenschap zijn gemakkelijk herkenbaar<br />

in ons leven: laten wij ons niet regel-<br />

244 april 2005<br />

D, .m" "" ~


matig betoveren door illusies en onrealistische<br />

verwachtingen, en houden wij onszelf<br />

niet gevangen door schijnzekerheden<br />

na te jagen en ons daaraan vast te klampen<br />

In iedere reclame zien we de wolf<br />

van Roodkapje, die alles veel mooier<br />

voorspiegelt dan het in werkelijkheid is.<br />

Ook de heks van Hans en Grietje, die ons<br />

heel hard laat werken (Grietje) en tegelijkertijd<br />

gevangen houdt (Hans) is ruim<br />

vertegenwoordigd in onze samenleving.<br />

De pedagogische werking van<br />

<strong>sprookjes</strong><br />

Juist omdat in <strong>sprookjes</strong> allerlei innerlijke<br />

processen worden beschreven en de<br />

avonturen van de hoofdpersonen een<br />

afspiegeling zijn van wat we in het leven<br />

kunnen tegenkomen, zijn ze een pedagogisch<br />

middel bij uitstek. Kinderen beleven<br />

het hele verhaal innerlijk mee; het<br />

speelt zich als het ware in hen zelf af.<br />

Kleuters leven nog sterk in beelden en<br />

hebben er op een veel directere manier<br />

toegang toe dan volwassenen. Zij beleven<br />

de beelden in een bepaalde laag van<br />

hun gevoelswereld en kunnen er innerlijk<br />

helemaal in meebewegen. Omdat dit proces<br />

zich vooral in het gevoelsgebied<br />

afspeelt, hebben ze er nog niet de distantie<br />

toe die nodig is om erover na te denken.<br />

Kinderen kunnen de beelden daarom<br />

niet analyseren; ze verbinden er nog<br />

geen gedachtes mee en trekken er geen<br />

conclusies uit. Bij de verwerkingsvormen<br />

wordt er daarom rekening mee gehouden<br />

dat de kinderen ook daarbij in hun<br />

gevoelswereld worden aangesproken en<br />

niet in hun denken. Er wordt <strong>met</strong> hen dus<br />

nooit beschouwend over de betekenis<br />

van de verhalen gesproken. Maar door<br />

middel van schilderen, tekenen, gedichten<br />

en spelvormen wordt er uitdrukking<br />

gegeven aan de verschillende stemmingen<br />

en karakteristieken van het verhaal.<br />

Op deze manier kunnen de beelden op<br />

een diep niveau in de ziel opgenomen<br />

worden. Daar vormen ze een wegwijzer,<br />

een kiem, een gezonde voedingsbron<br />

voor een levenskunst die zich gedurende<br />

het verdere leven kan ontwikkelen.<br />

Een <strong>sprookjes</strong>beeld als<br />

persoonlijke richtingwijzer<br />

De meest persoonlijke vorm waarin een<br />

sprookje een wegwijzer kan zijn voor het<br />

leven, is de getuigschriftspreuk. In plaats<br />

van een rapport ontvangen de kinderen<br />

op de vrijeschool aan het eind van ieder<br />

schooljaar een getuigschrift. Behalve een<br />

beschrijving van de ontwikkeling van het<br />

kind in het afgelopen jaar en de vorderingen<br />

bij alle vakken, bevat dit ook een<br />

spreuk. In deze getuigschriftspreuk wordt<br />

de persoonlijkheid van een kind gekarakteriseerd<br />

<strong>met</strong> behulp van de beelden uit<br />

de vertelstof (en in groep 3 zijn dit dus de<br />

<strong>sprookjes</strong>). De manier waarop een kind in<br />

het leven staat en zijn weg gaat kan in<br />

deze spreuk naar voren komen; zijn<br />

kracht en gave, maar ook de eigenschappen<br />

of stappen waar het mee worstelt.<br />

Een getuigschriftspreuk is dus geheel<br />

toegesneden op het individuele van een<br />

kind en is daarom vrijwel altijd door de<br />

leerkracht zelf gemaakt. Hieronder een<br />

voorbeeld daarvan.<br />

Voor een meisje dat zowel innerlijk als<br />

uiterlijk heel krachtig was en hard kon<br />

werken, maar ook zo haar maniertjes had<br />

om iets bij andere kinderen voor elkaar te<br />

krijgen en op een lichamelijke manier kon<br />

laten merken dat haar iets niet beviel,<br />

maakte ik eens de volgende spreuk:<br />

Hans en Grietje komen bij een huis<br />

Een vrouwtje lokt hen lief naar binnen.<br />

Maar hebben zij veel koek gesnoept,<br />

Dan wil de heks heel anders beginnen!<br />

Hans wordt in een kooi gezet<br />

De heks wil krabbelen en knijpen<br />

Maar Grietje heeft goed opgelet<br />

En kan haar stevig grijpen.<br />

Zij duwt haar in het vlammenvuur<br />

Waar de heks nu moet verbranden<br />

Met edelstenen en goud zo puur<br />

Vullen de kinderen nu hun handen.<br />

In een dergelijk beeld kan je veel meer<br />

zeggen dan in onze alledaagse taal in<br />

alledaagse situaties. En wat daarbij erg<br />

belangrijk is: je dwingt het kind tot niets.<br />

Je schrijft niet voor hoe het zich wel of<br />

niet zou moeten gedragen. Via de beelden<br />

beschrijf je kwaliteiten, eigenschappen,<br />

processen of een 'gesprek' tussen<br />

innerlijke krachten. De kinderen zijn vrij<br />

om zich daarin al dan niet te herkennen<br />

of er al dan niet iets mee te doen. Zoals<br />

gezegd, verloopt dit proces bij kinderen<br />

niet via hun bewustzijn. Je spreekt een<br />

bepaalde laag in hun gevoelswereld aan<br />

en je hoopt daar de juiste snaar te raken.<br />

Je zet een wegwijzer neer, in de hoop dat<br />

ze een ontwikkelingsstap in een bepaalde<br />

richting kunnen zetten. Je doet dit in<br />

een taal die de kinderen kunnen<br />

verstaan: de beeldentaal. Het bewustzijn<br />

daarover komt pas veel later, dikwijls pas<br />

in de volwassenheid. Dat dit inderdaad<br />

zo werkt, laten oud-leerlingen wel eens<br />

weten.<br />

Ik hoop dat de oud-leerlinge van bovengenoemde<br />

spreuk (ze is nu 25 jaar)<br />

inmiddels kan zeggen: 'Nu snap ik dat ik<br />

zowel de heks als de kracht van Grietje in<br />

" " ... " , .. ~<br />

april 2005 245


\ .<br />

J ~ I<br />

} ".<br />

me heb.' Soms gaat het om thema's die<br />

een leven lang kunnen blijven spelen.<br />

Met <strong>sprookjes</strong> beelden reik je als<br />

leerkracht een instrument aan om daarmee<br />

om te leren gaan.<br />

Het vertellen van <strong>sprookjes</strong><br />

Als je een sprookje wilt uitzoeken om te<br />

vertellen in de groep, kun je letten op de<br />

emotionele ontwikkeling van de kinderen.<br />

Drie-,vier- en vijf jarigen genieten van<br />

de zogenaamde baker<strong>sprookjes</strong>. Het zijn<br />

heel eenvoudige verhaaltjes, waarbij er<br />

telkens een bepaald element herhaald<br />

wordt, dat z'n charme krijgt door een<br />

kleine variatie. Het Russische sprookje<br />

dat bewerkt is tot het sfeervolle prentenboek<br />

Kan ik er ook nog bij is daar een<br />

goed voorbeeld van.<br />

De klassieke <strong>sprookjes</strong> van Grimm zoals<br />

Hans en Grietje, Sneeuwwitje,<br />

Doornroosje en dergelijke zijn geschikt<br />

voor kinderen van zes of zeven jaar.<br />

Sprookjes die langer zijn of zwaardere<br />

thema's hebben, kunnen beter pas op<br />

latere leeftijd verteld worden.<br />

Sprookjes zou je het liefst vertellen bij de<br />

open haard, maar in een klas is dit<br />

natuurlijk niet in letterlijke zin te realiseren;<br />

je kunt echter wel een knusse stemming<br />

oproepen door de gordijnen dicht te<br />

doen, <strong>met</strong> z'n allen in een kring te gaan<br />

zitten en in het midden een kaars aan te<br />

steken. Deze brandt alleen bij dit speciale<br />

moment van de dag en die mag dus 'de<br />

vertelkaars' of de '<strong>sprookjes</strong>kaars' heten.<br />

Het is zowel voor de kinderen als voor de<br />

volwassene een veel intensievere ervaring<br />

als het sprookje niet voorgelezen<br />

maar vrij verteld wordt. Het kost uiteraard<br />

meer voorbereiding, maar er<br />

gebeurt dan ook echt iets anders. Hoe<br />

komt dat Je kunt een verhaal pas vrij<br />

vertellen als je alles helemaal voor je<br />

ziet, dat wil zeggen: als je je echt <strong>met</strong> de<br />

beelden hebt verbonden. Nog anders<br />

gezegd: als je het helemaal van binnenuit<br />

opnieuw kunt scheppen en tot leven kan<br />

brengen. Deze innerlijke activiteit die je<br />

als verteller opbrengt, wordt waargenomen<br />

door degenen die luisteren. Het gaat<br />

immers niet alleen om een overdracht van<br />

woorden en zinnen, maar veel meer van<br />

beelden, gevoelens, gedachten en stemmingen.<br />

Wanneer kinderen een sprookje horen<br />

vertellen door iemand die een verbinding<br />

heeft gevonden <strong>met</strong> de diepere wijsheid<br />

die daarin verborgen ligt, beleven zij iets<br />

heel anders dan wanneer zij precies<br />

dezelfde woorden horen van iemand die<br />

gewoon hardop leest wat er in een boek<br />

staat.<br />

Het vertellen is het maken van een innerlijke<br />

reis; zowel voor de verteller als voor<br />

de luisteraar. Net als bij de verkenning<br />

van een ander land kunnen de indrukken<br />

dieper opgenomen worden wanneer die<br />

reis meerdere keren ondernomen wordt.<br />

Door die herhaling kun je je dieper verbinden<br />

<strong>met</strong> de beelden, je kunt ze op een<br />

diepere laag beleven, je gaat steeds meer<br />

van het verhaal houden. Voor kinderen<br />

die opgroeien in een zapcultuur, waarin<br />

alles heel snel gaat en daardoor oppervlakkig<br />

blijft, is dit een hele opgaaf. Maar<br />

juist daarom is het zo heilzaam voor hen<br />

om hetzelfde sprookje meerdere keren te<br />

horen en de gelegenheid te krijgen om<br />

zich te leren verbinden <strong>met</strong> de beelden<br />

daarvan en daardoor bij een diepere laag<br />

in zichzelf aan te komen.<br />

Spel als verwerkingsvorm<br />

Kinderen zijn dikwijls heel inventief in<br />

hun manier om datgene wat ze aan een<br />

verhaal beleefd hebben, tot uiting te<br />

brengen. Bij zeven- en achtjarigen vind je<br />

dikwijls elementen uit de vertelde<br />

<strong>sprookjes</strong> terug in hun tekeningen.<br />

Jongere kinderen uiten zich eerder via<br />

hun spel: zeker als er eenvoudige<br />

verkleedkleren in de groepsruimte aanwezig<br />

zijn, tref je regelmatig een koning,<br />

prinses of ridder aan.<br />

Er kunnen ook klassikale spelvormen<br />

gevonden worden om de inhoud van een<br />

sprookje te verwerken. Vier-, vijf- en zesjarigen<br />

genieten van een kringspel waarbij<br />

een sprookje in verkorte vorm, liefst<br />

op rijm, verteld wordt. De leerkracht<br />

maakt bij elke passage passende gebaren,<br />

die spontaan meegedaan worden<br />

door de kinderen. Soms wordt het verhaal<br />

afgewisseld door een toepasselijk<br />

liedje. In vrijescholen wordt deze vorm<br />

dikwijls toegepast in de euritmielessen.<br />

Doordat de kinderen meezingen en alle<br />

bewegingen en gebaren meedoen, is de<br />

inleving in de verschillende personen en<br />

dieren veel sterker.<br />

Zeven- en achtjarigen kunnen een echt<br />

toneelstuk van een sprookje spelen, dat<br />

ook opgevoerd kan worden voor de leerlingen<br />

van andere klassen of voor de<br />

ouders als afsluiting van het schooljaar in<br />

groep 3.<br />

Niet alleen in de inhoud van het sprookje,<br />

246 april 2005<br />

o,.",,, ... ~


maar ook in het hele proces van instuderen<br />

en opvoeren zitten veel pedagogische<br />

elementen die door de leerkracht benut<br />

kunnen worden. Het werkt heel positief<br />

als er niet direct een rolverdeling wordt<br />

gemaakt, maar de totale tekst eerst in<br />

klassikale vorm ingestudeerd wordt. De<br />

kinderen krijgen daardoor verbinding <strong>met</strong><br />

het spel in z'n totaliteit en er ontstaat<br />

een gezonde gemeenschapszin. Ze spreken<br />

over 'Wij <strong>met</strong> ons toneelstuk' in<br />

plaats van over 'Ik <strong>met</strong> mijn rol'. Tijdens<br />

het instuderen kunnen de rollen steeds<br />

opnieuw verdeeld worden, waardoor de<br />

kinderen de gelegenheid krijgen zich in<br />

verschillende personages in te leven.<br />

Soms kunnen kinderen op deze leeftijd al<br />

heel goed aangeven welke rol ze bij<br />

iemand vinden passen (dus niet welke ze<br />

zelf zouden willen hebben!), waardoor<br />

een spannend sociaal proces op gang<br />

kan komen.<br />

Bij een opvoering kun je als leerkracht<br />

vanuit pedagogische overwegingen voor<br />

een bepaalde rolverdeling kiezen. Zo kan<br />

een jongen die 'wolvenneigingen' in zich<br />

heeft de jager zijn; deze weet immers de<br />

wilde dieren goed te bedwingen. Een<br />

kind dat niet zulke sterke leerprestaties<br />

heeft, maar wel een heel zonnig karakter<br />

heeft, kan eens de kans krijgen om te<br />

stralen in de rol van prins of prinses, of<br />

als De Gouden Gans. En voor een kind dat<br />

graag haantje de voorste is, kan het leerzaam<br />

zijn om eens een bescheiden,<br />

dienstbare rol te krijgen.<br />

Ook bij alle praktische voorbereidingen<br />

zoals het verzorgen van de kleding en het<br />

maken van de decors, kunnen kinderen<br />

veel <strong>met</strong> en van elkaar leren op het<br />

gebied van samenwerking en sociale processen.<br />

Sprookjes in de leerstof<br />

Op de vrijeschool worden de beelden uit<br />

de vertelstof niet alleen tot uitdrukking<br />

gebracht in de kunstzinnige vakken. Ook<br />

bij de behandeling van de cognitieve vak·<br />

ken wordt er gebruik gemaakt van<br />

<strong>sprookjes</strong>, <strong>met</strong> name bij de taallessen. In<br />

de vrijeschool worden de letters aangeleerd<br />

vanuit zogenaamde letterbeelden:<br />

Roodkapje kan zó getekend worden, dat<br />

de letter R daarin te zien is, en een<br />

koning zó dat je de K erin herkent. Bij elk<br />

letterbeeld wordt een versje geleerd waar<br />

de betreffende klank veel in voorkomt.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

Roodkapjes grijze makker,<br />

/5 een ruwe ruige rakker!<br />

Rustig ronkend op zijn rug.<br />

Daar komt de jagersman heel vlug.<br />

Ri·ra-rits, ja hfj weet raad,<br />

Redt Roodkapje uit het kwaad.<br />

Op deze manier leggen de kinderen,<br />

ieder in z'n eigen tempo, innerlijk de verbinding<br />

tussen het letterbeeld en de bijbehorende<br />

klank. De letters zijn geen<br />

abstracte vormen, maar levende beelden<br />

die iets betekenen. Bij dit proces wordt<br />

een stukje cultuurgeschiedenis herhaald;<br />

ons huidige schrift is immers ook<br />

ontstaan uit een beeldschrift. Kinderen<br />

hebben gemakkelijker toegang tot getekende<br />

beelden dan tot de abstracte vormen<br />

van de letters. Wanneer zij de letters<br />

op deze manier leren, zien zij innerlijk bij<br />

iedere R die zij schrijven het beeld van<br />

Roodkapje voor zich. Voor dyslectische<br />

kinderen is dit ook een hulp: het is<br />

immers makkelijker om te onthouden<br />

welke kant de Beer of de Koning op loopt<br />

dan om een abstracte vorm voor je te<br />

zien.<br />

Een oud·leerlinge vertelde me eens dat<br />

ze zich alle letterbeelden nog precies her·<br />

innert. Voor haar is het alfabet geen dode<br />

wereld van lijntjes, maar een rijke wereld<br />

vol beelden <strong>met</strong> klanken en kleuren. Dat<br />

is precies wat de <strong>sprookjes</strong> ons kunnen<br />

geven: een rijke, innerlijke wereld vol<br />

kleur, beweging en avontuur.<br />

Hanne Looij gaf les in groep 3 en 4 van de vrij·<br />

eschool in Driebergen. In 2004 richtte zij Bride<br />

op, Bureau voor het kleine kind, van waaruit<br />

zij (na)scholingsactiviteiten verzorgt en infor·<br />

matief materiaal ontwikkelt voor ouders en<br />

leidsters van jonge kinderen. Bride (0343)<br />

539355; info@bureaubride.nl<br />

Sprookjesboeken<br />

Liane Keiler en Carla Grillis:<br />

Baker<strong>sprookjes</strong>. Christofoor, Zeist,<br />

2001.<br />

Gebroeders Grimm: Grimm, Sprookjes<br />

voor kind en gezin. Lemniscaat,<br />

Rotterdam.<br />

Loek Koopmans: Kan ik er ook nog bij<br />

Christofoor, Zeist 2003.<br />

Achtergronden en betekenis van<br />

<strong>sprookjes</strong><br />

Rudolf Meyer: Sprookjeswijsheid.<br />

Motieven en betekenis. Christofoor.<br />

Zeist 1991.<br />

Bert Voorhoeve: Waar kom je vandaan<br />

en waar wil je heen Over de beeldentaal<br />

in <strong>sprookjes</strong>. Christofoor. Zeist<br />

1999·<br />

Zie ook www.christofoor.nl en www.lemniscaat.nl<br />

Caleidoscoop<br />

De auteur heeft vorig jaar een prachtig<br />

geïllustreerd handboek afgeleverd:<br />

Caleidoscoop van een levende pedagogie.<br />

Het is een neerslag van een samenwerkingsproject<br />

tussen antroposofische<br />

peuterspeelzalen, gastouders en kinderdagverblijven,<br />

vanuit de opdracht<br />

een pedagogisch beleidsplan en werk·<br />

plan te schrijven. Het werk bevat zeven<br />

hoofdstukken (zeven aspecten van de<br />

ontwikkeling van het jonge kind) <strong>met</strong><br />

dezelfde opbouw. Eerst wordt het<br />

thema beschreven, dan volgt een<br />

bloemlezing van praktijkervaringen en<br />

het hoofdstuk wordt afgesloten <strong>met</strong><br />

vragen. Die zijn bedoeld als reflectie op<br />

de eigen werkwijze en helpen bij het<br />

pedagogisch handelen in de groep. Het<br />

is een inspirerende uitgave voor de kinderopvang,<br />

gebaseerd op het gedachte·<br />

goed van Rudof Steiner.<br />

Hanne Looij: Caleidoscoop van een<br />

levende pedagogie/ Spelen en werken<br />

<strong>met</strong> kleine kinderen. Uitgeverij<br />

Christofoor. Zeist. ISBN 90 6238 897 3;<br />

prijs € 24.90.<br />

"' ."'" ". ~<br />

april 2005 247

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!